NL9400533A - Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol. Download PDF

Info

Publication number
NL9400533A
NL9400533A NL9400533A NL9400533A NL9400533A NL 9400533 A NL9400533 A NL 9400533A NL 9400533 A NL9400533 A NL 9400533A NL 9400533 A NL9400533 A NL 9400533A NL 9400533 A NL9400533 A NL 9400533A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
roll
packaging
head cover
core
Prior art date
Application number
NL9400533A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kleinewefers Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kleinewefers Gmbh filed Critical Kleinewefers Gmbh
Publication of NL9400533A publication Critical patent/NL9400533A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B31/00Packaging articles or materials under special atmospheric or gaseous conditions; Adding propellants to aerosol containers
    • B65B31/04Evacuating, pressurising or gasifying filled containers or wrappers by means of nozzles through which air or other gas, e.g. an inert gas, is withdrawn or supplied
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/14Packaging paper or like sheets, envelopes, or newspapers, in flat, folded, or rolled form
    • B65B25/146Packaging paper or like sheets, envelopes, or newspapers, in flat, folded, or rolled form packaging rolled-up articles
    • B65B25/148Jumbo paper rolls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B51/00Devices for, or methods of, sealing or securing package folds or closures; Devices for gathering or twisting wrappers, or necks of bags

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Package Closures (AREA)
  • Packaging Of Special Articles (AREA)

Description

WERKWIJZE EN INRICHTING VOOR HET VERPAKKEN VAN EEN MATERI-AALBAAN-ROL
De uitvinding betreft een werkwijze voor het verpakken van een materiaalbaan-rol, waarbij de rol alzijdig met verpakkingsmateriaal wordt omgeven en het verpakkingsmateriaal wordt gesloten, alsmede een inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol met een inrichting voor het omhullen van de rol met een verpakkingsbaan, een vouwin-richting voor het vouwen van de axiaal uitstekende delen van de verpakkingsbaan op de kopzijde van de rol en een inrichting voor het opbrengen van een buitenkopdeksel.
Voor het verpakken van materiaalbaan-rollen, bijvoorbeeld papierbaan-rollen, wordt gewoonlijk eerst een bin-nenkopdeksel op elke kopzijde van de rol aangebracht. Daarna wordt de materiaalbaan-rol over de gehele omtrek omhuld met een verpakkingsbaan, die de rol dan in de regel met meer lagen omvat en axiaal iets uitsteekt. De axiaal uitstekende delen worden bij of na het omwikkelen van de rol naar binnen gevouwen, zodat zij tegen de kopzijde komen te liggen. Tenslotte wordt op elk een buitenkopdeksel op de kopzijden van de omhulde rol aangebracht en in de regel vastgelijmd. Een dergelijke inrichting en een dergelijke werkwijze zijn bijvoorbeeld uit EP 0 499 954 Al bekend. De binnenkopdeksel kan ook weggelaten worden, als een passend buitenkopdeksel, zoals dit uit bijvoorbeeld EP 0 494 750 Al bekend is, wordt toegepast.
De verpakking van de rol moet niet alleen een mechanisch beschermen van de rol tegen vervuilen of beschadiging van buiten bieden. De verpakking moet ook zo dicht mogelijk zijn, zodat bijvoorbeeld wisselingen in de vochtig- heid van de omgevingslucht niet negatief op de op de rol gewikkelde materiaalbaan kunnen uitwerken. Deze relatief dichte verpakking brengt echter een ander probleem met zich mee: bij het verpakken, in het bijzonder bij het aanbrengen van het buitenkopdeksel, is het praktisch niet te vermijden, dat lucht wordt mee ingesloten. Het verpakkingsmateriaal ligt derhalve nicht altijd dicht tegen de rol aan. In het bijzonder wanneer aan de kopzijde lucht is ingesloten, aldus bijvoorbeeld in de vouwen van de axiaal uitstaande delen of tussen de vouwen en de rol, kan het bij het op de kop neerzetten van de verpakte rol tot een pletten van de verpakking komen.
De uitvinding heeft ten doel de verpakking van een rol te verbeteren.
