NL8002489A

NL8002489A - Diagnostische monster verzamelaar.

Info

Publication number: NL8002489A
Application number: NL8002489A
Authority: NL
Original assignee: Trans Med Corp
Priority date: 1979-05-03
Filing date: 1980-04-29
Publication date: 1980-11-05
Also published as: ZA802631B; MX149363A; BE883116A; JPH01133906U; GB2050172B; IL60004A; FR2455450B1; AU4538485A; SE8003323L; IT8021796A0; US4320770A; ES491144A0; AU531923B2; GB2124497B; JPS565666A; ES8103960A1; CH649700A5; BR8002714A; GB2124497A; LU82417A1

Description

♦ . «*:

Diagnostische monster verzamelaar

Ds uitvinding heeft betrekking op een medisch diagnostisch apparaat en meer in het bijzonder op het gebied, waar vloeibare monsters worden verzameld voor nadere analyse in een laboratorium.

Het nemen van vloeibare monsters voor laboratorium analyse is 5 een belangrijk diagnostisch hulpmiddel bij ds behandeling van medischs ziekten en aandoeningen.Het is natuurlijk duidelijk, dat monsters zoveel mogelijk vrij moeten zijn van eventueel mcgelijke secundaire verontreiniging, of deze nu uit-het gebied komt waaruit het monster wordt genomen, of uit de heersende omstandigheden buiten de patiënt, 10 waardoorheen de monstsrverzarnelaar moet worden bewogen,Hét is gebruikelijk, dat vloeibare monsters van een patiënt worden afgenomen met een injectiespuit, waarop in het algemeen een hypodermische naald is bevestigd cm in de patient door te dringen.Het is dikwijls nodig cm het getrokken monster in een monsterconserverend middel, reagens of 15 kweekmedium te brengen cm groei van het monster, identificatie van het menster tot stand te brengen of am de waarden van het verzamelde monster. constant en bruikbaar te houden voor latere laboratorium behandelingen.Het is in het algemeen niet gewenst cm het monster agens, rea-^ gens cf kweek medium, en'evenmin een monster waaraan één van deze 20 media is toegeveegd, in een patient te brengen, waarbij het gaat cm toxiciteit.Kionsters kunnen bestaan uit lichaamsvloeistoffen, zoals bloed en urine, cf anders v/eefselvloeistoffen, of ze kunnen anaerobe monsters zijn, die verzameld zijn uit verschillende organen in het lichaam, of ze kunnen bestaan uit water of andere niet tot het lichaam 25 behorende vloeistoffen.

In vele inrichtingen was de praktijk om een kurk of stco aan ts brengen over het uiteinde van de naald, nadat deze uit de patient is teruggetrokken, teneinde het verzamelde monster af te sluiten en te beschermen, waarna de injectiespuit naar het laboratorium wordt ge-30 bracht.In andere omstandigheden wordt het met de injectiespuit verzamelde monster door een rubber stop in een overigens afgesloten flacon of buis geinjeGteerd.Deze flacons cf buizen bevatten dikwijls een monster agens en warden dan naar het laboratorium gestuurd.

Soms wordt een monster uit de injectiespuit gebracht in een buis 35 .die een monster conserverend middel bevat, en deze buis wordt dan af-gesloten en naar het laboratorium gebracht, waarbij het afsluiten en \ conserveren van het monster van het eerste belang is voor het handha-* ven van de bruikbaarheid van het monster en zijn kwantitatieve waarden.

800 24 89 Λ - 2 -

Bij pogingen cm de bruikbaarheid van het monster te verhogen en secundaire verontreiniging verder terug te dringen is een op vacuum werkend systeem ontwikkeld voor het trekken van vloeibare monsters.

Het systeem bestaat uit een fles, die dikwijls een monster conserve-5 rend cf kweek medium bevat, die luchtledig is getrokken en daarna is afgedicht met een rubber diafragma cm de negatieve druk in de fles te handhaven,Voor het gebruik van een dergelijk apparaat wordt een speciale hypodermische naald toegepast die beschouwd kan werden als een naald met twee uiteinden.Eén van de uiteinden wordt in de patiënt ge-10 steken en het andere uiteinde van de naald wordt dan door het rubber diafragma gestoken.De negatieve druk in de fles trekt automatisch vloeistof in de fles,Het trekken is plotseling en niet regelbaar en er zijn gevallen bekend waarbij aders dichtsloegen·.Ock kan het vacuum in de fles minder zijn dan nodig is voor het onttrekken van de gevvens-15 te hoeveelheid vloeistof.Omdat het inwendige volume van dergelijke flessen niet variabel geregeld kan worden, worden dergelijke flessen ' verkrijgbaar gesteld in vele inhoudsmaten, zoals met een inhoud van 3 5, 7, 10, 15 en 20 cm , waardoor het noodzakelijk is cm vele maten van de flessen in voerraad te hebben cm aan wisselende vereisten tega-20 moet te komen.Veel van dergelijke flessen worden in een niet-steriele toestand verhecht en derhalve moeten de inrichtingen die ze gebruiken deze eerst steriliseren of het risico nemen van een verontreinigde kweek.Gebleken is, dat in vele gevallen door steriliseren in een autoclaaf de mate van negatieve druk in de fles terugloopt en dergelijke 25 flessen bezitten geen voorzieningen om de daarin aanwezige vloeistof uit te stoten.

Tot de recente ontwikkelingen op het gebied van monster verzamelaars behoort een injectiespuit type apparaat zoals weergegeven in Amerikaans octrooischrift 4,043.336.Het gaat daarbij om een hol lich-30 aam waarin een zuiger zit.Het zogenaamde gesloten uiteinde van het eindstuk van het lichaam bestaat uit een ronde schuif die is vastgelijmd nabij het gesloten uiteinde, maar die ruimte laat voor een andere schijf tussen de vastgezette schijf en het inwendige opoervlak van het gesloten uiteinde.De tweede schijf is voorzien van een nippel 35 die door een gleuf in het gesloten uiteinde naar buiten steekt.Beide schijven zijn voorzien van een opening en iedere beweging van de schijf met de nippel in de gleuf in het gesloten uiteinde van de in-Q jectiespuit brengt deze twee openingen met elkaar in verbinding of \ verbreekt deze verbinding.Dit apparaat kan voorzien zijn van een uit- 40 wendig uitsteeksel aan de zijkant van het lichaam, waarin één of an- 800 2 4 89 2 der medium kan werden gebracht voer automatische en cnmiddellijke toepassing op het monster terwijl het wordt verzameld.

De uitvinding heeft betrekking op een langwerpig hol lichaam, dat aan één kant epen is aan aan tis tegenovergelegen kant gesloten is 5 met een opening in heir gesleten uiteinde.Een zuiger met aan één kant • een afdichtingscrgaan is glijdend verplaatsbaar in het lichaam aangebracht cm het inwendige volume te variëren terwijl een afdichting van het inwendige van het lichaam in stand wordt gehouden.Aan de buitenkant zijn cp het gesloten uiteinde van dat lichaam beweegbare afsluit-10 organen bevestigd.De afsluiting is voorzien van een naar buiten stekend onderdeel, waarin een opening zit, die geschikt is om daarmee passende onderdelen of medische verzamel apnaraten, zoals naalden, of meervoudige monster verzamelaar spoaraten of op diagnostische apparatuur gebruikte hulpstukken op te nemen.De aflsuitcrganen kunnen wor-15 den bewogen van een positie, waarin beide epsningen met elkaar in verbinding staan, zodat een menster kan worden getrokken in het apparaat en de afsluitorgaan opening dan be'wcgen wordt zodat de verbinding verbreken wordt, zodat de opening in het gesloten uiteinde van het apparaat afgesloten is.Afdichtorganen voor ds opening in het gesloten 20 uiteinde zijn rond de opening aangebracht tussen hst gesloten uiteinde van 'net apparaat en het afsluitorgaan.

De uitvinding heeft ook betrekking oo een agens, dat bestemd is om in aanraking te worden gebracht met het monster, dat verzameld is, dat in het afsluitorgaan Is aangebracht en met het monster, dat ver-25 zameld is, in verbinding wordt gebracht als het afsluitorgaan zodanig verplaatst wordt dat de verbinding tussen de twee opsningen verbroken wordt en het agens in verbinding brengt met de cosning in het gesloten uiteinde van het lichaam nadat het apparaat verwijderd is uit de bron voor het monster.Hierdoor wordt enigerlei mogelijkheid uitgeslot-30 en dat monster met een agens in een patient wordt geïnjecteerd.

Ook heeft de uitvinding betrekking cp een nieuwe zuiger met een draaibaar verticaal orgaan op de steel van de zuiger, dat aangrijpt op het open uiteinde van een lichaam van een 'willekeurige injectie·1·', spuit, nadat een monster in het lichaam is getrokken.

35 De v/andgedeelten van het lichaam en het afsluitorgaan kunnen be staan uit speciaal gekozen materialen in een dikte die maximale bescherming biedt tegen enig binnendringen van zuurstofgas terwijl het O apparaat aan de heersende omstandigheden is blootgesteld.

1 De uitvoeringsvormen van het apparaat volgens de uitvinding vèr- 1 40 schaffen: » 800 2 4 89 - 4 - *

Apparaten met een praktische vorm en struktuur, die tegen een redelijke prijs kunnen worden vervaardigd en samengesteld, zoals nodig is voor een wegwerp injectiespuit.

Injectiespuiten met een afsluitargaan, die niet alleen bruikbaar 5 zijn voor het verzamelen van vloeistofmonsters, maar ock gebruikt kunnen worden als vcorcevulde organen voor het afgeven van vloeistoffen van medische of niet-medische aard.

Injectiespuiten met ingebcuwde monster agentia voor toepassing met het monster, 10 Injectiespuiten met. Ingebouwde monster agentia, die bescherming verschaffen voor de patient of de bron van het monster tegen kruis-vercntreiniging met ingebouwd monster agens, doordat het vermengen van monster en monster agens wordt verhinderd tot de injectiespuit niet meer in verbinding staat met de bron- voor het monster.

15 Een injectiespuit met ingebouwde monster agentia en een zuiger met gegradueerde beschermende controlepunten om de kans zo klein magelijk te maken, dat een patient of monster bron weer wordt geïnjecteerd met vloeistof die al.in aanraking is gekomen met de monster agentia.Deze nieuwe zuiger verschaft tevens volume indices.

20 Injectiespuiten met verbindingshulpstukken die verbonden'kunnen worden met wat gewconlijk wordt aangeduid als "luer" hulpstukken, maar niet noodzakelijkerwijze daartoe beperkt zijn.Het zal duidelijk zijn, dat een dergelijk hulpstuk direkt als afgiftemcndstuk kan worden gebruikt zender verdere mcndstukhulpmiddelen.

25 De bijgaande tekeningen dienen ter nadere toelichting van de uit vinding. Daarin is Fig.1 een beeld .in perspectief met uiteengenomen delen van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is.

Fig.2 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede over de lengterichting van de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig.1, die een getrokken 30 monster laat zien,

Fig.3 is een dwarsdoorsnede langs vlak 3-3 in Fig,2

Fig.4 is een dwarsdoorsnede langs vlak 4-4 in Fig,2

Fig.5 is een gedeeltelijke lengtedoorsnede van de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig,2 nadat het monster verzameld is.

35 Fig.S is een aanzicht op het uiteinde van de uitvoeringsvorm als

weergegeven in Fig.S

Cv Fig.7 is een lengtedoorsnede van een wijziging van een gedeelte £ . van de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig.2 van de plaats van de monsterverzameling.

800 24 89 - 5 -

Fig,3 is een doorsnede van het linker uiteinde van de uitvoerings vorm sis weergegeven in Fig. 7

Fig.9 is een gedeeltelijke lengtedoorsnede van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding volgens Fig.2 5 Fig.10 is een gedeeltelijks lengtedoorsnede van een andere uit voeringsvorm van de uitvinding als weergegeven in Fig.2

Fig,11 is een beeld in perspectief met uiteengencmen delen van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding als weergegeven in Fig.2

Fig.12 is een gedeeltelijke lengtedoorsnede van de uitvoerings-10 vorm in Fig.10, wanneer de uitvinding in de rncnsterverzamelingspositie is.

Fig.13 is aan aanzicht op hst rechteruiteinde van de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig.11

Fig.14 is een gedeeltelijke lengtedoorsnede van de in Fig.12 weer 15 gegeven uitvoeringsvorm, nadat het monster verzameld is,

Fig,15 is een aanzicht van het rechteruiteinde van de uitvoerings vorm van Fig,14

Fig.16 is een andere uitvceringsvceringsvorm van de uitvinding zoals die is weergegeven in Figs.11-15.

20 Fig,17 is een zijaanzicht van de in Fig.12 weergegeven uitvoering svorm in de monsterverzamelingopcsitis.

Fig.18 is een zijaanzicht van de in Fig.17 weergegeven uitvoering svorm nadat het monster getrokken is.

Figs.19-21 zijn gedeeltelijke lengtedoorsneden die variaties la-25 ten zien van het afdichtorgaan tussen het deksel en het afsluitlichaam van de uitvoeringsvorm volgens ds uitvinding volgens Figs.11-16.

Fig.22 is een perspectievisch aanzicht van een zuiger ten gebrui-ke bij de uitvinding.

Fig.23 is een gedeeltelijke lengtedoorsnede die de uitvinding 30 vdgens Fig.22 laat zien bij gebruik in de uitvoeringsvorm als weergegeven in Figs.2-9.

Fig,24 is een beeld van het eindgedeelte van een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding in perspectief met uiteengenomen delen,

Fig.25 is een aanzicht van het rechter uiteinde van de in Fig.24 35 weergegeven uitvoeringsvorm in geassembleerde positie.

Figs.26-27 zijn respectievelijk een beeld in perspectief met uiteengencmen delen en een eindaanzicht van een andere·uitvoeringsvorm. {fzjj& - Figs.23-30 zijn respectievelijk een beeld in perspectief van uit- eengenomen delen en dwarsdoorsneden van nog een andere uitvoeringsvorm \ 800 2 4 89 - a - F4.g,31 is een dwarsdoorsnede van esn andere uitvoeringsvorm van het deksel, dat bij de uitvinding kan worden gebruikt.

Fig.32 is sen eindaanzicht van het deksel dat gebruikt wordt bij de uitvinding ais weergegeven in Figs.11-18 5 Fig.33 is ε5π gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een andere uitvoe ringsvorm volgsns de uztvzndzng.

Fir.34 is ssn gedeeltelijks dwarsdoorsnede van een anders uitvos-rinevorm van ds uitvinding als weergegeven in Fig.33.

F~rr,35 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een andere uitvcs- 10 ringsvorm volgens de uizvxndzng.

Fic.3S is neg een anders uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fio.37 is neg weer een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Volmens Fig.1 blijkt de uitvinding bli jkt de uitvinding te bestaan uit een in het algemeen bekend type injectiespuit met een hel 15 cylindrisch lichaam 11, dat aan één kant epen is om een zuiger 24 co te nemen en een in wezen gesloten uiteinde 12 heeft tegenover het epen uiteinde.Hst gesloten uiteinde 12 bevat een opening 13 waaromheen een ringvormigs uitsparing 14 zit cm een 0-ring 15 op te nemen.Nabij het gesloten uiteinde 12 bevindt zich een ringvormige uitsparing 15, die 20 een naar binnen toe uitstekende ril 17 van een deksel 18 concemt.Hst zal duidelijk zijn dat andere uitvoeringsvormen voer het beweegbaar vasthouden van de afsluiting op het gesleten uiteinde, zoals schroefdraad, bajanetsluiting en dergelijke, gebruikt kunnen worden.Deksel 18 bevat een ccen uiteinde cm en lichaam 11 te passen.Hst deksel hooft 25 eek een gesloten uiteinde 19, van waaruit een canule cf>nemend orgaan 20 uitsteekt, waardoorheen een opening 21 loopt.Het canule epenemend orgaan 20, verder aangeduid als nippel, heeft een zodanige vorm, dat hst esn canule van het gebruikelijke type opneemt alsmede op het medische gebied bekende hulpstukken, waardoor het mcrrelijk is cm een 30 enkele venenpunktie met canule te gebruiken en de opeenvolgende toepassing van de injectiespuiten volgens de uitvinding cm een aantal monsters te kunnen trekken.Deze hulpstukken zijn geweonlijk uitgeveerd met organen daarin, waardeer het mogelijk is deze af te sluiten nadat een monster is getrokken, teneinde uittreden van lichaamsvloeistof 35 tengevolge van da druk van de vloeistof in het menselijk lichaam te ^r-s. voorkcrnen.In hst holle lichaam 11 past een zuiger 24 van het type dat op medisch gebied bekend is,In het algemeen is deze voorzien van een ^ zuigeruiteinde met een kegelvcrmig eindcpoervlak 25, ofschoon het | eindcpoervlak een vlak 25 kan zijn, zoals weergegeven in Fig.18.Het 800 2 4 89 - 7 - ^ * zuigeruiteinde zit op één eind van een steel, die is weergegeven te bestaan uit een paar langwerpige organen 27 en 2S die cnder een rechte heek op elkaar staan langs de as van de zuiger waarcp een aantal cirkelvcrmige schijven 25 zitten.De zuigers'teel eindigt in een duin 5 ring (niet weergegeven) of vingerolaat 3C tegenovergesteld aan het zuigeruitainde.Maast hst eindopcervlak 25 of 25' bevat het zuigsruit-einde tenminste één ringvormige rand 31, in het algemeen van buigzaam materiaal, die een afsluiting tet stand brengt met de binnenwand van hol lichaam 11 on ervoor te zorgen dat de beweging van zuiger 24 er 10 niet toe leidt, dat enigerlei vloeibaar medium langs de zuiger ontsnapt.Deze ringvormige randen kunnen als afdichtingen werden beschouwd In Fig,2 wordt een uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven terwijl een monster wordt getrokken.Zuiger 24 is gedeeltelijk teruggetrokken in hol lichaam 11 om het vloeibare monster 33 te verzamelen, 15 dat afkomstig is van een monster bron 34 via een gebruikelijke canule 35.Zoals men in deze tekening kan zien vormt G-ring 15 een afdichting met het binnenoppervlak 36 van deksel 13, waardoor verzekerd wordt, dat het vloeibaar monster alleen maar in het inwendige van hol lichaam 11 -komt.

20 De dwarsdoorsnede volgens Fig.4 van zuiger 24 laat in hcofdzaak , — . zien dat de onderling^rechte heek van de organen 27 en*28 niet alleen weerstand verschaft tegen verticaal en zijdelings buigen van de zuiger, maar de buitenoppervlakken van deze organen ook dienen cm stsun-of gelside-oppervlakken te verschaffen voor de zuiger, zodat deze niet 25 zoveel uit zijn centrale as-positie wordt verdrongen, dat het vacuum, dat gevormd wordt door het binnenste afdichtorgaan 31, verbroken wordt *

Met betrekking tot Fig.5 blijkt, dat deksel 18 over een bepaald aantal graden gedraaid is evereenkernstig de lengte van .gleuf 22 in deksel 13, zoals bepaald wordt door het stoporgaan 23'cp het buiten-30 oppervlak van hol lichaam 11 (zie Fig.11).Dit orgaan voor het oriënteren van het deksel ten opzichte van het helle lichaam is zodanig van vorm, dat gleuf 22 beweging van deksel 18 toelaat van da monster verzamel positie als weergegeven in Fig.2 naar de positie als weergegeven in Fig.4 door draaien van lichaam 11 in de richting van de klok_ 35 ten opzichte van deksel 18, wanneer deksel 18 wordt vastgehouden.Door een dergelijk draaien wordt het gedeelte van het binnenoppervlak 35 van deksel 18, dat opening 21 niet bevat, co doorgang 13 in het holle te } · lichaam 11 geplaatst, waardoor dat doelmatig wordt afgedicht.In plaats I daarvan kunnen andere uitwendige en/cf inwendige organen werden ge- I 40 bruikt cm de oriëntatie van het deksel ten opzichte van het holle 800 2 4 89.

* - 3 _ lichaam aan te geven.

Fig.7 vertoont in v/ezen de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig.2 behoudens dat in het binnencpoervlsk van gesl~ten uiteinde 12 van hol lichaam 11 een uitsparing 37 zit, die in Fig.7 als cirkelvor-5 mig is weergegeven, maar dis een rechthoekige vorm kan hebben, weer in sen stc-f 38 is gebracht, die in hst algemeen bsschcuv/ri wordt ale sen agens, dat met hst meneter, dat verzameld wordt, reageert, om dat in stand te houden cf net de vloeistof te reageren om een kweek van het monster te verschaffen of om te reageren met het monster cm verschil-10 lende stoffen ia het monster te identificeren.Het agens kan in de vorm zijn van een vloeistof, een vaste stcf, cf een halfvaste ctof, zoals een stevig gel, en het kan een cp zichzelf bekende samenstelling hebben.

Fig.9 laat een 'wijziging zien van de uitvoeringsvorm volgens da 15 uitvin ding, als weergegeven in Fig,7, doordat het agens 3? als een laag is gevormd op het binnencppsrvlak van eindwand 12 van het helle 1 *- chcUOnl.

Fig.10 tcont een andere variant van de uitvoeringsvorm van de uitvinding als 'weergegeven in Fig.7 doordat do birmenv'snd van hot ge-20 sloten-uiteinde 12 van hol lichaam 11 nu een vlak oppervlak heeft en-doorgang 13 nu deerloopt door son naar binnen stekend buisvormig orgaan 42 cm een ringvormigs uitsparing te vormen, waarin agens 41 wordt gebracht.In deze uitvoeringsvorm zal men comerken, dat het einriepgor-vlak 26 van zuiger 24 een vlak oppervlak heeft, dat past cp het in-25 wendig oppervlak van het gesloten uiteinde 12.

FIg.11 toont een uitvoeringsvorm van do uitvinding, die is weergegeven in Fig,1, behoudens de aanwezigheid van een zuiger 24, die nagenoeg hetzelfde kan zijn als is 'weergegeven in Fig.l.In dit geval heeft hel lichaam 11 hst gesleten uiteinde 12, maar wijkt af van de 30 uitvoeringsvorm in Fig.1 cmdat inplaats van da ringvormige uitsparing 13 in Fig.1 ar een cpeninguitstesksel 42 is, dat een opening 43 verschaft met e'en aanmerkelijk grotere diameter dan opening 13, zoals in Fig.1 ta zisn is, en waarvan het doel hieronder zal worden uiteengezet.Inplaats van de 0-ring 15 volgens Fig.1 werdt nu een afdichtschijf 35 44 mat ssn opening 45 verschaft, die in aanraking is met het buiten

oppervlak van het ringvormige uitsteeksel 42 cm draaien van de echijf te voorkomen, wanneer het deksel wordt gedraaid.Deksel 46 in Fig,1Q

Q heeft vrijwel dezelfde configuratie als deksel 18 in Fig.1, met een nippel.20 en een daar doorheen lopende opening 21.

\ 800 2 4 89 - 9 -

Zoals men ziet heeft hol lichaam 11 een ringvormige rand 47 nabij uiteinde 12, die wordt opgencmen in een ringvcrmige uitsparing 43 aan de binnenkant van deksel 45.Hst inwendige oppervlak van eindwand 49 van deksel 45 bevat een uitsoaring 50 cm een agens 37 op te nemen, 5 dat in het algemeen een tablet of pil is, maar ook een gel of pasta kan zijn.Het agens zal gewoonlijk beginnen co te lassen en te mengen met het verzamelde monster,0e dikte van het tablet of de pil kan een diepte van de uitsparing ncdig hebben waardoor onvoldoende wanddikte zou overblijven.In dergelijke gevallen kan het buitenoppervlak van 10 deksel 46 worden verlengd zoals gestipoeld weergegeven bij 51,

Uit Fig.12 blijkt, dat het agens van het monster is afgedicht tot het tijdstip waarop deksel 46 op een hierboven beschreven wijze wordt gedraaid, zodat middel 37 zich nu beven opening 43 bevindt, en zoals blijkt uit Fig.14, kan het dan in aanraking komen met het mon-15 ster 33, dat in het apparaat is verzameld.

De uitvoeringsvorm van de uitvinding als weergegeven in Figs.11-15 toont de aanwezigheid van een uitsparing en een verlenging 51 cm een agens in deksel 46 op te nemen,In Fig,16 wordt getoond, dat deksel 45 nu twee uitsparingen heeft met verlengingen 52 en 53, die ieder een 20 ander agens kunnen bevatten.Het zal de vakman duidelijk zijn, dat een derde, en zo megelijk een vierde uitsparing in het deksel gevormd zouden kunnen worden om een derde of vierde agens op te nemen.In deze bepaalde wijziging van de uitvoeringsvorm zcalc weergegeven in Figs.

11-15 is het duidelijk dat geschikte indices aangebracht moeten worden 25 op deksel 45 en hol lichaam 11, zodat ieder agens op zijn beurt cf al naar gelang gewenst in aanraking met het verzamelde manster kan worden gebracht.

Fig.17 en Fig.18 tonen de positieve indicatie van het brengen van het deksel van een open positie naar een gesloten positie door middel 30 van gleuf 22, die daarin is aangebracht en die in aanraking is met het stoporgaan 23.

In Fig.19 ziet men een wijziging van het orgaan voor het afdich-ten van opening 43 en het deksel doordat inplaats van de afdichtschijf 44 in Figs.11-14, of 0-ring 15 in Figs.1-10 er een ringvormige rand 35 54 is, die één geheel vormt met uiteinde 12 van hol lichaam 11, dat een oppervlak 55 heeft, dat in aanraking is met het binnenoppervlak o van deksel 46.Het agens is derhalve van het manster afgesloten ten \ tijde van het trekken van het monster in het lichaam en zoals eveneens duidelijk zal zijn, is de opening 21 in nippel 20 eveneens afgesloten 0 wanneer deksel 45 gedraaid is ten opzichte van 'nol lichaam 11.

800 2 4 89 - 10 -

Fig,20 is nog esn andere wijziging van het orgaan voor het afdichten van opening 43 van het agens doordat een ringvormige rand 54 gevormd is, die één geheel vormt met het binnenoppervlak van deksel 46 rend opening 43 en on overeenkomstige wijze is een ringvormige rand 5 57 gevormd rond uitsoaring 50 in deksel 45 cm agens 37 te beschermen.

Fig,21 is een wijziging van de afdichtuitvoering als weergegeven in Fig.20 doordat esn ringvormige uitsparing 53 gevormd is ronden ooe-ning 21 en nippel 20 sn daarin, een 0-ring 59 is geplaatst.Oo overeenkomstige wijze wordt neg een ringvormige uitsparing 60 gevormd in hst 10 binnencppervlak van deksel 46, die da uitsparing 49 voor middel 37 bevat, en een 0-ring 59 wordt daarin geplaatst.Deze bijzondere uitvoeringsvorm kan als bijzonder geschikt worden beschouwd voor toepassingen waarbij agens 37 in een vloeibaarder toestand was cf waarbij er een noodzaak bestond cm het in een afgesloten toestand te houden.

15 Fig.22 en Fig.23 laten een nieuwe zuiger zien, die selectief kan werden oenenomen in de kamer van het holle lichaam van de verschillends uitvoeringsvormen van de uitvinding, of die gebruikt kunnen worden in andere holle lichamen, die geen verband houden met de uitvinding. Een nieuwe zuiger 62 gelijkt in sterke mats co zuiger 24 als weorgege-20 ven in Fig.1, doordat hij een zuigerpunt heeft met een kcnisch binnen-oppervlak 53, dat in aanraking komt r.st liet passende 'conische inwendige van een lichaam net als oppervlak 25 in Fig.l.Het is voorzien ven tenminste één ringvormige rand 64, die buigzaam !s en een afsluiting verschaft met esn binnenwand van een lichaamekaner.Het is ook voorzien 25 van een greepschijf 30 aan het uiteinde tegenover kcnisch oppervlak 33 Tussen de gresoschijf 30 en afdichtring 54 zit een horizontaal _rgaan S3 dat hetzelfde deel vervult als oppervlak 28 in Fig.1.Loodrecht op oppervlak 63 staat een verticaal oppervlak 66, dat stabiliteit tegen buigen teweeg brengt in de zuiger.Een aantal schijven 29 zijrr als 33 dragende cpoervlakken veer de zuiger aangebracht tijdens zijn baan in de holle lichaamskamer.Esn halfcirkelvormige schijf 67 is op orgaan 66 tussen de twee schijven 29 opgesteld.Een kort verticaal ergaen SS is aangebracht tussen afdichtring 64 en de eerste schijf 29.Tussen de twee cirkelvormige schijven 29 zit een verticaal draaibaar orgaan 59, 35 dat een scharnierende beweging heeft cp zijn kruispunt met schijf 29 waardeer het mcgelijk is orgaan 69 neer te drukken tot naar het heri-zontale orgaan 65 om de zuiger in een helle lichaamskamer te brengen. Het doel van de gekerfde oppervlakken bestaat uit het verschaffen van λ een orgaan op de zuiger, waarmee, nadat deze is uitgstrckksn, ’waardoor Λ 40 een menster in de kamer wordt getrokken, de kerf aangrijot achter de 8002489 - 11 - buitenring 72 van lichaarnskamer 11 en de zuiger er voor behoedt dat deze terug wordt geduwd naar het gesloten einde van de kamer, waar·?; door vloeistof zou worden uitgestoten.. Om de zuiger naar binnen te kunnen drukken in de helle kamer zou het nodig zijn cm orgaan 59 in 5 te drukken naar het horizontale orgaan 65 toe, waardoor het getrapts oppervlak 71 los wordt gemaakt van aanraking met de heudring 72.Qs getrapte oppervlakken 71 kunnen ook een lengte hebben, die door cali-• bieren een aanduiding kunnen zijn van het volume van het monster dat in de holle kamer is getrokken, 10 Fig.24 toont een andere uitvoeringsvorm van een afsluitorgaan voor de uitvinding waarbij het holle lichaam 73 gevormd is met een gesloten eindoppervlak 74 waarin zich een diametraal verlopende gleuf 75 bevindt, waarbij het bodemoppervlak van gleuf 75 is .ondersneden, zoals te zien is bij 76, ten opzichte van hst buitenoppervlak 74.

15 Gleuf 74 bevat een opening 77, die in verbinding...«staat met het inwendige van kamer 73.Rondom de opening zit een ringvormige uitsparing 78 waarin een Q-ring 79 wordt geplaatst.De afsluiting voor de buitenkamer in deze uitvoeringsvorm bestaat in principe uit een plaatklep 50, die voorzien is van een uitstekende nippel 81 cm een canule op te 20 nemen of te worden verbanden met een hulpstuk, dat het nemen van een aantal monsters magelijk maakt,De nippel bevat een opening 82, die'in verbinding staat met opening 77 in kamer 73, wanneer plaatklep 80 in de apen positie is.Het binnencppervlak van plaatklep SO kan tenminste één cylindÉische uitsparing op zijn binnenoppervlak bevatten, die 25 dient om aan agens op te nemen,Opgemerkt valt te worden dat de longitudinale oppervlakken 84 van de klep een schuinte bezitten, zodat de schuine randen 84 passen in de ondersnijdingen 76 in gleuf 75.

In Fig.25 is de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig,24 samengesteld, waarbij plaatklep SO in gleuf 75 is aangebracht en nippel 30 . 81 in het verlengde van opening 77 ligt.De stippellijnen geven de positie van klep 80 weer, wanneer deze in een gesloten positie is geschoven nadat het monster in kamer 73 is getrokken.

Fig.26 laat nog een andere uitvoeringsvorm zien van een afslui-tingsorgaan voor de uitvinding, waarin een Hol lichaam 90 gevormd is 35 met een gesloten eindoppervlak 91, dat voorzien is van een'groef langs de omtrek 92 en die past om een ringvormig uitsteeksel (niet weergegeven) op het binnenoppervlak van wand 93 van deksel 94.Het zal duidelijk zijn, dat de groef en het uitsteeksel met elkaar ver-wisseld kunnen worden.Het eindoppervlak 91 bevat een opening 95 die | 800 24 89 - 12 - * in verbinding staat met het inwendige van kamer 30.Rondom de opening zit een ringvormige uitsparing 35 waarin een C-ring 37 is geplaatst.

De afsluiting voor opening 35 van deze uitvoeringsvorm omvat het deksel 94 an een schuifbare plaatklep 33.Deksel 34 is voorzien van een 5 hulpstuk 93 dat vanaf oppervlak 33a naar buiten steekt cm daarop passende monster trekkende apparaten aan te sluiten.Hulpstuk 33 bevat een opening 100 die in verbiding staat met opening 35 via cosning 101 in plaatklep 98 wanneer ds plaatklep in de epen positie is.Het binnenop-u pervlak van plaatklep 30 kan voorzien zijn van tenminste één cylin-10 drische uitsparing 102 op zijn binnencppervlak, gevormd in het bin-nenoppervlak van de plaatklep veer het opnemen van een agens,Opgemerkt zij, dat wand 93 en eindwand 33a van het deksel gleuven 103 hebben die gevormd zijn cp hun verbinding cm klep 38 op ts nomen.Een step 104 zit aan één kant van klep 38, 15 In Fig,27 is de uitvoeringsvorm als weergegeven in Fig,25 gsaseem bleerd waarbij plaatklep 33 in de gleuven 103 is geschoven met de eo-eningen 100, 101 sn 35 op één lijn.De stippellijnen in deze tekening geven dc positie van klep· 33 aan wanneer deze verplaatst is naar ds positie voor het afsluiten van de verbinding tu-ssan opening 35 en 20 opening 100.1η het geval dat een agens in uitsparing 102 is asnge.. . bracht plaatst hst afsluiten van de verbinding tussen opening 35 en opening 100 de uitsparing boven opening 95 om het agens te vermengen met de vloeistof, die in lichaam 30 is getrokken.

Figs.26-30 tonen een ander orgaan voor het afsluiten van opening 25 95 in lichaam 30 van hst apparaat als weergegeven in Fig,25 en Fig,27,.

waarbij het principe van dc werking van de afsluiting vrijwel hetzelfde is.In Fig,23 is lichaam 90 op eindwand 91 voorzien van een deksel 105, dat past over opening 35 in wand 31.Doening 35 wordt, zoals blijkt uit Fig.29, omringd door een ringvormige uitsparing 35 waarin 0-ring 30 37 is geplaatst.Hat deksel is, zoals in Fig.29 te zien is, op lichaam 30 vastgezet door middel van een rondlopende ring 106 op hst binnencppervlak van deksel 105, die ingrijpt in een uitsparing 107 nabij eindwand 91 .van lichaam 30,Vanaf deksel 105 steekt een cylindrische bus 108 naar buiten, waarin een opening 109 zit die te allen tijde 35 coaxiaal verloopt met opening 35 in lichaam 90.Bus 108 is voorzien van een hulpstuk 110 dat coaxiaal naar buiten steekt om daarmee passende monster trekkende medische apparaten oo te nemen.De cylindrische bus 108 bevat· een dwarsepening 111 waarin een cylindrische stop 112 draai-r \baar gestoken is,Deze step 112 is voorzien van sen opening 113, .die 40 coaxiaal verloopt tan opzichte van ooeninoen 35 en 103;3tcp 112 bevat §002489 ·- 13- tenminste êên uitsparing 114 cm een agens op te nemen.

Andere uitvoeringsvormen voor het afsluiten van opening 95 in lichaam 90, zoals een draaibaar naar buiten stekend hulpstuk, kunnen binnen het kad.er van de uitvinding worden gebruikt.

5 In Fig.31 wijkt deksel 120 af van eerder beschreven deksels volgens de uitvinding, doordat het deksel voorzien is van een verwijderbare nippel 122, die in een bus 121 steekt.Deze bus 121 is gevormd op het voorste en naar buiten gekeerde oppervlak van deksel 120.De nippel heeft een afgeknotte kegelvorm in zijn buitenste deel en heeft 10 een binnenste deel 124 met kleinere diameter, die past in opening 125 in bus 121.Een deksel zoals dit kan worden toegspast in de industrie wanneer de inhoud van het lichaam de neiging zou vertonen cm vast te worden bij blootstelling aan de lucht, zoals het geval is bij sommige uitzonderlijke kleefstoffen.Met deze verwijderbare nippel 122 kan de 15 inhoud continu worden afgegeven door alleen maar de nippel weer aan te brengén.Deze wordt ook geschikt geacht voor mogelijk gebruik cm een buigzame buis 126 te verschaffen, die in de opening in de nippel kan worden gebracht.

In Fig.32 wordt een geringe wijziging getoond van het in Fig.13 20 en Fig.15 beschreven deksel, doordat er een enkel opslagplaats 129 is.· voor het inbrenger van een agens, zoals beschreven met betrekking tot Figs.11-13.De opslagplaats 129 zit recht tegenover nipel 128 zoals te zien is in Fig.13 en Fig.15.Met de verspringing van opslagplaats 129 als weergegeven in Fig.32, kan het deksel worden .gedraaid van de posi-25 tie als weergegeven in Fig.32 met de nippel op de twaalfuur plaats naar een positie waarin, de opslagplaats 129 in de twaalfuur plaats staat en dan kan het deksel weer kloksgewijs of tegen de klok in wor-s· den gedraaid naar een plaats als aangegeven met 130, die dan cp de twaalf uur plaats zou staan.Een dergelijk deksel maakt het mogelijk om e 30 Opslagplaats 129 boven de opening in het bijbehorende lichaam te plaatsen om agens in aanraking te laten kernen met de inhoud van het lichaam en daarna het deksel naar de positie 130 op de twaalf uur plaats te draaien, waardoor het apnaraat afgesloten zou blijven mat het agens in actief contact met de inhoud van het lichaam.

Θ\ 35 Fig.33 laat een uitvoeringsvorm van de uitvinding zien, waarin in het deksel een filtreerorgaan is aangebracht.Zoals uit de tekening blijkt is het lichaam van apparaat 131 voorzien van een deksel 132, dat als een tweeledig deksel kan worden beschouwd,Het basis gedeelte van deksel 133 heeft een uitsparing in zijn buitenoppervlak, die opgevuld 40 kan zijn met een filtrerend materiaal, of, zoals in de tekening weer- 800 24 89 - 14 - * gegeven, kan een filterzesf 136 daarin werden geplaatst.Het buitenste gedeelte van deksel 134- kan dan werden bevestigd op het basisgedeelte 133 en nippel 13S is aanwezig cm de onderkant van de hypcdernische naald cp te nemen, Ξ Fig.34 is een wijziging van het filtreerprincioe als weergegeven in Fig,33, doordat het filtrssrmateriaal 139 in uitsparing 133 in het buitenoppervlak 137 van het lichaam is aangsbracht,

Fig.35 toont een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waarin de eerder beschreven zuiger 24 niet in het lichaam van het apparaat wordt 1G gebracht.Zoals in deze tekening te zien is, bezit het lichaam van het > apparaat 140 een cylindrische wand 141 van een dun, buigzaam materiaal dat uitloopt in een basis gedeelte 142 met stijvere kanmerken.In Fig, 35 is het eindgedeelta 142 in hot inwendige ven lichaam 140 gedrukt door de dunne wanden 141 over zichzelf heen terug te vouwen cm, zoals 15 dat in het vakjargon wordt genoemd, een ’'rellende afdichting” te vormen,Het eindgedeelte 143 van het lichaam van het apparaat is een vei’-dikte wand om het benodigde dragende copervlak veor deksel 145 te verschaf fan. Het deksel bezit het eerder eangeduide afdichtorgaan 14S rondom de opening in dat einde van hst lichaam en het 'deksel was co!: 20 voorzien van nippel 147 om het monster cp te nemen.

Fig-36 beschrijft eer, wijziging van· Fig.35, doordat hst lichaam 149 van het apparaat een buigzame wand bezit, die aan é£n kant ie samengebracht tot een sansngsknsoen afdichtend verband.9e inheud wordt uit deksel 151 afgegeven door in de wanden 149 te knijpen op een wijze 25 die overeenkomt met hst afgeven van kleefstoffen uit gebruikelijke kleefstoftubes, dis voorzien zijn van esn schroefdop of een dergelijk - afdekergaan.Deksel 151 heeft het gebruikelijke afsluitorgaan 152 rondom de opening in het lichaam en een afgifte-elsment 153.Ongemerkt· kan werden, fat het einde van lichaam 143 tegenover het samangeknenen 30 einde een verdikte wand heeft overeenkomend met die als weergegeven in Fig,35.

Fig.37 is een andere uitvoeringsvorm waarin als lichaam een "knijpfles” wordt gebruikt.In deze uitvoeringsvorm bezit het flesse-element 154 een cylindrische wand en bodem met in het algemeen gelijk-^ 35 matige dikte, maar van buigzame aard, zodat ds fles kan werden samen- \ gedrukt, nagenoeg zoals in het geval van de gebruikelijke houders voor predukten zoals mosterd en ketchuo.Deksel 155 is in het algemeen van het gebruikelijke type ten aanzien van de andere uitvoeringsvormen volgens de uitvinding als hierin weergegeven en het apparaat heeft het 40 eerder beschreven afsluitorgaan 157.Een afgifte element 15G bevindt 800 24 89 - 15 - zich op het buitenoppervlak van deksel 156,

De uitvoeringsvormen in Figs.31, 35, 35, en 37 b2jken zeer bruikbaar re zijn vcor industriële en andere toepassingen, zoals het afgeven, van kruiden, kleefstoffen, smeermiddelen en dergelijks.

5 Het zal ook duidelijk zijnf dat het nippel hulpstuk, dat op de hierin beschreven deksels volgens de uitvinding is aangebracht, dat bestemd is om de aansluiting van hypodermische naalden op te nemen, ook .gevormd kan worden doordat de naald één geheel vormt met de nippel doordat hij daarin is vastgszet, waardoor de noodzaak tot afzcnderlij- 1Q ke naalden vervalt.

8002489

Claims

1, Diagnostischs mcnstervsrzamslaar, bestaands uit een langwerpig hol lichaam, dat aan één kant open ia en gesloten is aan de tegenover gelegen kant met een opening in de gesloten kant, een zui- 6 ger met afdichtorganen aan één kant, die glijribaar in het lichaam is aangsbracht en in afsluitende verbinding staat met het lichaam cm hst inwendige volume van het lichaam te kunnen variëren, een aan de buiten- t kant aangebracht afsluitorgaan voer de opening in het lichaam, waarbij het afsluitorgaan voorzien is van een daardoor lopende opening, en het 10 afsluitorgaan kan worden bewegen van een eerste positie, waarin beide opsningen met elkaar in verbinding staan voor doorgang van een monster bij beweging van de zuiger, en een tweede positie waarin de openingsn niet met elkaar in verbinding staan na doorgang van hst monster, en een afsluitorgaan voor de opening in het gesloten uitsinde, diè gele-15 gen is tussen de afsluiting en het gesleten uiteinde.

2, Verzamelaar volgens conclusie 1, m 'e t het ic.e .rr merk dat het afsluitorgaan bestaat uit een dekselachtigs constructie met een eindwanri met een randverlenging om het .gesloten eindgedeelte van .het lichaam te cmsluitsn, en een naar buiten uitstekend hulpstuk om . . 20 daarop passende hulpstukken van monster trekkende medische apparaten cp te nemen, waarbij ris opening in de sluiting door dit uitstekende hulpstuk loopt.

3, Verzamelaar volgens conclusie 1 of 2,met het ken-merk, dat het afsluitorgaan op het lichaam geplaatst is deer in- 25 elkaar grijpende rand en ringvormige uitsparing, die zijn aangebracht op de buitenkant van het gesloten eindgedeelte en het binnsnopoervlak van ds zijkant.

4, Verzamelaar volgens conclusie 1, m e t het kenmerk dat de afsluiting bestaat uit een plaatklep die glijdbaar is aange-30 bracht in een gleuf in het gesloten uiteinde, waarbij de plaatklep voorzien, is van een naar buiten stekend hulpstuk dat een daarin passend hulpstuk van monster trekkende medische apparaten kan cpnemen ' en de opening in het afsluitorgaan door hst hulpstuk loopt,

5, Verzamelaar volgens ccnclusie 1,met het kenmerk 35 dat de as van de opening in het gesleten uiteinde excentrisch ligt ten opzichte van de as van het lichaam en da opening in het afsluitorgaan excentrisch ligt ten opzichte van de as van hst afsluitorgaan. 800 24 89 - 17 -

6. Verzamelaar volgens conclusie 1,m_e t het k '§ π m e r'k dat het afdichtorgaan voorzien is van een ringvormige uitsparing rondom de opening in het gesloten uiteinde en een 0-ring afdichting in deze uitsparing.

7. Verzamelaar volgens conclusie 6, m e t het k s n m e r k - dat het afsluitorgaan voorzien is van een ringvormige rand die één geheel vormt met het gesloten uiteinde rondom de opening in het gesloten uiteinde'.

8. Verzamelaar volgens conclusie T, m e t hst ksnmerk 1.0 dat deze verder een agens bevat voor aanbrengen op het monster cp het inwendige/van ηετ'holle lichaam,

9, Verzamelaar volgens conclusie 8,met het kenmerk dat het agens zich bevindt in een uitsparing cp het inwendig oppervlak van het gesloten uiteinde. 15 1-0. Verzamelaar volgens conclusie 8, m e t hst k e π m e r k dat het agens wordt aangebracht als een laag op het inwendige opper-.' vlak van het gesloten uiteinde.

11. Verzamelaar volgens conclusie 1, m e t het k £ π 5 £ r k dat de zuiger voorzien is van een steel die loopt tussen het afsluit-20 orgaan en een greeporgaan voor de vingers, waarbij een gedeelte*.van de steel afwijkbaar is ten opzichte van de as van de steel cm het open uiteinde selectief in aanraking te brengen met één van een aantal gekerfde segmenten, die gevormd zijn op het buitenopoervlak van het afwijkhare gedeelte. 25 12 Diagnostische monsterverzamelaar, bestaands uit een lang werpig hol lichaam, dat aan één kant open is en aan de tegenover gelegen kant gesloten is; en voorzisn is van een opening in de gesloten kant, een zuiger met afdichtorganen op één uiteinde, die glijdbaar in het lichaam is gebracht en daarmee in afsluitende verbinding staat om 30 het inwendige volume van het lichaam te variëren, een aan de buitenkant aangebrachte afsluiter voor de opening in het lichaam, waarbij de afsluiter voorzien is van een daardoor lopende opening en verder tenminste één uitsparing bevat op een inwendig oppervlak, waarin zich een agens bevindt voor aanbrengen op het monster, en deze afsluiter be-35 weegbaar is van een eerste positie, waarin beide openingsn in verbin-ding staan veor doorgang van een monster bij beweging van de zuiger, . naar een tweede positie, waarin de openingen niet met elkaar in ver- ^ 8002489 - * - 18 - * binding staan na doorgang.van dat monster en waarbij in de tweede positie het agens in verbinding staat met opening' aan gesloten kant.., en afdichtorganen voor de opening aan de gesloten kant diepgelegen zijn tussen de afsluiter en de geslo-5 ten kant.

13. Verzamelaar volgens conclusie 12, g § t h e i k i S ! i I = · ^at afsluiter bestaat uit een kapachtige structuur, voorzien van een eindwand met een schortverlenging om het gesloten eindgedeelte van het lichaam te omvatten en 10 een naar buiten stekend buishulpstuk dat passende hulpstukken opneemt van monsters met medische producten, waarbij de opening in de afluiter loopt door het uitstekende hulpstuk en de uitsparing wordt gevormd op het binnenoppervlak van de eindwand om het agens voor het aanbrengen van het monster op te nemen.

14. Verzamelaar volgens conclusie 12, § e t h § È k § n § | r | , dat de afsluiter op het lichaam geplaatst is door samenwerking van ril en ringvormige uitsparing die op de buitenkant van het gesloten eindgedeelte en binnenkant van het schort zijn gelegen.

15. Verzamelaar volgens conclusie 12, g § t | | k e n m § g k , dat de afsluiter voorzien is van een plaatklep die schuifbaar in een gleuf in het gesloten einde loopt, en die voorzien is van een naar buiten stekend hulpstuk om passende hulpstukken op te nemen van monsters met medische pro-25 dücten, waarbij de opening de afsluiter loopt door het uitste-.kende hulpstuk en de uitsparing voor het agens axiaal versprongen staat ten opzichte van de opening.

16. Verzamelaar volgens conclusie 12, g § t h e £ kenmerk , dat de as van de opening in het gesloten einde 30 excentrisch staat ten opzichte van de as van het lichaam en de opening in de afsluiter excentrisch staat ten opzichte van de as van de afsluiter. 1.7. Verzamelaar volgens conclusie 12, m e t het k | n || r | , dat de afdichting bestaat uit een ringvormige 35 uitsparing rond de opening in het gesloten einde en een 0-ring e afdichting in de uitsparing.

18. Verzamelaar volgens conclusie 12, g § è h ë £ v. % KëQmerk, dat de afdichting bestaat uit een ringvormige V. ril die één geheel vormt met het gesloten einde om de opening. 8002488 ' -19-- ‘ T9. Verzamelaar volgens conclusie 12, met het k e n - merk , dat het afsluitorgaan voorzien is van een eerste ringvormige rand, die één geheel vormt met het binnenoppervlak van de afsluiting rondom de opening daarin, en een tweede ringvormigs rand die één ge-5 heel vormt met 'net birtnencppervlpk"van de afsluiting, rondom de uitsparing. ·

20, Verzamelaar volgens conclusie 12, met I] et ken-- merk, dat het afsluitorgaan voorzien is van een eerste ringvormige uitsparing in het binnenoppervlak van de afsluiting en een eerste

10 Q-ring die daarin geplaatst is, en een tweede ringvormige uitsparing in het binnenoppervlak van de afsluiting rcndcm deze uitsparing en een tweede 0-ring, die daarin geplaatst is.

21. Verzamelaar volgens conclusie 12, m e t het ken-' merk , dat de zuiger voorzien is van een steel die loopt tussen hst 15 afsluitorgaan en een greepcrgaan voor de vingers, waarbij een gedeelte van de steel afwijkbaar is ten opzichte van de as van de steel cm het open uiteinde selectief in aanraking te brengen met één van een aantal gekerfde segmenten, die gevormd zijn op het buitenoppervlak van het afwijkbare gedeelte.

22. Verzamelaar volgens conclusie 12, met h e t k e n - merk , dat het afsluitorgaan voorzien is van· een dekselachtige structuur met een eindwand met een rsndverlanging cm het gesloten eind— gedeelte van het lichaam te crcsluiten en een naar buiten uitstekend hulpstuk cm daarin passende hulpstukken van monster trekkende medische 25 apparaten op te nemen, de opening in deze afsluiting dcor hët uitstekende hulpstuk loopt, en een plaatklep glijdbaar is aangebracht in een gleuf in de eindwand van het deksel, waarbij deze plaatklep voorzien is van een Gpening dia op één lijn kan worden gebracht met de opening in het deksel en het gesloten einde van het lichaam en tenminste één 30 uitsparing op het binnenoppervlak van de klep cm het agens cp te nemen.

23. Verzamelaar volgens conclusie 12,met hst ken merk, dat het afsluitorgaan voorzien is van een dekselachtige structuur die een eindwand en een randverlsnging heeft om het gesleten gedeelte van het lichaam te omvatten, een daarop aanwezige axiale cy— 35 lindrische verlenging en een hulpstuk dat vanaf deze verlenging naar buiten uitsteekt om daarin passende hulpstukken van monster trekkende ? medische apparaten daarin op te nemen, de opening in de afsluiting s axiaal door het hulpstuk'en de verlenging loopt, en een cylindrische 1 800 24 89 - 20 ~ stop draaibaar in esn dwarsopening in ds verlenging is aangebracht, en d© stop voorzien is van sen opening, die op één lijn kan werden gebracht mst de opening der kapachtig© structuur en tenminste één uitsparing cp het buitenoppervlak van de sten aanwezig is en het agens 5 op te nemen. 24, zuiger ten gsbruiks in het holle lichaam van een medische injectiespuit, die bestaat uit een steel, een afdichtende zulgcrkop aan één uiteinde van ds steel cm aan te grijpen tegen de binnenwand van hst cylindrische lichaam van ds injectiespuit, een creeporgaan 10 vcor ds vingers op het tegengestelds uiteinde van de steel, waarbij een gedeelte van ds steel sfwijkbaar is ten opzichte van de as van de steel om selectief aan te grijpen aan het epen uiteinde van het lichaam aan één van een aantal gekerfde segmenten, dis gevormd zijn cp het buitenoppervlak van het afwijkbare gedeelte.

25. Zuiger volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de steel voorzien is van langwerpige plaatorgansn die onder een rechte hoek op elkaar staan en het afwijkbare gedeelte êên van deze langwerpige organen is.

26. Injectiespuitachtig apparaat, bestaande uit een langwerpig Λ 20 hol lichaam dat aan één kant open is en aan ds andere kant' gesloten is met een opening in de gesloten kant, een zuiger, die aan één kant voorzien is van afdichtorgansn, dis glijdbaar in het lichaam is aangsbracht en daarmee een afsluiting verrnt cm het inwendige volume van het lichaam te variëren, een aan de buitenkant aangebracht afsluitcr-.25 gaan veer de ooening in het lichaam, waarbij het afsluitorgaan esn daardoor'lopends opening heeft en beweegbaar is van een eerste positie waarin beide epeningen mst elkaar in verbinding staan vcor doorgang van het materiaal, bij beweging van de zuiger, en een tweede positie waarin de openingan niet met elkaar in verbinding staan na doorgang 30 van hst materiaal, waarbij het afsluitorgaan esn dakselachtige structuur heeft 'pist een eindwand met esn randverlenging om hst gesleten uiteinde van het lichaam te omvatten, en een vervangbare, naar buiten uitstekende nippel, waarbij de opening in de afsluiting door de nippel loopt, en een afsluitorgaan vcor de opening in het gesloten uiteinde, 35 dat gelegen is tussen ds afsluiting en het gesloten uiteinde.

27. Verzamelaar volgens conclusie 2, m s t het kenmerk » dat de deksslachtige structuur voorzien is van een basisgedeelte met esn eindwand met een randverlenging cm het gesleten uiteinde van hst 8002489 — 21 - . - *♦· ί. lichaam te omvatten en een uitsparing in het buitenoppervlak van de eindwand, een dekselgedeelte met een eindwand met een uitsparing op zijn binnenoppervlak die past op de uitsparing in het basisgedeelte wanneer het dekselgedeelte en het basisgedeelte aan elkaar worden 5 bevestigd, en filtreermedia in de uitsparing, waarbij het hulpstuk op . het buitenoppervlak van het dekselgedeelte zit,

28, Verzamelaar volgens conclusie 1, m e t hst kenmerk dat de opening in het lichaam, een filtreermediüm bevat,

29, Afgifteapparaat, bestaande uit een langwerpig, hol lichaam 10 met een aan de buitenkaant daarop aangebracht afsluitorgaan, waarbij het lichaam een cylindrische vorm heeft en aan beide kanten gesloten is, met een opening in êên uiteinde, terwijl het tegenover gelegen uiteinde een uitwendige diameter heeft die kleiner is dan de inwendige diameter van hef lichaam , en de lichaamswand tussen deze^ uiteinden 15 een zodanige dikte heeft, dat het tegenover gelegen gesloten uiteinde langs het inwendige van het lichaam kan worden gedrukt wanneer de wand van het lichaam steeds verder wordt cmgevouwen door de beweging van het tegenover-gelegen gesloten uiteinde cm de inhoud van het lichaam af te geven door de opening in het gesloten uiteinde, waarbij 20 het afsluitingsorgaan nabij de opening in het gesloten uiteinde ligt en voorzien is van een daardoor lopende opening en verplaatsbaar is van een eerste positie, waarin beide cpeningen met elkaar in verbinding staan voor doorgang van de inhoud bij uitoefenen van druk op het lichaam, en een tweede positie, waarin deze openingen niet met elkaar . 25 in verbinding staan,, en een afsluitorgaan voor de opening in het gesloten uiteinde van het lichaam, dat gelegen is tussen het gesloten uiteinde en het inwendige van de afsluiting.

30, Apparaat volgens conclusie 29, m et het kenmerk, dat het lichaam een cylindrisch, gesloten einde heeft waardoor een 30 opening loopt, een buigzaam lichaam loopt van het gesloten einde naar het tegenover gelegen einde, dat gesloten is door de open wandeinden op elkaar vast af te dichten, zodat afgifte van de inhoud van het lichaam mogelijk wordt gemaakt door samendrukken van de lichaamswand,

31, Apparaat volgens conclusie 29, met h s t 35 dat het lichaam een helle cylinder met gesloten uiteinden is, waarbij door êên van de uiteinden een opening loopt en de lichaamswand tussen de uiteinden buigzaam is, zodat afgifte van de inhoud van het lichaam megelijk wordt gemaakt door samendrukken van de lichaamswand. 800 2 4 89