NL9000165A - Werkwijze voor het met een nippel verbinden van een slang en slangverbinding verkregen door een dergelijke werkwijze. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het met een nippel verbinden van een slang en slangverbinding verkregen door een dergelijke werkwijze

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het stevig bevestigen van een slang op een nippel en op een slangverbinding met een nippel, verkregen door toepassing van een dergelijke werkwijze, die in staat is op betrouwbare wijze extreem hoge drukken te weerstaan.

Slangverbindingen, in het bijzonder hogedruk-slangverbindingen voor toepassing bij zwaar belaste toestellen, zoals toestellen voor de aanleg van wegen, die in staat moeten zijn om relatief hoge drukken te weerstaan en die een eenvoudige constructie bezitten en eenvoudig moeten kunnen worden geïnstalleerd, zijn reeds eerder veelvuldig onderwerp van belangstelling geweest. Tot nu toe is echter geen eenvoudige oplossing beschikbaar die in staat is om op betrouwbare wijze relatief hoge drukken te weerstaan.

Het Amerikaanse octrooi 3.870.349 van aanvrager verschafte de mogelijkheid om buitengewoon goede slangverbindingen te realiseren bij hogedruk-slangen die superieur bleken ten opzichte van andere op de markt verkrijgbare slangverbindingen. Een dergelijke aan beide zijden van slangen geïnstalleerde slangverbinding volgens het genoemde octrooi maakte het mogelijk hoge drukken te bereiken voordat de slang barstte. Echter, afgezien van het feit dat deze bekende slangverbinding relatief kostbaar was, was het niet mogelijk om door toepassing daarvan aan beide uiteinden van een slang slangverbindingen te realiseren die op betrouwbare wijze ervoor zorgden dat alle beschikbare slangen barstten en om een volledige afdichting tot aan de barstdruk van een bepaalde slang te verschaffen.

Verder maken bekende hogedruk-slangverbindingen, die in de handel verkrijgbaar zijn, gebruik van rillen op de nippel en/of het buitenste hulsdeel, welke scherpe randen bezitten, die blijkbaar vereist zijn om een voldoende grote vasthoudwerking te verkrijgen, ook al blijken dergelijke scherpe randen onvoldoende om een afdichting tot aan de barstdruk van de slang te handhaven. Dergelijke scherpe randen echter brengen het belangrijke nadeel met zich mee dat een gedeelte van het slangmateriaal reeds kan worden vernield tijdens het aanbrengen van de slangverbinding, namelijk door het doorsnijden of anderszins beschadigen van het slangmateriaal.

i Thans is gebleken, dat de nadelen van de bekende slangverbindingen op verrassend eenvoudige wijze kunnen worden vermeden door toepassing van een nippel die is voorzien van uitwendig uitstekende rillen of ribben, welke wordt vergroot nadat de slang over de nippel is aangebracht en in radiale buitenwaartse richting is omgeven door een hulsvormig deel, waarna het hulsvormige deel wat zijn diameterafmetingen betreft wordt verkleind, bijvoorbeeld door het samendrukken of samenwalsen van het hulsvormige deel.

In de stand van de techniek zijn diverse voorstellen gedaan om een inwendige vergroting van de nippel en ook een uitwendige samendrukking van een hulsvormig deel toe te passen. Echter, alle bekende voorstellen leiden tot bepaalde nadelen die de realisatie van een zeer eenvoudige hogedruk-slangverbinding, die zeer betrouwbaar is wat betreft zijn werking en die tevens in situ, bijvoorbeeld voor reparatie-doeleinden, kan worden toegepast wanneer gebreken optreden in de hogedrukleiding(en) van toestellen voor het vervaardigen van wegen, tegengaan.

Verder suggereert geen van de bekende werkwijzen de bijzondere werkwijze in overeenstemming met de onderhavige uitvinding, welke in eerste instantie het inwendig vergroten van de nippel en pas daarna het samendrukken van het hulsvormige deel omvat. Zoals echter hierna duidelijker zal blijken is deze opeenvolging om diverse redenen belangrijk.

Een veelvuldig optredend nadeel bij een groot aantal bekende voorstellen is gelegen in de toepassing van draden of vertandingen met scherpe tanden. De toepassing van dergelijke draden of vertandingen neigt echter tot de beschadiging van de slang door de daarop aangebrachte scherpe randen, hetgeen veelvuldig leidt tot gebreken van de slang-verbinding bij, bij deze uitvinding nagestreefde, zeer hoge drukken.

Het Amerikaanse octrooischrift 2.865.094 maakt gebruik van een bus die een bepaalde dikte moet bezitten teneinde het daarin aanbrengen van de inwendige spiraalvormige schroefdraad toe te staan. Een spiraalvormige schroefdraad leidt echter altijd tot serieuze problemen met betrekking tot lekkages. Bovendien worden van scherpe randen voor-> ziene vertandingen op de nippel toegepast die op zijn beurt moet zijn voorzien van een uitwendige draad voor een verbinding met de bus. Aangezien deze verbinding primair was bedoeld voor teflonslangen met een stalen draadvlechtwerk-bedekking beschrijft het octrooi eerst het vanaf de buitenzijde zover krimpen van de bus dat een merkbare permanente reductie van de inwendige diameter van de nippel plaatsvindt. Dit vereist een extra interne vergroting en derhalve extra krachten indien de nippel moet worden vergroot tot de inwendige diameterafmeting van de slang teneinde stromingsverlie-zen te vermijden.

Het Amerikaanse octrooi 2.399.790 heeft betrekking op versterkte slangen die gebruik maken van een metaalvlecht-werk, dat tijdens het samenstellen van de koppeling kan worden beschadigd. Derhalve suggereert dit octrooi het vergroten van het koppelinzetstuk en het tegelijkertijd in althans nagenoeg gelijke proporties samentrekken van de buitenhuis zonder de normale diameter van de slang te verstoren. In tegenstelling tot de onderhavige uitvinding verschaft dit octrooi een glad uitwendig oppervlak van het nippelinzetstuk en een buitenhuis, die is voorzien van inwendig aangrijpende draden. De vereiste constructie die noodzakelijk is voor het toestaan van een gelijktijdig vergroten en samendrukken verhoogt tevens de vervaardigings-kosten van de diverse onderdelen.

Het Amerikaanse octrooi 2.216.839 maakt gebruik van een schacht die is voorzien van scherpe tanden die zijn bedoeld om in de slang te snijden. Volgens dit octrooi kunnen tevens scherpe tanden zijn toegepast aan de binnenzijde van de huls. Dit octrooi suggereert echter geenszins een op de huls uitgeoefende samendrukwerking.

Het Amerikaanse octrooi 1.825.005 beschrijft, evenals het Amerikaanse octrooi 1.786.489, het samenwalsen van de huls, doch geen inwendige vergroting.

In het Amerikaanse octrooi 2.595.900 wordt beschreven dat scherpe vertandingen zijn toegepast op het hoofdlichaam, terwijl geenszins een uitwendige samendruk-werking wordt gesuggereerd. Bovendien moet de vergroting van de schouder plaatsvinden tegen het relatief dikke materiaal-' lichaam in van de moer zelf.

Het Amerikaanse octrooi 2.377.010 maakt gebruik van een buisvormige huls met uitwendige vertandingen die zijn bedoeld om in het slangmateriaal te bijten. De uitwendige huls volgens dit octrooi is echter niet bedoeld of ontworpen om te worden samengedrukt.

Het Amerikaanse octrooischrift 2.025.427 heeft betrekking op een slang die is voorzien van een spiraalvormig gewikkelde inwendige flexibele metalen schede. De huls wordt aanvankelijk vervormd teneinde de stang stevig aan de koppeling te bevestigen. Teneinde een zwelling van het niet metalen gedeelte van de slang te verhinderen verschaft dit octrooischrift een relatief korte nippel die is bedoeld om een stevige metaal op metaal-binding tussen de nippel en de inwendige metalen schede te bewerkstelligen. Het vasthouden van de slang is echter uitsluitend gebaseerd op de vervorming van de huls die samenwerkt met de spiraalvormige schede.

Het Britse octrooischrift 1.451.588 maakt uitsluitend gebruik van het op een buisvormig inzetstuk met omtreks-weerhaken met scherpe randen smeden van de huls.

In het Duitse Offenlegungsschrift 25 32 624 wordt de huls vooraf voorzien van omtreksuitsteeksels, waarbij de vasthoudwerking uitsluitend wordt veroorzaakt door de toegepaste inwendige vergroting met ringvormig gevormde rillen.

Het Franse octrooi 1.089.603 beschrijft een voorziening, waarbij de huls op de flexibele slang wordt geschroefd door de toepassing van inwendige schroefdraad, die opnieuw de vervaardïgingskösten verhoogt. Bovendien is er geen suggestie wat een externe samendrukwerking op de huls betreft.

Het Franse octrooischrift 1.533.335 beschrijft een externe samendrukwerking, echter zonder inwendige vergroting.

Het Britse octrooischrift 575.057 heeft betrekking op een buisverbinding, waarbij het hulsvormige deel van het lichaam, dat is voorzien van een van schroefdraad voorziene tapse boring, oper een metalen pijpeinde wordt geschroefd, zodat het laatstgenoemde telkens verder wordt samengedrukt wanneer het de tapse boring binnendringt. Een vergroting van het centrale draagdeel vindt plaats nadat de pijp aldus ; schroefdraadsgewijs is vastgemaakt.

De stand van de techniek suggereert derhalve een aantal benaderingen met betrekking tot een slangverbinding. Echter, een eenvoudige oplossing die eenvoudig kan worden vervaardigd en geïnstalleerd en die buitengewoon goede hoge-drukvasthoudeigenschappen bezit kan slechts worden gevonden in de onderhavige uitvinding, die hierna nader zal worden toegelicht.

De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voor het bevestigen van een slang op een nippel met een uitwendig van ribben of rillen voorzien nippelgedeelte omvat de stap van het vergroten van de inwendige diameter van het uitwendig van rillen voorziene nippelgedeelte terwijl gelijktijdig de slang tegen een radiale buitenwaartse uitzetting wordt gefixeerd door een buisvormig hulsvormig deel, dat vooraf over het nippelgedeelte is aangebracht. Het hulsvormige deel bestaat uit een eenvoudig cilindrisch deel met een glad inwendig oppervlak met een diameter, die complementair is aan of enigszins groter is dan de uitwendige diameter van de slang teneinde het aanbrengen daarvan over de slang te vereenvoudigen. Teneinde een verbinding te garanderen die bestand is tegen drukken tot aan de barst-druk van de slang, worden de diameterafmetingen van het hulsvormige deel vervolgens gereduceerd. Dit kan worden bereikt door het hulsvormige deel samen te drukken onder toepassing van een geschikt gereedschap of door het in het hulsvormige deel walsen van zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende ringvormige groeven, welke bij voorkeur zodanig zijn geplaatst ten opzichte van de ringvormige ribben of rillen, dat de diepste punten van de ringvormige groeven ten minste bij benadering in de ruimten tussen toppen van aangrenzende ribben of rillen zijn gelegen. Het hulsvormige deel kan hierbij met de nippel zijn verbonden door middel van een flens, het krimpen of omzetten of door het in een ringvormige groef van de nippel walsen van het hulsvormige deel, waarbij het laatste voor het fabrikagegemak kan plaatsvinden op het tijdstip dat de ringvormige groeven in het buisvormige deel worden gewalst, teneinde de vasthoudcapaciteit,van de verbinding verder te verbeteren.

5 De slangverbinding volgens de onderhavige uitvinding omvat in hoofdzaak slechts twee elementen: namelijk een nippel met een nippelgedeelte dat is voorzien van axiaal op afstand van elkaar gelegen, zich uitwendig uitstrekkende, rillen of ribben met afgeronde uitwendige opper-) vlakken en een buisvormig hulsvormig deel met een glad inwendig oppervlak dat is gefixeerd ten opzichte van de nippel, waarbij de slang op zijn plaats wordt gehouden door het eerst vergroten van de inwendige diameter van het nippelgedeelte en het vervolgens samendrukken van het hulsvormige > deel ter plaatse van het gebied van de vergrote nippel.

Indien de samendrukking wordt gerealiseerd door het in het hulsvormige deel aanbrengen van zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende ringvormige groeven, geniet het de voorkeur wanneer deze tussen de aangrenzende ribben of rillen zijn 1 geplaatst. .

De werkwijze voor het bevestigen van de slang op een nippel en de slangverbinding met de nippel overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn relatief eenvoudig en goedkoop wat hun uitvoering respectievelijk vervaardiging betreft, doch verschaffen op betrouwbare wijze een volledige afdichting bij onverwacht hoge drukken, zelfs bij versterkte slangen. Bovendien kunnen door de onderhavige uitvinding stromingsverliezen merkbaar worden verminderd door het elimineren van verschillen tussen de normale inwendige diameterafmeting van de slang en de diameterafmeting van de nippel over welke de slang is aangebracht. Daarnaast is het mogelijk om geluiden, die tot nu toe optraden bij de toepassing van de slangverbindingen ten gevolge van geprononceerde veranderingen wat de diameterafmetingen van de stromingsbaan betreft en waarschijnlijk ten gevolge van oscillaties door afbuigingen, te reduceren door de onderhavige uitvinding aangezien er een althans nagenoeg constante inwendige diameter aanwezig is. Dit kan de eliminatie van tot nog toe vereiste metalen spiralen in dergelijke slangverbindingen toestaan, zoals bijvoorbeeld in hydraulische leidingen voor stuurbekrachtigingssystemen.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een aantal uitvoeringsvormen overeenkomstig de onderhavige uitvinding zijn getoond, waarbij:

Figuur 1 een schematische dwarsdoorsnede toont van een uitvoeringsvorm overeenkomstig de onderhavige uitvinding voorafgaande aan het vergroten van de inwendige diameter van het nippelgedeelte;

Figuur 2 een dwarsdoorsnede-aanzicht overeenkomstig figuur 1 toont, na het vergroten van de inwendige diameter van het nippelgedeelte;

Figuur 3 een gewijzigde uitvoeringsvorm van een slangverbinding en een werkwijze voor het vervaardigen daarvan in overeenstemming met de onderhavige uitvinding toont;

Figuur 4 een dwarsdoorsnede overeenkomstig figuur 2 toont van een andere uitvoeringsvorm van een slangverbinding in overeenstemming met de onderhavige uitvinding voor een met metaal versterkte slang;

Figuur 5 de standaardonderdelen toont die worden toegepast bij een produktiewerkwijze overeenkomstig de onderhavige uitvinding en die de noodzaak voor het bewerken van onderdelen overbodig maken;

Figuur 6 een dwarsdoorsnede toont van de uit de twee standaardonderdelen volgens figuur 5 samengestelde nippel, waarbij het nippelgedeelte in diameterafmeting is gekrompen en is voorzien van uitwendige rillen;

Figuur 7 een dwarsdoorsnede is, die de positie van de delen van de slangverbinding toont nadat de slang over de nippel is aangebracht en het hulsvormige deel over de ring is geplaatst;

Figuur 8 een dwarsdoorsnede is, die de voltooide slangverbinding toont nadat het nippelgedeelte inwendig is vergroot en het hulsvormige deel koud is vervormd;

Figuur 9 schematisch toont hoe een buisvormig deel, dat wordt toegepast voor de nippel, tijdens de koudver-vormingsbehandeling kan worden gekrompen, en

Figuur 10 een doorsnede toont van de vooraf samengevoegde delen van een slangverbinding, welke wordt vervaardigd door een werkwijze die enigszins verschilt van die volgens de figuren 5 tot 8.

» Verwijzend naar de figuren, waarin overeenkomstige verwijzingscijfers zijn gebruikt voor het aanduiden van overeenkomstige onderdelen, toont figuur 1, dat de nippel 10 een hoofdgedeelte 11 bezit, waarvan het uitwendige oppervlak zodanig is gevormd dat het samenwerkt met een gereedschap, 1 zoals een döpsleutel. Eet hoofdgedeelte 11 is integraal gevormd met een uitwendig van schroefdraad voorzien verbin-dingsgedeelte 12. Een nippelgedeelte 14 strekt zich vanaf het hoofdgedeelte 11 tegengesteld aan het verbindingsgedeel-te 12 uit, en bezit een inwendige diameter D2 die kleiner is dan de inwendige diameter Dl van het hoofdgedeelte 11 en het verbindingsgedeelte 12, waarbij het verschil wordt bepaald door het conische gedeelte 16. Het nippelgedeelte 14 is verder voorzien van zich buitenwaarts uitstrekkende ringvormige rillen of ribben 15 die een afgerond profiel bezitten teneinde scherpe randen te vermijden, die de slang door insnijden zouden kunnen beschadigen. Zoals zichtbaar is in figuur 1 zijn zowel de toppen als de dalen van de ringvormige rillen of ribben 15 op geschikte wijze afgerond. Het conische gedeelte 16, dat vergeleken bij de axiale lengte van het hoofdgedeelte 11 en het nippelgedeelte 14 relatief kort is, is axiaal in de richting naar het nippelgedeelte 14 ten opzichte van het hoofdgedeelte 11 versprongen geplaatst en bezit een dikte in radiale richting die aanzienlijk geringer is dan die van het hoofdgedeelte 11 en met dezelfde grootte-orde als de maximale dikte van de ringvormige rillen of ribben 15. Dit vereenvoudigt de inwendige vergroting aangezien een dergelijke vergroting slechts plaatsvindt tegen een beperkte materiaaldikte in.

Een hulsvormig deel, dat is aangeduid door het verwijzingscijfer 20, is door middel van hét omgebogen uiteinde 21, dat zich uitstrekt in de hiervoor in de nippel 10 aangebrachte uitsparing 17, bevestigd aan deze nippel 10. Het bevestigen van het hulsvormige deel 20 aan de nippel 10 kan op elke bekende wijze plaatsvinden, zoals door krimpen, omzetten, flenzen of dergelijke. De slang 30, die vervaardigd kan zijn uit elk geschikt slangmateriaal, is aangebracht in de ruimte tussen het nippelgedeelte 14 en het hulsvormige deel 20. De inwendige diameter van het hulsvormige deel 20, dat glad is, en de uitwendige diameter van de ringvormige rillen of ribben 15 worden hierbij zodanig gekozen, dat de slang 30 in de ruimte over het nippelgedeelte 14 kan worden geschoven of het nippelgedeelte 14 eenvoudig kan worden aangebracht in de slang 30 zonder gevaar op beschadiging van de slang, nadat het hulsvormige deel 20 over het uiteinde van de slang 30 zover is geschoven, dat het omgebogen uiteinde 21 van het hulsvormige deel zich nabij het slang-uiteinde bevindt.

Het verwijzingscijfer 40 heeft in het algemeen betrekking op een expansiegereedschap, dat een stang 41 omvat waarop expansiedelen 42, 43 zijn aangebracht, welke zijn vervaardigd uit een geschikt gehard materiaal. Bij voorkeur worden een aantal expansiedelen met toenemende uitwendige afmetingen toegepast, zodat de vergroting van het nippelgedeelte 14 in diverse stappen kan worden gerealiseerd, waarbij de absolute waarde van de vergroting gedurende elke stap aldus kleiner is dan vereist zou zijn indien slechts één expansiedeel zou worden toegepast. De expansiedelen 42 en 43 kunnen hierbij bijvoorbeeld bolvormig zijn of taps, zoals getoond. Het aantal daarvan kan afhankelijk van de betreffende omstandigheden worden gekozen. Verder kunnen alle expansiedelen dezelfde vorm, bolvormig of taps, bezitten of kunnen sommige bolvormig en sommige taps zijn. Voor een eenvoudig aanbrengen van de expansiedelen 42, 43 is de stang uitwendig van schroefdraad voorzien zodat de expansiedelen door toepassing van (niet getoonde) moeren in voorafbepaalde posities kunnen worden vastgehouden. Echter kan tevens elke andere bekende methode voor het bevestigen van de expansiedelen 42, 43 op de stang 41 worden toegepast. Tevens kunnen de expansiedelen ééndelig met de stang zijn uitgevoerd.

Het vormen van de verbinding overeenkomstig de onderhavige uitvinding vindt als volgt plaats. Het hulsvormige deel 20 is, gezien in figuur 1 vanaf het linker uiteinde over de slang 30 geschoven zodat het zich in het gebied van het vrije (linker) uiteinde daarvan over de slang 30 bevindt. Aangezien de inwendige oppervlakken van het hulsvormige deel 20 glad zijn en de diameter D3 daarvan complementair of iets groter is dan de uitwendige diameter van de slang 30 kan dit 5 zonder moeite worden uitgevoerd.

De stang 41 van het expansiegereedschap 40 wordt vanaf de rechterzijde (gezien in figuur 1) door de nippel 10 gestoken waarna het nippelgedeelte 14 in de slang 30 wordt aangebracht, zodat de delen d.e in figuur 1 getoonde positie i innemen. De uitwendige afmetingen van de ringvormige rillen of ribben 15 zijn hierbij zodanig gekozen, dat het aanbrengen van het nippelgedeelte 10 in de slang 30 eenvoudig kan worden gerealiseerd zonder gevaar op beschadiging van de slang of ongewenste spanningen in het slangmateriaal.

Hiertoe kan het nippelgedeelte tevens een enigszins tapse vorm bezitten, die convergeert in de richting naar zijn vrije uiteinde. Het hulsvormige deel 20 kan op deze plaats aan de nippel 10 zijn bevestigd, zoals is getoond in figuur 1, of kan daaraan, worden bevestigd, nadat het nippelgedeelte 14 is vergroot, zoals hierna duidelijk zal worden beschreven.

Door middel van een geschikt gereedschap wordt de stang 41 naar links getrokken, zoals aangeduid door de pijl in figuur 1, zodat de expansiedelen 42 en 43 na elkaar de inwendige diameter Van het nippelgedeelte 14 zullen vergroten totdat dit de inwendige diameterafmeting D'2 bezit, die is getoond in figuur 2 en die althans nagenoeg gelijk is aan de inwendige diameter van de slang 30 of hiervan slechts in zeer geringe mate verschilt. Door het enigszins taps uitvoeren van het vrije uiteinde van het nippelgedeelte 14 worden enige verschillen tussen deze afmetingen na de inwendige vergroting overbrugd door een gladde overgang sfiguur 2). Zoals tevens zichtbaar is in figuur 2 is de vergrote inwendige diameterafmeting D'2 enigszins kleiner dan de inwendige diameterafmeting Dl, zodat een smal taps gedeelte 16' overblijft aangezien de vergroting in hoofdzaak slechts plaatsvindt in een gebied van het nippelgedeelte 14 waarvan de maximale dikte wordt bepaald door de dikte in het gebied van de rillen of ribben 15.

Teneinde het vasthoudvermogen van de slangverbin- ding te verbeteren wordt het hulsvormige deel 20 vervolgens wat zijn diameterafmetingen betreft verkleind, bijvoorbeeld door middel van een conventioneel gereedschap dat het hulsvormige deel 20, zoals aangeduid door de streeplijnen 20', samendrukt. Als alternatief kan de reductie wat de diameter-afmeting betreft worden bereikt door het walsen van de groeven 22, zoals hierna aan de hand van figuur 3 zal worden beschreven. Zoals blijkt uit een vergelijking tussen de figuren 1 en 2 is het verschil tussen de diameterafmetingen Dl en D2 in figuur 1 groter dan het verschil tussen de dia-meterafmetingen Dl en D'2 in figuur 2, zodat de stromings-verliezen, die optreden ten gevolge van het conische gedeelte 16, in de voltooide slangverbinding volgens figuur 2 worden gereduceerd waarbij de inwendige diameterafmeting D'2 van het nippelgedeelte 14 ten minste in grote mate correspondeert met de inwendige diameter van de slang 30.

Figuur 3 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm in overeenstemming met de onderhavige uitvinding, waarbij het hulsvormige deel 20 aan de nippel 10 is bevestigd door het inrollen van een ringvormige groef 22' die aangrijpt in een daartoe in de nippel 10 aangebrachte groef 17' en het walsen van de ringvormige groeven 22, teneinde het vasthoudvermogen van de slangverbinding te verhogen. Zoals tevens blijkt uit figuur 3 is de grootste diepte van de ringvormige gewalste groeven 22 daarbij geplaatst tussen de toppen van de ringvormige rillen of ribben 15 van het nippelgedeelte 14, teneinde het vasthoudvermogen van de slangverbinding te maximaliseren. Verder verschilt figuur 3 van de uitvoeringsvorm volgens de figuren 1 en 2 doordat het vergroten wordt gerealiseerd door het in de nippel 10 drukken van het gereedschap 40, hetgeen vereist dat de positie van het kleinere expansiedeel 42 ten opzichte van het grotere expansiedeel 43 omgekeerd is vergeleken met de positie in figuur 1.

Hierbij kunnen bij de figuren 1 tot 3 conventionele organen worden toegepast, teneinde de noodzakelijke kracht op het gereedschap 40 uit te oefenen, terwijl de nippel 10 op zijn plaats wordt gehouden. Voor het gebruik in situ kan een hand-gereedschap worden gebruikt dat gebruik maakt van een kurke-trekkerachtig mechanisme. Voor een geautomatiseerde massa- produktie kunnen andere conventionele organen worden gebruikt voor het aanbrengen van de slangverbinding.

In een typisch voorbeeld werd een slang, die was versterkt door een nylon weefsel en die was vervaardigd door 5 de Gates Rubber Company uit Denver, Colorado, toegepast.

Deze slang bezat een uitwendige diameter van ongeveer 27 mm en een inwendige diameter van ongeveer 19 mm. De nippel met een uitwendige diameter van ongeveer 20 mm werd in deze slang aangebracht. De nippel kan. hierbij zijn vervaardigd uit een ) enkel materiaaldeèl. Op alternatieve wijze kan het nippelge-deelte 14 zijn vervaardigd uit buisvormig roestvrij staal of een ander geschikt uitzetbaar materiaal en kan vervolgens zijn samengevoegd met het hoofdgedeelte 11. Tevens kan het van voordeel zijn om de nippel 10 uit een smeedbaar gietstuk , te vervaardigen.

Het speciale gereedschap 40 (figuur 2), dat bestaat uit stang 41 en één, twee of meer bolvormige delen 42 en/of tapse delen 43 werd vervolgens aangebracht.in de slang 30, waarna de nippel 10 over de stang 41 werd geplaatst en werd aangebracht in de slang 30. De expansiedelen 42 en 43 kunnen bijvoorbeeld door (niet getoonde) moeren, die aan weerszijden van een respectievelijk expansiedeel zijn geplaatst en met schroefdraad aangrijpen op de stang 41, worden bevestigd. Echter tevens kan elke andere bevestigingswij ze voor de expansiedelen 42 en 43 worden toegepast teneinde deze op hun plaats te houden. Verder kan het expansiegereedschap tevens worden vervaardigd uit een enkel deel dat is vervaardigd uit een geschikt materiaal, bijvoorbeeld uit een bekend hard materiaal dat bijvoorbeeld wordt toegepast voor snijgereedschappen. In het beschreven voorbeeld werd de inwendige diameter van het nippelgedeelte 14, die oorspronkelijk een waarde van 15 mm had, vergroot door het expansiegereedschap 40 tot 18 mm. Vervolgens werd het hulsvormige deel 20 op de nippel 10 bevestigd door het walsen van de ringvormige groef 22' waarna de ringvormige groeven 22 in het hulsvormige deel 20 werden gevormd door middel van bekende organen, bijvoorbeeld met behulp van een gereedschap dat wordt toegepast voor het snijden van pijpen, waarbij de snijrollen zijn vervangen door rollen met afgeronde randen. De slang uit dit voorbeeld, die aan weerszijden was uitgerust met slangverbindingen overeenkomstig de onderhavige uitvinding en van het type, dat is getoond in figuur 3, barstte bij een druk van 850 bar zonder enige nadelige invloed op de slangverbindingen zelf.

De opeenvolging van de bewerkingsstappen zoals in het voorgaande beschreven, omvattende eerst het vergroten van het nippelgedeelte en pas daarna het aan een samendrukkende werking onderwerpen van het hulsvormige deel is van belang om een aantal redenen. Door eerst het nippelgedeelte te vergroten kunnen de aanvankelijke uitwendige afmetingen van het nippelgedeelte zodanig worden gekozen dat een eenvoudig aanbrengen van het nippelgedeelte in de slang mogelijk is zonder een ongewenste spanning in of beschadiging van de slang zelf. De nippel kan vervolgens worden vergroot teneinde met zijn inwendige diameter overeen te komen met de inwendige diameter van de slang teneinde enige stromingsverliezen of abrupte randen, die enige geluidsproblemen zouden kunnen veroorzaken, te elimineren. Door het vervolgens aan samendrukkrachten onderwerpen van het hulsvormige deel in het gebied van het vergrote nippelgedeelte blijft de inwendige diameter van het nippelgedeelte in essentie onbeïnvloed. Verder zullen, indien een samen-drukkingsgereedschap wordt toegepast, zoals een pneumatisch krimpgereedschap, enige variaties in de afmetingen van de slang, die inherent bestaan ten gevolge van toleranties, automatisch worden gecompenseerd aangezien het pneumatische gereedschap altijd dezelfde kracht zal uitoefenen en derhalve het hulsvormige deel slechts zal samendrukken in die mate, welke wordt toegestaan door een dergelijke voorafbepaalde kracht. Dit garandeert altijd dezelfde vergroting van het nippelgedeelte tot dezelfde inwendige diameterafme-ting voor een optimale doorstroming, terwijl tegelijkertijd het vrijelijk aanbrengen van de nippel in de slang wordt toegestaan. Aangezien de inwendige diameter van het nippelgedeelte de belangrijke afmeting in de samengestelde slang-verbinding vormt is de opeenvolging van de bewerkingsstappen overeenkomstig de onderhavige uitvinding van belang teneinde een vergroting van het nippelgedeelte tot altijd dezelfde inwendige diameterafmeting te garanderen. Het maakt het tevens mogelijk om de belastingen van de rubberslang te minimaliseren wanneer de nippel wordt aangebracht en om de slang aan een maximale inwendige spanning te'onderwerpen 5 door op nauwkeurige wijze de kracht te controleren die wordt gebruikt voor het samendrukken van het hulsvormige deel.

