NL8006815A - Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. - weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium. - Google Patents

Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. - weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium. Download PDF

Info

Publication number
NL8006815A
NL8006815A NL8006815A NL8006815A NL8006815A NL 8006815 A NL8006815 A NL 8006815A NL 8006815 A NL8006815 A NL 8006815A NL 8006815 A NL8006815 A NL 8006815A NL 8006815 A NL8006815 A NL 8006815A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
casing
top plate
bottom plate
opening
Prior art date
Application number
NL8006815A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8006815A publication Critical patent/NL8006815A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/04Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit
    • G11B17/041Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit specially adapted for discs contained within cartridges
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/022Positioning or locking of single discs
    • G11B17/028Positioning or locking of single discs of discs rotating during transducing operation
    • G11B17/03Positioning or locking of single discs of discs rotating during transducing operation in containers or trays
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/03Containers for flat record carriers
    • G11B23/033Containers for flat record carriers for flexible discs
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/50Reconditioning of record carriers; Cleaning of record carriers ; Carrying-off electrostatic charges
    • G11B23/505Reconditioning of record carriers; Cleaning of record carriers ; Carrying-off electrostatic charges of disk carriers

Description

• » I - .
C/Ca/lh/1204 t— '
Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. -weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium.
.De uitvinding heeft betrekking op een informatiesignaalopneem- en/of '^weergeefinrichting voor informatie-- signaalopname op, resp. -weergave uit, een plaatvormig .registratiemedium, en voorts op een omhulsel voor ëen dergelijk 5 plaatvormig registratiemedium. Bij een dergelijke inrichting wordt het plaatvórmige registratiemedium, dat bijvoorbeeld de vorm van een schijfvormige magnetische plaat heeft, met ’ zijn bijbehorende omhulsel in de inrichting geplaatst, waarbij voor informatiesignaalopname of -weergave een signaal-10 transducent, zoals een magneétkop, in aanraking met het binnen zijn omhulsel roterende registratiemedium wordt gebracht. Tijdens de rotatiebëweging van het registratiemedium wordt de signaaltransducent in de radiale richting van het medium verplaatst.
15 In verband met hét feit, dat bij bekende inrich tingen met een roterende 'registratieplaat hét gevaar bestaat, dat de laatstgenoemde wordt beschadigd of een vetvlek krijgt wanneer hij met de hand in de inrichting wordt geplaatst of daaruit foordt verwijderd, heeft men reeds voorgesteld, 20 dat een dergelijke registratieplaat wordt opgenomen in een omhulsel en met hét omhulsel in de inrichting wordt geplaatst. Aangezieh een dergelijk omhulsel’, dat een platte rechthoekige .vorm heeft eri bétrekkélijk dun is, binnen de inrichting aan één of meer randen wordt ondersteund, levert het een probleem 25 op om zeker te ‘stellen, dat de registratieplaat binnen het omhulsel een vrije ruimte van konstante afmeting in radiale richting ter beschikking houdt. Bovendien is het moeilijk om de zelf bétrekkelijk flexibele registratieplaat binnen het dunne omhulsel bij hoge snelheid te laten roteren zonder 30 dat de plaat daarbij met de binnerioppervlakken’ van hét omhulsel in aanraking komt.
8 00 6 8 1 5 -2- L--*· · **
De uitvinding stelt zich ten doel, een informatie-signaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatie-signaalopname op, resp. -weergave uit, een plaatvormige registratiemedium te verschaffen, welke de mogelijkheid ver-5 schaft om een zich binnen een omhulsel bevindende, magnetische plaat in de inrichting te plaatsen en binnen het omhulsel een ongestoord verlopende rotatie voor opname en/of weergave van een informatiesignaal te laten uitvoeren.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een 10 omhulsel voor een plaatvormig registratiemedium te verschaffen, welk omhulsel zodanig is uitgevoerd, dat het op betrekkelijk konstante wijze ruimte voor accommodatie van een dergelijk registratiemedium, in het bijzonder in de axiale richting daarvan, behoudt.
15 Een ander doel van de uitvinding is het verschaf fen van een informatiesignaalopneém- en/of -weergeefinrichting van het zojuist genoemde type, waarbij uit de rotatie-beweging van het plaatvormige registratiemedium een luchtinstroming in het omhulsel wordt afgeleid, welke een dempend 20 effekt op het registratiemedium uitoefent.
Daartoe verschaft de uitvinding een informatiesignaal opneem- en/of -weergeefinrichting voor informatie-signaalopname op, resp. -weergave uit, een' plaatvormig registratiemedium, dat zich binnen een omhulsel bevindt, met het 25 omhulsel in de inrichting kan worden geplaatst en binnen het omhulsel in rotatie kan worden aangedreveri, waarbij via een opening in het omhulsel een signaaltransducent wordt ingevoerd; het omhulsel' vertoont een bouénplaat en een onderplaat, welke 'zijn voorzien' van middelen om de platen in een 30 bepaalde positie ten' opzichte van elkaar vast te houden, zodanig, dat de binnen hét omhulsel aanwezige ruimte in de axiale richting van hét registratiemedium konstant gehouden wordt.
De uitvinding zal nu worden verduidelijkt in de 35 nuvolgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: 8006815 *· Λ ' > -3-
Figuur X, in perspectief en met op enige afstand van elkaar weergegeven onderdelen, een wezenlijk gedeelte van een als videosignaalopneem- en/of -weergeefinrichting uitgevoerde infichting volgens de uitvinding? 5 Figuur 2 een bovenaanzicht op de inrichting vol gens figuur 1;
Figuur 3 een vertikale doorsnede door de inrichting volgens figuur 1;
Figuur 4 een zijaanzicht, gedeeltelijk in door-10 snede, op het wezenlijke gedeelte van de inrichting volgens figuur 1 met geopend hulpchassis?