Dit doel wordt bij een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort hierdoor opgelost, dat voor het sluiten een deel van de luchtmassa uit het binnenste van het verpakkingsmateriaal wordt verwijderd en na het sluiten het volume van de ingesloten lucht zal verminderen.
Door het verminderen van het volume van de ingesloten lucht worden luchtresten uit de vouwen respectievelijk tussen de vouwen, het buitenkopdeksel en de kopzijde van de rol, verregaand verwijderd. Het verpakkingsmateriaal ligt dan relatief dicht tegen de rol aan. Het is hierbij niet noodzakelijk dat de lucht volledig wordt verwijderd.
Het volume van de ingesloten lucht wordt echter zover verminderd, dat een compressie van deze lucht, zoals bijvoorbeeld bij het op de kop zetten van de rol plaatsvindt, niet meer tot een inscheuren van de verpakking leidt. De verpakking als zodanig heeft een bepaalde meegevendheid, die niettemin relatief klein is. Door het verwijderen van een deel van de luchtmassa wordt het binnenste van het verpakkingsmateriaal voor het sluiten gewaarborgd, dat na het sluiten van de verpakking daadwerkelijk een verkleining van het volume kan worden bewerkstelligd, die dan ook duurzaam is, want in het binnenste van de verpakking bevindt zich dan daadwerkelijk minder lucht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt daarvoor voor het sluiten tenminste een deel van de lucht in het binnenste van de verpakking verwarmd en na het sluiten afgekoeld. Door het verwarmen zet de lucht uit. Een deel van de lucht wordt uit het binnenste van het verpakkingsmateriaal verdrongen. Zo verwarmde lucht wordt dan in de verpakking dicht ingesloten. Zodra de verpakte rol weer tot de omgevingstemperatuur is afgekoeld, vermindert het volume van de ingesloten lucht, zodat storende luchtblazen doeltreffend kunnen worden opgeheven. De temperatuur, waarop de lucht kan worden verwarmd, wordt praktisch slecht door het materiaal van de verpakken materiaalbaan begrensd. Natuurlijk zal men de temperatuur vanwege de gepaard gaande energie, zo laag mogelijk houden. Welke temperatuur de juiste is, laat zich door eenvoudige proeven gemakkelijk bepalen. In veel gevallen is het voldoende als het volume van de lucht bij het afkoelen ongeveer 30 tot 50% vermindert.
Bij voorkeur wordt voor de kopzijde van de rol een gordijn van warme lucht opgewekt, voordat het verpakkingsmateriaal wordt gesloten. Bij het invouwen van de axiale uitstekende delen en bij het aandrukken van het buitenkop-deksel geraakt de verhitte lucht in de vouwen respectievelijk in het gebied tussen de buitenkopdeksel en de rol, waarvan het volume na het afkoelen drastisch vermindert. Juist in het kritische bereik van de rol worden daardoor storende luchtinsluitsels of luchtzakken vermeden.
Alternatief of aanvullend kan ook voor het sluiten verwarmde lucht in het binnenste van het verpakkingsmateriaal blazen. Hierdoor is het mogelijk tot een luchtuitwisseling te komen van koude naar warme of hete lucht in de rol, dat wil zeggen in het binnenste van het verpakkingsmateriaal .
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, die ook aanvullend tot de hierboven genoemde werkwijze kan worden toegepast, wanneer een binnenkopdeksel op een holle rolkern wordt bevestigd, wordt het binnenste van de rolkern met warme lucht gevuld. Het binnenste van de rolkern heeft een relatief groot volume met betrekking tot het volume van de bij het verpakken aan de kopzijde van de rol ingesloten lucht. Als nu de lucht in de rolkern wordt verwarmd of door hete lucht wordt verwisseld, bereikt men bij het afkoelen van de rol praktisch een luchtvrije verpakking aan de kopzijde. De kopzijde wordt daarbij zeer veel beter belastbaar.
Hierbij is het bijzonder voordelig, dat de binnen-kopdeksel met een doorlaatopening wordt uitgevoerd, die een verbinding van het binnenste van de rolkern met de buitenzijde van het kopdeksel tot stand brengt, waardoor heen de hete lucht in het binnenste van de rolkern kan worden geblazen. Op de holle rolkern wordt dus reeds een binnenkopdeksel aangebracht. Deze binnenkopdeksel sluit het binnenste van de holle rolkern blijkbaar niet dicht af, maar verhindert echter een te snel ontwijken van de warme lucht. Het kopdek-i sel maakt het anderzijds wel mogelijk dat bij het afkoelen van de lucht in de rolkern een gelijkmatige drukvereffening plaatsvindt tussen de kopzijden en het binnenste van de rolkern, zodat de overtollige lucht aan de kopzijde van de rol na een bepaalde tijd in het binnenste van de rolkern kan i geraken.
Bij voorkeur wordt de warme lucht met behulp van een lans door de doorlaatopening in het binnenste van de rolkern geblazen, waarbij de gedrongen lucht tussen lans en omtrek van de doorlaatopening kan ontwijken. Dit maakt een i snelle luchtuitwisseling mogelijk, waarbij de koude lucht onder invloed van de druk van de hete lucht door de doorlaatopening naar buiten wordt gedreven. Er kunnen ook lansen aan weerszijden worden ingebracht. Zonder de overeenkomstige druk biedt het binnenkopdeksel echter nog een voldoende ) stromingsweerstand, om een te snel ontwijken van de hete lucht uit de rolkern te verhinderen.
Met voordeel vindt het verwarmen tijdens het invouwen van het verpakkingsmateriaal aan de kopzijde plaats. In dit geval wordt de bij het invouwen ingesloten i lucht gelijktijdig verwarmd, zodat na het afkoelen de bij het invouwen gevormde luchtzakken praktisch zijn verdwenen.
In plaats van verwarmen kan aanvullend daarop voor het sluiten van de verpakking een hulplichaam in het binnen ste van het verpakkingsmateriaal worden ingebracht, die tenminste een deel van de ingesloten lucht opneemt. Door het inbrengen van het hulplichaam wordt aanvankelijk de lucht uit het binnenste van het verpakkingsmateriaal, aldus uit het door het verpakkingsmateriaal omhulde volume verdrongen. Dit hulplichaam, dat volgens de definitie lucht kan opnemen, ontneemt na het sluiten de opgenomen lucht uit de bij het verpakken mee ingesloten luchtvoorraad.
Daartoe kan het hulplichaam een tenminste gedeeltelijk geevacueerde houder met een smooropening zijn, die kort voor het sluiten wordt geopend. Zodra de smooropening is geopend, zorgt de onderdruk in de houder ervoor, dat de lucht in de houder stroomt om een drukvereffening te bewerkstelligen. Omdat de smooropening pas kort voor het sluiten wordt geopend, wordt de drukvereffening hoofdzakelijk door de ingesloten lucht uitgevoerd, zodat ook hierdoor storende lucht uit de kopzijde van de rol wordt weggezogen. De luchtzakken verdwijnen. Denkbaar is ook dat het hulplichaam een chemicalie heeft, die bestanddelen van de lucht, bijvoorbeeld zuurstof of stikstof, chemisch bindt en daardoor tot vermindering van het ingesloten volume leidt.
Bij voorkeur wordt het hulplichaam in de rolkern aangebracht. Hier staat voldoende plaats ter beschikking.
De uitvinding wordt bij een inrichting van het in de aanhef genoemde type daardoor uitgevoerd, dat een verwar-mingsinrichting voor het verwarmen van tenminste een deel van de lucht in een door de verpakkingsbaan bepaald volume is aangebracht.
De verwarmingsinrichting verwarmt de lucht, die door de verpakkingsbaan is ingesloten. Na het sluiten van de verpakking koelt de lucht geleidelijk weer af, waardoor een volumevermindering plaatsvindt. Storende luchtzakken of -insluitingen worden opgeheven.
Bij voorkeur is de verwarmingsinrichting bij de vouwinrichting aangebracht. Enerzijds staat hier de noodzakelijke plaats ter beschikking. Anderzijds wordt juist bij het vouwen relatief veel lucht ingesloten, zodat die lucht gelijktijdig wordt verwarmd.
De verwarmingsinrichting heeft bij voorkeur tenminste een warme lucht-aggregaat, die een gordijn op of onmiddellijk voor de kopzijde van de rol opwekt. Dit is echter ook de lucht, die bij het verpakken wordt ingesloten. Men zorgt door deze maatregel ervoor, dat zonder grote extra inspanning juist die lucht wordt verwarmd, die later qua volume moet verminderen.
De verwarmingsinrichting kan ook blaasmondstukken vertonen, die onder de axiaal uitstekende delen van de verpakkingsbaan zijn gericht. Ook met deze maatregel is wanne of hete lucht juist daar te brengen, waar de lucht wordt ingesloten. Ook met deze maatregel wordt zeker gesteld, dat juist warme of hete lucht wordt ingesloten, die na het afkoelen een aanzienlijk geringer volume zal hebben. i In een voorkeursuitvoeringsvorm, waarbij een inrichting voor het aanbrengen van een binnenkopdeksel op de kopzijde van de rol is aangebracht, heeft de verwarmingsinrichting voor tenminste één kopzijde een holle lans, die in hoofdzaak axiaal en met de punt daarvan door het binnenkop-i deksel in het binnenste van de holle rolkern te bewegen is, waarbij de lans met een hete luchtbron is verbonden. Met behulp van de lans is zodoende hete lucht in de holle kern te blazen. Koude lucht wordt onder druk van de hete lucht uit de kern verdrongen. Door de binnenkopdeksel wordt echter > later verhinderd, dat de hete in hoofdzaak onder omgevings-druk staande lucht direct weer uit de rolkern zal ontwijken. De in de rolkern vastgehouden hete lucht vermindert bij het afkoelen haar volume. Omdat het inwendige van de rolkern -vergeleken met de door het verpakkingsmateriaal gevormde ) zakken bij de kopzijde - relatief groot is, vindt bij het afkoelen van de lucht in de rolkern een relatief sterk Sog plaats, die praktisch de gehele lucht uit de kopzijde wegtrekt .
Hierbij verdient het de voorkeur, dat de lans een 5 in axiale richting variërende buitendiameter heeft. Bijvoorbeeld kan de lans bij de kop een dikkere diameter hebben.
Bij het invoeren van de lans door de binnenkopdeksel heen wordt dan niet alleen een opening gevormd, waardoor heen de lans steekt, er wordt ook een ringvormige spleet verkregen, waardoor heen de door de hete lucht verdrongen koude lucht kan ontwijken. Dit versnelt de luchtuitwisseling tussen hete en koude lucht aanzienlijk. Bij het verpakken van een rol kunnen de bestaande standtijden normaal worden bijgehouden.
Om de luchtuitwisseling verder te verbeteren, kan de lans onder het vormen van een ringvormige ruimte, die met de atmosfeer is verbonden, door een omhulling omgeven zijn, die ook in het binnenkopdeksel wordt gestoken. De ringvormige ruimte is dan door een omhulling afgedekt, zodat het niet door mogelijk terugverende delen van het binnenkopdeksel weer kan worden afgesloten.
De uitvinding wordt hieronder in de vorm van voor-keursuitvoeringsvoorbeelden aan de hand van bijgaande tekening nader toegelicht. In de tekening toont: figuur 1 een schematisch verloop van het verpakken van een materiaalbaan-rol; figuur 2 een nadere weergave van het verpakkings-station van figuur lb; en figuur 3 een doorsnede door een deel van een verpakte materiaalbaan-rol.
Een materiaalbaan-rol 1, die op een holle rolkern 2 met een luchtgevulde binnenruimte 3 wordt opgewikkeld, wordt met behulp van een aanlegkop 4 met een binnenkopdeksel 5 uitgevoerd. Het binnenkopdeksel 5 wordt met behulp van krammen of nagels 6 op de kern 2 vastgehouden.
Vervolgens wordt de met de binnenkopdeksel 5 uitgevoerde rol 1 met een verpakkingsbaan 7 omhuld. De hierbij ontstane omhulling 8 bestaat in de regel uit meer lagen en heeft axiale uitstekende delen 9, omdat de verpakkingsbaan 7 in het algemeen breder is dan de rol 1. De axiale overstek wordt met behulp van vleugelwielen 10 toegevouwen en tegen de kopzijde van de rol 1 gedrukt, dat wil zeggen tegen de buitenzijde van de binnenkopdeksel 5. De vleugelwielen 10 kunnen daarbij in de richting van de pijl 11 radiaal naar binnen worden bewogen, om een zo dicht mogelijk aandrukken van de verpakkingsbaan 7 tegen de kopzijde van de rol 1 te bereiken.
Tenslotte wordt met behulp van een andere aanleg-kop 12 een buitenkopdeksel 13 aangebracht en vastgekleefd, zodat deze buiten op de omgevouwen overstek 9 van de omhulling 8 wordt bevestigd.
Zowel bij het invouwen met behulp van de vleugel-wielen 10 alsook bij het opbrengen van het buitenkopdeksel 3 is het niet te vermijden dat lucht mee wordt ingesloten. Daarom wordt bij het in figuur lb weergegeven vouwstation verwarmde, dat wil zeggen hete lucht in de door de omhulling 8 en de overstek 9 begrensde cilindervormige ruimte ingeblazen (fig. 2). De bij het invouwen van de overstek 9 en bij het opbrengen van het deksel 13 ingesloten lucht is dan warm of tenminste zeer warm. Door het inblazen wordt de koude lucht uit deze ruimte, dat wil zeggen uit het binnenste van de verpakking, verwijderd. Koude lucht heeft een groter specifiek gewicht als warme lucht, zodat daardoor een deel van de luchtmassa uit het binnenste van de verpakking wordt verwijderd. Als de hete lucht afkoelt, zal haar volume verminderen.
Hierdoor verdwijnen de luchtzakken, die bij het invouwen of bij het aanbrengen van het buitenkopdeksel 13 ontstaan zijn tenminste zover, dat de ingesloten lucht bij het op de kop zetten van de rol 1 niet meer het scheuren van de verpakking leidt.
Voor het opwekken van de hete lucht in de omhulling 8 en bij de overstek 9 (in het kort: in het binnenste van de verpakking) zijn er verschillende mogelijkheden.
Ten eerste kan een hete lucht aggregaat zijn aangebracht, die uit een door een motor 15 aangedreven propeller 16 en een verwarmingsspiraal 17 is gevormd, waarbij de verwarmingsspiraal 17 met elektrische stroom via een spanningsbron 18 wordt gevoed. Het hete luchtaggregaat 14 wekt een gordijn voor hete lucht voor de kopzijde van de rol 1 op, zodat de bij het vouwen van de overstek 9 ingesloten lucht in ieder geval heet is.
Men kan ook heteluchtspuitmondstukken 19 aanbrengen, die met een warme luchtbron 20 zijn verbonden, en ter zijde onder de overstek 9 zijn gericht. Hierdoor wordt hete lucht onder de schuin staande vouwen geblazen, om een luchtuitwisseling in de ruimte tussen de vouwen en de rol 1 te bewerkstelligen. Er is weergegeven, dat de luchtuitwisseling dan plaatsvindt, als de axiale overstek 9 nog niet helemaal toegevouwen is. Men kan de spuitmondstukken echter ook radiaal verder naar binnen aanbrengen en dan schuin naar buiten richten, zodat de hete lucht ook dan nog in werking komt, als de overstek 9 veel sterker is ingevouwen.
Als derde alternatief kan men ook een holle lans 21 gebruiken, die met haar punt 22 door het kopdeksel 5 is gestoken. De lans 21 is eveneens met de heteluchtbron 20 verbonden. Door de lans 21 kan men hete lucht in de binnenruimte van de kern 2 blazen. De lans heeft een kop 23, die een grotere buitendiameter als de schacht 24 van de lans. Daarmee is de bij het invoeren van de lans 21 in de richting van de dubbele pijl 25 gevormde opening groter dan de buitendiameter van de schacht 24. Er ontstaat een ringvormige spleet 27, waardoor heen de koude lucht uit de binnenruimte 3 van de kern 2 kan worden weggedrukt. De uitwisseling van de lucht vindt daardoor relatief snel plaats. Als alternatief of als extra kan de lans ook zijn voorzien van een mantel 28 althans over een deel van de omtrek daarvan, welke samen met de schacht 24 een ringvormige ruimte 29 vormt, waardoor heen de lucht uit de binnenruimte 3 in de richting van de pijl 30 eveneens naar buiten in de atmosfeer kan ontwijken.
Het volume van de binnenruimte 3 is hier vergeleken met de som van de bij de kopzijde van de rol 1 ingesloten luchtvolumina, relatief groot. Als nu de totale lucht in de binnenruimte 3 voor het sluiten van de verpakking wordt verwarmden na het sluiten van de verpakking bij het afkoelen van de verpakking weer samentrekt, vindt een relatief sterke vermindering van het luchtvolume plaats. Het kopdeksel 5 ligt in de regel niet volkomen dicht tegen de kopzijde van de rol 1 aan, zodat tussen binnenkopdeksel 5 en rol 1 geleidelijk aan een luchtuitwisseling plaatvindt tussen de binnenruimte 3 en de kopzijde van de rol 1. Hierdoor wordt de lucht uit de kopzijde van de rol 1 praktisch weggezogen, zodat de verpakking aan de kopzijde praktisch luchtvrij wordt.
Alle drie in figuur 2 weergegeven maatregelen kunnen afzonderlijk, maar ook gezamenlijk worden gebruikt.
In het voorkomende geval moet het heteluchtaggregaat beweegbaar zijn, om plaats te geven voor het in- en uitvoeren van de lans 21.
Een alternatief voor het verminderen van het luchtvolume na het verpakken toont figuur 3. Hier is een hulplichaam 31 in de binnenruimte 3 van de kern 2 aangebracht. Het hulplichaam 21 heeft een geevacueerd, dat wil zeggen vergaand luchtvrij gemaakte holle ruimte 32, die via een smooropening 33 met de omgeving in verbinding staat. De smooropening 33 wordt na het evacueren van het hulplichaam > 31 afgesloten. De sluiting wordt dan verwijderd, als het hulplichaam reeds in de ruimte 3 van de kern 2 is aangebracht en dan ook pas kort voor het sluiten van de verpakking. Door de smooropening 33 vindt slechts een langzaam naar binnenstromen van de omgevingslucht in de holle ruimte ) 32 plaats. Het hulplichaam 31 zuigt aldus lucht uit de omgeving af. Als het sluiten van de verpakking snel genoeg plaatsvindt, kan het hulplichaam 31 dan nog lucht uit het binnenste van de verpakking opzuigen en ertoe bijdragen, dat de bij het verpakken ingesloten lucht uit storende gedeelten j daarvan wordt verwijderd.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het verpakken van een materiaal-baan-rol, waarbij de rol alzijdig met verpakkingsmateriaal wordt omhuld en het verpakkingsmateriaal wordt afgesloten, met het kenmerk, dat voor het afsluiten een deel van de luchtmassa uit het binnenste van het verpakkingsmateriaal wordt verwijderd en na het afsluiten het volume van de ingesloten lucht wordt verminderd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat voor het afsluiten tenminste een deel van de lucht in het binnenste van het verpakkingsmateriaal wordt verwarmd en na het sluiten wordt afgekoeld.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat voor de kopzijde van de rol een gordijn aan hete lucht wordt opgewekt, voordat het verpakkingsmateriaal wordt gesloten.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat voor het sluiten verwarmde lucht in het binnenste van het verpakkingsmateriaal wordt ingeblazen.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 4, waarbij tenminste een binnenkopdeksel op een holle rolkern wordt bevestigd, met het kenmerk, dat het binnenste van de rolkern met verwarmde lucht wordt gevuld.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het binnenkopdeksel met een doorlaatopening wordt uitgevoerd, die een verbinding tussen het binnenste van de kern aan de buitenzijde van het kopdeksel vormt en waardoor heen hete lucht in de binnenste van de kern wordt geblazen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de hete lucht met behulp van tenminste een lans door de doorlaatopening in de rolkern wordt geblazen, waarbij de verdrongen lucht tussen lans en omtrek van de doorlaatopening ontwijkt.
8. Werkwijze volgens één der conclusies 2 tot 7, met het kenmerk, dat het verwarmen tijdens het toevouwen van het verpakkingsmateriaal aan de kopzijde plaatsvindt.
9. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat voor het sluiten van de verpakking een hulplichaam in het verpakkingsmateriaal wordt gebracht, dat tenminste een deel van de ingesloten lucht opneemt.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het hulplichaam een tenminste gedeeltelijk geëvacueerd vat is voorzien van een smooropening, die kort voor het sluiten wordt geopend.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat het hulplichaam in de kern wordt aangebracht.
12. Inrichting voor het verpakken van een materi-aalbaan-rol met een inrichting voor het omhullen van de rol met behulp van een verpakkingsbaan, een vouwinrichting voor het toevouwen van de axiale overstek van de verpakkingsbaan op de kopzijden van de rol en een inrichting voor het aanbrengen van een buitenkopdeksel, met het kenmerk, dat een verwarmingsinrichting (14, 19, 21) voor het verwarmen van tenminste een deel van de lucht in een door de verpakkingsbaan (8, 9) ingesloten volume is aangebracht.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de verwarmingsinrichting (14, 19, 21) bij de vouwinrichting (10) is aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de verwarmingsinrichting (14, 19, 21) tenminste een heteluchtaggregaat (14) heeft, die een gordijn aan warme lucht op of onmiddellijk voor de kopzijde van de rol (1) i opwekt.
15. Inrichting volgens één der conclusies 12 tot 14, met het kenmerk, dat de verwarmingsinrichting (14, 19, 21) spuitmondstukken (19) voor hete lucht heeft, die onder de axiaal uitstaande overstek (9) van de verpakkingsbaan (8) > zijn gericht.
16. Inrichting volgens één der conclusies 12 tot 15, waarbij een inrichting (4) voor het aanbrengen van een binnenkopdeksel (5) op de kopzijde van de rol (1) is aange- bracht, met het kenmerk, dat de verwarmingsinrichting (14, 19, 21) voor tenminste één kopzijde een holle lans (21) heeft, die in hoofdzaak axiaal en met haar punt (22) door het binnenkopdeksel (5) in de holle kern (2) beweegbaar is, waarbij de lans (21) is verbonden met een warme luchtbron (20) .
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de lans (21) een axiale richting variërende buitendiameter (23) heeft.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de lans (21) onder het vormen van een ringvormige ruimte (29), die met de atmosfeer is verbonden, door een omhulling (29) is omgeven, die eveneens door het binnenkopdeksel (5) steekt.
NL9400533A 1993-05-03 1994-04-05 Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol. NL9400533A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4314480A DE4314480C1 (de) 1993-05-03 1993-05-03 Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken einer Materialbahn-Rolle
DE4314480 1993-05-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400533A true NL9400533A (nl) 1994-12-01

Family

ID=6486977

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400533A NL9400533A (nl) 1993-05-03 1994-04-05 Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5477659A (nl)
BR (1) BR9401669A (nl)
CH (1) CH688348A5 (nl)
DE (1) DE4314480C1 (nl)
FI (1) FI941998A (nl)
NL (1) NL9400533A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5983598A (en) * 1998-08-26 1999-11-16 Quinones; Victor Manuel Method for wrapping steel coils
US7216758B2 (en) * 2003-11-13 2007-05-15 Hartness International, Inc. Conveyor with opposed spring-loaded grippers, and related conveyor link
US7207434B2 (en) * 2003-11-13 2007-04-24 Hartness International, Inc. Conveyor with center-actuatable gripper, and related conveyor link
US7331156B2 (en) * 2004-06-29 2008-02-19 Hartness International, Inc. System for securely conveying articles and related components
EP2065307B1 (de) * 2007-11-28 2011-08-03 Voith Patent GmbH Verfahren zur Detektierung des Fehlens eines einer Stirnseite einer Materialbahnrolle mittels einer Deckelanlageeinrichtung zugeordneten Innenstirndeckels und Rollenverpackungsanlage, insbesondere automatisierte Rollenverpackungsanlage
US10040583B2 (en) * 2015-07-23 2018-08-07 Perpetual Machine Company Carpet wrapping apparatus and method of using same

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2851839A (en) * 1956-06-18 1958-09-16 Kalamazoo Vegets Le Parchment Machine for wrapping rolls of paper and the like
US3299603A (en) * 1962-03-12 1967-01-24 Continental Can Co Method of filling pouches
US3527018A (en) * 1968-10-21 1970-09-08 Vac Air Inc Vacuum packaging of poultry
US3828523A (en) * 1972-11-20 1974-08-13 Beloit Corp Automatic inside head holder structure
US4369611A (en) * 1980-07-07 1983-01-25 Rexham Corporation Top heat sealing unit for pouches
DE3049096C2 (de) * 1980-12-24 1986-05-28 Kleinewefers Gmbh, 4150 Krefeld Verpackungseinrichtung für Rollen mit Innenhülse
DE3128114A1 (de) * 1981-07-16 1983-11-17 Wersch, Hans, 7430 Metzingen Evakuierungsgeraet beim stopfensetzen
JPS58125422A (ja) * 1981-12-14 1983-07-26 友和産業株式会社 金属コイル端面包装装置
IT1225499B (it) * 1988-11-14 1990-11-20 Gd Spa Metodo e dispositivo per la ripiegatura di lembi di estremita' di involucri tubolari
JP2631034B2 (ja) * 1990-11-02 1997-07-16 富士写真フイルム株式会社 ロール包装方法および装置
US5090566A (en) * 1991-01-07 1992-02-25 Fortifiber Corporation Paper roll header and paper roll wrapper assembly
FI89149C (fi) * 1991-02-12 1996-09-11 Valmet Paper Machinery Inc Foerfarande och anordning foer emballering av rullar, i synnerhet pappersrullar, med foerpackningsomslag
DE4135075A1 (de) * 1991-10-24 1993-04-29 Packautomatic Gmbh & Co Kg Verfahren und vorrichtung zum herstellen einer verpackung sowie verpackung fuer rollenfoermiges packgut

Also Published As

Publication number Publication date
FI941998A (fi) 1994-11-04
US5477659A (en) 1995-12-26
FI941998A0 (fi) 1994-04-29
CH688348A5 (de) 1997-08-15
BR9401669A (pt) 1994-12-06
DE4314480C1 (de) 1995-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI83193B (fi) Foerfarande och anordning foer fogning och avskaerning av vecklingsfilm.
US4164111A (en) Vacuum-packing method and apparatus
US3897671A (en) Apparatus and method for covering a load on a pallet
US4575990A (en) Shrink packaging process
NL9400533A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van een materiaalbaan-rol.
KR102183939B1 (ko) 포장 방법 및 스트레치 후드 시스템
CA2545315C (en) Method and apparatus for filling liquids into foil bags with a spout
US5590509A (en) Process and machine for conditioning any products in containers such as barquettes
EP1381541B1 (en) Apparatus and method for vacuum packing products
AU655676B2 (en) Machine for packaging with single-folded heat-shrinkable film, provided with a device for automatically opening the film
US2890555A (en) Wrapping machine film material supports
NL9300165A (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een soepele voering in een vatvormige houder.
US2876112A (en) Method of packaging food and casing therefor
EP0661211A4 (en) METHOD FOR HEATING HERMETIC CLOSURE OF A PAPER CONTAINER AND APPARATUS FOR HEATING HERMETIC CLOSURE.
WO2021181293A1 (en) Manual bell packaging machine in a protective atmosphere
NZ209107A (en) Packaging in heat-shrinkable containers;adding an insulating inert gas
JP3255900B2 (ja) 衣類用仕上げ機
JP2001505169A (ja) 熱収縮フイルム包装機械
JPH06286730A (ja) 空気交換パッケージに於ける気密封止及びガス交換用のストレッチャ−インジェクタ装置
JP3707625B2 (ja) 熱収縮包装装置
CZ261094A3 (en) Method of shrinking a wrapping made of a shrinking foil and apparatus for making the same
ITMI991602A1 (it) Procedimento e macchina per il confezionamento di prodotti con film termoretraibile monopiega
JP2673076B2 (ja) 包装装置
JP2523424B2 (ja) フィルム包装方法およびその装置
JP4077232B2 (ja) キャップシールシュリンク装置及びシュリンク方法

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed