BE1019767A3 - Zonwering. - Google Patents

Description

Zonwering.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een zonwering, meer speciaal op een zonwering van het type dat gebruikt wordt om bijvoorbeeld een terras van schaduw te voorzien.

Zulke zonweringen zijn doorgaans voorzien van een draagconstructie bestaande uit een kader dat gesteund wordt door één of meer steunpalen.

Een bijzonder type van zulke zonwering is deze waarbij in het kader evenwijdige lamellen op een afstand van elkaar zijn aangebracht.

Deze lamellen kunnen verdraaibaar zijn rond hun lengteas teneinde de lamellen te kunnen verdraaien tussen een positie waarbij de lamellen tegen elkaar aansluiten ter vorming van een gesloten afdak en een positie waarbij de lamellen vanuit deze aansluitende positie zijn weggedraaid ter vorming van lichtspleten die het licht doorlaten maar rechtstreekse inval van de zonnestralen tegenhouden.

Een nadeel van de bekende zonweringen is dat utiliteitsvoorzieningen zoals elektrische bedradingen, afvoerbuizen voor regenwater en dergelijke moeilijk in te werken zijn in de draagstructuur van de lamellen zonder de structuur te verzwakken, wat nadelig kan zijn aangezien zulke draagstructuur moet voorzien zijn om relatief grote belastingen te kunnen verdragen, bijvoorbeeld veroorzaakt door winddruk, door het gewicht van sneeuw of dergelijke.

Wanneer dergelijke nutsvoorzieningen eenmaal zijn ingebouwd, dan zijn ze ook niet meer of zeer moeilijk bereikbaar voor herstelling of vervanging.

Dergelijke utiliteitsvoorzieningen worden dan ook vaak zichtbaar aan de buitenzijde van de constructiestructuur aangebracht, wat niet alleen lelijk is, maar wat er ook voor zorgt dat deze utiliteitsvoorzieningen onbeschermd zijn.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een zonwering die een draagconstructie bevat bestaande uit een kader dat gesteund wordt door één of meer steunpalen, waarbij minstens één steunpaal is uitgevoerd als een hol profiel dat is samengesteld uit een basisprofiel met twee haaks op elkaar staande benen die een open ruimte definiëren en uit een afdekprofiel dat de voornoemde ruimte in de lengterichting van het basisprofiel afdekt en waarbij minstens één losmaakbaar versterkingselement is voorzien dat de voornoemde benen met elkaar verbindt.

Een voordeel van dergelijke zonwering is dat de dergelijke steunpaal open kan gemaakt worden, wat toelaat om op eenvoudige wijze nutsvoorzieningen in de paal aan te brengen zonder grote structurele verzwakkingen of reeds aanwezige nutsvoorzieningen te herstellen. Het volstaat hiertoe het afdekprofiel weg te nemen en na plaatsing of herstelling terug te plaatsen teneinde de nutsvoorzieningen aan het oog te onttrekken en de steunpaal een esthetisch mooi afgewerkt uitzicht te bezorgen.

Dank zij het minstens één versterkingelement wordt bovendien een zeer draagkrachtige steunpaal bekomen die aan hoge belastingen kan weerstaan en die, doordat hij losmaakbaar is makkelijk kan worden weggenomen indien nodig voor het aanbrengen of herstellen van voornoemde nutsvoorzieningen.

Bij voorkeur zijn het basisprofiel en het afdekprofiel beiden hoekprofielen die op elkaar klipsbaar zijn ter vorming van een kokervormig profiel met vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede, wat · een relatief grote beschikbare ruimte garandeert in de steunpaal voor het aanbrengen van bijvoorbeeld bekabeling of afwateringsbuizen.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is het kader opgebouwd uit holle kokervormige kaderprofielen en zijn, ter plaatse van een steunpaal, de kaderprofielen met een uiteinde tegen een buitenzijde van een been van het basisprofiel van de betreffende steunpaal bevestigd ter vorming van een hoek van het kader.

Op deze manier kan op eenvoudige manier een sterke hoekverbinding worden bekomen zonder dat de uiteinden van de kaderprofielen in verstek moeten gezaagd worden zoals dat gebruikelijk is.

Volgens een ander bijzonder aspect van de uitvinding zijn de kaderprofielen voorzien van een naar de binnenzijde van het kader uitstekend gootvormig uitsteeksel ter vorming van een afwateringsgoot waarin bijvoorbeeld de voornoemde lamellen kunnen afwateren.

Naar wens kan de zonwering voorzien worden van één of meer verticaal afrolbare zonneschermen die afrolbaar zijn aangebracht op een rol die verdraaibaar is aangebracht in een voornoemd kaderprofiel dat hiertoe dienst doet als behuizing voor het afrolbaar zonnescherm, waarbij dit kaderprofiel onderaan is voorzien van een gleuf waarlangs het zonnescherm kan afgerold worden.

Voor de verticale geleiding van het afrolbaar zonnescherm kan de buitenzijde van het basisprofiel van een steunpaal voorzien zijn van een geleidingsgleuf die geïntegreerd is in het basisprofiel of die voorzien kan zijn in een afzonderlijk afwerkingsprofiel dat aan de buitenzijde van het basisprofiel bevestigd wordt.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een zonwering volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :

Figuur 1 schematisch en in perspectief een zonwering volgens de uitvinding weergeeft;

Figuren 2 en 3 op grotere schaal een doorsnede weergegeven, respectievelijk volgens lijn II-II en volgens lijn III-III in figuur 1;

Figuren 4 en 5 een perspectief zicht met gedeeltelijke wegneming weergeven, respectievelijk gezien volgens de richtingen F4 en F5 in figuur 2; figuur 6 tot 10 de figuur 5 tonen tijdens opeenvolgende stappen van de opbouw van de zonnewering van figuur 1; figuur 11 een variante toont van figuur 3.

De in figuur 1 weergegeven zonwering 1 bevat in hoofdzaak een draagconstructie 2 bestaande uit een kader 3 dat gesteund wordt door steunpalen 4 waarin evenwijdige lamellen 5 op een afstand van elkaar zijn aangebracht die verdraaibaar zijn rond hun lengteas door middel van een aandrijfmechanisme 6.

Verder is de zonwering voorzien van verticaal afrolbare zonneschermen 7, waarvan er in figuur 1 twee te zien zijn.

Zoals blijkt uit de doorsnede van figuur 2 zijn de steunpalen 4 uitgevoerd als holle profielen met vierkante of rechthoekige doorsnede die zijn samengesteld uit een basisprofiel 8 dat is uitgevoerd als een hoekprofiel met twee haaks op elkaar staande benen 9 die een open ruimte 10 definiëren en uit een afdekprofiel 11 dat de voornoemde ruimte 10 in de lengterichting van het basispröfiel 8 afdekt en dat in dit geval eveneens is uitgevoerd als een hoekprofiel dat op het basisprofiel klipsbaar is door middel van de klipsdetails 12.

De steunpaal 4 is verder voorzien van een versterkingselement 13 dat de voornoemde benen 9 van het basisprofiel 8 met elkaar verbindt.

Het versterkingselement is in dit geval plaatvormig uitgevoerd en is diagonaal aangebracht tussen de vrije randen 14 van de benen 9 van het basisprofiel 8 is het versterkingselement 13 daartoe uitgevoerd met twee omgeplooide zijranden 15 waarmee het versterkingselement 13 op voornoemde vrije randen 14 is vastgeschroefd met schroeven 16.

Hiertoe zijn de vrije randen 14 voorzien zijn van een kokervormige verdikking 17 waarin de schroeven 16 kunnen doordringen zonder langs de buitenzijde 18 van de benen 8 uit te steken.

Voor elke steunpaal zijn bij voorkeur twee versterkingelementen 13 voorzien, respectievelijk een versterkingselement 13A aan of nabij het bovenste uiteinde van de steunpaal 4, en een versterkingselement 13B aan het onderste uiteinde van de steunpaal 4, waarbij dit laatste steunelement . 13B is voorzien van een haaks omgebogen uitstekende lip 19 met een gat 20 voor de bevestiging van de steunpaal 4 op de grond.

Desgevallend kan het onderste versterkingselement 13B voorzien zijn van een hoogteregeling voor het pas stellen van het kader 3.

Zoals blijkt uit de figuren 3 tot 7 is het kader 3 opgebouwd uit holle kokervormige kaderprofielen 21 die, ter plaatse van een steunpaal 4, met een uiteinde tegen een buitenzijde 18 van een been 9 van het basisprofiel 8 van de betreffende steunpaal 4 zijn bevestigd door middel van schroeven 22 of dergelijke die vastgeschroefd zijn in langse kanaalprofileringen 23 die hiertoe voorzien zijn in de kaderprofielen 21.

De kaderprof ielen 21 zijn voorzien van een naar de binnenzijde van het kader 3 uitstekend gootvormig uitsteeksel 24 dat in dit geval is uitgevoerd als een afzonderlijk gootvormig profiel dat aan de binnenzijde van een kaderprofiel 21 is bevestigd ter vorming van een afwateringsgoot 25 en dat met een vrije rand gevat zit in een groefvormige uitsparing 26 in het kaderprofiel 21.

Alhoewel de gootvormige uitsteeksels 24 bij voorkeur als afzonderlijke profielen zijn gerealiseerd, is het niet uitgesloten dat zij geïntegreerd zijn in de kaderprofielen 21.

De figuren 4, 5 en 6 illustreren dat in de steunpaal 4 op eenvoudige wijze een afwateringsbuis 27 kan voorzien worden die via een doorgang 28 in het basisprofiel 8 van de betreffende steunpaal 4 door middel van een gepast aansluitingsstuk 29 is verbonden met de afwateringsgoot 25.

Het aansluitstuk 29 is bijvoorbeeld trechtervormig en is voorzien van een wateropvanggedeelte 29A dat aan de binnenzijde van het kader 3 aansluit op de gootvormige profielen 24 zoals afgebeeld in figuur 4.

In figuur 3 is boven de afwateringsgoot 25 een motor 30 weergegeven die deel uitmaakt van de aandrijving van de roteerbare lamellen 5.

In deze figuur 3 is tevens in streeplijn weergegeven op welke manier een kokervormige kaderprofiel 21 dienst kan doen als behuizing voor een voornoemd oprolbaar zonnescherm 7.

Zulk zonnescherm 7 is oprolbaar op een rol 31 die verdraaibaar is aangebracht in een kaderprofiel 21 dat in dat geval voorzien is van een gleuf 32 die, zoals afgebeeld in figuur 3, is afgedicht door een dichtingsprofiel 33 dat de gleuf 32 afdicht wanneer geen oprolbaar zonnescherm aanwezig is.

De buitenzijde van het basisprofiel 8 van de steunpaal 4 kan voorzien zijn van een geleidingsgleuf 34 voor de verticale geleiding van het afrolbaar zonnescherm 7.

In het geval van figuur 2 is de geleidingsgleuf 34 gerealiseerd in een afzonderlijk afwerkingsprofiel 35 dat tegen het basisprofiel 8 is bevestigd of er tegen bevestigd kan worden.

De opbouw van een zonwering 1 volgens de uitvinding is zeer eenvoudig en is bijvoorbeeld als volgt.

Eerst worden de basisprofielen 8 van de steunpalen 4 in de grond verankerd door middel van de onderste versterkingselementen 13B zoals weergegeven in figuur 8.

Vervolgens wordt het kader 3 gerealiseerd door tussen de basisprofielen 8 kaderprofielen 21 vast te schroeven door middel van de schroeven 22 die bijvoorbeeld doorheen voorgeboorde gaten in het basisprofiel kunnen vastgeschroefd worden in de kanaalprofileringen 23 van de kaderprofielen 21.

Vervolgens kunnen de afzonderlijke gootvormige profielen 24 gemonteerd worden aan de binnenzijde van het kader 3 en kan een afwateringsbuis 27 worden aangebracht zoals getoond in figuur 6.

Nadien kan het bovenste versterkingselement 13A zoals afgebeeld in figuur 7 worden bevestigd met behulp van de schroeven 16 en kan vervolgens het afdekprofiel 11 worden vastgeklipst zoals weergegeven in figuur 9.

Ten slotte kan het bovenste uiteinde van de steunpaal 4 worden afgewerkt met afdekkingsplaatje 36 zoals te zien is in figuur 10.

Het is duidelijk dat het afwerkingsprof iel 11 niet noodzakelijk een hoekprofiel moet zijn.

Het is ook duidelijk dat het basisprofiel 8 geen hoekprofiel moet zijn, maar dat het wel de voorkeur geniet dat het basisprofiel 8 voorzien is van twee haaks of nagenoeg haaks op elkaar staande benen 9.

Een zonwering 1 volgens de uitvinding moet niet noodzakelijk een vrijstaande zonwering 1 zijn zoals die van figuur 1, maar kan bijvoorbeeld ook aan één of meerdere zijden aan een muur of andere constructie bevestigd zijn, in welk geval minder steunpalen 4 mogelijk zijn.

Het kaderprofiel 21 is in het weergegeven voorbeeld samengesteld uit twee deelprofielen 21 A en 21B die toelaten de rol 31 van het zonnescherm 7 te monteren en te demonteren nadat de draagstructuur 2 reeds is gemonteerd.

In figuur 11 wordt geïllustreerd dat voor de bevestiging tegen een muur het profielgedeelte 21A van het kaderprofiel 21 afzonderlijk kan gebruikt worden om het kader aan een muur 37 of dergelijke op te hangen door middel van een bevestigingsprofiel 38 met een haakvormige dwarsdoorsnede.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een zonwering volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (14)

1. Zonwering met een draagconstructie (2) bestaande uit een kader (3) dat gesteund wordt door één of meer steunpalen (4), daardoor gekenmerkt dat minstens één steunpaal (4) is uitgevoerd als een hol profiel dat is samengesteld uit een basisprofiel (8) met twee haaks op elkaar staande benen (9) die een open ruimte (10) definiëren en uit een afdekprofiel (11) dat de voornoemde ruimte (10) in de lengterichting van het basisprofiel (8) afdekt en waarbij minstens één losmaakbaar versterkingselement (13) is voorzien dat de voornoemde benen (9) met elkaar verbindt.

2. Zonwering volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het versterkingselement (13) de vrije randen (14) van de benen (9) van het basisprofiel (8) diagonaal met elkaar verbindt, en dat het versterkingselement (13) daartoe is uitgevoerd met twee omgeplooide zijranden (15) waarmee het versterkingselement (13) op voornoemde vrije randen (14) van het basisprofiel (8) is vastgeschroefd.

3. Zonwering volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de vrije randen (14) van het basisprofiel (8) hiertoe elk voorzien zijn van een kokervormige verdikking (17).

4. Zonwering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor elke steunpaal (4) minstens twee versterkingelementen (13A en 13B) zijn voorzien, respectievelijk één aan of nabij elk uiteinde van de steunpaal (4), waarbij het onderste steunelement (13B) is voorzien van een haaks omgebogen lip (19) ter bevestiging van de steunpaal (4) op de grond en desgevallend voorzien van een hoogteregeling.

5. Zonwering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het basisprofiel (8) en het afdekprofiel (11) beiden hoekprofielen zijn die op elkaar klipsbaar zijn ter vorming van een kokervormig profiel met vierkante of rechthoekige dwarsdoorsnede.

6. Zonwering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het kader (3) is opgebouwd uit holle kokervormige kaderprofielen (21) en dat, ter plaatse van een steunpaal (4), de kaderprof ielen (21) met een uiteinde tegen een buitenzijde (18) van een been (9) van het basisprofiel (8) van de betreffende steunpaal (4) zijn bevestigd door middel van schroeven (22) of dergelijke.

7. Zonwering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de kaderprofielen (21) zijn voorzien van een naar de binnenzijde van het kader uitstekend gootvormig uitsteeksel (24) ter vorming van een afwateringsgoot (25).

8. Zonwering volgens conclusie 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de gootvormige uitsteeksels (24) zijn gerealiseerd als afzonderlijke gootprofielen die tegen de binnenzijde van de kaderprofielen (21) zijn bevestigd.

9. Zonwering volgens één van de conclusies 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat in de steunpaal (4) een afwateringsbuis ((27) is voorzien die via een doorgang (28) in het basisprofiel (8) van de betreffende steunpaal (4) door middel van een gepast aansluitingsstuk (29) is verbonden met de afwateringsgoot (25) .

10. Zonwering volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat in het kader (3) evenwijdige lamellen (5) op een afstand van elkaar zijn aangebracht die verdraaibaar zijn rond hun lengteas teneinde de lamellen (5) te kunnen verdraaien tussen een positie waarbij de lamellen (5) tegen elkaar aansluiten ter vorming van een gesloten afdak en een positie waarbij de lamellen (5) vanuit deze aansluitende positie zijn weggedraaid ter vorming van lichtspleten die het licht doorlaten.

11. Zonwering volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de lamellen (5) verdraaibaar zijn door middel van een aandrijfmechanisme (6) dat gemonteerd is boven een voornoemde afwateringsgoot (25) .

12. Zonwering volgens één van de conclusies 6 tot 11, daardoor gekenmerkt dat hij is voorzien van minstens één verticaal afrolbaar zonnescherm (7) dat afrolbaar is aangebracht op een rol (31) die verdraaibaar is aangebracht in een kaderprofiel (21) dat dienst doet als behuizing voor het afrolbaar zonnescherm (7), waarbij dit kaderprofiel (21) onderaan is voorzien van een gleuf (32) waarlangs het zonnescherm (7) kan afgerold worden.

13. Zonwering volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de buitenzijde (18) van het basisprofiel (8) van de steunpaal (4) voorzien is van een geleidingsgleuf (34) voor de verticale geleiding van het afrolbaar zonnescherm (7).

14.- Zonwering volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat de geleidingsgleuf (34) is gerealiseerd in een afzonderlijk afwerkingsprofiel (35) dat tegen het basisprofiel (8) is bevestigd of er tegen bevestigd kan worden.