NL193810C - Zwenkinrichting tussen een aankoppelbok, die koppelbaar is met de stuurstangen van een driepuntshefinrichting van een trekker en het machineframe van een landbouwmachine. - Google Patents

Description

1 193810

Zwenkinrichting tussen een aankoppelbok, die koppelbaar is met de stuurstangen van een drie-puntshefinrichting van een trekker en het machineframe van een landbouwmachine

De uitvinding heeft betrekking op een zwenkinrichting tussen een aankoppelbok, die koppelbaar is met de 5 stuurstangen van de driepuntshefinrichting van een trekker, en het machineframe van een met ten minste één steunwiel uitgeruste landbouwmachine, waarbij het machineframe in de werkstand van de machine vrij zwenkbaar om een opwaarts gerichte en om een horizontale, dwars op de rijrichting verlopende as met de aankoppelbok is verbonden, welke assen nabij het aankoppelpunt van de bovenste stuurstang van de driepuntshefinrichting met het bovenste gebied van de aankoppelbok zijn verbonden en het machineframe in 10 de geheven transportstand, na het automatisch zwenken om de horizontale as door middel van een paar, in hoofdzaak spiegelbeeldig ten opzichte van de opwaarts gerichte as met het machineframe verbonden aanslagvlakken, welke dan aanliggen tegen een paar complementaire, met de aankoppelbok verbonden aanslagvlakken, automatisch in een vooraf bepaalde stand ten opzichte van de aankoppelbok wordt gehouden.

15 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift 3.223.768. Wanneer deze bekende landbouwmachine voor het transport wordt geheven, wordt de zwenkmogelijkhekf van het machineframe om een horizontale as naar beneden begrensd doordat de, een blokkeerinrichting vormende, symmetrisch gelegen samenwerkende aanslagvlakken elkaar raken en op elkaar steunen. De samenwerkende aanslag* vlakken bevinden zich in het bovenste gebied van de aankoppelbok. Vanwege de kleine verticale afstand 20 tussen de horizontale zwenkas en de samenwerkende aanslagvlakken kunnen door massakrachten grote krachten in de as en op de aanslagvlakken optreden, welke tot een grote buigbelasting van de aankoppel· bok leiden.

Om de belasting van de genoemde onderdelen te verlagen, wordt een beter type krachtinleiding voorgesteld, welke volgens de uitvinding wordt bereikt, doordat elk aanslagvlak van elk stel samenwerkende 25 aanslagvlakken is aangebracht op één van een paar telescopisch ten opzichte van elkaar beweegbare stangen, waarbij het vrije einde van de ene stang schamierbaar is verbonden met het machineframe en het vrije einde van de andere stang nabij het aankoppelpunt van een onderste stuurstang van de driepuntshefinrichting met de aankoppelbok is verbonden.

30 Een uitvoeringsvorm van een zwenkinrichting volgens de uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht Hierin toont figuur 1 een cirkelzwadhark, aangebouwd aan het driepuntsstangenstelsel van een trekker, in zijaanzicht en in de werkzame stand; figuur 2 de machine volgens figuur 1 in de transportstand; 35 figuur 3 de machine volgens figuur 1 in bovenaanzicht

Een trekker is met een uit een bovenste stuurstang 1 en onderste stuurstangen 2 bestaande driepuntshefinrichting uitgerust

De cirkelzwadhark bestaat uit de hoofdonderdelen: aankoppelbok 3, machineframe 4 en harkwielen 5, 40 die door een niet-weergegeven aandrijving via een tussen-as vanuit de trekker in tegengestelde zin worden aangedreven. De aankoppelbok 3 is beugelvormig uitgevoerd en heeft aan de bovenzijde aan bouwplaten 6, die via een pen 7 met de bovenste stuurstang 1 verbindbaar zijn. in het onderste gebied van de aankoppelbok 3 strekken zich aanbouwtappen 8 uit, dwars op de rijrichting, welke met de onderste stuurstangen 2 zijn verbonden. In de aanbouwplaten 6 is een pen 9 zodanig gelagerd, dat deze als horizontale zwenkas voor 45 het machineframe 4 kan dienen.

De pen 9 wordt omgeven door een zwenkkop 10, die boven het machineframe 4 is aangebracht en die is voorzien van een nagenoeg verticale boring 11, waardoorheen een verticale pen 12 steekt Deze pen 12 strekt zich uit door het machineframe 4 en steekt in benedenwaartse richting daarbuiten uit Vast met de aankoppelbok 3 verbonden is een plaat 13, die in zijn middenvlak een sleufvonmig gat 14 heeft, waardoor-50 heen de verticale pen 12 steekt

Op het machineframe 4 zijn twee symmetrisch gelegen aansluitelementen 15 aanwezig. Daarin zijn in zogenaamde rubber-metaalblokken 16 de boveneinden van telescoperende stangen 17 gelagerd. Deze kunnen in telescoperende hulzen 18, welke boringen 19 hebben, in langsrichting bewegen. De bewegingsmogelijkheid naar binnen wordt begrensd, doordat de vrije einden 21 van de telescoperende stangen 17 55 tegen de bodem 20 van de boringen 19 stoten. De vrije einden 22 van de telescoperende hulzen 18 kunnen hetzij van buiten of van binnen op de aanbouwtappen 8 gestoken worden. Door knevelbouten 23 kunnen de ; telescoperende stangen 17 in de telescoperende hulzen 18 worden vastgezet. j

Claims (3)

193810 2 a Onder de werktuigen 5 zijn zwenkbare naloopwielen 24 aangebracht, waarvan de zwenkmogelijkheid door een vastzetinrichting 25 uitgeschakeld kan worden. Voor het in bedrijf zetten van de cirkelzwadhark wordt het driepuntsstangenstelsel 1, 2 zover naar omlaag gebracht, dat de naloopwielen 24 de grond raken. De telescoperende stangen 17 nemen een 5 zodanige positie in dat hun vrije einden 21 nog een ruime afstand tot de bodem 20 van de boringen 19 van de telescoperende hulzen 18 hebben. Bij normaal bedrijf zijn de knevelbouten 23 gelost en worden de naloopwielen 24 door de vastzetinrichting 25 vastgehouden. De door de plaat 13 stekende pen 12 kan zich vrij in het sleufvormige gat 14 bewegen. In deze toestand is de cirkelzwadhark vrij beweegbaar met de trekker verbonden. Dat wil zeggen dat 10 deze zowel om de verticale zwenkas 12 kan draaien om bij het nemen van een bocht de trekker ongedwongen te volgen, alsook om de horizontale zwenkas 9 bewegend, grondoneffenheden kan volgen. Wordt de cirkelzwadhark voor transport over de weg door middel van de onderste stuurstangen 2 gelicht dan blijven de naloopwielen 24 aanvankelijk op de grond en de telescoperende stangen 17 schuiven dieper in de telescoperende hulzen 18 totdat hun vrije einden 21 de bodem 20 van de boringen 19 raken.

15 Daardoor wordt de zwenkbaarheid van de cirkelzwadhark zowel om de verticale zwenkas 12 als om de horizontale zwenkas 9 opgeheven en de machine hangt nu onbeweegbaar achter de trekker. Wanneer de cirkelzwadhark, bijvoorbeeld aan de rand van een veld, schuin op de rijrichting moet werken, kunnen de beide telescoperende stangen 17 met de knevelschroeven 23 willekeurig vastgeklemd worden.

20 In dit geval moeten de vastzetinrichtingen 25 voor de naloopwielen 24 worden gelost Om te verhinderen dat de machine in elkaar klapt, wanneer in gedemonteerde toestand de vrije einden 22 van de telescoperende hulzen 18 van de draagtappen 8 losgenomen zijn, is een verdere beperking van de zwenkmogelijkheid, om de horizontale as 9 aangebracht doordat het ondereinde van de verticale pen 12 tegen het einde van het sleufvormige gat 14 komt aan te liggen. 25 Zwenkinrichting tussen een aankoppelbok, die koppelbaar is met de stuurstangen van de driepunts* 30 herinrichting van een trekker, en het machineframe van een met ten minste één steunwiel uitgeruste landbouwmachine, waarbij het machineframe in de werkstand van de machine vrij zwenkbaar om een opwaarts gerichte en om een horizontale, dwars op de rijrichting verlopende as met de aankoppelbok is verbonden, welke assen nabij het aankoppelpunt van de bovenste stuurstang van de driepuntshefinrichting met het bovenste gebied van de aankoppelbok zijn verbonden en het machineframe in de geheven 35 transportstand, na het automatisch zwenken om de horizontale as door middel van een paar, in hoofdzaak spiegelbeeldig ten opzichte van de opwaarts gerichte as met het machineframe verbonden aanslagvlakken, welke dan aanliggen tegen een paar complementaire, met de aankoppelbok verbonden aanslagvlakken, automatisch in een vooraf bepaalde stand ten opzichte van de aankoppelbok wordt gehouden, met het kenmerk, dat elk aanslagvlak van elk stel samenwerkende aanslagvlakken (20,21) is aangebracht op één 40 van een paar telescopisch ten opzichte van elkaar beweegbare stangen (18,17), waarbij het vrije einde van de ene stang (17) schamierbaar is verbonden met het machineframe (4) en het vrije einde van de andere stang (18) nabij het aankoppelpunt (8) van een onderste stuurstang van de driepuntshefinrichting (1, 2) met de aankoppelbok (3) is verbonden. Hierbij 2 bladen tekening