Figuur 4, waarin overeenkomstige onderdelen vergeleken met de figuren 1 en 2 verwijzingscijfers bezitten, die met 100 zijn verhoogd, toont een sla-ngverfoinding voor een ) rubberen slang die is voorzien van. een inwendige metalen versterkingsschacht. In figuur 4 omvat de nippel 110 opnieuw een hoofdgedeelte 111, dat integraal is verbonden met een uitwendig van schroefdraad voorzien verbindingsgedeelte 112.

Het uitwendige oppervlak van hét hoofdgëdeelte 111 bezit > opnieuw een vorm om samen te werken met een gereedschap, zoals een dopsleutel. Een nippelgedeelte 114 strekt zich vanaf het hoofdgedeelte 111 aan de tegenover het verbindingsgedeelte 112 gelegen zijde uit, en bezit een inwendige diameter die aanvankelijk kleiner is dan de inwendige diameter van de slang 130. De inwendige diameter van het hoofdgedeelte 111 en van het verbindingsgedeelte 112 kan enigszins groter zijn dan de inwendige diameter tot welke het nippelgedeelte wordt vergroot, waarbij een taps gedeelte 116 voor de overgang zorgt. Dit vereenvoudigt de vrije doorgang van het expansiegereedschap door het hoofdgedeelte en het verbindingsgedeelte 111 respectievelijk 112.

Het nippelgedeelte 114 bezit opnieuw zich buitenwaarts uitstrekkende rillen of ribben 115 die een afgerond profiel bezitten teneinde scherpe randen te vermijden die de slang zouden kunnen doorsnijden. Bovendien kan het nippelgedeelte · 114 enigszins taps toelopen in de richting van zijn vrije uiteinde teneinde het aanbrengen in de slang 130 verder te vereenvoudigen. De vergroting van het nippelgedeelte vindt vervolgens bij voorkeur plaats op de in de figuren 1 en 2 getoonde wijze.

Het hulsvormige deel 120 is aan de nippel en in het bij zonder aan het hoofdgedeelte lil daarvan bevestigd door middel van elke geschikte wijze, zoals het walsen of plastisch vervormen in een groef, zoals getoond in figuur 4 en schematisch aangeduid door het verwijzingscijfer 121. Het hulsvormige deel 120 is opnieuw wat zijn uitwendige diameter-afmeting betreft ter plaatse van het gebied van het vergrote nippelgedeelte 114 verkleind, zoals aangeduid door het verwijzingscijfer 12O7 in figuur 4. Dit kan opnieuw plaatsvinden met behulp van een bekend gereedschap, zoals een krimpgereedschap.

Ten gevolge van de aanvankelijke inwendige vergroting van het nippelgedeelte 114 tot in hoofdzaak de inwendige diameter van de slang 130 wordt het binnenste gedeelte 131 van de slang binnen de metalen versterkings-schacht 132 samengedrukt zonder dat echter de metalen schacht 132 in grote mate wordt beïnvloed. Wanneer de samen-drukkrachten vervolgens op het hulsvormige deel 120 worden uitgeoefend wordt het buitenste rubberachtige slanggedeelte 133 samengedrukt zonder dat echter de metalen schacht significant wordt beïnvloed, welke schacht ten gevolge van de vergroting en samendrukking enigszins qua diameter kan worden verkleind, alhoewel zijn positie en rechtlijnige vormgeving slechts in mindere mate wordt beïnvloed. Dit is van belang aangezien door een geschikte keuze van de afmetingen en het nippelmateriaal met betrekking tot de geleidbaarheid en door het vervolgens kiezen van een geschikte samendruk-kracht het mogelijk is om beschadigingen van de metalen schacht 132 te minimaliseren. Met andere woorden, het gevaar op beschadiging van de metalen schacht 132, bijvoorbeeld ten gevolge van overmatige samendruk- of buigkrachten, kan door de onderhavige uitvinding worden geminimaliseerd. Tijdens een proef waarbij gebruik werd gemaakt van een versterkte slang barstte de slang bij een druk van 1600 bar zonder enige nadelige invloed op de twee slangverbindingen die in overeenstemming met de onderhavige uitvinding aan de beide uiteinden daarvan waren aangebracht.

De diverse uitvoeringsvormen van de slangverbindingen, die tot op dit moment werden beschreven, zijn afhankelijk van de bewerking van de nippel inclusief het nippelgedeelte. Het bewerken is echter tijdsintensief en tamelijk duur en derhalve niet bijzonder geschikt voor massaproduktie. Overeenkomstige overwegingen gelden voor de onderdelen volgens de in het voorgaande besproken stand van de techniek, welke bewerkingen vereisen.

Overeenkomstig de onderhavige uitvinding worden deze nadelen voorkomen door een produktieproces dat uitgaat 5 van relatief goedkope standaarddelen die uitsluitend door een koude vervorming worden samengesteld tot de slangver-binding. Verwijzend naar de figuren 5 tot 10, waarin overeenkomstige onderdelen verwijzingscijfers bezitten, die met 20Q zijn verhoogd# en in. het bijzonder verwijzend naar 0 figuur 5, bezit de slangverbinding overeenkomstig de onderhavige uitvinding slechts drie standaardonderdelen, namelijk een gedeelte van een buisvormig deel 210 dat op een voorafbepaalde lengte is gesneden, een standaardring 211 en een tweede buisvormig gedeelte 220 dat eveneens op een vooraf-5 bepaalde lengte is gesneden. De ring 211 is voorzien van een centraal gat 211' dat enigszins groter is dan de uitwendige diameter van het buisvormige deel 210, terwijl de inwendige diameter van het buisvormige deel 220 enigszins groter is dan de uitwendige diameter van de ring 211. Zoals hierna in ) detail zal worden beschreven, zullen het buisvormige deel 210 en de ring 211 koud worden vervormd tot de nippel, terwijl het buisvormige deel 220 opnieuw zal worden gebruikt als uitwendig hulsvormig deel van de slangverbinding in overeenstemming met de onderhavige uitvinding.

