NL7905914A

NL7905914A - Kleurstof bevattend laagje van een filmvormend polymeer bindmiddel en toepassing ervan in een informatie- registratieeelement.

Info

Publication number: NL7905914A
Application number: NL7905914A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1979-08-01
Filing date: 1979-08-01
Publication date: 1981-02-03
Also published as: DE3064257D1; EP0023736A1; AU6075280A; AT374943B; JPS5655289A; US4364986A; CA1166060A; AU545906B2; EP0023736B1; ATA393580A; JPH0125716B2

Description

1 ,? ^ ·» · PHN 953¾

Kleurstof bevattend laagje van een filmvormend polymeer bindmiddel en toepassing ervan in een informatieregistra-tie element.

De uitvinding heeft betrekking op een kleurstof bevattend laagje van een filmvormend polymeer bindmiddel, waarbij de kleurstof is opgelost of fijn verdeeld in de bindmiddelmatrix.

5 Er bestaat in de techniek, vooral op het ge bied van optische filters en optische informatieregistra-tie elementen een sterke behoefte aan zeer dunne kleurstof bevattende laagjes die op een gemakkelijke wijze aangebracht kunnen worden op een substraat en die bij een ^ geringe dikte een hoge optische dichtheid bezitten.

Bekend zijn de geheel uit kleurstof bestaande laagjes die door middel van een opdampproces in een geringe laagdikte van bijvoorbeeld 0,5 y'um en met een optische dichtheid van omstreeks 0,4 aangebracht kunnen 15 worden op een substraat. Vanwege het opdampproces is de keuze van kleurstof beperkt. Zo zullen kleurstoffen met een geringe dampspanning zoals ionogene kleurstoffen niet gebruikt kunnen worden. Datzelfde geldt voor kleurstoffen die thermisch instabiel zijn.

20

Eveneens bekend zijn kleurstof-polymeer laagjes, waarbij de kleurstof is opgelost of fijn verdeeld in een polymeer bindmiddel. De laagjes kunnen op verschillende wijzen worden verkregen.

Volgens een gangbare methode wordt kleurstof 7905914 Λ ' ΡΗΝ 9534 .. __________________

S

2 opgelost in vloeibare monomeren. De oplossing wordt in een dunne laag op het te bedekken substraat aangebracht en vervolgens worden de monomeren gepolymeriseerd.

Men kan bijvoorbeeld met licht zoals ultraviolet licht 5 polymeriseerbare vloeibare monomeren zoals acrylzure estërs toepassen. De verkregen laagjes bevatten een relatief geringe hoeveelheid kleurstof omdat slechts wanig kleurstof zoals bijvoorbeeld maximaal 5 gew.^ in de vloeibare monomeren kan worden opgelost. De geringe 10 kleurstofconcentratie heeft tot gevolg dat relatief dikke lagen, met een dikte die beduidend meer is dan 1 yum benodigd zijn voor het verkrijgen van een acceptabele optische dichtheid van bijvoorbeeld 0,4· en hoger.

Voorts zijn kleurstof bevattende laagjes van 15 een filmvormend polymeer bindmiddel bekend, waarbij de kleurstof is opgelost of fijn verdeeld in de bindmiddel-matrix. De laagjes worden vervaardigd door zowel het polymere bindmiddel als de kleurstof op te lossen in een geschikt oplosmiddel of mengsel van oplosmiddelen, 20 · vervolgens de oplossing in een dunne laag op een substraat aan te brengen en tenslotte het oplosmiddel aan de lucht of in vacuum af te dampen. Door variatie van het oplosmiddel kan een grote verscheidenheid aan kleurstoffen worden toegepast. De kwaliteit van het laagje 25 of film is veel minder afhankelijk van de kleurstof- concentratie dan bij de hierboven besproken laagjes die verkregen zijn door toepassing van vloeibare monomeren.

Tot dusver is men er evenwel niet in geslaagd om kleurstof bevattende laagjes van een filmvormend 30 polymeer bindmiddel te vervaardigen waarin een grote hoeveelheid kleurstof is opgelost. De békende laagjes moetn dan ook in relatief grote diktes van meer dan 1 yum worden toegepast om een voldoende grote optische dichtheid van het laagje te kunnen verwezenlijken.

35

De in de literatuur vermelde laagdiktes variëren van een minimale waarde van 1-2 y-um (Science 154. bladzijden 1550—1966); ¥.C. Meyers, Proc. 3rd Int.

790 5 9 14 --—--- & Λ t * ΡΗΝ 9534 3

Cong·. Reprography London, Conf.paper 39 (1971)» J.appl.

Photog. Eng., bladzijde 40 (1977) » tot een waarde van 15-50 yum Duits Off. 19 21 245? c.a. 82, 37 59t (1975)} C.A. 82, 49 883* (1975); J. Appl. Chem 5 Biotechnol. 22, bladzijde 799 (1972)·

De uitvinding beoogt een kleurstof bevattend laagje van de in de aankef genoemde soort te verschaffen, waarin een zeer grote hoeveelheid kleurstof is opgelost. Een andere doelstelling volgens de uitvinding is 10 laagjes te verschaffen die een goede filmkwaliteit bezitten, helder zijn, dat wil zeggen, niet troebel of melkachtig en op verschillende substraten in het bijzonder kunststoffen en glas goed hechten. Een verdere doelstelling volgens de uitvinding is een kleurstof bevattend laagje 15 te verwezenlijken, dat in zeer geringe dikte die kleiner is dan 1 jvm een grote optische dichtheid heeft in het bijzonder geschikt is om in optische informatie-registratie elementen te worden toegepast.

Deze doelstellingen worden volgens de uitvin-20 ding bereikt met een kleurstof bevattend laagje van het in de aanhef genoemde type dat hierdoor gekenmerkt is dat het bindmiddel een copolymeer (1 s 1 ) van methyl·vinyl-ether en maleinezuur anhydride is of een halfester van het copolymeer.

25 Het genoemde copolymeer alsmede de halfesters ervan zijn bekende produkten. Het copolymeer is in de handel verkrijgbaar onder het geregistreerde handelsmerk Gantrez AH. Het handelsprodukt Gantrez AH is beschreven in het Technical Bulletin 7583-011 Rev. 1 getiteld 30 "Gantrez AH poly-(methylvinylether/ maleic anhydride)", uitgegeven in 1968 door GAE Corporation, XJ.S.A.. Er zijn vier verschillende Gantrez produkten met een verschillende polymerisatiegraad verkrijgbaar zoals Gantrez AH-119» een laag-moleculair polymeer met een specifieke viscosi-

OC

teit van 0,1-0,5» Gantrez AH-139 een mediummoleculair polymeer met een specifieke viscositeit van 0,1-1,4 Gantrez149 een mediummoleculair polymeer met een speci-_ fxèke viscositeit van 1,5-2,0 en Gantrez AH 169 een 'hoog-"·*"' ~7βόΤΓΰ - * * » ' PHN 9534 . ____________________________________________________________ 4 moleculair polymeer met een specifieke viscositeit van 2,6-3,5· Da viscositeit is hierbij gemeten in een oplossing van 1 g van het copolymeer in 100 ml. methyl-ethylketon bij 25°C.

5 De halfester van het copolymeer wordt verkre gen door het copolymeer op te lossen in een overmaat alcohol en vervolgens de oplossing gedurende enige uren onder terugvloeikoeling te verwarmen.

Het kleurstof bevattend laagje volgens de uit-10 vinding wordt vervaardigd door het bindmiddel en de kleurstof op te lossen in een geschikt oplosmiddel, de verkregen oplossing op een substraat zoals een kunststof- of glasplaat in een dunne laag aan te brengen en tenslotte het oplosmiddel af te dampen.

15 Geschikte oplosmiddelen zijn in het bijzonder de polaire oplosmiddelen zoals alcoholen, ketenen, ethers en esters. Het oplosmiddel heeft bij voorkeur een kookpunt of kooktraject tussen omstreeks 50° en 250°C, Oplosmiddelen met een lager kookpunt verdampen 20 vrij snel hetgeen de kwaliteit van het te vormen laagje vermindert. Oplosmiddelen met een hoger kookpunt hebben het nadeel dat de noodzakelijke verdamping erg tijdrovend is. Vooral goed bruikbare oplosmiddelen zijn alcoholen en met name mengsels van alifatische alcoholen met 25 een relatief laag en een relatief hoog kookpunt zoals in het bijzonder een mengsel van methanol en butanol in een volumeverhouding welke bij voorkeur ligt tussen 1 op 5 en 1 op 1. Vooral alcoholen geven een goede bevochtiging van de meest interessante substraatmaterialen zoals glas, kunststof in het bijzonder polymethylmethacrylaat (ΡΗΜΑ) en metalen zoals Cr-Ni staal, waarbij het verkregen laagje een goede hechting met de ondergrond vertoont. Aan het alcoholisch oplosmiddel kan desgewenst een hulpoplosmiddel ^ zoals een keton, ester of ether worden toegevoegd. Hiermede kan de oplosbaarheid van sommige kleurstoffen in de bindmiddeloplossing worden verhoogd.

Bedacht moet worden dat bij toepassing van een alcohol als oplosmiddel het vrije copolymeer van methyl-_ 7905914 m * 3 PHW 9534 5 vinylether en maleinezuur anhydride ten minste gedeeltelijk wordt omgezet in de halfester.

Dit gebeurt niet slechts met de voornoemde alifatische alcoholen maar ook met de eveneens bruikbare 5 aromatische alcoholen zoals fenol, aromatisch-alifatische alcoholen zoals benzylalcohol en meerwaardige alcoholen zoals bijvoorbeeld butaan-diol-1,4, glycol en ethylcello-solve (ethyleenglycolmonoethylether). Xndien geen halfester gewenst is, moet een neutraal oplosmiddel worden toegepast.

10 Zeer geschikt zijn in dit geval de ketonen zoals ethyl-methylketon of bijvoorbeeld cyclohexanon.

De oplossing van kleurstof en bindmiddel in het gekozen oplosmiddel kan op verschillende manieren worden aangebracht op het substraat dat bedekt moet worden met 15 het laagje volgens de uitvinding. Zo kan met het substraat door middel van een sproeiproces behandelen met de oplossing. Ook is het mogelijk het substraat onder te dompelen in de oplossing en vervolgens hieruit op te trekken. Een zeer geschikt proces is vooral het centrifuge procédé.

^ Volgens dit proces wordt het te bedekken substraat op een draaitafel gelegd en vervolgens wordt een hoeveelheid oplossing op het substraat gedeponeerd.

Door rotatie van het substraat zal de vloeistof zich.

cirkelvormig over het oppervlak van het substraat versprei-25 * den. Aanvraagster heeft uit proeven geconstateerd dat met behulp van het centrifugeproces zeer dunne laagjes verkregen worden waarvan de dikte afhankelijk is van onder meer de rotatiesnelheid van het substraat en de viscositeit van de te verspreiden oplossing. Gevonden is dat laagjes 30 met een dikte kleiner dan 1 yum worden verkregen indien de viscositeit van de oplossing in de ordegrootte van enkele cP ligt zoals tot 10 cP en een rotatiesnelheid wordt toegepast van omstreeks 500-2500 omwentelingen per minuut.

Ook het vaste stofpercentage in de oplossing moet bij 35 voorkeur vrij laag zijn en in het algemeen maximaal 5-10 gew.^é bedragen.

In een gunstige uitvoeringsvorm van het kleur-_ stof bevattende laagje volgens de uitvinding is het bind- ...

790 5 9 14 .*· · φ * 3 ΡΗΝ 9534 6 middel een halfester van het copolymeer en een alifatische alcohol, die met een aromatische rest kan zijn gesubstitueerd en 1-8 koolstofatomen bevat. De laagjes hebben een uitstekende kwaliteit. Dit geldt vooral voor'laagjes waar-5 bij het bindmiddel een halfester is van het copolymeer en butanol.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm bevat het laagje volgens de uitvinding een ionogene kleurstof in een hoeveelheid van maximaal 94 gew.°/o. Vooral de ionoge-^0 ne kleurstoffen kunnen in een zeer hoge gewichtsconcentra-tie worden opgelost in het bindmiddel waarbij zoals uit de aan het eind van de beschrijving opgenomen uitvoerings-voorbeelden blijkt, een kleurstofgewichtspercentage van 9b°/o bereikt kan worden. Zo zijn laagjes vervaardigd met 15 ionogene kleurstoffen, welke in een dikte van omstreeks 0,1-0,3 ^um een optische dichtheid groter dan 1 vertonen dat wil zeggen een lichtabsorptie groter dan 9Q)°/o. Indien met een minder hoge optische dichtheid kan worden volstaan of anderzins dikkere lagen toIereerbaar zijn, kan een lage-20 re kleurstofconcentratie in het bindmiddel worden gekozen.

Voorbeeld van ionogene kleurstoffen zijn Rho-daminen zoals Rhodamine B, Rhodamine 6G en Rhodamine 110;

Trifenylmethaan kleurstoffen zoals malachietgroen; Pyryli-um kleurstoffen zoals 8- (6,7 - dihydro - 2,4 - difenyl - 25 5H-1-benzopyran-8-yl) methyleen - 5*6,7, 8-tetrahydro - 2.4 - difenyl - benzopyryliumchloride; Thiopyrylium kleurstoffen zoals 8- 6,7 - dihydro - 2,4 - difenyl - 5H - 1 - benzothiopyran - 8 - yl) methyleen - 5,6,7,8 -tetrahydro - 2,4 - difenyl - 1 - benzothiopyrylium-chloride en 4,6 - difenyl - 2 - 3- (4,6 - defenyl -

wU

2H - thiopyran - 2 - ylideen) propenyl thiopyrylium-chloride; Pentamethine kleurstoffen zoals 1,5 - bisfenyl - 1.5 - bis(p-dimethylaminofenyl) - 2,4 - pentadienylium-chloride en 1,1,5,5 - tetrakis(p-dimethylaminofenyl) - 22 2,4- pentadienylium chloride.

Het kleurstof bevattend laagje kan worden toegepast in bijvoorbeeld optische filters en met voordeel in optische informatieregistratie elementen

De uitvinding betreft tevens een informatie-registratie element waarin informatie optisch kan worden 790 5 9 14 k » PHN 953½ 7 ingeschreven en uitgelezen welke een schijfvormig substraat bevat dat voorzien is van een kleurstof* bevattende registreerlaag.

Een dergelijk registratie element is bekend g uit de Nederlandse octrooiaanvrage nr. 77 02 97 ^ > gepubliceerd op 21 september 1977· Bij dit bekende registratie element is het schijfvormig substraat eenzijdig voorzien van een dunne laag van een sterk reflecterende stof zoals een opgedampte aluminiumlaag, die op zijn 10 beurt is voorzien van een registreerlaag die bestaat uit een opgedampte kleurstof. Het element wordt aan de zijde van de registreerlaag vanuit de lucht belicht met laserlicht, dat conform de te registreren informatie is gepulseerd. Op de belichte plekken van de registreer-15 laag verdampt de kleurstof en worden gaten gevormd. De ingeschreven informatie wordt met zwakker laserlicht in reflectie uitgelezen.

Het bekende registratie element heeft het bezwaar, dat de verdampte kleurstof gemakkelijk kan neer-20 slaan bijvoorbeeld op andere delen van de registreerlaag.

Een verder bezwaar is dat talrijke kleurstoffen in het bijzonder de ionogene kleurstoffen die zich niet of slechts moeilijk laten opdampen, geen toepassing kunnen vinden.

Voorts heeft een opdampproces het bezwaar dat nogal wat 25 voorzorgsmaatregelen getroffen moeten worden om te bewerkstellingen dat slechts het te bedekken voorwerp voorzien wordt van, in casu, een opgedampte kleurstof-laag.

Het registratie element volgens de uitvinding 30 heeft deze bezwaren niet of in mindere mate en is daardoor gekenmerkt dat een kleurstof bevattende registreerlaag wordt toegepast waarbij de kleurstof is opgelost in een bindmiddel dat gevormd wordt door een copolymeer (1:1) van methyl vinyl ether en male ine zuur anhydride of een 35 halfester ervan.

Er wordt dus in het registratie element volgens de uitvinding een kleurstof bevattend laagje toegepast zoals dit in het voorgaande is beschreven.

790 5 9 14 PHN 953^ 8

Bij belichting van het registratie element volgens de uitvinding met gepulseerd laserlicht worden blijvende chemische of1 physische veranderingen in de registreerlaag geïntroduceerd, . welke met laserlicht 5 dat aanmerkelijk zwakker is dan het inschrijflaserlicht kunnen worden uitgelezen. De belichting met volgens de in te schrijven informatie gemoduleerd laserlicht kan zowel vanuit de lucht als via het substraat geschieden.

In het laatste geval moet het substraat transparant 10 zijn voor het toegepaste laserlicht en bijvoorbeeld bestaan uit glas of uit een transparante kunststof in het bijzonder polymethylmetbacrylaat. Ook de uitlezing van de ingeschreven informatie kan zowel vanuit de lucht (air-incident) als via het transparante substraat plaatsvinden. Inschrij-15 ving en uitlezing via het substraat hebben het voordeel dat de op het element aanwezige krassen, stofdeeltjes en dergelijke buiten de scherpte-diepte vallen van het objectief dat het laserlicht op de registreerlaag focus-seert. Deze verontreinigingen hebben dus geen nadelige 20 invloed op de kwaliteit van de ingeschreven of uitgelezen informatie.

In de registreerlaag van het element volgens de uitvinding worden op de belichte plaatsen gaten of putten gevormd waarbij verrassenderwijs het uit de gaten 25 of putten afkomstige registreermateriaal een rand om de putten of gaten vormt. Merkwaardigerwijs lijkt de vorm van de van een randdeel voorziene gaten of putten sterk op die welke verkregen worden bij toepassing van een informatieregistratie inrichting waarin een metaallaagje 30 zoals een Bi- of Te—laagje als registreerlaag wordt toegepast.

In het laatste geval dat bijvoorbeeld bekend is uit het Duitse Auslegeschrift 2.51^*678 worden bij belichting van de metallische registreerlaag, dis-35 crete vloeistofgebiedjes gevormd. Onder invloed van oppervlakteverschijnselen trekt de vloeistof in de gebiedjes zich randvormig terug onder vorming van een opening die langs de omtrek voorzien is van een opstaan- 790 5 9 14 w. » 9 PHN 953^ de rand.

In de registreerlaag van het element volgens de uitvinding kunnen onder toepassing van een geringe hoeveelheid laserlichtenergie de bovenbedoelde gaten of 5 putten die geringe diametrale afmetingen in de ordegrootte van 1 yum bezitten, worden gevormd. Zo kunnen lasers worden toegepast die een vermogen op de registreerlaag hebben, dat kleiner is dan 10 mW zoals 7 mW, bij een puls- —6 —8 —7 tijd van 10~ tot 10~ sec. zoals bijvoorbeeld 5-10 sec.

IQ De hoge optische dichtheid en de geringe dikte van de registreerlaag leveren een belangrijke bijdrage bij het tot stand komen van de geringe hoeveelheid laserlichtenergie benodigd om informatie te registreren.

De registreerlaag in het element volgens de 15 uitvinding vertoont een nog voldoende reflecterend vermogen ten opzichte van laserlicht om de ingeschreven informatie in reflectie met behulp van laserlicht te kunnen uitlezen. Bij uitlezing in reflectie kan met minder optische elementen zoals bijvoorbeeld objectieven worden 20 volstaan omdat de heengaande en gereflecteerde uitlees-bundels voor een groot deel dezelfde optische weg volgen.

Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat uiteraard ook in transmissie kan worden uitgelezen.

De kleurstof bevattende registreerlaag van 25 het element volgens de uitvinding vertoont voorts het fenomeen dat het absorptiespectrum van de kleurstof is gewijzigd. Gebleken is dat na verwerking van de kleurstof in de registreerlaag, de absorptiemaxima van de kleurstof verbreed zijn, dat wil zeggen, zich over een groter 2q golflengtegebied uitstrekken. Dit impliceert dat bij toepassing van het element volgens de uitvinding lasers met een breder emissiespectrum gebruikt kunnen worden.

In een interessante uitvoeringsvorm van het registratie element volgens de uitvinding is de registreer-35 laag aan het van het substraat afgekeerde oppervlak voorzien van een transparante afdeklaag die niet door het bij inschrijving toegepaste laserlicht wordt aangetast. Een geschikte afdeklaag is een transparante laklaag, in het 790 5 9 14 •. > 10 PHN 953^ bijzonder een laklaag op basis van polymere acrylaten of" methacrylaten. Zeer geschikt is de toepassing van een polyalkylacrylaat of polyalkylmethacrylaat. Als voorbeeld hiervan kan polyisobutylmethacrylaat worden genoemd.

5 In deze bijzondere uitvoeringsvorm worden bij bestraling van het element met gepulseerd laserlicht geen gaten gevormd doch vindt ontkleuring plaats van de in de registreerlaag aanwezige kleurstof op de belichte plaatsen. De ontkleurde plekken hebben een geringe diameter 10 van omstreeks 1 yum en kunnen vanwege het verschil in optische dichtheid ten opzichte van de achtergrond, met laserlicht worden uitgelezen. Het uitleeslaserlicht kan zowel vanuit de lucht als via het substraat op de registreer-laag worden gefocusseerd. De ingeschreven informatie 15 kan voorts zowel in transmissie als bij voorkeur in reflectie worden uitgelezen. De hoeveelheid laserlichtenergie welke voor het ontkleuren benodigd is, is gering. Goede resultden worden bereikt bij toepassing van een laser met een vermogen van hooguit 10 mW op de registreerlaag en -6 -8 20 een pulstijd van 10 tot 10 sec.

Het in het element volgens de uitvinding toegepaste substraat kan aan de zijde van de registreer— laag voorzien zijn van een sterk reflecterend metaallaag-je zoals een opgedampt Al-laagje waarop dan de kleurstof 25 bevattende registreerlaag is aangebracht. Het element moet bij registratie van informatie vanuit de lucht, dus niet via het substraat worden belicht Waarbij in de registreerlaag de voornoemde gaten of ontkleurde plekken worden gevormd. De ingeschreven informatie moet vanuit de lucht 30 en in reflectie met laserlicht worden uitgelezen.

In een gunstige uitvoeringsvorm van het element volgens de uitvinding is het kleurstof bevattende registreerlaagje aangebracht op een transparant substraat en afgedekt met een reflecterende ablatieve registreer-35 laag.

Een ablatieve registreerlaag is een laag, die onder invloed van laserlicht op de belichte plaats smelt en gaten vormt. Voorbeelden van reflecterende abla- 790 5 9 14 ~ ' 1 1 PHN 9534 tieve registreerlagen zijn lagen van metaal, metaallegering of een clialogenide glas. Vooral geschikt zijn de chalo-genide glazen welke telluur en/of seleen bevattend en voorts een of meerdere elementen gekozen uit de groep g bestaande uit As, Sb, Bi, Sn, Ga, Ge, Tl en Ihd. De reflecterende ablatieve registreerlaag heeft een geringe dikte van bijvoorbeeld 50 nm. en kan door een opdampproces worden aangebracht.

Bij inschrijving van informatie in deze gun-10 stige uitvoeringsvorm van het element volgens de uitvinding, wordt het element via het substraat, dat transparant is, met gepulseerd laserlicht belicht. De laser-lichtbundel passeert het substraat en het kleurstof bevattend laagje, waarbij afhankelijk van de samenstelling van 15 dit laagje, een gedeelte van het laserlicht wordt geabsorbeerd. Het resterende laserlicht wordt gedeeltelijk geabsorbeerd door de ablatieve registreerlaag en gedeeltelijk gereflecteerd. De gereflecteerde bundel doorloopt opnieuw het kleurstof bevattend laagje, waar wederom 20 absorptie plaatsvindt en verlaat tenslotte het element aan de zijde van het substraat. Als gevolg van de absorptie van energie in het kleurstof bevattend laagje en de ablatieve regis treerlaag zal de temperatuur van deze lagen oplopen waarbij tenslotte zowel in het kleurstof 25 bevattend laagje als in de ablatieve registreerlaag een gat op de belichte plaatsen wordt gevormd.

Bij afwezigheid van het kleurstof bevattend laagje is meer laserlichtenergie benodigd om de gaten te vormen in de ablatieve registreerlaag. Bij toepassing van 30 het kleurstof bevattend laagje volgens de uitvinding wordt een energiewinst van minimaal 20$ bereikt.

De ingeschreven informatie kan zowel vanuit de lucht als via de steunplaat met laserlicht worden uitgelezen. Het uitlezen kan voorts zowel in transmissie 35 als in reflectie worden uitgevoerd.

In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van het element volgens de uitvinding wordt een transparant substraat toegepast, dat aan de zijde van de registreerlaag 7905914 <r r 12 PHN 953^ is voorzien van een optisch uitleesbaar servospoor, dat tenminste gedeeltelijk een reliefstructuur bezit van afwisselend op hoger en lager niveau gelegen servogebiedjes.

Het servospoor is veelal spiraalvormig c of opgebouwd uit concentrische cirkels, waarbij de afwis-0 gelegen selend op hoger en lager niveau/servogebiedjes het spoor een kanteelvormig profiel geven. De lengteafmetingen van de servogebiedjes, welke de vorm van blokjes en putjes vertonen, variëren in overeenstemming met de opgeslagen 10 servogegevens en bedragen globaal van 0,3 tot 3 ^um. Het hoogteverschil tussen blokjes en putjes bedraagt een kwart golflengte van het laserlicht, waarmede het servospoor en de servogegevens optisch, in fase worden uitgelezen.

Het van een servospoor voorziene element 15 volgens de uitvinding heeft het significante voordeel, dat de registratie van informatie in de registreerlaag nauwkeurig bestuurd wordt door de in het servospoor aanwezige servogegevens, welke bijvoorbeeld opdrachten bevatten ten aanzien van de snelheid van informatieregistra-20 tie en de plaats van registratie. Dë laserlichtbundel welke het servospoor via het transparante substraat aftast, in het vervolg ook wel servolaserlicht genoemd, geeft de servogegevens door aan een besturingsmechanisme voor een laserlichtbundel van een beduidend hogere energie-25 inhoud, waarmede in de registreerlaag de gewenste informatie kan worden ingeschreven.

De registratie van informatie vindt bij voorkeur in die delen van de registreerlaag plaats die op het servospoor liggen tussen de servogegevens.

30 Het servospoor kan in het oppervlak van de substraatplaat zijn aangebracht maar kan zich ook bevinden in een op het oppervlak van het substraat aangebrachte, laagje van bijvoorbeeld een kunststof zoals een met licht geharde laklaag. Een substraat dat voorzien is van een 35 laklaag welke het servospoor bevat, kan bijvoorbeeld met behulp van een matrijs worden vervaardigd. Hiertoe wordt op een matrijsoppervlak, dat voorzien is van het servospoor een vloeibare met licht hardbare lak aangebracht, 790 5 9 14 ------------------------ PEN 953^ 13 vervolgens hierop de transparante substraatplaat gelegd en het geheel via de substraatplaat met licht gehard, waarna de substraatplaat met de ermede verbonden geharde laklaag, waarin het servospoor is gecopieeecdr van het g matrijsoppervlak genomen· Een substraatplaat met ingebracht servospoor kan door middel van een giet-, spuit-,of persproces met behulp van een mal worden vervaardigd.

Het element volgens de uitvinding kan voorts in een dubbele uitvoering worden gerealiseerd. Hierbij 10 bevat de inrichting een samenstel van twee transparante substraatplaten, die ieder een kleurstof bevattend re-gistreerlaagje zoals hierboven is gedefinieerd bevatten, waarbij de registreerlagen naar elkaar toe zijn gericht en onder tussenschakeling van een ringvormige afstand-15 houder onderling zijn verbonden. Registratie en uitlezing van informatie geschiedt door belichting van de registreer-lagen via de respectievelijke substraatplaten. Het element wordt voorts in reflectie uitgelezen.

De uitvinding wordt toegelicht met behulp 20 van de volgende uitvoeringsvoorbeelden alsmede aan de hand van de tekening, waarbij figuur 1 een fotografisch beeld is (bovenaanzicht) van een deel van het oppervlak van een regis-.tratie element volgens de uitvinding (vergrotingsfactor 25 20.000) waarin door laserlicht een gat is gevormd, figuur 2 een dwarsdoorsnede is van een registratie element volgens de uitvinding, figuur 3 een dwarsdoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm van het registratie element volgens de 30 uitvinding en figuur 4 een dwarsdoorsnede is van nog een dubbele uitvoeringsvorm van het element volgens de uitvinding.

Uitvoeringsvoorbeeld 1: 35 Bereiding van kleurstof bevattende laagjes.

Aan 500 ml butanol-1 werden 20 gram copolymeer (1ï1) van methyl vinyl ether en maleinezuur anhydride (handelsnaam Gantrez AN" 149) toegevoegd. Het geheel werd 790 59 14 PHN 953^ «/ . ·· v 1 h gedurende 8 uren onder terugvloeikoeling gekookt waarbij een heldere standaardpolymeeroplossing, welke h gew.% van de halfester van methylvinylether-malexnezuur anhydride en hutanol-1 bevatte, werd verkregen.

5 Door verdere toevoeging van· butanol-1 en methanol of door toevoering van ethyleenglycolmono-ethylether (cellosolve) werden polymeeroplossingen met verschillende bindmiddelgewichtspercentages verkregen.

De samenstelling van deze oplossingen is in onderstaande 10 tabel (kolommen 1, 2) aangegeven.

Xn de bindmiddeloplossingen werden diverse kleurstoffen in verschillende hoeveelheden opgelost, waarbij de bindmiddeloplossing licht verwarmd mag worden.

Na afkoeling wordt de kleurstofbindmiddeloplossing gefil-15 treerd en uit ge go ten over het oppervlak van een substraat-plaat van polymethylmethacrylaat met afmetingen van 6,25 cm x 6,25 cm. De substraatplaat wordt op de draaitafel van een centrifuge gelegd. De centrifuge wordt vervolgens gestart waarbij binnen enkele seconden de ingestel-20 de centrifugesnelheid wordt bereikt. Het substraat wordt gedurende 3 minutsigeroteerd waarna het kleurstofbind-middellaagje aan de lucht wordt gedroogd. Tot slot wordt de optische dichtheid van het kleurstofbindmiddel-laagje in transmissie gemeten. De verschillende proces-25 parameters zoals hoeveelheid opgebrachte kleurst.of“bindmiddeloplossing, type kleurstof, hoeveelheid kleurstof, toerental van de centrifuge alsmede de dikte van de verkregen kleurstof-bindmiddelfilm en de optische dichtheid van de film zijn in onderstaande tabel 1 vermeld, 30 TAB EL 1 (bladzijden 16 en 17)·

De in de tabel gebruikte afkortingen voor aanduiding van het kleurstoftype hebben de volgende betekenis.

Rh-6G en Rh-6G pic betekenen respectievelijk 35 rhodamine 6ö en rhodamine 6G-picraat. Deze kleurstoffen beantwoorden aan de formule 790 5 9 14 PHN 953½ 15 5 °2Η·; +/ 5

H

C„H_ - N VH

ÜOU-ch3

10 I

r^S -C°0C2H5 U 7 waarbij X is Cl“(Rb 6g) of X = ~0 - ~^°2 (picraat)

15 I

N02 20 25 30 7905914 35 PHN 953^ 16 tj th r ir\inoinoc\!*ninooo>Atf\oooiAoc>o c C ^η4·^Γ·ί·οο>-4^4··ίΐηιηιηιη\ο ,.25 c ιτιΐηιηιηίΑΐηιηΐΛ'ΠίΑ'Λ mm m ¢0 φ \o 00 \ir 8i'$ 03

Ji α< ΝΐηΝθθ'ΰθΐηΐ'θ\οοοοα\νι\ο4(Γιΐη

5 y ·£ ^\oir\r\0^t'NN'fliA4-4,4,^4-iiO

W x 0 00^-0000000000 0 000 0 -5___ «< r evince Oi « ίΛ S- VO C\! C\i 0Λ _ϋ£ NWrt-NNIi'Nt-Nr'OOOWNT-r ·ν··.Α>>·>>>·ΐ·> ·>·>·>··>·>>·« C ΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟ _5 c 10 C^‘h ^~3 ~^T £3 ΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟ Ο ΟΟΟΟΟ -s JL -¾ S ΟΟΟΟΟΟΟΟΟΟ ΟΟ Ο ΟΟΟΟ Ο 3 α 5c ΐΛίΠΟΟίΟίΛίΛΗΛΟίΛίΛ ΟΟ'-ιΠίΛΟΟ “ C I ff ^ -r-,- r- ^ is B i ___ asBasssss esbi^bb ———————————111 — ————" -1-< 1—' ——— 15 5φ^-ο9θίί>ΜΐΛί>οοο?>τΛσΝτ-οσ\^·οο 5ί E Ν«0\αΐ4·ιη>ηΐΛΝ\0ΐ£ΐηΛΓ-ΝΝΛΙ O t— t— Oi r-r-Cn r-

Qi .C

o i 11 I ! Ill II· .............. ........... ιη··ι ................... .............. ' ' ............... ' r £ <n n (¾ H 5 Q- 00

nq —» -r—. r— t— VO

<j ^ Jp VO <- T- _ Ώ ^ _ 20 ^ £~~~£~£~~£~£~~τ-<Χ<Η<Τ\

_ (¾_pej tf Ph_Μ M W W

f -g' 8 oooiommoi>o»n!>i>oininiomr- J2 -S ininmftiwNnrNj'ii(riin\owww ___ 1 4 ji 3 -¾ 9K S 3 rflrrrnrn rrnrrrpflrr ·· zo I s ................ .......... ..........

>0 -3· t- evi C\! ϊ> CVi -it- t- CVi CV -CM -3· b- C\i C\! ~ê 8- C > «--—— --

8 H

I c 1 30 3 4 |

1 3 I

Έ £ 1 = = = = = = = = = = = = = = = = · =

·- 5¾ H

c£> a 0 w Λ 0 O cö * TTJ-:- w -g 00 co 00 in 4· cn co 00 -¾ ff * a ft ' ft ft ft ft ·*

^'g CMr-OOCVlT-CViT-OCVjT-OOO CViT-OO

a>B- _ ___ 790 5 9 14 ~ ~ ρηκ 953½ 17 a _ *£-.£ οο^^οοοοο vo \o J- -ί cm w m m co o; cooommcooot'i'in %^____ •J7 4· m m m i> »o y ·£ ί>-3·^·θΡ·\σ\σ\£-σ\ 5 ~h £

VJ

3 -y r~o _ .

- tncncno\cnc?icniricn -M C τ-τ-τ-Οί-O^-Or- ~5 ^ •.ΛΛΛΛΛΛΛ·.

; Λ OOOOOOOO O

C I C

1° 5_ f>a

m °7 i? c OOOOOOOOO

5vS--gf OOOOOOOOO c a g £ ooooooooo ^7~c 1¾ ^^.r-CVT-T-T-i-T- j 8 0 d 15 =£σ> 1--^-00^-^-^-^--^

•3 f r-CMOOCMCMCMCMCM

_ O CM CM

8-S

J "Λ* ±___ S3 -3 - pq \0 o

5j § -H

é-< jy fo — ft

Η 3Λ 'O

η Λ» q —> / I -

£ w w 2 «««WW

<D - - t5* -= j[ ^ τ-t-OOr-t-t-r-r- v ,C t“ τ— O -* JS__

'JPJS

20 ^ "^1 ^{- *cn “ί --i" ·3" 1 8 CMCMt-T—r-r-·'— T-T- β »- <7> Z-L__ S ®

Ο H

CL. 0'

o CQ

ÏC o

I H

I I 0 0 t ss iscrrrr C </}

•-0 V

«Q a. 2 ο ί •p

S

& 35 —--- & Λ

C0000000034C04-CO p OOOOOOOOO

I ι,μ I _I

790 5 9 14 18 PHN 9534

De afkortingen Rh-B, Rh 110Z en Rh 11OE betekenen rhoda-mine B, rhodamine 110 zuur en rhodamine 110 ester, welke aan de volgende formules beantwoorden . 5 °2H5 I ^ __ + ^2^5 ~ ^ -N - CgH^ cl” (Rhodamine B) iJLAJ 4¾

_ COOH

15 NH 2_|fYVN)“*B2 C1‘

— R

20 waarbij R = -COOH (Rhodamine 110 zuur) R = COOC^H- (Rhodamine 110 ester)

De kleurstoffen E^-Kg zijn respectievelijk: = 1j5-hisfenyl-1,5-bis(p-dimethylaminofenyl)-2,4-25 pentadienylium chloride

Kg = 1>1,5»5-tetrakis(p‘-dimethylaminofenyl)-2,4-pentadieny-lium chloride K3 = 8-£6,7-dihydro-2,-4-difenyl-5H-1benzopyran-8-yl)-2,4-methyleen J -5,6,7» 8-tetrahydro-2,4-difenyl-1-benzo-30 pyrylium chloride K^ = 8- jé , 7-dihydro-2,4-dif enyl-5H-1 -benzothiopyran-8-yl) 2,4-methyleen J- 5»6,7 > 8-tetrahydro-2,4-difenyl-1-benzothiopyryliumchloride = 4,6-difenyl-2- , j^3- (4, 6-difenyl-2H— thiopyrah-2-yli-35 deen) propenyl J - thiopyryliumchloride

Kg = 1,3-dimethylbenzimidazolon-2-axine.

790 5 9 14 1? a* PHN 953½ 19

Uitvoeringsvoorbeeld 2:

Aan 100 ml. cyclohexanon worden 8 g copoly-meer (1 s 1 ) van methylvinylether en maleinezuur anhydride (handelsnaam Gantrez AN- 1^9) toegevoegd en het geheel 5 gedurende twee uren onder terugvloeikoeling gekookt. Door verdere toevoeging van cyclohexanon werden oplossingen met een verschillend gehalte aan bindmiddel verkregen.

Aan deze oplossingen werden verschillende hoeveelheden van de kleurstof Rhodamine-ÖG picraat toegevoegd. De 10 verkregen kleurstof polymeeroplossingen werden, na filtratie, aangebracht op een plaatje polymethylmetha-crylaat (6,25 cm x 6,25 cm) en vervolgens werd het sub-straatplaatje op de draaitafel van een centrifuge geroteerd. Deze bewerkingen verlopen op dezelfde wijze als 15 aangegeven in het eerste uitvoeringsvoorbeeld. De verkregen kleurstof bindmiddelfilm werd aan de lucht gedroogd waarna de optische dichtheid van de film in transmissie werd gemeten. De procesvariabelen en de verkregen resultaten zijn in tabel 2 vermeld.

20 25 30 7905914 35 PHN 953^ 20 •n d

£ OOOOOOOO

d CD

>Q CHJ -ΙΛ^ΙΛΙΛΙΛΙΛΙΛΙΛ CD ·Η !> tlQ ww-v— ww-www „ Λ Φ © d 5 o Λ EiO O) 0} +> 0) H J-COOOCnt^CO’- rlil ί|(Η \ΰ N N (J\ in O Ch ΐ O f|H · - - ~ -

ft'H ffl O ë T-f-T-r-O’-'-O

0 d cö EiD pi d d d d CÖ ·Η Ή 10 > £ I s

<D C|H Η N m >- N W O

+30 -ri M?^OCOC\!*-r-r-i- ,Χ H ft ........

ΉΒΗ r-OOOOOOO

d d <D ÖJ3 d d ·

CÖ CD d H CÖ Η Ή Ö Η Λ E N

15 ’ * "" * Η *H · cö H Is ·

+3+3£Ö OOOOOOOO

d d o h oooooooo cdcdS oooooomo

C\)HOO r-r-^-t-r-T-i-CV

O C£ rri O · 3 <D +> > ft ft 20 ,H — - nn d ·Η · W -H 6J3 << φ «h s >n o c o o o o o ^ £ o w oo w w co co co

ft Η ft d r\ n W Oi N

O CO ·Η r- 1- r- Φ d > 3 · CD O H O H ft 25 A X O__· d

•Η I H

CD CO £

£ O

Η H Ö Θ ft-H

CD O rai4COVO«NOi 1> ico ai (Λ r\ cd d d on O CÖ ·Η

30 £ j> M

10*

d H ra d O ra •H fn o ,ο O H

ft m m m d d o »λ cm cm cm . - Cö Ή noon

3b >d (COPfCM'-OOOO

HO ^.IDd • d cö £ d X

CD -H CD

5»D S A

7905914 PHN- 9534 * ^ 21

Uitvoeringsvoorbeeld 3:

Verschillende halfesters van het copolymeer (1 si) van methylvinylether - maleïne zuur anhydride en alcoholen werden bereid door het copolymeer (handelsnaam 5 Gantrez) in een gewichtspercentage van 4$ op te nemen in de betreffende alcoholen en het geheel gedurende meerdere uren onder terugvloeikoeling te koken. De alcohol werd afgedampt aan een rotatieverdamper onder vacuum en de verkregen halfester opgelost in een hoeveelheid van 10 0,8 gewichtsprocent in een mengsel (vol. verhouding 17;8) van butanol en methanol. In 25 ml van de verkregen 0,8^-ige bindmiddeloplossing werden 225 mg Rhodamine-6G opgelost. De oplossing werd aangebracht op het oppervlak (6,25 cm x 6,25 cm) van een glasplaatje dat op de draai-15 tafel van een centrifuge werd geplaatst, die vervolgens gedurende 3 minuten met een snelheid van 1000 omwentelingen per minuut werd geroteerd. De op de glasplaat gevormde bindmiddelkleurstoffilm werd aan de lucht gedroogd waarna de optische dichtheid van de firn bij een golflengte 20 van omstreeks 540 nm in transmissie werd gemeten. Opgemerkt wordt dat hierbij, evenals in de vorige uitvoerings-voorbeelden geen correctie voor reflectieverliezen zijn aangebracht. Het copolymeer Gantrez werd in verschillende molecuulgewichtgradaties, zoals eerder is vermeld, getest.

25 De resultaten zijn in de onderstaande tabel 3 weergegeven.

30 7905914 35 PHN 9534 22 TABEL 3 bindmiddel is halfester van dikte in optische __t__: /um van dichtheid „ . , 1 , , verkregen van film G-antrez type alcohol 0 ^ film 5___________ AN-149 octylalc. 0,13 0,61 AN-149 benzylalc. ! 0,12 0,67 j AN-149 methanol ' 0,14 0,87 10 {AN-119 butanol - 0,15 0,79 ! AN-169 butanol : 0,06 1,25 IAN-146 j butanol : 0,13 1,18 ; l * ! t - 15 20 25 30 35 7905914 S· ·» PHN" 953½ 23

Figuur 1 geeft een bovenaanzicht van een element volgens de uitvinding dat gevormd wordt door een niet zichtbare substraatplaat van polymethylmethacrylaat met een dikte van 1,2 mm waarop een laagje 1 is aangebracht 5 dat Rhodamine-6G bevat opgelost in de butylhalfester van het copolymeer (1:1) van methylvinylether en maleïne-zuur anhydride. Het laagje is vervaardigd zoals is aangegeven in uitvoeringsvoorbeeld 1. Het kleurstof bevattend laagje 1 heeft een dikte van 0,13 yum en een optische dicht-10 heid van 1.7 hij 530 run. Door belichting met laserlicht afkomstig van een laser met een vermogen van 7,5 m¥ en een emissiegolflengte van 530 nm werd in laagje 1 een gat 2 gevormd dat voorzien is van een opstaande rand 3· _7

De belichtingstijd was 5*10 sec. De gatdiameter is 15 1,22 ^um. De in de vorm van gaten digitaal opgeslagen informatie kan in transmissie als ook in reflectie worden uitgelezen.

In figuur 2 is met het verwijzingsc.ijfer k een glasplaat met een dikte van 2 mm weergegeven, die aan 20 een zijde voorzien is van een kleurstof bevattend laagje 5 zoals is aangegeven in de uitvoeringsvoorbeelden 1,2, 3· Laagje 5 is op zijn beurt voorzien van een transparante afdeklaag 6 van polyisobutylmethacrylaat met een dikte van omstreeks 3 ƒUm, Bij bestraling met laserlicht 25 dat afkomstig is van een laser met een vermogen van 5,b m¥ -7 en een pulstijd van 5*10 sec. vindt op de belichte plekken 7 ontkleuring plaats van de in laag 5 aanwezige kleurstof, in casu een rhodamine kleurstof.

Op de ontkleurde plekken is zowel de optische 30 dichtheid als de reflectie van laag 5 zeer sterk verminderd en kan de aldus geregistreerde informatie zowel in reflectie als in transmissie met zwak laserlicht worden uitgelezen. De inschrijving en de uitlezing van informatie wordt bij voorkeur via glasplaat h uitgevoerd.

35 Ia figuur 3 is met het verwijzingscijfer 8 een 1,0 mm dikke substraatplaat van polymethylmethacry-laat weergegeven, die aan één zijde is voorzien van een 0,5 ^um dikke laag 9 van een met ultraviolet licht 7905914 >4* -ïs 24 PHN 9534 geharde lak op basis van acrylzure esters, Laklaag 9 is voorzien van een servospoor 10 dat een kanteelvormig profiel van afwisselend op hoger niveau 11 en op lager niveau 12 gelegen servogebiedjes. De lengteafmetingen 5 van de servogebiedjes variëren in overeenstemming met de opgeslagen servogegevens welke informatie bevatten ten aanzien van%plaats en snelheid van registratie. De lengteafmetingen bedragen globaal 0,3-3 ^um,terwijl het niveauverschil tussen de gebiedjes omstreeks 0,1-0,3 10 yum is. Laag 9 is afgedekt met een kleurstof bevattend laagje 13 zoals is beschreven in de uitvoeringsvoorbeelden 1-3, dat op zijn beurt is afgedekt met een 30 nm dikke ablatieve registreerlaag 14 van Te^^Sb^^Se^^.

Bij toepassing in het element volgens figuur 15 3 wordt het servospoor 10 via substraatplaat 8 in reflec tie en op basis van faseverschillen met zwak laserlicht uitgelezen.

Op grond van de servogegevens wordt informatie geregistreerd met gepulseerd laserlicht afkomstig 20 uit een lager met een vermogen van 9 mW en een pulstijd -7 van 10 sec. Het gepulseerd laserlicht wccdt via substraatplaat 8 gefQcusseerd op laag 13· Als gevolg van de belichting met laserlicht worden gaten 15 in lagen 13 en 14 gevormd die voorzien zijn van een randdeel 16 dat bestaat 25 uit materiaal afkomstig van zowel laag 13 als 1-4. De diameter van de gevormde gaten is 1,2 yum. De geregistreerde informatie kan zowel in reflectie als transmissie, vanuit de lucht of via substraatplaat 8 worden uitgelezen.

In figuur 4 zijn met de verwijzingscijfers 30 17 en 18 twee parallel opgestelde glasplaten met een dikte van 1 mm weergegeven. Deze glazen substraatplaten zijn onderling verbonden door een cylindervormige uit metaal vervaardigde centrale afstandhouder 19 alsmede een ringvormige metalen tweede afstandhouder 20. De afstandhouders 35 19 en 20 zijn op platen 17» 18 gelijmd en sluiten de ruimte tussen de platen luchtdicht af van de omgeving. Platen 17 en 18 zijn aan het naar de andere plaat toegekeerde binnenoppervlak, tussen de afstandhouders 19 en 790 5 9 14 s- =? 25 PHN 953^ 20 voorzien van een met U.V. licht geharde laklaag op basis van acrylaten die respectievelijk met de verwij-zingscijfers 21 en 22 zijn aangeduid. In het oppervlak van laklagen 21 en 22 is een optisch uitleesbaar servo-5 spoor 235 respectievelijk 24, aangebracht. Laklagen 21 en 22 hebben een dikte van globaal 1 ^um en zijn afgedekt met een kleurstof bevattend registreerlaag 25, respectievelijk 26, zoals is beschreven in de uitvoeringsvoorbeelden 1-3· Bij inschrijving (registratie) van informatie 10 wordt het servospoor via de substraatplaat in reflectie met zwak laserlicht uitgelezen en op grond van de servo-gegevens worden met gepulseerd laserlicht dat via de substraatplaat 17 respectievelijk 18 wordt gefocusseerd op de registreerlaag 25 respectievelijk 26, gaten 27 15 respectievelijk 28 in de registreerlaag gevormd. De laser heeft een vermogen van 7 op de registreerlaag en een' _7 pulstijd van 5·10 sec. De met de informatie overeenkomende gaten 27, 28 hebben een diameter van 1,0 ^um en zijn voorzien van een randdeeel 29 respectievelijk 30.

20 De geregistreerde informatie wordt met zwak laserlicht via de substraatplaat 17 respectievelijk 18 in reflectie uitgelezen.

25 30 7905914 35

Claims

1. Kleurstof bevattend laagje van een filmvormend polymeer bindmiddel, waarbij de kleurstof is opgelost of fijn verdeeld in de bindmiddelmatrix, met het kenmerk, dat het bindmiddel een copolymeer (ί:Τ) van methylvinyl— 5 ether en maleïnezuur anhydride is of een halfester van het copolymeer.

2. Kleurstof bevattend laagje volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bindmiddel een halfester is van het copolymeer en een alifatische alcohol, die met een aromatische rest kan zijn gesubstitueerd en 1-8 koolstofatomen bevat.

3· Kleurstof bevattend laagje volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het bindmiddel een halfester is van het copolymeer en butanol. 1c

4. Kleurstof bevattend laagje volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het laagje een ionogene kleurstof bevat in een hoeveelheid van maximaal 9k°/o.

5· Informatieregistratie element waarin informatie 20 optisch kan worden ingeschreven en Uitgelezen, welk een schijfvormig substraat bevat, dat voorzien is van een kleurstof bevattende registreerlaag, met het kenmerk, dat de registreerlaag een kleurstof bevattend laagje is zoals is aangegeven in één van de voorgaande conclusies 1-4. 7905914 PHN 953¾ & -5?

6. Informatieregistratie element volgens conclu sie 5, met het kenmerk, dat de registreerlaag aan het van het substraat afgekeerde oppervlak is voorzien van een transparante afdeklaag die niet door laserlicht wordt 5 aangetast.

7. Informatieregistratie element volgens conclusie 5j met het kenmerk, dat het kleurstof bevattend laagje is aangebracht op een transparant substraat en aan het van het substraat afgekeerde oppervlak is voorzien van een 10 reflecterende ablatieve registreerlaag.

8. Informatieregistratie element volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een transparant substraat wordt toegepast dat aan de zijde van de registreerlaag is voorzien van een optisch uitleesbaar servospoor dat tenminste ge-deeltelijk een reliefstructuur bezit van afwisselend op hoger en lager niveau gelegen servogebiedjes. 20 25 30 —790 5 9 14------ 35