NL8001406A - SPRING MOUNTING OF A RAIL ON CONCRETE BEAMS OR UPPER WITHOUT BEAMS. - Google Patents
SPRING MOUNTING OF A RAIL ON CONCRETE BEAMS OR UPPER WITHOUT BEAMS. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A NL 8001406 A NL8001406 A NL 8001406A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- rail
- spring
- concrete
- shaft
- support plate
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E01—CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
- E01B—PERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
- E01B9/00—Fastening rails on sleepers, or the like
- E01B9/02—Fastening rails, tie-plates, or chairs directly on sleepers or foundations; Means therefor
- E01B9/28—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members
- E01B9/30—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members by resilient steel clips
- E01B9/303—Fastening on wooden or concrete sleepers or on masonry with clamp members by resilient steel clips the clip being a shaped bar
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Railway Tracks (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
Description
N/29.470-Jb/hf _·N / 29470-Jb / hf _
Hoesch Werke Aktiengesellschaft, te Dortmund,Hoesch Werke Aktiengesellschaft, in Dortmund,
Bondsrepubliek Duitsland.Federal Republic of Germany.
Verende bevestiging van een rail op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers.Spring mounting of a rail on concrete sleepers or on a superstructure without sleepers.
De uitvinding heeft betrekking op een verende bevestiging van een rail op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers door middel van uit staafstaal gebogen, de railvoet omlaag houdende, verende klemmen met veer-5 lus en schacht.The invention relates to a resilient fastening of a rail on concrete sleepers or on a superstructure without sleepers by means of spring clips clamped with bar-steel, bent down the rail foot, with spring clips and shaft.
Voor het verend bevestigen van rails op betonnen dwarsliggers of op een bovenbouw zonder dwarsliggers worden tegenwoordig bevestigingselementen toegepast, waarbij veer-elementen door middel van dwarsliggerschroeven zijn gespan-10 nen en waarbij de veerelementen de rail verend omlaag houden en de dwarsliggerschroeven met behulp van nagels uit kunststof of hout in de betonnen dwarsliggers of de betonplaten zijn geschroefd.Fixing elements are nowadays used for resiliently mounting rails on concrete sleepers or on a superstructure without sleepers, in which spring elements are tensioned by means of crossbeam screws and where the spring elements keep the rail down and the crossbeam screws by means of nails. plastic or wood are screwed into the concrete sleepers or the concrete slabs.
Voor houten dwarsliggers hebben verende nagels 15 overeenkomstig die, welke zijn beschreven in het Duitse octrooischrift 1.106.788, goed voldaan. De verende railnagels maken het mogelijk met geringere kosten een even goed verend spannen van de rail op de dwarsligger te bewerkstelligen als bijvoorbeeld met een met schroeven werkende verende railbeves-20 tiging volgens het Duitse octrooischrift 1.257.817 wordt bereikt. Er zijn herhaaldelijk proefnemingen uitgevoerd om de verende railnagels ook voor betonnen dwarsliggers of voor een bovenbouw zonder dwarsliggers toe te passen, zie bijvoorbeeld het Duitse octrooischrift 1.241.857. De problemen, welke bij 25 toepassing van verende railnagels voor betonnen dwarsliggers optreden, hangen samen met de geringere wrijvingscoëfficiënt tussen staal en beton ten opzichte van die tussen staal en hout. In het Duitse octrooischrift 1.241.857 wordt getracht, de geringere hechting tussen beton en staal door een verende voor-30 spanning van de schacht van de verende nagel te vereffenen. Hierbij moet er rekening mee worden gehouden, dat hout bij het invoeren van de schacht van een verende nagel elastisch meegeeft. Bij beton is evenwel geen elasticiteit aanwezig.For wooden sleepers, resilient nails 15 similar to those described in German Patent 1,106,788 have been satisfactory. The resilient rail nails make it possible to achieve as good a resilient tensioning of the rail on the sleeper at a lower cost as is achieved, for example, with a screw-mounted resilient rail attachment according to German patent 1,257,817. Repeated tests have been carried out to also use the spring rail nails for concrete sleepers or for a superstructure without sleepers, see, for example, German patent 1,241,857. The problems which arise when using spring rail nails for concrete sleepers are related to the lower coefficient of friction between steel and concrete compared to that between steel and wood. German Pat. No. 1,241,857 seeks to compensate for less adhesion between concrete and steel by a spring preload of the spring nail shank. It must be taken into account here that wood yields elastically when entering the shaft of a spring nail. However, no elasticity is present with concrete.
Volgens de bekende stand van de techniek kon de ver- - 2 - eiste spankracht van een verende nagel niet in een betonnen dwarsligger worden bereikt. Indien de voorspanning van de nagelschacht in het boorgat van de betonnen dwarsligger voldoende groot is vastgesteld om de vereiste neerhoudkracht 5 van de verende nagel te bereiken, wordt de sterkte van het beton overschreden, zodat de betonnen dwarsligger evenwijdig aan de bewapening scheurt. Indien de voorspanning van de schacht van de verende nagel zo ver wordt verminderd, dat de betonnen dwarsligger sterk genoeg is, dan kan geen voldoen-10 de neerhoudkracht worden verkregen.According to the known prior art, the required clamping force of a spring nail could not be achieved in a concrete sleeper. If the pretension of the nail shank in the borehole of the concrete sleeper is set sufficiently high to achieve the required holding force 5 of the resilient nail, the strength of the concrete is exceeded, so that the concrete sleeper tears parallel to the reinforcement. If the preload of the spring nail shank is reduced to such an extent that the concrete sleeper is strong enough, a satisfactory hold-down force cannot be obtained.
De onderhavige uitvinding beoogt een verende rail-bevestiging van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die geschikt is voor toepassing bij betonnen dwarsliggers of bij een bovenbouw zonder dwarsliggers en die de eigenschap-15 pen en de eenvoudige opbouw van een verende nagel bezit.The object of the present invention is to provide a resilient rail fastening of the type mentioned in the preamble, which is suitable for use in concrete sleepers or in a superstructure without sleepers and which has the properties and the simple construction of a spring nail.
Hiertoe wordt de verende railbevestiging volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de schacht door een steun-plaat is gevoerd en zich via een doorlaat in de betonnen dwarsligger, respectievelijk de bovenbouw zonder dwarsliggers 20 voortzet en met een klauw aan het uiteinde van de schacht in de gespannen toestand vormsluitend aangrijpt op een naar de onderzijde van de dwarsligger, respectievelijk de bovenbouw gekeerd tegenhoudvlak, terwijl de veerlus met een neerhoud-vinger direct, of via de steunplaat de railvoet omlaaghoudt, 25 waarbij een spanbegrenzer op de steunplaat steunt.For this purpose, the resilient rail fastening according to the invention is characterized in that the shaft is guided through a support plate and continues through a passage in the concrete crossbeam or the superstructure without crossbars 20 and with a claw at the end of the shaft in the the tensioned position engages positively on a retaining surface facing the underside of the crossbeam or the superstructure, while the spring loop holds the rail foot down directly with the hold-up finger or via the support plate, whereby a tension limiter rests on the support plate.
In met voordeel toe te passen uitvoeringen van de verende railbevestiging volgens de uitvinding kunnen een of meer van de volgende maatregelen verwezenlijkt zijn: a) de spanbegrenzer is eveneens als veerlus uitgevoerd, 30 b) de klauw aan het uiteinde van de schacht ligt in de gespannen toestand buitenwaarts van de dwarsdoorsnede van de doorlaat, c) het tegenhoudvlak voor de klauw is schroeflijnvormig uitgevoerd, 35 d) de doorlaat is sleutelgatvorraig uitgevoerd, e) de veerlussen zijn verschillend uitgevoerd.In advantageous embodiments of the resilient rail fastening according to the invention, one or more of the following measures can be implemented: a) the tension limiter is also designed as a spring loop, b) the claw at the end of the shaft lies in the tensioned outside the cross-section of the passage, c) the retaining surface for the claw is helical, d) the passage is keyhole-shaped, e) the spring loops are designed differently.
Hierbij zij opgemerkt, dat uit de Duitse octrooi-schriften 3.194 en 537.117 reeds vormsluitende verbindingen tussen een dwarsligger en een railbevestiging bekend zijn.It should be noted in this connection that form-fitting connections between a sleeper and a rail fastening are already known from German patents 3,194 and 537,117.
40 Deze stand van de techniek kon evenwel niet tot de onderhavige 800 1 406 - 3 - uitvindingsgedachte bijdragen, daar het bij de genoemde publi-katies enerzijds niet gaat om een verende railbevestiging en de bekende vormsluitende verbindingen anderzijds niet voor betonnen dwarsliggers of voor een bovenbouw zonder dwarslig-5 gers bestemd waren.40 However, this prior art could not contribute to the present inventive 800 1 406-3, since the publications mentioned do not, on the one hand, concern a resilient rail fastening and, on the other hand, the known form-locking connections do not apply to concrete sleepers or a superstructure. without sleepers.
De met de onderhavige uitvinding bereikte voordelen moeten in het bijzonder daarin worden gezien, dat met deze rail-bevestiging een eenvoudig en bedrijfszeker bevestigingsmiddel werd gevonden, dat aan alle eisen voor een verende 10 railbevestiging op betonnen dwarsliggers en op een bovenbouw zonder dwarsliggers voldoet. Verder is een bijzonder eenvoudige montage en demontage van deze railbevestiging mogelijk, waarbij de stand van de rail reeds voor het spannen van de rail kan worden gefixeerd.The advantages achieved with the present invention must in particular be seen in that a simple and reliable fastening means has been found with this rail fastening, which meets all the requirements for a resilient rail fastening on concrete sleepers and on a superstructure without sleepers. Furthermore, a particularly simple mounting and dismounting of this rail fastening is possible, wherein the position of the rail can already be fixed before clamping the rail.
15 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de verende railbevestiging volgens de uitvinding zijn afgeheeld.The invention will be elucidated hereinafter with reference to the drawing, in which some exemplary embodiments of the resilient rail fastening according to the invention are shown.
Fig. 1 is een doorsnede van een railbevestiging 20 loodrecht op de langsrichting van de rail.Fig. 1 is a section of a rail mounting 20 perpendicular to the longitudinal direction of the rail.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van de railbevestiging volgens fig. 1.Fig. 2 is a top plan view of the rail mounting of FIG. 1.
Fig. 3 is een bovenaanzicht van een railbevestiging met een verende klem met twee veerlussen.Fig. 3 is a top plan view of a rail mount with a spring clip with two spring loops.
25 Fig. 4 is een doorsnede loodrecht op de langsrich ting van de rail van de railbevestiging in de montagestand.FIG. 4 is a sectional view perpendicular to the longitudinal direction of the rail of the rail mounting in the mounting position.
Fig. 5 is een doorsnede loodrecht op de langsrichting van de rail van de railbevestiging volgens fig. 3.Fig. 5 is a sectional view perpendicular to the longitudinal direction of the rail of the rail mounting of FIG. 3.
In de in de fig. 1-5 van de tekening weergegeven 30 uitvoeringsvoorbeelden is de railbevestiging in samenwerking met een betonnen dwarsligger 30 weergegeven. Bij toepassing in een ballastloze bovenbouw verandert niets aan deze railbevestiging .In the exemplary embodiments shown in Figs. 1-5 of the drawing, the rail fastening is shown in cooperation with a concrete sleeper 30. This rail fastening does not change when used in a ballast-free superstructure.
Op de betonnen dwarsligger 30 ligt een rail 20 onder 35 tussenschakeling van een onderlegplaat 501. De zijdelingse ondersteuning van de rail 20 vindt plaats via een steunplaat 40, die enerzijds tegen de railvoet 201 aanligt en die anderzijds met een schuin vlak 401 tegen een schuin aanligvlak 303 van de betonnen dwarsligger 30 rust. Tussen de betonnen dwars-40 ligger 30 en de steunplaat 40 is een onderlegplaat 502 aange- ennunfi - 4 - bracht. Het omlaaghouden van de rail 20 vindt door middel van een verende klem 10 plaats. De in een neerhoudvinger 105 eindigende veerlus 101 drukt op de railvoet 201 van de rail. Als alternatief kan de steunplaat 40 over de railvoet 201 5 grijpen en steunt de neerhoudvinger 105 van de verende klem 10 op deze steunplaat 40. De schacht 102 van de verende klem 10 doorloopt de steunplaat 40 en zet zich voort in de betonnen dwarsligger 30 in een daaarvoor gevormde doorlaat 301.On the concrete sleeper 30, a rail 20 is interposed by an intermediate plate 501 under 35. The lateral support of the rail 20 takes place via a support plate 40, which rests against the rail foot 201 on the one hand and which, on the other hand, has an inclined surface 401 against an inclined contact surface. 303 of the concrete sleeper 30 rests. An underlay plate 502 is arranged between the concrete cross beam 30 and the support plate 40. The rail 20 is held down by means of a resilient clamp 10. The spring loop 101 terminating in a hold-down finger 105 presses on the rail foot 201 of the rail. Alternatively, the support plate 40 can engage over the rail foot 201 and the hold down finger 105 of the resilient clamp 10 rests on this support plate 40. The shaft 102 of the resilient clamp 10 traverses the support plate 40 and continues into the concrete sleeper 30 in a passage 301 formed therefor.
Met een klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 grijpt 10 de verende klem 10 over een tegenhoudvlak 302, dat naar de onderzijde van de betonnen dwarsligger 30 is toegekeerd. In het uitvoeringsvoorbeeld is voor het tegenhoudvlak 302 een afzonderlijk inlegstuk 304 in de betonnen dwarsligger 30 aangebracht. Een spanbegrenzer 104 aan de verende klem 10 rust 15 in de gespannen toestand op de steunplaat 40. In een alternatieve uitvoering zet de schacht 102, die gevormd is doordat het staafstaal op deze plaats dubbel op elkaar ligt, zich in plaats van met een spanbegrenzer 104 met een tweede veerlus 106 voort, welke tweede veerlus 106 met een tweede neerhoud-20 vinger 107 op de steunplaat 40 drukt (fig. 3 en 5).With a claw 103 at the end of the shaft 102, the resilient clamp 10 engages a retaining surface 302, which faces the underside of the concrete sleeper 30. In the exemplary embodiment, a separate insert 304 is provided for the retaining surface 302 in the concrete sleeper 30. A tension limiter 104 on the resilient clamp 10 rests 15 on the support plate 40 in the tensioned state. In an alternative embodiment, the shaft 102, which is formed by the bar steel being double-superimposed at this location, settles instead of with a tension limiter 104 with a second spring loop 106, which second spring loop 106 presses onto the support plate 40 with a second hold-down finger 107 (Figures 3 and 5).
Voor de montage van de verende railbevestiging volgens de uitvinding wordt de verende klem 10 in de montage-stand (fig. 4) van boven af met de schacht 102 en de klauw 103 door de doorlaat 301 omlaag gevoerd. Hiertoe is de door-25 laat 301 bij voorkeur sleutelgatvormig uitgevoerd. De montage-stand toont de verende klem 10 in de positie, dat de steunplaat 40 is gefixeerd en een vrije doorgang voor de rail 20 van boven af voor de montage vrij blijft. De betonnen dwarsliggers 30 kunnen derhalve met de tevoren gemonteerde rail-30 bevestigingen op de bouwplaats worden afgeleverd. Voor het spannen zijn twee verschillende mogelijkheden aanwezig.For mounting the resilient rail attachment according to the invention, the resilient clamp 10 in the mounting position (Fig. 4) is fed from above with the shaft 102 and the claw 103 down through the passage 301. For this purpose, the passage 301 is preferably keyhole-shaped. The mounting position shows the spring clip 10 in the position that the support plate 40 is fixed and a free passage for the rail 20 from above remains free for mounting. The concrete sleepers 30 can therefore be delivered to the construction site with the pre-mounted rail-30 fixings. There are two different options for tensioning.
Volgens de eerste methode is het tegenhoudvlak 302 schroeflijnvormig uitgevoerd. Bij het verdraaien van de verende klem 10 vanuit de montagestand in de bedrijfsstand 35 schroeft de klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 zich over dit schroeflijnvormige tegenhoudvlak 302 omlaag. Hierdoor wordt in de bedrijfsstand de vereiste voorspankracht verkregen.According to the first method, the retaining surface 302 is helical. When the resilient clamp 10 is rotated from the mounting position into the operating position 35, the claw 103 on the end of the shaft 102 screws down over this helical retaining surface 302. This provides the required pre-tension force in the operating position.
Volgens de tweede methode vindt het spannen plaats 40 met behulp van spanwerktuigen. Hierbij wordt de verende klem 800 1 4 06 -δ- ΙΟ ±η de montagestand omlaag gedrukt en in de omlaag gedrukte toestand in de bedrijfsstand verdraaid. Door dit verdraaien kan de verende klem 10 niet meer ontspannen, daar de klauw 103 in de bedrijfsstand vormsluitend over het tegenhoudvlak 5 302 grijpt.According to the second method, the tensioning takes place using clamping tools. The resilient clamp 800 1 4 06 -δ- ΙΟ ± η is pressed down in the mounting position and turned to the operating position in the down-pressed position. As a result of this rotation, the resilient clamp 10 can no longer relax, since the claw 103 engages positively over the retaining surface 5 302 in the operating position.
Door de uitvoering van de verende klem 10 met verschillende veerlussen 101, 106 wordt een verschillende spankracht aan de schacht 102 van de verende klem 10 verkregen. Hierdoor wordt een buigmoment opgewekt, dat er voor zorgdraagt, 10 dat de klauw 103 aan het uiteinde van de schacht 102 zonder verdere maatregelen vormsluitend onder het tegenhoudvlak 302 grijpt. Bij de demontage van de op deze wijze uitgevoerde verende klem 10 moet een tegenmoment op de veerlussen 101, 106 worden uitgeoefend, teneinde de klauw 103 door de vrije ruim-15 te van de doorlaat 301 te kunnen terugtrekken.By designing the resilient clamp 10 with different spring loops 101, 106, a different tension force is obtained on the shaft 102 of the resilient clamp 10. This generates a bending moment which ensures that the claw 103 at the end of the shaft 102 engages positively under the retaining surface 302 without further measures. When dismounting the resilient clamp 10 constructed in this way, a counter-torque must be applied to the spring loops 101, 106 in order to be able to retract the claw 103 through the free space of the passage 301.
Zoals uit fig. 5 blijkt, is bij de railbevestiging volgens de uitvinding zonder meer een zijdelingse instelling van de rail 20 mogelijk. Hiertoe worden op bekende wijze zijdelingse instelstukken 60 met verschillende dikte tussen het 20 schuine aanligvlak 303 van de betonnen dwarsligger 30 en het schuine vlak van de steunplaat 40 geschoven. Voor deze zijdelingse instelbaarheid moet de doorlaat van de steunplaat 40 de nodige vrijheid bezitten.As can be seen from Fig. 5, with the rail fastening according to the invention a lateral adjustment of the rail 20 is readily possible. For this purpose, lateral adjusting pieces 60 of different thickness are slid between the inclined abutting face 303 of the concrete sleeper 30 and the oblique face of the supporting plate 40 in a known manner. For this lateral adjustability, the passage of the support plate 40 must have the necessary freedom.
Voorts toont fig. 5 de variant, waarin de railvoet 25 201 door de verende klem 10 via een neus 402 van de steunplaat 40 omlaag gehouden wordt.Fig. 5 further shows the variant in which the rail foot 201 is held down by the resilient clamp 10 via a nose 402 of the support plate 40.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gewijzigd.The invention is not limited to the exemplary embodiments shown in the drawing, which can be modified in various ways within the scope of the invention.
8 0 0 1 4 068 0 0 1 4 06
Claims (7)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2911825 | 1979-03-26 | ||
DE19792911825 DE2911825A1 (en) | 1979-03-26 | 1979-03-26 | SPRING RAIL MOUNT |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001406A true NL8001406A (en) | 1980-09-30 |
Family
ID=6066447
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001406A NL8001406A (en) | 1979-03-26 | 1980-03-10 | SPRING MOUNTING OF A RAIL ON CONCRETE BEAMS OR UPPER WITHOUT BEAMS. |
Country Status (19)
Country | Link |
---|---|
JP (1) | JPS55129501A (en) |
AR (1) | AR222856A1 (en) |
AT (1) | AT366123B (en) |
AU (1) | AU535645B2 (en) |
BR (1) | BR8001787A (en) |
CA (1) | CA1145729A (en) |
DE (1) | DE2911825A1 (en) |
ES (1) | ES488621A1 (en) |
FR (1) | FR2452546A1 (en) |
GB (1) | GB2045320B (en) |
GR (1) | GR68100B (en) |
IN (1) | IN152207B (en) |
IT (1) | IT1146153B (en) |
MX (1) | MX149974A (en) |
NL (1) | NL8001406A (en) |
PL (1) | PL130979B1 (en) |
SE (1) | SE8002261L (en) |
YU (1) | YU84380A (en) |
ZA (1) | ZA801760B (en) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2944725C2 (en) * | 1979-11-06 | 1983-10-27 | Hoesch Werke Ag, 4600 Dortmund | Spring-loaded rail fastening on concrete sleepers |
DE3408597C2 (en) * | 1984-03-09 | 1986-03-13 | Hoesch Ag, 4600 Dortmund | Concrete sleeper with rail fastenings |
JPH0747904B2 (en) * | 1986-04-14 | 1995-05-24 | 富士重工業株式会社 | Automotive door control device |
JPS6314602U (en) * | 1986-07-14 | 1988-01-30 | ||
JPS6323301U (en) * | 1986-07-30 | 1988-02-16 | ||
FR2608182B1 (en) * | 1986-12-12 | 1990-08-24 | Vanotti Gerard | DEVICE FOR QUICK ELASTIC FIXING OF A RAILWAY RAIL |
FR2639971B1 (en) * | 1988-12-02 | 1991-02-08 | Vape Sa Ets | FLANGE FOR QUICK FIXING OF A RAILWAY RAIL AND CROSS-SECTION PROVIDED WITH SUCH A FLANGE |
ATE84090T1 (en) * | 1988-12-02 | 1993-01-15 | Vape Sa Ets | QUICK ATTACHMENT FOR RAILWAY TRACKS AND SLEEPER WITH SUCH ATTACHMENT. |
DE3842534C1 (en) * | 1988-12-17 | 1990-07-26 | Hoesch Ag, 4600 Dortmund, De | |
JPH0663202B2 (en) * | 1989-04-03 | 1994-08-22 | 株式会社金澤製作所 | Rail stop clip |
DE102005058467A1 (en) * | 2005-12-07 | 2007-06-14 | Db Netz Ag | Fasteners for fastening railway tracks on sleepers or tracks |
Family Cites Families (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE537117C (en) * | 1930-04-28 | 1931-10-29 | Harold Chisman Muggeridge | Rail fastening by means of claws |
DE932499C (en) * | 1952-12-18 | 1955-09-01 | Erwin Wirsing | Rail fastening with steel springs on concrete sleepers |
-
1979
- 1979-03-26 DE DE19792911825 patent/DE2911825A1/en active Granted
-
1980
- 1980-01-08 AT AT0007780A patent/AT366123B/en not_active IP Right Cessation
- 1980-01-14 GR GR60959A patent/GR68100B/el unknown
- 1980-01-19 IN IN77/CAL/80A patent/IN152207B/en unknown
- 1980-02-15 ES ES488621A patent/ES488621A1/en not_active Expired
- 1980-02-20 AR AR280021A patent/AR222856A1/en active
- 1980-03-04 MX MX181412A patent/MX149974A/en unknown
- 1980-03-05 AU AU56164/80A patent/AU535645B2/en not_active Ceased
- 1980-03-06 GB GB8007673A patent/GB2045320B/en not_active Expired
- 1980-03-07 IT IT48107/80A patent/IT1146153B/en active
- 1980-03-10 NL NL8001406A patent/NL8001406A/en not_active Application Discontinuation
- 1980-03-24 CA CA000348264A patent/CA1145729A/en not_active Expired
- 1980-03-25 BR BR8001787A patent/BR8001787A/en unknown
- 1980-03-25 ZA ZA00801760A patent/ZA801760B/en unknown
- 1980-03-25 JP JP3699980A patent/JPS55129501A/en active Pending
- 1980-03-25 SE SE8002261A patent/SE8002261L/en not_active Application Discontinuation
- 1980-03-25 PL PL1980222995A patent/PL130979B1/en unknown
- 1980-03-26 FR FR8006760A patent/FR2452546A1/en active Granted
- 1980-03-26 YU YU00843/80A patent/YU84380A/en unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE8002261L (en) | 1980-09-27 |
BR8001787A (en) | 1980-11-18 |
GB2045320A (en) | 1980-10-29 |
CA1145729A (en) | 1983-05-03 |
DE2911825C2 (en) | 1983-09-15 |
AT366123B (en) | 1982-03-10 |
AU535645B2 (en) | 1984-03-29 |
AR222856A1 (en) | 1981-06-30 |
ZA801760B (en) | 1981-03-25 |
IN152207B (en) | 1983-11-19 |
GB2045320B (en) | 1983-01-26 |
YU84380A (en) | 1983-01-21 |
FR2452546B1 (en) | 1983-10-14 |
ATA7780A (en) | 1981-07-15 |
ES488621A1 (en) | 1980-09-16 |
MX149974A (en) | 1984-02-21 |
IT8048107A0 (en) | 1980-03-07 |
FR2452546A1 (en) | 1980-10-24 |
PL130979B1 (en) | 1984-09-29 |
DE2911825A1 (en) | 1980-10-02 |
AU5616480A (en) | 1980-10-02 |
GR68100B (en) | 1981-10-30 |
JPS55129501A (en) | 1980-10-07 |
PL222995A1 (en) | 1980-12-01 |
IT1146153B (en) | 1986-11-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8001406A (en) | SPRING MOUNTING OF A RAIL ON CONCRETE BEAMS OR UPPER WITHOUT BEAMS. | |
US8757510B2 (en) | Laterally displaceable rail fastening | |
CA2217076C (en) | Deflection slide clip | |
AU2006324346B2 (en) | Apparatus for attachment of a mount for sensors, switching means and the like to rails | |
CA2571729A1 (en) | System for fastening a rail for rail vehicles | |
CN1216078A (en) | Device for securing railway rails on standard concrete sleepers in highly resilient manner | |
JP2011525948A (en) | Rail fixing device to track sleepers | |
JP3647038B2 (en) | Rail locking device | |
TR201815829T4 (en) | RAIL MOUNTING AND ADJUSTING SHEET FOR RAIL MOUNTING | |
CN107435283B (en) | Device for fastening a rail for a rail vehicle | |
US4981264A (en) | Device for fixing stock rails in railway switches as well as process for fixing stock rails by means of such device | |
US20060032934A1 (en) | Non-invasive railroad attachment mechanism | |
KR20210035848A (en) | Vertical member for vehicle restriction system | |
US5582371A (en) | Rail flange securement clamp | |
CA1161005A (en) | Rail mounting system | |
EP0272874B1 (en) | Rail clip assembly | |
JP3230214B2 (en) | Rail height adjustment fixing device | |
NL8901123A (en) | DEVICE FOR ATTACHING A BUILT-IN SINK. | |
NL193460C (en) | Supporting member for suspending a ceiling frame from a supporting construction. | |
US879905A (en) | Clip for structural ironwork. | |
NL1028517C1 (en) | Beam clamp for secured profiled rail to profiled beam, has clamping part connected to fastener which is secured by screw to outside of clamp cross piece | |
JPH11269803A (en) | Rail overturning preventive equipment | |
JPH06322703A (en) | Fastener for track rail | |
DE9407489U1 (en) | Fastening device for a rail for rail vehicles | |
FI94784B (en) | Device for fixing a rail to a railway sleeper |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |