NL9100925A

NL9100925A - Potsamenstel voor het kweken van zaailingen, en werkwijzen voor het vervaardigen daarvan.

Info

Publication number: NL9100925A
Application number: NL9100925A
Authority: NL
Original assignee: Nippon Beet Sugar Mfg
Priority date: 1990-05-30
Filing date: 1991-05-29
Publication date: 1991-12-16
Also published as: KR910019495A; FR2662575A1; AU665146B2; ITRM910361A0; GB2244416A; JPH0436122A; FI912585A0; KR0168856B1; ITRM910361A1; AU7800791A; FR2662575B1; GB2244416B; IT1245697B; JPH0822190B2; DE4116958A1; CA2043548A1; BE1005611A3; US5257475A; FI912585A; AU647126B2

Description

UITTREKSEL

Beschreven wordt een band voor het vormen van een van bodems voorzien kweekpotsamenstel, waarbij meerdere rijen van meerdere potten tot een samenstel zijn gevormd. De bodems van de potten worden gemaakt door het maken van specifieke planaire structuren in een materiaalpapier met een constante breedte en door het papier te hechten, te combineren en te snijden. Het potaggregaat kan éénvoudig worden vervaardigd door de band te expanderen. De bodems strekken zich uit vanaf de onderzijden van de zijwanden van de kubussen en worden naar binnen gevouwen over een rechte hoek vanaf de aangrenzende verlengingen. Deze aangrenzende verlengingen worden aan elkaar gehecht op één van de diagonalen van de bodems, en de verlengingen van de andere diagonaal worden overlapt.

Titel: Potsamenstel voor het kweken van zaailingen, en werkwijzen voor het vervaardigen daarvan.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een potsamenstel voor het kweken en overplanten van zaailingen, waarin een aantal te vormen potten met, wanneer geëxpandeerd, bodems tot een samenstel zijn gevormd, en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Er zijn in de techniek reeds een aantal potstructuren bekend welke zijn gemaakt van papier of een papier-achtige dunne film (hetgeen in het hiernavolgende kortweg zal worden aangeduid als "papier"), zodat zij gebruikt kunnen worden als potten voor het kweken en overplanten van zaailingen. Veel van de potsamenstellen hebben cilindrische structuren met noch een deksel, noch een bodem. In bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 3.164.507 of het Britse octrooischrift 992.856 is een potsamenstel beschreven waarin een aantal potten, zonder deksel en zonder bodem, tot een samenstel zijn gevormd doordat zij met hun wederzijdse zijwanden aan elkaar hechten door middel van een water-oplosbare kleefstof. In het Amerikaanse 4.132.337 of het Britse octrooischrift 1.559.343 is een continu potsamenstel beschreven, waarin een reeks van individuele potten kan worden uitgenomen door perforaties die het afscheuren daarvan vergemakkelijken.

Het kweken van zaailingen en overplanten onder gebruikmaking van de bekende cilindrische potten wordt tot stand gebracht door aarde aan te brengen in de geëxpandeerde individuele potten van het aggregaat, het zaad te zaaien, met water te sproeien om de zaailingen te kweken onder kweek-condities gedurende een bepaalde periode, en door de zaailingen afzonderlijk één voor één in het veld over te planten door gebruikmaking van een gekozen overplanter die geschikt is voor de betreffende zaailingen.

Als in dit geval de gebruikte potten een betrekkelijk kleine diameter hebben, wordt de in de potten aangebrachte aarde in voldoende mate vastgehouden zodat het daar niet uit zal vallen. Als de potdiameter groter wordt dan 50 mm, wordt de·houdkracht voor de aarde in de potten onvolledig zodat de aarde uit de potten kan vallen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op zowel een potaggregaat dat geschikt is om te voorkomen dat aarde uit de potten valt als op een werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Van dunne film vervaardigde potten met een bodem zijn welbekend in de techniek. De Japanse octrooipublikatie 1126 uit 1973 (welke in het hiernavolgende kortweg zal worden aangeduid als Jap. 1126/73) beschrijft bijvoorbeeld een papieren doossamenstel voor het kweken van zaailingen waarin een aantal eenheidsdozen gevormd is door een lang papier te vouwen en te lijmen, en waarbij de eenheidsdozen naast elkaar geplaatst zijn waarbij hun buitenwanden overlappen, en aan elkaar zijn gehecht door een water-oplosbare kleefstof. In het Amerikaanse octrooischrift 4.021.966 is een bekerelement beschreven, waarbij meerdere eenheidsbekers die elk een vierkante doorsnede hebben, vier vlakke en evenwijdige zijwanden en een bodem die zich uitstrekt van de ondergedeelten van slechts één paar van de zijwanden (maar niet is verbonden aan de ondergedeelten van het andere paar zijwanden) zijn opgesteld in meerdere evenwijdige rijen en waarbij de aangrenzende eenheidsbekers met hun bovenhoeken met elkaar zijn verbonden. In het Amerikaanse octrooischrift 3.739.522 is een celsysteem beschreven waarin een plaatvormig materiaal zoals een thermoplastische film is gevouwen in twee lagen, waarbij deze twee lagen zijn gelijmd met een constant longitudinaal interval om een band te vormen, en waarbij de aangrenzende banden zijn geopend met een ei-vormige doorsnede om cellen te vormen. Ook wordt een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk systeem beschreven.

Het in Jap. 1126/73 beschreven doossamenstel vergt ingewikkelde handelingen voor het vormen van elk van de eenheidsdozen van het samenstel door een lange plaat te vouwen en te lijmen en voor het tot een samenstel vormen van de eenheids- doz’en door voorafbepaalde transversale breedten van de vlakke gevouwen dozen te laten overlappen en te lijmen. Wanneer de eenheidsdozen aldus individueel worden gevormd, waarbij het tot een samenstel vormen moeilijk uit te voeren is, wordt de produktieopbrengst bij massaproduktie in aanzienlijke mate beperkt.

Aldus bestaat er behoefte aan een samenstel van kweek-potten met een bodem dat opeenvoudige wijze door massaproduktie kan worden vervaardigd.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een kweekpotsamenstel verschaft dat bestaat uit een aantal regelmatige kubussen met een bodem, waarbij de bodem is gevormd door uitstekende gedeelten die zich uitstrekken vanaf de onderzijden van de zijwanden van elke kubus door de afzonderlijke naburige uitstekende gedeelten haaks naar binnen te vouwen en door de naburige uitstekende gedeelten volgens één paar diagonalen van de kubusbodem te hechten en de uitstekende gedeelten op het andere paar diagonalen te overlappen.

Een werkwijze voor het vervaardigen van het bovengenoemde potsamenstel volgens de onderhavige uitvinding omvat de stappen van: het snijden van het centrale gedeelte van een 1/2 N-gedeelte van papier met een breedte van (H + 1/2 N) en een lengte van (2N) evenwijdig aan de twee eindranden van het papier, waarbij de hoogte van de regelmatige kubussen H is, en de lengte van de zijden N; het aanbrengen van een waterbestendige kleefstof (b.v. acryl-emulsie) aan de marges bij de twee eindranden van het papier en de marges van 45°, die de twee einden van het 1/2 N-gedeelte verbinden met de eindranden, een ander papier met identieke afmetingen overlappend aanbrengen op het eerstgenoemde papier en daaraan hechten, en snijden tussen genoemde einden en genoemde eindranden om een eenheidspapier te vormen; een aantal van genoemde eenheids-papieren overlappend aanbrengen langs genoemde snede en genoemd uitstekend gedeelte en de overlappende gedeelten anders dan genoemde 1/2 N-gedeelten hechten door middel van een water-oplosbare kleefstof, en de hechtstap sequentieel herhalen om een band te vormen met een reeks van gedeeltelijke overlappingen; en een andere band rug aan rug overlappend aanbrengen op genoemde band, de zijwanden van de kubus met uitzondering van de tegenover elkaar gelegen 1/2 N-gedeelten aan elkaar hechten, de overlappings- en hechtstappen herhalen om meerdere overlappende banden te vormen, de eenheidspapieren bij de twee uiteinden van de genoemde overlappende banden afpellen langs het verlengde van genoemde snede om elk van de genoemde eenheidspapieren te vormen tot een regelmatige kubus met een zijde van N, en dienovereenkomstig genoemde 1/2 N-gedeelten vouwen waarbij genoemde randen zich haaks uitstrekken ten opzichte van de wanden van genoemde kubussen om een bodem in elke kubus te vormen. Opgemerkt wordt, dat de voornoemde 1/2 N-grootte het maximum aanduidt, maar dat een kleinere afmeting gekozen kan worden in overeenstemming met de geest van de onderhavige uitvinding.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een potsamenstel met bodems, waarin de bodems van de individuele kweekpotten eenvoudig gevormd kunnen worden door specifieke planaire structuren te maken in een papiermateriaal met een constante breedte, door hechten, gecombineerd hechten en snijden van de specifieke structuur om een band te vormen voor een potsamenstel met meerdere rijen van meerdere potten, en door de band te expanderen.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor het vervaardigen van het potsamenstel dat is voorzien van bodems met de specifieke structuren.

