NL8701419A - Breekpenkoppeling. - Google Patents

Description

£-=·.—--¾ C. van der Lely N.V. te Maasland Breekpenkoppeling

De uitvinding heeft betrekking op een breekpenkoppeling met ten minste één breekpen, die tijdens normaal bedrijf twee om een rotatieas roteerbare koppelingshelften onderling verbindt en die verplaatsbaar met één van de 5 koppelingshelften verbonden is en kan samenwerken met een opening voor de breekpen, d.w.z. een uitsparing in de andere koppelingshelft.

Bij een dergelijke breekpenkoppeling kan na eenmalig of veelvuldig gebruik de opening, d.w.z. de uitsparing 10 waarin het af te breken uiteinde van de breekpen rust, / slijten of beschadigen.

De uitvinding beoogt een breekpenkoppeling die gedurende langere tijd bruikbaar is.

Hiertoe is volgens de uitvinding de opening aange-15 bracht in een ten opzichte van de genoemde andere koppelingshelft verplaatsbaar deel, zodat het uiteinde van de breekpen niet steeds op identieke wijze met dezelfde opening in aanraking behoeft te komen.

Volgens een nader kenmerk van de uitvinding kan de 20 breekpen, na verplaatsing van het deel, samenwerken met een andere opening. Voorts kan de opening zijn aangebracht op een schijf, die draaibaar is aangebracht, welke schijf in meerdere standen gefixeerd kan worden.

Aan de hand van de in de tekening weergegeven 25 breekpenkoppeling zal de uitvinding nader worden toegelicht.

Fig. 1 toont gedeeltelijk een aanzicht en gedeeltelijk een doorsnede van een breekpenkoppeling.

Fig. 2 toont een aanzicht van de breekpenkoppeling volgens de pijl VII in fig. 1.

30 Fig. 3 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een deel van de breekpenkoppeling volgens fig. 1.

Fig. 4 toont een doorsnede volgens de lijnen IV-IV

in fig. 3.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1 35 en 2 is een koppelingshelft 46 door middel van een breek- i ·· · ·-· · 4¾ 2 peneenheid 47 tijdens normaal bedrijf verbonden met een kop-pelingshelft 48. De koppelingshelft 46 is voorzien van een as,deel 49 dat is verbonden met een zich in radiale richting uitstrekkende koppelingsflens of plaat 50. De plaat 50 ligt 5 met zijn van het asdeel 49 af gerichte oppervlak aan tegen een flens of plaat 51 van de koppelingshelft 48. De plaat 51 is voorzien van een binnenste asdeel 52, dat bestemd is voor het opnemen van een as en daartoe is- voorzien van spiebanen 53, terwijl tevens een borging tegen axiale beweging tussen 10 de beide helften aanwezig is welke gelegen is in een ringvormige opening in het asdeel 52 en een omringende mof 54, welke borging wordt geraliseerd door een bout 55.

De breekpeneenheid 47 strekt zich ten opzichte van de rotatieas 49A van de koppeling in axiale richting uit. De 15 breekpeneenheid 47 is gelegen in een zich eveneens in axiale richting uitstrekkende houder 56, welke een behuizing vormt voor borgmiddelen 57, een drukveer 58 en een breekpen 59. De breekpen 59 kan zijn samengesteld uit plaatselijk verzwakte delen en is geleid door een uitsparing 60 in de plaat 51, 20 welke uitsparing bij voorkeur is gelegen in een bus 61 uit gehard materiaal. Het werkzame deel van de breekpen 59 is gelegen in een opening 62 welke nabij het breekpeneinde een in radiale richting gesloten vlak omvat en welke opening kan samenwerken met een afvoerinrichting bestaande uit een zich 25 vanaf de opening in tangentiale richting uitstrekkend kanaal 63. Het kanaal 63 kan een cilindervormige doorsnede hebben doch kan zich op gunstige wijze ook in buitenwaartse richting in diameter vergroten. Op niet-weergegeven wijze kan de opening 62 althans ten dele zijn omgeven door een bus uit 30 gehard materiaal. Als weergegeven in figuur 2 zijn op de beschreven wijze een viertal-onderling regelmatig verdeelde breekpeneenheden 47 aangebracht. Hierbij zijn drie breekpen-eenheden 47 reserve en is één breekpeneenheid 47 werkzaam. Opgemerkt wordt echter dat het mogelijk is om afhankelijk van 35 het gewenste maximaal over te brengen moment het voordelig kan zijn meerdere breekpennen tegelijk werkzaam te laten zijn.

