NL1014773C2 - Navigatie-inrichting. - Google Patents

Navigatie-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1014773C2
NL1014773C2 NL1014773A NL1014773A NL1014773C2 NL 1014773 C2 NL1014773 C2 NL 1014773C2 NL 1014773 A NL1014773 A NL 1014773A NL 1014773 A NL1014773 A NL 1014773A NL 1014773 C2 NL1014773 C2 NL 1014773C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
intersection
car
display
change
landmark
Prior art date
Application number
NL1014773A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1014773A1 (nl
Inventor
Takeshi Takahashi
Original Assignee
Matsushita Electric Ind Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Matsushita Electric Ind Co Ltd filed Critical Matsushita Electric Ind Co Ltd
Publication of NL1014773A1 publication Critical patent/NL1014773A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014773C2 publication Critical patent/NL1014773C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09BEDUCATIONAL OR DEMONSTRATION APPLIANCES; APPLIANCES FOR TEACHING, OR COMMUNICATING WITH, THE BLIND, DEAF OR MUTE; MODELS; PLANETARIA; GLOBES; MAPS; DIAGRAMS
    • G09B29/00Maps; Plans; Charts; Diagrams, e.g. route diagram
    • G09B29/10Map spot or coordinate position indicators; Map reading aids
    • G09B29/106Map spot or coordinate position indicators; Map reading aids using electronic means
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01CMEASURING DISTANCES, LEVELS OR BEARINGS; SURVEYING; NAVIGATION; GYROSCOPIC INSTRUMENTS; PHOTOGRAMMETRY OR VIDEOGRAMMETRY
    • G01C21/00Navigation; Navigational instruments not provided for in groups G01C1/00 - G01C19/00
    • G01C21/26Navigation; Navigational instruments not provided for in groups G01C1/00 - G01C19/00 specially adapted for navigation in a road network
    • G01C21/34Route searching; Route guidance
    • G01C21/36Input/output arrangements for on-board computers

Description

I Navigatie-inrichting
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een navigatie-inrichting voor auto's, die is verbeterd in een 5 weergavemethode van een stratengids voor wat betreft een bestemming, en die de gebruiker hoge mate van bedieningsgemak biedt, en een gids-weergavemethode ervan.
Beschrijving van de verwante techniek
De laatste jaren wordt vaak een auto navigatie-inrich-10 ting toegepast die in staat is om de positie van een automobiel of dergelijke tijdens de beweging ervan weer te geven door gebruik te maken van het GPS (Global Positioning System) dat een positioneringssysteem is dat dient voor het ontvangen van radiogolven die door een aantal GPS-satel-15 lieten radiografisch worden verzonden naar de grond om een actuele positie te detecteren.
Bij het gebruik van zo'n navigatie-inrichting bekijkt de gebruiker een kaart en een gids die worden weergegeven op het weergavescherm van de navigatie-inrichting, en bepaalt 20 de richting waarin de auto moet rijden om op de bestemming aan te komen. Daarom is er vraag naar een auto navigatie-inrichting die in staat is om een zodanige weergave te realiseren dat een gebruiker een op een weergavescherm afgebeelde gids of dergelijke meteen kan begrijpen.
25 Als een conventionele auto navigatie-inrichting en een gids-weergavemethode ervan is "Direction display method in a car navigation system" beschreven in JP-A-10-206176. De richting-weergavemethode wordt gekenmerkt door het feit dat hij bestaat uit de stappen van: het vinden van kaartdata en 30 aan de kaart gerelateerde data, waaronder een actuele positie van een auto, uit een kaart-database; het uit de kaart-gerelateerde data vinden van een kruising-knooppunt dat zich bevindt op een weg in een voortgangsrichting van de auto en dat zich het meest nabij de actuele positie van de auto 35 bevindt; het uitlezen van kruising-richting naaminformatie ,101 477 3* 2 uit de kaart-database samen met de kaartdata; en het op een weergave scherm van een weergave-inrichting weergeven van de kruising-richting naaminformatie van het uitgelezen krui-sing-knooppunt samen met de kaartdata.
5 Verder is in JP-A-6-186051 "Car navigation apparatus to be mounted on car" beschreven. De auto navigatie-inrichting is gekenmerkt door.· een kaart informat ie-geheugenorgaan voor het opslaan van kaartinformatie; een autopositie detectie-orgaan voor het detecteren van een actuele positie van een 10 auto; een voortgangsrichting detectie-orgaan voor het detecteren van een voortgangsrichting van de auto op basis van de actuele positie die is gedetecteerd door het autopositie detectie-orgaan; een weergave-orgaan dat dient om de door het autopositie voortgangsrichting detectie-orgaan gedetec-15 teerde voortgangsrichting van de auto en de door het autopositie detectie-orgaan gedetecteerde actuele positie van de auto weer te geven op een kaart die deze bevat; een invoer-orgaan voor het invoeren van ten minste een plaats van vertrek en een plaats van bestemming; een gidsroute-instel-20 orgaan voor het instellen van een gidsroute die de plaats van vertrek koppelt met de plaats van bestemming en het weergave-orgaan de ingestelde gidsroute laat weergeven; een gidsroute-beslissingsorgaan om een beslissing te nemen of een kruisende weg het al dan niet deel uitmaakt van de 25 gidsroute wanneer de auto een kruising is genaderd; en een gidsroute-informatie weergave-orgaan dat zorgt dat het weergave-orgaan kruisingsinformatie over van richting veranderen, die betrekking heeft op een kruising waar de auto van richting zou moeten veranderen, weergeeft op het weergave-30 orgaan wanneer het gidsroute-beslissingsorgaan oordeelt dat de kruisende weg deel uitmaakt van de gidsroute.
Hierna zal de in JP-A-6-186051 beschreven "car navigation apparatus to be mounted on car" worden beschreven onder verwijzing naar de tekening.
35 Fig. HA is een diagram dat een voorbeeld laat zien van een groot gebied-diagram dat is weergegeven op een weergave- 1 01 4 7 7 3 ^ i 3 scherm van de in JP-A-6-186051 beschreven "car navigation apparatus to be mounted on car". De fig. 11B en 11C zijn vergrote aanzichten die elk een vergroot aanzicht laten zien van een gedeelte van het in fig. 11A getoonde grote gebied.
5 In fig. 11A - 11C geeft verwijzingsgetal 200 een groot gebied-diagram aan dat is weergegeven op het weergavescherm van de auto navigatie-inrichting. De verwijzingsgetallen 201 en 202 geven respectievelijk een vertrekpunt en een bestemmingspunt aan. Het verwijzingsgetal 203 geeft een gebied aan 10 dat is getoond in het vergrote aanzicht van fig. 11B. Het verwijzingsgetal 204 geeft een gebied aan dat is getoond in het vergrote aanzicht van fig. 11C. Het verwijzingsgetal 205 geeft een route aan die loopt vanaf het vertrekpunt 201 tot het bestemmingspunt 202. Verwijzingsgetal 207 geeft een 15 vergroot aanzicht van het gebied 204 van fig. 11A aan. Het verwijzingsgetal 208 geeft een automarkering aan die de positie van een auto aangeeft. Elk van de verwijzingsgetallen 209 en 210 geeft een informatie-weergavegebied aan dat dient voor het weergeven van informatie van een kruising of 20 dergelijke.
In de in JP-A-6-186051 beschreven "car navigation apparatus to be mounted on car" registreert de gebruiker het vertrekpunt 201 en het bestemmingspunt 202 door het uitvoeren van een gidsroute-instelbewerkingen programma. Op dat 25 moment wordt de optimale route 205 die het vertrekpunt 201 verbindt met het bestemmingspunt 202 automatisch ingesteld en op het weergavescherm weergegeven. Wanneer de bovengenoemde gidsroute-instelling wordt verricht, wordt de automarkering 208 die de positie van de auto aangeeft, afgebeeld 30 op de kaart die wordt weergegeven op het weergavescherm. Zoals getoond in fig. 11B en 11C, wordt de voortgangsrich-ting van de auto aangegeven door een vooreinde van een driehoekige markering van de automarkering 208. Op basis van de positie van de auto stelt het gidsroute-beslissingsorgaan 35 vast of er op de gidsroute al dan niet een kruising ligt die de auto niet bereikt heeft en waar hij van richting moet 1014773¾ 4 veranderen. Tenzij er een kruising is waar de auto van richting moet veranderen, geeft het gidsroute-beslissingsor-gaan een afstand tot de bestemming weer in het informatie-weergavegebied 209 zoals weergegeven in fig. 11B. Wanneer er 5 een kruising is waar de auto van richting moet veranderen, zoekt het gidsróute-beslissingsorgaan een in de voortgang-srichting van de auto gesitueerde kruising waar de auto van richting zou moeten veranderen, berekent de afstand tussen de auto en de kruising waar de auto moet keren, geeft een 10 gedetailleerde kaart van het gedeelte rond de kruising weer in het informatie-weergavegebied 210, samen met de afstand tot de bestemming, en de richting van de richtingsverande-ring.
De hierboven beschreven conventionele auto navigatie-15 inrichting en de gids-weergavemethode ervan hebben echter de volgende problemen.
(1) Nu wordt aangenomen dat de gebruiker een route in de auto navigatie-inrichting heeft ingesteld en de auto navigatie -inrichting hem naar de bestemming te leiden. Wanneer er 20 een kruising is waar de auto van richting moet veranderen, wordt de afstand weergegeven tot de kruising waar de auto zou moeten keren. Het is voor de gebruiker echter moeilijk om intuïtief te weten op welke plaats van de voor hem liggende omgeving een weg ligt waarnaar de auto moet afslaan. 25 Dit leidt tot het probleem dat de gebruiker gemakkelijk een fout maakt en dus is de functionering matig.
(2) Ofschoon de gedaante van een kruising waar de auto van richting moet veranderen en de richting waarin de auto moet gaan, op de kaart worden weergegeven, is het moeilijk om 30 deze te associëren met de voor hem liggende omgeving. Dit leidt tot het probleem dat de gebruiker gemakkelijk een fout maakt en dus is de functionering matig.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding biedt een oplossing voor de 35 hierboven beschreven problemen van de gangbare techniek. Een 1014Y?,· 5 doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een auto navigatie-inrichting die in staat is tot het leiden van een reisroute die tot minder vergissingen leidt, door een reisroute te realiseren die een gebruiker intuïtief met 5 gemak kan begrijpen, en die dus goed hanteerbaar is.
De onderhavige uitvinding biedt een oplossing voor de hierboven beschreven problemen van de gangbare techniek. Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een reisroute-weergavemethode van een auto navigatie-10 inrichting die in staat is tot het leiden van een reisroute die tot minder vergissingen leidt, door een reisroute te realiseren die een gebruiker intuïtief met gemak kan begrijpen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 15 Fig. 1 is een blokdiagram dat de inrichtingsconfigu- ratie van een auto navigatie-inrichting in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding toont; fig. 2 is een blokdiagram dat de functieconfiguratie van een gids-weergavebewerking van de auto navigatie-inrich-20 ting in een uitvoeringsvorm toont; fig. 3 is een routeschema dat de gehele werking van de auto navigatie-inrichting volgens de uitvoeringsvorm laat zien; fig. 4A is een diagram dat een gids-weergavescherm 25 laat zien wanneer een route is ingesteld en er noch een oriëntatiepunt, noch een kruising binnen een vooraf bepaalde afstand die voor een eigen auto ligt; fig. 4B is een diagram dat een gids-weergavescherm laat zien wanneer de route is ingesteld en er noch een 30 oriëntatiepunt, noch een kruising binnen een vooraf bepaalde afstand die voor de eigen auto ligt; fig. 5A is een diagram dat een gids-weergavescherm laat zien wanneer de route is ingesteld en zich binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto een kruising bevindt; ^i 6 fig. 5B is een diagram dat een gids-weergavescherm laat zien wanneer de route is ingesteld en zich binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto een kruising bevindt; fig. 6 is een routeschema dat een gids-weergavebewer-5 king laat zien die wordt verricht wanneer de route wordt ingesteld; fig. 7 is een routeschema dat de gids-weergavebewer-king laat zien die wordt verricht wanneer de route wordt ingesteld; 10 fig. 8 is een routeschema dat staat voor de werking van een grafische besturingsinrichting; fig. 9A is een diagram dat een gids-weergavescherm laat zien wanneer de route niet is ingesteld en er binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto noch een oriëntatiepunt 15 noch een kruising ligt; fig. 9B is een diagram dat een gids-weergavescherm laat zien wanneer de route niet is ingesteld en er binnen de vooraf bepaalde afstand voor een auto een oriëntatiepunt en een kruising liggen; 20 fig. 10 is een routeschema dat staat voor een gids- weergavebewerking die wordt verricht wanneer de route niet ingesteld is; fig. 11A is een diagram dat een voorbeeld van een groot gebied-diagram dat op het weergavescherm van de auto naviga- 25 tie-inrichting om te worden gemonteerd in een auto dat is beschreven in JP-A-6- 186051;
fig. 11B is een vergroot aanzicht dat een vergroot aanzicht toont van een deelgebied van het groot gebied- I
diagram dat is getoond in fig. 11A; en ! 30 fig. 11C is een vergroot aanzicht dat een vergroot j aanzicht van een deelgebied van het in fig. 11A getoonde groot gebied-diagram laat zien.
| i 1 01 477 3^ ! 7
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVOERINGSVORMEN
Hierna zal een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden beschreven onder verwijzing naar de tekening .
5 Fig. 1 is een blokdiagram dat de inrichtingsconfigura- tie van een auto navigatie-inrichting in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding laat zien.
In fig. 1 geeft verwi j zingsgetal 1 een CPU (central processing unit) (centrale verwerkingseenheid) aan, voor het 10 regelen van de werking van de auto navigatie-inrichting. Het verwijzingsgetal 2 geeft een ingeefinrichting aan waarmee een gebruiker een bedrijfsinstructie of dergelijke ingeeft in de CPU 1. Het verwij zingsgetal 3 geeft een weergave-inrichting aan waarop de CPU 1 een verwerkingsresultaat 15 afbeeldt. Verwijzingsgetal 4 geeft een weergave-besturings-inrichting aan voor het regelen van de weergavebewerking van de weergave-inrichting 3. Het verwijzingsgetal 4a geeft een grafische besturingsinrichting aan welke dient voor het uitvoeren van een schermweergave-bewerking van de weergave-20 inrichting 3 op basis van de ingevoerde beeldinformatie of dergelijke. Het verwijzingsgetal 4b geeft een video RAM aan voor het tijdelijk opslaan van beelddata die vanuit de grafische besturingsinrichting 4a zijn ingevoerd om te worden weergegeven op de weergave-inrichting 3.
25 Verwijzingsgetal 5 geeft een GPS-ontvanger aan voor het meten van de positie van een auto door GPS en het uitvoeren ervan. Het verwijzingsgetal 5a geeft een interface aan welke dient om een invoer vanuit de GPS-ontvanger 5 om te zetten in data die kunnen worden ingevoerd in, en uitgevoerd uit, 3 0 CPU 1. Het verwij zingsgetal 6 geeft een antenne aan welke dient voor het ontvangen van navigatie-radiogolven die worden verzonden door een GPS-satelliet. Het verwijzingsgetal 7 geeft een CD-ROM (read only compact disc memory) aan waarop kaartinformatie of dergelijke is vastgelegd. Het 35 verwijzingsgetal 8 geeft een CD-ROM drive aan voor het lezen en uitvoeren van de op de CD-ROM 7 vastgelegde informatie.
; u 'i 4 4 7 4^ 8
Het verwijzingsgetal 9 geeft een ROM aan waarop een programma voor het besturen van de CPU 1, grafische data voor weergave op de weergave-inrichting 3, of dergelijke zijn vastgelegd. Het verwijzingsgetal 10 geeft een RAM aan welke 5 dient voor het opslaan van data of dergelijke die tijdelijk worden gegenereerd op het moment van bedrijf van de CPU 1. Het verwijzingsgetal 11 geeft een stemuitvoer-besturingsin-richting aan voor het regelen van de stemuitvoer op basis van een instructie die wordt gegeven door de CPU 1. Het 10 verwijzingsgetal 12 geeft een luidspreker aan welke dient voor het uitvoeren van een stem overeenkomstig een door de stemuitvoer-besturingsinrichting 11 ingevoerd stemsignaal. Het verwijzingsgetal 13 geeft een buslijn aan die gemeenschappelijk verbonden is met de CPU 1, de invoerinrichting 15 2, de weergave-besturingsinrichting 4, de interface 5a, de CD-ROM drive 8, ROM 9, RAM 10, en de stemuitvoer-besturings-inrichting 11.
Fig. 2 is een blokdiagram dat de functie-configuratie van de gids-weergavebewerking van de auto navigatie-inrich-20 ting in de uitvoeringsvorm laat zien.
In fig. 2 geeft verwijzingsgetal 3 een weergave-inrichting aan, 5 een GPS-ontvanger, en 12 een luidspreker. Deze componenten zijn dezelfde als die van fig. 1. Daarom worden ze aangeduid met dezelfde verwijzingsgetallen, en zal be-25 schrijving ervan achterwege worden gelaten.
Het verwijzingsgetal 3a geeft een weergavescherm van de weergave-inrichting 3 aan, dat dient voor het weergeven van een kaart en informatie zoals de positie van de auto. het verwijzingsgetal 20 geeft een kaartinformatie-geheugeneen-30 heid aan voor het opslaan van kaartinformatie, welke eenheid wordt gevormd door de CD-ROM 7 en de CD-ROM drive 8. Het verwijzingsgetal 21 geeft een route-insteleenheid aan welke dient voor het instellen van een route van de gebruiker naar een bestemming op basis van de informatie die is opgeslagen 35 in de kaartinformatie-opslageenheid 20. Het verwijzingsgetal 22 geeft een autopositie detectie-eenheid voor het meten van 9 de coördinaten (zoals breedte en lengte) van de autopositie op basis van een positie-informatiesignaal dat door de GPS-ontvanger 5 wordt uitgevoerd om de autopositie te detecteren. Het verwijzingsgetal 23 geeft een voortgangsrichting 5 detectie-eenheid voor het detecteren van de voortgangsrichting van de auto aan de hand van een tijdverandering van de positie van de auto. Het verwijzingsgetal 24 geeft een richtingsverandering-kruising detectie-eenheid aan welke dient voor het detecteren van een kruising waar de auto de 10 volgende keer van richting moet veranderen (hierna aangeduid als "veranderingskruising"), die zich op de route bevindt binnen een vooraf bepaalde afstand in de voortgangsrichting vanaf de positie van de auto, op basis van de kaartinforma-tie die is opgeslagen in de kaartinformatie-opslageenheid 15 20. Het verwijzingsgetal 25 geeft een afstand-berekenings- eenheid aan die reageert op de detectie van de veranderingskruising om de afstand tussen de positie van de auto en de veranderingskruising te berekenen. Het verwijzingsgetal 26 geeft een veranderingskruising-informatieverwervingseenheid 20 die reageert op de detectie van de veranderingskruising om de vorm en naam van de veranderingskruising te verwerven uit de kaartinformatie die is opgeslagen in de kaartinformatie-opslageenheid 20. Het verwijzingsgetal 27 geeft een veranderingskruising weergave-eenheid aan welke dient om de vorm 25 van de veranderingskruising die door de veranderingskruising-informatieverwervingseenheid 26 is verworven en de richting waarnaar de auto moet veranderen, op het weergave-scherm 3a weer te geven onder gebruikmaking van figuren, en om de afstand tot de veranderingskruising die is berekend 3 0 door het af stand-berekeningsorgaan 25 en de naam van de veranderingskruising die is verworven door de veranderings-kruising-informatieverwervingseenheid 26, weer te geven op het weergavescherm 3a onder gebruikmaking van tekens. Het verwijzingsgetal 28 geeft een oriëntatiepunt 35 detectie-eenheid aan welke dient voor het detecteren van een oriëntatiepunt (zoals een winkel, postkantoor of politiebu- 1 01 4773ia 10 reau) op de route die binnen de vooraf bepaalde afstand ligt in de voortgangsrichting vanaf de positie van de auto op basis van de kaartinformatie die is opgeslagen in de kaart-informatie-opslageenheid 20. Het verwijzingsgetal 29 geeft 5 een oriëntatiepunt weergave-eenheid aan die reageert op de detectie van het oriëntatiepunt door de oriëntatiepunt detectie-eenheid 28, om een oriëntatiepunt-symbool dat het oriëntatiepunt aangeeft, weer te geven op het weergavescherm 3a. Het verwijzingsgetal 30 geeft een voortgangsrichting 10 weergave-eenheid aan welke dient om de door de voortgangsrichting detectie-eenheid 23 gedetecteerde voortgangsrichting weer te geven op het weergavescherm 3a. Het verwij-zingsgetal 31 geeft een meest nabijgelegen kruising detectie-eenheid aan welke dient voor het detecteren van de 15 dichtstbijzijnde kruising onder de kruisingen die binnen de vooraf bepaalde afstand in de voortgangsrichting vanaf de positie van de auto liggen, op basis van de kaartinf ormatie die is opgeslagen in de kaartinformatie-opslageenheid 20. Het verwijzingsgetal 32 geeft een dichtstbijzijnde krui-20 singsinformatie-verwervingseenheid aan die reageert op de detectie van de meest nabijgelegen kruising, die door de meest nabijgelegen kruising detectie-eenheid 31 wordt gebruikt om de vorm en naam van de dichtstbijzijnde kruising te verwerven uit de kaartinformatie die is opgeslagen in de 25 kaartinformatie-opslageenheid 20. Het verwijzingsgetal 33 geeft een voorliggende straatvorm weergave-eenheid aan die reageert op de niet-detectie van de dichtstbijzijnde kruising om een rechte weg op het weergavescherm 3a weer te geven onder gebruikmaking van figuren, en reageert op de 30 detectie van de dichtstbijzijnde kruising om de vorm van de dichtstbijzijnde kruising, die is verworven door de dichtstbijzijnde kruising informatieverwervingseenheid 32, weer te geven op het weergavescherm 3a onder gebruikmaking van figuren, en de naam van de dichtstbijzijnde kruising op het 35 weergavescherm 3a weer te geven onder gebruikmaking van tekens. Het verwijzingsgetal 34 geeft een kaart weergave- 1 ü 'i 4 / ί 3ü 11 j i eenheid aan welke dient om een kaart op het weergavescherm 3a weer te geven op basis van de kaartinformatie die is opgeslagen in de kaartinformatie-opslageenheid 20, en om een automarkering weer te geven, die de positie van de auto op 5 de kaar weergeeft op basis van de positie van de auto die wordt gedetecteerd door de autopositie detectie-eenheid 22. Het verwijzingsgetal 35 geeft een stemuitvoereenheid aan voor het uitvoeren van een stem onder gebruikmaking van de luidspreker 12. Het verwijzingsgetal 36 geeft een stem-meld-10 eenheid aan die reageert op de aankomst van de afstand tot de veranderingskruising die door de afstandberekeningseen-heid 25 op de vooraf bepaalde afstand, om onder gebruikmaking van de stemuitvoereenheid 3 5 te melden dat de auto de veranderingskruising heeft bereikt.
15 De hierboven beschreven route-insteleenheid 21, autopo sitie detectie-eenheid 22, voortgangsrichting detectie-eenheid 23, veranderingskruising detectie-eenheid 24, af-stand-berekeningseenheid 25, veranderingskruising-informa-tieverwervingseenheid 26, oriëntatiepunt detectie-eenheid 20 28, dichtstbijzijnde kruising detectie-eenheid 31, dichtst bijzijnde kruising informatieverwervingseenheid 32, stem-meldeenheid 36, veranderingskruising weergave-eenheid 27, oriëntatiepunt weergave-eenheid 29, voortgangsrichting weergave-eenheid 30, voorliggende wegvorm weergave-eenheid 25 33, en kaart weergave-eenheid 34 zijn gevormd van een pro gramma dat is opgeslagen in ROM 9. De CPU 1 voert de bewerkingen volgens het programma uit. Daardoor wordt het bedrijf van de inrichting ten uitvoer gebracht. Ofschoon de onderhavige uitvoeringsvorm een zodanige configuratie heeft dat het 30 bedrijf wordt gerealiseerd door de programmabewerkingen onder toepassing van de algemene CPU 1, kan hij ook worden i gevormd onder toepassing van dedicated logic circuits.
Hierna zal een gidsweergavemethode in de auto naviga-tie-inrichting volgens de onderhavige uitvoeringsvorm met de 35 hierboven beschreven configuratie worden beschreven.
t
J
' : > ' .....' •v 12
Fig. 3 is een routeschema dat de complete werking van de auto navigatie-inrichting volgens de onderhavige uitvoeringsvorm laat zien.
Wanneer de gebruiker de auto navigatie-inrichting 5 gebruikt, wordt in de eerste, initiële toestand door de invoerinrichting 2 een instructie ingevoerd over het feit of de route al dan niet moet worden ingesteld. Wanneer de instructie dat de route moet worden ingesteld wordt ingevoerd (SI) , dan leest de kaart weergave-eenheid 34 onder 10 gebruikmaking van de CPU 1 de kaart informatie uit over de autopositie die is opgeslagen op de CD-ROM 7 met gebruikmaking van de CD-ROM drive 8, voert de kaartinformatie over de autopositie uit naar de grafische besturingsinrichting 4a, en zorgt dat de kaart wordt weergegeven op het weergave-15 scherm 3a van de weergave-inrichting 3. De gebruiker specificeert het vertrekpunt en het bestemmingspunt op de weergegeven kaart onder gebruikmaking van de invoerinrichting 2.
Daarna, onder gebruikmaking van de CPU 1, bepaalt de route-insteleenheid 21 de optimale route tussen het vertrekpunt en 2 0 het bestemmingspunt op basis van de kaartinformatie die is verworven van de CD-ROM 7, slaat de optimale route op in RAM 10, en geeft de optimale route weer op het weergavescherm 3a van de weergave-inrichting 3 (S2) . Op dat moment wordt het weergavescherm 3a verdeeld in twee gebieden (dat wil zeggen, 25 het kaart-weergavegebied 40a en het gedetailleerde informa-tie-weergavegebied 40b) om deze af te beelden als weergegeven in de fig. 4A, 4B, 5A en 5B, zodat de kaart en de route worden weergegeven in het kaartweergavegebied 40a.
Wanneer de route is ingesteld met de hierboven beschre-30 ven bewerking (S3), wordt een gidsweergave-bewerking (S4) verricht wanneer de route is ingesteld. De gidsweergave-bewerking wanneer de route is ingesteld zal later nog worden beschreven. Wanneer er geen sprake is van beëindiging van de navigatie door de aankomst van de auto op de bestemming, de 35 invoer van een onderbrekingsinstructie door de gebruiker, of iets soortgelijks (S5), wordt stap (S4) herhaald. Wanneer de 1014773a i 13 navigatie wel is beëindigd (S5), gaat de bewerking terug naar het bedrijf van stap SI.
Wanneer de instructie dat de route moet worden ingesteld niet wordt ingevoerd bij stap SI, wordt de route niet 5 ingesteld (S3), en wordt een gids-weergavebewerking uitgevoerd (S6) wanneer de route niet ingesteld is. De gids-weergavebewerking wanneer de route niet is ingesteld zal later worden beschreven. Wanneer er geen sprake is van beëindiging van de navigatie veroorzaakt door de aankomst 10 van de auto op de bestemming, invoer van de onderbrekingsin-structie door de gebruiker, of iets dergelijks (S7), wordt stap S6 herhaald. Wanneer de navigatie wel is beëindigd (stap S7), gaat de bewerking terug naar het bedrijf van stap SI.
15 De gids-weergavebewerking wanneer de route is ingesteld zal nu worden beschreven.
Elk van de fig. 4A en 4B toont een diagram dat het gids-weergavescherm laat zien wanneer de route is ingesteld en er binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto noch 20 een oriëntatiepunt, noch een kruising ligt. Elk van de fig. 5A en 5B toont een diagram dat het gids-weergavescherm laat zien wanneer de route wel is ingesteld en er binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto een kruising ligt.
In de fig. 4A, 4B, 5A en 5B geeft het verwijzingsgetal 25 3a een weergavescherm aan. Het verwij zingsgetal 40a geeft een kaart-weergavegebied aan dat een linkergebied in het weergavescherm 3a is dat dient voor het weergeven van de gedetailleerde informatie betreffende het oriëntatiepunt of de kruising die voor de auto liggen. Het verwijzingsgetal 41 30 geeft een route aan die in het kaart-weergavegebied 40a is weergegeven om de auto naar de bestemming (d.w.z. een weg die wordt weergegeven door een wit-op-zwart weg) te leiden. Het verwijzingsgetal 42 geeft een automarkering aan die in het kaart-weergavegebied 40a wordt weergegeven om de positie 35 van de auto aan te geven. Het verwij zingsgetal 43 geeft een ligging-weergavemarkering aan die in de linker bovenhoek • ‘ Ί A · 7? 14 wordt weergegeven om het noorden van de kaart aan te geven van de kaart die in het kaart-weergavegebied 40a is weergegeven. Het verwijzingsgetal 44 geeft een bestemmingsafstand-weergavemarkering aan die is gevormd van een markering en 5 tekens die in de linker benedenhoek van het kaart-weergavegebied 40a zijn weergegeven om de afstand tussen de positie van de auto en de bestemming aan te geven. Het verwijzingsgetal 50 geeft een wegvorm-weergavefiguur aan welke dient om de gedaante van een weg die zich direct voor de auto be-10 vindt, weer te geven in het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie. Het verwijzingsgetal 53 geeft auto-weergavefiguur aan dat wordt weergegeven nabij het midden van een benedenliggend gedeelte in het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie. Elk van de verwijzingsgetal-15 len 54a, 54b en 54c geeft een pijl aan die op de wegvorm- weergavefiguur 50 in het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie wordt weergegeven om de voortgangsrichting van de auto aan te geven. Het verwijzingsgetal 56 geeft een straatnaam-weergavegebied aan dat bestaat uit een gebied dat 20 is verschaft in het benedenliggende gedeelte van de auto-weergavefiguur 53 in het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie, voor het weergeven van een straatnaam van een straat waarin de auto op dit moment rijdt. Het verwij-zingsgetal 57 geeft een kruisingsnaam-weergavegebied aan dat 2 5 wordt gevormd door een in het weergavegebied 4 0b voor gede tailleerde informatie, en dient om een naam van een dichtstbijzijnde kruising weer te geven wanneer de auto zich op minder dan 100 m van de dichtstbijzijnde kruising bevindt.
Het verwijzingsgetal 58 geeft een informatie-weergavegebied 3 0 aan dat is verschaft in een bovenliggend gedeelte van het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie zoals de afstand tot de bestemming, de afstand tot een veranderings- ; kruising, de naam van een veranderingskruising, de vorm van j de veranderingskruising, of de veranderingsrichting. Het 35 verwijzingsgetal 58a geeft een tekeninformatie-weergavege-bied aan dat in een rechterdeel van het informatie-weergave-
„ __ Λ %____ I
. i 15 gebied 58 is verschaft om een veranderingskruising-naam, de afstand tot de bestemming, en de afstand tot de verande-ringskruising weer te geven. Het verwijzingsgetal 58b geeft een kruisingfiguur-informatieweergavegebied aan dat in een 5 linkerdeel van het informatie-weergavegebied 58 is verschaft om een afbeelding van de vorm van de veranderingskruising, de veranderingsrichting, of iets dergelijks aan te geven. Het verwijzingsgetal 59 geeft een oriëntatiepunt-symbool aan dat in het weergavegebied 40b voor gedetailleerde informatie 10 wordt weergegeven wanneer de auto binnen een vooraf bepaalde afstand van een oriëntatiepunt is gekomen.
De wegsvorm-weergavef iguur 50 is een figuur die het vogelperspectief imiteert dat wordt verkregen wanneer de voorliggende weg vanuit de auto wordt bezien. De figuur 15 heeft een gedaante die de gebruiker intuïtief gemakkelijk begrijpt. Verder is het kruisingsnaam-weergavegebied 57 gesitueerd in het midden van de wegvorm-weergavefiguur 50.
Elk van de fig. 6 en 7 is een routeschema dat staat voor de gids-weergavebewerking wanneer de route wordt inge-20 steld. Fig. 8 is een routeschema dat staat voor de werking j van de grafische besturingsinrichting.
Wanneer bij de hierboven beschreven bewerking (S3) de ! route-insteleenheid 21 de route heeft ingesteld, berekent de autopositie detectie-eenheid 22 de afstanden tot de respec-25 tievelijke GPS-satellieten op basis van de radiogolf-ver-! zendingstijden van een aantal GPS-satellieten, die aanwezig zijn in de navigatie-radiogolven die worden ontvangen door de GPS-ontvanger 5, de baan rond de aarde, en de aankomsttijden van de ontvangen radiogolven, en detecteert de posi-3 0 tie van de auto (S10) . Op dat moment detecteert de voort-gangsrichting detectie-eenheid 23 de voortgangsrichting van de auto uit de tijdverandering van de autopositie die is gedetecteerd door de autopositie detectie-eenheid 22.
Vervolgens bepaalt de CPU 1 of de positie van de auto 35 al dan niet op de ingestelde route ligt. Wanneer de auto niet op de ingestelde route (Sll) zit, wordt de gidsweerga- 1014773® 16 ve-bewerking wanneer de route niet wordt ingesteld (later beschreven) uitgevoerd (S12), en wordt de bewerking beëindigd.
Wanneer de positie van de auto wel op de ingestelde 5 route ligt (Sll), zoekt de veranderingskruising detectie-eenheid 24, onder gebruikmaking van de CPU 1 naar een veranderingskruising die ligt op de route van de auto op basis van de voortgangsrichting van de auto die wordt gedetecteerd door de voortgangsrichting detectie-eenheid 23 en de route-10 informatie die is opgeslagen in RAM 10 (S13).
Vervolgens, wanneer de afstand tussen de positie van de auto en de veranderingskruising ten minste 3 km of bedraagt of tot aan de bestemming geen veranderingskruising wordt aangetroffen (S14), voert de veranderingskruising detectie-15 eenheid 24 een veranderingskruising-detectiesignaal in de niet-detectie toestand uit naar de veranderingskruising-informatieverwervingseenheid 26. Wanneer het veranderings-kruising-detectiesignaal in de niet-detectie toestand verkeert, bepaalt de veranderingskruising-informatieverwer-20 vingseenheid 26 of de bestemming al dan niet binnen 3 km van de positie van de auto ligt, op basis van de kaartinformatie en de route-informatie. Wanneer de bestemming binnen 3 km van de positie van de auto ligt, instrueert de veranderingskruising- informatieverwervingseenheid 26 de veranderings-25 kruising weergave-eenheid 27 om de bestemming weer te geven. Wanneer de bestemming niet binnen 3 km van de positie van de auto ligt, instrueert de veranderingskruising-informatiever-wervingseenheid 26 de veranderingskruising weergave-eenheid 27 om weer te geven dat langs die weg moet worden doorgere-30 den. Wanneer hij de instructie krijgt om de bestemming weer te geven, leest de veranderingskruising weergave-eenheid 27 de grafische data van "destination display image" uit uit ROM 9 en zendt de grafische data naar de grafische bestu-ringsinrichting 4a, onder gebruikmaking van de CPU 1. De 35 grafische besturingsinrichting 4a geeft de grafische data van de "destination display image" weer in het kruising 1 0 'i 417 Bw 17 figuurinformatie weergavegebied 58b van het weergavescherm 3a. Vervolgens zorgt de veranderingskruising weergave-een-heid 27 dat de afstandberekeningseenheid 25 de afstand tussen de positie van de auto en de bestemming berekent, en 5 geeft de afstand weer in het tekeninformatie-weergavegebied 58a.
Hier is het "destination display image" een beeld zoals getoond in bijvoorbeeld het kruising-figuurinformatie weergavegebied 58a van fig. 4A. Wanneer verder de veranderings-10 kruising weergave-eenheid 27 wordt geïnstrueerd om het langs die weg doorrijden weer te geven, leest hij de grafische data van "display image along the road" uit ROM 9 uit en stuurt de grafische data naar de grafische besturingsinrich-! ting 4a, onder gebruikmaking van de CPU 1. De grafische 15 besturingsinrichting 4a geeft de grafische data van "display image along the road" weer in het kruising-figuurinformatie weergavegebied 58b van het weergavescherm 3a, en geeft een aanwijzing weer dat de auto over die weg verder moet rijden (zoals bijvoorbeeld "rij enige tijd over die weg door" zoals 20 getoond in fig. 4B) in het tekeninformatie-weergavegebied 58a waarbij de tekens worden gebruikt (S16).
Daarbij voert de grafische besturingsinrichting 4a de beelddata-weergavebewerking uit waarbij gebruik wordt gemaakt van de procedure als weergegeven in fig. 8.
25 De grafische besturingsinrichting 4a zorgt dat de grafische data, zoals de achtergrond, de automarkering 53, straatnaam-weergavegebied 56, en het informatie-weergavegebied 58 dat moet worden weergegeven in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b, in de video-RAM 4b wordt 30 opgeslagen in een aantal hiërarchische klassen. In het geval van de tekening controleert de grafische besturingsinrichting het weergavescherm door het te verdelen in een aantal gebieden. Wanneer een gebied van zijn onmiddellijk voorafgaande toestand (S50) verschilt, wist de grafische bestu-35 ringsinrichting 4a het weergavebeeld van het gebied (S51) en tekent een nieuw beeld (S52).
1l U 'I '+ < 1 -1 18
Door het aldus uitvoeren van een nieuwe bewerking om alleen het gedeelte te herschrijven waarin het beeld veranderd is, wordt in het getekende beeld op het weergavescherm 3a het flikkeren van het beeld onderdrukt en kan de goed 5 zichtbare beeldweergave voor de gebruiker worden gerealiseerd .
Wanneer de afstand tussen de positie van de auto en de veranderingskruising korter dan 3 km is in stap S14, voert de veranderingskruising detectie-eenheid 24 het verande-10 ringskruising-detectiesignaal in de detectietoestand uit naar de veranderingskruising-informatieverwervingseenheid 26. Wanneer het veranderingskruising-detectiesignaal de detectietoestand aanneemt, verwerft de veranderingskruising-informatieverwervingseenheid 26 onder gebruikmaking van de 15 CPU 1 uit de kaart informatie de informatie betreffende de vorm van de veranderingskruising, de naam van de veranderingskruising en de veranderingsrichting. Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de veranderingskruising weergave-eenheid 27 dan de grafische data van de veranderingskruising 20 straatvorm weergavefiguur die correspondeert met de verworven vorm en de veranderingsrichting van de veranderingskruising uit ROM 9, verzendt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, en geeft de grafische data weer in het kruisingfiguur-informatie weergavegebied 58b (zie fig. 25 5A en 5B). Vervolgens berekent de veranderingskruising weergave-eenheid 27 de afstand tussen,de positie van de auto en de veranderingskruising door gebruik te maken van de afstandberekeningseenheid 25, en geeft de naam van de veranderingskruising en de afstand tussen de positie van de auto 30 en de veranderingskruising weer in het tekeninformatie-weergavegebied 58a (S15).
Wanneer de veranderingskruising binnen 3 km voor de auto ligt, worden de vorm van de veranderingskruising en de veranderingsrichting onder gebruikmaking van de figuren 35 weergegeven in het informatie-weergavegebied 58, en worden de naam van de veranderingskruising en de afstand tot de ,u14773« 19 veranderingskruising daarin weergegeven onder gebruikmaking van de tekens. Wanneer zich geen veranderingskruising binnen 3 km voor de auto bevindt en de bestemming wel binnen 3 km voor de auto ligt, wordt de afstand tot de bestemming weer-5 gegeven in het informatie-weergavegebied 58. Wanneer zich geen veranderingskruising binnen 3 km voor de auto bevindt en de bestemming niet binnen 3 km voor de auto ligt, wordt in het informatie-weergavegebied 58 het commando dat de auto over die weg verder moet rijden weergegeven.
10 Onder gebruikmaking van de CPU 1 zoekt de dichtstbij zijnde kruising detectie-eenheid 31 naar de meest nabijgelegen kruising die voor de auto ligt (hierna aangeduid als "dichtstbijzijnde kruising") op basis van de voortgangsrich-ting die wordt gedetecteerd door de voortgangsrichting 15 detectie-eenheid 23. Wanneer de dichtstbijzijnde kruising detectie-eenheid 31 de dichtstbijzijnde kruising voor de auto detecteert, leest de dichtstbijzijnde kruising-informa-tieverwervingseenheid 32 onder gebruikmaking van de CPU 1 de in de CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie uit via de CD-ROM 20 drive 8, verwerft hij uit de kaartinformatie de informatie betreffende de vorm van de dichtstbijzijnde kruising, en de positie en naam van het oriëntatiepunt die in de dichtstbijzijnde kruising aanwezig zijn, en voert deze data uit naar de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33. Wanneer de 25 dichtstbijzijnde kruising detectie-eenheid 31 geen dichtstbijzijnde kruising voor de auto detecteert, meldt de dichtstbijzijnde kruising-informatieverwervingseenheid 32 aan de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33 dat er geen dichtstbijzijnde kruising is. Wanneer de naam van de 30 dichtstbijzijnde kruising wordt ingevoerd vanuit de dichtstbijzijnde kruising-informatieverwervingseenheid 32, zorgt de ! voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33 dat de afstand- berekeningseenheid 25 de afstand tussen de positie van de auto en de dichtstbijzijnde kruising berekent. Wanneer de 35 dichtstbijzijnde kruising zich binnen 100 m voor de auto ligt (S17), leest de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid | j 'o I c è 20 33 onder gebruikmaking van de CPU 1 de in de CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie uit via de CD-ROM drive 8 en verwerft hij uit de kaartinformatie de informatie betreffende de vorm van de dichtstbijzijnde kruising en de naam van de dichtst-5 bij zijnde kruising. Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33 dan uit ROM 9 de wegvorm-weergavefiguur 50, die een vorm heeft die correspondeert met de verworven informatie over de vorm van de dichtstbijzijnde kruising, en de grafische data van het 10 oriëntatiepunt-symbool 59 die het oriëntatiepunt aangeven dat in de dichtstbijzijnde kruising voorkomt, verzendt deze naar de grafische besturingsinrichting 4a, en geeft de wegvorm-weergavefiguur 50 en het oriëntatiepunt-symbool 59 weer in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b. 15 Verder verzendt de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33 de naam van de dichtstbijzijnde kruising, geeft de naam van de dichtstbijzijnde kruising weer in het kruisingnaam-weer-gavegebied 57, en geeft de naam van het oriëntatiepunt weer in het oriëntatiepunt-symbool 59 (S18) . De bewerking gaat 20 verder naar de volgende stap (stap S25).
Wanneer bij stap S17 geen dichtstbijzijnde kruising voor de auto ligt, of de dichtstbijzijnde kruising niet binnen 100 m voor de auto ligt, leest de de voorliggende wegvorm-weergave-eenheid 33 onder gebruikmaking van de CPU 1 25 uit ROM 9 de grafische data van de wegvorm-weergavefiguur 50 met een rechte wegvorm, verzendt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, en geeft de wegvorm-weergavef iguur 50 weer in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b (SI9).
30 Onder gebruikmaking van de CPU 1 zoekt de oriëntatie- punt-detectie-eenheid 28 naar het oriëntatiepunt op de weg voor de auto op basis van de voortgangsrichting die wordt gedetecteerd door de voortgangsrichting detectie-eenheid 23.
Wanneer op de weg geen oriëntatiepunt voorkomt (S20), 3 5 gaat de bewerking door naar de volgende stap zonder enige bewerking uit te voeren.
; - ^ 7 7 " c' 21
Wanneer er wel een oriëntatiepunt op de weg voorkomt (S20), leest de oriëntatiepunt-weergave-eenheid 29 onder gebruikmaking van de CPU 1 de in de CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie uit via de CD-ROM drive 8, en verwerft uit 5 die kaartinformatie de informatie betreffende de naam en de coördinaten van het oriëntatiepunt. Vervolgens detecteert de ; oriëntatiepunt-weergave-eenheid 29 onder gebruikmaking van de afstandberekeningseenheid 25 de afstand tussen de actuele positie van de auto en het oriëntatiepunt (S21). Wanneer het 10 oriëntatiepunt zich binnen 100 m voor de auto bevindt (S22), dan berekent de oriëntatiepunt-weergave-eenheid 29 de graphics-coördinaten op het gedetailleerde informatie-weer-gavegebied 40b voor de wegvorm-weergave figuur 50 die wordt weergegeven in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 15 40b (S23) . Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de ori ëntatiepunt-weergave-eenheid 29 de grafische data van het oriëntatiepunt-symbool 59 uit ROM 9, verzendt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, geeft het oriëntatiepunt-symbool 59 weer op de positie die corres-20 pondeert met de graphics-coördinaten in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b, en geeft de naam van het oriëntatiepunt weer in het oriëntatiepunt-symbool 59 (S24).
De tot dusver beschreven regeling leidt tot de volgende bewerking. Wanneer de dichtstbijzijnde kruising zich binnen 25 100 m voor de auto bevindt, worden de vorm en naam van de dichtstbijzijnde kruising in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b afgebeeld als een figuur dat wordt weergegeven als bezien in vogelperspectief zoals getoond in fig. 5B. Wanneer de dichtstbijzijnde kruising zich niet binnen 30 100 m voor de auto bevindt, wordt een figuur van een rechte weg als bezien in vogelperspectief weergegeven als getoond in de fig. 4A, 4B en 5A. Wanneer verder het oriëntatiepunt binnen 10 0 m voor de auto ligt, worden de vorm en naam van het oriëntatiepunt weergegeven langs de wegvorm-weergavefi-35 guur 50 in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b als getoond in fig. 5B.
1014773a 22
Vervolgens zoekt de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 op basis van de kaartinformatie die is verworven van de CD-ROM 7 de naam van de weg waarop de auto zich bevindt. Wanneer de weg de naam heeft (S25), dan geeft de 5 voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 de naam van de weg weer in het wegnaam-weergavegebied 56 (S26).
Vervolgens bepaalt de stem-meldeenheid 36 op basis van de afstand die door de afstandberekeningseenheid 25 is gedetecteerd of zich binnen 700 m voor de auto al dan niet een 10 veranderingskruising bevindt. Wanneer zich binnen 700 m voor de auto geen veranderingskruising bevindt (S27), zet de stem-meldeenheid 36 een in RAM 10 opgeslagen uiting-vlag op "0" (S28), en gaat de bewerking naar de volgende stap.
Wanneer bij stap S27 wordt vastgesteld dat zich binnen 15 700 m voor de auto een veranderingskruising bevindt, bepaalt de stem-meldeenheid 36 of de veranderingskruising zich al dan niet op 300 m voor de auto bevindt. Wanneer de veranderingskruising zich niet op 300 m voor de auto bevindt (S29), controleert de stem-meldeenheid 36 de in RAM 10 opgeslagen 20 uiting-vlag. Wanneer de uiting-vlag niet "1" is (S30), produceert de stem-meldeenheid 36 onder gebruikmaking van de luidspreker 12 een stemgeluid om de gebruiker te informeren dat de auto de veranderingskruising op minder dan 700 m genaderd is (S31), en zet de uiting-vlag op "1" (S32).
25 Wanneer bij stap S29 wordt vastgesteld dat de verande ringskruising zich binnen 300 m voor de auto bevindt, bepaalt de stem-meldeenheid 36 of de veranderingskruising zich al dan niet binnen 100 m voor de auto bevindt. Wanneer de veranderingskruising zich niet binnen 100 m voor de auto 30 bevindt (S33), controleert de stem-meldeenheid 36 de in RAM 10 opgeslagen uiting-vlag. Wanneer de uiting-vlag niet "2" is (S30), produceert de stem-meldeenheid 36 onder gebruikmaking van de luidspreker 12 een stemgeluid om de gebuiker te informeren dat de auto de veranderingskruising op minder dan 35 300 genaderd is (S35) , en stelt de uiting-vlag in op "2" (S36).
't Ü ί 4773 1 23
Wanneer in stap S33 wordt vastgesteld dat de verande-ringskruising zich op minder dan 100 m voor de auto bevindt, controleert de stem-meldeenheid 36 de in RAM 10 opgeslagen uiting-vlag. Wanneer de uiting-vlag niet "3" is (S37), 5 produceert onder gebruikmaking van de luidspreker 12 een stemgeluid om de gebruiker te laten weten dat de auto de veranderingskruising op minder dan 100 m genaderd is (S38), en zet de uiting-vlag op "3" (S39) .
De tot dusver beschreven regeling resulteert in de 10 volgende bewerking. Onmiddellijk nadat de auto de veranderingskruising op minder dan 700 m genaderd is, wordt de uiting slechts eenmaal geproduceerd om te melden dat de auto minder dan 700 m van de veranderingskruising verwijderd is, Meteen nadat de auto de veranderingskruising op minder dan 15 300 m genaderd is, wordt de uiting slechts eenmaal geprodu ceerd om te melden dat de auto minder dan 300 m van de veranderingskruising verwijderd is. Meteen nadat de auto de veranderingskruising op minder dan 100 m genaderd is, wordt de uiting slechts eenmaal geproduceerd om te melden dat de 20 auto minder dan 100 m van de veranderingskruising verwijderd is.
Vervolgens bepaalt de stem-meldeenheid 36 of de auto al dan niet op de veranderingskruising is aangekomen. Wanneer de positie van de auto op de veranderingskruising is gearri-25 veerd (S40) , zet de stem-meldeenheid 36 de in RAM 10 opgeslagen uiting-vlag op "0" (S41).
Een tot dusver beschreven reeks bewerkingen vormen de gidsverwerking wanneer de route wordt ingesteld.
Bij wijze van voorbeeld wordt in de hierboven beschre-30 ven regeling van de stappen S27 tot S41 de uiting geproduceerd wanneer de auto binnen de 700 m van de veranderingskruising komt, wanneer de auto binnen de 300 m van de veranderingskruising komt en wanneer de auto binnen de 100 m van de veranderingskruising komt. De afstand en tijden van 35 uiting zijn echter niet tot de bovenstaande beperkt.
1014773« 24
Nu zal de gidsweergave-bewerking wanneer de route niet ingesteld is worden beschreven.
Fig. 9A is een diagram dat het gids-weergavescherm toont in het geval waarbij de route niet is ingesteld en er 5 noch een oriëntatiepunt, noch een kruising binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto ligt. Fig. 9B is een diagram dat het gids-weergavescherm toont in het geval waarbij de route niet is ingesteld en het oriëntatiepunt en de kruising binnen de vooraf bepaalde afstand voor de auto liggen.
10 In fig. 9A en 9B geeft verwi j zingsgetal 3a een weerga vescherm aan. Het verwijzingsgetal 40b geeft een kaart-weergavegebied aan. Het verwijzingsgetal 42 geeft een auto-symbool aan. Het verwijzingsgetal 43 geeft een ligging-weergavesymbool aan. Het verwijzingsgetal 50 geeft een 15 wegvorm-weergavefiguur aan. Het verwijzingsgetal 53 geeft een auto-weergavefiguur aan. Het verwijzingsgetal 56 geeft een wegnaam-weergavegebied aan. Het verwijzingsgetal 57 geeft een kruisingnaam-weergavegebied aan. Het verwijzings- j getal 59 geeft een oriëntatiepunt-symbool aan. Deze zijn j 20 gelijk aan dezelfde componenten die zijn getoond in de fig.
4A, 4B, 5A en 5B, en bijgevolg zijn ze aangegeven met de- i zelfde verwijzingsgetallen en zal de beschrijving ervan achterwege worden gelaten.
Het verwijzingsgetal 60 geeft een voortgangsrichting-25 indicatiesymbool aan dat is gesitueerd in het middenhoven gelegen gedeelte van het gedetailleerde informatie-weergave-gebied 40b om de voortgangsrichting van de auto in één van acht richtingen aan te geven. De voortgangsrichting van de auto wordt aangegeven door tekens in het voortgangsrichting-30 indicatiesymbool.
Fig. 10 is een routeschema dat de gidsweergave-bewerking wanneer de route niet ingesteld is laat zien.
Wanneer de route niet ingesteld is (S3), berekent de autopositie detectie-eenheid 22 eerst de afstanden tot 35 respectievelijke GPS-satellieten op basis van de radiogolf-verzendingstijden van een aantal GPS-satellieten, die aanwe- i u i 4 / · i 3 'si 25 zig zijn in de navigatie-radiogolven die door de GPS-ontvan-ger 5 zijn ontvangen, de baan om de aarde, en de aankomsttijden van de ontvangen radiogolven, en voert de coördinaten van de auto uit (S10) . Op dat moment detecteert de voort -5 gangsrichting detectie-eenheid 23 de voortgangsrichting van de auto aan de hand van de tijdelijke verandering van de positie van de auto die wordt gedetecteerd door de autoposi-tie detectie-eenheid 22.
Vervolgens stelt de voortgangsrichting weergave-eenheid 10 3 0 vast, onder gebruikmaking van de CPU 1, met welke van de acht liggingen de door de voortgangsrichting detectie-eenheid 23 gedetecteerde voortgangsrichting overeenkomt. Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de voortgangsrichting weergave-eenheid 30 de grafische data van het in ROM 9. 15 opgeslagen voortgangsrichting-weergavesymbool 60, stuurt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, geeft het voortgangsrichting-weergavesymbool 60 weer in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b, en geeft de ligging in het voortgangsrichting-weergavesymbool 60 weer 20 onder gebruikmaking van de tekens (S61).
Door de tot dusver beschreven regeling wordt voort-gangsrichting-weergavesymbool 60 weergegeven in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b, en wordt de ligging die de voortgangsrichting van de auto aangeeft, weerge-25 geven in het voortgangsrichting-weergavesymbool 60.
Onder gebruikmaking van de CPU 1 zoekt de dichtstbi j -zijnde kruising detectie-eenheid 31 naar de dichtstbijzijnde kruising die voor de auto ligt op basis van de voortgangsrichting die wordt gedetecteerd door de voortgangsrichting 30 detectie-eenheid 23. Wanneer de dichtstbijzijnde kruising door de dichtstbijzijnde kruising detectie-eenheid 31 wordt gedetecteerd, leest de dichtstbijzijnde kruising-informatie-verwervingseenheid 32 via de CPU 1 de in CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie via de CD-ROM drive 8, verwerft uit de 35 kaartinformatie de informatie betreffende de vorm van de dichtstbijzijnde kruising, de naam van de dichtstbijzijnde 1014773« 26 kruising, en de positie en naam van het oriëntatiepunt dat in de dichtstbijzijnde kruising voorkomt, en voert deze uit naar de voorliggende weg weergave-eenheid 33. Wanneer het dichtstbijzijnde kruisingpunt niet door de dichtstbijzijnde 5 kruising detectie-eenheid 31 wordt gedetecteerd, informeert de dichtstbijzijnde kruising-informatieverwervingseenheid 32 de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 dat er geen dichtstbijzijnde kruising is. Wanneer de naam van de dichtstbijzijnde kruising vanuit de dichtstbijzijnde krui-10 sing-informatieverwervingseenheid 32 wordt ingevoerd, zorgt de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 dat de afstand-berekeningseenheid 25 de afstand tussen de positie van de auto en de dichtstbijzijnde kruising berekent. Wanneer de dichtstbijzijnde kruising op minder dan 100 m voor de auto 15 ligt (S62), dan leest de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 onder gebruikmaking van de CPU 1 de in de CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie via de CD-ROM drive 8 en verwerft de informatie betreffende de vorm van de dichtstbijzijnde kruising en de naam van de dichtstbijzijnde kruising 20 uit de kaartinformatie. Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 uit de CD-ROM 9 de wegvorm-weergave figuur 50 die een vorm heeft de correspondeert met de verworven informatie over de vorm van de dichtstbijzijnde kruising, en de grafische data van het 25 oriëntatiepunt-symbool 59 dat het oriëntatiepunt aangeeft dat in de dichtstbijzijnde kruising aanwezig is, verzendt deze naar de grafische besturingsinrichting 4a, en geeft de wegvorm-weergavefiguur 50 en het oriëntatiepunt-symbool 59 weer in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b. 30 Verder verzendt de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 de naam van de dichtstbijzijnde kruising, geeft de naam van de dichtstbijzijnde kruising weer in het kruisingnaam-weer-gavegebied 57, en geeft de naam van het oriëntatiepunt weer in het oriëntatiepunt-symbool 59 (S63) . De bewerking gaat 35 verder naar de volgende stap (S70).
10147? 27
Wanneer bij stap S62 geen dichtstbijzijnde kruising voor de auto ligt, of de dichtstbijzijnde kruising niet binnen 100 m voor de auto ligt, leest de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 onder gebruikmaking van de CPU 1 de 5 grafische data van de wegvorm-weergave figuur 50 met een rechte vorm uit ROM 9, verzendt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, en geeft de wegvorm-weergavefiguur 50 weer in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b (S64). Vervolgens zoekt de oriëntatiepunt 10 detectie-eenheid 28 onder gebruikmaking van de CPU 1 naar het oriëntatiepunt op de weg die voor de auto ligt op basis van de voortgangsrichting die wordt gedetecteerd door de voortgangsrichting detectie-eenheid 23.
Wanneer het oriëntatiepunt niet op de weg wordt gede-15 tecteerd (S65), gaat de bewerking verder naar de volgende stap zonder iets uit te voeren.
Wanneer het oriëntatiepunt wel op de weg wordt gedetecteerd (S65), leest de oriëntatiepunt weergave-eenheid 29 de in de CD-ROM 7 opgeslagen kaartinformatie uit via de CD-20 ROM drive 8 en verwerft de informatie betreffende de naam en coördinaten van het oriëntatiepunt uit de kaartinformatie, onder gebruikmaking van de CPU 1. Vervolgens berekent de oriëntatiepunt weergave-eenheid 29 onder gebruikmaking van de afstandberekingseenheid 25 de afstand tussen de actuele 25 positie van de auto en het oriëntatiepunt (S66). Wanneer het oriëntatiepunt op minder dan 100 m voor de auto ligt (S67) , dan berekent de oriëntatiepunt weergave-eenheid 29 de graphics-coördinaten op het gedetailleerde informatie-weer-gavegebied 40b voor de wegvorm-weergavef iguur 50 die is 30 weergegeven in het gedetailleerde informatie-weergavegebied ! 40b (S68) . Onder gebruikmaking van de CPU 1 leest de ori ëntatiepunt weergave-eenheid 29 de grafische data van het oriëntatiepunt-symbool 59 uit ROM 59 uit, verzendt de grafische data naar de grafische besturingsinrichting 4a, geeft 35 het oriëntatiepunt-symbool 59 weer op de positie die correspondeert met de graphics-coördinaten in het gedetailleerde · -· /; ..'· ' .wj i! O l> -t? o ’* 28 informatie-weergavegebied 40b, en geeft de naam van het oriëntatiepunt weer in het oriëntatiepunt-symbool 59 (S69).
De tot dusver beschreven regeling resulteert in de volgende bewerking. Wanneer er op minder dan 100 m voor de 5 auto een dichtstbijzijnde kruising is, worden de vorm en de naam van de dichtstbijzijnde kruising weergegeven in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b als een figuur die is afgebeeld als gezien in vogelperspectief zoals getoond in fig. 9B. Wanneer er op minder dan 100 m voor de 10 auto geen dichtstbijzijnde kruising is, wordt een figuur van een rechte weg weergegeven als gezien in vogelperspectief zoals is getoond in fig. 9A. Wanneer verder het oriëntatiepunt op minder dan 100 m voor de auto ligt, worden de vorm en naam van het oriëntatiepunt weergegeven langs de wegvorm-15 weergavefiguur 50 in het gedetailleerde informatie-weergavegebied 40b, zoals getoond in fig. 9B.
Vervolgens vindt de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 op basis van de kaartinformatie verworven van de CD-ROM 7 de naam van de weg waarop de auto zich bevindt. 20 Wanneer de weg de naam heeft (S70) , geeft de voorliggende wegvorm weergave-eenheid 33 de naam van de weg weer in het wegnaam-weergavegebied 56 (S71) .
Wanneer de veranderingskruising op minder dan 3 km voor de auto ligt, geeft de navigatie-inrichting van de auto de 25 vorm van de veranderingskruising en de veranderingsrichting weer in het informatie-weergavegebied 58 onder gebruikmaking van de figuren, en geeft de naam van de veranderingskruising en de afstand tot de veranderingskruising weer onder gebruikmaking van de tekens, zoals hierboven is beschreven. 3 0 Aan deze kant van de veranderingskruising kan de gebruiker daarom de verandering vroegtijdig herkennen. Bijgevolg kan de gebruiker tevoren te weten komen hoe lang de auto moet rijden om op de kruising aan te komen, wat voor soort kruising het is, en in welke richting de auto moet afslaan. 35 Daardoor kan de gebruiker de auto veilig besturen zonder voor de veranderingskruising in verwarring te raken.
101 477 3« 29
Wanneer verder de bestuurder de auto bestuurt in een toestand waarbij de route is ingesteld en de auto een punt genaderd is dat op de vooraf bepaalde afstand (in het hierboven beschreven voorbeeld 700 m, 300 m en 100 m) voor de 5 veranderingskruising ligt, wordt de uiting gedaan om dse gebruiker te informeren dat de auto binnen de vooraf bepaalde afstand tot de veranderingskruising is gekomen. Aangezien zo de aandacht van de gebruiker is getrokken, wordt voorkomen dat de gebruiker onbewust de veranderingskruising pas-10 seert zonder van richting te veranderen.
De auto navigatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding als in het voorgaande beschreven levert de volgende gunstige effecten op.
Overeenkomstig het eerste aspect van de onderhavige 15 uitvinding (1) worden de vorm van de veranderingskruising en de rich ting waarin de auto moet afbuigen op het weergavescherm weergegeven onder gebruikmaking van de figuren. Daardoor kan de gebruiker de vorm van de veranderingskruising en de 20 richting waarin de auto moet afbuiging zeer gemakkelijk van tevoren herkennen. Hierdoor wordt voorkomen dat de gebruiker de veranderingskruising over het hoofd ziet en deze passeert. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het gidsen met minder fouten kan 25 realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
(2) Aangezien de vorm van de veranderingskruising en de richting waarin de auto moet afbuigen op het weergavescherm onder gebruikmaking van de figuren worden weergegeven, is 30 het gemakkelijk om de weergave intuïtief te associëren de het voorliggende omgeving. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het gidsen met minder fouten kan realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
35 Overeenkomstig het tweede aspect van de onderhavige uitvinding, 1 0'f 47 7 3'^ --------- 30 (1) berekent de afstandberekeningseenheid bij het detecteren van de veranderingskruising de afstand tussen de positie van de auto en de veranderingskruising, en verwerft de veranderingskruising-informatieverwervingseenheid de vorm en 5 naam van de veranderingskruising uit de kaartinformatie. Vervolgens geeft de veranderingskruising weergave-eenheid de vorm van de veranderingskruising en de richting waarin de auto moet afbuigen, op het weergavescherm weer onder gebruikmaking van figuren, en geeft de afstand tot de verande-10 ringskruising en de naam van de veranderingskruising op het weergavescherm weer onder gebruikmaking van tekens.
(2) Aangezien de afstand tot de veranderingskruising en de naam van de veranderingskruising op het weergavescherm worden weergegeven onder gebruikmaking van tekens, kan de 15 gebruiker de veranderingskruising bevestigen. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het gidsen met minder fouten kan realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
(3) Aangezien de afstand tot de veranderingskruising van 20 tevoren bekend is, is het mogelijk om zich rustig op de verandering voor te bereiden. Het is dus mogelijk om de auto navigatie-inrichting met een hoge mate van rijveiligheid te verschaffen.
Volgens het derde aspect van de onderhavige uitvinding 25 wordt de vorm van de voorliggende kruising vergeleken met de vorm van de veranderingskruising. Bijgevolg kan gevoelsmatig worden bepaald of de voorliggende kruising al dan niet de betreffende veranderingskruising is. Verder wordt de naam van de voorliggende kruising vergeleken met de naam van de 30 veranderingskruising. Bijgevolg kan positief worden vastgesteld of de voorliggende kruising al dan niet de verande- | ringskruising is. Daardoor wordt voorkomen dat de gebruiker j bij de verkeerde kruising afslaat of de veranderingskruising j over het hoofd ziet en deze passeert. Daardoor is het moge- j 35 lijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het j
i Ü i 4 J J ÓM
31 gidsen met minder fouten kan realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
Volgens het vierde aspect van de onderhavige uitvinding wordt het oriëntatiepunt-symbool weergegeven op het weerga-5 vescherm. Door het oriëntatiepunt dat voor de auto te zien is, te vergelijken met het oriëntatiepunt-symbool dat op het weergavescherm wordt weergegeven is het mogelijk om de positie van de auto te bevestigen. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het 10 gidsen met minder fouten kan realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
Volgens het vijfde aspect van de onderhavige uitvinding geeft de voortgangsrichting weergave-eenheid de voortgangs-richting van de auto weer op het weergavescherm. Bijgevolg 15 kan de gebruiker snel te weten komen in welke richting de auto op dat moment rijdt. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-inrichting die het gidsen met minder fouten kan realiseren en bijgevolg een hoge mate van werkzaamheid bevat.
20 Volgens het zesde aspect van de onderhavige uitvinding kan de positie van de auto op de kaart worden waargenomen. Daarbij kan de vorm van de veranderingskruising en de vorm van de voorliggende weg gevoelsmatig worden waargenomen. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto naviga-25 tie-inrichting die het gidsen met minder fouten kan realiseren en de positie van de auto te bevestigen zonder van scherm te wisselen, en daardoor een hoge mate van werkzaamheid bevat.
Volgens het zevende aspect van de onderhavige uitvin-3 0 ding kan de gebruiker worden geïnformeerd dat de auto de veranderingskruising genaderd is. Bijgevolg wordt het positief geleiden mogelijk. Daardoor is het mogelijk om de auto navigatie-inrichting met grote werkzaamheid te verschaffen.
Verder levert de gids-weergavemethode voor een auto 35 navigatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding de volgende gunstige effecten op.
. „ i * Π 32
Volgens het achtste aspect van de onderhavige uitvinding (1) worden de vorm van de veranderingskruising en de richting waarin de auto moet afbuigen, op het weergavescherm 5 weergegeven onder gebruikmaking van figuren. Daardoor kan de gebruiker buitengewoon gemakkelijk vooraf de vorm van de veranderingskruising en de richting waarin de auto moet afbuigen herkennen. Zo wordt voorkomen dat de gebruiker bij de verkeerde kruising afslaat of de kruising mist en er 10 voorbij rijdt. Daardoor is het mogelijk om de auto naviga-tie-werkwijze voor de auto navigatie-inrichting te verschaffen waarbij het gidsen met minder fouten wordt gerealiseerd.
(2) Aangezien de vorm van de veranderingskruising en de richting waarin de auto moet afslaan, op het weergavescherm 15 worden weergegeven onder gebruikmaking van de figuren, is het gemakkelijk om intuïtief de afbeelding te associëren met de voorliggende omgeving. Daardoor is het mogelijk om de auto navigatie-werkwijze voor de auto navigatie-inrichting te verschaffen waarbij het gidsen met minder fouten wordt 20 gerealiseerd.
Volgens het negende aspect van de onderhavige uitvinding (1) worden de afstand tot de veranderingskruising en de naam van de veranderingskruising op het weergavescherm 25 weergegeven onder gebruikmaking van tekens. Bijgevolg kan de gebruiker de veranderingskruising bevestigen. Daardoor is het mogelijk om de auto navigatie-werkwi j ze voor de auto navigatie-inrichting te verschaffen waarbij het gidsen met minder fouten wordt gerealiseerd.
30 (2) Aangezien de afstand tot de veranderingskruising van tevoren bekend is, is het mogelijk om zich in kalmte voor te bereiden op het afslaan. Zo is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-werkwij ze voor een auto navigatie-inrichting waarmee de rijveiligheid kan worden verbeterd.
35 Volgens het tiende aspect van de onderhavige uitvinding wordt de vorm van de voorliggende kruising vergeleken met de ; t,,, j / 3a i 33 naam van de veranderingskruising. Bijgevolg kan gevoelsmatig worden bepaald of de voorliggende kruising al dan niet de veranderingskruising is. Verder wordt de naam van de voorliggende kruising vergeleken met de naam van de verande-5 ringskruising. Bijgevolg kan positief worden vastgesteld of de voorliggende kruising al dan niet de veranderingskruising is. Daardoor wordt voorkomen dat de gebruiker op de verkeerde kruising afslaat of de veranderingskruising mist en voorbij rijdt. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de 10 auto navigatie-werkwijze voor de auto navigatie-inrichting waarmee het gidsen met minder fouten wordt gerealiseerd.
Volgens het elfde aspect van de onderhavige uitvinding wordt het oriëntatiepunt-symbool op het weergavescherm weergegeven. Door het voor de auto waargenomen oriëntatiepunt te 15 vergelijken met het op het weergavescherm weergegeven oriëntatiepunt -symbool is het mogelijk om de positie van de auto te bevestigen. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-werkwij ze voor de auto navigatie-inrichting waarmee het gidsen met minder fouten wordt gereali-20 seerd.
Volgens het twaalfde aspect van de onderhavige uitvinding geeft de voortgangsrichting weergave-eenheid de voort-gangsrichting van de auto weer op het weergavescherm. Bijgevolg kan de gebruiker gemakkelijk zien in welke richting de 25 auto zich op dat moment voortbeweegt. Daardoor is het mogelijk om te voorzien in de auto navigatie-werkwij ze voor de auto navigatie-inrichting waarmee het gidsen met minder fouten wordt gerealiseerd.
- conclusies - < ü i 4 7 7 3* ! _______________________i

Claims (12)

1. Auto navigatie-inrichting die bestaat uit: een weergavescherm voor het weergeven van informatie; een kaartinformatie-opslageenheid voor het opslaan van 5 kaartinformatie; een route-instelorgaan voor het op basis van genoemde kaartinformatie instellen van een route vanaf een punt van vertrek naar een punt van aankomst; een autopositie detectie-orgaan voor het meten van een 10 positie van de auto en voor het detecteren van die positie van de auto; een voortgangsrichting detectie-orgaan voor het detecteren van een voortgangsrichting van een auto aan de hand van een tijdelijke verandering van die positie van de auto; 15 een veranderingskruising detectie-orgaan voor het detecteren van een kruising waar de auto moet afslaan, op genoemde route die binnen een vooraf bepaalde afstand in genoemde voortgangsrichting vanaf de positie van de auto , ligt, op basis van genoemde kaartinformatie; | 20 een veranderingskruising-informatieverwerkingsorgaan dat reageert op de detectie van genoemde veranderingskruising om een vorm van genoemde veranderingskruising te verwerven uit genoemde kaartinformatie; en een veranderingskruising weergave-orgaan dat dient om 2 5 de vorm van de veranderingskruising die door het veranderingskruising-inf ormatieverwerkingsorgaan is verworven, en een richting waarnaar de auto moet afslaan, op genoemd 1 weergavescherm weer te geven onder gebruikmaking van figuren .
2. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1, die verder bestaat uit een afstandberekeningsorgaan dat reageert op de detectie van de veranderingskruising om een afstand tussen de positie van de auto en genoemde veranderingskruising te berekenen, waarbij het veranderingskruising-informatieverwervingsorgaan een vorm en naam van de veranderingskruising uit de kaartin-formatie haalt wanneer de veranderingskruising wordt gedetecteerd; en 5 het veranderingskruising weergave-orgaan de afstand tot de veranderingskruising die wordt berekend door het afstand-berekeningsorgaan, en de naam van de veranderingskruising die door het veranderingskruising-informatieverwervingsor-gaan is verworven, weergeeft op het weergavescherm onder 10 gebruikmaking van tekens.
3. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, die verder bestaat uit: een dichtstbijzijnde kruising detectie-orgaan voor het op basis van de kaartinformatie detecteren van een dichtst -15 bij zijnde kruising, die van de kruisingen die binnen een vooraf bepaalde afstand in de voortgangsrichting van de positie van de auto liggen, het meest nabij is; een dichtstbijzijnde kruising-informatieverwervingsor-gaan dat reageert op de detectie van de dichtstbijzijnde 20 kruising om uit de kaartinformatie een vorm en een naam van de dichtstbijzijnde kruising te halen; en een voorliggende wegvorm weergave-orgaan dat reageert op de niet-detectie van de dichtstbijzijnde kruising om een rechte weg op het weergavescherm weer te geven onder ge-25 bruikmaking van figuren, en reageert op de detectie van de dichtstbijzijnde kruising om de vorm van de dichtstbijzijnde kruising die is verworven door het dichtstbijzijnde kruising- inf ormat ieverwervingsorgaan weer te geven op het weergavescherm onder gebruikmaking van figuren, en om de naam 30 van de dichtstbijzijnde kruising op het weergavescherm weer te geven onder gebruikmaking van tekens.
4. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, die verder bestaat uit: een oriëntatiepunt detectie-orgaan om op basis van de 35 kaartinformatie een oriëntatiepunt op de route te detecteren - \ ✓ “ i dat binnen een vooraf bepaalde afstand in de voortgangsrich-ting van de positie van de auto ligt; en een oriëntatiepunt weergave-orgaan dat reageert op de detectie van het oriëntatiepunt door het oriëntatiepunt 5 detectie-orgaan, om een oriëntatiepunt-symbool dat genoemd oriëntatiepunt aangeeft, weer te geven op genoemd weergave-scherm.
5. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, die verder bestaat uit een voortgangsrichting weergave- 10 orgaan dat dient om de door het voortgangsrichting detectie-orgaan gedetecteerde voortgangsrichting weer te geven op het wee rgave s c he rm.
6. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, die verder bestaat uit een kaart weergave-orgaan dat dient 15 om op basis van de kaartinformatie een kaart op het weerga-vescherm weer te geven, en om op basis van de door het auto-positie detectie-orgaan gedetecteerde positie van de auto een auto-symbool dat de positie van de auto aangeeft, weer te geven op genoemde kaart, waarbij 20 het veranderingskruising weergave-orgaan de weergave realiseert in één van twee gebieden die zijn verkregen door het weergavescherm in twee stukken te verdelen; en het kaart weergave-orgaan de weergave realiseert in een ander van de twee gebieden die werden verkregen door het 25 weergavescherm in twee stukken te verdelen.
7. Auto navigatie-inrichting volgens conclusie 1 of 2, die verder bestaat uit een stem-uitvoerorgaan om een stem uit te voeren; en een stem-meldorgaan dat reageert op het moment dat de 30 door het afstand-berekeningsorgaan berekende afstand is afgelegd, op een vooraf bepaalde afstand, om onder gebruikmaking van het stem-uitvoerorgaan een uiting te doen om te melden dat de auto genoemde veranderingskruising heeft bereikt.
8. Gidsweergave-werkwijze voor een auto navigatie- inrichting die een weergavescherm voor het weergeven van i u ί 4 7 7 3» informatie en een kaartinformatie-opslageenheid voor het opslaan van kaartinformatie bevat, welke gidsweergave-werkwijze bestaat uit: een stap van het instellen van een route waarbij op 5 basis van de kaartinformatie een route vanaf een punt van vertrek naar een punt van bestemming wordt ingesteld; een stap van het detecteren van de positie van de auto waarbij een positie van de auto wordt gemeten en de positie van de auto wordt gedetecteerd; 10 een stap van het detecteren van de voortgangsrichting, waarbij een voortgangsrichting van een auto wordt gedetecteerd aan de hand van een tijdelijke verandering van de positie van de auto die is gedetecteerd in de stap van het detecteren van de positie van de auto; 15 een stap van het detecteren van een veranderingskrui- sing voor het detecteren van een kruising waar de auto de eerstvolgende keer van richting moet veranderen, op de route die binnen een vooraf bepaalde afstand in genoemde voortgangsrichting vanaf de positie van de auto ligt, op basis 20 van de kaartinformatie; een stap van veranderingskruising-informatieverwerving die reageert op de detectie van de veranderingskruising om uit de kaartinformatie een vorm van de veranderingskruising te verwerven; en 25 een stap van het weergeven van de veranderingskruising om de vorm van de bij de stap van veranderingskruising-informatieverwerving verkregen veranderingskruising en een | richting waarin de auto moet afslaan, weer te geven op het weergavescherm onder gebruikmaking van figuren.
9. Gidsweergave-werkwijze voor een auto navigatie- inrichting volgens conclusie 8, die verder bestaat uit een stap van afstandsberekening die reageert op de detectie van de veranderingskruising om een afstand tussen de positie van de auto en de veranderingskruising te berekenen, waarbij 35 in reactie op de detectie van de veranderingskruising een vorm en een naam van de veranderingskruising worden verkregen uit de kaartinformatie in de stap van verande-ringskruising-informatieverwerving, en bij de stap van het weergeven van de veranderingskrui-sing, worden de afstand tot de veranderingskruising die bij 5 de stap van afstandberekening is berekend, en de naara van de veranderingskruising die bij de stap van veranderingskruising- informatieverwerving is verkregen, weergegeven op het weergave onder gebruikmaking van tekens.
10. Gidsweergave-werkwijze voor een auto navigatie-10 inrichting volgens conclusie 8 of 9, die verder bestaat uit: een stap van detectie van de dichtstbijzijnde kruising die reageert op de detectie van de voortgangsrichting van de auto bij de stap van detectie van de voortgangsrichting, om een dichtstbijzijnde kruising te detecteren die van alle 15 kruisingen die binnen een vooraf bepaalde afstand liggen het meest nabij is in de voortgangsrichting vanaf de positie van j de auto die werd gedetecteerd in de stap van het detecteren 1 van de positie van de auto, op basis van de kaartinformatie; ! een stap van dichtstbijzijnde kruising-informatiever-20 werving die reageert op de detectie van de dichtstbijzijnde kruising in genoemde stap van detectie van de dichtstbij zijnde kruising, om uit de kaartinformatie een vorm en een naam van de dichtstbijzijnde kruising te verkrijgen; en een stap van voorliggende wegvorm-weergave welke dient 25 om de vorm van de dichtstbijzijnde kruising die in de stap van informatieverwerving over de dichtstbijzijnde kruising werd verkregen, weer te geven op het weergavescherm onder gebruikmaking van figuren, en het weergeven van de naam van de dichtstbijzijnde kruising op het weergavescherm onder 30 gebruikmaking van tekens.
11. Auto navigatie-werkwijze voor een auto navigatie-inrichting volgens conclusie 8 of 9, die verder bestaat uit: een stap van detectie van het oriëntatiepunt van het detecteren van een oriëntatiepunt op genoemde route dat zich 35 bevindt binnen een vooraf bepaalde afstand in de voortgangs- J u i 4773» richting vanaf de positie van de auto, op basis van de kaartinformatie; en een stap van het weergeven van het oriëntatiepunt die reageert op de detectie van het oriëntatiepunt in de stap 5 van detectie van het oriëntatiepunt, om een oriëntatiepunt-symbool dat genoemd oriëntatiepunt aangeeft, weer te geven op het weergavescherm.
12. Auto navigatie-werkwijze voor een auto navigatie-inrichting volgens conclusie 8 of 9, die verder bestaat uit 10 een stap van weergave van de voortgangsrichting waarbij de in genoemde stap van detectie van de voortgangsrichting gedetecteerde voortgangsrichting wordt weergegeven op het weergavescherm. 1014773a
NL1014773A 1999-03-31 2000-03-28 Navigatie-inrichting. NL1014773C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP11092588A JP2000283781A (ja) 1999-03-31 1999-03-31 カーナビゲーション装置及びその案内表示方法
JP9258899 1999-03-31

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1014773A1 NL1014773A1 (nl) 2000-10-03
NL1014773C2 true NL1014773C2 (nl) 2007-06-05

Family

ID=14058615

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014773A NL1014773C2 (nl) 1999-03-31 2000-03-28 Navigatie-inrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6321160B1 (nl)
JP (1) JP2000283781A (nl)
KR (1) KR100766677B1 (nl)
DE (1) DE10015679A1 (nl)
NL (1) NL1014773C2 (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2001029573A2 (en) 1999-10-19 2001-04-26 American Calcar Inc. Technique for effective navigation based on user preferences
JP2001183158A (ja) * 1999-12-24 2001-07-06 Pioneer Electronic Corp ナビゲーション装置
JP4557238B2 (ja) * 2001-02-06 2010-10-06 本田技研工業株式会社 二輪車の進行方向誘導装置
JP2002286476A (ja) * 2001-03-26 2002-10-03 Fujitsu Ten Ltd ナビゲーション装置
EP1837624B1 (en) * 2001-12-26 2012-07-11 Nippon Seiki Co., Ltd. Navigation apparatus
JP2003254761A (ja) * 2002-02-28 2003-09-10 Fujitsu Ten Ltd ナビゲーション装置
DE10214431B4 (de) * 2002-03-30 2005-11-10 Ralf Dringenberg Verfahren und Vorrichtung zur Visualisierung von Audiodaten
JP3992227B2 (ja) * 2002-04-26 2007-10-17 パイオニア株式会社 3次元情報表示装置
US20030202683A1 (en) * 2002-04-30 2003-10-30 Yue Ma Vehicle navigation system that automatically translates roadside signs and objects
CN1846115B (zh) * 2003-09-01 2011-12-14 松下电器产业株式会社 移动体位置显示装置及方法
US20050137794A1 (en) * 2003-12-18 2005-06-23 Dehua Cui Intersection route navigation system for a motor vehicle
JP4126284B2 (ja) * 2004-03-08 2008-07-30 松下電器産業株式会社 インタラクティブ経路案内装置
JP4508728B2 (ja) * 2004-06-07 2010-07-21 アルパイン株式会社 車載用電子機器およびその機器におけるディジタル放送の表示方法
JP2006162552A (ja) * 2004-12-10 2006-06-22 Pioneer Electronic Corp 情報表示装置、情報表示方法および情報表示プログラム
US8555166B2 (en) * 2005-05-20 2013-10-08 Hillcrest Laboratories, Inc. Dynamic hyperlinking approach
JP5116236B2 (ja) * 2006-01-30 2013-01-09 アルパイン株式会社 地図データ作成方法及び地図データ作成装置
DE102007023765A1 (de) * 2007-05-22 2008-11-27 Robert Bosch Gmbh Verfahren und Anordnung zur Ausgabe von Zielführungshinweisen
JP5102599B2 (ja) * 2007-12-12 2012-12-19 クラリオン株式会社 ナビゲーション装置
JP4994256B2 (ja) * 2008-01-28 2012-08-08 株式会社ジオ技術研究所 経路案内データベースのデータ構造
US20110288766A1 (en) * 2008-01-29 2011-11-24 Increment P Corporation Navigation device, navigation method, navigation program, and recording medium
US8618952B2 (en) * 2011-01-21 2013-12-31 Honda Motor Co., Ltd. Method of intersection identification for collision warning system
US8706415B2 (en) * 2011-05-23 2014-04-22 Microsoft Corporation Changing emphasis of list items in a map navigation tool
JP2012083358A (ja) * 2011-12-08 2012-04-26 Pioneer Electronic Corp ナビゲーション装置、ナビゲーション方法、ナビゲーションプログラム、および記録媒体
KR101316176B1 (ko) * 2011-12-14 2013-10-08 현대자동차주식회사 다중도로구간 안내시스템 및 그 안내 방법
JP5978730B2 (ja) * 2012-04-16 2016-08-24 ソニー株式会社 情報処理装置、情報処理方法、およびプログラム
JP2013174620A (ja) * 2013-05-28 2013-09-05 Pioneer Electronic Corp ナビゲーション装置、ナビゲーション方法、ナビゲーションプログラム、および記録媒体
DE102013210721A1 (de) 2013-06-10 2014-12-11 Robert Bosch Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur Zielführung
JP7119653B2 (ja) * 2018-07-02 2022-08-17 株式会社デンソー 車両制御装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0579451A1 (en) * 1992-07-14 1994-01-19 Sumitomo Electric Industries, Ltd. Method of and apparatus for producing an animation having a series of road drawings to be watched from a driver's seat of a vehicle
EP0588082A1 (en) * 1992-08-19 1994-03-23 Aisin Aw Co., Ltd. Navigation system for vehicle
JPH06186051A (ja) * 1992-12-21 1994-07-08 Toshiba Corp 車載用カーナビゲーション装置
EP0827125A2 (en) * 1996-08-30 1998-03-04 Aisin Aw Co., Ltd. Land vehicle navigation apparatus with guidance display image limiter for recognizability enhancement
EP0874220A2 (en) * 1997-04-22 1998-10-28 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Vehicle information display apparatus

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH01173825A (ja) * 1987-12-28 1989-07-10 Aisin Aw Co Ltd 車両用ナビゲーション装置
JPH04187851A (ja) * 1990-11-20 1992-07-06 Toyota Motor Corp 筒内直接噴射式火花点火機関
US5272638A (en) * 1991-05-31 1993-12-21 Texas Instruments Incorporated Systems and methods for planning the scheduling travel routes
US5485161A (en) * 1994-11-21 1996-01-16 Trimble Navigation Limited Vehicle speed control based on GPS/MAP matching of posted speeds
KR100224326B1 (ko) * 1995-12-26 1999-10-15 모리 하루오 차량용 네비게이션장치
US5974357A (en) * 1996-12-19 1999-10-26 Alpine Electronics Sign text display for vehicle navigation system
JPH10206176A (ja) 1997-01-21 1998-08-07 Kenwood Corp カーナビゲーションシステムにおける方面表示方法

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0579451A1 (en) * 1992-07-14 1994-01-19 Sumitomo Electric Industries, Ltd. Method of and apparatus for producing an animation having a series of road drawings to be watched from a driver's seat of a vehicle
EP0588082A1 (en) * 1992-08-19 1994-03-23 Aisin Aw Co., Ltd. Navigation system for vehicle
JPH06186051A (ja) * 1992-12-21 1994-07-08 Toshiba Corp 車載用カーナビゲーション装置
EP0827125A2 (en) * 1996-08-30 1998-03-04 Aisin Aw Co., Ltd. Land vehicle navigation apparatus with guidance display image limiter for recognizability enhancement
EP0874220A2 (en) * 1997-04-22 1998-10-28 Mitsubishi Denki Kabushiki Kaisha Vehicle information display apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
JP2000283781A (ja) 2000-10-13
DE10015679A1 (de) 2000-10-19
NL1014773A1 (nl) 2000-10-03
US6321160B1 (en) 2001-11-20
KR100766677B1 (ko) 2007-10-15
KR20000071517A (ko) 2000-11-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1014773C2 (nl) Navigatie-inrichting.
US6721655B1 (en) Vehicle travel guide device and vehicle travel guide method
US8131466B2 (en) Navigation system, enlarged intersection image displaying method used in the system, and map information generating method
US7392133B2 (en) Car navigation system
US6356840B2 (en) Navigation device with a three dimensional display
EP1873494B1 (en) Navigation apparatus
US6360168B1 (en) Navigation apparatus
EP1873495B1 (en) Navigation apparatus with three-dimensional route guidance
JP3474053B2 (ja) ナビゲーション装置の地図表示方法およびナビゲーション装置
US20080033642A1 (en) Navigation apparatuses, methods, and programs
CN103076020B (zh) 导航设备
JP2000283781A5 (nl)
WO2005020187A1 (ja) 車載情報端末
JPH09171348A (ja) 車載用ナビゲーション装置
JP3622298B2 (ja) ナビゲーション装置
JP2012073397A (ja) 3次元地図表示システム
EP2148174A2 (en) Navigation apparatus and method
JP2004245581A (ja) ナビゲーション装置
JPH0962994A (ja) 車両用ナビゲーション装置
JP4785636B2 (ja) ナビゲーション装置
JP2614901B2 (ja) 車両案内表示方式
JP4322163B2 (ja) ナビゲーション装置および交差点拡大図表示方法
JP3344533B2 (ja) ナビゲーション装置及びナビゲーション方法
JPH09133541A (ja) 走行経路案内装置
JPH07332994A (ja) 車載用ナビゲーション装置

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20070402

PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20081001