NL1014556C2 - Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas. - Google Patents

Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL1014556C2
NL1014556C2 NL1014556A NL1014556A NL1014556C2 NL 1014556 C2 NL1014556 C2 NL 1014556C2 NL 1014556 A NL1014556 A NL 1014556A NL 1014556 A NL1014556 A NL 1014556A NL 1014556 C2 NL1014556 C2 NL 1014556C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bottom construction
cart
working platform
axis
rotation
Prior art date
Application number
NL1014556A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Marinus Koppens
Original Assignee
Koat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koat B V filed Critical Koat B V
Priority to NL1014556A priority Critical patent/NL1014556C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1014556C2 publication Critical patent/NL1014556C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F11/00Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
    • B66F11/04Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
    • B66F11/042Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations actuated by lazy-tongs mechanisms or articulated levers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/143Equipment for handling produce in greenhouses
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Description

Titel: Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas.
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas, voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar gelegen parallelle verwarmingsbuizen en tenminste een kar waarbij de kar is voorzien van een 5 bodemconstructie, met de bodemconstructie verbonden wielen die zijn ingericht om de kar over de als rails fungerende verwarmingsbuizen te verplaatsen, een werkplateau waarop, in gebruik, de persoon zich bevindt % en een met het werkplateau en de bodemconstructie verbonden hef-mechanisme voor het ten opzichte van de bodemconstructie in hoogte 10 verheffen van het werkplateau. Een dergelijk systeem is op zich bekend uit het Nederlandse octrooi 1007674. In de glastuinbouw worden dergelijke karren gebruikt om bewerkingen uit te voeren aan gewassen. Deze karren kunnen over de verwarmingsbuizen rijden die tussen de plantenrijen zijn gerangschikt. De verwarmingsbuizen liggen veelal los op pootjes die los op 15 de grond zijn geplaatst om de buizen makkelijk te kunnen verwijderen.
Hierbij is de afstand tussen de verwarmingsbuizen vaak 42,5 cm. Het werk aan de gewassen bevindt zich ook boven in de kas.
Een persoon die bewerkingen wenst uit te voeren aan deze gewassen stapt hiertoe op het werkplateau wanneer dit werkplateau zich in 20 de onderste positie bevindt. Vervolgens bedient hij een schakelaar vanaf het werkplateau waardoor het werkplateau met behulp van het hefmechanisme omhoog wordt bewogen. Wanneer het werkplateau op de gewenste hoogte is aangekomen, bedient hij wederom de schakelaar of laat hij de schakelaar los, één en ander afhankelijk van de specifieke uitvoeringsvorm van de kar. 25 De persoon kan thans zijn werkzaamheden aan de gewassen uitvoeren. Wanneer de persoon deze werkzaamheden heeft beëindigd kan hij de schakelaar weer bedienen zodat het hefmechanisme het werkplateau weer *IO14556« 2 naar beneden laat bewegen totdat deze in de onderste positie is aangekomen, zodat de persoon weer van de kar kan afstappen.
Een probleem bij het bekende systeem is dat de verwarmingsbuizen niet altijd even hoog ten opzichte van elkaar liggen. Dit 5 kan zijn veroorzaakt doordat de verwarmingsbuizen niet recht aan elkaar zijn gelast, doordat de verwarmingsbuizen doorbuigen, doordat de ondergrond waarop de verwarmingsbuizen zijn geplaatst niet vlak is of doordat een pootje ontbreekt waarop de verwarmingsbuizen steunen. Het gevolg is dat de bodemconstructie van de kar kan gaan hellen. Wanneer in 10 een dergelijk geval een persoon zich op het werkplateau bevindt dat met behulp van het hefmechanisme naar boven is bewogen, kunnen de karretjes instabiel worden en gaan wiebelen wat niet fijn is voor een persoon die boven op het karretje aan het werk is. De trend is dat het werkplateau naar een steeds hogere positie kan worden bewogen omdat de kassen steeds 15 hoger worden. Wanneer het plateau zich in de hoogste positie bevindt kan het plateau zich op b.v. ruim twee meter boven de rails bevinden. Wanneer de verwarmingsbuizen niet even hoog liggen ten opzichte van elkaar, ontstaat hierdoor een gevaarlijke situatie. Het plateau helt dusdanig over' dat er een reële kans aanwezig is dat het karretje omvalt. De persoon die 2 0 bovenop dit karretje aan het werk is kan hierbij verongelukken.
Er is reeds voorgesteld om de afstand tussen de verwarmingsbuizen te vergroten om aan dit probleem tegemoet te komen. Een nadeel van deze oplossing is dat niet altijd voldoende ruimte aanwezig is om de rails voldoende uit elkaar te leggen. Een afstand van 55 cm. is 25 soms al krap. Een verder nadeel is dat een dergelijke afstand bij een toenemende maximale hoogte van het plateau tot b.v. drie meter alweer onvoldoende is om de veiligheid van de personen die zich op het werkplateau bevinden te waarborgen.
De uitvinding beoogt een oplossing te verschaffen voor het genoemde 30 probleem. Het systeem volgens de uitvinding heeft dienovereenkomstig als 101455§* 3 kenmerk ctat de kar verder is voorzien van stabilisatiemiddelen die zijn ingericht om automatisch alleen een scheefstand althans voor een deel te corrigeren indien de normaal van het werkplateau ten opzichte van de verticaal van de aarde een hoek insluit die althans nagenoeg in een vlak ligt 5 dat loodrecht is gericht op de verwarmingsbuizen. Hierbij wordt derhalve de scheefstand gecorrigeerd die, in gebruik, zonder correctie de grootste kans geeft dat de kar omvalt.
Het Amerikaanse octrooischrift openbaart een karretje dat is ingericht voor het in hoogte verheffen van een zich op een plateau 10 bevindend persoon. Dit karretje loopt echter niet op rails en is daarom ingericht om willekeurige scheefstanden te kunnen corrigeren, hetgeen het karretje relatief duur maakt.
In het bijzonder geldt dat de stabilisatiemiddelen zijn voorzien van tenminste een rotatieas die althans nagenoeg parallel aan de 15 verwarmingsbuizen is gericht voor het rond de rotatieas doen roteren van het werkplateau bij het corrigeren van de scheefstand. Volgens een zeer geavanceerde uitvoeringsvorm geldt dat de tenminste ene rotatieas zich nabij de bodemconstructie bevindt.
Op deze wijze wordt bij een scheefstand van de bodemconstructie 2 0 het moment dat op de kar wordt uitgeoefend zoveel mogelijk geminimaliseerd. Wanneer de rotatieas ter hoogte van de rails of zelfs beneden de rails ligt (de rotatieas kan virtueel zijn), is bij scheefstand van de bodemconstructie, terwijl de stabilisatiemiddelen ervoor zorgen dat het werkplateau horizontaal blijft gericht, zelfs geen moment meer aanwezig 2 5 waardoor de kar zou kunnen omvallen. Volgens een praktische uitwerking van deze variant geldt dat de bodemconstructie en het hefmechanisme roteerbaar rond de rotatieas met elkaar zijn verbonden. Bij voorkeur geldt dat de stabilisatiemiddelen zijn voorzien van tenminste een aandrijfmiddel voor het rond de tenminste ene rotatieas over een beperkte hoek doen 3 0 roteren van het hefmechanisme ten opzichte van de bodemconstructie bij 1014556* 4 het corrigeren van de scheefstand. Het aandrijfmiddel kan hierbij zijn voorzien van een lineaire actuator. De stabilisatiemiddelen kunnen verder nog zijn voorzien van een op zich bekende sensor die met de bodemconstructie is verbonden voor het bepalen van de scheefstand van de 5 bodemconstructie ten opzichte van de verticaal. Deze stabilisatie-inrichting kan verder nog zijn voorzien van een besturingsinrichting voor het afhankelijk van de door de sensor bepaalde scheefstand aansturen van het aandrijf- middel voor het corrigeren van de scheefstand van het werkplateau ten gevolge van een scheefstand van de bodemconstructie.
10 De wielen van de kar kunnen uiteraard eveneens geschikt zijn om over een vloer te rijden. Wanneer in dat geval de vloer niet recht is kan de scheefstand van het plateau op dezelfde wijze worden gecorrigeerd als hiervoor is besproken.
De uitvinding heeft bovendien betrekking op een kar van het 15 systeem volgens een der voorgaande conclusies. De kar als zodanig behoort derhalve eveneens tot de uitvinding en kan dan ook los van de rails worden toe gepast.
De uitvinding zal thans nader worden toe gelicht aan de hand van' de tekening. Hierin toont: 20 - figuur la een op zich bekend systeem volgens de uitvinding waarvan de kar dreigt om te vallen; - figuur lb schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding; - figuur 2a een zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het systeem 2 5 volgens de uitvinding wanneer het werkplateau zich in een onderste positie bevindt; - figuur 2b een zijaanzicht van het systeem volgens figuur 2a in de richting van de pijl P; - figuur 2c het systeem volgens figuur 2a wanneer het werkplateau zich in 3 0 een bovenste positie bevindt; 1OI45S30 5 - figuur 2tbeen detailaanzicht van het systeem volgens figuur 2a in de richting van de pijl S van figuur 2a; - figuur 2e een zijaanzicht in de richting van de pijl S van het systeem volgens figuur 2c op een moment dat een scheefstand wordt gecorrigeerd; 5 - figuur 2f een detailaanzicht van figuur 2e; en - figuur 2g een detailaanzicht volgens figuur 2f waarbij thans echter een scheefstand in een andere richting wordt gecorrigeerd.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een op zich bekend systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een 10 kas aangeduid. Het systeem is voorzien van tenminste twee op afstand van elkaar gelegen parallelle verwarmingsbuizen 2,4. In dit voorbeeld liggen de verwarmingsbuizen 2,4 op een afstand hetgeen een toegepaste standaardmaat is. Het systeem is verder voorzien van tenminste één kar 6. De kar is voorzien van een bodemconstructie 8, met de bodemconstructie 8 15 verbonden wielen 10 die zijn ingericht om de kar over de als rails fungerende verwarmingsbuizen 2,4 te verplaatsen. De kar is verder voorzien van een werkplateau 12 en een met het werkplateau 12 en de bodemconstructie 8 verbonden hefmechanisme 14. Met behulp van het hefmechanisme 14 kan het werkplateau in de richting van de pijlen 16,18 2 0 resp. omhoog en naar beneden worden bewogen, tussen een uiterste onderste positie en een uiterste bovenste positie.
Indien het werkplateau 12 zich in de bovenste positie bevindt is de hoogte H in dit voorbeeld ongeveer twee meter. Het komt voor dat de verwarmingsbuizen 2,4 niet altijd even hoog ten opzichte van elkaar liggen. 25 In de situaties zoals getoond in figuur la bevindt de buis 4 zich ten opzichte van de verticaal 20 van de aarde een afstand h hoger dan de verwarmingsbuis 2. Het gevolg is dat het werkplateau 12 begint over te hellen. Wanneer een persoon zich op het werkplateau bevindt heeft dit tot gevolg dat de kar 6 nogal wiebelig wordt. Er bestaat zelfs een reëel gevaar *014556« 6 dat de gehele kar 6 omvalt. In het bijzonder wanneer de hoogte H verder zal toenemen dan twee meter kan een zeer onveilige situatie ontstaan.
In figuur lb is schematisch een systeem volgens de uitvinding getoond dat de nadelen van het systeem volgens figuur la niet omvat. In 5 figuur lb zijn met figuur la overeenkomende onderdelen van hetzelfde referentienummer voorzien. Volgens de uitvinding is de kar 6 verder voorzien van stabilisatiemiddelen 22 voor het automatisch corrigeren van een scheefstand van het werkplateau ten opzichte van de verticaal 20 van de aarde. In figuur la is met de pijl 23 de normaal van het werkplateau 10 aangeduid. De hoek a representeert in dat geval de scheefstand. In figuur lb is de hoek a weer afgenomen tot een waardé die althans nagenoeg gelijk is aan nul, zodat de scheefstand van het werkplateau is gecorrigeerd.
In het voorbeeld van figuur lb zijn de stabilisatie-middelen 22 ingericht voor het automatisch corrigeren van de scheef- stand van het 15 werkplateau ten gevolge van de scheefstand van de bodemconstructie. De kar is hiertoe voorzien van een sensor 24 voor het meten van de scheefstand van de bodemconstructie ten opzichte van de verticaal 20. De sensor 24 genereert in dit voorbeeld signalen die een maat zijn voor deze scheefstand. De stabilisatiemiddelen van het systeem volgens figuur 1, corrigeren in dit 2 0 voorbeeld de scheefstand van het werkplateau indien de normaal van het werkplateau ten opzichte van de verticaal 20 een hoek insluit die althans nagenoeg in een vlak ligt dat loodrecht is gericht op de verwarmingsbuizen. Met andere woorden het gaat om een scheefstand die een gevolg is van een hoogte- verschil h tussen de verwarmingsbuizen zoals getoond in figuur la. 25 De stabilisatiemiddelen zijn in het voorbeeld voorzien van een rotatieas 26 die althans nagenoeg parallel aan de verwarmingsbuizen is gericht voor het rond de rotatieas doen roteren van het werkplateau 12 bij het corrigeren van de scheefstand a. De rotatieas 26 bevindt zich in het voorbeeld nabij de bodemconstructie 8. Voorts geldt dat de bodemconstructie 8 en het 30 hefmechanisme 14 roteerbaar rond de rotatieas met elkaar zijn verbonden.
1014§56· 7
De stabilisatiemiddelen omvatten voorts een aandrijfmiddel 28, in dit voorbeeld een lineaire actuator, voor het rond de rotatieas 26 over een beperkte hoek doen roteren van het hefmechanisme 14 ten opzichte van de bodemconstructie 8 bij het corrigeren van de scheefstand. In het voorbeeld 5 bevindt de rotatieas zich ongeveer in het midden van de verwarmingsbuizen (d.w.z. in het midden van de kas) hetgeen als voordeel heeft dat met één rotatieas kan worden volstaan voor het corrigeren van hoogteverschillen h tussen de rails. Ook wanneer de hoek oc zoals getoond in figuur lb aan de andere zijde van de normaal 20 ligt, hetgeen met de pijl 23' is getoond, kan 10 een stabilisatie rond de rotatieas 26 plaatsvinden. De stabilisatiemiddelen \ zijn verder voorzien van een besturingsinrichting 30 voor wat afhankelijk van de door de sensor bepaalde scheefstand aansturen van de lineaire actuator 28 voor het corrigeren van de scheefstand van het werkplateau ten gevolge van de scheefstand van de bodemconstructie. Voor het corrigeren 15 van de scheefstand met de hoek <x beweegt de lineaire actuator 28 omhoog zodat het werkplateau 12 rond de rotatieas 26 wordt geroteerd in de richting van de wijzers van de klok. Heeft het werkplateau daarentegen een scheefstand die is aangegeven met pijl 23' in figuur la dan zal de lineaire ~ actuator naar beneden bewegen waardoor het werkplateau rond de rotatieas 20 26 wordt geroteerd in een richting tegengesteld aan de wijzers van de klok.
In dit voorbeeld zijn de wielen van de kar tevens geschikt om op een vloer te rijden in plaats van over de buizen 2,4.
Thans zal aan de hand van de figuren 2a tot 2g een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding worden besproken. 25 Hierbij zijn met figuur lb overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer voorzien. De buizen 2,4 zijn bijvoorbeeld los op pootjes 32 geplaatst waarbij de pootjes 32 los op de grond 34 staan. De bodemconstructie 8 is voorzien van vier wielen 10. Het werkplateau 12 is nabij zijn, zich in de richting van de buizen 2,4 uitstrekkende langsranden, 30 voorzien van opstaande hekken 35. Het hefmechanisme omvat een 1014556# 8 schaarmecïianisme 36 en een lineaire actuator zoals een hydraulische zuiger 38 voor het omhoog en omlaag bewegen van het werkplateau 12. In figuur 2a bevindt het werkplateau 12 zich in een onderste positie terwijl in figuur 2c het werkplateau zich in een bovenste positie bevindt. Dit 5 voorbeeld kan de afstand tussen het werkplateau 12 en de bodemconstructie 8 in figuur 2c meer dan twee meter bedragen zoals bijvoorbeeld drie meter. De onderzijde van het hefmechanisme 14 is verbonden met een tussenplateau 40. Het tussenplateau 40 is, zoals goed te zien is in de figuren 2f en 2g, aan zijn linkerzijde via een lineaire actuator met de 10 bodemconstructie 8 verbonden.
De lineaire actuator 28 is hiertoe aan zijn bovenzijde via een rotatieas 28A met het tussenplateau 40 verbonden en aan zijn onderzijde via een rotatieas 28B met de bodemconstructie 8 verbonden.
Het tussenplateau 40 is voorts aan zijn rechterzijde via stangen 15 29A en 29B roteerbaar rond een rotatieas 26 met de bodemconstructie 8 verbonden. De rotatieas 26 bevindt zich hier dus uit het midden van de verwarmingsbuizen, dus uit het midden van de kar. De rotatieas 26 bevindt zich hier bovendien boven de verwarmingsbuizen.
De stangen 29A en 29B liggen op enige afstand van elkaar zoals te zien is in 2 0 figuur 2a. Zoals in figuur 2a goed te zien is bevindt, in de lengterichting van de kar gezien, de lineaire actuator 28 zich ongeveer tussen de lineaire actuatoren 27A1 en 27A2.
De kar is voorts voorzien van de eerder genoemde sensor 24 die ten opzichte van de verticaal 20 de scheefstand van de bodemconstructie 8 25 bepaalt. De sensor 24 genereert een het de scheefstand representerend signaal en voert dit toe aan de besturingsinrichting 30. De besturingsinrichting 30 stuurt op zijn beurt de lineaire actuator 28A2 aan voor het compenseren van de scheefstand. Indien sprake is van een scheefstand van het werkplateau waarbij de normaal van het werkplateau 3 0 ten opzichte van de verticaal een hoek insluit die althans nagenoeg in een t014SS6* 9 vlak ligt dm loodrecht is gericht op de verwarmingsbuizen zoals getoond in figuur 2g waarin tussen de verticaal 23 en de verticaal 20 een hoek α wordt ingesloten stuurt de besturingsinrichting 30 automatisch de lineaire actuator 28 dusdanig aan dat deze de linkerzijde van het tussenplateau 5 omlaag beweegt. Hierbij vindt de rotatie van het werkplateau 12 plaats rond de eerste rotatieas 26.
Wanneer daarentegen het werkplateau 12 in een tegenovergestelde richting overhelt, d.w.z. dat er sprake is van een scheefstand van de bodemconstructie waarbij het normaal 23 van de bodemconstructie ten 10 opzichte van de verticaal 20 een hoek insluit die in een vlak ligt dat
V
loodrecht is gericht op de verwarmingsbuizen, Wordt het wederom door de sensor 24 gedetecteerd en deze genereert een deze scheefstand representerend signaal dat aan de besturingsinrichting 30 wordt toegevoerd. De besturingsinrichting 30 stuurt vervolgens automatisch de 15 actuator 28A2 aan opdat deze naar boven toe bewegen. Een gevolg is dat het werkplateau 12 zal roteren rond de rotatieas 26 zodat het werkplateau weer horizontaal wordt gericht. Zoals goed te zien is in figuur 2e heeft één en ander als voordeel dat het werkplateau niet langer overhelt zodat het moment ten gevolge waarvan de kar linksom dreigt om te vallen dusdanig is 2 0 geminimaliseerd dat deze dreiging niet langer aanwezig is.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvormen. Zo is het mogelijk andere aandrijvingen te gebruiken dan de lineaire actuatoren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan servo-motoren. Ook kan de besturingsinrichting dusdanig zijn ingericht dat 25 bij een kleine scheefstand b.v. bij een hoek die kleiner is dan drie graden de correctie relatief langzaam wordt uitgevoerd terwijl bij een grotere scheefstand de correcties relatief snel worden uitgevoerd. In het eerste geval worden fluctuaties c.q. schommelingen voorkomen terwijl in het tweede geval een snelle correctie noodzakelijk is teneinde zo snel mogelijk weer een 3 0 veilige situatie te bereiken.
1014S5S4 10
Een bijzonder kenmerk van de inrichting kan derhalve nog zijn dat de snelheid waarmee de scheefstand wordt gecorrigeerd afhankelijk is van de grootte van de scheefstand. Bij een relatief grotere scheefstand kan dan een snellere correctie optreden dan bij een relatief kleinere scheefstand. De 5 snelheid van de correctie is dus een (eventueel is continue) functie van de scheefstand. In het voorbeeld liggen de buizen van de kar ongeveer 42 cm. uit elkaar. Andere afstanden zoals 50 cm. en 55 cm. zijn ook denkbaar. Voorts kan de kar zoals in dit voorbeeld het geval is, zijn ingericht om behalve op rails ook over de vloer te rijden. Ook is het denkbaar dat de 10 scheefstand wordt gecorrigeerd door de afstand tussen de bodemconstructie 8 en de twee linkerwielen of de twee rechterwiélen te variëren. De kar is hiertoe voorzien van loopwielen 42. Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
15 *Q14556m

Claims (12)

1. Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas, voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar gelegen parallelle verwarmingsbuizen en tenminste een kar waarbij de kar is voorzien van een bodemconstructie, met de bodemconstructie verbonden 5 wielen die zijn ingericht om de kar over de als rails fungerende verwarmingsbuizen te verplaatsen, een werkplateau waarop, in gebruik, de persoon zich bevindt en een met het werkplateau en de bodemconstructie verbonden hef-mechanisme voor het ten opzichte van de bodemconstructie in hoogte verheffen van het werkplateau, met het kenmerk, dat de kar 10 verder is voorzien van stabilisatie middelen die zijn ingericht om automatisch alleen een scheefstand althans voor een deel te corrigeren indien de normaal van het werkplateau ten opzichte van de verticaal van de aarde een hoek insluit die althans nagenoeg in een vlak ligt dat loodrecht is gericht op de verwarmingsbuizen.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het stabilisatiemechanisme is voorzien van tenminste een rotatieas die althans nagenoeg parallel aan de verwarmingsbuizen is gericht voor het rond de rotatieas doen roteren van het werkplateau bij het corrigeren van de scheefstand.
3. Systeem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tenminste ene rotatieas zich nabij de bodemconstructie bevindt.
4. Systeem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bodemcostructie en het hefmechanisme roteerbaar rond de rotatieas met elkaar zijn verbonden.
5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het stabilisatiemechanisme is voorzien van tenminste een aandrijfmiddel voor het rond de tenminste ene rotatieas over een beperkte hoek doen roteren 1014556· van het hëïïnechanisme ten opzichte van de bodemconstructie bij het corrigeren van de scheefstand.
6. Systeem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aandrijfmiddel is voorzien van een lineaire actuator. 5
7 . Systeem volgens een der voorgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de tenminste ene rotatieas zich ongeveer in het midden van de verwarmingsbuizen uitstrekt.
8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de tenminste ene rotatieas zich uit het midden van de 10 verwarmingsbuizen uitstrekt.
9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stabilisatiemechanisme is voorzien van een op zich bekende sensor die met de bodemconstructie is verbonden voor het bepalen van de scheefstand van de bodemconstructie ten opzichte van de vertikaal.
10. Systeem volgens conclusies 6 en 9, met het kenmerk, dat de stabilisatie-inrichting verder is voorzien van een besturingseenheid voor het afhankelijk van de door de sensor bepaalde scheefstand aansturen van het aandrijfmiddel voor het corrigeren van de scheefstand van het werkplateaü ten gevolge van een scheefstand van de bodemconstructie.
11. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wielen van de kar tevens zijn ingericht om over een vloer te rijden.
12. Kar van het systeem volgens een der voorgaande conclusies. 1014S56H
NL1014556A 2000-03-03 2000-03-03 Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas. NL1014556C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014556A NL1014556C2 (nl) 2000-03-03 2000-03-03 Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1014556 2000-03-03
NL1014556A NL1014556C2 (nl) 2000-03-03 2000-03-03 Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1014556C2 true NL1014556C2 (nl) 2001-09-10

Family

ID=19770939

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1014556A NL1014556C2 (nl) 2000-03-03 2000-03-03 Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1014556C2 (nl)

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023747C2 (nl) * 2003-06-25 2005-01-03 Berg Produkt De Lier B V Werkwagen geschikt voor gebruik in warenhuizen.
NL1035344C2 (nl) * 2008-04-24 2009-10-27 Gilbert Lambertus Mat Geraerts Inrichting voor het verven van buizen.
EP2724610A1 (en) * 2012-10-26 2014-04-30 B&A Automation BVBA Tube rail cart / tower wagon
NL2009716C2 (nl) * 2012-10-29 2014-05-01 Steenks Service B V Buisrailwagen.
EP4052986A1 (en) * 2021-03-03 2022-09-07 B&A Automation BVBA Tube rail cart

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2188036A1 (nl) * 1972-06-06 1974-01-18 Metz Gmbh Carl
DE8810928U1 (nl) * 1988-05-13 1988-11-03 Echelles Riffaud Sa
US5082085A (en) * 1990-08-30 1992-01-21 Up-Right, Inc. Platform leveling apparatus
FR2691321A1 (fr) * 1992-05-22 1993-11-26 Andre Gerald Dispositif de culture hors sol.
DE29509349U1 (de) * 1995-06-07 1996-10-02 Kuebler Willy Kombiniertes Schienen-Straßenfahrzeug mit einer Arbeitsbühne
NL1007674C2 (nl) * 1997-12-02 1999-06-03 Cooeperatie Kringkoop B A Inrichting voor het verzamelen van geoogste biologische producten.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2188036A1 (nl) * 1972-06-06 1974-01-18 Metz Gmbh Carl
DE8810928U1 (nl) * 1988-05-13 1988-11-03 Echelles Riffaud Sa
US5082085A (en) * 1990-08-30 1992-01-21 Up-Right, Inc. Platform leveling apparatus
FR2691321A1 (fr) * 1992-05-22 1993-11-26 Andre Gerald Dispositif de culture hors sol.
DE29509349U1 (de) * 1995-06-07 1996-10-02 Kuebler Willy Kombiniertes Schienen-Straßenfahrzeug mit einer Arbeitsbühne
NL1007674C2 (nl) * 1997-12-02 1999-06-03 Cooeperatie Kringkoop B A Inrichting voor het verzamelen van geoogste biologische producten.

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023747C2 (nl) * 2003-06-25 2005-01-03 Berg Produkt De Lier B V Werkwagen geschikt voor gebruik in warenhuizen.
NL1035344C2 (nl) * 2008-04-24 2009-10-27 Gilbert Lambertus Mat Geraerts Inrichting voor het verven van buizen.
EP2724610A1 (en) * 2012-10-26 2014-04-30 B&A Automation BVBA Tube rail cart / tower wagon
BE1021003B1 (nl) * 2012-10-26 2014-12-09 B&A Automation Bvba Buisrailwagen of hoogwerker
NL2009716C2 (nl) * 2012-10-29 2014-05-01 Steenks Service B V Buisrailwagen.
EP4052986A1 (en) * 2021-03-03 2022-09-07 B&A Automation BVBA Tube rail cart
BE1029168B1 (nl) * 2021-03-03 2022-10-03 B & A Automation Bvpa Buisrailwagen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2005226611B2 (en) Boom lift vehicle and method of controlling lifting functions
AU2005226612B2 (en) Boom lift vehicle and method of controlling lifting functions
RU2017102916A (ru) Выравнивающая группа для автовышек
US2978062A (en) Variable height scaffold assembly
NL1014556C2 (nl) Systeem voor de glastuinbouw voor het in hoogte verheffen van een persoon in een kas.
US5435410A (en) Bridge sidewalk vehicle
FI84797C (fi) Terraenggaoende fordon.
DK167003B1 (da) Motorkoeretoejslift
JPH05500091A (ja) 橋下部検分装置
US4692084A (en) Lifting apparatus
US4486006A (en) Self-levelling vehicle support arrangement
JP5543709B2 (ja) 高所昇降装置およびこれを備えた車両
WO2021080517A1 (en) Transportable foldable lifting platform for vehicles
JP4388738B2 (ja) 高所作業車のブーム作動制御装置
WO1997019887A1 (en) Lift device
JP2009269719A (ja) 高所作業車
US20040210342A1 (en) Apparatus having telescopic arms for transfer of loads
JP3682191B2 (ja) 高所作業車の安全装置
DK164986B (da) En hoejderegulerbar elektrisk drevet rullestol
NL1017727C2 (nl) Hoogwerker met nivellering.
FR2610614A1 (fr) Appareil elevateur articule
GB2500764A (en) A platform with a levelling function for loading and unloading vehicles
KR102347125B1 (ko) 휠체어 리프트 장치
JP3812393B2 (ja) 高所作業車
JPS6181395A (ja) 高所作業車の安全制御装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131001