Tijdens bedrijf vormt de breekpenkoppeling volgens 870 1 41 8 3 de figuren 1 en 2 een overbelastingsbeveiliging. In het geval van overbelasting zal het in de opening 62 gelegerde deel afbreken, welk deel op effectieve en betrouwbare wijze in radiale en buitenwaartse richting direct wordt afgevoerd. Na 5 het afbreken kan één van de breekpeneenheden 47 zelfstandig de verbinding tussen de beide koppelingshelften herstellen. De breekpenkoppeling is langdurig bruikbaar, terwijl door de axiale opstelling van de breekpeneenheden 47 de breekpenkoppeling een slechts geringe diameter heeft.

10 In de figuren 3 en 4 is een uitvoeringsvoorbeeld van een opening en een daarmee samenwerkende afvoerinrichting weergegeven die toepasbaar is in de constructie volgens figuur 1. Hierbij is verzonken in de koppelingsplaat 50 een verzwenkbare cirkelvormige schijf 64 aangebracht, die met 15 behulp van een bout 65 met verzonken boutkop, een moer 66 en een veerring 67 in meerdere standen instelbaar en vastzetbaar is. Aan de, omtrek van de schijf 64 zijn openingen 68 aangebracht welke halfcirkelboogvormig zijn en 'naar de buitenzijde van de schijf geopend zijn. Bij voorkeur zijn een viertal 20 openingen 68 in de schijf aangebracht. Afhankelijk van de diameter van de schijf en de grootte van de openingen 68 kunnen meer openingen dan bijvoorbeeld zes stuks aangebracht zijn. De opening 68 werkt samen met een afvoerinrichting in de vorm van een kanaal 69 dat zich vanaf de schijf 64 en ten 25 opzichte van de rotatierichting A van de koppeling in achterwaartse en tevens buitenv/aartse richting uitstrekt,· waarbij de langshartlijn van het kanaal een naar buiten toe geopende hoek met de radiaal door de opening 68 insluit, welke hoek ongeveer 50° bedraagt. Na verzwenking van de schijf kan het 30 kanaal 69 samenwerken met een volgende opening 68. Op deze wijze is het mogelijk te voorkomen dat overbelasting van de breekpenkoppeling de koppelingshelft 46 nabij de opening 62 kan beschadigen. Tevens heeft het kanaal 69 een ten opzichte van de rotatierichting van de koppeling gelegen verloop dat 35 zeer gunstig is voor een goede afvoering van het afgebroken deel van de breekpen 59. Na beschadiging van een opening 68 kan door de bout-moer verbinding een volgende opening 68 ingesteld en vastgezet worden.

1701413

Claims (7)

1. Breekpenkoppeling met ten minste één breek-pen, die tijdens normaal bedrijf twee om een rotatieas roteerbare koppelingshelften onderling verbindt en die verplaatsbaar met één van de koppelingshelften verbonden is en 5 kan samenwerken met een opening voor de breekpen in de andere koppelingshelft, met het kenmerk, dat de opening is aangebracht in een ten opzichte van genoemde andere koppelingshelft verplaatsbaar deel.

2. Breekpenkoppeling volgens conclusie 1, met 10 het kenmerk, dat de breekpen, na verplaatsing van het deel, kan samenwerken met een andere opening.

3. Breekpenkoppeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de opening is aangebracht op een schijf, die draaibaar met genoemde andere koppelingshelft is 15 verbonden.

4. Breekpenkoppeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schijf door- verdraaiing in meerdere standen instelbaar en vastzetbaar is.

5. Breekpenkoppeling volgens conclusie 3 of 4, 20 met het kenmerk, dat de verdraaibare schijf uit gehard materiaal is samengesteld.

6. Breekpenkoppeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het geharde materiaal het deel van de breekpen slechts ten dele omringt. 2 5

7. Breekpenkoppeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het geharde materiaal over een boog van ongeveer 100° het deel omringt. 87 0 1 VI S