Figuur 5, in perspectief met op enige afstand van elkaar weergegeven onderdelen, een omhulsel voor opname van een bij de inrichting volgens figuur 1 toe te passen, 15 schijf vormige magneetplaat ?
Figuur 6 een bovenaanzicht op het omhulsel volgens figuur 5, waarbij de bovenplaat gedeeltelijk is weggesneden;
Figuur 7 een dwarsdoorsnede volgens de lijn VII-20 VII in figuur 6;
Figuur 8 een dwarsdoorsnede volgens de lijn VIII- VIII in figuur 6;
Figuur 9 een dwarsdoorsnede volgens de lijn IX- IX in figuur 6; 25 Figuur 10 een bovenaanzicht op een belangrijk > gedeelte van het omhulsel met een afstandhouder volgens een uitvoeringsvariant;
Figuur 11 een dwarsdoorsnede door het belangrijkste gedeelte van het omhulsel met een afstandhouder volgens 30 een andere uitvoeringsvariant;
Figuur 12 een doorsnede volgens de lijn XII-XII
in figuur 6?
Figuur 13 een dwarsdoorsnede door een gedeelte van de bovenplaat van hét omhulsel? 35 Figuur 14, op grotere schaal, een doorsnede door een belangrijk onderdeel' voor hét vasthouden van het omhulsel?
Figuur 15, op grotere 'schaal, een' doorsnede door 8006815 « Μ -4- L-*»· een magneet voor het vasthouden van de bovenplaat van het omhulsel;
Figuur 16 een langsdoorsnede door een vasthoud-magneet volgens een uitvoeringsvariant; 5 Figuur 17 een langsdoorsnede door een andere uitvoeringsvorm van met een magneetwerkende vasthoudmiddelen;
Figuur 18 een langsdoorsnede door nog een andere uitvoeringsvorm van met een permanente magneetwerkende vasthoudmiddelen; 10 Figuur 19 een bovenaanzicht op een uitvoerings variant van het omhulsel, waarbij de bovenplaat en de onderplaat ieder van drie organen van ijzer zijn voorzien;
Figuur 20, in perspectief, een uitvoeringsvariant van het omhulsel, waarbij zich naar de omtreksranden van de 15 openingen aantrekplaten uitstrekken;
Figuur 21 een langsdoorsnede door het omhulsel volgens figuur 20;
Figuur 22 een langsdoorsnede door het belangrijkste gedeelte van mechanische vasthoudmiddelen; 20 Figuur 23 een langsdoorsnede door het belangrijk ste gedeelte van een uitvoeringsvariant van de mechanische vas thoudmiddelen;
Figuur 24, in perspectief, het belangrijkste gedeelte van de binnenzijde van de bovenplaat van het omhul-25 sel, waarop zich enige uitsteeksel' bèvinden, welke tegen het amtreksgedeelte van de schijfvormige magneètplaat drukken;
Figuur 25 een langsdoorsnede door het belangrijkste gedeelte van hét omhulsel in de 'toestand, waarin een uitsteeksel tegen de magneètplaat drukt; 30 Figuur 26 een dwarsdoorsnede ter verduidelijking van de relatie tussen de magneètplaat en de als magneetkop uitgevoerde signaaltransducent;
Figuur 27 een langsdoorsnede ter verddidèlijking van de relatie tussen hét omtreksgedeelte van de magneet-35 plaat en de magneetkop;
Figuur 28, in perspectief, een gedeelte van de binnenzijde van de bovenplaat van hét omhulsel met eén uitsteeksel volgens een uitvoeringsvariant; 8006815 0 ** * • · -5-
Figuur 29, in perspectief en met op enige afstand van elkaar weergegeven onderdelen, een slede ter verhindering van ongewenste signaaluitwissing en een mechanisme om de slede vast te houden; 5 Figuur 30 een bovenaanzicht op de slede en het vasthoudmechanisme volgens figuur 29? en
Figuur 31, in perspectief, een uitvoeringsvariant van de slede.
De figuren 1-3 tonen een voor verwerking van :10 videosignalen dienende uitvoeringsvorm van een inrichting vólgens de uitvinding. De inrichting is voorzien van een chassis 1 met drie positioneringspennen 2,3 en 4, welke dienen om een binnen een omhulsel opgenomen, schijfvormige magneetplaat aan het omhulsel te ondersteunen; in verband 15 daarmede hebben de positioneringspennen 2,3 en 4 eenzelfde hoogte. Voorts is de inrichting voorzien van een hulpchassis 5 met drie zich resp. tegenover de:positioneringspennen 2,3 en 4 van het chassis uitstrekkehdé pennen 6,7 en 8, welke in axiale richting schuifbaar aan het hulpchassis 5 zijn 20 gelagerd door middel van een resp. bijbehorende manchet 9 en een tussen deze en een ring 10 opgesloten drukveer 11.
De constructie is zodanig, dat een in de inrichting geplaatst omhulsel, waarvan nog een nadere beschrijving volgt, in zijn bedrijfsstand elastisch tussen de pennen 2,3 en 4 aan 25 de onderzijde en de pennen 6,7 en 8 aan de bovenzijde wordt vastgehouden. Het hulpchassis 5 kan ten opzichte van het chassis 1 scharnieren om door een paar armen 12 gedragen pennen 13.
Het chassis 1 vertoont aan zijn bovenzijde een 30 ondernaaf 14 voor ondersteuning een'· aandrijveri in rotatie van de magneetplaat binnen zijn omhulsel. De ondernaaf 14 strekt zich uit bóven een in hét chassis 1 bevestigd lagerhuis 15 voor een lager 16, waarin een met de ondernaaf 14 gekoppelde aandrijfas 17 roteerbaar is gelagerd. In de be-35 drijfstoestand van de 'inrichting strekt zich tegenover de ondernaaf 14 een bovennaaf 19 uit, welke door middel van een lager 20 met een lagerhuis 21 in het hulpchassis 5 is gelagerd.
8006815 -6- L— '
Het chassis 1 is voorts voorzien van een inrichting voor verplaatsing in radiale richting van een als signaaltransducent dienende magneetkop 22, welke met de zich binnen zijn omhulsel bevindende magneetplaat in aanra-5 king kan worden gebracht en in bovenwaartse richting uitsteekt aan een blok 23, dat met een inwendige schroefdraad aangrijpt op, resp. kan worden verplaatst langs, een schroef-draadas 24, welke rechtstreeks is gekoppeld met een motor 25. De constructie is zodanig uitgevoerd, dat het blok 23 en 10 de daardoor ondersteunde magneetkop 24 zich bij aandrijving in rotatie van de schroefdraadas 24 door de motor 25 langs de as verplaatsen.
Het chassis 1 bevat een onderste elektromagneet 26, waarvan het juk 27 aan het chassis 1 is bevestigd, 15 terwijl om het middengedeelte van het juk 27 een wikkeling 28 is aangebracht. Tegenover de onderste elektromagneet 28 strekt zich aan het hulpchassis 5 een bovenste elektromagneet 29 uit, welke aan het hulpchassis 5 is bevestigd en een juk 30 vertoont, waarvan het middengedeelte door een wikke- 20 ling 31 is omgeven.
