NL8001406A - Verende bevestiging van een rail op betonnen dwars- liggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers. - Google Patents
Verende bevestiging van een rail op betonnen dwars- liggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rail
- spring
- concrete
- shaft
- support plate
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01B—PERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
- E01B9/00—Fastening rails on sleepers, or the like
- E01B9/02—Fastening rails, tie-plates, or chairs directly on sleepers or foundations; Means therefor
- E01B9/28—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members
- E01B9/30—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members by resilient steel clips
- E01B9/303—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members by resilient steel clips the clip being a shaped bar
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Railway Tracks (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
Description
N/29.470-Jb/hf _·
Hoesch Werke Aktiengesellschaft, te Dortmund,
Bondsrepubliek Duitsland.
Verende bevestiging van een rail op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers.
De uitvinding heeft betrekking op een verende bevestiging van een rail op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers door middel van uit staafstaal gebogen, de railvoet omlaag houdende, verende klemmen met veer-5 lus en schacht.
Voor het verend bevestigen van rails op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers worden tegenwoordig bevestigingselementen toegepast, waarbij veer-elementen door middel van dwarsliggerschroeven zijn gespan-10 nen en waarbij de veerelementen de rail verend omlaag houden en de dwarsliggerschroeven met behulp van nagels uit kunststof of hout in de betonnen dwarsliggers of de betonplaten zijn geschroefd.
Voor houten dwarsliggers hebben verende nagels 15 overeenkomstig die, welke zijn beschreven in het Duitse octrooischrift 1.106.788, goed voldaan. De verende railnagels maken het mogelijk met geringere kosten een even goed verend spannen van de rail op de dwarsligger te bewerkstelligen als bijvoorbeeld met een met schroeven werkende verende railbeves-20 tiging volgens het Duitse octrooischrift 1.257.817 wordt bereikt. Er zijn herhaaldelijk proefnemingen uitgevoerd om de verende railnagels ook voor betonnen dwarsliggers of voor een bovenbouw zonder dwarsliggers toe te passen, zie bijvoorbeeld het Duitse octrooischrift 1.241.857. De problemen, welke bij 25 toepassing van verende railnagels voor betonnen dwarsliggers optreden, hangen samen met de geringere wrijvingscoëfficiënt tussen staal en beton ten opzichte van die tussen staal en hout. In het Duitse octrooischrift 1.241.857 wordt getracht, de geringere hechting tussen beton en staal door een verende voor-30 spanning van de schacht van de verende nagel te vereffenen. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden, dat hout bij het invoeren van de schacht van een verende nagel elastisch meegeeft. Bij beton is evenwel geen elasticiteit aanwezig.
Volgens de bekende stand van de techniek kon de ver- - 2 - eiste spankracht van een verende nagel niet in een betonnen dwarsligger worden bereikt. Indien de voorspanning van de nagelschacht in het boorgat van de betonnen dwarsligger voldoende groot is vastgesteld om de vereiste neerhoudkracht 5 van de verende nagel te bereiken, wordt de sterkte van het beton overschreden, zodat de betonnen dwarsligger evenwijdig aan de bewapening scheurt. Indien de voorspanning van de schacht van de verende nagel zo ver wordt verminderd, dat de betonnen dwarsligger sterk genoeg is, dan kan geen voldoen-10 de neerhoudkracht worden verkregen.
De onderhavige uitvinding beoogt een verende rail-bevestiging van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die geschikt is voor toepassing bij betonnen dwarsliggers of bij een bovenbouw zonder dwarsliggers en die de eigenschap-15 pen en de eenvoudige opbouw van een verende nagel bezit.
Hiertoe wordt de verende railbevestiging volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de schacht door een steun-plaat is gevoerd en zich via een doorlaat in de betonnen dwarsligger, respectievelijk de bovenbouw zonder dwarsliggers 20 voortzet en met een klauw aan het uiteinde van de schacht in de gespannen toestand vormsluitend aangrijpt op een naar de onderzijde van de dwarsligger, respectievelijk de bovenbouw gekeerd tegenhoudvlak, terwijl de veerlus met een neerhoud-vinger direct, of via de steunplaat de railvoet omlaaghoudt, 25 waarbij een spanbegrenzer op de steunplaat steunt.
In met voordeel toe te passen uitvoeringen van de verende railbevestiging volgens de uitvinding kunnen een of meer van de volgende maatregelen verwezenlijkt zijn: a) de spanbegrenzer is eveneens als veerlus uitgevoerd, 30 b) de klauw aan het uiteinde van de schacht ligt in de gespannen toestand buitenwaarts van de dwarsdoorsnede van de doorlaat, c) het tegenhoudvlak voor de klauw is schroeflijnvormig uitgevoerd, 35 d) de doorlaat is sleutelgatvorraig uitgevoerd, e) de veerlussen zijn verschillend uitgevoerd.
Hierbij zij opgemerkt, dat uit de Duitse octrooi-schriften 3.194 en 537.117 reeds vormsluitende verbindingen tussen een dwarsligger en een railbevestiging bekend zijn.
40 Deze stand van de techniek kon evenwel niet tot de onderhavige 800 1 406 - 3 - uitvindingsgedachte bijdragen, daar het bij de genoemde publi-katies enerzijds niet gaat om een verende railbevestiging en de bekende vormsluitende verbindingen anderzijds niet voor betonnen dwarsliggers of voor een bovenbouw zonder dwarslig-5 gers bestemd waren.
De met de onderhavige uitvinding bereikte voordelen moeten in het bijzonder daarin worden gezien, dat met deze rail-bevestiging een eenvoudig en bedrijfszeker bevestigingsmiddel werd gevonden, dat aan alle eisen voor een verende 10 railbevestiging op betonnen dwarsliggers en op een bovenbouw zonder dwarsliggers voldoet. Verder is een bijzonder eenvoudige montage en demontage van deze railbevestiging mogelijk, waarbij de stand van de rail reeds voor het spannen van de rail kan worden gefixeerd.
15 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de verende railbevestiging volgens de uitvinding zijn afgeheeld.
Fig. 1 is een doorsnede van een railbevestiging 20 loodrecht op de langsrichting van de rail.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van de railbevestiging volgens fig. 1.
Fig. 3 is een bovenaanzicht van een railbevestiging met een verende klem met twee veerlussen.
25 Fig. 4 is een doorsnede loodrecht op de langsrich ting van de rail van de railbevestiging in de montagestand.
Fig. 5 is een doorsnede loodrecht op de langsrichting van de rail van de railbevestiging volgens fig. 3.
In de in de fig. 1-5 van de tekening weergegeven 30 uitvoeringsvoorbeelden is de railbevestiging in samenwerking met een betonnen dwarsligger 30 weergegeven. Bij toepassing in een ballastloze bovenbouw verandert niets aan deze railbevestiging .
Op de betonnen dwarsligger 30 ligt een rail 20 onder 35 tussenschakeling van een onderlegplaat 501. De zijdelingse ondersteuning van de rail 20 vindt plaats via een steunplaat 40, die enerzijds tegen de railvoet 201 aanligt en die anderzijds met een schuin vlak 401 tegen een schuin aanligvlak 303 van de betonnen dwarsligger 30 rust. Tussen de betonnen dwars-40 ligger 30 en de steunplaat 40 is een onderlegplaat 502 aange- ennunfi - 4 - bracht. Het omlaaghouden van de rail 20 vindt door middel van een verende klem 10 plaats. De in een neerhoudvinger 105 eindigende veerlus 101 drukt op de railvoet 201 van de rail. Als alternatief kan de steunplaat 40 over de railvoet 201 5 grijpen en steunt de neerhoudvinger 105 van de verende klem 10 op deze steunplaat 40. De schacht 102 van de verende klem 10 doorloopt de steunplaat 40 en zet zich voort in de betonnen dwarsligger 30 in een daaarvoor gevormde doorlaat 301.
Met een klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 grijpt 10 de verende klem 10 over een tegenhoudvlak 302, dat naar de onderzijde van de betonnen dwarsligger 30 is toegekeerd. In het uitvoeringsvoorbeeld is voor het tegenhoudvlak 302 een afzonderlijk inlegstuk 304 in de betonnen dwarsligger 30 aangebracht. Een spanbegrenzer 104 aan de verende klem 10 rust 15 in de gespannen toestand op de steunplaat 40. In een alternatieve uitvoering zet de schacht 102, die gevormd is doordat het staafstaal op deze plaats dubbel op elkaar ligt, zich in plaats van met een spanbegrenzer 104 met een tweede veerlus 106 voort, welke tweede veerlus 106 met een tweede neerhoud-20 vinger 107 op de steunplaat 40 drukt (fig. 3 en 5).
Voor de montage van de verende railbevestiging volgens de uitvinding wordt de verende klem 10 in de montage-stand (fig. 4) van boven af met de schacht 102 en de klauw 103 door de doorlaat 301 omlaag gevoerd. Hiertoe is de door-25 laat 301 bij voorkeur sleutelgatvormig uitgevoerd. De montage-stand toont de verende klem 10 in de positie, dat de steunplaat 40 is gefixeerd en een vrije doorgang voor de rail 20 van boven af voor de montage vrij blijft. De betonnen dwarsliggers 30 kunnen derhalve met de tevoren gemonteerde rail-30 bevestigingen op de bouwplaats worden afgeleverd. Voor het spannen zijn twee verschillende mogelijkheden aanwezig.
Volgens de eerste methode is het tegenhoudvlak 302 schroeflijnvormig uitgevoerd. Bij het verdraaien van de verende klem 10 vanuit de montagestand in de bedrijfsstand 35 schroeft de klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 zich over dit schroeflijnvormige tegenhoudvlak 302 omlaag. Hierdoor wordt in de bedrijfsstand de vereiste voorspankracht verkregen.
Volgens de tweede methode vindt het spannen plaats 40 met behulp van spanwerktuigen. Hierbij wordt de verende klem 800 1 4 06 -δ- ΙΟ ±η de montagestand omlaag gedrukt en in de omlaag gedrukte toestand in de bedrijfsstand verdraaid. Door dit verdraaien kan de verende klem 10 niet meer ontspannen, daar de klauw 103 in de bedrijfsstand vormsluitend over het tegenhoudvlak 5 302 grijpt.
Door de uitvoering van de verende klem 10 met verschillende veerlussen 101, 106 wordt een verschillende spankracht aan de schacht 102 van de verende klem 10 verkregen. Hierdoor wordt een buigmoment opgewekt, dat er voor zorgdraagt, 10 dat de klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 zonder verdere maatregelen vormsluitend onder het tegenhoudvlak 302 grijpt. Bij de demontage van de op deze wijze uitgevoerde verende klem 10 moet een tegenmoment op de veerlussen 101, 106 worden uitgeoefend, teneinde de klauw 103 door de vrije ruim-15 te van de doorlaat 301 te kunnen terugtrekken.
Zoals uit fig. 5 blijkt, is bij de railbevestiging volgens de uitvinding zonder meer een zijdelingse instelling van de rail 20 mogelijk. Hiertoe worden op bekende wijze zijdelingse instelstukken 60 met verschillende dikte tussen het 20 schuine aanligvlak 303 van de betonnen dwarsligger 30 en het schuine vlak van de steunplaat 40 geschoven. Voor deze zijdelingse instelbaarheid moet de doorlaat van de steunplaat 40 de nodige vrijheid bezitten.
Voorts toont fig. 5 de variant, waarin de railvoet 25 201 door de verende klem 10 via een neus 402 van de steunplaat 40 omlaag gehouden wordt.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gewijzigd.
8 0 0 1 4 06
Claims (7)
1. Verende bevestiging van een rail op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers door middel van uit staafstaal gebogen, de railvoet omlaag houdende, verende klemmen met veerlus en schacht, met het k e n-5 m e r k, dat de schacht (102) door een steunplaat (40) is gevoerd en zich via een doorlaat (301) in de betonnen dwarsligger (30), respectievelijk de bovenbouw zonder dwarsliggers voortzet en met een klauw (103) aan het uiteinde van de schacht (102) in de gespannen toestand vormsluitend aan- 10 grijpt op een naar de onderzijde van de dwarsligger, respectievelijk de bovenbouw gekeerd tegenhoudvlak (302), terwijl de veerlus (101) met een neerhoudvinger (105) direct, of via de steunplaat (40) de railvoet (201) omlaag houdt, waarbij een spanbegrenzer (104) op de steunplaat (40) steunt.
2. Verende railbevestiging volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spanbegrenzer (104) eveneens als veerlus is uitgevoerd.
3. Verende railbevestiging volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de klauw (103) aan het uitein- 20 de van de schacht (102) in de gespannen stand buitenwaarts van de dwarsdoorsnede van de doorlaat (301) ligt.
4. Verende railbevestiging volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het tegenhoudvlak (302) voor de klauw (103) schroeflijnvormig is uitgevoerd.
5. Verende railbevestiging volgens een der voorgaan de conclusies, met het kenmerk, dat de doorlaat (301) sleutelgatvormig is uitgevoerd.
6. Verende railbevestiging volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de veerlussen (101, 106) 30 verschillend zijn uitgevoerd. / '' ? Γ f
80. U06
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2911825 | 1979-03-26 | ||
DE19792911825 DE2911825A1 (de) | 1979-03-26 | 1979-03-26 | Federnde schienenbefestigung |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001406A true NL8001406A (nl) | 1980-09-30 |
Family
ID=6066447
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001406A NL8001406A (nl) | 1979-03-26 | 1980-03-10 | Verende bevestiging van een rail op betonnen dwars- liggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers. |
Country Status (19)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS55129501A (nl) |
AR (1) | AR222856A1 (nl) |
AT (1) | AT366123B (nl) |
AU (1) | AU535645B2 (nl) |
BR (1) | BR8001787A (nl) |
CA (1) | CA1145729A (nl) |
DE (1) | DE2911825A1 (nl) |
ES (1) | ES488621A1 (nl) |
FR (1) | FR2452546A1 (nl) |
GB (1) | GB2045320B (nl) |
GR (1) | GR68100B (nl) |
IN (1) | IN152207B (nl) |
IT (1) | IT1146153B (nl) |
MX (1) | MX149974A (nl) |
NL (1) | NL8001406A (nl) |
PL (1) | PL130979B1 (nl) |
SE (1) | SE8002261L (nl) |
YU (1) | YU84380A (nl) |
ZA (1) | ZA801760B (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2944725C2 (de) * | 1979-11-06 | 1983-10-27 | Hoesch Werke Ag, 4600 Dortmund | Federnde Schienenbefestigung auf Betonschwellen |
DE3408597C2 (de) * | 1984-03-09 | 1986-03-13 | Hoesch Ag, 4600 Dortmund | Betonschwelle mit Schienenbefestigungen |
JPH0747904B2 (ja) * | 1986-04-14 | 1995-05-24 | 富士重工業株式会社 | 自動車用ドアのコントロ−ル装置 |
JPS6314602U (nl) * | 1986-07-14 | 1988-01-30 | ||
JPS6323301U (nl) * | 1986-07-30 | 1988-02-16 | ||
FR2608182B1 (fr) * | 1986-12-12 | 1990-08-24 | Vanotti Gerard | Dispositif de fixation elastique rapide d'un rail de chemin de fer |
FR2639971B1 (fr) * | 1988-12-02 | 1991-02-08 | Vape Sa Ets | Bride de fixation rapide d'un rail de chemin de fer et traverse munie d'une telle bride |
ATE84090T1 (de) * | 1988-12-02 | 1993-01-15 | Vape Sa Ets | Schnellbefestigung fuer eisenbahnschienen und schwelle mit solcher befestigung. |
DE3842534C1 (nl) * | 1988-12-17 | 1990-07-26 | Hoesch Ag, 4600 Dortmund, De | |
JPH0663202B2 (ja) * | 1989-04-03 | 1994-08-22 | 株式会社金澤製作所 | レール止めクリップ |
DE102005058467A1 (de) * | 2005-12-07 | 2007-06-14 | Db Netz Ag | Befestigungsmittel zur Befestigung von Bahnschienen auf Gleisschwellen oder Gleifahrwegen |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE537117C (de) * | 1930-04-28 | 1931-10-29 | Harold Chisman Muggeridge | Schienenbefestigung mittels Klauen |
DE932499C (de) * | 1952-12-18 | 1955-09-01 | Erwin Wirsing | Schienenbefestigung mit Stahlfedern auf Betonschwellen |
-
1979
- 1979-03-26 DE DE19792911825 patent/DE2911825A1/de active Granted
-
1980
- 1980-01-08 AT AT0007780A patent/AT366123B/de not_active IP Right Cessation
- 1980-01-14 GR GR60959A patent/GR68100B/el unknown
- 1980-01-19 IN IN77/CAL/80A patent/IN152207B/en unknown
- 1980-02-15 ES ES488621A patent/ES488621A1/es not_active Expired
- 1980-02-20 AR AR280021A patent/AR222856A1/es active
- 1980-03-04 MX MX181412A patent/MX149974A/es unknown
- 1980-03-05 AU AU56164/80A patent/AU535645B2/en not_active Ceased
- 1980-03-06 GB GB8007673A patent/GB2045320B/en not_active Expired
- 1980-03-07 IT IT48107/80A patent/IT1146153B/it active
- 1980-03-10 NL NL8001406A patent/NL8001406A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-03-24 CA CA000348264A patent/CA1145729A/en not_active Expired
- 1980-03-25 JP JP3699980A patent/JPS55129501A/ja active Pending
- 1980-03-25 ZA ZA00801760A patent/ZA801760B/xx unknown
- 1980-03-25 PL PL1980222995A patent/PL130979B1/pl unknown
- 1980-03-25 SE SE8002261A patent/SE8002261L/ not_active Application Discontinuation
- 1980-03-25 BR BR8001787A patent/BR8001787A/pt unknown
- 1980-03-26 FR FR8006760A patent/FR2452546A1/fr active Granted
- 1980-03-26 YU YU00843/80A patent/YU84380A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE2911825A1 (de) | 1980-10-02 |
AU5616480A (en) | 1980-10-02 |
CA1145729A (en) | 1983-05-03 |
IT8048107A0 (it) | 1980-03-07 |
GR68100B (nl) | 1981-10-30 |
GB2045320B (en) | 1983-01-26 |
PL222995A1 (nl) | 1980-12-01 |
AR222856A1 (es) | 1981-06-30 |
FR2452546B1 (nl) | 1983-10-14 |
AT366123B (de) | 1982-03-10 |
ZA801760B (en) | 1981-03-25 |
IT1146153B (it) | 1986-11-12 |
YU84380A (en) | 1983-01-21 |
ES488621A1 (es) | 1980-09-16 |
DE2911825C2 (nl) | 1983-09-15 |
ATA7780A (de) | 1981-07-15 |
JPS55129501A (en) | 1980-10-07 |
SE8002261L (sv) | 1980-09-27 |
BR8001787A (pt) | 1980-11-18 |
GB2045320A (en) | 1980-10-29 |
FR2452546A1 (fr) | 1980-10-24 |
AU535645B2 (en) | 1984-03-29 |
IN152207B (nl) | 1983-11-19 |
MX149974A (es) | 1984-02-21 |
PL130979B1 (en) | 1984-09-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8001406A (nl) | Verende bevestiging van een rail op betonnen dwars- liggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers. | |
US8757510B2 (en) | Laterally displaceable rail fastening | |
CA2217076C (en) | Deflection slide clip | |
AU2006324346B2 (en) | Apparatus for attachment of a mount for sensors, switching means and the like to rails | |
CA2571729A1 (en) | System for fastening a rail for rail vehicles | |
JP2011525948A (ja) | 線路のまくら木へのレール固定装置 | |
JP3647038B2 (ja) | レール係止装置 | |
TR201815829T4 (tr) | Ray bağlanti noktasi ve bunun gi̇bi̇ ray bağlanti noktasi i̇çi̇n ayar saci | |
US3888414A (en) | Resiliently yieldable rail fastening | |
US4267970A (en) | Holder for a guiding structure | |
CN107435283B (zh) | 用于固定用于轨道车辆的轨道的装置 | |
US4981264A (en) | Device for fixing stock rails in railway switches as well as process for fixing stock rails by means of such device | |
US20060032934A1 (en) | Non-invasive railroad attachment mechanism | |
KR20210035848A (ko) | 차량 제한 시스템용 수직 부재 | |
US5582371A (en) | Rail flange securement clamp | |
CA1161005A (en) | Rail mounting system | |
EP0272874B1 (en) | Rail clip assembly | |
KR0137010B1 (ko) | 콘크리이트의 슬래브위에 레일을 고정하기 위한 장치 | |
JP3230214B2 (ja) | レールの高さ調整固定装置 | |
NL8901123A (nl) | Inrichting voor de bevestiging van een inbouwspoelbekken. | |
NL193460C (nl) | Draagorgaan voor het ophangen van een plafondgeraamte aan een draagconstructie. | |
US879905A (en) | Clip for structural ironwork. | |
NL1028517C1 (nl) | Balkklem. | |
JPH11269803A (ja) | レール転倒防止器 | |
JPH06322703A (ja) | 軌道用レール締結装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |