NL1004297C2 - Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel. Download PDF

Info

Publication number
NL1004297C2
NL1004297C2 NL1004297A NL1004297A NL1004297C2 NL 1004297 C2 NL1004297 C2 NL 1004297C2 NL 1004297 A NL1004297 A NL 1004297A NL 1004297 A NL1004297 A NL 1004297A NL 1004297 C2 NL1004297 C2 NL 1004297C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sheet
transport
nip
pivot
rollers
Prior art date
Application number
NL1004297A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Elisabeth Pete Peulen
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1004297A priority Critical patent/NL1004297C2/nl
Priority to JP9271396A priority patent/JP2918519B2/ja
Priority to EP97203087A priority patent/EP0846639B1/en
Priority to DE69715573T priority patent/DE69715573T2/de
Priority to US08/953,489 priority patent/US6042105A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1004297C2 publication Critical patent/NL1004297C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H5/00Feeding articles separated from piles; Feeding articles to machines
    • B65H5/18Feeding articles separated from piles; Feeding articles to machines by rotary dials or tables

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Registering Or Overturning Sheets (AREA)
  • Delivering By Means Of Belts And Rollers (AREA)

Description

Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel 5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het draaien van een door een vellentransportorgaan in een transportvlak in een voortbewegingsrichting recht voortbewogen vel door het vel op een draaipunt vast te houden.
Een dergelijke werkwijze is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4 445 679. Daarin wordt een werkwijze beschreven waarbij tijdens het vasthouden van een 10 voortbewogen vel op de draaiingsas slip optreedt tussen het vellentransportorgaan en het vel. Het vellentransportorgaan moet een dergelijke slip kunnen toestaan, bijvoorbeeld door het transportorgaan relatief glad uit te voeren en/of met een relatief geringe kracht tegen het vel te drukken. Daarbij treedt het risico op dat bij draaiing van een vel dat een relatief glad oppervlak heeft het vel in zijn geheel gaat 15 slippen waardoor de gewenste draaiing onvolledig tot stand komt en dat bij draaiing van een relatief dun vel en/of een vel met een stroef oppervlak het vel niet gaat slippen, maar kapotgetrokken wordt of wordt geplooid.
De uitvinding stelt zich tot doel een werkwijze te verschaffen die deze nadelen niet heeft.
20 Dit doel wordt volgens de uitvinding bij een werkwijze volgens de aanhef bereikt doordat door het transportorgaan tijdens het draaien uitsluitend een eerste transportkneep wordt gevormd die, gezien in een richting dwars op de richting waarin het vel recht wordt voortbewogen, op een vaste afstand van de draaiingsas ligt op een lijn tussen die eerste transportkneep en dat draaipunt, die een hoek 25 insluit met de voortbewegingsrichting die ligt tussen 70 en 90°.
Hierdoor wordt bereikt dat op eenvoudige wijze, bij continue werking van het vellentransportorgaan, een vel op betrouwbare wijze kan worden gedraaid.
Bij voorkeur ligt de hoek tussen 85 en 95°.
Hierdoor wordt bereikt dat de wrijfkracht die het vellentransportorgaan tijdens het 30 draaien van het vel op het vel uitoefent een kleine component heeft die het vel strak houdt tussen het draaipunt en de eerste transportkneep, zodat plooivorming in het vel met zekerheid vermeden wordt, maar zonder dat die kleine component zo groot wordt dat het vel of het beeld daarop beschadigd wordt.
Verder wordt het vel bij voorkeur voorafgaande aan en volgend op het uitvoeren van 35 een draaibeweging mede voortbewogen door een tweede transportkneep die, gezien in de richting waarin het vel recht voortbeweegt, gelijk ligt met de eerste transportkneep.
2
Hierdoor wordt bereikt dat de kans op scheefloop vóór en nó het draaien minimaal is.
Een inrichting voor het uitvoeren van laatstgenoemde werkwijze omvat vasthoudmiddelen die beweegbaar zijn tussen een eerste stand waarin ze vrij zijn 5 van een voortbewegend vel en een tweede stand waarin ze het vel bij de draaiingsas vasthouden en is daardoor gekenmerkt dat koppelmiddelen tussen de vasthoudmiddelen en het vellentransportorgaan aanwezig zijn die bij beweging van de vasthoudmiddelen van de eerste stand naar de tweede stand, het vellentransportorgaan bewegen van een stand waarin de tweede transportkneep 10 gesloten is naar een stand waarin de tweede transportkneep open is.