Desgewenst kan het chassis 1 zijn voorzien van een stut 74, welke dient cm tussen het chassis 1 en het hulpchassis 5 een bepaalde ruimte in stand te houden en om het hulpchassis 5 in zijn gesloten toestand in horizontale 25 stand te houden.
Het als schijfvormige magneetplaat 32 uitgevoer- ’ de registratiemedium en hét bijbehorende omhulsel 33 zullen vervolgens meer in details worden' beschreven.
De in figuur 5 afgebeélde magneetplaat 32 kan 30 bestaan uit een polymere filmlaag met een geringe dikte van bijvoorbeeld 0,04 mm, welke aan zijn achter- of benedehopper-vlak is voorzien van een magnetische laag, waarmede de als signaaltransducent dienende magneetkop 22 tijdens signaal-opname en -weergave in aanraking verkeert. De magneetplaat 35 32 vertoont in zijn midden een cirkelvormige opening 34.
Het voor opname van de magneetplaat 32 dienende omhulsel 33 heeft de vorm van een platte rechthoek, zoals figuur 5 laat zien en bestaat in hoofdzaak uit een boven- 8006815 -7- * * t— ' plaat 35 en een onderplaat 36, welke door een vormprocede kunnen worden vervaardigd uit kunststof of dergelijke; ieder van beide platen 35,36 kan zijn voorzien van een met de plaat één geheel vormende omtreksband 37.
5 De bovenplaat 35 en de onderplaat 36 van het omhulsel 30 vertonen in hun midden resp. openingen 38 en 39, via welke resp. de bovennaaf 19 en ondernaaf 14 in het omhulsel 33 kunnen binnendringen, zodanig, dat zij het centrale gedeelte van een door het omhulsel 33 omvatte magneetplaat 10 32 tussen zich insluiten voor ondersteuning en aandrijving in rotatie daarvan. De openingen 38 en 39 kunnen tevens dienen als luchtinlaten, via welke lucht in het inwendige van het omhulsel 33 kan binnenstromen. Ter verkrijging van een goede luchtinstraining vertonen de omtreksrandoppervlakken 15 van de openingen 38 en 39 een afgeschuinde vorm met hellende vlakken 40 (zie figuur 7).
De bovenplaat 35 of de onderplaat 36 van het omhulsel 33, bijvoorbeeld de onderplaat 36 zoals in de figuren 5 en 6, is voorzien van een aantal luchtuitlaten 41, 20 welke zich langs de -buitenomtrek van de magneetplaat 32 uitstrekken en dienen voor afvoer van via de luchtinlaten 38 en 39 binnengestroomde lucht.
Tussen iedere twee 'aangrenzende 'uitlaten bevinden zich steeds op voorafbepaalde afstand van elkaar kolomvormige 25. uitsteeksels 42, welke één geheel vormen met de onderplaat 36. Zoals figuur 8 laat zien, bevindt het kopoppervlak van de kolomvormige uitsteeksels 42 van de onderplaat 36 zich op zodanig hóóg te,' dat het' in aanraking komt met het tegen-: over gelegen oppervlak van de boven'plaat 35. Op soortgelijke 30 wijze is,.'zoals In de figuren 5 en 7 te zien is, de bovenplaat 35 van het omhulsel' 33 voorzien van daarmede éën geheel vormende,' kolomvormige 'uitsteeksels 43, welke steeds tussen twee uitsteeksels 42 van de onderplaat 36 met hun kopvlak op het binnenoppervlak van de onderplaat 36 aangrij-35 pen. De kolomvormige uitsteeksels 42 en 43 dienen voor regeling van de radiale positie van de magneetplaat 32 binnen het omhulsel 33 en kunnen een excentrische verplaatsing in radiale richting van de magneetplaat 32 binnen het omhulsel 8006815 -8- 33 verhinderen. Voorts kunnen de uitsteeksels 42 en 43, wanneer een omhulsel 33 met daarbinnen een magneetplaat 32 in de inrichting is geplaatst, zekerstellen dat een ongestoorde signaalopname op, resp. signaalweergave uit, de magneetplaat 5 32 wordt verkregen zonder dat gevaar bestaat, dat de plaat terechtkomt of klemraakt tussen de uitsteeksels 42 of 43 en de platen 35 of 36, daar de uitsteeksels ëën geheel met een bijbehorende plaat vormen en aan hun kopoppervlak in aanraking met het tegenover gelegen oppervlak van de andere 10 plaat verkeren.
Zoals de figuren 5,6 en 9 laten zien, kunnen op de onderplaat 36 in radiale richting buiten het door de magneetplaat 32 bestreken gebied en buiten de genoemde uitsteeksels 42 en 43 enige, bijvoorbeeld drie, afstandhouders 15 44 zijn aangebracht; hetzelfde geldt voor de onderplaat 36.
Deze afstandhouders 44, welke aan hun kopvlak met het tegenover gelegen oppervlak van de andere plaat in aanraking kamen dienen evenals de reeds genoemde positioneringspennen 2,3 en 4 en 6,7 en 8 van resp. het chassis 1 en het hulpchassis 20 5 om te verhinderen, dat de bovenplaat 35 en/of de onderplaat 36 van het omhulsel 33 een vormverandering of vervorming ondergaat wanneer het omhulsel zich bevindt tussen en elastisch wordt vastgehouden door de pennen 2,3,4 en 6,7,8, zoals figuur 8 laat zien. Het omhulsel 33 kan derhalve zo-25 danig worden vastgehouden, dat tussen de bovenplaat 35 en de onderplaat 36 een ruimte van konstante axiale afmeting blijft bestaan, zonder enig gevaar voor een vormverandering van de inwendige ruimte 'van het omhulsel; de afstandhouders 44 kunnen de door de pennen 2,3,4 en 6,7,8 uitgeoefende 30 krachten opnemen. De afstandhduders kunnen 'tot ëën geheel met de zijwand 37 van de onderplaat 36 zijn verenigd, zoals figuur 10 laat zien, of tot de bovenplaat 35 behoren, zoals figuur 11 laat zien.
De onderplaat 36 van het omhulsel 33 vertoont 35 voorts een sleufvormig opening 45, welke zich volgens een radius van de magneetplaat 32 in de onderplaat 36 uitstrekt en dient voor doorlating van de magneetkop 22, zoals de figuren 5 en 6 laten zien. De magneetkop 22 wordt via deze . · 8006815 » . - * i I · · -9- i—- sleufvormige opening 45 in aanraking met de binnen zijn omhulsel 33 roterende magneetplaat 32 aangebracht. Tegenover de opening 45 in de onderplaat 36 strekt zich in de bovenplaat 35 een soortgelijke sleufvormige opening 46 uit, welke 5 dient voor herstel van de onbalans, welke in de binnen het' omhulsel heersende luchtdruk optreedt als gevolg van de aanwezigheid van de eerstgenoemde opening 45. Wanneer uitsluitend de voor doorlating of invoering van de magneetkop 22 dienende, sleufvormige opening 45 in de onderplaat 36 10 zou worden toegepast, zou de bovenzijde van de magneetplaat 32 zich binnen het omhulsel 33 onder een negatieve druk of zuiginvloed bevinden, zodat de magneetplaat 32 zich omhoog zou willen bewegen, met als gevolg, dat de druk, waaronder de magneetkop 22 met de magneetplaat 32 in aanraking ver-15 keert, zou wegvallen. De toepassing van een soortgelijke sleufvormige opening 46 in de bovenplaat 35 kan het drukverschil tussen de onderzijde en de bovenzijde van de magneetplaat 32 ter plaatse van de openingen 45 en 46 opheffen, zodanig, dat verhinderd wordt, dat de magneetkop 22 onder 20 onjuiste druk in aanraking met de magneetplaat 32 verkeert.
De binnenstroming van lucht in het omhulsel 33 kan tijdens rotatie van de magneetplaat 32 niet alleen via de reeds genoemde openingen 38 en 39 plaatsvinden, doch tevens via de openingen 45 en 46. In verband daarmede kunnen de openin-25 gen 45 en 46 aan hun ene zijwandoppervlak zijn afgeschuind ter verkrijging van hellende vlakken, zoals in figuur 12 is weergegeven, waardoor een ongehinderde binnendringing van lucht via de openingen 45 en 46 wordt zekergesteld.
De bovenplaat 35 en de onderplaat 36 van het om-30 hulsel 33 dragen radiaal binnenwaarts van resp. de openingen 46 en 45 resp. een orgaan 48, 49 van ijzer, zoals de figuren 5 en 6 laten zien. Deze organen 48 en 49 zijn aangebracht in cirkelvormige groeven 50 in het buitenoppervlak van de resp. platen 35 en 36, zoals de figuren 13 en 14 laten zien, 35 en zijn aan hun resp. platen bevestigd door middel van een kunststof 51 met hechteigenschappen. De köpvlakken van de organen 48 en 49 van ijzer liggen lager dan het resp. bijbehorende buitenoppervlak van hun plaat, 35,36.
8006815 * * -10- U~·'
De organen 48 en 49 van ijzer dienen om tussen de bovenplaat 35 en de onderplaat 36 van een omhulsel 33 een konstante afstand te onderhouden en om/ resp. te zamen met een bovenmagneet 29 en een ondermagneet 26 van de inrichting 5 zelf, de axiale afmeting of hoogte van de inwendige omhulsel-ruimte tussen de beide platen op een konstante waarde te houden. Aangezien de organen 48 en 49 onder het buitenoppervlak van hun resp. bijbehorende omhulselplaat blijven, zullen de dikte en de vervorming van de organen 48 en 49, even-10 als de hoeveelheid als hechtmiddel werkende kunsthars 51 en dergelijke geen nadelige invloed op het omhulsel 33 of de zich daarbinnen bevindende magneetplaat 32 uitoefenen, zodat de jukken 30 en 27 van de resp. magneten 29 en 26 niet in aanraking komen met het buitenoppervlak van de bovenplaat 15 35, resp. de onderplaat 36. Een dergelijke constructie kan dienen om de afstand tussen de platen 35 en 36 nauwkeurig op een bepaalde waarde te houden. Zoals figuur 15 laat zien, is de diameter dA van hét luchtspleetgedeelte van de jukken 30 en 27 van de resp. magneten 29 en 26 kleiner gekozen dan 20 de diameter d£ van de organen 48 en 49 van ijzer, waardoor het magnetische circuit wordt gesloten en de magnetiseer-baarheid zodanig toeneemt, dat de magneetplaat 32 geen nadelige invloed van strooiflux ondervindt.
De böveriplaat 35 van hét omhulsel 33 is voorzien 25 van enige, bijvoorbeeld 5, daarmede één geheel vormende uitsteeksels 52, zoals de figuren 5 en 24 laten zien, welke zich in radiale richting buiten de 'sleufvormige opening 46 aan de buitenzijde van de plaat bevinden en dienen om te verhinderen, dat de magneetplaat 32 door de magneetkop 22 30 wordt opgehéven. Wanneer' déze 'laatstgenoemde namelijk in een betrekkelijk dichtbij hét midden van de magneétplaat 32 gelegen gedeelte 'daarvan met dé plaat in aanraking kamt, zoals bijvoorbeeld in figuur 26 is weergegeven, zal de door de magneetplaat 32 ondervonden, centrifugale kracht aan de 35 (in radiale richting) buitenzijde 'van zijn punt van aanraking aan de magneetkop 22 groter zijn dan aan de (in radiale richting) binnenzijde, zodat de buitenrand of het buitengedeelte van de plaat niet wordt opgeheven, terwijl de magneet- 8006815 * e -11- w u—** plaat zelf door de genoemde (grotere) centrifugale kracht onder aanrakingsdruk tegen de magneetkop 22 wordt gehouden. Wanneer de magneetkop 22 daarentegen aan de magneetplaat 32 raakt in een punt, dat dichterbij de buitenomtrek van de 5 plaat ligt, zoals bijvoorbeeld in figuur 27 is weergegeven, zal het omtreksrandgedeelte van de magneetplaat echter enigszins wordt opgeheven, waarbij de kontaktdruk of aanrakingsdruk van de magneetkop 22 een daling gaat vertonen, welke niet door de betrekkelijk geringe centrifugale kracht van 10 het genoemde omtreksrandgedeelte van de plaat wordt opgeheven. De uitsteeksels 52 kunnen nu dienen om dit buitenom-treksgedeelte van de magneetplaat 32 tegen te houden, resp. terug te drukken, zoals figuur 25 laat zien. In plaats van enige uitsteeksels 52, zoals in figuur 24 is weergegeven 15 kan aan het onderoppervlak van de bovenplaat 35 één enkel uitsteeksel 53 zijn aangebracht, dat zich grotendeels in en volgens de omtreksrichting van de buitenrand van de magneetplaat 32 uitstrekt; figuur 28 laat dit zien.
Zoals uit 'de figuren 5 en 6 naar voren komt, is 20 het omhulsel 33 bovendien voorzien van een schuifbaar orgaan of schuifstuk 54, dat dient ter verhindering van een ongewenste signaaluitwissing en schuifbaar wordt ondersteund door een paar op de onderplaat 36 van het omhulsel 33 gevormde • glijdribben 55, zoals de figuren 29 en 30 laten zien. Een 25 geribbeld bedieningsorgaan 56 van het schuifstuk 54 is toegankelijk via openingen 57 in de béide omhulselplaten 35 en 36, zodat hét schuifstuk 54 vanaf de buitenzijde kan worden bediend. Het schuifstuk 54 vormt één geheel met een elastisch orgaan 59, dat aan zijn uiteinde een van een sleuf 30 58 afgekeerd uitsteeksel 60 vertoont. Eén van de glijdribben 55 is voorzien van twee inkepingen 61 voor ;samenwerking met het buitenwaartse üitsteeksel 60 van het schuifstuk, zodanig, dat tijdens een schuivende verplaatsing van het schuifstuk 54 het buitenwaartse uitsteeksel 60 naar keuze in de ene of 35 de andere uitsparing 61 kan worden gebracht. Een niet in de tekening weergegeven, doch wel tot de inrichting behorend mechanisme kan worden bediend ter verhindering van ongewenste signaaluitwissing, overschakeling van uitleesspoor, enz., 8006815 * * · · -12- L— - in samenhang met de door de positie van het schuifstuk 54 bepaalde werking daarvan. In plaats van een schuifstuk 54 met een geribbeld bedieningsorgaan 56, kan een schuifstuk met een cirkelvormige opening of gat 32 volgens figuur 31 5 worden toegepast, waarbij eveneens bediening van het schuifstuk vanaf de buitenzijde van het omhulsel mogelijk is.
Vervolgens zal de werking van de hiervoor beschreven inrichting volgens de uitvinding worden beschreven.
Zoals figuur 4 laat zien, kan het hulpchassis 5 10 om de scharnierpennen 13 over een hoek naar zijn in figuur 4 weergegeven open stand scharnieren, waarna een omhulsel 33 met daarin een magneetplaat 32 op de drie positionerings-pennen 2,3 en 4 van het chassis 1 kan worden gelegd. Daarbij wordt de positie van het omhulsel 33 binnen het door de kop-15 vlakken van de pennen 2,3 en 4 bepaalde vlak bepaald door niet in de tekening weergegeven positionerings- of aanslag-middelen. Vervolgens wordt het hulpchassis 5 in een scharnierende beweging volgens de richting van de pijl in figuur 4 gesloten, waarbij het in de in figuur 4 (zie ook figuur 3) 20 met een gebroken lijn weergegeven positie terechtkomt, waarin de pennen 6,7 en 8 van het hulpchassis 5 het bovenoppervlak van het omhulsel 33 onder de inwerking van hun drukveren 11 elastisch aandrukken. Daarbij wordt het omhulsel in zijn hoogterichting gefixeerd door de samenwerking tussen de pen-25 nen 2,3 en 4 enerzijds en de pennen 6,7 en 8 anderzijds, terwijl tegelijkertijd de ruimte binnen het omhulsel konstant wordt gehouden, dat wil zeggen het omhulsel zelf vrij van bepaalde vervormingen wordt gehouden, aangezien de afstand-houders 44 resp. ter plaatse van de pennen 2,3,4 en 6,7,8 30 aan de onderplaat 36 van het omhulsel zijn aangebracht. Voor positionering van het omhulsel 33 dienen bij de hier beschreven uitvoeringsvorm de pennen 2,3,4 en 6,7,8. Het zal echter duidelijk zijn, dat de desbetreffende organen niet noodzakelijkerwijs de vorm van een pen behoeven te hebben, doch een 35 willekeurig geschikte vorm kunnen vertonen, zoals een blokvorm.
Aangezien de positie van de buitenamtrekrand van de magneetplaat 32 binnen het omhulsel 33 door de afwisseld _ j»____— 8006815 -13- * Li —· "" · aan de onderplaat 36 en de bovenplaat 35 aangebrachte uitsteeksels 42 en 43 wordt beheerst, kan een centrale as 63, wanneer de bovennaaf 19 en de ondernaaf 14 tijdens de scharnierende sluitbeweging van het hulpchassis 5 resp. in de 5 centrale openingen 38 en 39 van het omhulsel 33 worden gevoerd, op juiste wijze in de centrale opening 34 van de mag-neetplaat 32 binnendringen, zoals figuur 4 laat zien. De magneetplaat 32 wordt daarbij in nauwkeurig gekontroleerde positie tussen de beide naven 19 en 14 opgesloten. De posi-10 tioneringsuitsteeksels 42 en 43 steken afwisseld en resp. de onderplaat 36 en de bovenplaat 35 uit, zodat het omtreks-randgedeelte van de magneetplaat 32 niet tussen dergelijke uitsteeksels 42,43 enerzijds en resp. de platen 35 en 36 anderzijds raakt vastgeklemd, zodat hierbij geen problemen 15 optreden.
Wanneer het omhulsel 33 op de in figuur 4 getoonde wijze in de inrichting volgens de uitvinding wordt gevoerd, zullen de magneten 26 en 29 resp. de organen 49 en 48 van ijzer magnetiseren (zie figuur 14), waarbij de bovenplaat 20 35 magnetisch omhoog wordt aangetrokken en de onderplaat 36 magnetisch omlaag' wordt getrokken; dit is het gevolg van het feit dat de organen 48 en 49 resp. op de bovenplaat 35 en de onderplaat 36 zijn aangebracht. Aangezien de organen 48 en 49 lager dan en binnen het buitenoppervlak van resp. de 25 platen 35 en 36 zijn aangebracht, zoals figuur 3 laat zien, komen de kopeihden van de jukken 27 en 30 van de resp. magneten 26 en 29 resp. in aanraking met de buitenoppervlakken . van de onderplaat 36 en de bovenplaat 35, waardoor een kon-stante ruimte in axiale richting tussen de beide platen 35 30 .en 36 en een konstante hoogte voor accommodatie van de magneetplaat 32 binnen het omhulsel 33 wordt verkregen. Een dergelijke constructie biedt tevens het voordeel, dat een eventuele vervorming zoals kromtrekking of scheeftrekking van het omhulsel 33 op effectieve Wijze wordt verhinderd, 35 terwijl de aan een dergelijk omhulsel te stellen·mauwkeurig-heidseisen door een dergelijke maatregel niet worden verhoogd, zodat de vervaardigingskosten gering blijven.
De magneten 26 en 29 behoeven niet de speciale 8006815 -14- U— - vorm en uitvoering volgens de figuren 14 en 15 te hebben, doch kunnen van willekeurig geschikt type met een blootliggend poolstuk zijn, zoals figuur 16 laat zien, waarbij een wikkeling 31 op het buitenoppervlak van een juk 30 van 5 de magneet is gewikkeld, waarna het buitenoppervlak van de desbetreffende wikkeling kan worden bedekt met een laag niet-magnetisch materiaal, zoals een kunststoflaag 64. Wanneer . de diameter d^ van het juk 30 kleiner is dan de diameter d^ van een als orgaan 48 dienend, schuifvormig plaatje, kan 10 het weglekken van magnetische flux worden verhinderd. In plaats van een constructie volgens figuur 13, waarbij het orgaan 48 van ijzer zich onder het buitenoppervlak van het omhulsel 33 bevindt, kan in het juk 30 van de magneet 29 een groef 65 worden toegepast, welke dient voor opname van het .15 orgaan 48, dat dan aan het buitenoppervlak van het omhulsel 33 uitsteekt, zoals figuur 17 laat zien. Het orgaan 48 kan ook rechtstreeks op het buitenoppervlak van het omhulsel 33 worden aangebracht, dat wil zeggen zonder toepassing van een speciale opneemgroef, waarbij het onderste eindgedeelte van 20 het juk 30 in direkte aanraking met het buitenoppervlak van het omhulsel 33 wordt gebracht. Zoals figuur 18 laat zien, kan als magneet 29 een permanente magneet 66 dienen, welke het orgaan 48 magnetiseert via zijn in dat geval uitwendige juk 67.
25 De in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm van een signaalopneem- en/of -weergeefinrichting volgens de uitvinding is uitgerust met magnetische organen 48 en 49 van ijzer, welke zich steeds radiaal binnenwaarts van resp. de opening 46 en de opening 45 bevinden. Ook is echter toe-30 passing mogelijk van steeds drie organen 48 en 49 van magnetisch materiaal, welke op onderling gelijke afstanden langs » de omtrek van de magneetplaat 32 verdeeld zijn aangebracht, zoals figuur 19 laat zien. Een andere toepassing is die van aantrekplaten 68 van ferromagnetisch materiaal, welke worden 35 vastgehecht aan of tijdens de vervaardiging tot één geheel worden verenigd met omtreksgedeelte van de sleufvormige opehingen 46 en 45, zoals de figuren 20 en 21 laten zien; de aantrekplaten 68 komen dan in de plaats van het orgaan 48.
8006815 « -15-
Een dergelijke aantrekplaat 68 kan een konstante afstand tussen de beide omhulselplaten 35 en 36 .'.instandhouden en heeft tevens een verstdijfende werking. Voorts kan bij een dergelijke constructie een betere nauwkeurigheid van de af-5 metingen van de omtreksgedeelte van de openingen 46 en 45 worden verkregen. Ten slotte kan worden opgemerkt, dat de toepassing van een dergelijke aantrekplaat 68 de invloed van magnetische of elektrostatische storingen vermindert.
Ter verkrijging van een konstante ruimte tussen 10 de beide platen 35 en 36 van het omhulsel 33 kunnen in plaats van magnetische middelen, zoals hiervoor beschreven, ook mechanische middelen worden toegepast. Deze kunnen bijvoorbeeld werken met door een solenoide bekrachtigde plurijers 69 en door deze over een hoek verplaatsbare klauwen 70, welke 15 op de hellende vlakken 72 van openingen 71 in de bovenplaat 35 en de onderplaat 36 kunnen inwerken, zoals figuur 22 laat zien. In dat geval kan de cmtreksrand van de openingen 71 worden verdikt door middel van daaromheen gevormde ribben 73, welke een goede aangrijping van de klauwen 70 op de hellende 20 vlakken 72 mogelijk maken, zoals figuur 23 laat zien.
Nadat een omhulsel op de hiervoor beschreven wijze in de inrichting is geplaatst, wordt een motor 18 vol-. gens figuur 3 gestart. De rotatie van de motor 18 wordt overgebracht op de ondernaaf 14, zodat de tussen deze en de 25 bovennaaf 19 vastgehouden magneetplaat 32 met een rotatie-snelheid van bijvoorbeeld 1800 of 3600 omwentelingen per minuut kan worden aangedreven. Daarbij vindt een luchtinstroming in het omhulsel.33 plaats via de centrale openingen 38 en 39; de lucht wordt als gevolg van de biji.de rotatiebeweging 30 van· de magneetplaat 32 optredende, centrifugale meesleur-kracht in radiale richting via de uitlaat 41 uitgedreven.
Dit heeft tot gevolg, dat de magneetplaat 32 een ongestoorde rotatiebewging kan uitvoeren, dat wil zeggen zonder in .-.aanraking te komen met de bovenplaat 35 of de onderplaat 36, 35 daar de tussen de bovenplaat 35 en het daartegenover gelegen bovenoppervlak van de magneetplaat 32 aanwezige luchtlaag en die tussen de onderplaat 36 en het benedenoppervlak van de magneetplaat elkaar in evenwicht houden. Dit effekt wordt 8006815 -16- nog versterkt door een ongehinderd binnendringen van lucht via de schuine vlakken 40, welke door afschuining van de randen van de centrale openingen 38 en 39 van het omhulsel 30 zijn gevormd., (zie figuur 7).
5 Voorts dringt lucht in de omtreksrichting van de magneetplaat 32 tijdens de rotatie daarvan binnen via de sleufvormige magneetkopinvoeropening 45 en de daartegenover gelegen opening 46 van het omhulsel 33. Ter verkrijging van een ongestoord binnendringen van lucht via deze openingen :10 45 en 46 zijn zij aan hun omtreksranden afgeschuind tot hellende vlakken.47, zoals figuur 12 laat zien. De magneetplaat 32 ondergaat geen gedeeltelijke vervorming in axiale richting, aangezien de luchtdrukken boven en onder de plaat gelijk zijn, hetgeen ook geldt ter plaatse van de magneet-15 kopinvöeropening ... 45 en de daartegenover gevormde opening 46.·
De magneetplaat 32 wordt in een ten opzichte van het vlak van magneetkopverplaatsing korrekte positie gehouden door de binnen het omhulsel 33 tijdens rotatie van de 20 magneetplaat 32 optredende luchtdempingslaag. De via de sleufvomige opening 45 in het omhulsel 33 gevoerde magneet-kop 22 verkeert daarbij in aanraking bij hoge snelheid met de magneetplaat voor opname en/of weergave van informatie-signalen. De in de figuren 1-3 weergegeven motor 25 veroor-25 zaakt daarbij een radiale verplaatsing van het blok 23 door middel van de schroefdraadas 24, zodanig, dat de magneetkop 22 de magneetplaat 32 spiraalvormig aftast, waarbij de kop in radiaal buitenwaartse richting van de magneetplaat wordt verplaatst. Dit heeft tot gevolg, dat de aan de buiten-30 zijde van het aanrakingspunt gelegen gedeelte van de magneetplaat 32 optredende centrifugaalkracht afneemt ten opzichte van de aan de binnenzijde van het aanrakingspunt optredende centrifugaalkracht, zodat het buitenomtreksgedeelte van de magneetplaat de neiging gaat vertonen om omhoog te bewegen, 35 zoals figuur 27 laat zien. Zoals reeds is beschreven, be- viriden zich echter aan het binnenoppervlak van de bovenplaat 35 in radiale richting buiten de magneetkopinvoeropening 45 de uitsteeksels 52, welke het buitenrandgedeelte van decmag- 8006815 -17- neetplaat terugdringen. Zelfs bij verplaatsing van de mag-neetkop 22 in radiaal buitenwaartse richting blijft derhalve een geschikte aanrakingsdruk tussen de magneetplaat 32 en de magneetkop 22 behouden. Daarbij kan de magneetkop 22 een ; 5 volledige aftasting van de magneetplaat 32 voor signaalopname en/of signaalweergave uitvoeren.
Zoals in het voorgaande is beschreven, is de inrichting volgens de uitvinding voorzien van vasthoudmiddelen ; om de bovenplaat en de onderplaat van het voor opname van 110 een plaatvormig registratiemedium dienende omhulsel in een voorafbepaalde relatieve positie vast te houden, zodanig, dat de ruimte binnen het omhulsel in axiale richting konstant gehouden wordt, waarbij eventuele vervormingen van het omhulsel zodanig worden tegengegaan, dat een ongehinderde 15 rotatie van een magneetplaat binnen zijn omhulsel mogelijk is. Daarbij.worden aan de uitvoeringsmaatregelen geen eisen van hoge nauwkeurigheid gesteld, zodat een dergelijk omhulsel tegen betrekkelijk lage kosten kan worden vervaardigd.
De uitvinding beperkt zich niet tot de in het 20 voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm als videosignaalopneem- en/of -weergeefinrichting? verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven onderdelen en in hun onderling samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden * 8006815

