NL8901123A - Inrichting voor de bevestiging van een inbouwspoelbekken. - Google Patents

Description

-1-.

i 28477/CV/jk

Korte aanduiding: Inrichting voor de bevestiging van een inbouwspoel-bekken.

De uitvinding betreft een inrichting voor de bevestiging van een inbouwspoelbekken, dat een rondlopende spoeLbekkenrand en 5 een onder de spoeLbekkenrand aanwezige, op de rand van de inbouwopening van een draagplaat opliggende, veerkrachtige afdichting bezit, waarbij het spoelbekken met behulp van meerdere, telkens in de ruimte tussen de rondlopende inbouwopeningsrand en het spoelbekken aangebrachte bevestigingsmiddelen vastzetbaar is en de bevestigingsmiddelen telkens 10 uit een met het spoelbekken te verbinden vasthoudorgaan, een op het vasthoudorgaan op de dikte van de draagplaat instelbare spankLauw en een de spanklauw geleidende in een schroefdraaddeel van het vasthoudorgaan te schroeven spanbout bestaan .

Dergelijke inrichtingen dienen om het inbouwspoelbekken 15 vast te zetten in de inbouwopening en wel in horizontale en verticale richtingen, om een afdichten tegen vloeistoffen van allerlei soort te waarborgen. Het inbouwspoelbekken moet daarom blijvend op de rondlopende afdichting tegen de draagplaat (bijvoorbeeld werkplaat van een keuken) vastgespannen worden.

20 De bekende bevestigingen vervullen weliswaar de bovenstaand genoemde eisen in vergaande mate, zij zijn echter hetzij moeilijk te hanteren en/of te duur in de vervaardiging (EP-A1-0029079; EP-A1-0128772). De aan de omtrek aan te brengen bevestigingsmiddelen worden buiten de inbouwopening gemonteerd en staan, daar zij steeds zwenkbare 25 delen bezitten, niet in dezelfde hoekstand. Hier is te bedenken, dat de inbouwopening in hout- of kunststofbladen met behulp van steekzagen met de hand vervaardigd wordt en daardoor aanzienlijke tolerantie tot een vastgelegde vorm en grootte bezit . In de praktijk is bovendien van meer of minder goed zittende afdichtingen uit te gaan. De hantering 30 wordt bovendien daardoor beïnvloed, indien slechts een persoon de werkzaamheden uitvoert en geen speciaal hulpwerktuig ter beschikking staat. Onder dergelijke omstandigheden moeten maatregelen getroffen worden om het invoeren van het inbouwspoelbekken samen met de over diens omvang aangebrachte bevestigingsmiddelen te bewerkstelligen.

35 De uitvinding ligt de opgave ten gronde de hantering van de inrichting bij het inbouwen ondanks onnauwkeurige inbouwopening te 89 01 123 * t 28477/CV/jk -2-.

vergemakkelijken en zijn vervaardiging gelijktijdig goedkoper te maken, dat wil zeggen de bevestigingsmiddelen te vereenvoudigen.

De gestelde opgave wordt bij de in aanvang aangeduide inrichting volgens de uitvinding daardoor opgelost, dat telkens een 5 geheel bevestigingsmiddel in zijn bevestigingsstand voor de inbouw van het spoelbekken over de bovenste kant van de binnenzijde van de inbouwopening met een buitenste steunvlak schuin ligt en het inbouw- \ spoelbekken toegekeerd een scharnier vormt, van welke uitgaande ten minste een aanpasbare eerste arm aan het inbouw- spoelbekken 10 oevestigd is, waarbij de spanklauw in een ruimte tussen de rand van de inbouwopening en het inbouwspoelbekken plaats vindt, en dat het gehele bevestigingsmiddel door omlaag bewegen van het inbouw- spoel-bekken aan de kant op te richten en met zijn opgerichte steunvlak tegen de binnenzijde van de inbouwopening aanlegbaar en via alle 15 bevestigingsmiddelen het inbouw- spoelbekken op de draagpLaat te centreren is. Deze oplossing houdt rekening met de vorm- en tolerantie-afwijkingen van de inbouwopening en bewerkstelligt een centreren van het inbouw-spoelbekken in de fase van het omlaag bewegen, waai— bij de vasthoudorganen zich tegen de kant van de inbouwopening leggen 20 en onder verstelling (verbuiging resp. vastspannen) van de eerste arm in de inbouwstand zich met het steunvlak tegen de binnenzijde van de inbouwopening legt. Deze oplossing vereist na het inzetten van het spoelbekken slechts nog het vasttrekken van de spanbouten. Bovendien is het bevestigingsmiddel economisch te vervaardigen.

25 Al naar kosten, en de eis het scharnier weinig, veelvuldiger of slechts eenmaal in werking te moeten stellen, dat wil zeggen inbouw-spoelbekkens in te bouwen en later weer uit te bouwen, vindt de vormgeving, uitvoering en bemeting van het scharnier plaats.

Zo is er voor de meervoudige in- en uitbouw zorg voor ge-30 dragen, dat het scharnier bestaat uit een scharniergewricht.

Voor een kleiner aantal van in- en uitbouwhandelingen is het van voordeel, dat het scharnier uit een afgebogen plaat-buigdeel bestaat.

Verder wordt voor een zeer economische vervaardiging 35 voorgesteld, dat het scharnier bij een vasthoudorgaan uit plastificeer-bare kunststof uit een buigbare rug bestaat, welke een gedeelte van de 89 01 123 f *Γ 28477/CV/jk -3- eerste arm vormt.

In verdere uitvoering van de uitvinding is er zorg voor gedragen, dat het vasthoudorgaan een tweede arm vormt, en dat een derde arm is aangebracht, waarbij de tweede arm het schroefdraaddeel 5 van de spanbout draagt en aan de derde arm het rechte buitenste steun-vlak is aangebracht.

Volgens de verdere uitvinding wordt voorgesteld, dat de tweede en de derde arm evenwijdige gedeelten vormen. Daarbij kan de eerste arm maatafwijkingen door blijvende vervorming of door veer-10 spanning vereffenen.

Een andere verbetering bestaat daarin, dat tussen de tweede het schroefdraaddeel dragende arm en de derde het rechte buitenste steunvlak bezittende arm een geleidingsspleet voor een hoekarm van de spank lauw is gevormd.

15 In de tekening zijn meerdere uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding weergegeven die hierna worden beschreven.

Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van het in-bouw-spoelbekken,(dat uit edelstaal bestaat) het bevestigingsmiddel en de draagplaat in een gedeeltelijke doorsnede bij het begin van de 20 inzetbeweging.

Fig. 2 toont een deeldoorsnede volgens fig. 1 na beëindiging van de inzetbeweging.

Fig. 3 toont de deeldoorsnede volgens fig. 1 na vasttrekken van de spanbout en van de spanklauw.

25 Fig. 4a toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in voor aanzicht.

Fig. 4b toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in zijaanzicht.

Fig. 5 toont voor een tweede uitvoeringsvoorbeeld het in-30 bouw-spoelbekken (dat uit kunststof bestaat), het bevestigingsmiddel en de draagplaat in een gedeeltelijke doorsnede bij het begin van de inzetbeweging.

Fig. 6 toont de deeldoorsnede volgens fig. 5 na beëindiging van de inzetbeweging.

35 Fig. 7 toont de deeldoorsnede volgens fig. 5 na het vast trekken van de spanbout en van de spanklauw.

83 01 123.

-4- .

28477/CV/jk

Fig. 8a toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in voor- aanzi cht.

Fig. 8b toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in zijaanzicht.

5 Fig. 9 toont voor een derde uitvoeringsvoorbeeld het in bouw-spoelbekken (dat uit kunststof bestaat), het bevestigingsmiddel (wiens vasthoudorgaan uit kunststof bestaat) en de draagplaat in een gedeeltelijke doorsnede bij het begin van de inzetbeweging.

Fig. 10 toont de deeldoorsnede volgens fig. 9 na beëindiging 10 van de inzetbeweging.

Fig. 11 toont de deeldoorsnede volgens fig. 9 na het vasttrekken van de spanbouten van de spanklauw.

Fig. 12a toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in vooraanzicht .

15 Fig. 12b toont het bijbehorende bevestigingsmiddel in zij aanzicht.

De inrichting voor de bevestiging van een inbouw-spoelbekken 1, welke een rondlopende spoelbekkenrand 2 bezit, is voor zien van een onder de spoelbekkenrand 2 aangebrachte veerkrachtige 20 afdichting 3. De afdichting 3 ligt hierbij op de rand 4 van de inbouw-opening 5 van een draagplaat 6.

Het inbouw-spoelbekken 1 wordt met behulp van meerdere hierna beschreven bevestigingsmiddelen 7 vastgezet, welke bevestigingsmiddelen over de omtrek verdeeld zijn en in een ruimte 8 tussen de 25 inbouwopeningsrand 4 en het inbouw-spoelbekken 1 liggen.

Het bevestigingsmiddel 7 bestaat telkens uit een met het inbouw-spoelbekken 1 te verbinden vasthoudorgaan 9, welke een spanklauw 10 draagt. De spanklauw 10 is op de dikte 11 van de draagplaat 6 in te stellen. Hiertoe bezit het vasthoudorgaan 9 een schroefdraaddeel 30 12. In het schroefdraaddeel 12 en in de spanklauw 10 is een spanbout 13 geleidt.

Het vasthoudorgaan 9 is nu in het aan de dichting 3 toegevoerde gedeelte 14 boven de draagplaat 6 (om een schuin aanzetten te bewerkstelligen) voorzien van een scharnier 15, dat als scharnierge-35 wricht, afgebogen plaatbuigdeel 16 (zoals getekend) of bij een vasthoudorgaan 9 uit kunststof uit een buigbare rug 17 bestaat. Deze vormt 89 01 123 7 * 28477/CV/jk -5- een gedeelte 17a van een eerste arm 18.

Het vasthoudorgaan 9 bezit verder deze eerste aan het scharnier 15 aangesloten arm 18, welke naar een bevestigingsplaats 1a op het inbouw-spoelbekken 1 verloopt, waar de arm 18 hetzij in 5 een rondlopende rail 1b (fig. 1 tot 3) of door bouten 1c bevestigd is. Laatstgenoemde is voor kunststof-inbouw-spoelbekken 1 doelmatig.

Een tweede arm 19, welke deel van het vasthoudorgaan 9 is, draagt het schroefdraaddeel 12. Een derde arm 20, welke een recht buitenste steunvlak 21 naar de binnenzijde 5a van de inbouwopening 5 10 vormt, is eveneens deel van het vasthoudorgaan 9. Dit steunvlak 21 legt zich (fig. 1 en 5) eerst tegen de kant 5b van de inbouwopening 5, om in het verdere verloop van het naar beneden bewegen van het inbouw-spoelbekken 1 (in pijlrichting 22) zich volledig tegen de binnenzijde 5a van de inbouwopening 5 evenwijdig aan te leggen. Daardoor 15 wordt het inbouw-spoelbekken 1 gecentreerd en worden alle bevestigingsmiddelen 7 gelijktijdig in de werkstand gebracht.

Bij vervaardiging van het bevestigingsmiddel 7 en voor het inzetten van het inbouw-spoelbekken 1 vormen ten minste de tweede arm 19 en de derde arm 20 telkens evenwijdige gedeelte 23 (fig. 8b). De 20 eerste arm 18 kan ook voorgebogen zijn (fig. 4b). Na het inzetten van het inbouw-spoelbekken 1 behouden de tweede arm 19 en de derde arm 20 dergelijke evenwijdige gedeelten 23.

Tussen de tweede, het schroefdraaddeel 12 dragende arm 19 en de derde, het rechte buitenste steunvlak 21 bezittende arm 20 25 is een geleidingsspleet 24 voor een hoekarm 25 van de spanklauw 10 gevormd.

Bij aangepast afmetingen kan het scharnier 15 als steun dienen voor de afdichting 3 om het verschuiven van de afdichting 3 tijdens het naar beneden bewegen van het inbouw-spoelbekken 1 te 30 vermijden.

In de fign. 9 tot 12b is zowel het inbouw-spoelbekken 1 als ook het vasthoudorgaan 9 uit kunststof vervaardigd. Hierbij wordt het scharnier 15 door de buigbare rug 17 met een recht gedeelte 17a als eerste arm 18 gevormd.

89 01 123.1 35

Claims (7)

28477/CV/jk -6- ί

1. Inrichting voor de bevestiging van een inbouwspoelbekken dat een rondlopende spoelbekkenrand en een onder de spoelbekkenrand aanwezige, op de rand van de inbouwopening van een draagplaat opliggende 5 elastische afdichting bezit, waarbij het inbouw-spoelbekken met behulp van meerdere, telkens in de ruimte tussen de rondlopende inbouwopenings-rand en het inbouw-spoelbekken aangebrachte bevestigingsmiddelen vast-zetbaar is en de bevestigingsmiddelen telkens uit een met het inbouw-spoelbekken te verbinden vasthoudorgaan, een aan het vasthoudorgaan 10 op de dikte van de draagplaat in te stellen spanklauw en een de span-klauw geleidende, in een schroefdraaddeel van het vasthoudorgaan te schroeven spanbout bestaan, met het kenmerk, dat telkens een qeheel bevestigingsmiddel (7) in zijn bevestigingsstand voor de inbouw van het spoelbekken (1) boven de bovenste kant (5b) van de binnenzijde 15 (5a) van de inbouwopening (5) met een buitenste steunvlak (21) schuin ligt en het inbouw-spoelbekken (1) toegekeerd een scharnier (15) vormt, van welke uitgaande ten minste een aanpasbare eerste arm (18) aan het inbouw-spoelbekken (1) is bevestigd, waarbij de spanklauw (10) in een ruimte (8) tussen de inbouw-openingsrand (4) en het inbouw-spoelbekken 20 (1) plaatsvindt en dat het gehele bevestigingsmiddel (7) door naar beneden bewegen van het inbouw-spoelbekken (1) op de kant (5b) op te richten en met zijn opgericht steunvlak (21) tegen de binnenzijde (5a) van de inbouwopening (5) aan te leggen en via alle bevestigingsmiddelen (7) het inbouw-spoelbekken (1) tot de draagplaat (6) centreer-25 baar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnier (15) uit een scharniergewricht bestaat.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnier (15) uit een afgebogen plaatbuigdeel (16) bestaat.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het scharnier (15) bij een vasthoudorgaan (9) uit plastificeerbare kunststof uit een buigbare rug (17) bestaat, welke een gedeelte (17a) van de eerste arm (18) vormt.

5. Inrichting volgens een of meer der conclusies 1 tot 4, 35 met het kenmerk, dat het vasthoudorgaan (9) een tweede arm (19) vormt en dat een derde arm (20) is aangebracht, waarbij de tweede arm (19) 8901 123.' 28477/CV/]k p het schroefdaaddelen (12) voor de spanbout (13) draagt, en op de derde arm (20) het rechte buitenste steunvlak (21) is aangebracht.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tweede en de derde arm (19, 20) evenwijdige gedeelten (23) vormen.

7. Inrichting volgens de conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat tussen de tweede, het schroefdraaddeel (12) dragende arm (19) en de derde, het rechte buitenste steunvlak (21) bezittende arm (20) een geleidingsspleet (24) voor een hoekarm (25) van de spanklauw (10) is gevormd. 10 89 01 123