> Overeenkomstig de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt de ring 211 over het buisvormige deel 210 geschoven tot een voorafbepaalde positie, alwaar hij tijdens de daaropvolgende koude vervorming door een bekend orgaan wordt vastgehouden. De scherpe randen van de ring 211, die zijn getoond in figuur 5, kunnen hierbij worden afgerond door enig bekend orgaan, bijvoorbeeld door afbramen, voordat hij wordt aangebracht op het buisvormige deel 210. Tijdens de koudvervormingsbewerking wordt het buisvormige deel 210 op de plaats, die is bedoeld om te fungeren als nippelgedeel-te 214, tot een gereduceerde diameter a gekrompen. Figuur 9, die schematisch toont hoe een buisvormig deel 210 volgens figuur 5 kan worden gekrompen, toont tevens het resulterende tapse overgangsgedeelte 216. Tijdens de koudvervormingsbewerking wórden de rillen of ribben 215 eveneens in het gebied van het gekrompen nippelgedeelte 214 gevormd en wordt de ring 211 vastgemaakt op zijn plaats door zich buitenwaarts uitstrekkende rillen 218 en 218' (figuur 6). De in figuur 6 getoonde nippel kan hierbij worden vervaardigd tijdens één enkele slag van een koudvervorraingsproces. Vervolgens wordt de slang 230 over het nippelgedeelte 214 met de gereduceerde diameter geschoven totdat de slang dichtbij of tegen de ring 211 aanligt. Het hulsvormige deel 220 wordt vervolgens over de ring 211 en de slang 230 geschoven overeenkomstig figuur 7. Het nippelgedeelte 214 wordt vervolgens inwendig vergroot tot zijn oorspronkelijke diameter, overeenkomstig figuur 8, dat wil zeggen tot de oorspronkelijke inwendige diameter van het buisvormige deel 210. Tenslotte wordt het hulsvormige deel 220, overeenkomstig figuur 8, koud vervormd teneinde de diameter daarvan te reduceren, hetzij door het aanbrengen van zich inwendig uitstrekkende gewalste groeven 222 overeenkomstig figuur 8 of door samendrukking van het deel overeenkomstig figuur 2. In elk der beide gevallen moet de vervorming van het hulsvormige deel 220 zodanig worden uitgevoerd dat een verbreed uiteinde 223 tussen de punten b en c aanwezig is teneinde de slang tegen bewegingen te beschermen.

Zoals in het voorgaande is opgemerkt, toont figuur 9 hoe een buisvormig deel 210 kan worden vervormd door deze over een gedeelte van zijn lengte te krimpen tot het versmalde gedeelte 214 met gereduceerde diameter a.

De aan de hand van de figuren 5 tot 9 beschreven werkwijze staat een rationele en economische vervaardiging van een slangverbinding in overeenstemming met de onderhavige uitvinding toe, welke alle in samenhang met de uitvoeringsvormen volgens de figuren 1 tot 4 beschreven voordelen bezit, echter de nadelen, welke samenhangen met de behoefte om delen van de nippel te bewerken, vermijdt. Zoals bij de uitvoeringsvormen volgens figuren 2 tot 4 zal de slangverbinding, die wordt vervaardigd met behulp van de in de figuren 5 tot 9 getoonde werkwijze opnieuw automatisch toleranties compenseren door eerst het nippelgedeelte 214 te vergroten voordat het hulsvormige deel 220 koud wordt vervormd teneinde dit over de ring 211 te bevestigen door middel van de binnen waarts gekeerde rand 221 en door hetzij de gewalste groeven 222 te verschaffen hetzij een gedeelte met gereduceerde diameter te vormen met behulp van een krimpgereedschap, zoals uitgelegd aan de hand van figuur 4.

5 Figuur 10 toont een slangverbinding in overeenstem ming met de onderhavige uitvinding welke is vervaardigd met behulp van een gewijzigde werkwijze. In tegenstelling tot de werkwijze overeenkomstig de figuren 5 tot 9 wordt het buisvormige deel ter plaatse van 221, koud vervormd teneinde dit 3 over de ring 211 van het nippelsamenstel 210, 211 vast te maken nadat het laatstgenoemde is vervaardigd in overeenstemming met het beschrevene bij de figuren 5 en 6. De vooraf samengestelde slangverbinding volgens figuur 10 is dan gereed om tevens in situ te worden toegepast door de slang 230 in > de ruimte tussen het hulsvormige deel 220 en het nippelgedeelte 214 met nog steeds een gereduceerde diameter aan te brengen, waarna het nippelgedeelte 214 inwendig wordt vergroot en tenslotte het hulsvormige deel koud wordt vervormd, bijvoorbeeld door de toepassing van een krimpgereedschap i zoals getoond in figuur 4. De koude vervorming volgens figuur 3 kan echter eveneens worden toegepast bij het hulsvormige deel 220 volgens figuur 10, indien ter plaatse een geschikt gereedschap beschikbaar is.

Zoals bij de voorgaande uitvoeringsvormen ontbreken bij het nippelgedeelte 214 en bij het hulsvormige deel 220 enige scherpe randen die in het slangmateriaal zouden kunnen snijden en de slangverbinding ondér hoge drukken in gevaar zouden kunnen brengen.

Proeven hebben tevens aangetoond, dat de doorstro-mingstijd voor een bepaalde hoeveelheid vloeistof, bij praktijktesten water, aanzienlijk kon worden gereduceerd door de toepassing van de onderhavige uitvinding vergeleken met de thans in de industrie toegepaste hogedruk-slangverbindingen. De tijd voor het doorstromen van één liter water door een slangverbinding van de onderhavige uitvinding kon met meer dan de helft worden gereduceerd vergeleken met de slangverbindingen die commercieel worden toegepast, bijvoorbeeld in de automobielindustrie.

Het hulsvormige deel onderging een kleine reductie wat zijn diameter betreft ten gevolge van de samendrukwer-king. De mate hiervan hing af van het betreffende materiaal en de aanvankelijke afmetingen van het hulsvormige deel. De mate van reductie van de dikte van het hulsvormige deel was echter in het algemeen minder dan 10% en normaal in de grootte-orde van 6 tot 8%. De verkleining van het hulsvormige deel ten gevolge van de samendrukkrachten, die daarop worden uitgeoefend volgens de voorbeelden volgens de figuren 2 en 4, zal tevens variëren, afhankelijk van variaties in de toleranties van het slangmateriaal, aangezien, zoals in het voorgaande is toegelicht, deze toleranties automatisch kunnen worden gecompenseerd door de toepassing van een voorafbepaalde kracht in, bijvoorbeeld, het pneumatisch bediende krimptoestel.

De meest verschillende materialen zoals staal, roestvrij staal, messing, brons, aluminium en kunststof-materialen kunnen worden toegepast als materialen voor de diverse onderdelen van de slangverbinding overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

Een slangverbinding in overeenstemming met de onderhavige uitvinding verschaft aldus het significante voordeel dat de slang zal barsten, zelfs wanneer een versterkte slang is toegepast, voordat de nippel met grote kracht en hoge snelheid door de zeer hoge drukken in de slang wordt uitgestoten. Beproevingen hebben aangetoond, dat slangverbin-dingen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding onder alle omstandigheden voldoen aan deze vereisten.

De onderhavige uitvinding verschaft tevens het belangrijke voordeel dat, ten gevolge van de radiale buitenwaartse vergroting van het nippelgedeelte, de inwendige diameter van het nippelgedeelte niet langer de stromingsdoor-snede reduceert, zoals bij talloze bekende verbindingen het geval is. Met andere woorden, indien een bepaalde vereiste hoeveelheid hydraulisch of pneumatisch medium door de slang moet passeren binnen een bepaalde tijdsperiode teneinde een bepaalde hoeveelheid werk te kunnen verrichten, is het mogelijk om dezelfde hoeveelheid werk te kunnen verrichten met een slang die een kleinere diameter kan bezitten dan de vroeger toegepaste slang met een grotere diameter. Anders gezegd, teneinde dezelfde hoeveelheid werk uit te voeren is het mogelijk door toepassing van de onderhavige uitvinding slangen met een kleinere diameter te gebruiken dan tot nog toe mogelijk was. Slangen met kleinere diameter zijn minder 5 duur, flexibeler en kunnen tevens beter worden gehanteerd. Bovendien is een kleine nippel voor de slangverbinding aanzienlijk goedkoper dan een voor grotere slangen vereiste grote nippel.

De slangverbinding overeenkomstig de onderhavige ) uitvinding past zichzelf tevens snel aan aan. slangreparaties in situ. Deze kunnen zelfs met de hand worden uitgevoerd, indien de stang 41 van het gereedschap is voorzien van een fijn schroefdraadgedeelte. Dit is van groot belang bij zware machines, zoals toestellen voor het aanleggen van wegen, > waarvan de kosten per uur enige duizenden guldens kunnen bedragen. Het meest belangrijk is echter, dat de slangverbinding en de werkwijze voor het aanbrengen daarvan niet alleen een significante vereenvoudiging op het gebied van de hydraulische hogedrukleidingen vormen maar tevens een grotere veiligheid veroorzaken teneinde ongelukken en katastrofes te voorkomen die anders het leven van mensen in gevaar zouden kunnen brengen, bijvoorbeeld in zwaar belaste toestellen, vliegtuigen, schepen, etc..

Verder maakt de betrouwbaarheid van de slangverbinding overeenkomstig de onderhavige uitvinding het voor een ontwerpend ingenieur mogelijk om de vereiste druk voor een bepaalde werking te berekenen en dan de slangen te kiezen die vereist zijn om deze drukken uit te houden.

Slangen die hoge drukken kunnen weerstaan zijn van weinig nut wanneer ze niet volledig veilig kunnen worden verbonden met een nippel overeenkomstig de onderhavige uitvinding.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wij ze kunnen worden gevarieerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk, om de dikte en het soort materiaal, dat is toegepast voor het hulsvormige deel 20, te kiezen met het oog op de krachten die dit deel moet weerstaan.

Claims (35)

1. Werkwijze voor het vormen van een hogedruk-slangverbinding, gekenmerkt door het op een nippel, die een uitwendig van ribben voorzien nippelgedeelte bezit, aanbrengen van een slang, met als stappen het over het vrije uiteinde van de slang schuiven van een buisvormig hulsvormig deel met cilindrische vorm, het over het uitwendig van ribben voorziene nippelgedeelte aanbrengen van de slang met het hulsvormige deel in een zodanige positie, dat dit zich althans nagenoeg ter plaatse van het van ribben voorziene nippelgedeelte bevindt, waarna de inwendige diameter van het uitwendig van ribben voorziene nippelgedeelte wordt vergroot tot een afmeting die ten minste bij benadering gelijk is aan de inwendige afmeting van de slang, terwijl de slang door het zich over het nippelgedeelte uitstrekkende buisvormige hulsvormige deel tegen een radiale buitenwaartse beweging wordt geborgd, en vervolgens het reduceren van de diameter-afmeting van het hulsvormige deel ter plaatse van ten minste een aanzienlijk deel van het overlapte gebied van het nippelgedeelte.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de diameterafmeting van het hulsvormige deel wordt gereduceerd door het in het hulsvormige deel ter plaatse van het nippelgedeelte walsen van zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende ringvormige groeven.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het nippelgedeelte is voorzien van op onderlinge afstanden gelegen ringvormige ribben, waarbij de in het hulsvormige deel gewalste zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende ringvormige groeven zodanig worden geplaatst ten opzichte van de ringvormige ribben, dat de diepste punten van deze ringvormige groeven ten minste bij benadering in de gebieden tussen de toppen van aangrenzende ribben zijn gelegen.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de diameterafmeting van het hulsvormige deel wordt gereduceerd door het hulsvormige deel in het gebied van het uitgezette nippelgedeelte te krimpen.

5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4/gekenmerkt door de stap van het op de nippel fixeren van het hulsvormige deel.

> 6. Werkwijze .volgens conclusie 5, m e t het k e n m e r k, dat het hulsvormige deel op de nippel wordt gefixeerd voorafgaande aan het over het nippelgedeelte aanbrengen van de slang.

7„ Werkwijze volgens conclusie 5, m e t h e t I k e n m er ks dat het hulsvormige deel op de nippel wordt gefixeerd nadat het nippelgedeelte in de slang is aangebracht .

8. Werkwijze volgens conclusie 5, 6 of 7, met het k e n m e r k, dat het hulsvormige deel op de nippel wordt gefixeerd door koudvervorming, stuiken, krimpen of omflenzen.

9. Werkwijze volgens conclusie 5. 6 of 7, met het kenmerk, dat het hulsvormige deel op de nippel wordt gefixeerd door ten minste één zich binnenwaarts uitstrekkende groef in het buisvormige deel te walsen in het gebied van een daarvoor in de nippel toegepaste groef,

10. Werkwijze volgens conclusie 9, m e t het k e n m e r k, dat een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende groeven in het hulsvormige deel worden gewalst in het gebied van het nippelgedeelte tijdens de zelfde bewerking als het op de nippel fixeren van het hulsvormige deel door het inwalsen van de ten minste ene zich binnenwaarts uitstrekkende groef.

11. Werkwijze volgens één der conclusies 1-10, met het k e n m e r k, dat de diameterafmeting van het hulsvormige deel wordt gereduceerd door het uitoefenen van een voorafbepaalde kracht teneinde toleranties te compenseren zonder in essentie de ten minste bij benadering aanwezige gelijkheid tussen de normale inwendige diameterafmeting van de slang en de inwendige diameter van het uitgezette nippelgedeelte te beïnvloeden teneinde stromingsverliezen te minimaliseren.

12. Werkwijze volgens één dér conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat het nippelgedeelte althans nagenoeg uniform over zijn gehele lengte wordt uitgezet teneinde enige verschillen tussen de normale inwendige dia-meterafmeting van de slang en de inwendige diameter van het uitgezette nippelgedeelte te minimaliseren.

13. Werkwij ze voor het bevestigen van een slang op I een nippel met een hoofdgedeelte dat uitwendig is voorzien van een met het nippelgedeelte door middel van een conisch gedeelte verbonden gereedschapsaangrijpingsoppervlak, overeenkomstig één der conclusies 1 tot 12, m e t het kenmerk, dat de inwendige diameter van het nippelgedeelte i wordt vergroot tot een diameterafmeting die enigszins kleiner is dan de inwendige diameter van het hoofdgedeelte teneinde een verkort taps gedeelte tussen het hoofdgedeelte en het nippelgedeelte over te laten.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het tapse gedeelte axiaal versprongen van het hoofdgedeelte is verplaatst en een dikte in de grootte orde van de maximale dikte van het nippelgedeelte bezit.

15. Werkwijze volgens één der conclusies l tot 14, met het kenmerk, dat het nippelgedeelte wordt vervaardigd uit een eenvoudig uitzetbaar materiaal dat verschilt van het materiaal van het hoofdgedeelte van de nippel en dat aan het hoofdgedeelte wordt bevestigd voorafgaande aan de toepassing met de slang.

16. Werkwijze voor het vormen van een hogedruk-verbinding tussen een nippel en een versterkte slang, waarvan de versterking op een radiale afstand vanaf de inwendige diameter van de slang daarmee is verbonden, volgens één der conclusies 1 tot 15,met het kenmerk, dat de aanvankelijke vergroting van de inwendige diameter van het nippelgedeelte en de daaropvolgende verkleining van de uitwendige diameter van het hulsvormige slangdeel zodanig worden gekozen en gecontroleerd dat de versterking vrij blijft van enige essentiële verandering wat zijn plaats en structuur betreft ten opzichte van zijn originele plaats en structuur in de slang.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de versterking is ingebed in de slang tussen een binnenste slanggedeelte en een buitenste slanggedeelte, met het kenmerk, dat de afmetingen en het materiaal van het nippelgedeelte zodanig worden gekozen dat een vergroting van het nippelgedeelte primair slechts het binnenste slanggedeel-te beïnvloedt, terwijl de afmetingen in het materiaal van het hulsvormige deel zodanig worden gekozen dat de op het huls-> vormige deel uitgeoefende krachten voor het reduceren van de buitenafmetingen daarvan primair slechts van invloed zijn op het buitenste slangdeel.

18. Verbinding van een slang met een nippel, die is vervaardigd in overeenstemming met de werkwijze volgens ) één der conclusies 1 tot 17.

19. Hogedruk-slangverbinding voor het met een van een hoofdgedeelte voorziene nippelconstructie verbinden van een slang, waarbij een verbindingsgedeelte is bevestigd aan het hoofdgedeelte en een nippelgedeelte is verbonden met het : hoofdgedeelte door middel van een taps gedeelte dat ten minste voor een groot gedeelte axiaal op een afstand is gelegen van het hoofdgedeelte en, vergeleken met het hoofdgedeelte, een gereduceerde uitwendige diameterafmeting bezit, met he t k e n m e r kP dat het nippelgedeelte is voorzien van axiaal op afstand van elkaar gelegen uitwendig uitstekende ribben, waarvan de uitwendige oppervlakken zijn afgerond teneinde scherpe hoeken te vermijden, waarbij een buisvormig hulsvormig deel, dat is vervaardigd uit een althans nagenoeg cilindrisch deel met in hoofdzaak een constante dikte en gladde inwendige oppervlakken, is toegepast dat tenminste één zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende vervorming bezit, welk hulsvormig deel zodanig is gepositioneerd dat het zich althans nagenoeg ter plaatse van het nippelgedeelte bevindt en is gefixeerd aan het nippelgedeelte, terwijl het hulsvormige deel, in zijn oorspronkelijke cilindrische vorm, een zodanige inwendige diameterafmeting vergeleken met de normale uitwendige diameter van de slang bezit, dat de slang wordt aangebracht in de ruimte tussen de uitwendige oppervlakken van het nippelgedeelte en de inwendige oppervlakken van het hulsvormige deel wordt vastgehouden tegen een axiale beweging ten gevolge van de druk van een er doorheen stromend fluïdum door middel van de samenwerkende verankeringskrachten van de ribben op het nippelgedeelte en van de zich binnenwaarts uitstrekkende vervorming in het hulsvormige deel ten gevolge van de aanvankelijke radiale vergroting van zowel het nippelgedeelte en ten minste een deel van het tapse gedeelte en van een daaropvolgende samendrukking in het buitenoppervlak van het hulsvormige deel.

20. Verbinding volgens conclusie 19, m e t het kenmerk, dat de hogedruk-slangverbinding in hoofdzaak slechts bestaat uit de nippelconstructie omvattende het nippelgedeelte met de uitwendig uitstekende ribben, het hoofdgedeelte en het verbindingsgedeelte, alsmede het hulsvormige deel dat wordt onderworpen aan samendrukking en dat samenwerkt met het vergrote nippelgedeelte teneinde de slang daartussen vast te houden.

21. Verbinding volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat het nippelgedeelte althans nagenoeg uniform over zijn gehele lengte wordt vergroot tot althans nagenoeg de inwendige diameter van de slang teneinde hierbij verschillen tussen de normale inwendige diameter van de slang en de inwendige diameter van het vergrote nippelgedeelte te minimaliseren.

22. Verbinding volgens conclusie 19, 20 of 21, met het kenmerk, dat de uitwendig uitstekende ribben in axiale richting langs het nippelgedeelte op afstand van elkaar zijn gelegen, en dat het hulsvormige deel is voorzien van een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende groeven die samendrukkrachten op de slang uitoefenen, en die zo ten opzichte van de ribben zijn geplaatst, dat de diepste punten van de zich binnenwaarts uitstrekkende groeven zich ten minste bij benadering tussen de toppen van respectievelijke aangrenzende ribben bevinden.

23. Verbinding volgens één der conclusies 19 tot 21, met het kenmerk, dat de zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende vervorming van het hulsvormige deel een gekrompen vervorming is die zich althans nagenoeg ter plaatse van het van ribben voorziene gebied van het nippelgedeelte bevindt.

24. Verbinding volgens één der conclusies 19 tot 23,met het kenmerk, dat de dikte van het hulsvormige deel in het gebied van zijn vervorming tussen ongeveer 5% tot ongeveer 10% minder is dan zijn dikte in de niet-vervormde gebieden.

25. Slangverbinding volgens één der conclusies 19 tot 24, met h et k e n m er k, dat de inwendige ) diameterafmeting van het hoofdgedeelte enigszins groter is dan de vergrote inwendige diameterafmeting van het nippel-gedeelte, zodat slechts een gedeelte van het tapse gedeelte naast het nippelgedeelte wordt vergroot terwijl een kort axiaal gedeelte van het tapse gedeelte wordt gehandhaafd.

> 26'.· Slangverbinding volgens conclusie 25,' met h et k e n m e r k, dat het vergrote tapse gedeelte een dikte bezit die bij benadering gelijk is aan de maximale dikte van het nippelgedeelte.

27. Slangverbinding volgens één der conclusies 19 tot 26, m et he t k e n m e r k, dat het nippelgedeelte een afzonderlijk gedeelte omvat dat is vervaardigd uit relatief eenvoudig vergrootbaar materiaal dat verschilt van het materiaal van het hoofdgedeelte van de nippelconstructie en dat aan het hoofdgedeelte is bevestigd.

28. Slangverbinding volgens één der conclusies 19 tot 27, met het k e n m e r k, dat het nippelgedeelte is vervaardigd uit roestvrij staal.

29. Verbinding volgens één der conclusies 19 tot 28, met h et k e n m er k, dat het hulsvormige deel door een plastische vervorming wordt bevestigd aan de nippelconstructie.

30. Werkwijze Voor een economische vervaardiging van een nippel voor toepassing in een hogedruk-slangver-binding, g e ken me r k t door de stappen van het in een voorafbepaalde positie over een buisvormig deel met gladde inwendige en uitwendige oppervlakken plaatsen van een ring, en het koud vervormen van het aldus gevormde samenstel uit buisvormig deel en daaropgeplaatste ring door a) het reduceren van de diameter van het buisvormige deel in het als nippelgedeelte bestemde gebied, b) het aanbrengen van zich buitenwaarts uitstrekkende rillen met eenafgeronde uitwendige vorm, welke over de lengte van het nippelgedeelte zijn verdeeld, en c) het stevig op zijn plaats fixeren van de ring door middel van zich buitenwaarts uitstrekkende rillen aan weerszijden daarvan.

31. Werkwijze volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat de stappen a) tot c) worden gerealiseerd tijdens een enkele slag van de koud vervormingsbewerking.

32. Werkwijze voor het vervaardigen van een hogedruk-slangverbinding onder toepassing van een nippel-constructie, welke is vervaardigd in overeenstemming met de werkwijze volgens conclusie 30, gekenmerkt door de stappen van het over het nippelgedeelte van de nippelcon-structie aanbrengen van een slang, het uitwendig over de ring en de slang plaatsen van een hulsvormig deel, het inwendig vergroten van het nippelgedeelte tot althans nagenoeg zijn originele diameter, en vervolgens het koud vervormen van het hulsvormige deel teneinde dit over de ring vast te maken en de diameterafmeting daarvan te reduceren in ten minste een groot gedeelte van het gebied van het inwendig vergrote nippelgedeelte.

33. Werkwijze volgens conclusie 32, m e t het kenmerk, dat aan het vrije uiteinde van het hulsvormige deel tijdens de koudvervormingsstap een verbreed eindge-deelte wordt aangebracht.

34. Nippel, vervaardigd in overeenstemming met de werkwijze volgens conclusie 30.

35. Hogedruk-slangverbinding, vervaardigd in overeenstemming met de werkwijze volgens conclusie 32 of 33.