NL2008060C2 - Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement. - Google Patents

Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement. Download PDF

Info

Publication number
NL2008060C2
NL2008060C2 NL2008060A NL2008060A NL2008060C2 NL 2008060 C2 NL2008060 C2 NL 2008060C2 NL 2008060 A NL2008060 A NL 2008060A NL 2008060 A NL2008060 A NL 2008060A NL 2008060 C2 NL2008060 C2 NL 2008060C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
clamping
metal rod
rod element
bodies
head
Prior art date
Application number
NL2008060A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2008060A (nl
Inventor
Willem Brink
Original Assignee
Polymac B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polymac B V filed Critical Polymac B V
Priority to NL2008060A priority Critical patent/NL2008060C2/nl
Publication of NL2008060A publication Critical patent/NL2008060A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008060C2 publication Critical patent/NL2008060C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21FWORKING OR PROCESSING OF METAL WIRE
    • B21F1/00Bending wire other than coiling; Straightening wire
    • B21F1/004Bending wire other than coiling; Straightening wire by means of press-type tooling
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21FWORKING OR PROCESSING OF METAL WIRE
    • B21F45/00Wire-working in the manufacture of other particular articles
    • B21F45/004Mounting bails on containers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21FWORKING OR PROCESSING OF METAL WIRE
    • B21F5/00Upsetting wire or pressing operations affecting the wire cross-section
    • B21F5/005Upsetting wire
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B25HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
    • B25BTOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
    • B25B5/00Clamps
    • B25B5/003Combinations of clamps

Description

P30493NL01/ENY
Korte aanduiding: Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement 5 De uitvinding heeft betrekking op, in combinatie, ten minste een eerste klemlichaam en tweede klemlichaam, waarbij elk klemlichaam is voorzien van klemvlak, waarin een langsgroef is aangebracht, en waarbij de klemvlakken van de klemlichamen zodanig tegen elkaar aangebracht kunnen worden dat de langsgroeven een opneemholte voor het opnemen van een gedeelte van een metalen staafelement vormen. Een dergelijke 10 combinatie is een “kit of parts”.
Een emmeraanbeugelmachine voor het aanbeugelen van metalen beugels aan emmers is algemeen bekend. Met deze emmeraanbeugelmachine kunnen beugels van rechte metalen staafelementen worden gemaakt. De rechte metalen staafelementen worden in een magazijn van de emmeraanbeugelmachine geladen. Een verplaatsingsmechanisme 15 verplaatst de rechte metalen staafelementen per stuk naar een inrichting voor het vormen van een verdikte kop aan de kopeinden van het rechte metalen staafelement.
De inrichting voor het vormen van de verdikte kop omvat een onderste klemlichaam, een bovenste klemlichaam en een vervormingsorgaan voor het plastisch vervormen van een kopeind van het rechte metalen staafelement ter vorming van een verdikte kop. Het 20 onderste klemlichaam is vast bevestigd aan de emmeraanbeugelmachine, terwijl het bovenste klemlichaam door een eerste hydraulische cylinder beweegbaar is tussen een open en gesloten stand. Het vervormingsorgaan is aandrijfbaar door een tweede hydraulische cylinder.
In de open stand van de klemlichamen wordt een gedeelte van het rechte metalen 25 staafelement tussen de langsgroeven van de klemlichamen aangebracht en het kopeind uitgelijnd tegen het vervormingsorgaan. Vervolgens verplaatst de eerste hydraulische cylinder het bovenste klemlichaam naar de gesloten stand, zodat het rechte metalen staafelement zijdelings wordt ingeklemd tussen de langsgroeven van de klemlichamen terwijl het plastisch te vervormen eindgedeelte met het kopeind van het rechte metalen 30 staafelement over een geringe lengte uitsteekt ten opzichte van de klemlichamen.
Terwijl het rechte metalen staafelement is ingeklemd tussen de langsgroeven van de klemlichamen drukt de tweede hydraulische cylinder het vervormingsorgaan tegen het kopeind van het rechte metalen staafelement met een kracht die voldoende groot is om het uitstekende eindgedeelte met dat kopeind plastisch te vervormen (“koud stuiken”). Hierdoor 35 ontstaat de verdikte kop aan het ene uiteinde van het rechte metalen staafelement.
2
Om het rechte metalen staafelement met de gevormde verdikte kop aan het ene uiteinde daarvan te verwijderen uit de langsgroeven van de klemlichamen beweegt de eerste hydraulische cilinder het bovenste klemlichaam weer naar de open stand. Doordat het rechte metalen staafelement tijdens het koud stuiken stevig was ingeklemd tussen de 5 langsgroeven van de klemlichamen, bestaat het risico dat bij het bewegen van het bovenste klemlichaam naar de open stand het rechte metalen staafelement in de langsgroef van het onderste of bovenste klemlichaam blijft vastzitten.
Nadat de verdikte kop aan het ene uiteinde van het rechte metalen staafelement is gestuikt, wordt aan het tegenoverliggende uiteinde van het rechte metalen staafelement op 10 dezelfde manier een verdikte kop gevormd. Vervolgens worden beide uiteinden met de verdikte koppen haaks omgezet en wordt het metalen staafelement om een vormplaat gebogen om de gewenste beugelvorm te bereiken. De gevormde metalen beugel wordt vervolgens in de emmeraanbeugelmachine aangebracht aan een emmer.
Bij het aanpassen van de emmeraanbeugelmachine aan metalen staafelementen 15 met een andere lengte en/of andere diameter is het nodig om het samenstel van de hydraulische cylinders voor de aandrijving van de vervormingsorganen te demonteren en een afstandhouder te plaatsen. Dit leidt tot een relatief lange ombouwtijd, terwijl de behoefte aan kleine series met verschillende beugels is toegenomen.
Een doel van de uitvinding is om een verbeterde combinatie van ten minste twee 20 klemlichamen te verschaffen, in het bijzonder voor toepassing bij een inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer of een emmeraanbeugelinrichting voor het aanbeugelen van een metalen beugel aan een emmer.
Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het eerste klemlichaam is voorzien van een haakvormig uitsteeksel dat uitsteekt vanaf het klemvlak daarvan, en het tweede 25 klemlichaam is voorzien van een uitsparing die is aangebracht in het klemvlak daarvan, en het haakvormige uitsteeksel van het eerste klemlichaam opneembaar is in de uitsparing van het tweede klemlichaam bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken van de klemlichamen.
Tussen de langsgroeven van de tegen elkaar aangebrachte klemvlakken van de klemlichamen kan een metalen staafelement stevig worden vastgeklemd, bijvoorbeeld een 30 recht metalen staafelement met een constante dwarsdoorsnede over de gehele lengte daarvan, zoals een ronde dwarsdoorsnede, zodat het koud stuiken tegen een kopeind van het metalen staafelement ter vorming van de verdikte kop mogelijk is. Bij het tegen elkaar aanbrengen van de klemvlakken van de klemlichamen is het haakvormige uitsteeksel van het eerste klemlichaam opneembaar in de uitsparing van het tweede klemlichaam. De 35 aanwezigheid van het haakvormige uitsteeksel en de uitsparing heeft derhalve niet of nauwelijks invloed op de inklemming van het metalen staafelement. Na het vormen van de verdikte kop bewegen de klemlichamen met de klemvlakken daarvan uit elkaar. Het 3 haakvormige uitsteeksel grijpt daarbij zijdelings aan op het metalen staafelement en trekt derhalve het tussen de langsgroeven opgenomen metalen staafelement los. Het verwijderen van het metalen staafelement na het koud stuiken van de verdikte kop is hierdoor sterk verbeterd.
5 In een uitvoeringsvorm is het haakvormige uitsteeksel voorzien van een oplegdeel, dat zich in hoofdzaak dwars uitstrekt vanaf het klemvlak van het eerste klemlichaam, en een haakdeel, dat zich in hoofdzaak dwars uitstrekt vanaf het oplegdeel op een afstand van de langsgroef in het klemvlak van het eerste klemlichaam. Om een metalen staafelement tussen de langsgroeven van de klemlichamen in te klemmen wordt het metalen 10 staafelement eerst op het oplegdeel geplaatst. Het metalen staafelement bevindt zich dan tussen de langsgroef en het haakdeel van het eerste klemlichaam. Vervolgens bewegen de klemvlakken van de klemlichamen naar elkaar toe, zodat het metalen staafelement door de langsgroef van het tweede klemlichaam over het oplegdeel naar de langsgroef van het eerste klemlichaam wordt geduwd totdat het metalen staafelement is opgesloten tussen de 15 langsgroeven. Na het koud stuiken van de verdikte kop verplaatsten de klemvlakken van de klemlichamen uit elkaar, waarbij het haakdeel van het eerste klemlichaam het metalen staafelement uit de langsgroef van het tweede klemlichaam trekt.
Het is daarbij mogelijk dat het oplegdeel is voorzien van een oplegvlak voor het daarop neerleggen van een metalen staafelement, waarbij het oplegvlak is uitgelijnd ten 20 opzichte van de langsgroef van het eerste klemlichaam. Als het oplegvlak is uitgelijnd ten opzichte van de langsgroef van het eerste klemlichaam, bevindt zich een in hoofdzaak vloeiende of continue overgang tussen het oplegvlak en de langsgroef van het eerste klemlichaam. Het inklemmen van het metalen staafelement is hierdoor betrouwbaar.
In een uitvoeringsvorm zijn de langsgroeven van de klemlichamen elk voorzien van 25 ten minste een klemribbel, waarbij de klemribbels zijn uitgevoerd om, bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken van de klemlichamen en een in de opneemholte opgenomen metalen staafelement, dat metalen staafelement zijdelings in te klemmen. Als het metalen staafelement is opgesloten tussen de langsgroeven van de klemlichamen, worden de klemribbels zijdelings in het metalen staafelement gedrukt. Daarbij wordt bijvoorbeeld door 30 plastische vervorming een omtreksgroef met een geringe diepte in het metalen staafelement gevormd. Door middel van de klemribbels is het mogelijk om het metalen staafelement in axiale richting stevig in te klemmen.
In een uitvoeringsvorm zijn de klemlichamen elk voorzien van een in hoofdzaak vlak aanslagvlak dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van de langsgroef, waarbij 35 de aanslagvlakken van de klemlichamen in een gemeenschappelijk vlak uitlijnbaar zijn bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken van de klemlichamen, en waarbij bij een in de opneemholte opgenomen metalen staafelement het kopeind daarvan uitsteekt ten opzichte 4 van de aanslagvlakken, en waarbij de combinatie een vervormingslichaam omvat, dat is voorzien van een vervormingsvlak dat is uitgevoerd om, bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken van de klemlichamen en een in de opneemholte opgenomen metalen staafelement met een kopeind dat uitsteekt ten opzichte van de aanslagvlakken, dat 5 kopeind plastisch te vervormen ter vorming van de verdikte kop.
Het is daarbij mogelijk dat het vervormingsvlak is voorzien van een vervormingsholte die in hoofdzaak overeenkomt met de te vormen verdikte kop. De vervormingsholte is zodanig aangebracht in het vervormingsvlak van het vervormingslichaam dat als de klemvlakken van de klemlichamen tegen elkaar aanliggen en tussen de langsgroeven een 10 metalen staafelement is opgenomen met een kopeind dat uitsteekt ten opzichte van de aanslagvlakken van de klemlichamen, dat kopeind in de vervormingsholte terechtkomt bij het aanbrengen van het vervormingslichaam met het vervormingsvlak tegen de aanslagvlakken. Het eindgedeelte van het metalen staafelement met dat kopeind wordt daarbij plastisch vervormd in de vervormingsholte ter vorming van de verdikte kop.
15 Het is mogelijk dat het eerste klemlichaam en het tweede klemlichaam elk zijn voorzien van ten minste een bevestigingsgat voor het losneembaar bevestigen van dat klemlichaam. De klemlichamen zijn bijvoorbeeld losneembaar bevestigd aan een inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer. De losneembare bevestiging kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld omvat elk klemlichaam ten minste 20 een boutgat voor het vastbouten van de klemlichamen.
Door de losneembare bevestiging van de klemlichamen kunnen de klemlichamen eenvoudig worden verwisseld. Dit is gunstig bij het ombouwen van een emmeraanbeugelinrichting of een inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer voor toepassing bij metalen beugels met een andere diameter. Bij een andere 25 diameter van de metalen staafelementen is het kopeind niet meer nauwkeurig uitgelijnd ten opzichte van de vervormingsholte in het vervormingsvlak van het vervormingslichaam. De positie van de vervormingsholte ligt gewoonlijk vast. Door de combinatie van klemlichamen te verwisselen door een andere combinatie van klemlichamen kan de diameter van de langsgroeven en de hoogte van het oplegvlak van het haakvormige uitsteeksel eenvoudig 30 worden aangepast aan de positie van de vervormingsholte.
De klemlichamen en/of het vervormingslichaam kunnen verschillende materialen omvatten die geschikt zijn voor het inklemmen en koud stuiken van het metalen staafelement. Bijvoorbeeld zijn het eerste klemlichaam en/of het tweede klemlichaam en/of het vervormingslichaam gemaakt van gehard staal.
35 De uitvinding heeft verder betrekking op een kleminrichting voor het inklemmen van een metalen staafelement, omvattende een combinatie van klemlichamen zoals hierboven beschreven. Daarbij kan bijvoorbeeld het eerste klemlichaam beweegbaar zijn, terwijl het 5 tweede klemlichaam vast is. Het eerste, beweegbare klemlichaam is bijvoorbeeld beweegbaar tussen een eerste stand, waarin het metalen staafelement tussen de klemlichamen brengbaar is, en een tweede stand, waarin het metalen staafelement zijdelings inklembaar is tussen de langsgroeven van de klemvlakken van de klemlichamen 5 onder vrijlating van het eindgedeelte met het kopeind.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement, omvattende een combinatie van klemlichamen zoals hierboven beschreven. In een uitvoeringsvorm is de inrichting voorzien van een aanslagelement voor het kopeind van het in te klemmen metalen 10 staafelement, waarbij het aanslagelement instelbaar is in een richting evenwijdig aan het in te klemmen staafelement. Het aanslagelement bepaalt de lengte van het eindgedeelte met het kopeind dat na het inklemmen uitsteekt ten opzichte van de kleminrichting, d.w.z. de hoeveelheid materiaal die het vervormingslichaam plastisch zal vervormen. Als een te grote of te kleine hoeveelheid materiaal wordt gestuikt, krijgt de verdikte kop een ongewenste 15 vorm. Om het in te klemmen metalen staafelement nauwkeurig te positioneren wordt het kopeind daarvan aangebracht tegen het aanslagelement. Het aanslagelement is verplaatsbaar en bevestigbaar aan een geleiding die in hoofdzaak evenwijdig aan het in te klemmen staafelement verloopt. De positie van het aanslagelement kan eenvoudig worden aangepast als een metalen staafelement met een verschillende lengte wordt gebruikt.
20 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer, omvattende een combinatie van klemlichamen zoals hierboven beschreven en/of een dergelijke inrichting voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement. Daarnaast heeft de uitvinding betrekking op een emmeraanbeugelinrichting voor het aanbeugelen van een metalen beugel aan een 25 emmer, omvattende een combinatie van klemlichamen zoals hierboven beschreven en/of een dergelijke inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een inrichting voor het vormen 30 van metalen beugels voor kunststof emmers.
Figuur 2a toont een vergroot detail lla van figuur 1.
Figuur 2b toont een aanzicht in perspectief van een gedeelte van de in figuur 1 getoonde inrichting.
Figuur 3a-3g tonen bovenaanzichten van een metalen staafelement zoals uitgevoerd 35 op verschillende plaatsen in de in figuur 1 getoonde inrichting.
6
Figuur 4 toont een aanzicht in perspectief van een inrichting voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van het metalen staafelement van de in figuur 1 getoonde inrichting.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht van de in figuur 4 getoonde inrichting.
5 Figuur 6 toont een zijaanzicht van de in figuur 4 getoonde inrichting.
Figuur 7a, 7b tonen schematisch de werking van de aandrijving voor het aandrijven van het vervormingslichaam van de in figuur 4 getoonde inrichting.
Figuur 8a, 8b, 9 en 10 tonen de klemlichamen van de in figuur 4 getoonde inrichting.
Figuur 11 a-11 d tonen het beweegbare klemlichaam van de in figuur 4 getoonde 10 inrichting.
Figuur 12a-12d tonen het vaste klemlichaam van de in figuur 4 getoonde inrichting.
De inrichting voor het vormen van metalen beugels voor kunststof emmers is in figuur 1 in zijn geheel aangeduid met verwijzingscijfer 1. De inrichting 1 maakt bijvoorbeeld deel uit van een emmeraanbeugelmachine voor het aanbeugelen van kunststof emmers met 15 metalen beugels. De metalen beugels worden vervaardigd uit rechte metalen staafelementen 2, die zijn opgenomen in een magazijn van de inrichting 1 (niet weergegeven). De inrichting 1 omvat een verplaatsingsmechanisme voor het in stappen verplaatsen van de rechte metalen staafelementen 2 door de inrichting 1 - in figuur 1 van onder naar boven. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat het verplaatsingsmechanisme twee 20 beweegbare horizontale lijsten 4, die elk zijn voorzien van inkepingen voor het ondersteunen van de rechte metalen staafelementen 2. De beweegbare lijsten 4 kunnen de rechte metalen staafelementen 2 in horizontale en verticale richting verplaatsen.
Het verplaatsingsmechanisme voert een uit het magazijn afkomstig, recht metalen staafelement 2 eerst langs een eerste inrichting 6 voor het vormen van een verdikte kop of 25 stuikkop 5 aan een kopeind van het rechte metalen staafelement 2 (links in figuur 1). Nadat het linker uiteinde van het rechte metalen staafelement 2 is voorzien van een verdikte kop 5, wordt het staafelement 2 langs een tweede inrichting 6 voor het vormen van een verdikte kop 5 aan een kopeind van het rechte metalen staafelement 2 gebracht (rechts in figuur 1). De tweede inrichting 6 vormt een tweede verdikte kop 5 aan het rechter uiteinde van het 30 rechte metalen staafelement 2.
Daarna wordt het rechte metalen staafelement 2 met de verdikte koppen 5 aan beide uiteinden doorgeleid naar een inrichting 7 voor het haaks omzetten van de kopeinden van het staafelement 2. Vervolgens buigt een vorminrichting 9 het metalen staafelement 2 met de omgezette kopeinden 8 om een vormplaat 10, zodat de gewenste beugelvorm voor de 35 emmer ontstaat. De verschillende vormen van het metalen staafelement 2 bij het doorlopen van de inrichting 1 zijn weergegeven in figuur 3a-3g.
7
De inrichting 6 voor het vormen van een verdikte kop 5 aan een kopeind van het rechte metalen staafelement 2 zal thans nader worden beschreven.
De inrichting 6 omvat een kleminrichting voor het stevig inklemmen van het metalen staafelement 2. De kleminrichting is voorzien van een vast klemlichaam 14 (vaste 5 klemnippel) en een beweegbaar klemlichaam 15 (beweegbare klemnippel). Het beweegbare klemlichaam 15 is beweegbaar tussen een eerste, open stand en een tweede, gesloten stand.
In de open stand bevindt het beweegbare klemlichaam 15 zich op afstand van het vaste klemlichaam 14, zodat het rechte metalen staafelement 2 tussen de klemlichamen 14, 10 15 kan worden neergelaten en daartussenuit kan worden verwijderd. In de gesloten stand drukken de klemlichamen 14, 15 tegen elkaar aan en is het rechte metalen staafelement 2 aan een eindgedeelte daarvan zijdelings ingeklemd tussen de klemlichamen 14, 15.
Zoals weergegeven in figuren 8-12 omvat het vaste klemlichaam 14 een eerste klemvlak 50 en het beweegbare klemlichaam 15 een tweede klemvlak 51. In elk klemvlak 15 50, 51 is een langsgroef 53 respectievelijk 54 aangebracht. De langsgroeven 53, 54 van de klemlichamen 14, 15 vormen in de gesloten stand gezamenlijk een opneemholte voor het opnemen van een eindgedeelte van het rechte metalen staafelement 2. Als het eindgedeelte van het rechte metalen staafelement 2 is opgesloten in de opneemholte, wordt het uitknikken van dat eindgedeelte verhinderd.
20 Om een axiale verplaatsing van het rechte metalen staafelement 2 door de opneemholte te voorkomen, bezitten de langsgroeven 53, 54 van de klemlichamen 14, 15 elk meerdere klemribbels 61. In de gesloten stand van het beweegbare klemlichaam 15 drukken de klemvlakken 50, 51 van de klemlichamen 14, 15 stevig tegen elkaar aan, waardoor de klemribbels 61 zijdelings aangrijpen op het metalen staafelement 2. De 25 uitgeoefende aandrukkracht is bijvoorbeeld zodanig dat de klemribbels 61 door plastische vervorming omtreksgroeven in het ingeklemde eindgedeelte van het metalen staafelement 2 vormen.
De klemlichamen 14, 15 omvatten elk een in hoofdzaak vlak aanslagvlak 62 respectievelijk 63 dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van de langsgroeven 30 53, 54. De klemlichamen 14, 15 zijn zodanig ten opzichte van elkaar uitgelijnd, dat de aanslagvlakken 62, 63 in een gemeenschappelijk vlak liggen. De aanslagvlakken 62, 63 vormen een aambeeldoppervlak, hetgeen hieronder zal worden toegelicht.
De inrichting 6 is voorzien van een aanslagelement 32 met een aanslagvlak voor het kopeind van het in te klemmen metalen staafelement 2 (zie figuur 2a en 2b). Het 35 aanslagvlak van het aanslagelement 32 verloopt in hoofdzaak evenwijdig aan en op afstand van de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15. Om het metalen staafelement 2 nauwkeurig te positioneren wordt het kopeind van het in te klemmen metalen staafelement 2 8 in axiale richting daarvan tegen het aanslagvlak van het aanslagelement 32 uitgelijnd, bijvoorbeeld door middel van een pneumatische cilinder die aanduwt tegen het tegenoverliggende kopeind. De afstand tussen het aanslagvlak van het aanslagelement 32 en de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15 bepaalt de lengte waarover het 5 kopeind van het rechte metalen staafelement 2 uitsteekt ten opzichte van de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15.
Om de lengte waarover het kopeind uitsteekt nauwkeurig te kunnen instellen is het aanslagelement 32 verschuifbaar bevestigd aan een geleiding 33 die zich in hoofdzaak evenwijdig aan het in te klemmen staafelement 2 uitstrekt. Hierdoor is het aanslagvlak van 10 het aanslagvlak 32 fixeerbaar op verschillende afstanden van de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15. Zoals getoond in figuur 1 is het instelbare aanslagelement 32 van boven vrij toegankelijk, zodat het instellen van het aanslagelement 32 eenvoudig en snel is.
De inrichting 6 omvat een vervormingslichaam 6 (stuiknippel) voor het plastisch vervormen van het eindgedeelte van het metalen staafelement 2 dat uitsteekt ten opzichte 15 van de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14,15 nadat het rechte metalen staafelement 2 stevig is ingeklemd. Het vervormde eindgedeelte van het metalen staafelement 2 vormt de verdikte kop 5. Het plastisch vervormen vindt plaats bij kamertemperatuur (“koud stuiken”).
Het vervormingslichaam 16 is voorzien van een vervormingsvlak dat naar de 20 aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15 is toegekeerd. Het vervormingsvlak is voorzien van een vervormingsholte die in hoofdzaak overeenkomt met de te vormen verdikte kop 5. Het vervormingslichaam 16 is beweegbaar tussen een eerste, ruststand en een tweede, stuikstand. In de ruststand bevindt het vervormingsvlak van het vervormingslichaam 16 zich op een afstand van het kopeind van het metalen staafelement 2. In de stuikstand is 25 het vervormingslichaam 16 vanuit de ruststand naar de aanslagvlakken 62, 63 van de klemlichamen 14, 15 toe verplaatst en is het uitstekende eindgedeelte van het metalen staafelement 2 plastisch vervormd in de vervormingsholte van het vervormingslichaam 16.
De lengte waarover het eindgedeelte uitsteekt bepaalt een hoeveelheid materiaal die door plastische vervorming tot de verdikte kop 5 leidt. Als te veel of te weinig materiaal wordt 30 vervormd, krijgt de verdikte kop 5 niet de gewenste vorm. Bij een te lang uitstekend eindgedeelte wordt het materiaal tijdens het stuiken bijvoorbeeld buiten de vervormingsholte van het vervormingslichaam 16 gedrukt. Met het hierboven genoemde aanslagelement 32 is de uitstekende lengte nauwkeurig instelbaar, zodat de vorm van de verdikte kop 5 is gewaarborgd.
35 Nadat de verdikte kop 5 is gevormd, beweegt het beweegbare klemlichaam 15 terug naar de open stand. Zoals getoond in figuur 11 a-11 d is het beweegbare klemlichaam 15 voorzien van een haakvormig uitsteeksel 56 dat uitsteekt vanaf het klemvlak 51. Het 9 haakvormige uitsteeksel 56 omvat een in hoofdzaak horizontaal oplegdeel 57 en een in hoofdzaak verticaal haakdeel 58. Het oplegdeel 57 heeft een bovenste oplegvlak 59 waarop het metalen staafelement 2 rust na het plaatsen van het staafelement 2 tussen de klemlichamen 14, 15 in de open stand. Zoals het duidelijkst zichtbaar in figuur 11a en 11d 5 loopt het oplegvlak 59 continu door in de langsgroef 54. Het haakdeel 58 steekt omhoog vanaf het van het klemvlak 51 afgekeerde eind van het oplegdeel 57.
Het vaste klemlichaam 14 omvat een uitsparing 60 in het klemvlak 50. Als de klemvlakken 50, 51 tegen elkaar zijn aangebracht en het metalen staafelement 2 stevig is ingeklemd, is het haakvormige uitsteeksel 56 van het beweegbare klemlichaam 15 10 opgenomen in de uitsparing 60 van het vaste klemlichaam 14. Het haakdeel 58 grijpt daarbij achter het ingeklemde metalen staafelement 2.
Bij het uit elkaar bewegen van de tegen elkaar aanliggende klemvlakken 50, 51 van de klemlichamen 14, 15 door het beweegbare klemlichaam 15 vanuit de gesloten stand terug naar de open stand te verplaatsen, neemt het haakvormige uitsteeksel 56 het metalen 15 staafelement 2 mee uit de langsgroef 53 in het vaste klemlichaam 14.
Het vaste klemlichaam 14 en het beweegbare klemlichaam 15 zijn losneembaar bevestigd door middel van bouten in boutgaten 64, 65. De klemlichamen 14, 15 zijn bijvoorbeeld gemaakt van gehard staal. Niettemin is de levensduur van de klemlichamen 14, 15 door de aanzienlijke belastingen beperkt tot ongeveer 2 miljoen stuikhandelingen.
20 Daarna moeten de klemlichamen 14, 15 worden vervangen. Volgens de uitvinding zijn de boutverbindingen van boven eenvoudig toegankelijk (zie figuur 1), zodat het vervangen van de klemlichamen 14, 15 eenvoudig en snel is.
Het vervormingslichaam 16 oefent een aanzienlijke kracht uit op het uitstekende eindgedeelte van het metalen staafelement 2 om dat eindgedeelte plastisch te vervormen 25 tot een verdikte kop 5. Om het vervormingslichaam 16 aan te drijven is een aandrijving voorzien, die hieronder nader zal worden beschreven aan de hand van figuren 4-7.
De aandrijving is voorzien van een lineaire aandrijfeenheid 18, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een pneumatische cilinder met een aandrijfstang 19. De aandrijfstang 19 is heen en weer beweegbaar ten opzichte van de pneumatische cilinder 30 18. De pneumatische cilinder 18 met de aandrijfstang 19 zijn scharnierbaar om een scharnierhartlijn 29.
Het heen en weer beweegbare eind van de aandrijfstang 19 is scharnierbaar om een scharnierhartlijn 20 verbonden met een overbrengingselement 21. Het overbrengingselement 21 is zwenkbaar om een zwenkhartlijn 22, die in hoofdzaak 35 evenwijdig aan de scharnierhartlijnen 29, 20 verloopt. Het overbrengingselement 21 omvat een nokbaan 23, die in dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een gekromde baan of curvenbaan.
10
Tegen de curvenbaan 23 is een steunrol 26 afgesteund, die draaibaar om een draaihartlijn 30 is aangebracht aan een ondereind 25 van een hefboomarm 24. De draaihartlijn 30 verloopt in hoofdzaak evenwijdig aan de zwenkhartlijn 22. De hefboomarm 24 is door middel van een boutverbinding (zie figuur 6) bevestigd aan een U-vormige houder 5 28. De U-vormige houder 28 en de hefboomarm 24 zijn gezamenlijk scharnierbaar om een scharnierhartlijn 27, die in hoofdzaak evenwijdig aan de zwenkhartlijn 22 verloopt. Aan het boveneind van de hefboomarm 24 is het vervormingslichaam 16 bevestigd.
De curvenbaan 23 van het overbrengingselement 21 omvat een traject met een beginpunt en een eindpunt. Dit traject verloopt niet concentrisch ten opzichte van de 10 zwenkhartlijn 22. Elk punt van het traject van de curvenbaan 23 is bepaald door de afstand tussen dat punt van het traject en de zwenkhartlijn 22 en de hoek tussen de verbindingslijn van dat punt naar de zwenkhartlijn 22 en de verbindingslijn van het beginpunt naar de zwenkhartlijn 22. Het traject van de curvenbaan 23 is zodanig uitgevoerd dat die afstand recht evenredig is met die hoek.
15 M.a.w. elke mm slag van de aandrijfstang 19 geeft een evenredige verplaatsing van de steunrol 26 van de hefboomarm 24. Hierdoor oefent het vervormingslichaam 16 een in hoofdzaak constante kracht uit op het uitstekende eindgedeelte van het metalen staafelement 2 terwijl de steunrol 26 van de hefboomarm 24 het traject van de curvenbaan 23 volgt. De beweging van de aandrijving is schematisch weergegeven in figuur 7a, 7b.
20 Het beweegbare klemorgaan 15 is aandrijfbaar door een tweede aandrijving, die in dit uitvoeringsvoorbeeld op dezelfde manier is uitgevoerd als de aandrijving voor het aandrijving van het vervormingslichaam 16. De tweede aandrijving omvat derhalve een tweede aandrijfeenheid, een tweede hefboomarm 44 en een tweede overbrengingselement, dat zwenkbaar is verbonden tussen de tweede aandrijfeenheid en de tweede hefboomarm 25 44. De tweede aandrijfeenheid is uitgevoerd als een pneumatische cilinder 38 met een heen en weer beweegbare aandrijfstang. De tweede hefboomarm 44 omvat aan het boveneind het beweegbare klemlichaam 15 en aan het ondereind een draaibare steunrol 46, die aanligt tegen een curvenbaan van het tweede overbrengingselement.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. 30 De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen.

Claims (17)

1. In combinatie, ten minste een eerste klemlichaam (15) en tweede klemlichaam (14), waarbij elk klemlichaam (14, 15) is voorzien van klemvlak (50, 51), waarin een langsgroef (53, 54) is aangebracht, en waarbij de klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15) zodanig tegen elkaar aangebracht kunnen worden dat de langsgroeven (53, 54) een 5 opneemholte voor het opnemen van een gedeelte van een metalen staafelement (2) vormen, met het kenmerk, dat het eerste klemlichaam (15) is voorzien van een haakvormig uitsteeksel (56) dat uitsteekt vanaf het klemvlak (51) daarvan, en het tweede klemlichaam (14) is voorzien van een uitsparing (60) die is aangebracht in het klemvlak (50) daarvan, en het haakvormige uitsteeksel (56) van het eerste klemlichaam (15) opneembaar is in de 10 uitsparing (60) van het tweede klemlichaam (14) bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15).
2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het haakvormige uitsteeksel (56) is uitgevoerd om, als de klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15) tegen elkaar 15 aanliggen en een metalen staafelement (2) is opgenomen in de opneemholte, zijdelings aan te grijpen op dat metalen staafelement (2) bij het van elkaar af bewegen van die tegen elkaar aanliggende klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15).
3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij het haakvormige uitsteeksel (56) is 20 voorzien van een oplegdeel (57), dat zich in hoofdzaak dwars uitstrekt vanaf het klemvlak (51) van het eerste klemlichaam (15), en een haakdeel (58), dat zich in hoofdzaak dwars uitstrekt vanaf het oplegdeel (57) op een afstand van de langsgroef (54) in het klemvlak van het eerste klemlichaam (15).
4. Combinatie volgens conclusie 3, waarbij het oplegdeel (57) is voorzien van een oplegvlak (59) voor het daarop neerleggen van een metalen staafelement (2), en waarbij het oplegvlak (59) is uitgelijnd ten opzichte van de langsgroef (54) van het eerste klemlichaam (15) .
5. Combinatie volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de langsgroeven (53, 54) van de klemlichamen (14, 15) elk zijn voorzien van ten minste een klemribbel (61), waarbij de klemribbels (61) zijn uitgevoerd om, bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15) en een in de opneemholte opgenomen metalen staafelement (2), dat metalen staafelement (2) zijdelings in te klemmen. 35
6. Combinatie volgens een van de conclusies 1-5, waarbij de klemlichamen (14, 15) elk zijn voorzien van een in hoofdzaak vlak aanslagvlak (62, 63) dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van de langsgroef (53, 54), waarbij de aanslagvlakken (62, 63) van de klemlichamen (14, 15) in een gemeenschappelijk vlak uitlijnbaar zijn bij tegen elkaar 5 aanliggende klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15), en waarbij de combinatie een vervormingslichaam (16) omvat, dat is voorzien van een vervormingsvlak dat is uitgevoerd om, bij tegen elkaar aanliggende klemvlakken (50, 51) van de klemlichamen (14, 15) en een in de opneemholte opgenomen metalen staafelement (2) met een kopeind dat uitsteekt ten opzichte van de aanslagvlakken (50, 51), dat kopeind plastisch te vervormen 10 ter vorming van de verdikte kop (5).
7. Combinatie volgens conclusie 6, waarbij het vervormingsvlak is voorzien van een vervormingsholte die in hoofdzaak overeenkomt met de te vormen verdikte kop (5).
8. Combinatie volgens een van de conclusies 1-7, waarbij het eerste klemlichaam (15) en het tweede klemlichaam (14) elk zijn voorzien van ten minste een bevestigingsgat (64, 65. voor het losneembaar bevestigen van dat klemlichaam (14, 15).
9. Combinatie volgens een van de conclusies 1-8, waarbij het eerste klemlichaam (15) 20 en/of het tweede klemlichaam (14) en/of het vervormingslichaam (16) zijn gemaakt van gehard staal.
10. Kleminrichting voor het inklemmen van een metalen staafelement, omvattende een combinatie volgens een van de voorgaande conclusies. 25
11. Kleminrichting volgens conclusielO, waarbij het eerste klemlichaam (15) beweegbaar is en het tweede klemlichaam (14) vast is, en waarbij het beweegbare eerste klemlichaam (15) beweegbaar is tussen een eerste stand, waarin het metalen staafelement (2) tussen de klemlichamen (14,15) brengbaar is, en een tweede stand, waarin het metalen staafelement 30 (2) zijdelings inklembaar is tussen de langsgroeven (53,54) van de klemvlakken (50,51) van de klemlichamen (14,15).
12. Inrichting voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement, omvattende een combinatie volgens een van de conclusies 1-9 en/of een 35 kleminrichting volgens conclusie 10 of conclusie 11.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de inrichting is voorzien van een aanslagelement (32) voor het kopeind van het in te klemmen metalen staafelement (2), waarbij het aanslagelement (32) instelbaar is in een richting evenwijdig aan het in te klemmen staafelement (2). 5
14. Inrichting volgens conclusie 12 of conclusie 13, waarbij het vervormingslichaam (16) beweegbaar is tussen een eerste stand, waarin het vervormingslichaam (16) zich op een afstand van het kopeind van het metalen staafelement (2) bevindt, en een tweede stand, waarin het vervormingsorgaan (16) vanuit de eerste stand naar de aanslagvlakken (62, 63) 10 van de klemlichamen (14, 15) toe is bewogen en het eindgedeelte met dat kopeind door het vervormingslichaam (16) plastisch is vervormd.
15. Inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer, omvattende een combinatie volgens een van de conclusies 1-9 en/of een inrichting voor het vormen van 15 een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement volgens een van de conclusies 12-14.
16. Emmeraanbeugelinrichting voor het aanbeugelen van een metalen beugel aan een 20 emmer, omvattende een combinatie volgens een van de conclusies 1-9 en/of een inrichting voor het vormen van een metalen beugel voor een emmer volgens conclusie 15.
17. Werkwijze voor het vormen van een verdikte kop (5) aan een kopeind van een metalen staafelement (2), welke werkwijze is voorzien van: 25. het inklemmen van het metalen staafelement (2) onder vrijlating van een eindgedeelte met een kopeind, waarbij gebruik wordt gemaakt van een kleminrichting volgens conclusie 10 of conclusie 11, . het door een vervormingslichaam (16) plastisch vervormen van het eindgedeelte van het metalen staafelement (2) ter vorming van de verdikte kop (5).
NL2008060A 2010-10-26 2011-12-30 Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement. NL2008060C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008060A NL2008060C2 (nl) 2010-10-26 2011-12-30 Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005580A NL2005580C2 (nl) 2010-10-26 2010-10-26 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan de kopeinden van een metalen staafelement.
NL2005580 2010-10-26
NL2008060 2011-12-30
NL2008060A NL2008060C2 (nl) 2010-10-26 2011-12-30 Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2008060A NL2008060A (nl) 2012-04-27
NL2008060C2 true NL2008060C2 (nl) 2012-10-23

Family

ID=44140986

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005580A NL2005580C2 (nl) 2010-10-26 2010-10-26 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan de kopeinden van een metalen staafelement.
NL2008060A NL2008060C2 (nl) 2010-10-26 2011-12-30 Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005580A NL2005580C2 (nl) 2010-10-26 2010-10-26 Inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan de kopeinden van een metalen staafelement.

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP3608032A1 (nl)
NL (2) NL2005580C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111545675B (zh) * 2020-05-22 2022-02-18 江西铜业集团铜材有限公司 一种铜线用的弯折设备
CN113909405B (zh) * 2021-08-30 2022-07-26 江苏玖泰电力实业有限公司 一种用于水泥杆生产的具有自动翻料功能的液压墩头机
CN114406137B (zh) * 2021-12-31 2023-04-18 江苏玖泰电力实业有限公司 一种水泥杆内部钢筋加工用液压墩头机

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3359582A (en) * 1965-11-22 1967-12-26 Bethlehem Steel Corp Die assembly for making chamfer headed nails
CH550635A (de) * 1970-12-24 1974-06-28 Aida Eng Ltd Verfahren zur herstellung von gegenstaenden aus bandoder drahtmaterial und doppelschlagstaucher zur ausfuehrung des verfahrens.
US5154670A (en) * 1990-10-15 1992-10-13 Illinois Tool Works, Inc. Apparatus for forming a wire nail
NL1010358C2 (nl) * 1998-10-20 2000-04-25 Brink Bv Van Den Emmerbeugelmachine.
DE10027680A1 (de) * 1999-06-07 2000-12-14 Volker Wengenroth Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Umformteilen aus Drahtrohlingen
AT10206U1 (de) * 2007-10-22 2008-11-15 Ceratizit Austria Gmbh Werkzeug zum klemmen oder ablängen

Also Published As

Publication number Publication date
NL2008060A (nl) 2012-04-27
EP2446981A3 (en) 2012-07-18
EP3608032A1 (en) 2020-02-12
EP2446981A2 (en) 2012-05-02
NL2005580C2 (nl) 2012-04-27
EP2446981B1 (en) 2019-08-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4967585A (en) Bending die and ram assembly for tube bending machine
NL2008060C2 (nl) Combinatie omvattende twee klemlichamen, kleminrichting, emmeraanbeugelinrichting, alsmede inrichting en werkwijze voor het vormen van een verdikte kop aan een kopeind van een metalen staafelement.
JPS62176615A (ja) 管曲げ機
US5551271A (en) U-bolt bending apparatus
CN104907799B (zh) 换挡器o型圈自动装配装置
US3774434A (en) Arrangement for bending of bars of reinforcing steel mats
CN113134696B (zh) 一种待焊管推送装置和焊接系统
JPH0373213A (ja) チューブ切断装置
JP2009107015A (ja) 線材搬送装置
US1948474A (en) Bending machine
AU620608B2 (en) Bending apparatus
CN205613567U (zh) 全自动弯管机
NL2021161B1 (en) Adjusting device and an assembly comprising the adjusting device
NL8005859A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van buis- bochtstukken.
US9687896B2 (en) Sheet metal brake press
CA1271185A (en) Swivel pull tower
CN103691759B (zh) 铝型材牵引机
CN208866662U (zh) 一种自动压紧装置
CN109290409B (zh) 一种波纹片成型机
CN210660838U (zh) 一种液压支架防滑装置
CN111016197A (zh) 金属包塑园艺管用全自动热缩套帽机
US1619537A (en) Spring-eye bender
US11351588B2 (en) Forming hoops for grow houses
EP3296035B1 (en) Crimping apparatus for crimping pipe fitting members on flexible pipes
CN219541411U (zh) 一种空心管u形成型装置