NL2001353C2 - Artikelopslagvoorziening. - Google Patents

Description

Artikelopslagvoorziening

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

1. Veld van de uitvinding

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 artikelopslagvoorziening die voorzien is van een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden zodanig zijn verschaft voor het opslaan van een artikel dat zij uitgelijnd is in een horizontale richting en een verticale richting, en waarbij 10 een artikel transporteur die in staat is om te verplaatsen langs een pad via een artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het artikelopslagrek, waarin een artikellader voor het brengen van artikelen in en het nemen van artikelen uit het artikelopslagrek verschaft is aan het artikelopslagrek 15 zodanig om uit te kunnen steken en terug te kunnen trekken tussen een uitstekende positie voor artikeldoorvoer die uitsteekt naar de buitenkant van het artikelopslagrek, en een teruggetrokken positie voor het terugtrekken in de richting van het artikelopslagrek, en waarin een artikel 20 geleverd wordt of ontvangen wordt door een artikellader in de uitstekende positie in een toestand waarin de artikeltransporteur is gestopt op de artikeldoorvoerlocatie.

2001353 2 2. Omschrijving van de gerelateerde techniek

In de artikelopslagvoorziening, is de artikellader zo verschaft om te kunnen uitsteken en terug te kunnen trekken tussen de uitstekende positie en de 5 teruggetrokken positie; wanneer een artikel niet binnengebracht is of uitgenomen is, wordt de artikellader teruggetrokken naar de teruggetrokken positie, waarbij de artikeltransporteur is gestopt in de artikeldoorvoerlocatie om een artikel in te brengen of uit te nemen ten opzichte 10 van het artikelopslagrek; en wanneer een artikel geleverd en ontvangen is door de artikellader, steekt de artikellader zodanig uit naar de uitstekende positie om het artikel toe te staan geleverd te worden en ontvangen te worden door de artikeltransporteur.

15 Het artikelopslagrek is voorzien van uitsteek- en terugtrekhandelingsmiddelen voor het bedienen van de uitsteking en terugtrekking van de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie (zie bijvoorbeeld WO 2004/034438, of de overeenkomende JP 2006-20 515256) .

De artikellader wordt zodanig verschaft om te kunnen uitsteken en terug te kunnen trekken tussen de uitstekende positie voor het uitsteken naar de buitenkant van het artikelopslagrek, en de teruggetrokken positie voor 25 terugtrekking naar de binnenkant van het artikelopslagrek, en een artikel kan verplaatst worden naar de binnenkant en de buitenkant van het artikelopslagrek. Daarom kan de ruimte waarin de artikellader uitsteekt effectief benut worden door ervoor te zorgen dat de artikellader terugtrekt 30 naar een teruggetrokken toestand, en wanneer het artikelopslagrek of de artikeltransporteur gepositioneerd is in een schone ruimte die van het stroomafwaartse type is, kan een stroomafwaartse luchtstroom voorkomen worden om gestoord te worden door de artikellader die uitsteekt van 35 het artikelopslagrek door ervoor te zorgen dat de artikellader voortijds terugtrekt naar de teruggetrokken toestand.

3

Echter, de artikellader die verschaft is aan het artikelopslagrek wordt niet beperkt tot een enkele eenheid, en diverse artikelladers zijn soms verschaft, en het artikelopslagrek verschaft aan de artikellader is ook niet 5 beperkt tot een enkele eenheid, en diverse artikelopslagrekken zijn soms verschaft langs het pad van de artikeltransporteur. Daarom, wanneer de uitsteking en de terugtrekking handelingsmiddelen voor het bedienen van de uitsteking en de terugtrekking van de artikellader 10 verschaft zijn aan het artikelopslagrek zoals in de conventionele artikelopslagvoorziening zoals bovenomschreven, wordt de uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen verschaft aan elk van de diverse artikelladers wanneer diverse artikelladers 15 verschaft zijn. Daarom wordt de structuur van het artikelopslagrek complex, en is er een risico van toegenomen complexiteit van de constructie van het artikelopslagvoorziening in zijn geheel.

20 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding was ontwikkeld in het licht van de situatie bovenomschreven, en een doel van de onderhavige uitvinding is om een verbeterde artikelopslagvoorziening te verschaffen.

25 Een artikelopslagvoorziening omvat: een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden voor het opslaan van artikelen zodanig verschaft is om opgesteld te worden in een horizontale richting en een verticale richting; 3 0 een artikeltransporteur die ingericht is voor het verplaatsen langs een pad via een artikeldoorvoerlocatie voor het artikelopslagrek; en een artikellader voor het brengen van artikelen in en het nemen van artikelen uit het artikelopslagrek, 35 waarbij de artikellader verschaft is aan het artikelopslagrek zodanig om te kunnen uitsteken en terug te kunnen trekken tussen een uitstekende positie voor 4 artikeldoorvoer die uitsteekt naar een buitenzijde van het artikelopslagrek, en een teruggetrokken positie voor het terugtrekken naar het artikelopslagrek, waarin de artikeltransporteur ingericht is voor het leveren van een 5 artikel aan of het ontvangen van een artikel van de artikellader in de uitstekende positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is; en uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen verschaft aan de artikeltransporteur voor het bedienen van 10 de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is.

Dat wil zeggen dat de uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen verschaft aan de 15 artikeltransporteur ingericht zijn om ervoor te zorgen dat de artikellader uitsteekt en terugtrekt tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie. Daarom is het niet nodig om een uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen te verschaffen aan de 20 artikellader.

KORTE OMSCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Figuur 1 is een bovenaanzicht dat de artikelopslagvoorziening toont; 2 5 figuur 2 is een zijaanzicht dat de artikelopslagvoorziening toont; figuur 3 is een zijaanzicht dat het voertuig toont; figuur 4 is een vooraanzicht dat het voertuig 30 toont; figuur 5 is een zijaanzicht dat het laadpaneel van de uitstekende positie, en het ondersteuningspaneel van de artikelhoudpositie toont; figuur 6 is een perspectivisch aanzicht dat het 35 laadpaneel van de uitstekende positie, en het ondersteuningsdeel van de artikelhoudpositie toont; figuur 7 is een perspectivisch aanzicht dat het 5 laadpaneel in de teruggetrokken positie, en het ondersteuningspaneel in de artikelontvangstpositie toont; figuur 8 is een achteraanzicht dat de artikellader toont; 5 figuur 9 is een opengewerkt perspectivisch aanzicht dat de geleidingsconstructie van de artikellader toont; figuur 10 is een handelingsschema dat het laadpaneel van de teruggetrokken positie toont; 10 figuur 11 is een handelingsschema dat het laadpaneel gedurende verplaatsing toont; figuur 12 is een handelingsschema dat het laadpaneel van de uitstekende positie toont; figuur 13 is een perspectivisch aanzicht dat het 15 ondersteuningspaneel van de artikelhoudpositie in een andere uitvoeringsvorm toont; en figuur 14 is een perspectivisch aanzicht dat het ondersteuningspaneel in de artikelontvangstpositie toont volgens een andere uitvoeringsvorm.

20

OMSCHRIJVING VAN DE VOORKEURSUITVOERINGSVORMEN

Uitvoeringsvormen van de artikelopslagvoorziening van de onderhavige uitvinding zal hierna omschreven worden gebaseerd op de tekeningen.

25 Zoals getoond in figuren 1 en 2 is de artikelopslagvoorziening samengesteld uit een artikelrek 1 dat opgesteld is op een vloervlak, een houdrek 2 dat opgehangen is aan een plafond, en een voertuig 3 als een artikel transporteur die in staat is om te verplaatsen langs 3 0 een pad dat door een artikellaadlocatie heen gaat ten opzichte van het artikelopslagrek 1, en een artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het houdrek 2.

Het artikelopslagrek 1 is voorzien van artikelopslageenheden la in verticale en horizontale 35 richtingen voor het opslaan van een container 5 zoals een artikel, en het houdrek 2 is ingericht voor het tijdelijk opslaan van een enkele container 5.

6

Hoewel niet getoond in de tekeningen, wordt de artikelopslagvoorziening ook voorzien van een artikelverwerkingsdeel voor het uitvoeren van voorgeschreven verwerking voor halfafgewerkte producten en 5 dergelijke gedurende het vervaardigen van een halfgeleidersubstraat, en het pad is zo ingesteld om ook door een artikeldoorvoerlocatie heen te gaan ten opzichte van het artikelverwerkingsdeel.

Zoals getoond in figuur 2 is een laadpaneel 5 0 10 voor het uitvoeren en het inbrengen van artikelen van het artikelopslagrek zo verschaft om te kunnen uitsteken en terug te kunnen trekken naar een uitstekende positie (zie figuur 6) voor artikelontvangst die is uitgestoken naar de buitenzijde van het artikelopslagrek 1, en een 15 teruggetrokken positie (zie figuur 7) die is teruggetrokken naar de binnenzijde van het artikelopslagrek 1. Het voertuig 3 is ingericht om het leveren en het ontvangen van de container 5 uit te voeren ten opzichte van het laadpaneel 50 in de uitstekende positie in een toestand 2 0 waarin het voertuig 3 is gestopt op de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het artikelopslagrek 1.

Een ondersteuningspaneel 81 van het houdrek 2 is zodanig verschaft om te kunnen uitsteken en te kunnen 25 terugtrekken naar de artikelontvangstpositie (zie figuur 7) die geprojecteerd is naar het artikelopslagrek 1, en naar de artikelhoudpositie (zie figuur 6) die is teruggetrokken van het artikelopslagrek 1 af, en het voertuig 3 is ingericht om de container 5 te leveren en te ontvangen ten 3 0 opzichte van het ondersteuningspaneel 81 in de artikelontvangstpositie in een toestand waarin het voertuig 3 gestopt is op de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het houdrek 2.

Het laadpaneel 50 komt overeen met de 35 artikellader, het ondersteuningspaneel 81 komt overeen met het artikelhoudrek, en de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het artikelopslagrek 1 is ingesteld op 7 dezelfde plaats als de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het ondersteuningspaneel 81 (houdrek 2) die gepositioneerd is aan het voorvlak van het laadpaneel 50 dat verschaft is aan het artikelopslagrek 1.

5 Zoals getoond in figuur 2, is een geleidingsrail 8 voor het geleiden en ondersteunen van het voertuig 3 opgesteld nabij het plafond, en is het voertuig 3 ingerïcht om te verplaatsen langs een pad dat verder opwaarts is dan het laadpaneel 50 terwijl deze geleid en ondersteund wordt 10 door de geleidingsrail 8.

Het artikelopslagrek 1 is opgesteld aan één zijde van het pad van het voertuig 3, het houdrek 2 is opgesteld aan de andere zijde van het pad van het voertuig 3, en het ondersteuningspaneel 81 is verschaft op een afstand in de 15 uitstekende richting van het laadpaneel 50 ten opzichte van het artikelopslagrek 1 in een locatie tegenover het laadpaneel 50.

Zoals getoond in figuren 3 en 4, is voertuig 3 ingericht met een artikelhouder 23 die in staat is om 2 0 verticaal te verplaatsen om artikelen te leveren aan en te ontvangen van het laadpaneel 50 en het ondersteuningspaneel 81 .

Zoals getoond in figuur 2, zijn het artikelopslagrek 1, het houdrek 2 en het voertuig 3 25 verschaft binnen een schone ruimte van het stroomafwaartse type. Met andere woorden, de vloer van de ruimte waarin het artikelopslagrek 1, het houdrek 2, en het voertuig 3 zijn opgesteld, is gevormd door een geperforeerde roostervloer 29; het plafond is gevormd door een lucht filter 30 dat is 3 0 samengesteld uit een HEPA filter of iets dergelijks; lucht die ingetrokken is van de roostervloer 29 door een blaasventilator 31 wordt gerecirculeerd door naar beneden toe geblazen te worden als verschoonde lucht van het luchtfilter 30 via een voorfilter 32; en de ruimte waarin 3 5 het artikelopslagrek 1, het houdrek 2 en het voertuig 3 zijn samengesteld vormt een schone ruimte van het stroomafwaartse type.

8

Een buitenluchtinlaatkanaal 33 en een luchtuitlaatkanaal 34 worden verbonden in het recirculatiepad waarin lucht gerecirculeerd wordt, en een gedeelte van de lucht binnen de schone ruimte die 5 gerecirculeerd wordt door de blaasventilator 31 wordt uitgewisseld met buitenlucht.

Het voertuig zal vervolgens omschreven worden.

Zoals getoond in figuren 3 en 4, is het voertuig 3 voorzien van een bovenliggende carrosserie 9 die 10 gepositioneerd is in een binnenruimtegedeelte van de geleidingsrail 8 en geleid wordt in de geleidingsrail 8, en een onderliggende carrosserie 12 die gepositioneerd is onder de bovenliggende carrosserie 9 en verbonden is met de bovenliggende carrosserie 9 door voor- en 15 achterverbindingsbalken 10, 11.

In de bovenliggende carrosserie 9, is een primaire spoel 14 opgesteld in een toestand grenzend aan en met uitzicht op een magneet 13 die verschaft is aan het binnenruimtegedeelte van de geleidingsrail 8. De 20 bovenliggende carrosserie 9 is ingericht om langs de geleidingsrail 8 te verplaatsen door de aandrijvende kracht van een lineaire motor die de magneet 13 en de primaire spoel 14 omvat.

De bovenliggende carrosserie 9 is ook voorzien 25 van loopwielen 15 voor het roteren op een loopgeleidingsvlak 16 dat gevormd is in het binnenruimtegedeelte van de geleidingsrail 8, en stabiliseringswielen 17 voor het roteren op een stabiliseringsgeleidingsvlak 18 dat gevormd is in het 30 binneruimtegedeelte van de geleidingsrail 8.

Verder zijn vermogensontvangingsspoelen 20 verschaft aan de bovenliggende carrosserie 9, wordt een wisselstroom aangevoerd door vermogensvoedingslijnen 19 die verschaft zijn langs de geleidingsrail 8 om een magnetisch 35 veld te creëren, wordt het noodzakelijke elektrische vermogen gegenereerd in de vermogensontvangingsspoelen 20 op de zijde van het voertuig 3 door het magnetische veld, 9 en wordt vermogen geleverd aan het voertuig 3 in een contactloze toestand.

De onderliggende carrosserie 12 omvat een voor-en achterframelichaam 21 waaraan de verbindingshalken 10, 5 11 zijn verbonden en die strekken naar de voor- en achterrichtingen van het voertuig 3, en een paar verticale voor- en achterframelichamen 22 die naar boven toe strekken vanaf voor-eindlocatie van de verplaatsingsrichting en achter-eindlocatie van de verplaatsingsrichting van het 10 voor- en achterframelichaam 21; en de onderliggende carrosserie 12 is gevormd in een hoef i j zervorm die naar beneden toe opent gezien vanaf de zijkant. De artikelhouder 23 is verschaft aan de onderliggende carrosserie 12.

De artikelhouder 23 is opgehangen met vier draden 15 6 die gewonden zijn op een rot at ie trommel 26, en de rotatietrommel 26 in de onderliggende carrosserie 12 wordt positief en negatief geroteerd door een trommelaandrijfmotor 25 om gelijktijdig de vier draden 6 op en af te winden, waarbij de artikelhouder 23 wordt geheven 20 en gestreken terwijl deze in een in hoofdzaak horizontale oriëntatie wordt gehouden.

Een paar grijpende spanklemmen 23a voor het grijpen van een flens 5a die gevormd is aan de top van de container 5 wordt verschaft aan de artikelhouder 23. Het 25 paar grijpende spanklemmen 23a is ingericht om geschakeld te kunnen worden tussen een grijpmodus voor het naar elkaar toedraaien door de positieve en negatieve rotatie van een grijphandelingsmotor 27, en een loslaatmodus waarin het paar grijpende spanklemmen 23a van elkaar af draaien om het 30 grijpen op te heffen.

De artikelhouder 23 is ingericht om zwenkend te zijn door een zwenkmotor die niet getoond is in de tekening.

Het voertuig 3 is ook voorzien van uitstekings-35 en terugtrekkingshandelingsmiddelen SI voor het uitsteken en het terugtrekken van het laadpaneel 50 naar de uitstekende positie en de teruggetrokken positie in een 10 stoptoestand op de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het artikelopslagrek 1, en een artikelhoudrek handelingsmiddelen S2 ten behoeve van het artikelhoudrek voor het uitsteken en het terugtrekken van het 5 ondersteuningspaneel 81 naar de artikelontvangstpositie en de artikelhoudpositie in een stoptoestand op de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het houdrek 2.

Zoals getoond in figuren 6 en 7, zijn de uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen SI en de 10 uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen S2 elk voorzien van een basis 63 die verlengd is in de voor- en achterrichting van het rek dat gefixeerd is op het voertuig 3, een verlengd bedieningslichaam 64 dat verschaft is om verplaatst te kunnen worden in de voor- en achterrichting 15 van het rek ten opzichte van de basis, en een sluitingsrol 65 die verschaft is op het lager gelegen vlak van het distale einde van het bedieningslichaam 64. De uitstekings-en terugtrekkingshandelingsmiddelen SI en de uitstekings-en terugtrekkingshandelingsmiddelen S2 zijn elk ook 20 ingericht om het bedieningslichaam 64 uit te steken en terug te trekken ten opzichte van de basis 63 door de bediening van een aandrijfelement dat niet getoond is in de tekening, en om de uitstekende handeling uit te voeren voor het verplaatsen van de grendelingsrol 65 naar het rek, en 25 de terugtrekkende handeling voor het verplaatsen van de grendel ingsrol 65 van het rek af. Het aandrij f element is bij voorkeur een elektromotor of een lineair aandrijfelement, en het bedieningslichaam 64 kan verplaatst worden ten opzichte van de basis 63 door een schroefvormige 30 as of een andere conventionele techniek.

Het artikelopslagrek 1 zal vervolgens omschreven worden.

Zoals getoond in figuur 2, is het artikelopslagrek 1 voorzien van een goederenkraan 4 als een 35 artikeldoorvoerinrichting die in staat is om horizontaal, opwaarts, en neerwaarts een container 5 te transporteren tussen de artikelopslageenheden la en het laadpaneel 50 in 11 de teruggetrokken positie.

Met andere woorden, het artikelopslagrek 1 is voorzien van een paar opslagrekgedeelten IA die zijn opgesteld op een afstand zo dat de inkomende en uitgaande 5 richtingen ervan uitzicht op elkaar hebben, en de goederenkraan 4 die horizontaal verplaatst langs de breedterichting van het rek wordt verschaft tussen het paar opslagrekgedeelten IA.

Geen gedetailleerde omschrijving van de 10 goederenkraan 4 zal gegeven worden, maar een geleidingsstij1 wordt verschaft aan een verplaatsbare drager die verplaatst op een rail langs de breedterichting van het rek, en een vorkinrichting 4a voor het ontvangen van een container 5 is verschaft tussen de 15 artikelopslageenheden la of het laadpaneel 50 en tevens een liftplatform dat verticaal langs een geleidingsstij1 verplaatst. Het liftplatform kan ingericht zijn om verticaal te verplaatsen langs de geleidingsstij1 door aangedreven te worden via een draad of schroefvormige as 20 door een elektromotor die verschaft is aan de verplaatsingsdrager. Een gestreken robotarm of een andere conventionele techniek kan ook gebruikt worden in plaats van zo een vorkinrichting.

Het meervoud van artikelopslageenheden la is 25 verschaft aan de opslagrekgedeelten IA zodanig dat een meervoud van rijen die in de verticale richting uitstrekken, en een meervoud van rijen die in de dwarsrichting (horizontale richting) uitstrekken zijn gevormd.

3 0 Zoals getoond in figuur 5, is een hoofdgeleidingsrail 40 voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleidingsrail 46 om verplaatst te kunnen worden in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting van het laadpaneel 50 3 5 verschaft aan het artikelopslagrek 1, en wordt het laadpaneel 50 geleid en ondersteund door de verplaatsbare geleidingsrail 46 om verplaatst te kunnen worden in de 12 uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting. De verplaatsbare geleidingsrail 4 6 komt overeen met de verplaatsbare geleiding, en de hoofdgeleidingsrail 40 komt overeen met de hoofdgeleiding.

5 Een artikelafvoer- en inneemgedeelte lb voor het afvoeren en inbrengen van artikelen wordt verschaft aan het artikelopslagrek 1, en het artikelafvoer- en inneemgedeelte lb is gevormd in het tweede niveau vanaf de top in de opslagrekgedeelten IA op de zijde waarop het pad van het 10 voertuig 3 is gepositioneerd, en is gevormd in het gedeelte dat overeenkomt met de twee artikelopslageenheden la die zijn opgesteld in de breedterichting van het rek.

Het artikelopslagrek 1 is afgedekt door een wandgedeelte, het gedeelte van het wandgedeelte dat 15 overeenkomt met het artikelafvoer- en inneemgedeelte lb is open, en de container 5 wordt door de opening af gevoerd en ingebracht.

Het artikelafvoer- en inneemgedeelte lb in het artikelopslagrek 1 zal vervolgens omschreven worden. Naar 20 de zijde waarop het voertuig 3 is gepositioneerd in de voor- en achterrichting van het rek zal verwezen worden als zijnde de voorwaartse zijde, en naar de zijde waarop de goederenkraan 4 is gepositioneerd zal verwezen worden als zijnde de achterwaartse zijde.

25 Zoals getoond in figuur 5, is in het artikelafvoer- en inneemgedeelte lb in het artikelopslagrek 1 een hoofdgeleidingsframe 36 verschaft tegenover een paar ondersteuningspilaren 35 die zijn opgesteld in de breedterichting van het rek, en een verplaatsbaar 30 geleadingsframe 37 wordt direct geleid en ondersteund om te kunnen verplaatsen in de voor- en achterrichting van het rek (de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting van het laadpaneel 50) in relatie tot het hoofdgeleidingsframe 36. Een artikellaadframe 7 wordt 35 direct geleid en opgehangen om te kunnen verplaatsen in de voor- en achterrichting van het rek in relatie tot het verplaatsbare geleidingsframe 37; en zijn een opslagbediend 13 lichaam 55 dat direct bediend wordt door de uitstekings- en terugtrekkingshandelingsmiddelen SI, een opslagstangenmechanisme 38 voor bediening van het opslagbediende lichaam 55 in samenhang met het 5 artikellaadframe 7, en opslaggrendelingsmiddelen R1 voor het afsluiten van het artikellaadframe 7 in de teruggetrokken positie verschaft.

Zoals getoond in figuren 8 en 9, is het hoofdgeleidingsframe 3 6 voorzien van een brugelement 39 dat 10 is opgesteld tegenover het paar ondersteuningspilaren 35 dat is opgesteld in de breedterichting van het rek op de top van het artikelafvoer- en inneemgedeelte lb, een paar linker en rechter hoofdgeleidingsrails 40 waarvan voor-eindgedeelten zijn verbonden met en ondersteund zijn door 15 het brugelement 39, een hoofdgeleidingsverbindingselement 41 voor het met elkaar verbinden van de achtereindgedeelten van het paar linker en rechter hoofdgeleidingsrails 40, en een paar linker en rechter hoofdgeleidingsbeperkingselementen 42 voor het beperken van 20 de verplaatsing van het verplaatsbare geleidingsframe 37 in de voor- en achterrichting van het rek tot een bepaald bereik. De hoofdgeleidingsrails 40 zijn verschaft op dezelfde hoogte als de laadvlakken van het laadpaneel 50.

Het paar linker en rechter hoofdgeleidingsrails 25 40 is zodanig gevormd dat elke dwarsdoorsnedevorm zoals die getoond wordt van de voor- en achterrichting van een hoefijzervorm is die naar binnen toe opent, is verschaft in een achterkantelingsoriëntatie zodanig dat de achtereinden gepositioneerd lager zijn dan de vooreinden, en is 30 ingericht om geleid en ondersteund te worden in een toestand zodanig dat het verplaatsbare geleidingsframe 37 met spoed naar achteren gebracht wordt door het gewicht van het verplaatsbare geleidingsframe 37.

Het paar linker en rechter 35 hoofdgeleidingsbeperkingselementen 42 is elk voorzien van een hoofdgeleidingsbeperkingselement 42 voor terugtrekking die verbonden en ondersteund is in een toestand van het 14 uitsteken naar de binnenzijde op het lagere einde van het achtergedeelte van de hoofdgeleidingsrails 40, en die de verplaatsing beperkt van het verplaatsbare geleidingsframe 37 verder naar achteren dan het ingestelde 5 verplaatsingsbereik in relatie tot het hoofdgeleidingsframe 36; en een hoofgeleidingsbeperkingselement 42 voor het uitsteken dat verbonden en ondersteund is in een toestand van het uit steken naar de binnenzijde op het lagere einde van het voorgedeelte van de hoofdgeleidingsrails 40, en dat 10 de verplaatsing van het verplaatsbare geleidingsframe 37 verder voorwaarts beperkt dan het ingestelde verplaatsingsbereik in relatie tot het hoofdgeleidingsframe 36 .

Het verplaatsbare geleidingsframe 37 is voorzien 15 van een plaatgevormd verplaatsbare geleidingsplaat 44, een paar linker en rechter verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45 die verschaft zijn aan beide eindgedeelten in de breedterichting van het rek in het achtergedeelte van de verplaatsbare geleidingsplaat 44, een paar linker en 20 rechter verplaatsbare geleidingsrails 46 die verschaft zijn om gepositioneerd te worden tussen het paar linker en rechter verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45, en een paar linker en rechter verplaatsbare geleidingsgecontacteerde elementen 47 voor het contact 25 maken met de hoofdgeleidingsbeperkende elementen 42, en een paar linker en rechter verplaatsbare geleidingbeperkende elementen 48 voor het beperken van de verplaatsing van het artikellaadframe 7 tot een ingesteld bereik in de voor- en achterrichting van het frame. De verplaatsbare 30 geleidingsrails 46 worden indirect geleid en ondersteund door de hoofdgeleidingsrails 40 via de verplaatsbare geleidingsplaat 44 en het paar linker en rechter verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45, en zijn verschaft in een positie die een klein beetje lager is dan 35 het laadpaneel 50.

De linker en rechter verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45 omvatten ook een paar voor- 15 en achtergeleide wielen 45a en zijn ingericht om te rollen ten opzichte van de hoofdgeleidingsrails 40. Het paar voor-en achtergeleide wielen 45a is opgesteld langs de longitudinale richting van de verplaatsbare geleidingsrails 5 46, en het verplaatsbare geleidingsframe 37 wordt geleid en ondersteund zodanig dat het achtereindgedeelte op het hoofdgeleidingsframe 36 is gepositioneerd in een achterkantelende oriëntatie die lager is dan het vooreindgedeelte.

10 De linker en rechter verplaatsbare geleidingsgecontacteerde elementen 47 zijn elk ingericht om overeen te komen met de hoofdgeleidingsbeperkingselementen 42 voor terugtrekking of uitsteking die zijn verbonden en ondersteund in een toestand waarin zij naar beneden toe 15 uitsteken op het achtergedeelte tussen de verplaatsbare geleidingsrails 46 en de verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45 van de verplaatsbare geleidingsplaat 44.

De linker en rechter verplaatsbare geleidingbeperkingselementen 48 omvatten een verplaatsbaar 2 0 geleidingbeperkingselement 4 8 voor terugtrekking dat verbonden en ondersteund is in een toestand waarin deze naar boven toe uitsteekt naar het achtergedeelte tussen de verplaatsbare geleidingsrails 46 en de verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45 van de verplaatsbare 2 5 geleidingsplaat 44, en die de verplaatsing van het artikellaadframe 7 verder naar achteren beperkt dan het ingestelde verplaatsingsbereik in relatie tot het verplaatsbare geleidingsframe 37; en een verplaatsbaar geleidingbeperkingselement 48 voor het uitsteken dat 30 verbonden en ondersteund is in een toestand waarin het naar boven toe uitsteekt naar het voorgedeelte tussen de verplaatsbare geleidingsrails 46 en de verplaatsbare geleidinggeleide elementen 45 van de verplaatsbare geleidingsplaat 44, en die de verplaatsing van het 35 artikellaadframe 7 verder voorwaarts beperkt dan het ingestelde verplaatsingsbereik in relatie tot het verplaatsbare geleidingsframe 37.

16

Het artikellaadf rame 7 is voorzien van het plaatvormig laadpaneel 50 voor het laden en ondersteunen van een container 5, een paar linker en rechter ladingsgeleide elementen 51 die verschaft zijn aan beide 5 eindgedeelten in de breedterichting van het rek in het achtergedeelte van het laadpaneel 50, en een paar linker en rechter laadgecontacteerde elementen 52 die overeenkomen met de verplaatsbare geleidingsbeperkingselementen 48.

De linker en rechter ladingsgeleide elementen 51 10 zijn elk samengesteld uit een lineair blok, en zijn ingericht om te glijden in relatie tot de verplaatsbare geleidingsrails 46 die gevormd zijn door lineaire geleidingen.

De ladingsgeleide elementen 51 zijn elk verbonden 15 en ondersteund in een achterwaarts gekantelde oriëntatie in relatie tot het laadpaneel 50, en zijn ingericht om geleid en ondersteund te worden in een achterwaarts gekantelde oriëntatie waarin de achtereindgedeelten lager zijn gepositioneerd dan de vooreindgedeelten op het 20 verplaatsbare geleidingsframe 37 terwijl het laadoppervlak van het laadpaneel 50 in een horizontale oriëntatie gehouden wordt.

De linker en rechter laadgecontacteerde elementen 52 zijn elk verbonden en ondersteund in een toestand waarin 25 zij naar buiten toe uitsteken naar de zijden van het laadpaneel 50, en ingericht zijn om in contact te komen met de verplaatsbare geleidingbeperkingselementen 48 voor terugtrekking of uitsteking.

Het laadpaneel 50 is uitgenomen in een U-vorm bij 30 het achtergedeelte ervan zodanig dat een ruimte gevormd is voor het heffen en strijken van de vorkinrichting 4a in de goederenkraan 4, en in totaal drie artikelpositioneringselementen 53 gevormd zijn op de voorzijde en op beide zijden in de breedterichting van het 35 rek in het uitgenomen gedeelte van het laadpaneel 50. Met andere woorden, drie ingrijpende gedeelten 5b zijn gevormd in het ondervlak van de container 5 om te corresponderen 17 met de artikelpositioneringselementen 53 en de container wordt zodanig geladen en ondersteund dat de artikelpositioneringselementen 53 zijn vergrendeld in de ingrijpingsgedeelten 5b, waarbij de container 5 verhinderd 5 wordt om foutief uitgelijnd te raken in de breedterichting of in de voor- en achterrichting van het rek in relatie tot het laadpaneel 50.

Een ruimte voor het insteken en het uithalen van de vorkinrichting 4a in de goederenkraan 4 is gevormd 10 tussen de verplaatsbare geleidingsplaat 44 van het verplaatsbare geleidingsframe 37 en het laadpaneel 50 van het artikellaadframe 7.

Het opslagbediende lichaam 55 is zo ondersteund om te kunnen draaien rond een verticale as PI door het 15 brugelement 3 9 dat is verschaft tegenover het paar ondersteuningspilaren 35, en is ondersteund zodanig om te kunnen verplaatsen naar een aangrenzende positie waarin het distale einde verder naar voren is dan de verticale as PI, en een ruimtelijk gescheiden positie waarin het distale 2 0 einde verder naar achteren is dan de verticale as PI door het draaien rond de verticale as PI. Het opslagbediende lichaam 55 is verschaft om verder naar boven toe gepositioneerd te worden dan de container 5 die geladen en ondersteund is op het laadpaneel 50.

25 Een groef 55a die uitsteekt naar de verticale as PI langs een richting die kruist met de voor- en achterrichting van het rek is verschaft aan het opslagbediende lichaam 55 in een toestand waarin deze positioneert in een aangrenzende positie. De groef 55a is 30 gevormd in een elleboogvorm waarin het eindgedeelte van het vooreind naar voren geopend is.

Het opslagbediende lichaam 55 en het laadpaneel 50 zijn gekoppeld en samen verbonden door een opslagstangenmechanisme 38 dat uitsteekt in de verticale 35 richting, zo dat het laadpaneel 50 geplaatst is in de teruggetrokken positie wanneer het opslagbediende lichaam 55 in de aangrenzende positie is, en het laadpaneel 50 18 geplaatst is in de uitsteking positie wanneer het opslagbediende lichaam 55 in de ruimtelijk gescheiden positie is.

Hoewel niet getoond in de tekeningen, is een paar 5 geleidingsrollen voor het in contact komen met het bedieningslichaam 64 en het geleiden van de grendelingsrol 65 in de gewenste bedieningspositie verschaft aan beide zijden van het pad in de breedterichting van het rek.

Het opslagstangenmechanisme 3 8 is voorzien van 10 een bediende verbinding 56 voor het draaien rond de verticale as PI in een integrale modellering met het opslagbediend lichaam 55; een koppelingsverbinding 57 waarin één eindgedeelte draaibaar verbonden is met het distale eindgedeelte van de bediende verbinding 56; een 15 topverbinding 59 voor het draaien rond een verticale as P2, waarin het andere eindgedeelte van de koppelingsverbinding 57 draaibaar verbonden is met het distale eindgedeelte, en het proximale eindgedeelte gefixeerd is aan het boveneindgedeelte van een stangvormig element 58; en een 20 bodemverbinding 61 waarin het proximale eindgedeelte gefixeerd is aan het lagere eindgedeelte van het stangvormig element 58, en een rollichaam 60 dat roteerbaar verschaft is aan het distale eindgedeelte. De bediende verbinding 56, de koppelingsverbinding 57, en de 25 topverbinding 59 zijn verschaft in een hogere positie dan de container 5 die geladen en ondersteund is op het laadpaneel 50, en de bodemverbinding 61 is verschaft in een lagere positie dan het laadondersteuningslichaam 7.

Het rollichaam 60 is ingegrepen op een rol-30 ingrijpingselement 54 dat ondersteund verbonden is met het lagere vlak van het laadpaneel 50, en het laadpaneel 50 verplaatst ook in de voor- en achterrichting van het rek in samenhang met de verplaatsing van het rollichaam 60 in de voor- en achterrichting van het rek.

35 In het rol-ingri jpingselement 54, is een sleuf voor het ingrijpen van het rollichaam 60 zodanig gevormd om verlengd te worden in de breedterichting van het rek, en 19 het rol-ingri jpingselement 54 is ingericht om het rollichaam 60 toe te staan te verplaatsen in de breedterichting van het rek in relatie tot het rol-ingri jpingselement 54.

5 Zoals getoond in figuur 5 is het opslaggrendelingsmiddel R1 voorzien van een draaielement 67 waarin het achtereindgedeelte verbonden is met en zodanig ondersteund is om te kunnen draaien rond een horizontale as P3; een beperkingspaneel 68 dat integraal verschaft is aan 10 het draaielement 67 dat contact maakt met het opslagbediende lichaam 55 en het opslagbediende lichaam 55 beperkt in het verplaatsen van de aangrenzende positie naar de ruimtelijk gescheiden positie; en een loslatende roller 69 die aan het draaielement 67 verschaft is om te kunnen 15 roteren. De opslaggrendelingsmiddelen R1 zijn ingericht om geschakeld te worden tussen een vergrendelde toestand waarin het beperkingspaneel 68 reikt in het pad van het opslagbediende lichaam 55, en een ontgrendelingstoestand waarin het beperkingspaneel 68 zich terugtrekt van het pad 20 van het opslagbediende lichaam 55.

De volgende omschrijving is van de verplaatsing van het verplaatsbare geleidingsframe 37, het artikellaadframe 7, het opslaggrendelingsmiddel Rl, het opslagstangenmechanisme 38, en het opslagbediende lichaam 25 55 wanneer het laadpaneel 50 is uitgestoken naar de uitstekende positie en teruggetrokken naar de teruggetrokken positie. De verplaatsing van het opslaggrendelingsmiddel Rl is niet getoond in de tekeningen.

30 Wanneer het laadpaneel 50 wordt uitgestoken van de teruggetrokken positie naar de uitgestoken positie, wordt de uitstekende handeling van de uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen SI die verschaft zijn aan het voertuig 3 uitgevoerd in een toestand waarin het 35 voertuig 3 is gestopt in de artikeldoorvoerlocatie ten opzichte van het artikelopslagrek 1.

Bij de aanvang van de uitstekende handeling van 20 het uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddel SI, wordt de loslatende rol 69 naar boven geduwd door het uitstekingsbedieningslichaam 64, en het draaielement 67 draait naar boven, waarbij de opslaggrendelingsmiddelen R1 5 vervolgens geschakeld worden naar de ontgrendelingstoestand waarin het beperkingspaneel 68 van het pad van het opslagbediende lichaam 55 wordt afgehaald.

Zoals getoond in figuren 10 tot 12, raakt de grendel ingsrol 65 ingegrepen op de groef 55a van het 10 opslagbediende lichaam 55 door de uitstekende handeling van de uitstekende en terugtrekkende bedieningsmiddelen SI, waarbij het zijvlak binnen in de groef 55a vervolgens geduwd wordt, en het opslagbediende lichaam 55 geschakeld wordt van de aangrenzende positie naar de ruimtelijk 15 gescheiden positie in de tegengestelde richting van de wijzers van de klok zoals getoond in een aanzicht.

Wanneer het opslagbediende lichaam 55 zodanig bediend wordt van de aangrenzende positie naar de ruimtelijk gescheiden positie in de tegengestelde richting 20 van de wijzers van de klok zoals getoond in een aanzicht, draaien de bediende stang 56, de topstang 59, en de onderstang 61 elk ook in de tegengestelde richting van de wijzers van de klok, en verplaatst het rollichaam 60 voorwaarts, waarbij het laadpaneel 50 van de teruggetrokken 25 positie naar de uitgestoken positie verplaatst.

Gedurende de verplaatsing van het laadpaneel 50 van de teruggetrokken positie naar de uitstekende positie, glijden eerst de ladingsgeleide elementen 51 van het artikellaadframe 7 op de verplaatsbare geleidingsrails 46 30 van het verplaatsbare geleidingsf rame 37, en het artikellaadframe 7 verplaatst voorwaarts ten opzichte van het verplaatsbare geleidingsframe 37. Zoals getoond in figuur 11, wanneer het artikellaadframe 7 verplaatst naar het vooreinde in het ingestelde verplaatsingsbereik ten 35 opzichte van het verplaatsbare geleidingsframe 37, maken de verplaatsbare geleidingsbeperkingselementen 48 voor het uitsteken contact met de ladingsgecontacteerde elementen 21 52. Het artikellaadframe 7 en het verplaatsbare geleidingsframe 37 verplaatsen dan integraal voorwaarts in een toestand waarin het verplaatsbare geleidingsframe 37 wordt geduwd door het artikellaadframe 7, waarbij de 5 geleide wielen 45a van het verplaatsbare geleidingsframe 37 op de hoofdgeleidingsrails 40 rollen van het hoofdgeleidingsframe 36, verplaatst het verplaatsbare geleidingsframe 37 voorwaarts ten opzichte van het hoofdgeleidingsframe 36 en verplaatst het laadpaneel 50 10 naar de uitgestoken positie, zoals getoond in figuur 12.

Wanneer het laadpaneel 50 is teruggetrokken van de uitgestoken positie naar de teruggetrokken positie, wordt de terugtrekkende handeling uitgevoerd in de uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen SI waarin 15 de uitstekende handeling uitgevoerd wordt op de wijze zoals bovenomschreven.

Het opslagbediende lichaam 55 is ingericht zodanig dat de grendelingsrol 65 zich op dit moment scheidt van de groef 55a na getrokken te zijn geweest vanuit de 20 ruimtelijk gescheiden positie van de grendelingsrol 65 naar de aangrenzende positie door de terugtrekkende handeling van de uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen SI, zoals getoond in figuren 10 tot 12. Aan het eind van de terugtrekkingsbediening van de uitstekings- en 25 terugtrekkingsbedieningsmiddelen SI, worden de opslaggrendelingsmiddelen R1 zodanig ingericht dat het terugtrekkingsbedieningslichaam 64 wordt opgehaald van onder de loslatingsrol 69, en het draaielement 67 draait naar beneden vanwege het gewicht van het draaielement 67, 3 0 waarbij het beperkingspaneel 68 in het pad reikt van het opslagbediende lichaam 55, en de opslaggrendelingsmiddelen R1 geschakeld worden naar de grendelingstoestand.

Wanneer het opslagbediende lichaam 55 bediend wordt in de richting van de wijzers van de klok zoals 35 getoond in een aanzicht van de ruimtelijk gescheiden positie naar de aangrenzende positie, draaien de bediende stang 56, de topstang 59, en de onderstang 61 elk in de 22 richting van de wijzers van de klok, en het rollichaam 60 verplaatst naar achteren, waarbij het laadpaneel 50 van de uitstekende positie naar de teruggetrokken positie verplaatst.

5 Gedurende de verplaatsing van het laadpaneel 50 van de uitstekende positie naar de teruggetrokken positie, glijden eerst de laadgeleide elementen 51 van het artikellaadframe 7 op de verplaatsbare geleidingsrails 46 van het verplaatsbare geleidingsframe 37, en het 10 artikellaadframe 7 verplaatst naar achteren ten opzichte van het verplaatsbare geleidingsframe 37. Wanneer het artikellaadframe 7 naar het achtereinde verplaatst binnen het ingestelde verplaatsingsbereik ten opzichte van het verplaatsbare geleidingsframe 37, maken de verplaatsbare 15 geleidingbeperkingselementen 48 voor terugtrekking contact met de laadgecontacteerde elementen 52. Het artikellaadframe 7 en het verplaatsbare geleidingsframe 37 verplaatsen dan integraal naar achteren in een toestand waarin het verplaatsbare geleidingsframe 37 geduwd wordt 20 door het artikellaadf rame 7, waarbij de geleide wielen 45a van het verplaatsbare geleidingsframe 37 op de hoofdgeleidingsrails 40 van het hoofdgeleidingsframe 36 rollen, verplaatst het verplaatsbare geleidingsframe 37 naar achteren ten opzichte van het hoofdgeleidingsframe 36, 25 en het laadpaneel 50 verplaatst naar de teruggetrokken positie, zoals getoond in figuur 10.

Het houdrek 2 zal vervolgens omschreven worden. In de beschrijving, zal de zijde waarop het voertuig 3 gepositioneerd is in de voor- en achterrichting van het rek 30 aangeduid worden als de voorwaartse zijde, en de tegenovergestelde zijde zal aangeduid worden als de achterwaartse zijde.

Zoals getoond in figuur 5, wordt een vast framerail 76 voor het geleiden en ondersteunen van het 35 ondersteuningspaneel 81 in de uitstekende en terugtrekkende richting van het ondersteuningspaneel 81 zodanig verschaft om overeen te komen met de artikelopslagpositie van het 23 ondersteuningspaneel 81, en het ondersteuningspaneel 81 wordt geleid en ondersteund door de vaste framerail 76 zodanig om te kunnen uitsteken en terugtrekken in de uitstekende en terugtrekkende verplaatsingsrichting.

5 Een houdbediend lichaam 73 dat direct bediend wordt door de bedieningsmiddelen S2 van het artikelhoudrek, een houdstangenmechanisme 74 voor het koppelen van het houdbediende lichaam 73 met het ondersteuningspaneel 81, en houdgrendelingsmiddelen R2 voor het vergrendelen van het 10 ondersteuningspaneel 81 in de teruggetrokken positie zijn zodanig verschaft om overeen te komen met de artikelopslagpositie van het ondersteuningspaneel 81. Het houdbediende lichaam 73 en de houdgrendelingsmiddelen R2 hebben dezelfde configuraties als het opslagbediende 15 lichaam 55 en respectievelijk de opslaggrendelingsmiddelen R1, , en worden daarom niet beschreven.

Zoals getoond in figuren 6 en 7, wordt een vast frame 71 dat voorzien is van een paar linker en rechter vaste framerails 76 zodanig verschaft om overeen te komen 20 met de artikelopslagpositie van het ondersteuningspaneel 81. De linker en rechter vaste framerails 76 zijn opgehangen aan het plafond en met elkaar verbonden door een verbindingselement, en zij zijn verschaft op dezelfde hoogte als het boveneinde van de container 5 die 25 ondersteund is door het ondersteuningspaneel 81. De linker en rechter vaste framerails 76 zijn elk verschaft in een achterwaarts gekantelde oriëntatie waarin de achtereinden lager gepositioneerd zijn dan de vooreinden, en geleid en ondersteund zijn in een toestand waarin 30 ondersteuningsarmlichamen 78 voor geleiding en ondersteuning met spoed naar achteren verplaatst worden door het gewicht van de ondersteuningsarmlichamen 78.

De ondersteuningsarmlichamen 78 die zodanig verschaft zijn om overeen te komen met de 35 artikelopslagpositie van het ondersteuningspaneel 81 hebben een vorm die naar voren en naar achteren uitsteekt, en zijn verschaft als een links-rechts paar dat verbonden is door 24 een verbindingselement. Een paar linker en rechter houdgeleide elementen 80 is verschaft aan de achtergedeelten van het paar linker en rechter ondersteuningsarmlichamen 78, en het ondersteuningspaneel 5 81 voor het laden en ondersteunen van container 5 is verschaft aan het ondergedeelte van de ondersteuningsarmlichamen 78.

De linker en rechter ondersteuningsarmlichamen 78 zijn elk gevormd door een bovengedeelte dat uitsteekt langs 10 de voor- en achterrichting van het rek en ondersteunt de houdgeleide elementen 80, een middengedeelte dat naar beneden toe uitsteekt van voren en van het bovengedeelte, en een ondergedeelte dat naar voren toe uitsteekt van het ondereind.

15 Een meervoud van gaten wordt gevormd op intervallen in de longitudinale richting in de middengedeelten en ondergedeelten in het paar linker en rechter ondersteuningsarmlichamen 78 om het gewicht van de ondersteuningsarmlichamen 78 te reduceren.

2 0 Het ondersteuningspaneel 81 is verschaft tegenover een paar verbindingselementen voor het onderling verbinden van de ondergedeelten van de linker en rechter ondersteuningsarmlichamen 78, en drie artikelpositioneringselementen 53 die dezelfde driehoekige 2 5 vorm als het laadpaneel 50 hebben zijn verschaft aan het ondersteuningspaneel 81.

De linker en rechter houdgeleide elementen 80 zijn elk samengesteld uit een paar voor- en achtergeleide rollen, zijn ingericht om te rollen ten opzichte van de 30 vaste framerails 76, en worden geleid en ondersteund door het vaste frame 71 in een achterwaarts gekantelde oriëntatie waarin de achtereinden lager gepositioneerd zijn dan de vooreinden. Met andere woorden, de linker en rechter houdgeleide elementen 80 worden elk geleid en ondersteund 35 door het vaste frame 71 zodanig dat de achtergeleide rollen lager gepositioneerd zijn dan de voorgeleide rollen, zelfs wanneer het laadvlak van het ondersteuningspaneel 81 25 horizontaal georiënteerd is.

Het houdstangenmechanisme 74 is voorzien van een eerste stang die draait rond dezelfde verticale as als het houdbediende lichaam 73; een tweede stang waarvan één 5 eindgedeelte draaibaar is verbonden met het distale eindgedeelte van de eerste stang; een derde stang voor het draaien rond de verticale as van het proximale einde waarmee het andere einde van de tweede stang draaibaar verbonden is met het middengedeelte; en een vierde stang, 10 waarvan zijn proximale einde draaibaar verbonden is met de derde stang, en waarin een draaiondersteuning 86a draaibaar verbonden is met het achtereindgedeelte van de ondersteuningsarmlichamen 78, verschaft is aan het distale eindgedeelte.

15 Met andere woorden, in het houdstangenmechanisme 74, wanneer het houdbediende lichaam 73 in tegengestelde richting van de wijzers van de klok bediend wordt zoals getoond in een aanzicht van de aangrenzende positie naar de ruimtelijk gescheiden positie, draaien de eerste stang en 2 0 de derde stang elk in de tegengestelde richting van de wijzers van de klok, en verplaatst de draaiondersteuning 86a voorwaarts, waarbij het ondersteuningspaneel 81 verplaatst wordt van de artikelhoudpositie naar de artikelontvangstpositie. Wanneer het houdbediende lichaam 25 73 in de richting van de wijzers van de klok bediend wordt zoals getoond in een aanzicht van de ruimtelijk gescheiden positie naar de aangrenzende positie, draaien de eerste stang en de derde stang elk in de richting van de wij zers van de klok, en verplaatst de draaiondersteuning 86a naar 30 achteren, waarbij het ondersteuningspaneel 81 verplaatst wordt van de artikelontvangstpositie naar de artikelhoudpositie.

Andere uitvoeringsvormen 3 5 [1] Een configuratie is opgenomen in de uitvoeringsvorm hierboven omschreven waarin de vaste framerails 76 voor het geleiden en ondersteunen van het 26 ondersteuningspaneel 81 in de uitstekende en terugtrekkende verplaatsingsrichting van het ondersteuningspaneel 81 zijn verschaft in een locatie die overeenkomt met de artikelhoudpositie, het ondersteuningspaneel 81 door de 5 vaste framerails 76 geleid en ondersteund wordt zodanig om te kunnen uitsteken en terugtrekken in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting daarvan, en de vaste framerails 76 alleen als geleidingen verschaft worden. Echter zoals getoond in figuren 13 en 14, kan ook een 10 configuratie opgenomen worden waarin de vaste framerails 76 voor het geleiden en ondersteunen van een geleidingsrail 87 in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting van het ondersteuningspaneel 81 verschaft zijn in een locatie die overeenkomt met de artikelhoudpositie, het 15 ondersteuningspaneel 81 geleid en ondersteund wordt door de geleidingsrail 87 zodanig om te kunnen uitsteken en terugtrekken in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting ervan, en de vaste framerails 76 en de geleidingsrail 87 als geleidingen 20 verschaft zijn.

Zoals getoond in figuren 13 en 14, is een configuratie opgenomen in de onderhavige uitvoeringsvorm waarin de geleidingsrail 87 en een paar linker en rechter houdgeleide elementen 89 die direct geleid worden door de 25 linker en rechter vaste framerails 76 verschaft zijn aan een rekondersteuningsframe 88 dat verschaft is in een locatie die overeenkomt met de artikelhoudpositie, en een opslaggeleidingselement (niet getoond) dat ondersteund is door de ondersteuningsarmlichamen 78 die geleid worden door 30 de geleidingsrail 87. Een verplaatsingsbeperkingselement 90 voor het beperken van de verplaatsing van de ondersteuningsarmlichamen 78 in de voorwaartse en achterwaartse richting van het rek naar een plaats binnen een ingesteld verplaatsingsbereik, is verschaft aan het 35 rekondersteuningsframe 88, en het verplaatsingsbeperkingselement 90 is samengesteld uit een beperkingselement voor een terugtrekkende verplaatsing 90 27 voor het beperken van de achterwaartse verplaatsing van de ondersteuningsarmlichamen 78 in relatie tot het rekondersteuningsframe 88 binnen het ingestelde verplaatsingsbereik, en een uitstekend 5 verplaatsingsbeperkingselement 90 voor het beperken van de voorwaartse verplaatsing van de ondersteuningsarmlichamen 78 in relatie tot het rekondersteuningsf rame 88 binnen het ingestelde verplaatsingsbereik.

De vaste framerails 76 komen overeen met de vaste 10 geleiding, en het rekondersteuningsframe 88 komt overeen met de verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning.

Gewenste modificatie aan een rolsysteem, een glijsysteem, of iets dergelijks, kan gemaakt worden van elk van de geleidingsconstructies voor de verplaatsbare 15 geleidingsrails 46 van de hoofdgeleidingsrails 40, de geleidingsconstructie voor het laadpaneel 50 van de verplaatsbare geleidingsrails 46, de geleidingsconstructie voor het ondersteuningspaneel 81 van de vaste framerails 76, de geleidingsconstructie voor de geleidingsrail 87 van 20 de vaste framerails 76, en de geleidingsconstructie voor het ondersteuningspaneel 81 van de geleidingsrail 87. Zo kan bijvoorbeeld de geleidingsconstructie voor de verplaatsbare geleidingsrails 46 van de hoofdgeleidingsrails 40 geconfigureerd worden als een 25 glijsysteem op de wijze waarop de geleidingsconstructie voor het laadpaneel 50 van de verplaatsbare geleidingsrails 46, en de geleidingsconstructie voor het laadpaneel 50 van de verplaatsbare geleidingsrails 46 kunnen geconfigureerd worden als een rolsysteem op de wijze van de 30 geleidingsconstructie voor de verplaatsbare geleidingsrails 46 van de hoofdgeleidingsrails 40.

Naast de configuratie waarin een wiellichaam gerold wordt in de inwendige ruimte van rails die hoefijzervormig zijn zoals getoond in de voorwaartse en 35 achterwaartse richting, kan een configuratie opgenomen worden voor een geleidingsconstructie van het roltype waarin een meervoud van wiellichamen dat verticaal 28 toegewezen is aan de bovenvlakken en de ondervlakken van staafvormige rails, wordt gerold.

[2] Een configuratie is opgenomen in de uitvoeringsvorm hierboven omschreven waarin de 5 hoofdgeleidingsrails 40 voor het geleiden en ondersteunen van de verplaatsbare geleidingsrails 46 om te kunnen verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting van het laadpaneel 50, verschaft zijn aan het artikelopslagrek 1, het laadpaneel 10 50 is geconfigureerd om geleid en ondersteund te worden op de verplaatsbare geleidingsrails 46 om te kunnen verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting, en de hoofdgeleidingsrails 40 en de verplaatsbare geleidingsrails 15 46 zijn als geleidingen verschaft. Echter, kan een configuratie ook opgenomen worden waarin de hoofdgeleidingsrails 40 voor het geleiden en ondersteunen van het laadpaneel 50 om te kunnen verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsrichting van het laadpaneel 20 50, zijn verschaft aan het artikelopslagrek 1, het laadpaneel 50 wordt geleid en ondersteund op de hoofdgeleidingsrails 40 om te kunnen verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsrichting, en slechts de hoofdgeleidingsrails 40 worden verschaft als geleidingen.

25 [3] In de uitvoeringsvorm hierboven omschreven, worden het artikelopslagrek 1, het houdrek 2 (ondersteuningspaneel 81), en de artikeltransporteur 3 verschaft in een schone ruimte van het neerwaartse stromingstype waarin schone lucht gemaakt is om naar 30 beneden toe te stromen. Echter kunnen het artikelopslagrek 1, het artikelhoudrek 2, en de artikeltransporteur 3 ook opgesteld worden in een vereenvoudigde weefselversterkte schone ruimte die niet van het neerwaartse stromingstype is, of in een niet schone ruimte.

35 [4] In de uitvoeringsvorm hierboven omschreven, worden de bedieningsmiddelen S2 voor het artikelhoudrek voor het uitsteken en terugtrekken van het 29 ondersteuningspaneel 81 naar de artikelontvangstpositie en de artikelhoudpositie verschaft aan de artikeltransporteur 3, maar de bedieningsmiddelen S2 voor het artikelhoudrek voor het uit steken en terugtrekken van het 5 ondersteuningspaneel 81 naar de artikelontvangstpositie en de artikelhoudpositie kunnen ook verschaft worden om overeen te komen met de artikelhoudpositie van het ondersteuningspaneel 81, zoals bijvoorbeeld een elektromotor die ondersteund is door het vaste frame 71 10 verschaft kan worden als bedieningsmiddelen S2 voor het artikelhoudrek.

[5] In de uitvoeringsvorm hierboven omschreven, wordt het ondersteuningspaneel 81 verschaft in een locatie met uitzicht op het laadpaneel 50 en ruimtelijk gescheiden is 15 van het artikelopslagrek 1 in de uitstekingsrichting van het laadpaneel 50. Echter hoeft het ondersteuningspaneel 81 niet verschaft te worden, of kan een ander artikelopslagrek 1 ook verschaft worden in een locatie met uitzicht op het laadpaneel 50 en ruimtelijk gescheiden is van het 20 artikelopslagrek 1 in de uitstekingsrichting van het laadpaneel 50.

[6] In de uitvoeringsvorm hierboven omschreven, wordt een voorbeeld van een lineair motorsysteem omschreven als het systeem voor het aandrijven van de bovenliggende 25 carrosserie 9 waarin een aandrijvende kracht verkregen wordt door een lineaire motor voor het aandrijven. Echter kan een systeem toegepast worden waarin de loopwielen 15 voorzien zijn van een elektromotor voor roterende aandrijving, en de bovenliggende carrosserie 9 aangedreven 30 wordt door roteerbare aandrijving van de loopwielen 15 gebruikmakende van de elektromotor bijvoorbeeld.

[7] In de uitvoeringsvorm hierboven omschreven, wordt een configuratie opgenomen waarin de draden 6 gewonden zijn om de roterende trommel 26, en de artikelhouder 23 geheven 35 en gestreken wordt, maar een configuratie kan ook opgenomen worden waarin riemen zijn gewonden op de roterende trommel 26, en de artikelhouder 23 geheven en gestreken wordt 30 bijvoorbeeld. De riemen of draden worden als flexibele elementen aangeduid.

2001353

Claims (27)

1. Een artikelopslagvoorziening omvattende: een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden voor het opslaan van artikelen verschaft is om opgesteld te worden in een horizontale 5 richting en een verticale richting; een artikeltransporteur ingericht voor het verplaatsen langs een pad via een artikeldoorvoerlocatie voor het artikelopslagrek; en een artikellader voor het brengen van artikelen 10 in en het nemen van artikelen uit het artikelopslagrek, waarbij de artikellader verschaft is aan het artikelopslagrek om te kunnen uitsteken en terugtrekken tussen een uitstekende positie voor artikeldoorvoer dat uitsteekt naar een buitenzijde van het artikelopslagrek, en 15 een teruggetrokken positie voor het terugtrekken naar het artikelopslagrek, waarin de artikeltransporteur ingericht is om een artikel te leveren aan of een artikel te ontvangen van de artikellader in de uitstekende positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie 20 is; met het kenmerk dat uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen verschaft zijn aan de artikeltransporteur voor het bedienen van de artikellader tussen de uitstekende positie en de 25 teruggetrokken positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is.

2. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk dat een hoofdgeleiding voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding verschaft 30 is aan het artikelopslagrek om de verplaatsbare geleiding toe te staan om te verplaatsen in een uitstekings- en terugtrekkingsverplaatsingsrichting van de artikellader ten opzichte van de hoofdgeleiding, waarin de artikellader geleid en ondersteund is door de verplaatsbare geleiding om de artikellader toe te staan te verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsrichting ten opzichte van de verplaatsbare geleiding.

3. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de artikeltransporteur ingericht is om te verplaatsen langs een pad dat boven de artikellader is, en een artikelhouder verschaft is die ingericht is om verticaal te verplaatsen om een artikel te leveren aan en 10 een artikel te ontvangen van de artikellader.

4. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 1, verder omvattende: een artikeldoorvoerinrichting die zich in samenhang met het artikelopslagrek bevindt en ingericht is 15 om horizontaal en verticaal te verplaatsen om een artikel te transporteren tussen de artikelopslageenheden en de artikellader in de teruggetrokken positie.

5. De artikelopslagvoorziening volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk dat het artikelopslagrek 20 en de artikeltransporteur opgesteld zijn binnen een schone ruimte van het neerwaarts stromingstype.

6. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 1, verder omvattende: een artikelhoudrek dat verschaft is in een 25 locatie tegenover de artikellader en op een afstand in een uitstekingsrichting van de artikellader ten opzichte van het artikelopslagrek, en ingericht is om te verplaatsen naar een artikelontvangstpositie die is uitgestoken naar het artikelopslagrek, en naar een artikelhoudpositie die is 30 teruggetrokken van het artikelopslagrek af; waarin de artikeltransporteur ingericht is om een artikel te leveren aan en een artikel te ontvangen van het artikelhoudrek in de artikelontvangstpositie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is.

7. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 6, verder omvattende: bedieningsmiddelen voor het artikelhoudrek die verschaft zijn aan de artikeltransporteur en ingericht om er voor te zorgen dat het artikelhoudrek uitsteekt naar de artikelontvangstpositie en terugtrekt naar de artikelhoudpositie wanneer de artikeltransporteur op de 5 artikeldoorvoerlocatie is.

8. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 6 of 7, verder omvattende: een vaste geleiding die verschaft is om overeen te komen met een artikelhoudpositie van het artikelhoudrek, 10 voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning in een uitstekings- en terugtrekkingsrichting van het artikelhoudrek; waarin het artikelhoudrek geleid en ondersteund wordt door de verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning om 15 het artikelhoudrek toe te staan uit te steken en terug te trekken in de uitstekings- en terugtrekkings-verplaatsingsrichting.

9. De artikelopslagvoorziening volgens een van de conclusies 1-4, waarin 20 de uitstekings- en terugtrekkingsbedienings- middelen een bedieningslichaam hebben; het bedieningslichaam ingericht is om een bediend lichaam dat verschaft is aan het artikelopslagrek te verplaatsen; en 25 verplaatsing van het bediende lichaam doorgegeven wordt als aandrijvende kracht voor het aandrijven van de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie via een verbinding die zich verticaal uitstrekt.

10. Een artikelopslagvoorziening omvattende: een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden voor het opslaan van artikelen is verschaft is om opgesteld te worden in een horizontale richting en een verticale richting; 35 een artikeltransporteur ingericht voor hét verplaatsen langs een pad via een artikeldoorvoerlocatie voor het artikelopslagrek; en een artikellader voor het brengen van artikelen in en het nemen van artikelen uit het artikelopslagrek, waarbij de artikellader door het artikelopslagrek wordt ondersteund om te kunnen uitsteken en terugtrekken tussen 5 een uitstekende positie voor artikeldoorvoer dat uitsteekt naar een buitenzijde van het artikelopslagrek, en een teruggetrokken positie voor het terugtrekken naar het artikelopslagrek, waarin de artikeltransporteur ingericht is om een artikel te leveren aan of een artikel te 10 ontvangen van de artikellader in de uitstekende positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is; uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen die zijn verschaft aan de artikeltransporteur voor het 15 bedienen van de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is, waarbij de artikeltransporteur ingericht is om te verplaatsen langs een pad dat boven de artikellader is, en 20 een artikelhouder verschaft is die ingericht is om verticaal te verplaatsen om een artikel te leveren aan en een artikel te ontvangen van de artikellader, waarbij de artikellader is ingericht om het daarop ondersteunde artikel te verplaatsen naar een 25 binnenzijde van het artikelopslagrek wanneer de artikellader terugtrekt naar de teruggetrokken positie en naar een buitenzijde van het artikelopslagrek wanneer de artikellader uitsteekt naar de uitstekende positie, waarbij de artikellader middels een 30 opslagstangenmechanisme bedienbaar is verbonden met een opslagbediend lichaam dat direct wordt bediend door een uitstekende en terugtrekkende handeling van de uitstekende en terugtrekkende bedieningsmiddelen, en waarbij de uitstekings- en 35 terugtrekkingshandelingsmiddelen zijn ingericht om uit te steken ten opzichte van de artikeltransporteur om ervoor te zorgen dat de artikellader uitsteekt vanaf de teruggetrokken positie naar de uitstekende positie en terugtrekt ten opzichte van de artikeltransporteur om ervoor te zorgen dat de artikellader terugtrekt vanaf de uitstekende positie naar de teruggetrokken positie.

11. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 10, waarin een hoofdgeleiding voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding verschaft is aan het artikelopslagrek om de verplaatsbare geleiding toe te staan om te verplaatsen in een uitstekings- en 10 terugtrekkingsverplaatsingsrichting van de artikellader ten opzichte van de hoofdgeleiding, waarin de artikellader geleid en ondersteund is door de verplaatsbare geleiding om de artikellader toe te staan te verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsrichting ten opzichte van de 15 verplaatsbare geleiding.

12. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 10, verder omvattende: een artikeldoorvoerinrichting die zich in samenhang met het artikelopslagrek bevindt en ingericht is 20 om horizontaal en verticaal te verplaatsen om een artikel te transporteren tussen de artikelopslageenheden en de artikellader in de teruggetrokken positie.

13. De artikelopslagvoorziening volgens conclusies 10, waarin het artikelopslagrek en de 25 artikeltransporteur opgesteld zijn binnen een schone ruimte van het neerwaarts stromingstype.

14. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 10, verder omvattende: een artikelhoudrek dat verschaft is in een 30 locatie tegenover de artikellader en op een afstand in een uitstekingsrichting van de artikellader ten opzichte van het artikelopslagrek, en ingericht is om te verplaatsen naar een artikelontvangstpositie die is uitgestoken naar het artikelopslagrek, en naar een artikelhoudpositie die is 35 teruggetrokken van het artikelopslagrek af; waarin de artikeltransporteur ingericht is om een artikel te leveren aan en een artikel te ontvangen van het artikelhoudrek in de artikelontvangstpositie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is.

15. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 14, verder omvattende: 5 bedieningsmiddelen voor het artikelhoudrek die verschaft zijn aan de artikeltransporteur en ingericht om er voor te zorgen dat het artikelhoudrek uitsteekt naar de artikelontvangstpositie en terugtrekt naar de artikelhoudpositie wanneer de artikeltransporteur op de 10 artikeldoorvoerlocatie is.

16. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 14, verder omvattende: een vaste geleiding die verschaft is om overeen te komen met een artikelhoudpositie van het artikelhoudrek, 15 voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning in een uitstekings- en terugtrekkingsrichting van het artikelhoudrek; waarin het artikelhoudrek geleid en ondersteund wordt door de verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning om 20 het artikelhoudrek toe te staan uit te steken en terug te trekken in de uitstekings- en terugtrekkings-verplaatsingsrichting.

17. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 10, waarin 25 de uitstekings- en terugtrekkingsbedienings- middelen een bedieningslichaam hebben; het bedieningslichaam ingericht is om het opslagbediend lichaam dat verschaft is aan het artikelopslagrek te verplaatsen; 30 het opslagstangenmechanisme een verbinding omvat die zich verticaal uitstrekt; en verplaatsing van het opslagbediende lichaam doorgegeven wordt als aandrijvende kracht voor het aandrijven van de artikellader tussen de uitstekende 35 positie en de teruggetrokken positie via de verbinding die zich verticaal uitstrekt.

18. Een artikelopslagvoorziening omvattende: een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden voor het opslaan van artikelen is verschaft in horizontale en verticale rijen; een artikellader die door het artikelopslagrek 5 wordt ondersteund en is ingericht om te verplaatsen tussen een uitstekende positie, voor het ontvangen van een artikel, die is uitgestoken vanaf het artikelopslagrek, en een teruggetrokken positie die is teruggetrokken naar het artikelopslagrek; 10 een voertuig ingericht om te verplaatsen langs een rails die zich in een nabijheid van het artikelopslagrek uitstrekt en is opgehangen aan een plafond; een trommel, ondersteund door het voertuig, voor 15 het wikkelen van een flexibel element; een motor voor het draaien van de trommel; een artikelhouder die is opgehangen om verplaatsbaar te zijn in een verticale richting ten opzichte van het voertuig via het flexibele element, 20 waarbij de artikellader en de rails zodanig zijn gepositioneerd om het mogelijk te maken dat een artikel wordt doorgevoerd tussen de artikelhouder en de artikellader in de uitstekende positie wanneer het voertuig in een positie is die overeenkomt met de artikellader; en 25 een bedieningslichaam ondersteund door het voertuig, voor het doorgeven van een aandrijvende kracht voor het verplaatsen van de artikellader vanaf de teruggetrokken positie naar de uitstekende positie, waarbij het voertuig ingericht is om te 30 verplaatsen langs een pad dat boven de artikellader is, en een artikelhouder verschaft is die ingericht is om verticaal te verplaatsen om een artikel te leveren aan en een artikel te ontvangen van de artikellader, waarbij de artikellader is ingericht om het 35 daarop ondersteunde artikel te verplaatsen naar een binnenzijde van het artikelopslagrek wanneer de artikellader terugtrekt naar de teruggetrokken positie en naar een buitenzijde van het artikelopslagrek wanneer de artikellader uitsteekt naar de uitstekende positie, waarbij de artikellader middels een opslagstangenmechanisme bedienbaar is verbonden met een 5 opslagbediend lichaam dat direct wordt bediend door een uitstekende en terugtrekkende handeling van het bedieningslichaam, en waarbij het bedieningslichaam is ingericht om uit te steken ten opzichte van het voertuig om ervoor te zorgen 10 dat de artikellader uitsteekt vanaf de teruggetrokken positie naar de uitstekende positie en terugtrekt ten opzichte van het voertuig om ervoor te zorgen dat de artikellader terugtrekt vanaf de uitstekende positie naar de teruggetrokken positie.

19. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 18, waarbij een hoofdgeleiding voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding verschaft is aan het artikelopslagrek om de verplaatsbare geleiding toe te staan om te verplaatsen in een uitstekings- en 20 terugtrekkingsverplaatsingsrichting van de artikellader ten opzichte van de hoofdgeleiding, waarin de artikellader geleid en ondersteund is door de verplaatsbare geleiding om de artikellader toe te staan te verplaatsen in de uitstekings- en terugtrekkingsrichting ten opzichte van de 25 verplaatsbare geleiding.

20. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 18, waarbij het artikelopslagrek en het voertuig opgesteld zijn binnen een schone ruimte van het neerwaarts stromingstype.

21. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 18, verder omvattende: een artikelhoudrek dat verschaft is in een locatie tegenover de artikellader en op een afstand in een uitstekingsrichting van de artikellader ten opzichte van 35 het artikelopslagrek, en ingericht is om te verplaatsen naar een artikelontvangstpositie die is uitgestoken naar het artikelopslagrek, en naar een artikelhoudpositie die is teruggetrokken van het artikelopslagrek af; waarin de artikelhouder ingericht is om een artikel te leveren aan en een artikel te ontvangen van het artikelhoudrek in de artikelontvangstpositie.

22. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 21, verder omvattende: een bedieningslichaam dat is verschaft aan het voertuig, voor het doorgeven van een aandrijvende kracht voor het verplaatsen van het artikelhoudrek vanaf de 10 artikelhoudende positie naar de artikelontvangstpositie.

23. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 18, waarin een verplaatstbaar geleidingsframe omvattend de verplaatsbare geleiding is verschaft, waarbij de hoofdgeleiding is ingericht om het verplaatsbare 15 geleidingsframe te ondersteunen zodanig dat het verplaatsbare geleidingsframe door een gewicht van het verplaatsbare geleidingsframe naar de ingetrokken positie wordt gedrongen.

24. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 20 21, verder omvattende: een vaste geleiding die verschaft is om overeen te komen met een artikelhoudpositie van het artikelhoudrek, voor het geleiden en ondersteunen van een verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning in een uitstekings- en 25 terugtrekkingsrichting van het artikelhoudrek; waarin het artikelhoudrek geleid en ondersteund wordt door de verplaatsbare geleiding voor rekondersteuning om het artikelhoudrek toe te staan uit te steken en terug te trekken in de uitstekings- en terugtrekkings-30 verplaatsingsrichting.

25. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 10, waarbij de artikellader in de uitstekende positie overlapt met de artikeltransporteur.

26. De artikelopslagvoorziening volgens conclusie 35 18, waarbij de artikellader in de uitstekende positie overlapt met het voertuig.

27. Een artikelopslagvoorziening omvattende: een artikelopslagrek waarin een meervoud van artikelopslageenheden voor het opslaan van artikelen verschaft is om opgesteld te worden in een horizontale richting en een verticale richting; 5 een artikeltransporteur ingericht voor het verplaatsen langs een pad via een artikeldoorvoerlocatie voor het artikelopslagrek; en een artikellader voor het brengen van artikelen in en het nemen van artikelen uit het artikelopslagrek, 10 waarbij de artikellader verschaft is aan het artikelopslagrek om te kunnen uitsteken en terugtrekken tussen een uitstekende positie voor artikeldoorvoer die uitsteekt naar een buitenzijde van het artikelopslagrek, en een teruggetrokken positie voor het terugtrekken naar het 15 artikelopslagrek, waarin de artikeltransporteur ingericht is om een artikel te leveren aan of een artikel te ontvangen van de artikellader in de uitstekende positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is; 20 uitstekings- en terugtrekkingsbedieningsmiddelen die zijn verschaft aan de artikeltransporteur voor het bedienen van de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie wanneer de artikeltransporteur op de artikeldoorvoerlocatie is, 25 waarbij de uitstekings- en terugtrekkingsbedienings-middelen een bedieningslichaam hebben; het bedieningslichaam ingericht is om een opslagbediend lichaam dat verschaft is aan het 30 artikelopslagrek te verplaatsen; en verplaatsing van het opslagbediende lichaam doorgegeven wordt als aandrijvende kracht voor het aandrijven van de artikellader tussen de uitstekende positie en de teruggetrokken positie via een verbinding die 35 zich verticaal uitstrekt. -o-o-o-o-o-o-o-o-