Claims (18)

1. Informatiesignaalopneem- en/of -weergeef-inrichting voor informatiesignaalopname op, resp. -weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, dat zich binnen een in de inrichting plaatsbaar omhulsel bevindt en daarbinnen 5 kan roteren, waarbij via een opening in het omhulsel een signaaltransducent voor signaalopname en/of signaalweergave in communicatie met het registratiemedium kan worden gebracht, met het kenmerk, dat het omhulsel (33) een bovenplaat (35) en een onderplaat (36) vertoont, welke zijn voorzien van 10 middelen (48,49) om de béide platen in een bepaalde relatieve positie vast te houden, zodanig, dat de binnen het omhulsel aanwezige ruimte in de axiale richting van het plaatvormige registratiemedium (32) althans ten minste nagenoeg konstant gehouden wordt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen enerzijds resp. aan de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) aangebrachte organen (48,49) van ferromagnetisch materiaal en anderzijds een aan de inrichting zelf aangebrachte bovenmagneet (29) en ondermagneet (26) 20 voor resp. de aantrekking van die organen (48,49) omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de organen (48,49) van ferromagnetisch materiaal zijn aangebracht in een uitsparing (50) in resp. de bovenplaat (35) en de onderplaat (36), zodanig, dat de organen 25 (48,49) zich uitsluitend aan de binnenzijde van het buiten oppervlak van hun resp. bijbehorende-plaat (35,36) uitstrékken.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat ten minste één (68) van de organen van 30 ferromagnetisch materiaal zich uitstrekt langs de omtreks-rand van een opening (45) voor invoer van de magneetkop (22).
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen enerzijds resp. aan de 35 bovenplaat (35) en de onderplaat (36) aangebrachte aangrijp-organen (72) en anderzijds aan de inrichting zelf aangebrachte aangrijporganen (70) voor resp. samenwerking met de 8006815 -19- u-- eerstgenoemde aangrijporganen (72) omvatten.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) van het omhulsel (33) êën geheel vormen met een af standhouder 5 (44), welke in samenwerking met de vasthoudmiddelen (2,3,4? 6,7,8) een vervorming van een door die vasthoudmiddelen vastgehouden omhulsel (33) verhinderen.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenplaat (35) of de onderplaat (36) van 10 het omhulsel (33) een met de voor invoering van de magneet-kop (22) dienende opening (45) in de onderplaat (36) of de bovenplaat (35) ge-alligneerde opening (46) vertoont.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de randoppervlakken van de voor invoer van de 15 magneetkop (22) dienende opening (45) en van de daarmede gealligneerde opening (46) in de andere plaat volgens schuine vlakken (47) verlopen.
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de andere (36,35) dan de van een opening 20 (45) voor doorvoer van de magneetkop (22) voorziene plaat (35,36) een uitsteeksel (52) is gevormd voor aandrukking van hèt omtreksgedeelte van een plaatvormig registratiemedium (32), zodanig, dat deze in aanraking met de magneetkop (22) wordt gehouden.
10. inrichting volgens conclusie 1 of 8, met het kenmerk, dat de omtreksgedeelten van de voor invoer van ëën of meer voor aandrijving in rotatie van een registratiemedium (32) dienende naven bestemde openingen (39,38) in het omhulsel (33) zodanig zijn gevormd, dat zij volgens 30 schuine vlakken (40) verlopen.
11. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een aantal in radiale richting buiten en rondom de buitenomtrek van het magnetische registratiemedium (32) aan de bovenplaat (35) van het omhulsel (33) aangebrachte, 35 daarmede één geheel vormende en zich tot aan het binnenopper-vlak van de onderplaat (36) uitstrekkende uitsteeksels (43) en voorts door een aantal aan de onderplaat (36) van het omhulsel (33) aangebrachte, daarmede één geheel vormende 8 00 6 8 1 5 1—»* - -20- en zich steeds tussen twee dergelijke uitsteeksels (43) tot aan het binnenoppervlak van de bovenplaat (35) uitstrekkende uitsteeksels (42), welke elkaar afwisselende uitsteeksels (43,42) de positie van een plaatvormig registratiemedium 5 (32) in radiale richting binnen het omhulsel (33) beheersen.
12. Omhulsel voor opname van een plaatvormig registratiemedium voor informatiesignaalopname en/of -weergave door middel van een inrichting volgens één of meer der voorafgaande conclusies, welk registratiemedium binnen het 10 omhulsel kan roteren onder communidatie met een via een opening in het omhulsel ingevoerde signaaltransducent, met het kenmerk, dat het omhulsel (33) een bovenplaat (35) en een onderplaat (36) vertoont, welke zijn voorzien van middelen (48^49) om de beide platen in een bepaalde relatieve 15 positie te houden, zodanig, dat de binnen het omhulsel aanwezige ruimte in de axiale richting van het plaatvormige registratiemedium (32) althans ten minste nagenoeg konstant gehouden wordt.
13. Omhulsel volgens conclusie 12, met het 20 kenmerk, dat de vasthoudmiddelen enerzijds resp. aan de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) aangebrachte organen (48>#ι 49) van ferromagnetisch materiaal en anderzijds een aan de inrichting zelf aangebrachte bovenmagneet (29) en ondermag-neet (26) voor resp. de aantrekking van die organen (48,49) 25 omvatten.
14. Omhulsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de :organen (48,49) van ferromagnetisch materiaal zijn aangebracht in een uitsparing (50) in resp. de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) , zodanig, dat de 30 organen (48,49) zich uitsluitend aan de binnenzijde van het buitenoppervlak van hun resp. bijbehorende plaat (35,36) uitstrekken.
15. Omhulsel volgens conclusie 13 of 14, met * , t het kenmerk, dat £eh minste- (68) van*de organen van. 35 ferromagnetisch materiaal zich uitstrekt langs de omtreks-rand van een opening (45) voor invoer van de magneetkop (22).
16. Omhulsel volgens conclusie 12, met het 8006815 -21- kenmerk, dat de vasthoudmiddelen ener~zijds resp. aan de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) aangebrachte aangrijp-organen (72) en anderzijds aan de inrichting zelf aangebrachte aangrijporganen (70) voor resp. samenwerking met de 5 eerstgenoemde aangrijporganen (72) omvatten.
17. Omhulsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bovenplaat (35) en de onderplaat (36) van het omhulsel (33) één geheel vormen met een afstandhouder (44)., welke in samenwerking met de vasthoudmiddelen (2,3,4; 10 6,7,8) een vervorming van een door die vasthoudmiddelen vastgehouden omhulsel (33) verhinderen.
18. Omhulsel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de bovenplaat (35) of de onderplaat (36) van het omhulsel' (33) een met de voor invoering van de magneet- 15 kop (22) dienende opening (45) in de onderplaat (36) of de bovenplaat (35) ge-alligneerde opening (46) vertoont. 8006815
NL8006815A 1979-12-29 1980-12-16 Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. - weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium. NL8006815A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP17174779 1979-12-29
JP17174779A JPS5698759A (en) 1979-12-29 1979-12-29 Recording and reproducing device

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006815A true NL8006815A (nl) 1981-08-03

Family

ID=15928932

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006815A NL8006815A (nl) 1979-12-29 1980-12-16 Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. - weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4409630A (nl)
JP (1) JPS5698759A (nl)
AT (1) AT372800B (nl)
CA (1) CA1152641A (nl)
DE (1) DE3048778A1 (nl)
FR (1) FR2472811B1 (nl)
GB (1) GB2067000B (nl)
NL (1) NL8006815A (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1981001907A1 (en) * 1980-08-05 1981-07-09 Budapesti Radiotechnikai Gyar Indicator device for cassettes loaded with magnetical information carrier
JPS6343643Y2 (nl) * 1980-12-16 1988-11-14
JPS606946Y2 (ja) * 1981-11-25 1985-03-07 ソニー株式会社 磁気デイスク装置
JPS58108076A (ja) * 1981-12-21 1983-06-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd カ−トリツジ支持装置
JPS58133674A (ja) * 1982-01-28 1983-08-09 インタ−ナショナル ビジネス マシ−ンズ コ−ポレ−ション 可撓性磁気デイスク組立体
BE892073A (fr) * 1982-02-09 1982-05-27 Staar Sa Dispositif de maintien d'un verrou magnetique pour tourne disque
JPS58170063U (ja) * 1982-05-10 1983-11-12 東芝テック株式会社 フロツピイデイスク
JPS593762A (ja) * 1982-06-29 1984-01-10 Canon Electronics Inc 磁気デイスク装置
US4477894A (en) * 1982-08-10 1984-10-16 Rca Corporation Protective cartridge for disc record
JPS6012871U (ja) * 1983-06-30 1985-01-28 株式会社三協精機製作所 磁気デイスクカ−トリツジ
US4807069A (en) * 1983-08-10 1989-02-21 Canon Kabushiki Kaisha Apparatus using disc-shaped record bearing medium
JPH0614424B2 (ja) * 1983-08-10 1994-02-23 キヤノン株式会社 記録担体装填装置
JPS6093677A (ja) * 1983-10-27 1985-05-25 Canon Inc 記録又は再生装置
DE3505339A1 (de) * 1984-02-17 1985-08-29 Pioneer Electronic Corp., Tokio/Tokyo Wechselmechanismus
US4658317A (en) * 1984-08-07 1987-04-14 Lievsay Jr Claude Flexible magnetic disk write protect device
DE3436520A1 (de) * 1984-10-05 1986-05-07 Alfred 8500 Nürnberg Pongratz Sicherung gegen unbeabsichtigtes loeschen von disketten
JPS61105983U (nl) * 1984-12-17 1986-07-05
US4620247A (en) * 1985-06-04 1986-10-28 Plicon Corporation Diskette spring and diskette
DE8516550U1 (de) * 1985-06-07 1985-08-08 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Schutzhülle
USRE33961E (en) * 1985-06-11 1992-06-16 Shape Inc. Write/protect tab assembly for a floppy disc jacket and method for assembling same
US4685017A (en) * 1985-06-11 1987-08-04 Shape Inc. Write/protect tab assembly for a floppy disc jacket and method for assembling same
US4660105A (en) * 1985-11-19 1987-04-21 Eastman Kodak Company Cassette recording or non-recording indicating mechanism
US4743989A (en) * 1986-04-21 1988-05-10 Iomega Corporation Plural magnetic disk assembly
US5184255A (en) * 1987-01-16 1993-02-02 Shape Inc. Video tape cassette with a reusable recording enable/disable slide tab
US4816954A (en) * 1987-08-07 1989-03-28 Woods Marquis A Blocking switch for computer diskettes
US4941066A (en) * 1988-05-11 1990-07-10 Shape Inc. Injection molded center core for a recording disc and related method of manufacture

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2330819A1 (de) * 1972-06-27 1974-01-17 Arvin Ind Inc Magnetplattengeraet und kassette
DE2257946C3 (de) * 1972-11-25 1981-07-23 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Behälter für einen scheibenförmigen Aufzeichnungsträger und ein Antriebsgerät zu seiner Verwendung
JPS5227222B2 (nl) * 1972-11-27 1977-07-19
US3951264A (en) * 1974-10-29 1976-04-20 Dynastor, Inc. Flexible disc cartridge
NL177861C (nl) * 1974-11-22 1985-12-02 Philips Nv Uitwisselbaar geheugenelement met een geheugenschijf, alsmede aandrijfinrichting hiervoor.
JPS5227222U (nl) * 1975-08-19 1977-02-25
GB1525849A (en) * 1977-06-29 1978-09-20 Ibm Record disc cartridge
US4138703A (en) * 1977-08-02 1979-02-06 Rca Corporation Video disc package
DE2828266A1 (de) * 1978-06-28 1980-01-03 Licentia Gmbh Speicher fuer elektrische signale, insbesondere bild- oder schallplatte
US4185313A (en) * 1978-09-25 1980-01-22 Magnetic Peripherals Inc. Disc memory module dust shield
US4274119A (en) * 1978-12-26 1981-06-16 Discovision Associates Recording disk cover and player apparatus for removing cover
US4272793A (en) * 1979-06-04 1981-06-09 Texas Instruments Incorporated System and method for positioning a magnetic head transducer on a flexible storage media

Also Published As

Publication number Publication date
GB2067000A (en) 1981-07-15
FR2472811B1 (fr) 1985-09-27
JPS5698759A (en) 1981-08-08
CA1152641A (en) 1983-08-23
GB2067000B (en) 1984-04-18
DE3048778A1 (de) 1981-08-27
US4409630A (en) 1983-10-11
AT372800B (de) 1983-11-10
ATA621780A (de) 1983-03-15
FR2472811A1 (fr) 1981-07-03
JPS6248304B2 (nl) 1987-10-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8006815A (nl) Informatiesignaalopneem- en/of -weergeefinrichting voor informatiesignaalopname op, resp. - weergave uit, een plaatvormig registratiemedium, en omhulsel voor een dergelijk plaatvormig registratiemedium.
US4466032A (en) Flexible disc recording and/or reproducing apparatus
NL194176C (nl) Cassette met buigzame magneetschijf en opneem- en/of weergeefinrichting daarvoor.
KR880001211Y1 (ko) 자기 디스크 카트릿지
DK155390B (da) Boejelig magnetpladekassette med en boejelig magnetplade
US4459628A (en) Disk cartridge
US4796140A (en) Removable disk construction
NL8103816A (nl) Cassette met buigzame magneetschijf.
EP0142411A1 (en) Disc cartridge
NL8202480A (nl) Patroon met registratieschijf.
JPH0127504B2 (nl)
US4002826A (en) Playback apparatus, in particular, video player, for playing round records provided with information tracks
US3898814A (en) Mechanism for clamping and driving a flexible disc
IE53208B1 (en) Magnetic disc assemblies
US5103358A (en) Disk drive unit having a turntable with a projection to assure proper disk mounting
EP0216708A2 (en) Disk cartridge
NL8700703A (nl) Draaitafelinrichting voor een informatieplaat.
EP0920012B1 (en) Magnetic disk cartridge
KR830000824B1 (ko) 자기테이프 카세트
KR910000693B1 (ko) 정보기억매체
JPS58155585A (ja) デイスククランプ装置
JP2615563B2 (ja) 磁気記録再生装置
US4864442A (en) Magnetic read/write apparatus
JPS6025728Y2 (ja) 記録再生装置
KR850000035B1 (ko) 기록 재생장치

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed