NL8900046A - Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat. - Google Patents

Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8900046A
NL8900046A NL8900046A NL8900046A NL8900046A NL 8900046 A NL8900046 A NL 8900046A NL 8900046 A NL8900046 A NL 8900046A NL 8900046 A NL8900046 A NL 8900046A NL 8900046 A NL8900046 A NL 8900046A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
hydrophobic
fuel
agglomerate
starch
Prior art date
Application number
NL8900046A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Roquette Freres
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Roquette Freres filed Critical Roquette Freres
Publication of NL8900046A publication Critical patent/NL8900046A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L5/00Solid fuels
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L5/00Solid fuels
    • C10L5/02Solid fuels such as briquettes consisting mainly of carbonaceous materials of mineral or non-mineral origin
    • C10L5/06Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting
    • C10L5/10Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders
    • C10L5/14Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders with organic binders
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10LFUELS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NATURAL GAS; SYNTHETIC NATURAL GAS OBTAINED BY PROCESSES NOT COVERED BY SUBCLASSES C10G, C10K; LIQUEFIED PETROLEUM GAS; ADDING MATERIALS TO FUELS OR FIRES TO REDUCE SMOKE OR UNDESIRABLE DEPOSITS OR TO FACILITATE SOOT REMOVAL; FIRELIGHTERS
    • C10L5/00Solid fuels
    • C10L5/02Solid fuels such as briquettes consisting mainly of carbonaceous materials of mineral or non-mineral origin
    • C10L5/06Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting
    • C10L5/10Methods of shaping, e.g. pelletizing or briquetting with the aid of binders, e.g. pretreated binders
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E50/00Technologies for the production of fuel of non-fossil origin
    • Y02E50/30Fuel from waste, e.g. synthetic alcohol or diesel

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Solid Fuels And Fuel-Associated Substances (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)

Description

Λ - Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat -
De uitvinding heeft betrekking op een watervast brandstofagglomeraat.
Zij heeft ook betrekking op een werkwijze voor het bereiden daarvan en op een bij deze werkwijze gebruikt 5 preparaat.
Met de uitdrukking "brandstofagglomeraten" wordt elke fysische vorm van fijnverdeelde brandstoffen verstaan, die gemakkelijk kan worden gehanteerd en gebruikt voor huishoudelijke of industriële doeleinden . Voorbeelden zijn eierkolen, 10 briquetten en persstukken.
De fijnverdeelde brandstoffen , waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, kunnen allerlei koolstofrijke stoffen zijn, bijvoorbeeld kolengruis of -stof, fijnverdeelde houtskool, fijnverdeelde cokes, fijnverdeelde 15 aardolieroet of een mengséLvan deze produkten. Deze stoffen,vooral kolengruis en -stof worden in grote hoeveelheden geproduceerd bij de moderne extractie- en wasprocessen , met name van kool.
Een waardevolle toepassing van deze stoffen is met name hun gebruik in de vorm van brandstofagglomera-20 ten
Men heeft reeds verschillende methodieken voorgesteld voor het agglomereren van dit gruis of stof, waarbij men in het algemeen toevoegsels of bindmiddelen gebruikt , die een voldoende cohesie moeten verzekeren.
25 De hiertoe het meest gebruikte toevoegsels of bindmiddelen zijn bijvoorbeeld pek, houtleer of aardoliewas, bitumen , lignosulfonaten, klei en polysacchariden, in het bijzonder zetmeel en zetmeelderivaten.
Van deze bindmiddelen wordt ongetwijfeld 30 pek het meest gebruikt, maar omdat de milieueisen steeds strenger worden, gaat het gebruik van pek tegenwoordig iets achteruit.
Eigenlijk is men bij gebruik van pek verplicht de daarmee verkregen agglomeraten thermisch te behandelen 89 00 04 6 t Η -Ιοί wel dampvrij te maken teneinde de concentratie aan fenolverbindingen daarin te verlagen. Een dergelijke behandeling brengt nu een niet te verwaarlozen verontreiniging van de atmosfeer met zich mee. Wanneer bovendien het dampvrij maken niet volledig is, 5 veroorzaakt de verbranding van deze agglomeraten op het moment, dat men ze gebruikt,een ontwikkeling van voor de mens schadelijke dampen.
Deze nadelen hebben sommige landen ertoe gebracht het gebruik daarvan te verbieden.
10 De nadelen, die aan het gebruik van pek kleven treden ook op bij gebruik van bitumen als bindmiddel.
Ter bestrijding van deze nadelen heeft men voorgesteld als bindmiddel lignosulfonaten te gebruiken , in het bijzonder ammoniumlignosulfonaat.
15 De wetenschappelijke literatuur, die betrekking heeft op het gebruik van deze produkten, is uitermate overvloedig en als voorbeelden kunnen worden genoemd SU 983.147, SU 1.010.146 en SU 1.137.103 , EP 0.097.486 en DE 3.227.395 en ook DD 224.331 en US 4.666.522.
20 De techniek van de agglomeratie met lignosulfonaten is nu ingewikkeld en vereist een groot vakmanschap .
Daarbij is het eigenlijk nodig - enerzijds het gruis nauwkeurig te 25 drogen tot een zodanig vochtgehalte, dat het lignosulfonaten- gruismengsel kan worden geagglomereerd, want een overmaat of een gebrek aan water maakt deze bewerking onmogelijk en - anderzijds de lignosulfonaten te laten polymeriseren volgens een volkomen gedefinieerd temperatuurs- 30 verloop teneinde ze onoplosbaar te maken en de agglomeraten aldus een goed gedrag ten opzichte van water te geven.
De duur van deze laatste warmtebehandeling kan nu tot 3 uur gaan en de voor het onoplosbaar maken vereiste o temperaturen moeten hoog zijn en liggen met name tussen 270 35 en 450°C, afhankelijk van de aard van de gebruikte lignosulfonaten.
Dientengevolge is deze methodiek uit oogpunt van energie bezwaarlijk. Bovendien is zij ook een niet te verwaarlozen oorzaak van atmosfeervervuiling.
8900046.* - 3 -
Tijdens de warmtebehandeling treedt er zelfs een ontwikkeling op van schadelijke dampen, die rijk zijn aan zwavelzuur.
Men heeft voorgesteld dit vervuilingsprobleem 5 op te lossen door verschillende voorzieningen aan te brengen aan de betrokken inrichtingen en met name door te voorzien in organen voor het condenseren van dampen. Dergelijke voorzieningen hebben echter slechts ten gevolge gehad, dat het vervuilings -probleem is veranderd in een corrosieprobleem, dat , zoals bekend, 10 uitermate moeilijk te bestrijden is , vooral als het gaat om de behandeling van condensatieprodukten, die rijk aan zwavelzuur zijn, zelfs wanneer men als constructiemateriaal voor de agglomereer-inrichtingen speciale staalsoorten gebruikt.
Wat de oorzaak ook is en welke de 15 beoogde oplossingen ook mogei zijn, de aan het gebruik van lignosulfo- naten verbonden nadelen hebben een bezwaarlijke methodiek opgeleverd, zoals boven reeds is aangestipt.
Bovendien hebben de volgens deze methodiek vervaardigde agglomeraten het nadeel, dat zij bij hun verbranding 20 zwavelresten opleveren, die zich met name in de dampen bevinden.
Men heeft werkwijzen voorgesteld, die de bovengenoemde nadelen in verband met pek, koolteer en lignosulfonaten niet vertonen, waarbij deze bindmiddelen zijn vervangen door kleisoorten en met name door bentoniet (US 4.025.596 25 en DE 1.671.365). De volgens deze methodieken verkregen agglomera ten hebben echter niet alle vereiste fysische eigenschappen en in het bijzonder is hun mechanische weerstand onvoldoende en hun gedrag ten opzichte van water middelmatig. Daaruit volgt, dat deze werkwijzen niet in de praktijk zijn ontwikkeld.
30 Men heeft ook voorgesteld als bindmiddel zetmeel te gebruiken, dat alleen gebruikt of als mengsel met andere bindmiddelen, blijkens US 3.725.652 en DE 3.227.395 en ook blijkens EP 0.097.486 talrijke voordelen biedt.
Een vergelijkend onderzoek aan 35 de vorming van. persstukken, uitgevoerd in 1982 aan de universiteit van Berkeley (K.V.S. SASTRY en D.W. FUERSTENAU) heeft aangetoond, dat zetmeel ten opzichte van een asfaltemulsie of bentoniet tot betere resultaten leidde ten aanzien van : 8900045.1 ί Η - 4 - - mechanische weerstand, - slijtvastheid en - slagsterkte.
Bovendien en in tegenstelling tot 5 lignosulfonaten behoeft zetmeel gesi bepaalde voorzorgen ten aanzien van het vochtgehalte van het voormengselvan gruis-bindmiddel alvorens de eigenlijke agglomeratie plaatsheeft.
Bovendien kan men zetmeel onbeperkt gebruiken in industriële inrichtingen , die aanvankelijk zijn 10 ontworpen voor gebruik van pek of bitumen, die de thans het meest gebruikte bindmiddelen zijn, zodat het gebruik van zetmeel geen extra investering vereist, terwijl bovendien het onderhoud van de installaties kan worden verminderd.
Tenslotte geeft verbranding van agglomeraten, 15 die met zetmeel gebonden zijn, geen toxische en/of vervuilende damp.
Agglomeraten op basis van zetmeel hebben echter evenals die op basis van bentoniet het grote nadeel, dat zij zeer sterk gevoelig zijn voor water, waardoor het onmogelijk 20 wordt ze aan de open lucht te bewaren.
Ter opheffing van dit nadeel heeft men voorgesteld het zetmeel te combineren met pek, asfalt of bitumen, of het zetmeel onoplosbaar te maken met harsen van het ureumtype, of van het type fenol ~formaldehyde, melamine-25 formaldehyde, keton-formaldehyde, of een mengsel daarvan.
Geen van deze oplossingen heeft geheel voldaan, want zij brengen alle weer het probleem met zich mee, dat er toxische en vervuilende dampen worden ontwikkeld bij de verbranding van de aldus verkregen agglomeraten.
30 Ook heeft men voorgesteld de agglomeraten te omhullen met een hydrofoob folie of vlies, verkregen door aanbrenging van een geemulgeerde was. Hoewel oorspronkelijk , is een dergelijke oplossing bezwaarlijk vanwege de te gebruiken hoeveelheden was en de bescherming tegen vocht, die de 35 agglomeraten aldus hebben verkregen, kan worden veranderd,wanneer de agglomeraten tijdens hun transport schokken ondergaan, die een beschadiging van het beschermende folie met zich meebrengen.
89 0 0 040.’ * - 5 -
Men heeft uiteindelijk voorgesteld (zie FR 2.118.741) brandstofagglomeraten te behandelen met beetwortelmelasse of met sulfietlogen en met een alkalizout van methylkiezelzuur, maar de aldus behandelde agglomeraten 5 hebben niet voldaan, omdat zij in wezen niet tegen water bestand zijn.
Dientengevolge kan men volgens geen der bestaande werkwijzen onder economische en ecologisch aanvaardbare omstandigheden brandstofagglomeraten verkrijgen} die tegelijkertijd 10 bevredigende mechanische eigenschappen en een bevredigend gedrag ten opzichte van water vertonen.
De uitvinding beoogt nu de nadelen van de stand der techniek op te heffen en een brandstofagglomeraat te geven, dat beter dan de reeds bestaande aan de verschillende 15 eisen van de praktijk voldoet.
Er werd nu gevonden, dat men dit doel kan bereiken met brandstofagglomeraten van het betrokken soort, die verdeeld over hun inhoud bevatten: - enerzijds een organisch bindmiddel 20 en wel één of meer zetmelen, zetmeelderivaten, graanmelen, proteïnen, cellulosen, hemicellulosen , of een mengsel van deze produkten en - anderzijds een hydrofobe organosilicium- verbinding, 25 Aldus heeft het watervaste brandstofagglome raat op basis van een fijnverdeelde brandstof van de uitvinding tot kenmerk, dat het , verdeeld over zijn inhoud doeltreffende hoeveelheden bevat van respectievelijk tenminste één organisch bindmiddel en wel één of meer zetmelen, zetmeelderivaten, graan-30 melen, proteïnen, cellulosen, hemicellulosen of een mengsel van deze produkten en tenminste één hydrofobe organosiliciumverbin-ding.
Onder een doeltreffende hoeveelheid wordt een hoeveelheid verstaan, die voor het verkrijgen van 35 het beoogde effect voldoende is.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van het agglomeraat van de uitvinding is het organische bindmiddel 8300046.
f
V
- 6 - een zetmeel of een zetmeelderivaat.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het agglomeraat van de uitvinding is de hydrofobe organosilicium-5 verbinding een verbinding met een structuureenheid met de formule 1, waarin R en R^,die hetzelfde of verschillend kunnen zijn,waterstof of organische radicalen en wel methyl, alkyl, fluoralkyl, eventueel gesubstitueerde fenyl, vinyl of hun gechloreerde derivaten, alkoxy, acyloxy, of alkylamino, zijn. Als dergelijke verbinding 10 gebruikt men bij voorkeur niet reactieve polysiloxanoliën, poly-siloxanharsen, reactieve polysiloxanoliën, die met name gehydroxyleerd, gealkyleerd, gearyleerd, gehydroalkyleerd of gehydroaryleerd zijn, alsmede mengsels van deze produkten en emulsies,die uit deze produkten kunnen worden bereid.
15 Volgens een andere voorkeursuitvoerings vorm van het agglomeraat van de uitvinding is de hydrofobe organo-siliciumverbinding een polysiloxanaat met de algemene formule 2, waarin R2 een (C^-C ) alkyl-, (C^-C.^) alkenyl - 20 of (C^-C^g)arylgroep is, X een alkali- of aardalkalimetaalatoom is en 1 < n < 10 , waarbij de kaliumverbinding de voorkeur ^ verdient.
Wanneer het organische bindmiddel in de samenstelling van het agglomeraat van de uitvinding een zetmeel of zetmeelderivaat is, verstaat men onder deze uitdrukkingen - voor wat betreft een zetmeel, ongerept zetmeel van elke oorsprong, natuurlijk of gehybridiseerd, 30 afkomstig van bijvoorbeeld aardappelen, de broodwortelboom, maïs, wasmaïs , maïs met hoog amylosegehalte , graan en maalprodukten die daaruit kunnen worden gemaakt, gerst en gierst en wat betreft een zetmeelderivaat,zetmelen, die langs fysische en/of chemische weg gemodificeerd zijn.
35 ...
Bij voorkeur is het organische bindmiddel een ongerept zetmeel, dat eventueel in koud water oplosbaar is gemaakt door een fysische kook-extrusiebehandeling en/of verstijfseling op een trommel.
Ten opzichte van het gewicht van <je fiinveiniee^de brandstof bevat het agglomeraat van de uitvinding 8900046.
Λ r - 7 - voordelig: - 0,2-25 gew.% organisch bindmiddel, bij voorkeur 1-15 gew.% en nog liever 2-7 gew.% en - 0,005-5 gew.% hydrofobe organosilicium-verbinding, bij voorkeur 0,025-1,5 gew.% en nog liever 0,05- 5 0,5 gew.%.
Het agglomeraat van de uitvinding kan eventueel andere bestanddelen bevatten, zoals carbonaten, ongebluste of gebluste kalk, dolomiet, alkalisilicaten, klei, latices, borax, polyfosfaten , fosfaten, geconcentreerde melk en/of lactose- 10 rum, cement, polyvinylalkoholen en thermohardende harsen.
De hoeveelheid van deze bestanddelen kan tot 15 gew.% bedragen, ten opzichte van de fijnverdeelde brandstof en de korrelgrootte-verdeling van deze bestanddelen moet bij voorkeur dicht bij die van de fijnverdeelde brandstof liggen, 15 De korrelgrootteverdeling van deze fijnverdeelde brandstof, die in gewichtshoeveelheid het hoofdbestanddeel van het agglomeraat van de uitvinding vormt, ligt in het algemeen tussen ongeveer 1 ym en ongeveer 1 cm.
De werkwijze van de uitvinding ter 20 vervaardiging van het agglomeraat van de uitvinding heeft tot kenmerk dat men — een fijnverdeelde brandstof, een organisch bindmiddel uit boven gedefinieerde groep en een hydrofobe organo-siliciumverbinding uitkiest, 25 — de hydrofobe verbinding mengt met hetzij de brandstof, hetzij het organische bindmiddel, hetzij met de ene en met de andere van deze produkten, hetzij met een mengsel daarvan en — het aldus verkregen mengsel een agglome- 30 reerbehandeling geeft.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding wordt slechts een deel van de hydrofobe verbinding gemengd met hetzij de brandstof, hetzij het organische bindmiddel, hetzij met de ene en de andere 35 van deze produkten, hetzij een mengsel daarvan, terwijl het andere deel van de hydrofobe verbinding wordt aangebracht op &900046," #· - 8 - het produkt van de agglomereerbehandeling.
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van genoemde werkwijze bereidt men een preparaat, dat het organische bindmiddel en tenminste een deel van de hydrofobe 5 organosiliciumverbinding bevat, bereidt een innig mengsel van fijnverdeelde brandstof en dit preparaat en onderwerpt dit mengsel aan een agglomereerbehandeling, waarbij het eventueel niet in het preparaat aanwezige deel van de hydrofobe verbinding bijvoorbeeld kan worden aangebracht op het produkt van de agglome-10 reerbehandeling.
Het preparaat, dat men bij deze voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding gebruikt, vormt binnen het kader van de onderhavige aanvrage een nieuw industrieel produkt.
15 Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwi^e van de uitvinding behandelt men het bij de agglomereerbehandeling verkregen agglomeraat in een stoof bij o o een temperatuur tussen ongeveer 80-100 C en ongeveer 200 C.
Volgens een andere voorkeursuitvoerings-20 vorm van de werkwijze van de uitvinding worden aard en hoeveel heden van de bestanddelen zodanig uitgekozen dat het verkregen agglomeraat de boven aangegeven eigenschappen vertoont.
Het agglomereren geschiedt bij de werkwijze van de uitvinding door het materiaal te verwerken tot persstukken, 25 het door persen te verdichten, het te extruderen en/of het te persvormen. Deze methodieken zijn op zichzelf bekend en worden bijvoorbeeld beschreven in EP 0.097.486.
Ter vergroting van de slijtvastheid van de agglomeraten en ter vermindering van de gruisvorming 30 tijdens het hanteren van de agglomeraten kan men op hun oppervlak een beschermend folie of velletje aanbrengen.
Ter vorming van dit beschermende velletje kan men gebruik maken van acrylderivaten , polyvinylalkohol, alkalisilicaten, fosforzuurzouten, cellulosederivaten , styreen-35 butadieenharsen en sulfietlogen, maar bij voorkeur gebruikt men zetmeelachtige produkten en met name ongerept of gemodificeerd zetmeel en nog liever gehydrolyseerd of geoxydeerd zetmeel,waarbij 89 0004 6.” - 9 - het voordelig is deze zetmeelprodukten watervast te maken, bijvoorbeeld, zoals bekend, met harsen van het type ureum- formaldehyde, fenol-formaldehyde, melamine-formaldehyde, keton-formaldehyde en mengsels daarvan.
5 Wanneer een deel van tenminste de hydrofobe verbinding wordt aangebracht na de agglomereerbehandeling, kan men deze hydrofobe verbinding opnemen in de boven beschreven behandeloplossingen of rechtstreeks aanbrengen door onderdompeling, opsproeiing of verstuiving.
10 Het brandstofagglomeraat van de uitvin ding vertoont , behalve een verzameling van uitstekende mechanische eigenschappen, die min of meer gelijk zijn aan die van de bekende agglomeraten, een opmerkelijk gedrag ten opzichte van water.
15 De uitvinding wordt nog nader toegelicht met de volgende voorbeelden, die betrekking hebben op voorkeursuitvoeringsvormen.
Voorbeeld 1
Eierkolen op basis van kolengruis 20 ,
In een menger brengt men enerzijds 50 kg kolengruis met een oppervlaktevochtigheid van 2,2% en een korrelgrootte van minder dan 1 mm en anderzijds 3 kg ongerept o graanzetmeel. Men verwarmt dit mengsel tot 50 C en voegt er dan 4,5 1 water aan toe. Men mengt het aldus verkregen mengsel 25 een half uur onder verhitting, waarbij men de temperatuur tot 90°C laat stijgen en de oppervlaktevochtigheid, gemeten met een inrichting, bekend onder de naam SPEEDY bedraagt dan 2,3%. Men agglomereert het mengsel door verdichtend persen op een pers van het type SAHUT CONREUR, waarbij het 30 mengsel tijdens het agglomereren een temperatuur heeft van ongeveer o 5 70 C , bij een geregelde druk van 16,7.10 N/m lineair en een snelheid van de zones van de pers van 5 tr/min , terwijl het vermogen van de pers 6 kW bedraagt.
Men verkrijgt aldus eierkolen met voldoende 35 samenhang in verse toestand om te kunnen worden getransporteerd.
Zij breken niet bij een val van een hoogte van 6 m en hebben een goede mechanische weerstand na 1 uur drogen bij kamertemperatuur.
890004 6?* - 10 -
De weerstand van deze eierkolen, bepaald met een compressiemeter met tegengewicht, geleverd door SAHUT CONREUR, geeft de volgende waarden:
_ vers ........ 294,3 N
5 na 24 uur drogen bij
kamertemperatuur ......., 686,7 N
na 1 uur bij 100°C en o 1 uur bij 130 C in een
stoof ........ 1765,8 N
Daarna dompelt men de eierkolen in koud water . Men ziet, dat ze zeer snel uiteenvallen. Na enkele minuten vertoont hetagglomeraat geen enkele samenhang meer.
Deze resultaten laten zien,dat men , wanneer men alleen een bindmiddel·van het zetmeeltype gebruikt, 15 agglomeraten van kolengruis met goede mechanische eigenschappen kan vervaardigen , die echter niet watervast zijn.
Voorbeeld 2 20
In een menger mengt men 50 kg kolengruis met identieke eigenschappen als het gruis van voorbeeld 1 met 3 kg ongerept graanzetmeel. Men verwarmt het verkregen o mengsel onder roeren tot een temperatuur van 50 C. Daarna voegt men 50 g hydrofobe verbinding toe van het type RHODORSIL 25 SILICONATE 51 T (kaliumpolysiloxanaat, in de handel gebracht door RH0NE-P0ULENC met een drogestofgehalte van ongeveer 49%), dat verdund is in 5 1 water. Daarna mengt men het mengsel
een half uur terwijl men de temperatuur van het mengsel op 90°C
brengt. De oppervlaktevochtigheid is dan 2,1%.
30
Daarna geeft men het mengsel een agglomereerbehandeling door persverdichting onder dezelfde omstandigheden als in voorbeeld 1.
Aldus verkrijgt men eierkolen van kolengruis met voldoende samenhang in verse toestand om te kunnen worden getransporteerd. Zij breken niet na een val van 6 m hoogte 35 en zij hebben een goede mechanische weerstand na 1 uur drogen bij kamertemperatuur.
De weerstand van deze eierkolen, gemeten 9900046 ^ \? - 11 - volgens voorbeeld 1 , geeft de volgende waarden:
vers ..... 294,3 N
na 24 uur drogen bij
kamertemperatuur ..... 784,8 N
5 na 1 uur bij 100°C en J o 1 uur bij 130 C in een
stoof ..... 1962,0 N
Daarna dompelt men deze eierkolen in koud water. Men ziet, dat zij zelfs na enkele maanden onderdompeling 10 niet uiteenvallen.
De mechanische weerstand van de eierkolen blijft onveranderd na hun verblijf in water en na eenvoudig uitdruipen. Het inwendige van de eierkolen vertoont geen enkel spoor van vochtigheid.
15 Dit voorbeeld laat zien, dat toevoeging van 5,6 % ongerept zetmeel en 0,047% kaliumpolysiloxanaat, berekend alsdroog gewicht ten opzichte van het gewicht van het kolengruis, agglomeraten oplevert, die voldoen aan de technische eisen ten aanzien van mechanische weerstand en gedrag ten opzichte van 20 water.
Voorbeeld 3
Eierkolen van kolengruis Men voegt bij een mengsel van kolengruis en zetmeel, dat identiek is aan dat van voorbeeld 2 en onder 25 dezelfde omstandigheden 100 g polysiloxanemulsie toe en wel RHODORSIL EMULSION 879 , in de handel gebracht door RHONE-POULENC en onderwerpt het mengsel aan dezelfde behandelingen als het mengséL van voorbeeld 2. De oppervlaktevochtigheid bedraagt dan 1,5%.
30 Aldus verkrijgt men eierkolen van kolen gruis met een samenhang in verse toestand, die voldoende is voor transport. Na val van een hoogte van 6 m breken 2ij niet en ze hebben een goede mechanische weerstand na 1 uur drogen bi j kamertemperatuur.
35 De weerstand van deze eierkolen,gemeten
als in voorbeeld 1, geeft de volgende waarden: vers ..... 294,3 N
na 24 uur drogen bij
kamertemperatuur ..... 657,3 N
8900046/ - 12 -
na 1 uur bij 100°C en 1 uur bij 130 C in een stoof ..... 1863,9 N
Daarna dompelt men de eierkolen in 5 koud water . Men ziet dat zij zelfs na enige maanden onderdompeling niet uiteenvallen.
De mechanische weerstand blijft onveranderd na hun verblijf in water en na eenvoudig uitdruipen. Het inwendige van de eierkolen vertoont geen enkel spoor van vochtigheid.
Dit voorbeeld laat zien, dat toevoeging van 5,6 % ongerept zetmeel en 0,11% organosiliciumderivaat van het reactieve polysiloxanolieemulsietype , berekend als droog gewicht ten opzichte van het gewicht van het brandstofgruis agglomeraten oplevert, die voldoen aan de technische eisen 15 voor wat betreft mechanische weerstand en gedrag ten opzichte van water.
8300046·*

Claims (12)

1. Watervast brandstofagglomeraat op basis van een fijnverdeelde brandstof,met het kenmerk, dat het, verdeeld over zijn inhoud, doeltreffende hoeveelheden bevat van respectieveli jk 5. tenminste één organisch bindmiddel en wel één of meer zetmelen, zetmeelderivaten, graanmelen,proteïnen, cellulosen, hemicellulosen of een mengsel van deze produkten en - tenminste één hydrofobe organosilicium- verbinding.
2. Agglomeraat volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de hydrofobe organosiliciumverbinding een verbinding is met een structuureenheid met de formule 1, waarin R en R^ die hetzelfde of verschillend kunnen zijn,waterstof of organische radicalen en wel methyl, alkyl, fluoralkyl, eventueel gesubstitueerde fenyl, 15 vinyl of hun gechloreerde derivaten, alkoxy, acyloxy, of alkylamino, zijn, waarbij de verbinding bij voorkeur behoort tot de niet reac-tieve polysiloxanoliën, polysiloxanharsen, reactieve polysiloxanoliën, die met name gehydroxyleerd, gealkyleerd, gearyleerd, gehydroalkyleerd of gehydroaryleerd zijn, alsmede mengsels van deze produkten en 20 emulsies, die uit deze produkten kunnen worden bereid .
3. Agglomeraat volgens conclusie 2,met het kenmerk , dat de hydrofobe organosiliciumverbinding behoort tot de polysiloxanaten met de algemene formule 2, waarin R2 een (C^-C^)alkyl-, (C^-C.^)alkenyl- of 25 (C -C )arylgroep is, X een alkali- of aardalkalimetaalatoom is en 1. n C 10, waarbij de kaliumverbinding de voorkeur 30 verdient.
4. Agglomeraat volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk , dat het organische bindmiddel - hetzij een ongerept zetmeel van elke oorsprong, natuurlijk of gehybridiseerd is, afkomstig 35 8901)04 6.* - 14 - van bijvoorbeeld aardappelen, de broodwortelboom, ma£s , wasmaïs, maïs met hoog amylosegehalte , graan en maalprodukten, die daaruit kunnen worden gemaakt, gerst en gierst,hetzij een zetmeelderivaat is , gevormd door een zetmeel, dat langs 5 fysische en/of chemische weg gemodificeerd is.
5. Agglomeraat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het organische bindmiddel een ongerept zetmeel is, dat eventueel in koud water oplosbaar gemaakt door een fysische kook-extrusiebehandeling en/of verstijfseling 10 op een trommel.
6. Agglomeraat volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het , betrokken op het gewicht van de fijnverdeelde brandstof , bevat: - 0,2-25 gew.S organisch bindmiddel, 15 bij voorkeur 1-15 gew.% en nog liever 2-7 gew%, en - 0,005-5 gew.% hydrofobe organische verbinding, bij voorkeur 0,025 -1,5 gew.% en nog liever 0,05-0,5 gew.%.
7. Werkwijze voor het bereiden 20 van een watervast brandstofagglomeraat volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat men - een fijnverdeelde brandstof , een organisch bindmiddel en een hydrofobe organosiliciumverbinding uitkiest, 25. de hydrofobe verbinding mengt met hetzij de brandstof, hetzij het organische bindmiddel, hetzij met de ene en met de andere van deze produkten, hetzij met een mengsel daarvan en - het aldus verkregen mengsel een 30 agglomereerbehandeling geeft.
8. Werkwijze volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat men slechts een deel van de hydrofobe verbinding mengt met hetzij de brandstof, hetzij het organische bindmiddel, hetzij met de ene en de andere van deze produkten, hetzij 35 een mengsel daarvan, terwijl men het andere deel van de hydrofobe verbinding aanbrengt op het produkt van de agglomereerbehandeling. 8900046/ - 15 -
9. Werkwijze volgens één der conclusies 7 en 8, net het kenmerk, dat men een preparaat bereidt , dat het organische bindmiddel en tenminste een deel van de hydrofobe organosiliciumverbinding bevat , een innig mengsel 5 van fijnverdeelde brandstof en dit preparaat bereidt en dit mengsel aan een agglomereerbehandeling onderwerpt, waarbij men het eventueel niet in het preparaat aanwezige deel van de hydrofobe verbinding aanbrengt op het produkt van de agglomereerbehandeling.
10. Werkwijze volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat men het bij de agglomereerbehandeling verkregen agglomeraat in een stoof bij een temperatuur tussen ongeveer 80-100°C en ongeveer 200°C behandelt.
11. Werkwijze volgens één der 15 conclusies 7-10, met het kenmerk, dat men de agglomereerbehandeling uitvoert door het materiaal te verwerken tot persstukken, het door persen te verdichten, het te extruderen en/of het te persvormen.
12. Werkwijze volgens één der conclusies 20 7-11 , met het kenmerk, dat men, wanneer men tenminste een deel van de hydrofobe verbinding na de agglomereerbehandeling aanbrengt , men dit doet door onderdompeling, opsproeiing of verstuiving. -o-o-o-o-o- 8900046'
NL8900046A 1988-01-11 1989-01-10 Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat. NL8900046A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8800219A FR2625749B1 (fr) 1988-01-11 1988-01-11 Agglomere combustible resistant a l'eau, procede pour le preparer et composition de matieres mise en oeuvre dans ce procede
FR8800219 1988-01-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900046A true NL8900046A (nl) 1989-08-01

Family

ID=9362188

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900046A NL8900046A (nl) 1988-01-11 1989-01-10 Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4981494A (nl)
EP (1) EP0324681B1 (nl)
JP (1) JPH02110192A (nl)
KR (1) KR890011986A (nl)
CN (1) CN1036223A (nl)
BE (1) BE1006156A3 (nl)
CH (1) CH676364A5 (nl)
DE (1) DE3900644C2 (nl)
ES (1) ES2010387A6 (nl)
FR (1) FR2625749B1 (nl)
GB (1) GB2213830B (nl)
HU (1) HU210253B (nl)
IE (1) IE60325B1 (nl)
IT (1) IT1228211B (nl)
NL (1) NL8900046A (nl)
PL (1) PL157457B1 (nl)
ZA (1) ZA89226B (nl)

Families Citing this family (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3836940C1 (nl) * 1988-10-29 1990-05-17 Th. Goldschmidt Ag, 4300 Essen, De
US5298040A (en) * 1989-06-09 1994-03-29 Roquette Freres Process for the preparation of a water-resistant fuel agglomerate
US5221290A (en) * 1991-02-04 1993-06-22 American Colloid Company Charcoal briquettes bound with an organic binder and a water-swellable clay and method
DE4212452C2 (de) * 1992-04-14 1995-02-09 Sophia Jacoba Gmbh Kaltbrikettierte Kohle
DE19961325C2 (de) * 1999-12-18 2001-11-15 Rheinische Braunkohlenw Ag Grillbrikett zur Zubereitung von Speisen auf offener Glut und Verfahren zu dessen Herstellung
US6709472B1 (en) * 2000-03-10 2004-03-23 Arthur Ferretti Insolubly bound particulate products
US8080069B2 (en) * 2000-06-20 2011-12-20 Guillaume Pourtout Solid fuel and fuel mixture containing same
JP3935332B2 (ja) * 2001-08-30 2007-06-20 株式会社神戸製鋼所 成型炭の製造方法
DE10300295A1 (de) * 2003-01-02 2004-07-15 Bühler AG Verfahren und Anlage zur Reinigung von Getreide
JP2006057082A (ja) * 2004-07-20 2006-03-02 Nippon Steel Corp 炭素分含有成形物の製造方法及び炭素分含有成形物を利用した廃棄物溶融処理方法
US7282071B2 (en) * 2006-01-31 2007-10-16 Lenlo Chem, Inc. Starch as a fuel or fuel component
US7375214B2 (en) * 2005-02-22 2008-05-20 Lenlo Chem, Inc. Hydrophobic starch having near-neutral dry product pH
US20070251143A1 (en) * 2006-04-26 2007-11-01 Slane Energy, Llc Synthetic fuel pellet and methods
CN103060053A (zh) * 2013-01-11 2013-04-24 蔡京鹏 一种煤炭的阻水粘结剂
DE202013002610U1 (de) 2013-03-18 2013-09-20 Reenvision Gmbh I.G. Mischbrennstoffgranulat
TR201802993T4 (tr) 2015-10-16 2018-03-21 Gold&Green Foods Oy Bir tekstüre gıda ürününün ve bir tekstürize gıda ürününün Üretimi için bir yöntem.
GB201613915D0 (en) * 2016-08-15 2016-09-28 Binding Solutions Ltd Briquettes
MX2019011288A (es) * 2017-03-28 2020-07-20 Pelleton Global Renewables Ltd Método para producir aglomerados a partir de un flujo de biomasa.
US11085003B2 (en) 2018-04-11 2021-08-10 Regents Of The University Of Minnesota Fuel compositions based on binders from cutin-containing materials
US11091715B2 (en) 2018-04-11 2021-08-17 Regents Of The University Of Minnesota Fuel compositions based on binders from birch bark
DE102018009389A1 (de) * 2018-11-29 2020-06-04 Ingo Schuppler Gegenstand aus feinkörnigem Material und einem Bindemittel

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR606197A (fr) * 1925-02-13 1926-06-09 Combustible aggloméré et son procédé de fabrication
US1995366A (en) * 1931-07-25 1935-03-26 Snell Foster Dee Method of forming solid fuel briquettes
DE1010950B (de) * 1954-01-23 1957-06-27 Briko Nv Verfahren zur Herstellung von Brennstoffbriketts
FR1271290A (fr) * 1960-08-13 1961-09-08 Procédé de fabrication d'agglomérés combustibles et produits obtenus selon ce procédé
DE1186825B (de) * 1963-10-09 1965-02-11 Bergwerksverband Gmbh Verfahren zur Herstellung von Formkoerpern aus feinkoernigen Stoffen, insbesondere Brennstoffen
US3726652A (en) * 1970-11-20 1973-04-10 Mobil Oil Corp Solid fuel covered with a combustible fibrous composition
DE2062747A1 (de) * 1970-12-19 1972-06-22 Bergwerksverband Gmbh, 4300 Essen Verfahren zur Nachbehandlung von mit wasserlöslichen Bindemitteln hergestellten Formkörpern aus feinstkörnigen Stoffen, insbesondere Brennstoffen
DE2330887A1 (de) * 1973-06-16 1975-01-09 Goldschmidt Ag Th Verwendung von alkyl/aryl-alkoxypolysiloxanen zur impraegnierung
US4260395A (en) * 1979-03-30 1981-04-07 Anderson Timothy J Synthetic fuel composition
DE3136163A1 (de) * 1981-09-12 1983-03-31 Gewerkschaft Sophia-Jacoba Steinkohlenbergwerk, 5142 Hückelhoven "verfahren zum kaltbrikettieren von feinkohle"
ZA834208B (en) * 1982-06-22 1985-01-30 British Petroleum Co Plc Process for the production of agglomerated fuels
DE3314764A1 (de) * 1983-04-23 1984-10-31 Akzo Gmbh, 5600 Wuppertal Brennstoffbriketts
DE3445503A1 (de) * 1984-12-13 1986-06-19 Woellner-Werke GmbH & Co, 6700 Ludwigshafen Verfahren zur herstellung von briketts

Also Published As

Publication number Publication date
EP0324681A1 (fr) 1989-07-19
IE60325B1 (en) 1994-06-29
DE3900644C2 (de) 1998-07-02
DE3900644A1 (de) 1989-07-20
EP0324681B1 (fr) 1991-08-07
PL277133A1 (en) 1989-08-07
KR890011986A (ko) 1989-08-23
ZA89226B (en) 1990-03-28
FR2625749A1 (fr) 1989-07-13
US4981494A (en) 1991-01-01
BE1006156A3 (fr) 1994-05-31
HU210253B (en) 1995-03-28
FR2625749B1 (fr) 1992-03-27
GB8900516D0 (en) 1989-03-08
IT1228211B (it) 1991-06-05
IT8919051A0 (it) 1989-01-10
GB2213830A (en) 1989-08-23
ES2010387A6 (es) 1989-11-01
JPH02110192A (ja) 1990-04-23
HUT50860A (en) 1990-03-28
CH676364A5 (nl) 1991-01-15
GB2213830B (en) 1991-10-23
CN1036223A (zh) 1989-10-11
PL157457B1 (pl) 1992-05-29
IE890053L (en) 1989-07-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8900046A (nl) Watervast brandstofagglomeraat, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en bij deze werkwijze gebruikt preparaat.
US4642196A (en) Method for controlling dust and spontaneous combustion in the drying, handling, transporting and storing of coal
Lynam et al. Hydrothermal carbonization of various lignocellulosic biomass
Novak et al. Compositional and thermal evaluation of lignocellulosic and poultry litter chars via high and low temperature pyrolysis: high and low temperature pyrolyzed biochars
US5916826A (en) Pelletizing and briquetting of coal fines using binders produced by liquefaction of biomass
DE69304052T2 (de) Binderzusammensetzungen für glasfasern, verfahren zur bindung von glasfasern und glasfaserzusammensetzungen
US5421838A (en) Binding composition for the preparation of a novel agglomerate based on finely divided materials, process using the said composition and thus obtained agglomerate
US4357145A (en) Carbonaceous pellets and method of making
Ronsse Biochar production
US5298040A (en) Process for the preparation of a water-resistant fuel agglomerate
US4618347A (en) Fuel briquettes and their preparation
RU2130047C1 (ru) Топливный брикет и способ его получения
NL9001305A (nl) Werkwijze ter vervaardiging van een waterbestendig brandbaar agglomeraat.
US4802890A (en) Agglomeration of coal fines
Trinh et al. Flash pyrolysis properties of algae and lignin residue
NL193405C (nl) Werkwijze voor de bereiding van een organisch middel ter verbetering van de grond.
EP0270253A2 (en) Briquette treatment process
RU2059690C1 (ru) Способ получения угольных брикетов
Stamm Chemical utilization of wood: Utilization of wood waste and bark
Ricciardi Wallboard-By a Dry Process Without the Use of Resins
PL194232B1 (pl) Sposób klejenia materiałów sypkich w brykiety systemem klejącym złożonym z utwardzacza-utleniacza
PL186353B1 (pl) Sposób wytwarzania lepiszcza, zwłaszcza do kompaktowania materiałów drobnoziarnistych i pylistych

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed