BE1023445B1 - Een capsule, een systeem voor het bereiden van een drinkbare drank van een dergelijke capsule en gebruik van een dergelijke capsule in een drankbereidingsinrichting - Google Patents

Abstract

Een capsule bevattende een substantie voor de bereiding van een drank heeft een aluminium capsulelichaam en een dekselvel welke de capsule hermetisch afsluit. Het capsulelichaam heeft een flens met een vervormbaar afdichtingsringgedeelte met een binnenste wandgedeelte welke zich uitstrekt vanaf en grenst aan een binnenste basisgedeelte van de flens, een buitenste wandgedeelte welke zich uitstrekt van en grenst aan een buitenste basisgedeelte vande flens en een bruggedeelte welke het binnen wandgedeelte en het buiten wandgedeelte onderling verbindt. Het bruggedeelte is axiaal op afstand van de basisgedeelten van de flens gelegen. In radiaal dwarsdoorsnede aanzicht, is een bovenzijde van het bruggedeelte axiaal het verst van de basisgedeelten van de flens vlak of heeft een middenvlak gekromd met een kromtestraal groter dan twee maal de wanddikte van de bovenzijde van het bruggedeelte

Description

Een capsule, een systeem voor het bereiden van een drinkbaar brouwsel uit een dergelijke capsule en het gebruik van dergelijke capsule in een drankbereidingsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een capsule volgens de aanhef van conclusie 1.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het bereiden van een drinkbaar brouwsel volgens de aanhef van conclusie 37 en op een gebruik van een dergelijke capsule.

Een dergelijke capsule, een dergelijk systeem en een dergelijk gebruik zijn bekend uit EP-B-1 700 548, welke een capsule onthult voorzien van een afdichtingstructuur met de vorm van een stap, i.e. een plotselinge toename van de diameter van de zijwand van de capsule, en het omsluitingsdeel van dit bekende systeem een afdichtingsoppervlak welke inwerkt op de afdichtingstructuur om een buiging van de afdichtingstructuur te voorzien, waarbij de afdichtingstructuur zodanig hellend is dat de buiging van het afdichtingsdeel een binnenwaartse en buitenwaartse vervorming van de stap is. Voorts, in het bekende systeem, omvat het omsluitingsdeel een capsulehouder en een handbediend of een automatisch mechanisme voor relatieve verplaatsing van het omsluitingsdeel en de capsulehouder. Het handbediende of automatische mechanisme brengt een kracht aan op de afdichtingstructuur van de capsule wanneer het omsluitingsdeel op de capsulehouder wordt gesloten. Deze kracht zou moeten zorgen voor de fluïdumdichte afdichting tussen het omsluitingsdeel en de capsule. Omdat het handbediende of automatische mechanisme is ingericht om te bewegen ten opzichte van de basis, kunnen de afdichtingskwahteiten van het systeem afhankehjk zijn van de druk van het fluïdum geïnjecteerd door de fluïdum injectiemiddelen. Als de druk van het fluïdum toeneemt, neemt de kracht tussen de afdichtingstructuur van de capsule en het vrije einde van het omsluitingsdeel eveneens toe en daardoor neemt de kracht tussen de afdichtingstructuur van de capsule en het vrije einde van het omsluitingsdeel eveneens toe. Een dergelijk systeem wordt verderop beschreven. De afdichtingstructuur van de capsule dient te worden ingericht zodanig dat bij het bereiken van de maximale fluïdumdruk in het omsluitingsdeel de afdichtingstructuur nog steeds een fluïdum afdichtend contact tussen het omsluitingsdeel en de capsule voorziet.

Echter, de afdichtingstructuur dient ook zodanig te zijn ingericht dat vóór of aan het begin van het brouwen wanneer de druk van het fluïdum in het omsluitingsdeel buiten de capsule relatief laag is, de afdichtingstructuur eveneens een afdichtend contact tussen het omsluitingsdeel en de capsule voorziet. Indien bij het begin van het brouwen, er geen afdichtend contact tussen de capsule en het omsluitingsdeel zou bestaan, zal lekkage plaatsvinden. Echter, als lekkage plaatsvindt is er een reële kans dat de druk in het omsluitingsdeel en buiten de capsule niet voldoende zal verhogen voor het verhogen van de kracht op de afdichtingstructuur door middel van het vrije einde van het omsluitingsdeel als het handbediende of automatische mechanisme het omsluitingsdeel in de richting van de capsulehouder beweegt. Slechts indien er een voldoende initiële afdichting is, zal de druk in het omsluitingsdeel verhogen waarbij tevens de kracht van het vrije einde van het omsluitingsdeel welke inwerkt op de afdichtingstructuur van de capsule zal toenemen voor het voorzien van een voldoende afdichtend contact ook bij de toegenomen fluïdumdruk.

Bovendien voorziet deze verhoogde fluïdumdruk buiten de capsule ook een verhoogde fluïdumdruk binnen de capsule wat noodzakelijk is als de capsule is voorzien van een deksel die is ingericht om open te scheuren op ontlastingsdelen van de capsulehouder (ook wel een extractieplaat genoemd) van de drankbereidingsinrichting onder invloed van fluïdumdruk in de capsule.

Uit het voorgaande blijkt dat de afdichtingstructuur een deel is dat zeer cruciaal is bij ontwerp. Het moet in staat zijn om een afdichtend contact tussen het omsluitingsdeel en de capsule te voorzien bij een relatief lage fluïdumdruk als slechts een relatief kleine kracht is toegepast op het afdichtingstructuur door middel van het vrije einde van het omsluitingsdeel, maar het moet ook een afdichtend contact voorzien bij een veel hogere fluïdumdruk in het omsluitingsdeel buiten de capsule als een hogere kracht is toegepast door middel van het vrije einde van het omsluitingsdeel aan de afdichtingstructuur van de capsule. In het bijzonder wanneer het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel is voorzien van zich radiaal uitstrekkende open groeven welke als luchtinlaat doorgang werken zodra de kracht tussen het omsluitingsdeel en de capsulehouder wordt vrijgegeven zodat het gemakkelijker is voor een gebruiker om de capsule uit te nemen, waarbij de afdichtingstructuur ook in staat moet zijn om de zich radiaal uitstrekkende open groeven te ‘sluiten’ om in een effectieve afdichting te voorzien.

Uit WO2012/120459 is een capside bekend waarbij de afdichtingstructuur een vervormbaar gedeelte van de buitenwaarts uitstekende flens van het capsulelichaam omvat. Echter, om te garanderen dat het afdichtingsringgedeelte een afdichtend contact tegen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel voorziet, als het wordt vervormd tussen dat ringvormige oppervlak en het sluitingsdeel, heeft het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel vervormingsmiddelen in de vorm van een ondiepe, afgeronde groef in omtrekszin van het ringvormige oppervlak. In bedrijf, garandeert de ondiepe, afgeronde groef dat een opstaande rib van het vervormbare gedeelte binnenwaarts vouwt. Dienovereenkomstig zal het betrouwbaar functioneren van dergelijke capsules worden gegarandeerd voor gebruik in slechts bepaalde drankbereidingsinrichtingen.

Het is een doel van de uitvinding om een capsule te voorzien welke betrouwbaar afdicht tegen het ringvormige eindoppervlak van een omsluitingsdeel van een drankbereidingsinrichting als de capsule in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt geplaatst en het omsluitingsdeel door middel van een sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt gesloten, zoals een extractieplaat van de drankbereidingsinrichting, waarbij een gedeelte van de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule en de afdichtingstructuur van de capsule tussen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt geklemd, zelfs in het geval van een omsluitingsdeel waarvan het ringvormige eindoppervlak is voorzien van zich radiaal uitstrekkende open groeven en welke nog steeds kan worden vervaardigd tegen lage kosten en miheuvriendehjk is en eenvoudig recycleerbaar is nadat de capsule na gebruik is weggegooid. In vele van de bekende capsules, wordt het afdichtingsdeel van een elastisch materiaal gemaakt zoals rubber elastisch materiaal, meer bepaald zoals een siliconen materiaal welke na gebruik moet worden afgezonderd van de aluminium basis en het deksel voor recycleerdoeleinden.

Dit doel wordt bereikt door een capsule volgens conclusie 1 te voorzien.

Omdat de afdichtingstructuur een vervormbaar afdichtingsringgedeelte van de flens omvat, waarbij het afdichtingsringgedeelte zich axiaal uitstrekt vanaf basisgedeelten van de flens op een zijde van de basisgedeelten tegenover het deksel, waarbij de afdichtingstructuur geïntegreerd is in de flens van de capsule, zodat de capside snel kan worden vervaardigd tegen lage kosten en het aluminium capsulelichaam gemakkelijk kan worden gerecycleerd. In de onderhavige context wordt het begrip "aluminium" verstaan ook aluminiumlegering te omvatten.

Omdat een bovenzijde van het bruggedeelte axiaal het verst van de basis gedeelten van de flens vlak is of een middenvlak gekromd met een kromtestraal groter dan twee keer een wanddikte van de bovenzijde van het bruggedeelte heeft, is het bruggedeelte gemakkelijk vervormbaar lokaal bij lage klem druk om zich aan te passen aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel wanneer geklemd tussen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel. Zelfs in geval van een omsluitingsdeel waarvan het ringvormige eindoppervlak voorzien is vanzich radiaal uitstrekkende open groeven, kan de afdichtingstructuur zich aanpassen aan de opeenvolging van uitsteeksels en uitsparingen in omtrekszin gevormd door het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en effectief afdichten, ook tegen de uitgespaarde oppervlakgedeelten van het ringvormige eindoppervlak reeds in een vroeg stadium van het sluiten van het omsluitingsdeel wanneer de klemdruk waarbij het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel tegen elkaar worden gedrukt relatief laag is.

Op gemerkt wordt dat voor het effectief afdichten tussen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en het afdichtingsringgedeelte van de flens om ervoor te zorgen dat de drukval over de substantie in de capside voldoende is voor het gewenste drankbereidingsproces, het niet hermetisch fluïdumdicht dient te zijn onder alle omstandigheden. Bij een vloeistoflekkage tot 4 % en bij voorkeur niet meer dan 2.5 % van het vloeistofvolume gepompt door de capsule, is de afdichting nog steeds effectief voor het toelaten van de drankbereidingsinrichting om de gewenste drukval over de substantie te genereren. Dienovereenkomstig kan een afdichting welke een dergelijke lekkage toelaat een effectieve afdichting vormen.

De uitvinding kan tevens zijn belichaamd in een systeem volgens conclusie 37 en in een gebruik volgens conclusie 47. Bij toepassing van een dergelijk systeem en bij een dergelijk gebruik, vervormt het bruggedeelte lokaal gemakkelijk, waarbij het zich aanpast aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel wanneer het tussen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel wordt geklemd. Meer in het bijzonder, past de afdichtingstructuur zich aan aan de opeenvolging van uitsteeksels en uitsparingen in omtrekszin gevormd door het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en dicht effectief af, ook tegen de uitgespaarde oppervlakgedeelten van het ringvormige eindoppervlak reeds in een vroeg stadium van het sluiten van het omsluitingsdeel, wanneer de klemdruk waarbij het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel tegen elkaar worden gedrukt relatief laag is.

Een goede aanpasbaarheid aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak en bijgevolg een bijzonder effectieve en betrouwbare afdichting reeds bij lage afdichtingsdruk kunnen worden bereikt als tenminste een gedeelte van de bovenzijde van het bruggedeelte een gereduceerde wanddikte heeft kleiner dan een wanddikte van de binnenste en buitenste wandgedeelten.

Als het capsulelichaam een coating op ten minste één zijde heeft, vermindert het weglaten van de coating op ten minste het gedeelte van de bovenzijde van het bruggedeelte met een gereduceerde wanddikte het risico dat de coating wordt beschadigd of loskomt tijdens relatief grote vervormingen welke optreden wanneer de wanddikte wordt gereduceerd tijdens het vervaardigen. De coating kan ook worden verwijderd terwijl de wanddikte tijdens het vervaardigen wordt gereduceerd, bijvoorbeeld als het reduceren van de wanddikte het verwijderen van wandmateriaal omvat.

Een verder verbeterd afdichtingseffect kan worden bereikt als het ongecoate gedeelte van het bruggedeelte op een zijde van de flens is tegenover het deksel en een gestructureerd oppervlak heeft. Een structuur in het oppervlak kan verder de aanp asbaarheid verbetering tijdens de vroege stadia van het klemmen, wanneer de afdichtingsdruk nog steeds laag is, omdat klemkracht slechts via verhoogde gedeelten van de structuur wordt overgedragen, zodat op de verhoogde gedeelten een hogere contactdruk wordt uitgeoefend dan zou worden uitgeoefend over een volledig glad contactoppervlak.

Een bijzonder verbeterd afdichtingseffect kan worden bereikt als het gestructureerde oppervlak richels en valleien omvat welke zich uitstrekken in omtrekszin van de flens, omdat vroege aanpassing aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak dan wordt bereikt in hoofdzakelijk ringvormige gebieden of ringzones welke zich hoofdzakelijk uitstrekken in omtrekszin.

De uitvinding kan ook worden belichaamd in een werkwijze volgens conclusie 52 voor het vervaardigen van een dergelijke capsule. De coating wordt efficiënt verwijderd uit het gedeelte van de flens waarvan de wanddikte verlaagd moet worden voorafgaand aan of tijdens het reduceren van de wanddikte.

Een bijzonder efficiënte vervaardiging van de gereduceerde wanddikte kan worden bereikt als de coating wordt verwijderd van het gedeelte van de flens waarvan de wanddikte moet worden gereduceerd tijdens een materiaal verwijder stap voor het verwijderen van wandmateriaal voor het reduceren van de wanddikte.

Echter, een coating op het bovenzijde gedeelte van het bruggedeelte, ofwel dezelfde coating als op de rest van het buitenoppervlak van het capsulelichaam of een coating anders dan de coating op de rest van het buitenoppervlak van het capsulelichaam, kan ook de afdichting verbeteren, bijvoorbeeld door wrijving tussen het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel en een oppervlakgedeelte van het afdichtingsringgedeelte in contact met het ringvormige eindoppervlak, welke aanpassing van het afdichtingsringgedeelte in contact met het ringvormige eindoppervlak aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak ver gern akkehj kt.

Als één van de binnenste en buitenste wandgedeelten onder een andere hoek met de basisgedeelten van de flens is georiënteerd dan de andere van de binnenste en buitenste wandgedeelten, kan een nauwkeurige en betrouwbare vervorming van de afdichtingstructuur naar een vooraf bepaalde vorm tijdens het afdichten worden bereikt. In het bijzonder het optreden van overgangen tussen omtreksgedeelten welke vervormen naar verschillende eindvormen, hetgeen een verhoogd risico voor lekkage met zich meebrengt, wordt daardoor tegengegaan.

Dit effect kan in het bijzonder effectief worden bereikt als één van de binnenste en buitenste wandgedeelten zich onder een schuine hoek uitstrekt, bij voorkeur 20 - 60 ° en meer bij voorkeur 30 - 50 ° ten opzichte van een vlak van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens en de andere van de binnen en buiten wandgedeelten zich uitstrekt van het bijhorende aangrenzende basisgedeelte van de flens aan een steilere of tegengestelde hoek, bij voorkeur 60 - 160 °, en meer bij voorkeur 70 - 150 0 ten opzichte van een vlak van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens.

Voor een vloeiende, nauwkeurige en betrouwbare vervorming naar een vooraf bepaalde vorm, is het voordelig als, in dwarsdoorsnede aanzicht, ten minste een gedeelte van ten minste één van de binnenste en buitenste wandgedeelten een gebogen middenvlak heeft, in het bijzonder als het gebogen gedeelte van de ten minste één van de binnenste en buitenste wandgedeelten grenst aan de kromming van de bovenzijde van het bruggedeelte en als, in dwarsdoorsnede aanzicht, het vervormbare gedeelte Ω-vormig is. Een ander voordeel van een Ω-vorm is dat slechts een kleine spleet overblijft tussen de binnen en buiten basisgedeelten van de flens zodat een groot oppervlakgebied overblijft voor hechting van het deksel aan de flens.

Voor het verkrijgen van een hoge tegendruk tijdens een eindfase van vervorming van de afdichtingstructuur kan een steundeel zijn voorzien tussen de binnenste en buitenste wandgedeelten.

Een bijzonder eenvoudige aanpassing aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak kan worden bereikt als de bovenzijde van het bruggedeelte gepositioneerd is om eerst te worden geraakt door het ringvormige eindgedeelte, wanneer het afdichtingsringgedeelte tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel van een compatibele drankbereidingsinrichting wordt geklemd.

De bovenzijde van het bruggedeelte vormt een ronde of vlakke kam welke zich in omtreksrichting rond de harthjn van de capsule uitstrekt. Door te bepalen dat de kam gevormd door de bovenzijde van het bruggedeelte een diameter van 29 - 33 mm heeft, meer bij voorkeur 30.0 -31.4 mm en het meest bij voorkeur 30.3 - 31.0 mm, is de bovenzijde van het bruggedeelte centraal gelegen ten opzichte van het ringvormige eindoppervlak om eerst contact te maken met een centraal gedeelte van het ringvormige eindoppervlak wanneer het afdichtingsringgedeelte wordt geklemd tussen het ringvormige eindoppervlak en het genoemde sluitingsdeel van veelgebruikte en commercieel beschikbare drankbereidingsinrichtingen zoals de Citiz, Lattisima, U, Maestria, Pixie, Inissia en Essenza.

De uitvinding is bijzonder voordehg wanneer in een uitvoering van een capsule de capsule gevuld is met 5 tot 20 gram, bij voorkeur 5 tot 10 gram, meer bij voorkeur 5 tot 7 gram van een extraheerbaar product, zoals gebrande en gemalen koffie is.

In een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding welke in het bijzonder eenvoudig te vervaardigen is de buitendiameter van de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule groter dan de diameter van de bodem van de capsule. Bij voorkeur is de buitendiameter van de buitenwaarts uitstekende flens ongeveer 37.1 mm en de diameter van de bodem van de capsule ongeveer 23.3 mm.

De uitvinding is bijzonder voordebg wanneer in een uitvoering van een capsule de dikte van het aluminium capsulebchaam 20 tot 200 micrometer is, bij voorkeur 100 micrometer.

De uitvinding is bijzonder voordebg wanneer in een uitvoering van een capsule de dikte van het aluminium deksel 15 tot 65 micrometer is, bij voorkeur 30 tot 45 micrometer, en meer bij voorkeur 39 micrometer.

In een verdere uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding is het aluminium deksel ingericht om open te scheuren op een sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, zoals een extractieplaat van de drankbereidingsinrichting onder invloed van fLuïdumdruk in de capside.

In een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding welke in het bijzonder gemakkelijk is om te vervaardigen heeft de zijwand van het aluminium capsulelichaam een vrij einde tegenover de bodem, waarbij de buitenwaarts uitstekende flens zich vanaf het vrije einde van de zijwand in een richting ten minste hoofdzakelijk dwars op de centrale capsulelichaamsas uitstrekt. Bij voorkeur omvat de buitenwaarts uitstekende flens een gekrulde buitenrand, wat voordelig is voor het verkrijgen van een goede afdichting met het ringvormige eindoppervlak voorzien van zich radiaal uitstrekkende open groeven. De straal rond de centrale capsulelichaamsas van een binnenrand van de gekrulde buitenrand van de buitenwaarts uitstekende flens is bij voorkeur ten minste 32 mm, zodat de vrije ruimte van het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel is gewaarborgd. Het verdient daarbij de voorkeur dat de afdichtingstructuur geplaatst is tussen het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulelichaam en een binnenrand van de gekrulde buitenrand van de buitenwaarts uitstekende flens voor het verkrijgen van nog een verdere toereikende afdichting.

Om te garanderen dat de gekrulde buitenrand niet interfereert met de werking van een veel verschillende commercieel beschikbare en toekomstige drankbereidingsinrichtingen, heeft de buitenwaarts uitstekende flens een grootste radiale dwarsdoorsnede afmeting van ongeveer 1.2 mm.

De uitvinding is met name gunstig voor capsules waarvan de binnendiameter van het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulelichaam ongeveer 29.5 mm is. De afstand tussen het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulelichaam en een buitenste rand van de buitenwaarts uitstekende flens kan ongeveer 3.8 mm zijn. De voorkeur hoogte van het aluminium capsulelichaam is ongeveer 28.4 mm.

In een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding welke na gebruik gemakkelijker is voor een gebruiker om uit een drankbereidingsinrichting te nemen is het aluminium capsulehchaam afgevlakt, waarbij bij voorkeur de zijwand van het aluminium capsulelichaam een hoek insluit met een hjn dwars op de centrale capsulelichaamsas van ongeveer 97.5°.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding heeft de bodem van het aluminium capsulelichaam een grootste binnendiameter van ongeveer 23.3 mm. Bij voorkeur is de bodem van het aluminium capsulelichaam afgevlakt, bij voorkeur met een bodem hoogte van ongeveer 4.0 mm en dat de bodem verder een algemeen vlak centraal gedeelte tegenover het deksel heeft met een diameter van ongeveer 8.3 mm.

In vrijwel alle gevallen kan een bevredigende afdichting worden verkregen in een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding waarin de hoogte van de afdichtingstructuur ten minste ongeveer 0.1 mm is, meer bij voorkeur ten minste 0.2 mm en het meest bij voorkeur ten minste 0.8 mm en ten hoogste 3 mm, meer bij voorkeur ten hoogste 2 mm en het meest bij voorkeur ten hoogste 1.2 mm.

Wat betreft de voorkeursuitvoeringsvormen van het systeem zoals vermeld in de afhankelijke conclusies die betrekking hebben op dezelfde kenmerken als de kenmerken van de afhankelijke conclusies van de capsule, wordt verwezen naar het bovenstaande.

De uitvinding is bijzonder geschikt in een systeem volgens de uitvinding waarbij, in gebruik, de maximale fluïdum druk in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar. Zelfs bij dergelijke hoge drukken kan een bevredigende afdichting tussen capsule en drankbereidingsinrichting worden verkregen.

Bij voorkeur is het systeem zodanig ingericht dat, in gebruik, tijdens het brouwen, een vrij einde van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting een kracht F2 uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule om een afdichtend contact te verschaffen tussen de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule en het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, waarbij F in het bereik van 500 - 1500 N is, bij voorkeur in het bereik van 750 - 1250 N wanneer de fluïdumdruk P2 in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar. In het bijzonder is het systeem zodanig ingericht dat, in gebruik, voor of bij het begin van het brouwen, een vrije einde van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting een kracht F1 uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule om een afdichtend contact te verschaffen tussen de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule en het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, waarbij F1 in het bereik van 30 - 150 N is, bij voorkeur 40 - 150 N, meer bij voorkeur 50 - 100 N, wanneer de fluïdumdruk P1 in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 0.1-4 bar is, bij voorkeur 0.1-1 bar.

In een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding waarbij het meervoudig aantal zich radiaal uitstrekkende open groeven gelijkmatig op afstand ten opzichte van elkaar zijn verdeeld in tangentiële richting van het ringvormige eindoppervlak van het ringvormige element van de drankbereidingsinrichting, zodat het gemakkelijker is voor een gebruiker om de capsule weg te nemen terwijl nog steeds in een goede afdichting tussen de capsule en drankbereidingsinrichting kan worden voorzien.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding is de langste tangentiële breedte van elke groef (“top to top”, i.e. gelijk aan de groef tot groef steek) 0.9 - 1.1 mm, bij voorkeur 0.95 - 1.05 mm, meer bij voorkeur 0.98 - 1.02 mm, waarbij een maximale hoogte van elke groef in een axiale richting van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting 0.01 - 0.09 mm is, bij voorkeur 0.03 - 0.07 mm, met meer voorkeur 0.045 - 0.055 mm, en het meest bij voorkeur 0.05 mm, en waarbij het aantal groeven 90 - 110 is, bij voorkeur 96. De radiale breedte van het ringvormige eindoppervlak ter plaatse van de groeven kan bijvoorbeeld 0.05 - 0.9 mm zijn, bij voorkeur 0.2 - 0.7 mm en meer bij voorkeur 0.3-0.55 mm.

De uitvinding is in het bijzonder geschikt wanneer toegepast op een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding waarin tijdens gebruik wanneer het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting sluit, het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting kan bewegen ten opzichte van het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting onder invloed van de druk van het fluïdum in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting naar het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting toe voor het toepassen van de maximale kracht tussen de flens van de capsule en het vrije einde van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting.

Verdere aspecten, effecten en details van de uitvinding zullen nu nader worden beschreven aan de hand van niet beperkende voorbeelden getoond in de tekening, waarin:

Fig. 1 een schematische weergave van een uitvoeringsvorm van een systeem volgens de uitvinding toont;

Fig. 2 in een perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van een drankbereidingsinrichting van een systeem volgens de uitvinding toont, waarbij het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting met het meervoudig aantal radiaal uitstrekkende open groeven wordt getoond;

Fig. 3A in dwarsdoorsnede een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding vóór gebruik toont;

Fig. 3B een vergroot detail van de capsule van fig. 3A toont, waarbij de buitenwaarts uitstekende flens en de afdichtingstructuur wordt getoond;

Fig. 3C een vergroot detail van de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule in de figuren 3A en 3B na gebruik toont; en

Fig. 4A - 4H enkele uitvoeringsvormen van een afdichtingstructuur aan de buitenwaarts uitstekende flens van een capsule volgens de uitvinding tonen.

Fig. 1 toont een schematische weergave, in dwarsdoorsnede aanzicht, van een uitvoeringsvorm van een systeem 1 voor het bereiden van drinkbaar brouwsel uit een capsule gebruik makende van een fluïdum toegevoerd onder druk in de capsule. Het systeem 1 omvat een capsule 2 welke is afgedicht teneinde afgedicht te zijn, en een drankbereidingsinrichting 4. De inrichting 4 omvat omsluitingsdeel 6 voor het houden van de capsule 2. De inrichting 4 omvat voorts een sluitingsdeel 8, zoals een extractieplaat, voor het ondersteunen van de capsule 2.

In Fig. 1 is een spleet getekend tussen de capsule 2, het omsluitingsdeel 6 en de extractieplaat 8 voor de duidelijkheid. Het zal duidelijk zijn dat, in gebruik, de capsule 2 in contact kan zijn met het omsluitingsdeel 6 en het extractieplaatdeel 8. Gebruikelijk, heeft het omsluitingsdeel 6 een vorm complementair aan de vorm van de capsule 2.

De inrichting 4 omvat voorts een fluïduminjectiemiddel 10 voor het toevoeren van een hoeveelheid van een fluïdum, zoals water, onder een druk in het bereik van 6 tot 20 bar, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar, aan de uitwisselbare capsule 2.

In het voorbeeld getoond in Fig. 1, omvat de uitwisselbare capsule 2 een aluminium capsulelichaam 12 met een centrale capsulelichaamsas 12A en een aluminium deksel 14. In dit voorbeeld omvat het aluminium capsulelichaam 12 een zijwand 16, een bodem 18 welke de zijwand 16 aan een eerste einde sluit, en een buitenwaarts uitstekende flens 20 welke zich buitenwaarts van de omtrekswand 16 uitstrekt aan een tweede einde tegenover de bodem 18. De zijwand 16, de bodem 18 en het deksel 14 omsluit een binnenruimte 22 omvattende een substantie voor de bereiding van een drinkbaar brouwsel door extractie en/of oplossing van de substantie. Bij voorkeur is de substantie 5 tot 20 gram, bij voorkeur 5 tot 10 gram, meer bij voorkeur 5 tot 7 gram van een extraheerbaar product, zoals gebrande en gemalen koffie voor het bereiden van een enkele drank. De capsule is aanvankelijk afgedicht, i.e. afgedicht vóór gebruik.

Het systeem 1 van Fig. 1 omvat voorts bodem doorborende middelen 24 voor het doorboren van de bodem 18 van de capsule 2 voor het creëren van ten minste één ingangsopening 25 in de bodem 18 voor het toevoeren van fluïdum aan het extraheerbaar product door de ingangsopening 25.

Het systeem 1 van Fig. 1 omvat voorts deksel doorborende middelen 26, hier uitgevoerd als uitsteeksels van het sluitingsdeel 8, voor het doorboren van het deksel 14 van de capsule 2. De deksel doorborende middelen 26 kunnen zijn ingericht om het deksel 14 te scheuren zodra een (fluïdum) druk binnen de binnen ruimte 22 een drempeldruk overschrijdt en het deksel 14 met voldoende kracht tegen de deksel doorborende middelen 26 drukt. Het aluminium deksel 14 is aldus ingericht om open te scheuren op het sluitingsdeel 8 van de drankbereidingsinrichting onder invloed van fluïdum druk in de capsule.

De capsule 2 omvat voorts een afdichtingstructuur 28, in figuren 1, 3A en 3B weergegeven als een algemeen kader maar gedetailleerder beschreven aan de hand van figuren 4A - 4H, waarbij afdichtingstructuur 28 is ingericht aan de buitenwaarts uitstekende flens 20 voor het verschaffen van een fluïdum afdichtend contact met het omsluitingsdeel 6 als de capsule 2 in het omsluitingsdeel 6 wordt geplaatst en het omsluitingsdeel 6 door middel van de extractieplaat 8 wordt gesloten, zodat de buitenwaarts uitstekende flens 20 van de capsule 2 en ten minste een gedeelte van het afdichtingstructuur 28 afdichtend worden gevat tussen het omsluitingsdeel 6 en de extractieplaat 8.

Zoals getoond in figuur 2 omvat het omsluitingsdeel 6 van de drankbereidingsinrichting een ringvormig element 41 met een centrale as 41A an het ringvormig element en een vrij ringvormig eindoppervlak 30.

Het ringvormige eindoppervlak 30 van het ringvormige element 41 is voorzien van een meervoudig aantal zich radiaal uitstrekkende open groeven 40. Het meervoudig aantal zich radiaal uitstrekkende open groeven 40 zijn gelijkmatig op afstand ten opzichte van elkaar in tangentiële richting van het ringvormige eindoppervlak 30 van het ringvormige element 41 verdeeld. De langste tangentiële breedte van elke groef 40 is 0.9 tot 1.1 mm, bij voorkeur 0.95 tot 1.05 mm, meer bij voorkeur 0.98 tot 1.02 mm, waarbij een maximale hoogte van elke groef 40 in een axiale richting van het omsluitingsdeel 6 0.01 tot 0.09 mm is, bij voorkeur 0.03 tot 0.07 mm, meer bij voorkeur 0.045 tot 0.055 mm, en het meest bij voorkeur 0.05 mm. Het aantal groeven 40 ligt in het bereik van 90 tot 110, bij voorkeur 96. De radiale breedte van het ringvormige eindoppervlak ter plaatse van de groeven kan bijvoorbeeld 0.05 tot 0.9 mm zijn, bij voorkeur 0.2 tot 0.7 mm, en meer bij voorkeur 0.3 tot 0.55 mm.

Een uitvoeringsvorm van een capsule volgens de uitvinding is gedetailleerder getoond in figuren 3A en 3B. In de getoonde uitvoeringsvorm is de buitendiameter ODF van de buitenwaarts uitstekende flens 20 groter dan de diameter DB van de bodem 18 van de capsule 2. In de getoonde uitvoeringsvorm is de buitendiameter ODF van de buitenwaarts uitstekende flens 20 ongeveer 37.1 mm en is de diameter DB van de bodem 18 ongeveer 23.3 mm. In het onderhavige voorbeeld, is de dikte van het aluminium capsulelichaam 12 100 micrometer. Gewoonlijk, wordt een wanddikte van 20 tot 200 micrometer verkozen.

In de getoonde uitvoeringsvorm is de dikte van het aluminium deksel 14 39 micrometer, een voorkeursdikte variërend van 15 tot 65 micrometer en meer in het bijzonder 30 - 45 micrometer. Bij voorkeur is de dikte van het aluminium deksel 14 kleiner dan de dikte van het aluminium capsulelichaam 12.

De zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 heeft een vrij einde 42 tegenover de bodem 18. De binnendiameter IDF van het vrije einde 42 van de zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 is ongeveer 29.5 mm. De buitenwaarts uitstekende flens 20 strekt zich uit van dat vrije einde 42 in een richting ten minste hoofdzakelijk dwars op de centrale capsulelichaamsas 12A. De buitenwaarts uitstekende flens 20 omvat een gekrulde buitenrand 43 welke voordelig is voor het verkrijgen van een afdichting tussen de capsule en het omsluitingsdeel. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft de gekrulde buitenrand 43 van de buitenwaarts uitstekende flens 20 een grootste afmeting van ongeveer 1.2 mm. De afstand DIF tussen het vrije einde 42 van de zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 en een binnenrand 43A van de gekrulde buitenrand 43 ongeveer 2.7 mm is, terwijl de afstand DOF tussen het vrije einde 42 van de zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 en een buitenste rand 43B van de buitenwaarts uitstekende flens 20 ongeveer 3.8 millimeter is.

Zoals getoond in figuren 3A en 3B is de afdichtingstructuur 28 gepositioneerd tussen het vrije einde van de zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 en de binnenrand 43A van de gekrulde buitenrand 42 van de buitenwaarts uitstekende flens. De afdichtingstructuur 28 is aangeduid als een algemeen kader (schematisch kader), maar zal hieronder meer in detail worden beschreven. Ongeacht de uitvoeringsvorm van de afdichtingstructuur 28 is de hoogte van de afdichtingstructuur bij voorkeur ten minste ongeveer 0.1 mm, meer bij voorkeur ten minste 0.2 mm en het meest bij voorkeur ten minste 0.8 mm en ten hoogste 3 mm, meer bij voorkeur ten hoogste 2 mm en het meest bij voorkeur ten hoogste 1.2 mm voor het voorzien van een correcte afdichting.

Zoals blijkt uit figuur 3A is het aluminium capsulelichaam 12 afgevlakt. In de getoonde uitvoeringsvorm sluit de zijwand 16 van het aluminium capsulelichaam 12 een hoek A in met een fijn dwars op de centrale capsulelichaamsas 12A van ongeveer 97.5°. De bodem 18 van het aluminium capsulelichaam 12 heeft een grootste binnendiameter DB van ongeveer 23.3 mm. De bodem 18 van het aluminium capsulehchaam 12 is ook afgevlakt, en heeft in de getoonde uitvoeringsvorm een bodem hoogte BH van ongeveer 4.0 mm. De bodem 18 heeft verder een in hoofdzaak vlak centraal gedeelte 18A tegenover het deksel 14, waarbij het centrale gedeelte 18A een diameter DEE heeft van ongeveer 8.3 mm en waarbij in het centrale gedeelte 18A de ingangsopening(en) 25 kan worden gemaakt. De ingangsopeningen kunnen ook worden gemaakt in het afgevlakte gedeelte tussen het centrale gedeelte 18A en de zijwand 16. De totale hoogte TH van het aluminium capsulelichaam 12 van de capsule is ongeveer 28.4 mm.

Het systeem 1 getoond in Fig. 1 wordt als volgt bediend voor het bereiden van een kopje drinkbaar brouwsel, in dit voorbeeld koffie, waarbij de substantie in de capsule gebrande en gemalen koffie is.

De capsule 2 wordt in het omsluitingsdeel 6 geplaatst. De extractieplaat 8 wordt in contact gebracht met de capsule 2. De bodem doorborende middelen 24 doorboren de bodem 18 van de capsule 2 voor het creëren van de ingangsopeningen 25. Het fluïdum, hier heet water onder druk, wordt toegevoerd aan het extraheerbare product in de binnenruimte 22 door de ingangsopeningen 25. Het water zal de gemalen koffie bevochtigen en de gewenste substanties extraheren om het koffiebrouwsel te vormen.

Tijdens het toevoeren van het water onder druk aan de binnenruimte 22, zal de druk binnen de capsule 2 stijgen. De stijging in druk zal het deksel 14 doen vervormen en doen drukken tegen de deksel doorborende middelen 26 van de extractieplaat. Zodra de druk een bepaald niveau bereikt, zal de scheursterkte van het deksel 14 worden overschreden en zal het deksel 14 scheuren tegen de deksel doorborende middelen 26, waardoor uitgangsopeningen worden gecreëerd. De bereide koffie zal afvoeren van de capsule 2 door de uitgangsopeningen en uitlaten 32 (zie fig. 1) van de extractieplaat 8, en kan worden toegevoerd aan een container zoals een beker (niet getoond).

Het systeem 1 is zodanig ingericht dat voor of bij het begin van het brouwen, het vrije einde 30 van het omsluitingsdeel 6 een kracht Fl uitoefent op de afdichtingstructuur 28 van de capsule 2 voor het verschaffen van een afdichtend contact tussen de buitenwaarts uitstekende flens 20 van de capsule 2 en het omsluitingsdeel 6 van de drankbereidingsinrichting, waarbij de kracht Fl in het bereik van 30 tot 150 N is, bij voorkeur 40 tot 150 N, en meer bij voorkeur 50 tot 100 N, wanneer de fluïdum druk PI in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 0.1 tot 4 bar is, bij voorkeur 0.1 tot 1 bar. Tijdens het brouwen, oefent het vrije einde 30 van het omsluitingsdeel 6 een kracht F2 uit op de afdichtingstructuur 28 van de capsule 2 voor het verschaffen van een afdichtend contact tussen de buitenwaarts uitstekende flens 20 van de capsule 2 en het omsluitingsdeel 6, waarbij de kracht F2 in het bereik van 500 tot 1500 N is, bij voorkeur in het bereik van 750 tot 1250 N, wanneer de fluïdumdruk P2 in het omsluitingsdeel 6 van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule 2 in het bereik van 6-20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar. In de getoonde uitvoeringsvorm kan een deel 6B van het omsluitingsdeel 6 bewegen ten opzichte van de extractieplaat 8 onder invloed van de druk van het fluïdum in de omsluitingsdeel 6 inrichting naar de extractieplaat 8 toe voor het toepassen van de maximale kracht tussen de buitenwaarts uitstekende flens 20 en het vrije einde 30 van het omsluitingsdeel 6. Deze beweging kan plaatsvinden tijdens gebruik, i.e. aan het begin van het brouwen en tijdens het brouwen. Het omsluitingsdeel 6 heeft een eerste deel 6A en een tweede deel 6B waarbij het tweede deel het ringvormige eindoppervlak 30 omvat. Het tweede deel 6B kan ten opzichte van het eerste deel 6A bewegen tussen een eerste en tweede positie. Het tweede deel 6B kan bewegen van de eerste positie naar de tweede positie toe in de richting van het sluitingsdeel 8 onder invloed van fluïdum druk in het omsluitingsdeel 6. De kracht F1 zoals hierboven besproken kan worden bereikt als het tweede deel 6B in de eerste positie is met een fluïdumdruk PI. De kracht F2 zoals hierboven besproken kan worden bereikt als het tweede deel 6B naar de tweede positie wordt bewogen onder invloed van de fluïdumdruk P2 in het omsluitingsdeel 6.

Als gevolg van de toegepaste kracht ondergaat de afdichtingstructuur 28 van de capsule volgens de uitvinding een plastische vervorming en past zich nauwkeurig aan de groeven 40 van het ringvormige eindoppervlak 30 aan en voorziet aldus in een afdichtend contact tussen het omsluitingsdeel 6 en de capsule 2 bij een relatief lage fluïdumdruk tijdens het opstarten van het brouwen, maar voorziet ook in een afdichtend contact op de veel hogere fluïdumdruk in het omsluitingsdeel buiten de capsule tijdens het brouwen. Deze nauwe aanpassing aan de groeven 40 van het omsluitingsdeel is aangegeven in figuur 3C welke de capside 2 volgens de uitvinding na gebruik toont, en welke duidelijk aangeeft dat de buitenwaarts uitstekende flens 20 vervormingen 40’ omvat welke overeenkomen met de groeven 40 van het omsluitingsdeel.

Nu zullen voorbeeld uitvoeringsvormen van een afdichtingstructuur 28 aan de buitenwaarts uitstekende flens 20 van de capsule 2 volgens de uitvinding gedetailleerder worden beschreven gelet op Fig. 4A tot 4H.

In Fig. 4A is een eerste voorbeeld van een flens 20 met een afdichtingstructuur 28 in contact met een ringvormig eindoppervlak van een omsluitingsdeel 6 voorafgaand aan vervorming van de afdichtingstructuur 28 weergegeven. De afdichtingstructuur is in de vorm van een vervormbaar afdichtingsringgedeelte 28 van de flens 20. Het deksel 14 is bevestigd aan basisgedeelten 44, 45 van de flens 20, welke een vlak basisniveau vlak van de flens 20 loodrecht op de capsulelichaamsas definiëren. Het afdichtingsringgedeelte 28 steekt axiaal van de basisgedeelten 44, 45 van de flens 20 uit aan een zijde van de basisgedeelten 44, 45 tegenover het deksel 14 (i.e. de zijde tegenover het ringvormige eindoppervlak 30).

Het vervormbare afdichtingsringgedeelte 28 heeft een binnenste wandgedeelte 46 welke zich uitstrekt vanaf en grenst aan een binnenste basisgedeelte 44 van de flens 20 en een buitenste wandgedeelte 47 welke zich uitstrekt vanaf en grenst aan een buitenste basisgedeelte 45 van de flens 20. Het buitenste wandgedeelte 47 bevindt zich buitenwaarts van en op afstand van het binnenste wandgedeelte 46. Het vervormbare afdichtingsringgedeelte 28 omvat verder een bruggedeelte 48 welke het binnenste wandgedeelte 46 en het buitenste wandgedeelte 47 onderling verbindt. Het bruggedeelte 48 bevindt zich axiaal op afstand van de basisgedeelten 44, 45 van de flens 20.

In dwarsdoorsnede aanzicht zoals getoond, heeft een bovenzijde 49 van het bruggedeelte axiaal het verst van de basisgedeelten van de flens 44, 45 een middenvlak gekromd met een kromtestraal groter dan tweemaal de wanddikte van de bovenzijde 49 van het bruggedeelte 48. Omdat de kromtestraal relatief groot is, kan het relatief gemakkelijk worden vervormd om zich aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak 30 aan te passen als het ringvormige eindoppervlak 30 wordt gedrukt tegen het vervormbare afdichtingsringgedeelte 28 waardoor het wordt vervormd. Aangezien het vervormbare afdichtingsringgedeelte 28 een integraal gedeelte van het capsulelichaam is, kan het efficiënt worden vervaardigd en, gemaakt van hetzelfde materiaal als de rest van het capsulelichaam, kan het samen met de rest van het capsulehchaam worden gerecycleerd na gebruik en verwijdering van de capsule.

Het binnenste wandgedeelte 46 is onder een andere hoek tot de basisgedeelten van de flens 44, 45 georiënteerd dan het buitenste wandgedeelte 47. Dit resulteert in een nauwkeurige en betrouwbare vervorming van de afdichtingstructuur 28 naar een vooraf bepaalde vorm tijdens het afdichten. In het bijzonder wordt vermeden dat overgangen worden gevormd tussen omtreksecties, welke vervormen naar verschillende eindvormen tijdens vervormingen. Dergelijke overgangen brengen een verhoogd risico van lekkage met zich mee.

In het onderhavige voorbeeld, wordt dit effect bijzonder effectief bereikt doordat het buitenste wandgedeelte zich onder een schuine hoek ten opzichte van een vlak van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens uitstrekt en het binnenste wandgedeelte zich uitstrekt van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens aan een tegengestelde hoek, zodat het parallel is aan het buitenste wandgedeelte 47. De schuine hoek is bij voorkeur 20 tot 60 ° en meer bij voorkeur 30 tot 50 °, en de tegengestelde hoek bij voorkeur 120 - 160 °, en meer bij voorkeur 110 -150 ° ten opzichte van een vlak van de respectievelijke bijbehorende aangrenzende basisgedeelten van de flens 44, 45.

In het voorbeeld getoond in Fig. 4B is het buitenste wandgedeelte 147 ongeveer loodrecht op het basisgedeelte van de flens aangrenzend daaraan. Naast een gebogen gedeelte omvattende het boven gedeelte 149, heeft het bruggedeelte 148 ook een schuin, algemeen vlak gedeelte 150. Voor een soepele, nauwkeurige en betrouwbare vervorming naar een vooraf bepaalde vorm, hebben de binnenste wandgedeelten 146 een gekromd middenvlak aangrenzend aan de kromming van de bovenzijde van het bruggedeelte. De relatief gemakkelijke samendrukbaarheid van het gekromde binnen wandgedeelte 146 wordt opgevangen door een algemeen scharnier buiging van het vlakke gedeelte 150 van het bruggedeelte om de verbinding daarvan met het buitenste wandgedeelte 147. Aldus wordt vermeden dat het binnenste wandgedeelte 146 en een aangrenzend gedeelte van het bruggedeelte 148 plat worden gevouwen op één zijde en wordt ervoor gezorgd dat de gebogen secties gevormd door deze gedeelten op zichzelf worden gevouwen tijdens vervorming, zodat wordt gewaarborgd dat tijdens vervorming een relatief constante tegenkracht wordt uitgeoefend.

In Fig. 4C wordt een voorbeeld getoond waarin de bovenzijde 249 van het bruggedeelte 248 vlak is (i.e. heeft een oneindig grote kromtestraal). Ook een dergebjk vlak wandgedeelte is relatief gemakkebjk vervormbaar voor vloeiende aanpassing aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak 30. De binnenste en buitenste wandgedeelten 246, 247 zijn loodrecht op de aangrenzende basisgedeelten van de flens 244, 245 georiënteerd, zodat een bijzonder stijve steun van het bruggedeelte 248 wordt verkregen, welke voorkomt dat het bruggedeelte zich als geheel verplaatst als gevolg van de druk uitgeoefend door het ringvormige eindoppervlak 30, zodat vervormingen, althans aanvankebjk, geconcentreerd zijn in het bruggedeelte 248 zelf. Op zijn beurt is dit voordehg voor aanpassing van de vorm van het afdichtingsringgedeelte 228 aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak 30. Een bijzonder effectieve en betrouwbare afdichting kan reeds bij lage afdichtingsdruk worden bereikt als ten minste een gedeelte van de bovenzijde 249 van het bruggedeelte 248 een gereduceerde wanddikte kleiner dan een wanddikte van de binnen en buiten wandgedeelten 247, 246 heeft (de gereduceerde wanddikte is niet getoond in fig. 4C). In deze en andere uitvoeringsvormen kan de gereduceerde dikte van ten minste het bovenzijde gedeelte van het bruggedeelte bijvoorbeeld 10 tot 95 micrometer zijn, meer bij voorkeur 30 tot 70 micrometer en het meest bij voorkeur 40 tot 50 micrometer.

In het voorbeeld getoond in Fig. 4D is het vervormbare afdichtingsringgedeelte Ω-vormig, waarbij het binnenste wandgedeelte 346, het bruggedeelte 348 met bovenzijde 349 en het buitenste wandgedeelte 347 een in hoofdzaak constante kromtestraal hebben. Een dergelijke vorm is bijzonder voordelig voor een vloeiende, nauwkeurige en betrouwbare vervorming tot een vooraf bepaalde vorm. Een ander voordeel van een dergelijke vorm is dat slechts een kleine spleet overblijft tussen de binnen en buiten basisgedeelten van de flens 344, 345 zodat een groot oppervlakgebied voor hechting van het deksel 14 aan de flens overblijft.

Ook in het voorbeeld getoond in Fig. 4D, is het vervormbare afdichtingsringgedeelte 428 Ω-vormig, maar heeft een grotere kromtestraal, zodat de breedte van het Ω-vormige gedeelte ten minste even breed is als de breedte van het ringvormige eindoppervlak 30. Dit laat het ringvormige eindoppervlak toe om in het (oorspronkelijke) Ω-vormige gedeelte te worden gedrukt, waarvan de breedte toeneemt tijdens vervorming, waardoor een bijzonder effectieve dubbele afdichting wordt bereikt aan buitenste en binnenste grensgebieden van ringvormig eindoppervlak 30.

In het voorbeeld getoond in Fig. 4F, is een steundeel 551 van een relatief veerkrachtig materiaal voorzien tussen de binnen en buiten wandgedeelten 546, 547 en onder het bruggedeelte 548 voor het verkrijgen van een hoge tegendruk tijdens een eindfase van vervorming van de afdichtingstructuur. Een dergelijk steundeel is bijzonder voordelig als, zoals in het onderhavige voorbeeld, het vervormbare afdichtingsringgedeelte 528 een relatief vlakke configuratie heeft.

Een bijzonder goede aanpasbaarheid aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak 30 en bijgevolg een bijzonder effectieve en betrouwbare afdichting reeds bij lage afdichtingsdruk kan worden bereikt als, zoals in het voorbeeld volgens fig. 4G, ten minste een gedeelte van de bovenzijde 649 van het bruggedeelte 648 een gereduceerde wanddikte heeft kleiner dan een wanddikte van de binnen en buiten wandgedeelten 647, 646.

Het bruggedeelte 649 kan een ongecoate oppervlak tegenover het ringvormige eindoppervlak 30 hebben terwijl de rest van het capsulelichaam materiaal gecoat kan zijn op dezelfde zijde of aan beide zijden, om schade aan de coating, tijdens het reduceren van de wanddikte of door verwijdering van de coating terwijl de wanddikte wordt gereduceerd, te vermijden.

Terwijl de coating wordt verwijderd, kan een structuur worden aangebracht op het oppervlak waarop de coating wordt verwijderd. Een dergelijke structuur, bij voorkeur omvattende richels en valleien in omtrekszin van de flens, kan de aanpasbaarheid tijdens de vroege stadia van klemmen verder verbeteren, wanneer de afdichtingsdruk nog steeds laag is, omdat de klemkracht slechts wordt overgedragen via verhoogde gedeelten van de structuur, zodat aan de verhoogde gedeelten een hogere contactdruk wordt uitgeoefend dan zou worden uitgeoefend op een volledig glad contactoppervlak.

In Fig. 4H, wordt een voorbeeld getoond waarin één van de wandgedeelten 746, 747 (in dit geval het buitenste wandgedeelte 747) steiler ten opzichte van de basisgedeelten van de flens 744, 745 is georiënteerd dan het andere van de wandgedeelten 746,747 (in dit geval het binnenste wandgedeelte 747), welke schuin is georiënteerd ten opzichte van de basisgedeelten van de flens 744, 745. Ook in dit voorbeeld voorkomt het schuine wandgedeelte 746, welke zwenkt als het de vervorming van het bruggedeelte 748 volgt en van het steile wandgedeelte 747, dat het steile wandgedeelte 747 dat het meest wordt vervormd wordt omgevouwen. Het steile buiten wandgedeelte 747 is geplaatst, zodat het wordt gebogen naar de buitenzijde van het ringvormige eindoppervlak 30 als het omsluitingsdeel tegen het bovenzijde gedeelte 749 van het bruggedeelte wordt gedrukt. Het wandmateriaal van een bovenzijde einde van het steile buiten wandgedeelte 747 wordt vervolgens afrollend vervormd terwijl het het bruggedeelte 748 volgt welke naar beneden wordt gedrukt en radiaal wordt vastgehouden door het zwenkbare binnenste wandgedeelte 746, zoals blijkt uit de gedeformeerde condities 728’ en 728” van het vervormbare afdichtingsgedeelte 728 getoond in Fig. 4H. Derhalve wordt eerst een lokale vervorming welke zich aanpast aan de vorm van het ringvormige eindoppervlak 30 bereikt wanneer het ringvormige eindoppervlak 30 tegen het bovenzijde gedeelte 749 van het bruggedeelte 748 wordt gedrukt. Vervolgens laat het afrollend vervormen een vloeiende axiale vervorming over een groot traject toe.

In elk van de voorbeelden getoond in Fig. 4A - 4H, is de bovenzijde van het bruggedeelte geplaatst om eerst te worden geraakt door het ringvormige eindgedeelte 30, wanneer het afdichtingsringgedeelte tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel van een compatibel drankbereidingsinrichting wordt geklemd. De diameter van de bovenzijde van het bruggedeelte is bovendien zodanig dat de bovenzijde van het bruggedeelte centraal is gelegen ten opzichte van het ringvormige eindoppervlak 30 om eerst contact te maken met een centraal gedeelte van dat ringvormige eindoppervlak wanneer het afdichtingsringgedeelte tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel van een compatibel drankbereidingsinrichting wordt geklemd.

In de voorgaande specificatie is de uitvinding beschreven onder verwijzing naar specifieke voorbeelden van uitvoeringsvormen van de uitvinding. Het zal echter duidelijk zijn dat verscheidene modificaties en veranderingen kunnen worden aangebracht zonder buiten de bredere geest en beschermingsomvang van de uitvinding zoals uiteengezet in de bij gevoegde conclusies te treden.

Claims (53)

1. CONCLUSIES

   1. Een capsule bevattende een substantie voor de bereiding van een drinkbaar brouwsel door extractie en/of oplossing van de substantie door middel van het toevoeren van een fluïdum onder druk in de capsule, de capsule omvattende: een aluminium capsulelichaam met een centrale capsulelichaamshartlijn, waarbij het aluminium capsulelichaam een bodem, een zijwand, een buitenwaarts uitstekende flens en een afdichtingstructuur aan de flens omvat; en een dekvel welke bevestigd is aan de flens en de capsule hermetisch afsluit; waarbij de afdichtingstructuur vervormbaar is voor het verschaffen van een fluïdum afdichtend contact met een ringvormig eindoppervlak van een omsluitingsdeel van een drankbereidingsinrichting als de capside in het omsluitingsdeel wordt geplaatst en het omsluitingsdeel door middel van een sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt gesloten, zoals een extractieplaat van de drankbereidingsinrichting, waarbij ten minste gedeelten van de flens en de afdichtingstructuur geklemd zijn tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel, waarbij het ringvormige eindoppervlak optioneel is voorzien van een meervoudig aantal zich radiaal uitstrekkende open groeven; met het kenmerk, dat de afdichtingstructuur een vervormbaar afdichtingsringgedeelte van de flens omvat, waarbij het afdichtingsringgedeelte axiaal uitsteekt vanaf basisgedeelten van de flens, waaraan het dekvel is bevestigd, aan een zijde van de basisgedeelten tegenover het dekvel, het vervormbare afdichtingsringgedeelte omvattende: een binnenwand gedeelte welke zich uitstrekt van en grenst aan een binnenste basisgedeelte van de flens; een buitenwandgedeelte welke zich uitstrekt van en grenst aan een buiten basisgedeelte van de flens, waarbij de buitenwand zich radiaal buitenwaarts van en op radiale afstand van het binnenste wandgedeelte is gelegen; en een bruggedeelte die het binnenste wandgedeelte en het buitenste wandgedeelte onderling verbindt, waarbij het bruggedeelte axiaal op afstand van de basis gedeelten van de flens is gelegen; waarbij, in radiaal dwarsdoorsnede aanzicht, een bovenzijde van het bruggedeelte axiaal het verst van de basisgedeelten van de flens vlak is of een middenvlak gekromd met een kromtestraal groter dan twee maal een wanddikte van de bovenzijde van het bruggedeelte heeft.
2. 2. Capsule volgens conclusie 1, waarbij ten minste een gedeelte van de bovenzijde van het bruggedeelte een gereduceerde wanddikte heeft kleiner dan een wanddikte van de binnenste en buitenste wandgedeelten.
3. 3. Capsule volgens conclusie 2, verder omvattende een coating op ten minste één zijde van het capsulelichaam, waarbij de coating afwezig is in ten minste het gedeelte van de bovenzijde van het bruggedeelte met een gereduceerde wanddikte of verder omvattende een coating op het bovenzijde gedeelte van het bruggedeelte, ofwel dezelfde coating als op een rest van een buitenoppervlak van het capsulelichaam of een coating anders dan de coating op de rest van het buitenoppervlak van het capsulelichaam.
4. 4. Capsule volgens conclusie 3, waarbij het ongecoate gedeelte van het bruggedeelte aan een zijde van de flens tegenover het dekvel is en een gestructureerd oppervlak heeft.
5. 5. Capsule volgens conclusie 4, waarbij het gestructureerde oppervlak richels en valleien omvat welke zich uitstrekken in omtrekszin van de flens.
6. 6. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij één van de binnenste en buitenste wandgedeelten onder een andere hoek georiënteerd is ten opzichte van de basisgedeelten van de flens dan de andere van de binnenste en buitenste wandgedeelten.
7. 7. Capsule volgens conclusie 6, waarbij één van de binnenste en buitenste wandgedeelten zich onder een schuine hoek uitstrekt, bij voorkeur 20-60°, en meer bij voorkeur 30-50°, ten opzichte van een vlak van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens, en de andere van de binnenste en buitenste wandgedeelten zich uitstrekt vanaf het bijhorende aangrenzende basisgedeelte van de flens onder een steilere hoek of tegengestelde hoek, bij voorkeur 60-160°, en meer bij voorkeur 70-150°, ten opzichte van een vlak van het bijbehorende aangrenzende basisgedeelte van de flens.
8. 8. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij, in dwarsdoorsnede aanzicht, ten minste een gedeelte van ten minste één van de binnen en buiten wandgedeelten een gekromd middenvlak heeft.
9. 9. Capsule volgens conclusie 8, waarbij het gekromde gedeelte van de ten minste één van de binnen en buiten wandgedeelten grenst aan de kromming van de bovenzijde van het bruggedeelte.
10. 10. Capsule volgens conclusie 9, waarbij, in dwarsdoorsnede aanzicht het vervormbare afdichtingsringgedeelte Ω-vormig is.
11. 11. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een steunlid tussen de binnenste en buitenste wandgedeelten.
12. 12. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bovenzijde van het bruggedeelte is gepositioneerd om eerst te worden gecontacteerd door het ringvormige eindgedeelte, wanneer het afdichtingsringgedeelte geklemd is tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel van een compatibele drankbereidingsinrichting.
13. 13. Capsule volgens conclusie 12, waarbij de bovenzijde van het bruggedeelte een kam vormt welke zich over de omtrek uitstrekt rond de hartlijn van de capside, waarbij de kam een diameter van 29 - 33 mm heeft, bij voorkeur 30.0 - 31.4 mm en meer bij voorkeur 30.3 - 31.0 mm, waarbij bij voorkeur de bovenzijde van het bruggedeelte centraal gelegen is ten opzichte van het ringvormige eindoppervlak om eerst contact te maken met een centraal gedeelte van het ringvormige eindoppervlak wanneer het afdichtingsringgedeelte wordt geklemd tussen het ringvormige eindoppervlak en het genoemde omsluitingsgedeelte van veelgebruikte en commercieel beschikbare drankbereidingsinrichtingen zoals de Citiz, Lattisima, U, Maestria, Pixie, Inissia en Essenza.
14. 14. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de capsule gevuld is met 5 - 20 gram, bij voorkeur 5 - 10 gram, meer bij voorkeur 5 - 7 gram van een extraheerbaar product, zoals gebrande en gemalen koffie.
15. 15. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buitendiameter van de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule groter is dan de diameter van de bodem van de capsule.
16. 16. Capsule volgens conclusie 15, waarbij de buitendiameter van de buitenwaarts uitstekende flens ongeveer 37.1 mm is en de diameter van de bodem van de capsule ongeveer 23.3 mm is.
17. 17. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de dikte van het aluminium capsulelichaam 20 tot 200 micrometer is, bij voorkeur 90 - 110 micrometer.
18. 18. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dekvel van aluminium is met een dikte van 15 tot 65 micrometer, bij voorkeur 30 -45 micrometer en meer bij voorkeur 39 micrometer.
19. 19. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aluminium capsulelichaam een wanddikte groter dan de wanddikte van het dekvel heeft.
20. 20. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het dekvel is ingericht om open te scheuren op een sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, zoals een extractieplaat van de drankbereidingsinrichting onder invloed van vloeistofdruk in de capsule.
21. 21. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de zijwand van het aluminium capsulelichaam een vrij einde tegenover de bodem heeft, waarbij de buitenwaarts uitstekende flens zich vanaf het vrije einde van de zijwand in een richting ten minste hoofdzakelijk dwars op de centrale capsulelichaamsas uitstrekt.
22. 22. Capsule volgens conclusie 19, waarbij de buitenwaarts uitstekende flens een gekrulde buitenrand omvat radiaal buiten het afdichtingsgedeelte.
23. 23. Capsule volgens conclusie 22, waarbij een binnenrand van de gekrulde buitenrand van de buitenwaarts uitstekende flens een straal rond de centrale capsulelichaamsas heeft van ten minste 32 mm, waarbij bij voorkeur de afdichtingstructuur geplaatst is tussen het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulelichaam en een binnenrand van de gekrulde buitenrand van de buitenwaarts uitstrekkende flensuitstekende flens.
24. 24. Capsule volgens conclusie 22 of 23, waarbij de gekrulde buitenrand van de buitenwaarts uitstekende flens een grootste radiale dwarsdoorsnede afmeting heeft van ongeveer 1.2 mm.
25. 25. Capsule volgens één der conclusies 21 tot 24, waarbij de binnendiameter van het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulehchaam ongeveer 29.5 mm is.
26. 26. Capsule volgens één der conclusies 9 tot 14, waarbij de afstand tussen het vrije einde van de zijwand van het aluminium capsulehchaam en een buitenste rand van de buitenwaarts uitstekende flens ongeveer 3.8 mm is.
27. 27. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aluminium capsulelichaam een hoogte in axiale richting heeft van ongeveer 28.4 mm.
28. 28. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het aluminium capsulelichaam afgevlakt is, waarbij bij voorkeur de zijwand van het aluminium capsulelichaam een hoek insluit met een hjn dwars op de centrale capsulelichaamsas van ongeveer 97.5°.
29. 29. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bodem van het aluminium capsulelichaam een grootste binnendiameter van ongeveer 23.3 mm heeft.
30. 30. Capsule volgens conclusie 29, waarbij de bodem van het aluminium capsulelichaam afgevlakt is, bij voorkeur met een bodem hoogte van ongeveer 4.0 mm en waarbij de bodem verder een ingangseinde een algemeen vlak centraal gedeelte tegenover het dekvel heeft met een diameter van ongeveer 8.3 mm.
31. 31. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afdichtingstructuur een hoogte in axiale richting heeft van ten minste ongeveer 0.1 mm, meer bij voorkeur ten minste 0.2 mm en het meest bij voorkeur ten minste 0.8 mm en ten hoogste 3 mm, meer bij voorkeur ten hoogste 2 mm en het meest bij voorkeur ten hoogste 1.2 mm.
32. 32. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsringgedeelte vervormbaar is zodanig dat het afdichtingsringgedeelte effectief afdicht tegen het ringvormige oppervlak als tijdens het brouwen, het ringvormige eindoppervlak een kracht F uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule om een afdichtend contact tussen de flens en het ringvormige eindoppervlak te voorzien, waarbij F in het bereik van 500 - 1500 N is, bij voorkeur in het bereik van 750 - 1250 N, wanneer de fluïdumdruk in het omsluitingsdeel buiten de capsule in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar.
33. 33. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsringgedeelte vervormbaar is zodanig dat het afdichtingsringgedeelte effectief afdicht tegen het ringvormige oppervlak als, in gebruik, voor of bij het begin van het brouwen, het ringvormige eindoppervlak een kracht F1 op de afdichtingstructuur van de capsule uitoefent om een afdichtend contact tussen de flens en het ringvormige eindoppervlak te voorzien, waarbij de kracht F1 in het bereik van 30 - 150 N is, bij voorkeur 40 - 150 N en meer bij voorkeur 50 - 100 N, wanneer de fluïdum druk PI in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 0.1-4 bar is, bij voorkeur 0.1-1 bar.
34. 34. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsringgedeelte vervormbaar is zodanig dat het afdichtingsringgedeelte effectief afdicht tegen het ringvormige oppervlak als het ringvormige eindoppervlak welke gedrukt is tegen het afdichtingsringgedeelte een meervoudig aantal radiaal uitstrekkende open groeven omvat gelijkmatig op afstand ten opzichte van elkaar verdeeld in omtrekszin van het ringvormige eindoppervlak.
35. 35. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsringgedeelte vervormbaar is zodanig dat het afdichtingsringgedeelte effectief afdicht tegen het ringvormige oppervlak als de grootste breedte van elk van de groeven 0.9 - 1.1 mm is, bij voorkeur 0.95 - 1.05 mm, meer bij voorkeur 0.98 - 1.02 mm, waarbij een maximale hoogte van elk van de groeven in een axiale richting van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting 0.01 - 0.09 mm is, bij voorkeur 0.03 - 0.07 mm, meer bij voorkeur 0.045 - 0.055 mm en het meest bij voorkeur 0.05 mm en waarbij het aantal groeven 90 tot 110 is, bij voorkeur 96, en waarbij optioneel de radiale breedte van het ringvormige eindoppervlak ter plaatse van de groeven 0.05 - 0.9 mm is, bij voorkeur 0.2 - 0.7 mm en meer bij voorkeur 0.3-0.55 mm.
36. 36. Capsule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het afdichtingsringgedeelte en de rest van het capsulelichaam van hetzelfde plaatmateriaal zijn gemaakt.
37. 37. Een systeem voor het bereiden van een drinkbaar brouwsel uit een capsule met gebruik van een onder druk toegevoerd fluïdum in de capsule, omvattende: een drankbereidingsinrichting omvattende een omsluitingsdeel voor het opnemen van de capsule, waarbij het omsluitingsdeel fluïdum injectiemiddelen omvat voor het toevoeren van fluïdum onder druk in de capsule, waarbij de drankbereidingsinrichting verder een sluitingsdeel omvat, zoals een extractieplaat, voor het sluiten van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, waarbij het omsluitingsdeel een ringvormig einde heeft met een ringvormig eindoppervlak, waarbij het ringvormige eindoppervlak optioneel is voorzien van een meervoudig aantal radiaal uitstrekkende open groeven; een capsule bevattende een substantie voor de bereiding van een drinkbaar brouwsel door extractie en/of oplossing van de substantie door middel van een fluïdum toe te voeren onder druk in de capsule, de capside omvattende: een aluminium capsulelichaam met een centrale capsulehchaamsas, waarbij het aluminium capsulelichaam een bodem, een zijwand, een buitenwaarts uitstekende flens en een afdichtingstructuur aan de flens omvat; en een dekvel welke bevestigd is aan de flens en de capsule hermetisch afsluit; waarbij de afdichtingstructuur vervormbaar is en in fluïdum afdichtend contact is met het ringvormige eindoppervlak als de capsule gepositioneerd is in het omsluitingsdeel en het omsluitingsdeel wordt gesloten door middel van het sluitingsdeel, waarbij ten minste gedeelten van de flens en de afdichtingstructuur geklemd zijn tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel; met het kenmerk, dat de afdichtingstructuur een vervormbaar afdichtingsringgedeelte van de flens omvat, waarbij het afdichtingsringgedeelte axiaal uitsteekt van basisgedeelten van de flens, waaraan het dekvel is bevestigd, aan een zijde van de basisgedeelten tegenover het omsluitingsdeel wanneer de capsule in het omsluitingsdeel is, het vervormbare afdichtingsringgedeelte omvattende: een binnenwand gedeelte welke zich uitstrekt van en grenst aan een binnenste basisgedeelte van de flens; een buitenwand gedeelte welke zich uitstrekt van en grenst aan een buitenste basisgedeelte van de flens, waarbij de buitenwand radiaal buitenwaarts van en radiaal op afstand van het binnente wandgedeelte is gelegen; en een bruggedeelte welke het binnenste wandgedeelte en het buitenste wandgedeelte onderling verbindt, waarbij het bruggedeelte axiaal op afstand van de basisgedeelten van de flens is gelegen; waarbij, in radiale dwarsdoorsnede aanzicht, een bovenzijde van het bruggedeelte axiaal het verst van de basisgedeelten van de flens vlak is of een middenvlak gekromd met een kromtestraal groter dan twee maal een wanddikte van de bovenzijde van het bruggedeelte heeft.
38. 38. Systeem volgens conclusie 37, waarbij het ringvormige eindoppervlak geplaatst is om eerst contact te maken met het bruggedeelte wanneer de afdichtingsringgedeelte geklemd is tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel.
39. 39. Systeem volgens conclusie 38, waarbij, in dwarsdoorsnede aanzicht, de bovenzijde van het bruggedeelte centraal is gelegen ten opzichte van het ringvormige eindoppervlak om eerst contact te maken met een centraal gedeelte van het ringvormige eindoppervlak wanneer het afdichtingsringgedeelte vastgeklemd is tussen het ringvormige eindoppervlak en het sluitingsdeel.
40. 40. Systeem volgens één van de conclusies 37-39, waarbij de capsule een capsule is volgens één der conclusies 2 tot 36, waarbij bij voorkeur voor de capsule volgens conclusie 13 geldt dat de bovenzijde van het bruggedeelte centraal gelegen is ten opzichte van het ringvormige eindoppervlak om eerst contact te maken met een centraal gedeelte van het ringvormige eindoppervlak wanneer het afdichtingsringgedeelte wordt geklemd tussen het ringvormige eindoppervlak en het genoemde sluitingsdeel van veelgebruikte en commercieel beschikbare drankbereidingsinrichtingen zoals de Citiz, Lattisima, U, Maestria, Pixie, Inissia en Essenza.
41. 41. Systeem volgens één van de conclusies 37-40, waarbij, in gebruik, de maximale fluïdumdruk in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar.
42. 42. Systeem volgens één van de conclusies 37-41, waarbij het systeem zodanig is ingericht dat, in gebruik, tijdens het brouwen, het ringvormige eindoppervlak een kracht F2 uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule om een afdichtend contact te verschaffen tussen de flens en het ringvormige eindoppervlak, waarbij F2 in het bereik van 500 - 1500 N is, bij voorkeur in het bereik van 750 - 1250 N wanneer de fluïdumdruk P2 in het omsluitingsdeel buiten de capsule in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar.
43. 43. Systeem volgens één der conclusies 37-42, waarbij het systeem zodanig is ingericht dat, in gebruik, voor of bij het begin van het brouwen, het ringvormige eindoppervlak een kracht F uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule om een afdichtend contact te verschaffen tussen de flens en het ringvormige eindoppervlak, waarbij F1 in het bereik van 30 - 150 N is, bij voorkeur 40 - 150 N, meer bij voorkeur 50 - 100 N, wanneer de fluïdumdruk Pl in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 0.1-4 bar is, bij voorkeur 0.1-1 bar.
44. 44. Systeem volgens één van de conclusies 37-43, waarbij het meervoudig aantal radiaal uitstrekkende open groeven gelijkmatig op afstand ten opzichte van elkaar verdeeld zijn in omtrekszin van het ringvormige eindoppervlak.
45. 45. Systeem volgens conclusie 44, waarbij de grootste breedte van elke groef 0.9 - 1.1 mm is, bij voorkeur 0.95 - 1.05 mm, meer bij voorkeur 0.98 -1.02 mm, waarbij een maximale hoogte van elke groef in een axiale richting van het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting 0.01 - 0.09 mm is, bij voorkeur 0.03 - 0.07 mm, met meer voorkeur 0.045 - 0.055 mm, en het meest bij voorkeur 0.05 mm, en waarbij het aantal groeven 90 - 110 is, bij voorkeur 96, waarbij de radiale breedte van het ringvormige eindoppervlak ter plaatse van de groeven bij voorkeur 0.05 - 0.9 mm is, meer bij voorkeur 0.2 - 0.7 mm en nog meer bij voorkeur 0.3 - 0.55 mm.
46. 46. Systeem volgens één van de conclusies 37-45, waarbij tijdens gebruik wanneer het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting sluit, ten minste een gedeelte van het omsluitingsdeel omvattende het ringvormige eindoppervlak kan bewegen ten opzichte van het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting onder invloed van de druk van het fluïdum in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting naar het sluitingsdeel waardoor het ringvormige eindoppervlak de maximale klemkracht op de flens van de capsule toepast.
47. 47. Gebruik van een capsule volgens één der conclusies 1 tot 36 in een drankbereidingsinrichting omvattende een omsluitingsdeel voor het opnemen van de capsule, waarbij het omsluitingsdeel fluïdum injectiemiddelen omvat welke fluïdum toevoert onder druk in de capsule, waarbij de drankbereidingsinrichting verder een sluitingsdeel omvat, zoals een extractieplaat, welke het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting sluit, waarbij het omsluitingsdeel een ringvormig einde heeft met een ringvormig eindoppervlak, waarbij het ringvormige eindoppervlak optioneel is voorzien van een meervoudig aantal radiale uitstrekkende open groeven, waarbij de capsule in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt geplaatst, waarbij het omsluitingsdeel door middel van het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting wordt gesloten, en ten minste een gedeelte van de afdichtingstructuur geklemd is tussen het omsluitingsdeel en het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting waardoor de afdichtingstructuur in afdichtend contact met het ringvormige eindoppervlak wordt gebracht.
48. 48. Gebruik volgens conclusie 47, waarbij de maximale fluïdum druk in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting in het bereik van 6 -20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar.
49. 49. Gebruik volgens conclusie 47 of 48, waarbij, in gebruik, tijdens het brouwen, het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel een kracht F2 uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule welke een afdichtend contact voorziet tussen de buitenwaarts uitstekende flens van de capside en het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting, waarbij F2 in het bereik van 500 - 1500 N is, bij voorkeur in het bereik van 750 - 1250 N wanneer de fluïdumdruk P2 in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 6 - 20 bar is, bij voorkeur tussen 12 en 18 bar terwijl de afdichtingstructuur in het afdichtende contact met het ringvormige eindoppervlak is.
50. 50. Gebruik volgens één der conclusies 47-49, waarbij, voor of bij het begin van het brouwen, het ringvormige eindoppervlak van het omsluitingsdeel een kracht F1 uitoefent op de afdichtingstructuur van de capsule welke een af dichtend contact tussen de buitenwaarts uitstekende flens van de capsule en het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting verschaft, waarbij F1 in het bereik van 30 - 150 N is, bij voorkeur 40 - 150 N, met meer voorkeur 50 - 100 N, wanneer de fluïdum druk PI in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting buiten de capsule in het bereik van 0.1-4 bar is, bij voorkeur 0.1-1 bar terwijl de afdichtingstructuur in het afdichtende contact met het ringvormige eindoppervlak is.
51. 51. Gebruik volgens één van de conclusies 47-50, waarbij nadat het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting sluit, het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting beweegt ten opzichte van het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting onder invloed van de druk van het fluïdum in het omsluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting naar het sluitingsdeel van de drankbereidingsinrichting toe, waardoor het ringvormige eindoppervlak de maximale klemkracht op de flens van de capsule toepast.
52. 52. Werkwijze voor het vervaardigen van een capsulelichaam van een capsule volgens één der conclusies 3-5, vertrekkende van een halffabrikaten diepgetrokken komvormig element, waarbij de werkwijze omvat het reduceren van een wanddikte van een gedeelte van de flens voor het vormen van het gedeelte van de bovenzijde van het bruggedeelte met een gereduceerde wanddikte kleiner dan een wanddikte van de binnenste en buitenste wandgedeelten, waarbij de coating verwijderd wordt van het gedeelte van de flens waarvan de wanddikte moet worden gereduceerd voorafgaand aan of tijdens het reduceren van de wanddikte.
53. 53. Werkwijze volgens conclusie 52, waarbij de coating wordt verwijderd van het gedeelte van de flens waarvan de wanddikte moet worden gereduceerd tijdens een materiaalverwijderingsstap voor het verwijderen van wandmateriaal ter vermindering van de wanddikte.