NL1017727C2 - Hoogwerker met nivellering. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Hoogwerker met nivellering

De uitvinding heeft betrekking op een hoogwerker volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1.

Een dergelijke hoogwerker is uit de praktijk bekend. Bij dergelijke hoogwerkers wordt voor het nivelleren van het hoofdframe een aantal vanaf 5 het hoofdframe uitstekende poten tegen de bodem gedrukt, welke poten het hoofdframe enigszins optillen ten opzichte van de bodem en in de beoogde, vooraf bepaalde stand brengen. Dit in een beheerste stand brengen en houden van het hoofdframe door middel van steunpoten die vanaf het hoofdframe uitsteken wordt aangeduid als "stempelen". Na het stempelen 10 kan het heforgaan bediend worden voor het omhoog brengen van het platform. Het platform kan bijvoorbeeld dienen als werkvloer voor werklieden die aan hoog gelegen delen van constructies zoals gebouwen, bruggen of verkeersvliegtuigen werken. Het platform kan echter ook gebruikt worden als laadvloer, bijvoorbeeld in de bouw voor het naar hoog 15 gelegen gedeeltes van steigers brengen van bouwmaterialen.

Aan deze bekende hoogwerkers kleeft echter het nadeel dat het nivelleren tijdrovend is. Dit is vooral nadelig bij werkzaamheden op hoogte die snel voortschrijden, omdat de hoogwerker dan vaak verplaatst moet worden. Dit vergt telkens het omlaag brengen van het platform, het 20 intrekken van de steunpoten, het verrijden van de hoogwerker, het uitsteken van de steunpoten en in de vooraf bepaalde stand brengen van het hoofdframe en tenslotte het weer omhoog brengen van het platform. Een ander bezwaar van deze bekende soort hoogwerkers is, dat het hoofdframe niet betrouwbaar in de hoogste stand kan worden gehouden als de bodem 25 zacht is. Het is daarom in veel gevallen nodig drukverdelers, zoals stevige platen, onder de vrije uiteinden van de steunpoten te plaatsen. Dit is echter tijdrovend en omslachtig en wordt derhalve vaak achterwege gelaten waar 2 het plaatsen van drukverdelers uit veiligheidsoverwegingen wel wenselijk zou zijn.

Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen voor het probleem het hoofdframe van een hoogwerker snel en betrouwbaar in 5 een vooraf bepaalde stand ten opzichte van de horizontaal te brengen en die bovendien toepasbaar is op relatief zachte bodems zonder dat het nodig is drukverdelers toe te passen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een hoogwerker volgens conclusie 1 te verschaffen.

10 Doordat bij de hoogwerker volgens de uitvinding het in de vooraf bepaalde stand brengen van het hoofdframe geschiedt door instellen van de stand daarvan ten opzichte van het onderstel, is het niet nodig daartoe afzonderlijke, op de ondergrond steunende steunpoten toe te passen. De noodzaak van het tijdrovende uitstrekken en intrekken van de steunpoten 15 komt daarmee te vervallen. Verder steunt het onderstel ten opzichte van steunpoten over een relatief groot steunoppervlak op de bodem, waardoor de gevoeligheid voor wegzakken bij zachte bodems geringer is dan bij het toepassen van steunpoten, althans zonder extra drukverdelers.

Bijzonder voordelige uitvoeringen van de uitvinding zijn 20 neergelegd in de afhankelijke conclusies.

Navolgend wordt de uitvinding nader beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: fig. 1 een zijaanzicht van een hoogwerker volgens de uitvinding, fig. 2 een frontaal aanzicht van de hoogwerker volgens fig. 1, 25 fig. 3 een vergroot weergegeven, afgesneden zijaanzicht van een hoogwerker volgens fign. 1 en 2, rustend op een hellende ondergrond, en fig. 4 een vergroot weergegeven, afgesneden frontaal aanzicht van een hoogwerker volgens fign. 1-3, rustend op een hellende ondergrond.

De hoogwerker volgens het in de tekeningen getoonde voorbeeld 30 heeft een hoofdframe 1 met een onderstel 2 met verrolbare ondersteuningen 3 3 die volgens dit voorbeeld zijn uitgevoerd als wielen met daaromheen rupsbanden. Deze rupsbanden zijn in fig. 4 met onderbroken lijnen alleen in contour weergegeven.

Aan het hoofdframe 1 is een hefsamenstel 4 bevestigd. Volgens dit 5 voorbeeld is het hefsamenstel uitgevoerd als een schaarlift 4, maar al naar gelang de toepassing kunnen ook andere hefsamenstellen met voordeel toegepast worden. Voor het aandrijven van de schaarlift is voorzien in een motor 5 die een hydraulische pomp 6 aandrijft, welke pomp via een hydraulische schakeleenheid 7 en leidingen 8 is verbonden met cilinders 9 10 die scharnierend met op afstand van elkaar gelegen punten op de schaarlift 4 zijn verbonden. De motor 5, de pomp 6, de hydraulische schakeleenheid 7 en de leiding 8 zijn overzichtelijkheidshalve zeer schematisch weergegeven. Van het hydraulische systeem zijn verder geen retourleidingen, bufferreservoirs en dergelijke weergegeven. De toepassing van dergelijke 15 componenten behoort tot de gangbare stand der techniek op het gebied van hoogwerkers. De bediening van het heforgaan 4 kan op een op zichzelf bekende wijze bij voorkeur zowel vanaf het platform 10 als door middel van een vanaf de bodem 13 bereikbaar bedieningsorgaan plaats hebben. Voorzieningen daartoe zijn bekend en daarom niet nader beschreven.

20 De schaarlift 4 draagt een platform 10 en is ingericht voor het, via de hydraulische overbrengingsorganen 6-9 aangedreven door de motor 5, ten opzichte van het hoofdframe 1 omhoog en omlaag doen bewegen van het platform 10. Het platform 10 is voorzien van een vloer 11, waarop werklieden kunnen staan maar waarop ook gereedschappen en te 25 verwerken materialen kunnen worden geplaatst. Het platform is verder voorzien van een reling 12 welke dient als valbeveiliging. Voor het, althans binnen een bepaald werkbereik van bijvoorbeeld (afhankelijk van het toepassingsgebied) ten minste +/- 3° tot +/-10° onafhankelijk van oneffenheid van een ondergrond 13 waarop de hoogwerker staat in een 30 vooraf bepaalde stand ten opzichte van een horizontaal referentievlak 14 4 brengen en houden van het hoofdframe 1 is voorzien in een nivelleringssamenstel. Volgens dit voorbeeld wordt het nivelleringssamenstel gevormd door de motor 5, leidingen 15, 16,17,18, kleppen in de hydraulische schakeleenheid 7, een besturingseenheid 19 en 5 vier hydraulische cilinders 21, 22, 23, 24.

Het hoofdframe 1 is kantelbaar ten opzichte van het onderstel 2 en de cylinders 21-24 van het nivelleringssamenstel grijpen aan op het onderstel 2 voor het ten opzichte van het onderstel 2 in een bepaalde stand brengen en houden van het hoofdframe 1. Het onderstel is daarbij volgens 10 dit uitvoeringsvoorbeeld gedeeld uitgevoerd. Een basisgedeelte 25 van het onderstel vormt de ophanging van de rupsbandloopwerken. Het basisgedeelte 25 van het onderstel draagt een subframe 20, dat om een centrale as 26 in rijrichting van de rupsbanden 3 kantelbaar is ten opzichte van het basisgedeelte 25 van het onbderstel. Het hoofdframe 1 is op zijn 15 beurt kantelbaar om een as 27 dwars op de rijrichting van de rupsbanden 3 opgehangen ten opzichte van het subframe 20 en kantelt derhalve met het subframe 20 mee wanneer dit om de as 26 in rijrichting van de rupsbanden 3 kantelt.

De kanteling van het subframe 20 ten opzichte van het 20 basisgedeelte 25 van het onderstel 2 - en daarmee de stand van het hoofdframe 1 om de as 26 in rijrichting van de rupsbanden 3 - wordt beheerst door de zuigers 23, 24 aan de linker- en rechterzijde van de as 26 in rijrichting van de rupsbanden 3. De kanteling van het hoofdframe 1 ten opzichte van het subframe 20 om de as 27 dwars op de rijrichting van de 25 rupsbanden 3 wordt beheerst door de zuigers 21, 22 achter het subframe 20.

Doordat de kanteling van het hoofdframe 1 - en daarmee de kanteling van het hefsamenstel 4 en van het platform 10 - om assen in het horizontale vlak wordt beheerst door een nivelleringssamenstel dat afsteunt tegen het onderstel 2 dat via de afrollend verplaatsbare ondersteuningen 3 30 op de ondergrond 13 rust, komt de noodzaak van het toepassen en bedienen 5 van afzonderlijke steunpoten voor het zogenaamde afstempelen van het hoofdframe 1 te vervallen. Hierdoor wordt bij het verplaatsen van de hoogwerker van de ene naar de andere werkpositie aanzienlijk tijd bespaard. Verder steunen de afrollend verplaatsbare ondersteuningen 3 5 over een groot oppervlak op de bodem 13, waardoor het toepassen van drukverdelers niet noodzakelijk is. Als de bodem zeer zacht is zal in het algemeen een provisorische bodemverharding worden toegepast om het mogelijk te maken met de hoogwerker de gewenste posities te kunnen bereiken. In dergelijke situaties vormt deze verharding de drukverdeler en 10 is het toepassen van extra drukverdelers voor het afstempelen met steunpoten die naast het gebied van de verharding op de bodem steunen ook niet nodig.

Hoewel het in principe mogelijk is, dat de vooraf bepaalde stand waarin het hoofdframe ten opzichte van het horizontale referentievlak 15 wordt gesteld zodanig is, dat een hellende werk- of laadvloer 11 wordt verkregen, verdient het in de meeste gevallen de voorkeur het hoofdframe 1, het hefsamenstel 4 en het platform 10 zodanig in te richten, dat de werk- of laadvloer 11 van het platform 10 zich in een horizontale stand bevindt wanneer het hoofdframe 1 zich in de vooraf bepaalde stand bevindt.

20 De hoogwerker volgens het getoonde voorbeeld is verder voorzien van een sensor 28 voor het aftasten van de stand van het hoofdframe 1. De sensor zou ook op het hefsamenstel 4 of het platform 10 kunnen zijn gemonteerd. De besturingseenheid 19 is via een verbinding 29 gekoppeld met de sensor 28 voor het ontvangen van signalen die de stand van het 25 hoofdframe 1 representeren en met het nivelleringssamenstel voor het besturen van het nivelleringssamenstel. De besturingseenheid 19 is geprogrammeerd voor het in de vooraf bepaalde stand brengen van het hoofdframe 1. Het automatisch vlak stellen van het platform 10 van de hoogwerker biedt het voordeel, dat verder tijd gewonnen wordt en dat dit 30 weinig aandacht van de bediener van de hoogwerker vergt. Verder kan door 6 toepassing van de automatische vlakstelling de bediening van de hoogwerker vereenvoudigd worden, hetgeen de kans op foutieve bediening en de kosten van bedieningsorganen reduceert.

De besturingseenheid is tevens verbonden met het hefsamenstel 4 5 en is geprogrammeerd voor het verhinderen van bediening van het hefsamenstel 4 wanneer het hoofdframe 1 zich in een andere dan de vooraf bepaalde stand bevindt. Hierdoor wordt verhinderd, dat het platform 10 omhoog wordt gebracht zonder dat het hoofdframe 1 in de juiste stand voor het vlakstellen van het platform 10 is gebracht. Eventueel kan er in 10 voorzien zijn, dat het hefsamenstel 4 wel bediend kan worden voor het neerlaten van het platform 10 indien het hoofdframe 1 zich niet in de vooraf bepaalde stand bevindt. Afhankelijk van het toepassingsgebied en de geldende veiligheidsvoorschriften kan het verder voordelig zijn indien het platform automatisch neergelaten wordt indien het hoofdframe 1 zich niet 15 in de vooraf bepaalde stand ten opzichte van de horizontaal bevindt.

Kantelen van de hoogwerker bij geleidelijk eenzijdig wegzakken van de hoogwerker kan daarmee in veel gevallen worden voorkomen.

De verrolbare ondersteuning 3 heeft wielen 30, 31 met ten opzichte van de rotatie-assen daarvan starre afroloppervlakken. Dit biedt het 20 voordeel, dat de wielen zeer onelastisch zijn en een stabiele ondersteuning van het hoofdframe 1 en de daarboven gelegen delen van de hoogwerker wordt verkregen.

Dat de verrolbare ondersteuning rupsbanden heeft biedt verder het voordeel, dat deze over een bijzonder groot oppervlak op de ondergrond 25 steunt. Het oppervlak waarover de ondersteuning op de ondergrond steunt is voor toepassing op onverharde terreinen zoals bouwplaatsen bij voorkeur zodanig, dat de druk van de wielen of rupsband of dergelijke op de ondergrond bij maximaal toelaatbare belading kleiner is dan 5 kg/cm2 en bij voorkeur kleiner is dan 1 tot 3 kg/cm2.

7

Ter verdere bespoediging van het omhoog brengen van het platform 10 is het verder voordelig, indien de besturingseemheid 19 zodanig is geprogrammeerd, dat het nivelleringssamenstel het hoofdframe 1 tijdens het rijden met de hoogwerker in of nabij de vooraf bepaalde stand kan 5 houden. Na aankomst op een nieuwe locatie waar het platform 10 omhoog gebracht kan worden kan dan direct of vrijwel direct begonnen worden met het omhoog brengen van het platform 10, want het in de juiste stand stellen van het hoofdframe 1 kost dan geen tot zeer weinig tijd.

Claims (9)

1. Hoogwerker omvattende een hoofdframe (1), een het hoofdframe (1) dragend onderstel (2) met verrolbare ondersteuningen (3), een aan dat hoofdframe (1) bevestigd hefsamenstel (4) en een door het hefsamenstel (4) gedragen platform (10), waarbij het hefsamenstel (4) is ingericht voor het 5 ten opzichte van het hoofdframe (1) omhoog en omlaag doen bewegen van het platform (10), verder omvattende een nivelleringssamenstel (5-7,15-18, 21-24) voor het onafhankelijk van oneffenheden in of helling van een ondergrond (13) waarop de hoogwerker staat in een vooraf bepaalde stand ten opzichte van een horizontaal referentievlak (14) brengen en houden van 10 het hoofdframe (1), met het kenmerk, dat het hoofdframe (1) kantelbaar is ten opzichte van het onderstel (2) en dat het nivelleringssamenstel (5-7, 15-18, 21-24) verder aangrijpt op het onderstel (2) voor het ten opzichte van het onderstel (2) in een bepaalde stand brengen en houden van het hoofdframe (1).

2. Hoogwerker volgens conclusie 1, waarbij het hoofdframe (1), genoemd hefsamenstel (4) en genoemd platform (10) zodanig zijn ingericht, dat een werk- of laadvloer van het platform (10) zich in een horizontale stand bevindt wanneer het hoofdframe (1) zich in genoemde, vooraf bepaalde stand bevindt.

3. Hoogwerker volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende een sensor (28) voor het aftasten van de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) en voor het genereren van de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) representerende signalen, een besturingseenheid (19) gekoppeld met genoemde sensor (28) 25 voor het ontvangen van signalen die de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) representeren en met genoemd nivelleringssamenstel (5-7, 15-18, 21-24) voor het besturen van het nivelleringssamenstel (5-7, 15-18, 21-24), waarbij de besturingseenheid (19) is geprogrammeerd voor het bedienen van genoemd nivelleringssamenstel (5-7, 15-18, 21-24) voor het in genoemde, vooraf bepaalde stand brengen van het hoofdframe (1).

4. Hoogwerker volgens conclusie 3, waarbij de besturingseenheid (19) tevens is verbonden met het hefsamenstel (4) en is geprogrammeerd voor het verhinderen van bediening van het hefsamenstel (4) wanneer het hoofdframe (1) zich in een andere dan genoemde, vooraf bepaalde stand bevindt.

5. Hoogwerker volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een sensor (28) voor het aftasten van de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) en voor het genereren van de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) representerende signalen, een besturingseenheid (19) 15 gekoppeld met genoemde sensor (28) voor het ontvangen van signalen die de stand van het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) representeren en met het hefsamenstel voor het automatisch neerlaten van het platform (10) indien het hoofdframe (1), het hefsamenstel (4) of het platform (10) zich niet in de vooraf bepaalde stand ten opzichte van de 20 horizontaal bevindt.

6. Hoogwerker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verrolbare ondersteuning wielen (30, 31) met een ten opzichte van de rotatie-as star afroloppervlak heeft.

7. Hoogwerker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 25 verrolbare ondersteuning (3) rupsbanden heeft. 1017727 9a

8. Hoogwerker volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een besturingseenheid (19) (19) ingericht voor het tijdens het rijden met genoemde hoogwerker bedienen van het nivelleringssamenstel (5-7, 15-18, 21-24) voor het in of nabij genoemde, vooraf bepaalde stand 5 houden van genoemd hoofdframe (1).

9. Hoogwerker volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het onderstel (2) omvat: een basisgedeelte (25) dat de ophanging van de verrolbare ondersteuningen (3) vormt en een subframe (20) dat om een centrale as (26) in rijrichting van de verrolbare ondersteuningen (3) 10 kantelbaar is ten opzichte van het basisgedeelte (25), waarbij het hoofdframe (1) kantelbaar om een as (27) dwars op de rijrichting van de verrolbare ondersteuningen (3) is opgehangen ten opzichte van het subframe (20), zodanig dat het hoofdframe (1) met het subframe (20) mee kantelt wanneer het subframe (20) om genoemde as (26) in rijrichting van 15 de verrolbare ondersteuningen (3) kantelt. 1! 51 7 f 2 '1