De uitvinding zal nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de tekening, waarin: de figuren 1 t/m 4 de structuur tonen van potten welke het van bodems voorziene kweekpotsamenstel volgens de onderhavige uitvinding vormen, en waarbij meer in het bijzonder fig. 1 een perspectiefaanzicht is dat het van bodems voorziene potsamenstel van de onderhavige uitvinding toont, fig. 2 een perspectiefaanzicht is dat de structuur van een pot P van het samenstel van fig. 1 toont, fig. 3 een perspectiefaanzicht is dat de linker bodem van de pot toont, en fig. 4 een perspectiefaanzicht is dat de rechter bodem van de pot toont; fig. 5 een zijaanzicht is dat een eenheidspapier of de minimale eenheid toont voor het materiaal om de pot te construeren; fig. 6 een zijaanzicht is. dat schematisch de toestand van een band toont waarin de zes vellen van fig. 5 elkaar overlappen om een rij te vormen van zes potten inclusief de pot P van fig. 1; fig. 7 een zijaanzicht is dat schematisch de toestand toont waarin de banden van fig. 6 zijn gecombineerd en rug aan rug gehecht om een potsamenstel te vormen met vier rijen die elk bestaan uit zes potten, zoals getoond in fig. 1; fig. 8 een bovenaanzicht is dat een gesneden band toont, waarin de eenheidspapieren van fig. 5 in een continue reeks zijn opgesteld om de banden van fig. 6 in massaproduktie te vervaardigen ; fig. 9 een perspectiefaanzicht is dat de gesneden banden toont die elkaar gedeeltelijk overlappen zodat zij gesneden kunnen worden met de minimale breedte in de overlappende richting om de banden van fig. 6 te vormen; en fig. 10 de gesneden banden toont welke naast elkaar in een groot papier zijn vervaardigd zodat zij in massaproduktie vervaardigd kunnen worden.

Het papier voor het maken van het van bodems voorziene potsamenstel volgens de onderhavige uitvinding en ten gebruike bij het vervaardigen daarvan kan willekeurig zijn, als het een geschikte corrosieweerstand heeft of als het gebruikt kan worden voor het vervaardigen van de bekende kweek- en over-plantpotten. Bij wijze van voorbeeld kan het papier natuurlijk pulppapier of synthetisch papier zijn vervaardigd van: houtpulp geprepareerd van naaldbomen of loofbomen; een enkele component van een gewone papiermakende natuurlijke pulp zoals pulp van vodden, pulp van afvalpapier of van suikerriet; een mengsel van een dergelijke natuurlijke pulp en één of twee soorten van synthetische fibers van polyvinylalcohol, poly-propyleen, polyethyleen, polyolefine, polyester, polyamide, polyacrylonitril en polyvinylchloride; een pulp van composiet-fibers bestaande uit een aantal synthetische harsen met lage en hoge smeltpunten; een mengsel van synthetische fibers van de voornoemde enkele fibers. Het papiermateriaal kan ook bijvoorbeeld zijn: papier waarvan de natte sterkte verhoogd is door dergelijke natuurlijke of synthetische papieren te behandelen met een cellulose kruisverbindende stof; een composiet-papier dat geprepareerd is door een dunne film van de voornoemde synthetische fibers als laminaat aan te brengen over het natuurlijke pulppapier door geschikte middelen; een papier dat geprepareerd is door het natuurlijke of synthetische papier te behandelen met een geschikt gekozen corrosie-besten-dige stof; of een synthetisch papier dat gemaakt is van één van de voornoemde verscheidene synthetische fibers en dat een stijfheid is gegeven die correspondeert met die van natuurlijk papier.

De beschrijving van de onderhavige uitvinding zal worden begonnen met die van één pot, omdat de primaire karakteristiek van de onderhavige uitvinding is gelegen in de structuur van de bodemplaat van de pot en omdat de structuur van en het proces voor het vormen van de pot de basis verschaft voor het proces voor het vervaardigen van het potsamenstel.

Fig. 1 is een perspectiefaanzicht dat een aggregaat toont van van een bodem voorziene, kubusvormige bloempotten voor het kweken van zaailingen. Elk van de potten is aangeduid met het verwijzingscijfer 10, en naburige potten zijn met hun zijwanden aan elkaar gehecht door middel van een water-oplosbare kleefstof.

Fig. 2 toont een uit het potsamenstel uitgenomen pot P.

De afzonderlijke zijwanden van de kubusvormige doos zijn aangeduid met de verwijzingscijfers 11, 12, 13 en 14. Deze zijwanden vormen een kubus, waarvan een zijde een lengte N heeft en een hoogte H.

De zijwanden 11 en 12 vormen een integraal geheel, evenals de zijwanden 13 en 14, en zijn met hun uiteinden bij gedeelten 15 en 16 aan elkaar gehecht over een breedte t door middel van een water-bestendige kleefstof.

Uitstekende gedeelten 17 en 20 strekken zich respectievelijk uit vanaf de zijwanden 11 en 13 en zijn haaks naar binnen gevouwen en aan elkaar gehecht, zoals aangeduid bij 21, om een deel van de bodem te vormen, zoals duidelijker blijkt uit fig. 3.

Op vergelijkbare wijze strekken uitstekende gedeelten 18 en 19 zich uit vanaf de zijwanden 12 en 14, en zijn deze haaks naar binnen gevouwen om het andere deel van de bodem te vormen, zoals getoond in fig. 4. Het aan elkaar gehechte gedeelte van de uitstekende gedeelten 18 en 19 is aangeduid met het verwijzingscijfer 22.

Aldus is de bodem van de kubusvormige pot volgens de onderhavige uitvinding gevormd door twee paren van uitstekende gedeelten te vormen, waarvan elk paar bestaat uit de uitstekende gedeelten die haaks naar binnen zijn gevouwen vanaf de zijwanden die de pot vormen, langs één diagonaal van de bodem.

Fig. 5 toont een eenheidspapier dat geëxpandeerd moet worden om de pot te vormen.

Wanneer elk van de vier zijwanden van de kubus een lengte N en een hoogte H heeft, worden de voornoemde uitsteeksels 17 en 20 die de bodem van de pot volgens de onderhavige uitvinding vormen, gevormd door de longitudinale zijrand te verlengen over 1/2 N van het papiermateriaal dat een breedte heeft van 2N. Twee van deze papieren worden overlappend op elkaar aangebracht en aan elkaar gehecht bij de twee zijmarges 15 en 16 in de breedterichting, welke een breedte t hebben, en bij de marges 21 en 22 die de twee hoeken van de uitsteeksels kruisen onder een hoek van 45°, en eveneens de breedte t hebben. In dit geval kunnen de uit- stëeksels 17 en 20 vooraf gesneden worden langs de marges of lijnen 21 en 22 om de randen te verschaffen voor de te hechten marges of voor de marges te gebruiken bij de gehele driehoeken die gedefinieerd zijn door de marges. Anderzijds kunnen de te overlappen papieren geprepareerd worden door één vel papier in tweeën te vouwen. Het verwijzingscijfer 23 duidt een snede aan bij het centrum van elk steeksel in de uitstrekrichting, en de verwijzingscijfers 24 en 25 duiden de gezamenlijke gedeelten aan van de marges 15 en 22 en de snede die is gevormd in de gezamenlijke gedeelten van de marges 16 en 22.

De aldus van het eenheidspapier gemaakte twee overlappende papieren worden aan de bovenzijde en aan de onderzijde geopend, zoals getoond langs de verlengingslijn 26 van de snede 23, om de pot 10 van fig. 2 te vormen. Anderzijds heeft de aldus vervaardigde kubusvormige pot 10 een vierkante vorm, waarvan elke zijde in werkelijkheid een lengte (N - t) heeft, hetgeen de strekking van de onderhavige uitvinding niet verandert.

Vervolgens wordt een potsamenstel met één rij van zes potten, zoals getoond in fig. 1, vervaardigd onder gebruikmaking van het eenheidspapier van fig. 5 door het volgende proces :

Vijf andere vellen van eenheidspapier zoals getoond in fig. 5 worden geprepareerd. De rechter zijrand van het tweede materiaal wordt overlapt langs de verlengingslijn 26, en alleen corresponderende zijwandgedeelten worden aan elkaar gehecht door een water-bestendige kleefstof 27. De verlengde gedeelten worden ongehecht gelaten omdat zij, wanneer zij geëxpandeerd worden, haaks ten opzichte van het vlak van tekening gedraaid moeten kunnen worden.

Wanneer de voorgaande stappen sequentieel gevolgd worden, wordt een bandsamenstel verkregen zoals in zijaanzicht getoond in fig. 6. Als het bandsamenstel verticaal wordt uitgetrokken, zoals getoond, langs de verlenging 26 van het onderste eenheidspapier en de verlenging 26 van het bovenste eenheidspapier, kan een potsamenstel worden bereikt waarin zes kubus vormige potten 10 longitudinaal aan elkaar grenzen met de individuele bodems getoond infig. 2.

De methode om potten continu te vormen is welbekend in de techniek, en de methode om een potsamenstel te vormen door meerdere rijen van kubusvormige potten naast elkaar op te stellen, zoals getoond in fig. 1, is ook bekend in de techniek, zoals schematisch getoond in fig. 7. Opgemerkt wordt, dat de vlakken a en b, c en d, e en f, g en h, en i en j individueel aan elkaar zijn gehecht door een water-oplosbare kleefstof, zoals getoond in fig. 7.

Aangezien de bodem van de pot volgens de onderhavige uitvinding één paar van tegenover elkaar gelegen hoeken heeft welke driehoekige pyramiden vormen van zijn twee zijwanden en een gedeelte van zijn integrale bodem, zijn de toppunten daarvan zo sterk dat het bijzonder effectief is om te voorkomen dat aarde uit de pot valt, zoals beschreven in de beschrij-vingsinleiding, zelfs wanneer de aarde niet in zijn geheel door de zijwanden wordt gedragen.

Een ander voordeel van de onderhavige uitvinding is daarin gelegen, dat het in fig. 6 getoonde bandsamenstel eenvoudig in massa kan worden geproduceerd.

Fig. 8 toont een gesneden bandsamenstel dat een basis verschaft voor de massaproduktie.

In de structuur van dit basisbandaggregaat is één paar van de in fig. 5 getoonde potmaterialen opgesteld in de richting van de hoogte H en aanliggend gemaakt in tegengestelde richtingen, en deze paren worden continu herhaald in de richting H.

In de uitvoeringsvorm van fig. 8 is in het bijzonder een lang vel papier met een breedte 2N vanuit zijn twee zijranden ingesteld met de grootte H en dan met de grootte N, en V-vormige of driehoekige marges, die gehecht moeten worden, zijn gevormd in de vorm van een regelmatige driehoek met een basis N. Zoals aan de rechterzijde van de tekening is getoond, wordt een waterbestendige kleefstof aangebracht aan de marges met de breedte t van de aldus verkregen zijranden van het papier door de voornoemde stappen te herhalen. Als resultaat worden twee aldus bewerkte vellen papier op een overlappende manier aan elkaar gehecht, zoals getoond bij de linkerzijde van de tekening. De sneden 23, 24 en 25 zijn gemaakt door de twee overlappende papieren. De verwijzingscijfers L en M duiden snijlijnen aan die niet in élk van de basisbandsamen-stellen zijn gevormd.

De gearceerde gedeelten T en S tonen slechts één zijwand van de gedeelten voor het uiteindelijk vormen van het pot-samenstel. Een water-oplosbare kleefstof wordt aangebracht aan de tegenoverliggende gedeelten van elk paar om de zijwand-gedeelten aan elkaar te hechten door de transversale posities te fixeren in overeenstemming met de V-vormige marges zodat één zijrand van het andere basisbandsamenstel wordt aangepast aan de snede 23. De zes overlappende bandsamenstellen worden overlappend aangebracht, zoals getoond in fig. 9.

Het aldus verkregen overlappende samenstel wordt gesneden langs de lijnen L en M van fig. 8 om het in fig. 6 getoonde bandsamenstel te verschaffen.

Het aantal potten van het uiteindelijke samenstel wordt daarom verkregen door het aantal overlappende vellen van de basisbandsamenstellen te vermenigvuldigen met het aantal overlappende banden, zoals getoond in fig. 7.

Voorbeelduitvoerinasvorm:

Een ongebleekt ambachtelijk papier (A) van 80 g/m2 met een breedte van 115 mm en gemaakt door 1 gew.% aan 8-oxy-chinolinekoper toe te voegen aan pulp, wordt continu afgelaten van een trommelwinder. Dit papier wordt onderworpen aan: een eerste stap van toevoegen van een water-bestendige kleefstof (b.v. een emulsie van vinylacetaat) aan een sectie van een lengte van 140 mm (waarbij de voorste en achterste gedeelten een lengte hebben van 70 mm) bij een tussenruimte van 52,5 mm terwijl een breedte van 5 mm vanaf de rechter en linker zijranden in de aflaatrichting als de marges wordt gelaten; en een tweede stap van het toevoegen van een waterbestendige kleefstof aan de V-vormige gedeelten waarbij de voorste en achterste einden van de eerste van kleefstof voorziene gedeelten over de tussenruimte van 52,5 mm en naar binnen gevouwen van het papier A over een hoek van 45° ten opzichte van de aflaatrichting.

Deze V-vorm van deze tweede stap is zodanig, dat de V-vormige rand een open hoek heeft van 90° en zich 31,25 mm binnen elke rand bevindt bij een rechte hoek ten opzichte van de aflaatrichting.

Vervolgens wordt een ongebleekt papier (B) dat gemaakt is van een identiek materiaal en identieke specificaties heeft maar afzonderlijk is geprepareerd, continu afgelaten en wordt overlappend aangebracht op het'papier A met betrekking tot de twee zijden, om een continue band te vormen. Het in breedte-richting centrale gedeelte (bij een afstand van 57,5 mm vanaf de zijden) van de continue band over de hele lengte van 52.5 mm en het gedeelte met de breedte van 5 mm dat verbonden is bij de voorgaande eerste en tweede stappen, worden door de band gesneden door middel van een snijrolmal, om een continue gesneden band te vormen.

Vervolgens wordt deze band gesneden langs een denkbeeldige lijn die het centrale gedeelte van de bij de eerste stap gehechte secties kruist, om 55 vellen van twee-continue eenheidspapieren te prepareren met een gehecht gedeelte gevormd in de V-vorm bij de tweede stap. Hiervan worden vijf vellen opgesteld om met hun halve breedtegedeelten (van 52.5 mm) stapgewijs overlappend te zijn ten opzichte van de breedte van 105 mm met uitzondering van de individueel aangebrachte gedeelten van 5 mm bij de eerste stap, en de overlappende gedeelten met uitzondering van de gedeelten gehecht bij de tweede stap, worden gehecht door een wateroplosbare kleefstof (b.v. polyvinylalcohol), om elf banden te prepareren met een lengte van 192,5 mm en een breedte van 325 mm die elk bestaan uit vijf twee-continue eenheidspapieren .

De elf banden worden sequentieel gelamineerd en als reeks opgesteld waarbij elke tweede daarvan in de longitudinale richting wordt omgedraaid, en de overlappende gedeelten met uitzondering van de gedeelten gehecht bij de tweede stap, worden gehecht door een water-oplosbare kleefstof b.v. polyvinyl) . Dit gehechte vel wordt gesneden langs de denkbeeldige lijn die de rand van het V-vormig gehechte gedeelte van de tweede stap verlengt om twee overlappende banden te vormen. Deze banden worden geëxpandeerd om twee van bodems voorziene potsamenstellen te produceren, waarbij kusbusvormige van een bodem voorziene potten met een.zijde van 52,5 mm en een hoogte van 70 mm zijn opgesteld in vijf rijen en elf kolommen.

Door de stappen van het hechten en expanderen van papieren met een bijzonder eenvoudige vorm is het volgens de onderhavige uitvinding mogelijk kweekpotsamenstellen voor zaailingen te vervaardigen waarbij de afzonderlijke potten zijn uitgerust met bodems die voldoende zijn om tenminste te voorkomen dat de aarde uit de potten valt.

Claims

1. Kweekpotsamenstel omvattende een aantal regelmatige, van een bodem voorziene kubussen gemaakt van papier en aan elkaar gehecht in een roosterpatroon, met het kenmerk dat de bodem van elk van genoemde kubussen verlengde gedeelten omvat van de individuele zijwanden van genoemde kubus welke haaks naar binnen zijn gevouwen, en dat de verlengingen die elkaar ontmoeten bij één van de diagonalen van genoemde bodem, aan elkaar zijn gehecht terwijl de verlengingen op de andere diagonaal overlappend zijn.

2. Potsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de totale lengte van de gehechte gedeelten op genoemde ene diagonaal kleiner is dan de lengte van de diagonalen.

3. Werkwijze voor het vormen van de bodem van een regelmatige kubus met een zijde met een lengte N en een hoogte H, omvattende de stappen van: (i) het snijden van het centrale gedeelte van een gedeelte van 1/2 N van een papier met een breedte (H + 1/2 N) en een lengte van 2N evenwijdig aan de twee eindranden van het papier; (ii) het aanbrengen van een water-bestendige kleefstof aan de marges t bij de twee eindranden van genoemd papier en de marges t bij de twee einden van genoemd 1/2 N-gedeelte en het samenvoegen in genoemde eindranden en bij een hoek van 45° ten opzichte van genoemde twee einden, een ander papier met identieke afmetingen overlappend aan het eerstgenoemde papier hechten, en het snijden met een breedte van genoemde marges tussen genoemde einden en genoemde eindranden, om een een-heidspapier te vormen; en (iii) het pellen van de twee overlappende papieren langs de verlengingen van de snede van het genoemde centrale gedeelte om een regelmatige kubus te vormen met één zijde van N, en het dienovereenkomstig vouwen van het genoemde 1/2 N-gedeelte over een rechte hoek ten opzichte van de wanden van genoemde kubus om een bodem te vormen.

4. ~ Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het eenheidspapier wordt geprepareerd door één vel papier te vouwen in twee helften met één eindrand en één te hechten eind.

5. Werkwijze voor het vormen van meerde continue regelmatige kubusvormige potten met één zijde met een lengte N en een hoogte H en een bodem bij elk van de potten, omvattende de stappen van: (i) het snijden van het centrale gedeelte van een gedeelte van 1/2 N van een papier met een breedte (H + 1/2 N) en een lengte van 2N evenwijdig aan de twee eindranden van het papier; (ii) het aanbrengen van een water-bestendige kleefstof aan de marges t bij de twee eindranden van genoemd papier en de marges t bij de twee einden van genoemd 1/2 N-gedeelte en het samenvoegen in genoemde eindranden en bij een hoek van 45° ten opzichte van genoemde twee einden, een ander papier met identieke afmetingen overlappend aan het eerstgenoemde papier hechten, en het snijden met een breedte van genoemde marges tussen genoemde einden en genoemde eindranden, om een eenheidspapier te vormen; (iii) het hechten van meerdere genoemde eenheidspapieren door een water-oplosbare kleefstof bij de buitenwanden van genoemde kubussen met uitzondering van het 1/2 N-gedeelte langs de snede van het centrale gedeelte en de verlenging van genoemde snede, en het sequentieel herhalen van de hechtstap om een band te vormen met een reeks overlappingen; en (iv) het pellen van de eenheidspapieren bij de twee uiteinden van genoemde band langs de verlenging van genoemde snede om elk van genoemde eenheidspapieren te vormen tot een regelmatige kubus met een zijde van N, en het dienovereenkomstig vouwen van het genoemde 1/2 N-gedeelte over een rechte hoek ten opzichte van de wanden van genoemde kubus om een bodem in elke kubus te vormen.

6.“ Werkwijze voor het integreren van meerdere continue regelmatige kubusvormige potten met één zijde met een lengte N en een hoogte H en dan meerdere continue rijen, en het vormen van een bodem bij elk van de potten, omvattende de stappen van : (i) het snijden van het centrale gedeelte van een gedeelte van 1/2 N van een papier met een breedte (H + 1/2 N) en een lengte van 2N evenwijdig aan de twee eindranden van het papier; (ii) het aanbrengen van een water-bestendige kleefstof aan de marges t bij de twee eindranden van genoemd papier en de marges t bij de twee einden van genoemd 1/2 N-gedeelte en het samenvoegen in genoemde eindranden en bij een hoek van 45° ten opzichte van genoemde twee einden, een ander papier met identieke afmetingen overlappend aan het eerstgenoemde papier hechten, en het snijden met een breedte van genoemde marges tussen genoemde einden en genoemde eindranden, om een een-heidspapier te vormen; (iii) het hechten van meerdere genoemde eenheidspapieren door een water-oplosbare kleefstof bij de buitenwanden van genoemde kubussen met uitzondering van het 1/2 N-gedeelte langs de snede van het centrale gedeelte en de verlenging van genoemde snede, en het sequentieel herhalen van de hechtstap om een band te vormen met een reeks overlappingen; en (iv) het rug naar rug overlappend aanbrengen van een andere band op genoemde band, het hechten van de zijwanden van genoemde kubussen met uitzondering van de tegenoverliggende 1/2 N-gedeelten, het herhalen van de overlap- en hechtstappen om meerdere overlappende banden te vormen, het pellen van de eenheidspapieren bij de twee uiteinden van genoemde overlappende banden langs de verlenging van genoemde snede om elk van de eenheidspapieren te vormen tot een regelmatige kubus met één zijde van N, en het dienovereenkomstig vouwen van de 1/2 N-gedeelten over een rechte hoek ten opzichte van de wanden van genoemde kubussen om een bodem in elke kubus te vormen.

7. ” Gesneden band voor het maken van een van bodems voorzien kweekpotsamenstel, welke band is geprepareerd door: het nemen van een afmeting van één eenheid van een gehele lengte van (H + N + H) bij de twee zijranden van een lang papier met een breedte van 2N; het n keer herhalen en definiëren van genoemde eenheid in de longitudinale richting; het vormen van marges met een breedte t langs een lijn die een regelmatige driehoek vormt met een basis van het gedeelte met de afmeting N van de twee zijranden van genoemd papier, en het hechten daarvan door een water-bestendige kleefstof; het snijden van de twee overlappende papieren daardoor langs de bisector met de lengte N en loodrecht op een lijn die de apexen van genoemde tegenovergelegen regelmatige driehoeken verbindt; en het snijden met een breedte van de marges tussen genoemde marges van genoemde zijranden van genoemde N-gedeelten.

8. Gesneden band volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat genoemde gesneden band is gevormd door het vouwen van één vel papier.

9. Band voor het verschaffen van de gesneden band volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de genoemde gesneden band is gevormd van twee evenwijdige vellen papier.

10. Band voor het vormen van een n-tal continue, van bodems voorziene kweekpotsamenstellen, welke band is geprepareerd door: het nemen van een afmeting van één eenheid van een gehele lengte van (H + N + H) bij de twee zijranden van een lang papier met een breedte van 2N; het n keer herhalen en definiëren van genoemde eenheid in de longitudinale richting; het vormen van marges met een breedte t langs een lijn die een regelmatige driehoek vormt met een basis van het gedeelte met de afmeting N van de twee zijranden van genoemd papier, en het hechten daarvan door een water-bestendige kleefstof; het snijden van de twee overlappende papieren daardoor langs de bisector met de lengte N en loodrecht op een lijn die de toppen van genoemde tegenovergelegen regelmatige driehoeken verbindt; het snijden met een breedte van de marges tussen genoemde marges van genoemde zijranden en genoemde N-gedeel- ten; het gedeeltelijk overlappend aanbrengen van een n-tal gesneden papieren met hun individuele zijranden opgesteld langs de sneden van genoemde centrale gedeelten; het hechten van de gedeelten met de breedte H van genoemde overlappende gedeelten anders dan de gedeelten met de breedte N; het snijden van genoemde eenheden individueel langs een lijn die de toppen van genoemde driehoeken verbindt; en het expanderen van de gesnedene.