NL8003255A - Textielmateriaal met holten waardoor het mogelijk is grond te consolideren en te draineren, voor publieke of andere werken. - Google Patents

Description

* ? - 1 -

Textielmateriaal met holten waardoor het mogelijk is grond te consolideren en te draineren,, voor publieke of andere werken.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op inrichtingen, waardoor het mogelijk is de consolidatie en de drainage van grond aan het oppervlak en in de diepte te verzekeren met behulp van doorlaatbare textielmaterialen.

5 Ten einde de ontwatering van grond door inwendige drainage te verkrijgen of om de lange levensduur van bestaande draineringen te verzekeren door hub dichting te vermijden, bestaan continue kleden van al of niet geweven, onbederfbare textielvezels die worden gebruikt door te 10 ontwateren gebieden te bedekken. Dergelijke kleden, die goede elementen vormen voor drainage en voor filtrering evenals in bepaalde gevallen voor verdeling van de belastingen, vormen met de grondlagen, waar zij zijn geplaatst, een heterogeen geheel dat niet altijd tussen lagen een 15 voldoend wrijvingscoefficiënt vertoont om iedere verplaatsing van een grondlaag ten opzichte van de andere grondlaag te voorkomen. Verder lenen dergelijke kleden zich in het algemeen slechts tot een horizontale plaatsing of volgens betrekkelijk geringe hellingen, daar zij geen 20 enkel natuurlijk verankeringsmiddel bezitten. Tenslotte, welke hun situatie ook is, moeten zij altijd worden bedekt met een vormmateriaal, want zij dragen uit zichzelf niet bij tot de soliditeit van het werk. Het met hun gebruik beoogde doel is inderdaad slechts het behoud van het werk, 25 niet door een mechanische consolidatie van zijn constructie maar door een betere verdeling van de belastingen enerzijds en door een drainering anderzijds, terwijl deze beide resultaten samen bijdragen om het genoemde werk te beschermen zonder het eigenlijk te hebben geconsolideerd.

30 De inrichting volgens de onderhavige uitvinding maakt het mogelijk dezelfde voordelen uit het oogpunt van drainering van de grond te waarborgen, maar bovendien heeft hij het zeer belangrijke voordeel uit zichzelf bij te dragen tot de effectieve en doeltreffende consolidatie van de grond, 35 hetzij hij op het oppervlak daarvan is aangebracht zonder zelfs bedekt te zijn door een vorm, hetzij dat hij in de 800 32 55 ί ο - 2 - grond zelf is gebracht en dan leidt tot draineringen of zelf functioneert als drainering. De inrichting volgens de uitvinding biedt bovendien het voordeel van een zeer gemakkelijke vervaardiging. Terwijl de kleden van 5 tegenwoordig gebruikte textielvezels in publieke werken worden vervaardigd op zeer grote breedten (van de orde van grootte van 5 meter), wat een zeer aanzienlijk ver-vaardigingsmaterieel nodig maakt, vertoont de inrichting volgens de onderhavige aanvrage zich daarentegen op het 10 niveau van de vervaardiging onder de vorm van banden van al of niet geweven, onbederfbare textielvezels van kleine breedte, onderling ingericht zoals hieronder zal worden aangegeven zodanig dat raatvormige kleden worden gevormd met een hoogte gelijk aan de breedte van de genoemde 15 banden, wat een zeer bescheiden vervaardigingsuitrusting vereist.

Volgens de uitvinding zijn deze al of niet geweven banden van textielvezels ingericht in de vorm van kleden verdeeld in raatvormige vakken, waarbij de diepte van 20 elke holte gelijk is aan de breedte van de gebruikte banden.

De vervaardiging van de aldus aangewende raatvormige kleden wordt gemakkelijk verkregen door iedere band achtereenvolgens evenwijdig aan de voorafgaande band(en) te 25 plaatsen en iedere band met de onmiddellijk aangrenzende band te verenigen door een willekeurig middel, niet over het gehele oppervlak daarvan, maar op punten op gelijke afstand en afwisselend van de ene band tot de andere.

De verbindingsorganen van de banden met elkaar zijn, 30 zoals gezegd, talrijk. Dat kan inderdaad worden verkregen door naaien, door klinkwerk, door haken of door lijmen, waarbij de lijm op de breedte van de voorafgaande band is aangebracht in punten op gelijke afstand van elkaar en de. volgende band wordt aangebracht op deze zo op plaat-35 sen bestreken band, waarbij de kleefstof opnieuw op de nieuwe band ^aangebracht op punten op gelijke afstand van elkaar en afwisselend ten opzichte van de voorafgaande band. Dat kan worden verkregen door. .thermisch lassen met behulp van elk geschikt apparaat of ook door het plaatsen 40 op afwisselende wijze van ruiters van metaal of kunststof, 80 0 3 2 55 - 3 - die twee aangrenzende banden vastzetten in punten op gelijke afstand van elkaar en afgewisseld.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening/ waarin bij wijze van voorbeeld 5 een uitvoeringsvorm van het voorwerp volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht van een gedeelte van het voorwerp van de uitvinding verkregen door naaien/ plakken of lassen.

10 Fig. 2 is een schematisch aanzicht door een gedeelte van hetzelfde voorwerp verkregen door het plaatsen van ruiters.

Fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van een dergelijke ruiter.

15 Fig. 4 is een schematisch aanzicht van hetzelfde voorwerp gereed om te worden geplaatst.

Big. 5 is een schematische doorsnede, die gelijktijdig en op niet beperkende wijze enige van de voornaamste toepassingen van het voorwerp van de onderhavige uitvinding 20 weergeeft op het gebied van bijv. publieke werken.

De figuren 6a. en 6b zijn schematische aanzichten van een vervaardigingswijze gegeven in (a) en van het op deze wijze verkregen produkt gegeven in (b) , dat de vorm van een vierhoek toont.

25 De figuren 7a en 7b zijn schematische aanzichten van een andere vervaardigingswijze gegeven in (a) en van het verkregen produkt gegeven in (b), dat een hexagonale vorm toont.

Zoals weergegeven in fig. 1, is de inrichting gevormd 30 van betrekkelijk dichte, al of niet geweven textielbanden 1, die op elkaar zijn aangebracht en onderling verbonden door punten op gelijke afstanden 2 afgewisseld van band tot band, verenigd met behulp van lijm, lassen, steken, haken of dergelijk verbindingsmiddel. Deze verbinding kan 35 ook worden verkregen (fig. 2) met behulp van ruiters '3' (fig. 3) geplaatst op ieder van de verbindingspunten 4.

Deze ruiters worden gevormd bij voorkeur door een cilinder van roestvrij metaal of kunststof, gespleten in zijn midden zodanig dat gelijktijdig twee dikten van banden worden 40 omvat. Het vrije einde van êen van de lippen, dat op deze 800 32 55 - 4 - wijze wordt verkregen, neemt de vorm aan van een haakje 5, dat gekeerd is naar het inwendige van de spleet en waarvan het vishaakvormige einde steunt tegen de tegenoverliggende lip, die zelf een ingangshelling 6 toont. Deze ruiter zal 5 zo gemakkelijk schrijlings worden geplaatst op twee naast elkaar liggende banden, die in de spleet 7 zullen worden gevoerd. De ruiter zal in deze stand worden vastgezet door de haak 5, die door indringing in het textiel weerstand zal bieden aan zijn verwijdering.

10 In elk van deze gevallen zal het aldus verkregen raat vormige kleed na ontplooing vierzijdige cellen vertonen.

Er kan ook in worden voorzien, dat de banden met elkaar worden verbonden door wederzijdse indringing van de vezels van êén band in de aangrenzende andere band, onverschillig 15 of het gaat om geweven of niet-geweven banden. Deze verbindingswijze is weergegeven door fig. 7a. In een dergelijk geval vertonen de aldus gevormde raatvormige holten van het kleed een hexagonale vorm, die min of meer gelijkt op de regelmatige zeshoek, volgens de lengte van deze tussenver-20 binding (fig. 7b).

Dergelijke kleden filtreren en draineren dus natuurlijk, omdat zij immers worden gevormd door al of niet geweven textielvezels. Maar vooral daar zij onderling zijn verbonden waarbij ieder zich als veld vertoont, hebben deze kleden 25 raatvormige holten, waarvan de hoogte afhangt van de breedte van de gebruikte band, wat het mogelijk maakt betrekkelijk diepe holten aan te brengen die door de stijfheid, die men daaraan kan geven, deze filtrerende inrichting de mogelijkheid kunnen verschaffen de grond te consolideren, waar zij 30 zijn toegepast, zonder dat het nodig is dat deze inrichting van zichzelf stijf is.

Het geheel van de aldus verkregen open holten kan worden voorzien van verschillend materiaal zoals zand, grind, kalkachtige of kleiachtige grond, en kan hydraulische of bitu-35 mineuze bindmiddelen bevatten, wat het voordeel heeft op deze wijze met'een grote gemakkelijkheid van verwerking en met materialen, die geen enkele eigen cohesie kunnen vertonen, vastgezette oppervlakken te vormen, die zelf zich kunnen verzetten tegen het kruipen onder de drukken, die 40 zij ontvangen door de vastzetting van de materialen, die 800 32 55 - 5 - zich in het aldus gevormde net bevinden, en ondanks de eigenschappen van drainering en filtrering, die op het niveau van de membranen worden gehandhaafd.

Dergelijke eigenschappen maken zeer talrijke nieuwe 5 gebruikswijzen mogelijk in de meest verschillende situaties, die gaan tot vertikale plaatsing. Sommige van deze verschillende mogelijkheden worden op niet beperkende wijze beschreven met betrekking tot fig. 5.

Men ziet in fig. 5 in de stand 9 een in vakken ver-10 deeld kleed volgens de uitvinding gebruikt om de vastzetting van een talud te verzekeren waarop het is geplaatst terwijl het is voorzien van een willekeurig materiaal, dat het zand kan zijn dat de talud zelf vormt.

De in vakken verdeelde kleden verzetten zich op doel-15 matige wijze tegen de erosie van de wind of van druipend of stromend water. Bovendien hebben zij het voordeel, dat de continue textielkleden niet hebben, dat zij intercellulaire ontkieming mogelijk maken zoals weergegeven, wat bijdraagt tot het nog meer vastzetten van de taluds of 20 van de duinen waarop deze kleden eenvoudig op hun oppervlak zijn aangebracht.

Het vastzetten van de materialen, die zich bevinden in deze in vakken verdeelde kleden, is zodanig dat zij weerstand biedt aan het kruipen van het zand onder.de druk, 25 die vertikaal op deze kleden kan worden uitgeoefend, wat het mogelijk maakt ze als een laag voor wegenbouw op zand te plaatsen (wat in 10 is weergegeven) en toestaat een vorm van weg te steunen, die op deze wijze natuurlijk zal worden gestabiliseerd, waarbij de eigenschappen van drai-30 nering van de inrichting het permanente wegvloeien van infiltratiewater van de weg zal verzekeren.

De eigenschappen van filtrering en van drainering van deze in vakken verdeelde kleden zijn in het bijzonder weergegeven bij 11, waar zij vertikaal in de uitgegraven grond 35 worden gebruikt, waarbij elk van de kleden zelf is voorzien van zand. Zij kunnen aldus leiden tot onderafwatering door wegvloeiing 12.

Deze zelfde eigenschap van drainering maakt het hun mogelijk te worden gebruikt voor het draineren van water 40 achter een keermeer (geval 13), waarbij het infiltratiewater 800 32 55 - 6 - van de boven talud wordt geleid naar een afvoerkanaal, dat is gelegen aan de basis, van de muur aan de binnen- of buitenzijde daarvan.

Hun eigenschappen, van drainering en van versterking 5 worden gelijktijdig gebruikt in het geval .14, waar deze kleden met een zeer geringe helling naar de voorzijde van het talud zijn aangebracht voor de versterking daarvan, die wordt gevormd door opeenvolgende lagen aarde geplaatst op in vakken verdeelde ingelaste kleden, die bij voorkeur 10 zijn voorzien van zand.

