NL8103963A - Instelinrichting. - Google Patents

Description

- 1 -

Instelinrichting.

De uitvindig heeft betrekking op een instelinrichting voor een als wrijvingskoppeling geconstrueerde draaimoment-begrenzingskoppeling, in het bijzonder voor het bewaken van een aandrijfstang voor het aandrijven van landbouwmachines 5 door de tapas van een tractor, waarbij de wrijvingsschijven door de kracht van een of meer schotelveren zijn belast en ten minste gedeeltelijk zijn bedekt door een uit twee delen bestaand, door steunbouten verbonden huis.

Instelbare overbelastingskoppelingen gebaseerd op het 10 principe van de wrijvingskoppelingen zijn bekend (Duitse Auslegeschrift 11 94 654). Dit Auslegeschrift beschrijft een koppeling, waarbij de veerkracht, die het draaimoment bepaalt, via een centrale moer instelbaar is, waarbij als extra instelmogelijkheden in de moer gelijkmatig over de 15 omtrek verdeelde schroeven voor nauwkeurig instellen zijn aangebracht, waarmede het overbrengbare draaimoment extra instelbaar is.

De beschreven maatregel beoogt door middel van de moer aan de werkzijde een grondinstelling van de koppeling aan 20 te brengen, die achteraf door de gebruiker via de nauwkeurige instelling in een bepaald gebied kan worden veranderd.

Volgens de ervaring is het bij instelbare koppelingen nadelig , dat bij frequente overbelastingen van de koppeling de gebruiker het draaimoment zodanig verhoogt tot geen door-25 glijden van de koppeling meer plaatsvindt. Daardoor kan de koppeling zijn eigenlijke taak, namelijk een aandrijfstang resp. een aangedreven machine tegen overbelasting te beschermen, niet meer vervullen. Er zijn gevallen bekend geworden, waarbij de koppelingen volledig tot een blok waren geworden 30 en daarmede iedere beschermende werking door de koppeling onmogelijk werd gemaakt.

Bovendien bestaat bij koppelingen, die tijdens hun bedrijf niet aan een ontlasting zijn onderworpen, van tijd tot tijd de noodzaak deze door een ingreep te ontlasten om de 35 slijtagedeeltjes te verwijderen, die het wrijvingsgedrag veranderen. Daarbij is het zeer moeilijk de grondinsteHing te herstellen, die aanwezig is geweest voor de ontlasting.

—* 8103963 I * - 2 -4

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een koppeling te verschaffen , die aan dewerkzijde instelbaar is en die nadat hij tamelijk lange tijd buiten gebruik is geweest, zoals in de landbouw in de wintermaanden gedwongen 5 het geval is, ontlastbaar is, om afgezette slijtagedeeltjes en roest te verwijderen zonder dat zijn grondinstelling daarbij wordt veranderd en waarbij een verandering achteraf van de grondinstelling niet mogelijk is.

Volgens de uitvinding wordt dit probleem opgelost, 10 doordat a) de aan hun beide einden van schroefdraad voorziene steunbouten aan een schroefdraaduitloop zijn voorzien van een kraag, bj de steunbouten met hun kraag door houdmoeren stevig 15 tegen het ene'huisdeel zijn geklemd, c) de uit de houdmoeren na het aandraaien daarvan stekende schroefdraadeinden slechts in hun buitenste gebieden zijn voorzien van een gestuikt deel, d) de voorspanning van de schotelveer (veren) dppr 20 het aandraaimoment van aan het andere einde van de steunbouten aangebracht instelmoeren instelbaar is, e) de instelmoeren na het instellen met de steunbouten en het bij hen behorend huisdeel worden gelast.

De kraag van de steunbouten tegen het ene huiddeel is 25' bij de grondinstelling van de wrijvingskoppeling als vlak werkzaam, waarop de voorspanning van de schotelveer (veren) betrokken is. Bijzonder gunstig is bij de instelinrichting volgens de uitvinding, dat door de na de instelling uitgevoerde vastzetting van de instelmoeren met de steunbouten 30 . en het andere huisdeel de eenmaal gevonden grondinstelling ook na ontlasting van de koppeling door losmaken van de kan houdmoeren willekeurig vaak worden hersteld.

Verder is het voordelig dat de koppeling in noodgeval door de gebruiker door bijv. afslijpen van de gestuikte 35 delen aan de schroefdraadeinden, die uit de houdmoeren steken, uiteenneembaar isl, bijv. om beschadigde wrijvingsbd-dekkingen te vervangen, en dat deze handeling toch bij eventuele aanmerkingen kan worden aangetoond.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de 8103963 , * * - 3 - * tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht .

De enige figuur van de tekening toont een halve doorsnede door een wrijvingskoppeling met de instelinrichting 5 volgens de uitvinding.

De wrijvingskoppeling, die in de figuur is weergegeven, bestaat in hoofdzaak uit een scharniervork 1, die via een (niet weergegeven) scharnierkruis met een verdere scharniervork is verbonden. De scharniervork 1 is vast verbonden met 10 het huisdeel 3. Tegen een radiaal binnenliggend gebied van het huisdeel 3 steunt de schotelveer 5 aan zijn ene zijde, op de andere zijde steunt de schotelveer 5 tegen een radiaal buitenliggend gebied van een drukplaat 6. De drukplaat 6 is via een glijleger 2 gelegerd op een opsteeknaaf 17, die 15 is voorzien van een treksluiting 14 voor de axiale beveiliging daarvan op bijv. de tapas (niet weergegeven) van een tractor.

Met de opsteeknaaf 17 is een meeneemschijf 13 vast verbonden, waaraan aan beide zijden wrijvingsbedekkingen 8 20 zijn aangebracht. Het tweede huisdeel 12 , dat gelijktijdig als drukplaat is uitgevoerd, is in een deel, dat radiaal naar buiten over de wrijvingsbedekkingen 8 uitsteekt, voorzien van gelijkmatig over de omtrek verdeelde opneemboringen voor steunbouten 7, die op huii beurt door houdmoeren 10 25 met een aan de schroefdraaduitloop aangebrachte kraag 9 aan het huisdeel 12 worden vastgezet. Met hun andere einden grijpen de steunbouten 7 door boringen, die zijn aangebracht in het huisdeel 3, dat behoort bij de scharniervork 1, waarbij het aandraaimoment van de instelmoeren 30 4, die aan de steunbouten 7 aan dit einde zijn toegevoegd, de voorspanning aan de schotelveer (veren) 5 geeft. Na het instellen van het nominale moment van de koppeling worden zowel de steunbouten 7 met de instelmoeren 4 als de instelmoeren 4 met het huisdeel 3'door laspunten 15,16 aaneenge-35 last.

Het uitstekende vrije schroefdraadeindé van de steun-bout 7, dat behoort bij de houdmoeren 10, wordt in zijn buitenste gebied voorzien van een gestuikt deel 11, zodat de houdmoeren 10 voor het ontlasten van de koppeling slechts 8103963 - 4 - ’ \ r tot het stuikgebied 11 kunnen worden losgemaakt maar niet van de steuribout 7 kunnen worden afgeschroefd.

Conclusie 8103963

Claims (1)

1. ï 'V . i - 5 - * Instelinrichting voor een als wrijvingskoppeling geconstrueerde draaimomentbegrenzingskoppeling, in het bijzonder voor het bewaken van een aandrijfstang voor het aandrijven van landbouwmachines door de tapas van een tractor, 5 waarbij de wrijvingsschijven door de kracht van ëën of meer schotelveren zijn belast en ten minste gedeeltelijk door een uit twee delen bestaand, door steunbouten verbonden huis zijn bedekt, met het kenmerk, dat a) de steunbouten (7) , die aan hun beide einden zij.n 10 voorzien van schroefdraad, aan een schroefdraaduitloop van een kraag (9) zijn voorzien, b) de steunbouten (7) met hun kraag (9) door houdmoeren (10) stevig zijn geklemd tegen het ene huisdeel (12), c) de schroefdraadeinden, die uit de houdmoeren (10) 15 steken na het aandraaien daarvan, slechts in hun buitenste gebieden zijn voorzien van een gestuikt deel (11), d) de voorspanning van de schotelveer (veren) (5) instelbaar is door het aandraaimoment van instelmoeren (4), die zijn aangebracht aan het andere einde van de steunbouten 20 (7) , e) de instelmoeren (4) na het instellen met de steunbouten (7) en het bij hen behorend huisdeel (3) worden gelast. 8103963