Hierdoor wordt op constructief eenvoudige wijze bereikt dat tijdens het uitvoeren van een veldraaiing geen slippende transportkneep werkzaam is.
Door de eerste en tweede transportkneep te vormen door twee op een gemeenschappelijk as bevestigde drukrollen en de as ter plaatse van de tweede 15 transportkneep te lichten wordt bereikt dat bij het openen van de tweede transportkneep de drukrol van de eerste transportkneep naar boven wordt scheefgezet voor het vormen van een puntvormige eerste transportkneep die slip in de eerste transportkneep nog eerder reduceert.
In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding 20 ligt de eerste transportkneep op een voorafbepaalde afstand van een stroomopwaarts gelegen vellentoevoerkneep, welke afstand iets kleiner is dan de lengte van het kortste te verwerken vel en ligt een stroomafwaarts van de eerste transportkneep gelegen vellenafvoerkneep op een voorafbepaalde afstand van de vellentoevoerkneep die iets groter is dan de diagonaal van het grootste te draaien 25 vel.
Hierdoor wordt bereikt dat een vel om een draaiingsas op korte afstand van de oorspronkelijk voorlopende rand wordt gedraaid en dat de velrand die na een kwartslag draaien de voorlopende rand wordt op een grotere afstand stroomafwaarts van de draaiingsas ligt, zodat het vel relatief snel uit de draaiingszone kan worden 30 afgevoerd.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen toegelicht worden aan de hand van bijgaande figuren, waarin:
Fig. 1 een draairichting volgens de uitvinding geplaatst tussen een afdrukinrichting en een vouwinrichting in zijaanzicht toont, 35 Fig. 2 een doorsnede is volgens lijn IIMII in Fig. 2, weergegeven in een stand waar een vel recht voortbeweegt,
Fig. 4 een zijaanzicht is volgens lijn IV-IV in Fig. 2, evenals Fig. 3 weergegeven in 3 een stand waarin het vel recht voortbeweegt,
Fig. 5 de doorsnede volgens Fig. 3 is , weergegeven in een stand waarin een vel een draaibeweging ondergaat,
Fig. 6 het zijaanzicht volgens Fig. 4 is, evenals Fig. 5 weergegeven in een stand 5 waarin een vel een draaibeweging ondergaat, en
Fig. 7 een weg-tijd diagram van vellen weergeeft tijdens het doorlopen van een draaibeweging volgens de uitvinding.
De in Fig. 1 weergegeven draairichting 1 is opgenomen in een invoertafel 2 van een vouwinrichting 3, langs welke invoertafel 2 uit een afdrukinrichting 4 10 komende kopievellen direct in de vouwinrichting 3 kunnen worden gevoerd.
De afdrukinrichting 4 is van een type waarin vellen ontvangstmateriaal van verschillende (standaard) formaten in langsrichting worden doorgevoerd, dus met hun kortste zijde als voorlopende rand, om ze eenduidig te vouwen tot een vouwpakket.
15 Zoals beschreven in voornoemd Amerikaans octrooischrift 4 445 679 verdient het daarbij voorkeur om een vel dat de afmetingen van een vouwpakket heeft in dwarsrichting in de vouwinrichting 4 te voeren, dus met hun langste zijde als voorlopende rand.
Echter, bij een afdrukinrichting 4 waarin een poedervormig beeld met behulp van 20 stralingswarmte op een ontvangstvel wordt vastgesmolten, heeft de daarvoor benodigde stralingsfuser, gezien in de vellendoorvoerrichting, een voor het te leveren stralingsvermogen minimale lengte nodig. Bij een stralingsfuser van deze minimaal benodigde lengte kan deze afstand tussen transportrollen aan de ingang en aan de uitgang van de stralingsfuser te klein zijn om kleine vellen die niet 25 gevouwen hoeven te worden in dwarsrichting door te voeren. In dat geval moet deze groep vellen, bijvoorbeeld een groep vellen waartoe het A4-formaat behoort, in langsrichting door de afdrukinrichting 4 te worden gevoerd. Ook voor de eenduidigheid bij het invoeren van vellen is het zinvol alle te verwerken velformaten in dezelfde oriëntatie aan de afdrukinrichting toe te voeren.
30 De vouwinrichting 3 is op gebruikelijke wijze ingericht om een toegevoerd vel tot een pakket te vouwen waarvan de afmetingen corresponderen met het kleinste standaardformaat, bijvoorbeeld het A4-formaat. De vouwinrichting van het in Fig. 1 weergegeven type is meer in detail weergegeven en beschreven in het Europese octrooischrift 0 472 234. De vouwinrichting 3 van dit type omvat een eerste 35 vouwgedeelte 5 waarin een in langsrichting over de invoertafel 2 toegevoerd vel zigzag wordt gevouwen, waarbij de afstand tussen twee opeenvolgende vouwen correspondeert met de afmeting van de kortste zijde van het kleinste ^00!j-L- ^ ’ 4 standaardformaat, bijvoorbeeld bij het A4-formaat een afmeting van 210 mm. In een tweede vouwgedeelte 6 wordt het zig-zag gevouwen vel gevouwen in een richting haaks op de eerste vouwen op de afmeting van de langste zijde van het kleinste standaardformaat, bij een A4-formaat dus op een afmeting van 297 mm.
5 Een toegevoerd kopievel van het kleinste standaardformaat, bijvoorbeeld een A4-formaat, kan ongevouwen blijven. Om dat te bereiken bij doorvoer van dat vel door vouwinrichting 3, teneinde dat vel dekkend op gevouwen vellen af te kunnen leggen, dient dat vel in dwarsrichting aan de vouwinrichting 3 te worden toegevoerd.
Om bij een on-line aan de afdrukinrichting 4 gekoppelde vouwinrichting 3 10 zowel rekening te houden met eerdergenoemde eisen die de afdrukinrichting 4 ten aanzien van de oriëntatie van het kleinste standaardformaat stelt als met de eisen die de vouwinrichting 4 ten aanzien van de oriëntatie van het kleinste standaardformaat stelt, is de invoertafel 2 voorzien van een aan de hand van de Fign. 3 tot en met 6 te beschrijven draaiinrichting 1 die een in langsrichting door de 15 afdrukinrichting 4 gevoerd kleinste standaardformaat een kwartslag draait teneinde dat vel in dwarsrichting in de vouwinrichting 3 te voeren.
De afdrukinrichting 4 is voorzien van een uitvoerrollenpaar 8. Stroomafwaarts daarvan is een wissel 9 opgesteld die in de in Fig. 1 weergegeven stand een kopievel naar boven afbuigt voor afleg in een boven de afdrukinrichting 4 schuin 20 oplopend aflegrek 10. De wissel 9 kan ook in een stand gezet worden waarin een kopievel in de richting van de invoertafel 2 van de vouwinrichting 3 kan worden gevoerd.
De invoertafel 2 is aan de stroomopwaarts gelegen zijde voorzien van transportrollenparen 11 en 12 en aan de stroomafwaarts gelegen zijde van 25 transportrollenparen 13, welke rollenparen elk een aantal transportknepen vormen verdeeld over de breedte van de invoertafel 2, zoals weergegeven in Fig. 2 Tussen de transportrollenparen 12 en de transportrollenparen 13 zijn naast elkaar twee transportrollenparen 14 en 15 opgesteld die naast het over de invoertafel 2 voortbewegen van te vouwen vellen tevens een functie hebben bij het draaien van 30 een vel zoals verderop zal worden beschreven.
In de afdrukinrichting 4 bedrukte kopievellen die groter zijn dan een groep vellen die ongevouwen door de vouwinrichting 3 dienen te worden gevoerd, worden door alle transportrollenparen 11 tot en met 15 in de in Fig. 2 met een pijl 16 aangegeven richting in een rechte lijn over de invoertafel 2 gevoerd.
35 Bij toevoer van een kopievel van de groep vellen die een formaat hebben dat geen vouwen behoeft wordt dat vel op de invoertafel 2 een kwartslag gedraaid op een wijze die hierna zal worden uiteengezet.
» ' , v.
5
Het draaien van een vel op invoertafel 2 wordt uitgevoerd wanneer het vei in de transportkneep tussen transportrollenparen 14 en 15 is gekomen. Het draaien vindt daarna plaats door het vel nabij één van die transportknepen, en wel nabij de door transportrollenpaar 15 gevormde transportkneep, vast te houden en de 5 transportrollen 15 van elkaar vrij te zetten, waardoor transportrollen 14 het vel draaien om draaipunt 17.
Tijdens het draaien moet het vel vrij blijven van de als invoerrollen fungerende transportrollen 12 en de als uitvoerrollen fungerende transportrollen 13.
Om bij het transporteren van een vel dat niet gedraaid hoeft te worden het risico te 10 minimaliseren dat het vel door transportrollenparen 14 en 15 wordt scheef gevoerd, is het van belang dat deze transportrollenparen 14 en 15, gezien in een richting dwars op de doorvoerrichting 16, zo ver mogelijk uit elkaar liggen. Bij een in langsrichting toegevoerd A4-vel met een breedte van 210 mm kunnen de transportrollenparen tot ongeveer 150 mm uit elkaar liggen om er zeker van te zijn 15 dat een eventueel iets zijdelings verschoven toegevoerd vel door beide transportrollenparen 14 en 15 getransporteerd kan worden.
Om er verder voor te zorgen dat een vel voor én na het draaien over 90° in de doorvoerrichting 16 met zijn centrale lijn nagenoeg op eenzelfde lijn ligt, dient het draaipunt 17 op een lijn te liggen die gerekend vanaf het middelpunt van het te 20 draaien vel op een lijn ligt die een hoek van 45° vormt met de velzijden.
Op basis van genoemde overwegingen, de afstand tussen de transportknepen 14 en 15 en de ligging van het draaipunt 17 iets stroomopwaarts van de knepen 14 en 15, zal een te draaien vel met zijn voorrand over een afstand A = 75 mm voorbij de transportrollenparen 14 en 15 moeten worden getransporteerd alvorens het draaien 25 aanvangt. Dit houdt in dat voor het draaien van het grootste te draaien vel, dat een lengte B = 325 mm heeft, de transportrollenparen 14 en 15 op een afstand stroomafwaarts van de invoerrollen 12 moeten worden opgesteld die ten minste B - A = 325 - 75 = 250 mm dient te bedragen. Omdat de afstand tussen het draaipunt 17 en de het verst van dat draaipunt gelegen punt van de voorlopende 30 velrand bij een grootste formaat van de groep vellen die gedraaid moet worden van 325 x 230 mm ongeveer 200 mm bedraag, dient de afstand C tussen de transportrollenparen 14 en 15 en de uitvoerrollen 13 ook ongeveer 200 mm te bedragen. Daarmee is de afstand tussen de invoerrollen 12 en de uitvoerrollen ten minste B - A + C te bedragen. Bij een grootste te draaien velformaat van 35 325 x 230 mm dus 325 - 75 + 200 = 450 mm.
Met enige speling tussen de voor- en achterlopende velrand en respectievelijk de uitvoerrollen 13 en de invoerrollen 12 is een geschikte vrije draairuimte tussen de in- 6 en uitvoerrollen 460 mm. Voor het draaien van een vel wordt het draaipunt 17 op de invoertafel 2 gevormd door het vel met een afgerond rubberdopje tegen de invoertafel te drukken en gelijktijdig of iets eerder de transportkneep tussen de transportrollen 15 die het dichtst bij het draaipunt 17 ligt te openen. Bij voortdurende 5 aandrijving van de transportrollen 14 en 15 draait de het verst van het draaipunt 17 gelegen transportkneep 14 het vel om het gevormde draaipunt.
Het openen van de transportkneep gebeurt door een hefboom met aan één uiteinde het rubberdopje dat het draaipunt vormt en aan het andere uiteinde een nok die de verbindingsas tussen de drukrollen van de transportrollenparen 14 en 15 vlak bij het 10 transportrollenpaar 15 oplicht, zoals hierna zal worden toegelicht aan de hand van een in Fign. 3 tot en met 5 weergegeven uitvoeringsvorm. Zoals weergegeven in het bovenaanzicht van de invoertafel 2 ligt een geschikte plaats voor het draaipunt 17 op de verbindingslijn tussen het middelpunt van het vel bij de aanvang van het draaien ligt en de te openen transportkneep 15, op korte afstand van die kneep, 15 bijvoorbeeld 40 mm. Door het kantelen van de verbindingsas tussen de drukrollen van de transportrollenparen 14 en 15 bij het openen van de kneep 15 zal de andere kneep 14 een meer puntvormige kneep vormen, hetgeen gunstig is voor een slipvrij transport tijdens het draaien van het vel. Omdat verder de puntvormige transportkneep 14, gezien in de doorvoerrichting, op korte afstand stroomafwaarts 20 van het draaipunt 17 ligt, oefent deze transportkneep 14 een kleine trekkracht op het vel uit die het vel tijdens het draaien strak houdt tussen die draaikneep 14 en het draaipunt 17.
Fign. 3 en 4 tonen de in Fig. 2 weergegeven draaiinrichting 1 in een stand voor het in een rechte lijn 16 doorvoeren van een vel door de draaiinrichting. Deze 25 stand wordt ingenomen bij het doorvoeren van een kopievel dat in de aansluitende vouwinrichting 3 gevouwen moet worden én bij het transporteren van een te draaien vel, voorafgaande aan en volgend op het draaien van het vel.
De draaiinrichting 1 omvat twee transportrollenparen 14 en 15. Elk transportrollenpaar 14 en 15 bestaat uit een aangedreven rol 20, respectievelijk 21, 30 bevestigd op een gemeenschappelijke aandrijfas 22. Rollen 20 en 21 steken iets uit boven de door een plaat gevormde invoertafel 2. Elke aandrijfrol 20, 21 werkt samen met een aandrukrol 23, respectievelijk 24 voor het vormen van een transportkneep. Aandrukrollen 23, 24 zijn bevestigd op een gemeenschappelijke as 25 die met tappen aan de uiteinden in niet weergegeven slobgaten past die zich in 35 verticale richting uitstrekken.
Naast de as 25 is een vast in het inrichtingsframe pen 26 opgesteld. Om deze pen 26 is een T-vormige element 27 draaibaar bevestigd. Het naar boven uitstekende 7 been 28 daarvan is voorzien van een U-vormige uitsparing waarin een pen 29 past die is bevestigd aan een arm 30 die door een solenoide 31 tussen twee standen heen en weer beweegbaar is. Een arm 32 van het T-vormige element 27 is aan zijn onderzijde voorzien van een afgerond rubberdopje 33 en een andere arm 34 bevindt 5 zich onder de as 25.
Voor het uitvoeren van een draaibeweging wordt de solenoide 31 bekrachtigd waardoor het T-vormige element 27 tegen veerwerking in van de in Fign. 3 en 4 weergegeven stand naar de in Fign. 5 en 6 weergegeven stand beweegt.
Arm 34 tilt daarbij as 25 aan de zijde van aandrukro! 24 op waardoor de 10 transportkneep tussen de rollen 21 en 24 opent. Bij verdraaiing van het T-vormige element 27 wordt tevens het rubberdopje 33 tegen het op de invoertafel 2 liggende vel gedrukt. Aldus vormt dopje 33 het draaipunt 17 waaromheen het vel bij voortgaand transport van het vel door transportrollen 20 en 23 draait. Door de verdraaiing van de as 25 drukt aandrukrol 23, zoals eerder opgemerkt, in hoofdzaak 15 op één punt tegen de aandrijfrol 20, zodat de hoeksnelheid waarmee het vel draai wordt bepaald door de straal R. Nadat het vel over een hoek van 90° gedraaid is, waarbij de draaitijd f=90°.-^ is, met V als de omtreksnelheid van de aandrijfrol 20, dan wordt de solenoide 31 20 ontkrachtigd, zodat aandrukrol 24 weer een transportkneep gaat vormen en draaipunt 17 wordt opgeheven.
Zoals weergegeven in het weg-tijd diagram van Fig. 7 beweegt het vel tijdens het draaien vooruit, hetgeen een gevolg is van de situering van het draaipunt 17 op de voorlopende helft van het in langsrichting toegevoerd vel en aan de zijkant van het 25 vel zodat de afstand tussen het draaipunt en de oorspronkelijk voorlopende rand kleiner is dan de na draaiing voorlopende rand. Door de voortbeweging tijdens het draaien kan een volgend vel op korte afstand S na het draaiende vel toegevoerd worden zonder het draaiende vel te hinderen, zoals te zien in Fig. 7.
In Fig. 7 is de voorlopende rand van een eerste vel vóór het draaien met lijn 30 40 aangeduid en na het draaien met lijn 41. De nalopende rand is in Fig. 7 vóór het draaien met lijn 42 aangeduid en né het draaien met lijn 43. Voor een volgende vel dat op een afstand S van het eerste vel is aangevoerd, is de voorlopende rand met lijn 44, respectievelijk lijn 45 aangeduid en de nalopende rand met lijn 46, respectievelijk lijn 47. Het start- en stoptijdstip van het draaien van het eerste vel ligt 35 op de tijdstippen 48 en 49 en voor het volgende vel op tijdstippen 50 en 51.
1004297 δ
De hoek α die de ingesloten hoek vormt tussen de richting waarin het vel recht vooruit beweegt en de lijn tussen de transportkneep die continue werkzaam blijft en het gevormde draaipunt kan binnen bepaalde grenzen variëren zonder dat de goede werking aangetast wordt.
5 Bij een hoek α van 90° staat de in de transportkneep werkzame transportkracht haaks op de lijn tussen die kneep en het draaipunt van het vel. Daardoor treedt er bij ideale omstandigheden géén slip op in de transportkneep.
Bij een hoek α van 70° is de transportkracht in de kneep ontleedbaar in een draaikracht haaks op de lijn tussen kneep en draaipunt en een (kleine) kracht die 10 werkt in het verlengde van die lijn en het vel strak houdt. Bij een te kleine hoek α kan deze laatstgenoemde kracht ongewenste slip veroorzaken in de transportkneep. Bij een hoek α die tussen voornoemde grenswaarden in ligt, bijvoorbeeld een hoek α = 80°, kan een compromis gevonden worden waarbij het vel tijdens het draaien wordt strakgehouden zonder dat noemenswaardige slip optreedt in de 15 transportkneep, zeker bij enige vervormbaarheid van ten minste een van de transportrollen in de transportkneep.
1 0 04 1 - '7

Claims (6)

1. Werkwijze voor het draaien van een door een vellentransportorgaan (14, 15. in een transportvlak (2) in een voortbewegingsinrichting recht voortbewogen vel 5 in het transportvlak (2) door het vel op een draaipunt (17) vast te houden, met het kenmerk, dat door het transportorgaan (14, 15) tijdens het draaien uitsluitend een eerste transportkneep (14) wordt gevormd die ligt op een lijn tussen die eerste transportkneep (14) en dat draaipunt (17), welke lijn een hoek α insluit met de voortbewegingsrichting die ligt tussen 70 en 90° .
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoek α tussen 75° en 85° ligt.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vel voorafgaande aan en volgend op het uitvoeren van een draaibeweging mede wordt voortbewogen door een tweede transportkneep (15) die, gezien in de richting waarin 15 het vel voortbeweegt, gelijk ligt met de eerste transportkneep (14).
4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de eerste transportkneep (14) op een voorafbepaalde afstand van een stroomopwaarts gelegen veltoevoerkneep (12) ligt die kleiner is dan de lengte van het kortste te verwerken vel en dat een stroomafwaarts van de eerste 20 transportkneep (14) gelegen velafvoerkneep (13) op een afstand van de veltoevoerkneep (12) ligt die iets groter is dan de diagonaal van het grootste te draaien vel.
5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 3, omvattende vasthoudmiddelen (33) die beweegbaar zijn tussen een eerste stand 25 (Fign. 3, 4) waarin ze vrij zijn van een voortbewegend vel en een tweede stand (Fign. 5, 6) waarin ze het vel op het draaipunt (17) vasthouden, met het kenmerk, dat koppelmiddelen (27) tussen de vasthoudmiddelen (33) en het vellentransportorgaan (14, 15) aanwezig zijn die bij beweging van de vasthoudmiddelen (33) van de eerste stand naar de tweede stand het 30 vellentransportorgaan (14, 15) bewegen van een stand (Fign. 3, 4) waarin de tweede transportkneep (15) gesloten is naar een stand (Fign. 5, 6) waarin de tweede transportkneep (15) open is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat zowel de eerste (14) als de tweede transportkneep (15) gevormd is door op een gemeenschappelijk as 35 (25) bevestigde drukrollen (23, 24) die elk kunnen drukken op onder het transportvlak (2) vast opgestelde aandrijfrollen (20, 21) en dat de koppelmiddelen (27) door een arm (32, 34) zijn gevormd die de as (25) aan de zijde van de de tweede transportkneep vormende drukrol (24) tegen de veerwerking optilt bij beweging van de vasthoudmiddelen (33) van de eerste, niet-actieve stand naar de tweede, actieve stand.
NL1004297A 1996-10-17 1996-10-17 Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel. NL1004297C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004297A NL1004297C2 (nl) 1996-10-17 1996-10-17 Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel.
JP9271396A JP2918519B2 (ja) 1996-10-17 1997-10-03 進行するシートを回転させる方法及び装置
EP97203087A EP0846639B1 (en) 1996-10-17 1997-10-07 Apparatus for rotating an advancing sheet
DE69715573T DE69715573T2 (de) 1996-10-17 1997-10-07 Vorrichtung zum Drehen eines zugeführten Bogens
US08/953,489 US6042105A (en) 1996-10-17 1997-10-17 Method and apparatus for rotating an advancing sheet

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1004297 1996-10-17
NL1004297A NL1004297C2 (nl) 1996-10-17 1996-10-17 Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1004297C2 true NL1004297C2 (nl) 1998-04-20

Family

ID=19763694

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1004297A NL1004297C2 (nl) 1996-10-17 1996-10-17 Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6042105A (nl)
EP (1) EP0846639B1 (nl)
JP (1) JP2918519B2 (nl)
DE (1) DE69715573T2 (nl)
NL (1) NL1004297C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6343686B1 (en) * 2000-05-09 2002-02-05 Xerox Corporation Rotating clamp for changing the orientation of a substrate stack
US20090107892A1 (en) * 2007-10-31 2009-04-30 Pitney Bowes Inc. Sheet material transposition for sorting apparatus
US9679229B2 (en) 2015-09-25 2017-06-13 Assa Abloy Ab Credential production device card substrate rotator
US11034536B2 (en) 2019-02-01 2021-06-15 Assa Abloy Ab Card flipper
JP2022156027A (ja) * 2021-03-31 2022-10-14 京セラドキュメントソリューションズ株式会社 シート処理装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4445679A (en) * 1980-12-20 1984-05-01 Otto Bay Apparatus for transporting single sheets of different rectangular formats
US5320340A (en) * 1992-09-08 1994-06-14 Otto Bay Method and apparatus for the positionally correct supply of differently sized sheets to a sheet folding machine

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61248844A (ja) * 1985-04-25 1986-11-06 Fuji Xerox Co Ltd 用紙搬送装置
US4669719A (en) * 1986-06-02 1987-06-02 Xerox Corporation Sheet rotation and registration vertical transport
FR2633630B1 (fr) * 1988-06-30 1992-05-22 Norsolor Sa Compositions resineuses a base de resines phenoliques
US4877234A (en) * 1988-08-02 1989-10-31 Xerox Corporation Sheet turning and registration system
JPH02132041A (ja) * 1988-11-09 1990-05-21 Sharp Corp 用紙方向変換装置
US4928807A (en) * 1988-12-02 1990-05-29 Pitney Bowes Inc. Method and apparatus for turning flat articles
JPH03152045A (ja) * 1989-11-08 1991-06-28 Canon Inc シート搬送装置
US5172907A (en) * 1991-05-10 1992-12-22 Moore Business Forms, Inc. Compensation for skewing of documents during a rotation through a finite angle
SG46490A1 (en) * 1992-09-09 1998-02-20 Seiko Epson Corp Recording paper sortins and discharging device

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4445679A (en) * 1980-12-20 1984-05-01 Otto Bay Apparatus for transporting single sheets of different rectangular formats
US5320340A (en) * 1992-09-08 1994-06-14 Otto Bay Method and apparatus for the positionally correct supply of differently sized sheets to a sheet folding machine

Also Published As

Publication number Publication date
JP2918519B2 (ja) 1999-07-12
EP0846639B1 (en) 2002-09-18
DE69715573D1 (de) 2002-10-24
JPH10120248A (ja) 1998-05-12
EP0846639A1 (en) 1998-06-10
DE69715573T2 (de) 2003-05-22
EP0846639A3 (en) 1998-09-16
US6042105A (en) 2000-03-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0745546B1 (en) High speed printed sheet stacking and registration system
NL1008727C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het pletten van een langs een vouwlijn gevouwen product.
US6394446B1 (en) Reverse feeding device
NL1004297C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het draaien van een voortbewegend vel.
JPH1077138A (ja) 位置合せされた受取シートの両面に印刷するための位置合せステーションを有する印刷装置
EP0846639A2 (en) Method and apparatus for rotating an advancing sheet
US4300896A (en) Device for folding materials to be folded
US6318008B1 (en) Packet ironing system for document folders
JP3169668B2 (ja) 紙折り機
JPH0789645A (ja) 用紙供給装置の用紙幅方向補正機構
JP2561654Y2 (ja) 用紙搬送装置
JP2000289870A (ja) シート材給送装置、シート材処理装置および画像入力装置
JP4701151B2 (ja) 用紙折り装置、及び画像形成装置
JPH0798591B2 (ja) シート給送機構
JPH11268849A (ja) シート材処理装置及び画像形成装置
JPS62146864A (ja) 紙葉類の表裏反転装置
JP3347054B2 (ja) 給紙装置
JP3935313B2 (ja) シート搬送装置及びそれを装着した画像形成装置
JP3000581U (ja) 給紙装置
JP2006168921A (ja) 後処理装置及び画像形成装置
JP3548460B2 (ja) 画像形成装置、シートカール除去装置およびシート搬送装置
JP2003063505A (ja) 封筒のフラップ開き装置及びその方法
JPH0464554A (ja) 用紙斜行補正機構
JPH1036001A (ja) 紙折り装置
JPS59124651A (ja) 排紙装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030501