Tenslotte toont deze inrichting ook de mogelijkheid van oppervl&ktevastzetting, die wordt gebruikt om snel vloeren met goten of afvoerkanalen te vormen (geval 15), waarbij de holten van de inrichting zijn voorzien van een 15 hydraulisch of bitumineus mortel, waarvan de aanbrenging sterk wordt vergemakkelijkt door de mechanische vastzetting die onmiddellijk wordt verkregen door de aanwezigheid van het net dat wordt gevormd door de raatvormige holten. Een dergelijke vloer biedt op zeer doelmatige 20 wijze weerstand tegen de erosie door de bewapening die wordt verkregen door dit netwerk en kan worden voorzien indien nodig van een zorgvuldig afgewerkte, ondoordringbare bepleistering aan het oppervlak.

Op dezelfde wijze kan deze inrichting worden gebruikt 25 voor het vormen van bekledingen van wegen of trottoirs, waarvan de bepleistering aan het oppervlak zodanig doorlaatbaar zal zijn dat het permanente wegstromen zal worden verzekerd van regenwater door de genoemde bepleistering heen, vervolgens gedraineerd door het onderliggende net-30 werk.

Het zal duidelijk zijn, dat de omvang van de uitvinding niet is beperkt tot de uitvoeringsvorm(enj, die daarvan zijn beschreven; iedere als gelijkwaardig beschouwde variant kan de strekking ervan niet wijzigen.

35 Opgemerkt wordt bijv. dat in het merendeel van de over wogen toepassingen de al of niet geweven gebruikte textiel-vezels zonder sterksel worden toegepast, wat aan de band en dus aan het kleed een volledige buigzaamheid laat. Maar voor bepaalde toepassingen, in hoofdzaak wanneer de kleden 40 vertikaal worden gebruikt, kunnen de textielvezels worden 800 3 2 55 - 7 - bestreken met een fijne laag synthetisch, hard of een dergelijk produkt zodanig, dat na een adequate thermische behandeling toegepast wanneer het kleed raatvormig is ontwikkeld, een adhesie tussen de vezels, die de banden vor-5 men, mogelijk is wat deze vezels en dus het kleed zelf volledig stijf maakt terwijl de holten tussen de vezels worden behouden, waardoor de draineereigenschap wordt gehandhaafd. De aldus gevormde kleden kunnen vertikaal worden gebruikt zonder intercellulaire materialen. Dit 10 is het geval dat mogelijk is bij het gebruik 13 voor het draineren van een keermuur.

De onderhavige uitvinding kan worden gebruikt voor iedere constructie, waarbij het consolideren of het vastzetten van terreinen evenals hun ontwatering door drai-15 nering nodig zijn, in hoofdzaak in openbare, maritieme of landbouwkundige werken.

-Conclusies- 800 32 55

Claims (8)

1. Inrichting bestemd voor het geschikt maken van de grond voor het consolideren en draineren daarvan, met het kenmerk, dat hij wordt gevormd door een netwerk van aan beide zijden open aangrenzende holten, waar-5 van de wanden doordringbaar en continu zijn en aan de binnenzijden waarvan een willekeurig, zelfs heterogeen materiaal kan worden geplaatst, waarvan alleen al de aanwezigheid de stijfheid van het systeem evenals de vastzetting daarvan ten opzichte van de onderste en bovenste 10 aangrenzende aardlagen en ook de verdeling van de belasting verzekert, die de genoemde inrichting kan dragen en overbrengen op het horizontale vlak zonder het kruipen van de aangrenzende lagen te veroorzaken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het netwerk van open aangrenzende holten, waarvan de wanden doorlaatbaar en continu zijn, wordt gevormd door banden van al of niet geweven, onbederfbare textielvezels, die met de platte zijden tegen elkaar zijn 20 geplaatst in de richting van hun lengte, waarbij iedere band wordt verenigd met de onmiddellijk aangrenzende band door een willekeurig verbindingsmiddel in punten op regelmatige afstanden van elkaar in de richting van de lengte en op afwisselende wijze ten opzichte van de voorafgaande 25 band, zodat hij ontwikkeld dankzij een kracht, die loodrecht wordt uitgeoefend op het vlak van de zijbanden, een in vakken verdeeld kleed met raatvormige polygonale holten vormt, waarbij de diepte van de holten gelijk is aan de hoogte van de gebruikte textielbanden. 30

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de al of niet geweven, onbederfbare textielbanden, die de inrichting vormen, onderling rechtstreeks zijn verbonden in punten op regelmatige afstanden 35 van elkaar en afwisselend ten opzichte van de punten van de voorafgaande band door een naad of een ander equivalent middel: lijm, haken, klinkwerk, thermisch of ander lassen, waarbij de genoemde inrichting dan na ontplooiing van het 800 32 55 _ - 9 - aldus gevormde/ in vakken verdeelde kleed een netwerk met vierhoekige holten vormt.

4. Inrichting volgens concnlusie. 2, m e t het kenmerk, dat de al of niet geweven onbederfbare tax-5 tielbanden, die de inrichting vormen/ met elkaar zijn verbonden in punten op regelmatige afstand van elkaar en afwisselend ten opzichte van de punten van de voorafgaande band door ruiters van roestvrij metaal of van kunststof, die in staat zijn gelijktijdig over hun gehele hoogten 10 twee naast elkaar geplaatste banden te klemmen in hun verenigingspunt, waarbij de genoemde inrichting dan na ontplooiing van het aldus gevormde, in vakken verdeelde kleed een netwerk met vierhoekige holten vormt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de ruiters bestemd om twee naast elkaar geplaatste banden met elkaar te verbinden over hun gehele hoogte in punten op regelmatige afstanden van elkaar, een klem is van roestvrij metaal of van elastische kunst-20 stof, gevormd door een deel dat gespleten is over de gehele hoogte van de genoemde band en aan êên van zijn vrije einden een haakje omvat, dat gericht is naar het andere vrije einde en daartegen zodanig steunt dat ongewilde terugtrekking van de genoemde klem wordt verhinderd, waarvan het 25 haakje zich zal vastklampen op de wijze van een vishaak in de gevangen vezels van de banden.

6. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de al of niet geweven, onbederfbare 30 textielbanden, die de inrichting vormen, met elkaar zijn verbonden in punten op regelmatige afstand van elkaar en afwisselend ten opzichte van de punten van de voorafgaande band door vezels van ieder van de twee angrenzende banden, die in elkaar dringen en in de tegenover gelegen 35 band zodanig dringen dat in ieder van deze punten een al of niet geweven membraan wordt gevormd, die twee aan elkaar grenzende banden verbindt, waarbij de genoemde inrichting dan na ontplooiing van het aldus gevormde, in vakken verdeelde kleed een netwerk met hexagonale holten « 800 3 2 55 - 10 - vormt, dat al of niet regelmatige zeshoeken vormt, volgens de lengte, van de genoemde aldus gevormde doorlaatbare tus-senmembranen.

7. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat de onbederfbare textiel- vezels, die de banden vormen bestemd voor het vervaardigen van de genoemde in vakken verdeelde kleden, zijn bestreken met een fijne laag van materiaal, dat smeltbaar is bij een temperatuur hoger dan de omgevingstemperatuur en lager 10 dan de temperatuur die in staat is de vezel zelf te veranderen, waarbij de aldus gevormde banden textielvezels stijf worden gemaakt na de vorming van het in vakken verdeelde kleed door een eenvoudige tijdelijke verwarming tot de passende temperatuur die de vezels aan elkaar laat hechten 15 zonder de tussenruimten te verstoppen, die de doorlaatbaarheid van de banden in stand houden.

8. Inrichting volgens êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aldus gevormde, in 20 vakken verdeelde kleden in hun holten de al of niet heterogene, meest verschillende materialen opnemen, zoals aarde, zand, grint, hydraulische of bitumineuze mortel, die de wanden van het netwerk vastzetten, dat deze materialen bevat, terwijl dat de delen grond vastzet, welke ook hun 25 uiterlijke vorm is, waarop het genoemde netwerk wordt ge plaatst of waartussen het wordt geleid, waarbij de genoemde inrichting de belasting verdeelt, de aarde vastzet en in alle standen het wegvoeren door drainering van regenwater waarborgt. 30 800 32 55