NL8803225A

NL8803225A - Warenhuis, nokprofiel en roedekoppeling daarvoor.

Info

Publication number: NL8803225A
Application number: NL8803225A
Authority: NL
Original assignee: Bom P L J Beheer Bv
Priority date: 1988-12-30
Filing date: 1988-12-30
Publication date: 1990-04-02
Also published as: DE68900931D1; EP0369508A2; EP0369508B2; EP0369508A3; EP0369508B1

Description

WARENHUIS, NOKPROPIEL EN ROEDEKOPPELING DAARVOOR

De uitvinding betreft op de eerste plaats een warenhuis omvattende ten minste één nokprofiel en daaraan middels ten minste één roedekoppeling verbonden roeden.

Teneinde de roeden met het nokprofiel te veranke-' ren, heeft het bekende nokprofiel onder de roeden een anker-kamer, waarin een kop van een hamerbout grijpt, die middels een ankerklemplaat op de onderzijde van de roeden verankerend aangrijpt.

De uitvinding heeft ten doel de schaduw van het nokprofiel te verminderen. Daartoe heeft het warenhuis volgens de uitvinding het kenmerk, dat de onderzijde van het nokprofiel zich op hoger niveau bevindt dan de naar het nokprofiel toegekeerde onderranden van de roedeprofielen.

De uitvinding verschaft het inzicht dat de verankering van de roeden aan het nokprofiel op allerlei wijzen mogelijk is ingeval het nokprofiel zich minder ver naar beneden uitstrekt, dat de schaduwwerking van het nokprofiel met de reductie van zijn hoogte gereduceerd wordt, dat de productiekosten van het nokprofiel met de reductie van zijn hoogte gereduceerd worden en dat bij het geringere materiaalverbruik aan het nokprofiel weliswaar de sterkte ervan afneemt, maar dat zo een nokprofiel met geringe buigingsweerstand toch goed toepasbaar is, omdat het dak in hoofdzaak door de goten wordt gedragen, die daartoe op eenvoudige wijze met een flink draagvermogen stevig te construeren zijn.

De uitvinding betreft en verschaft tevens een nokprofiel volgens conclusie 7 en een roedekoppeling volgens conclusie 8. Voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding zijn aangeduid in de andere conclusies en zijn in de hiernavolgende beschrijving beschreven onder verwijzing naar tekeningen, waarin diverse varianten zijn aangeduid. In de tekening stellen schematisch voor:

Fig. 1 een doorsnede door een fractie van een warenhuis volgens de uitvinding;

Fig. 2 op grotere schaal detail II van figuur 1;

Pig. 3 op grotere schaal een doorsnede over lijn III-III van figuur 1;

Pig. 4-7 elk telkens een andere variant van een roedekoppeling volgens de uitvinding; en 5 Fig. 8 een doorsnede over lijn VIII-VIII van fi guur 7.

Een warenhuis 1 omvat niet getekende kolommen en spanten die op stevige wijze goten 2 ondersteunen die vanwege hun vorm in het algemeen een flink draagvermogen hebben, in ï het bijzonder wanneer zij kokervormig zijn uitgevoerd. De goten 2 zijn op niet getekende wijze stevig verbonden met de spanten en/of de kolommen.

Het dak 3 tussen twee goten 2 bestaat in hoofdzaak uit een nokprofiel 4, bij voorkeur van geëxtrudeerd alumi-i nium; roeden 5, bij voorkeur van geëxtrudeerd aluminium en dakpanelen 6, bijvoorbeeld glasplaten of platen van licht doorlatende kunststof.

Het nokprofiel 4 omvat: een scharnierkop 7, waaraan niet getekende dakramen scharnierbaar kunnen aangrijpen; een vertikaal lijf 8; schuin neerwaarts met het lijf 8 verbonden bovenflenzen 9 en onderflenzen 10, waartussen dakpanelen 6 worden opgenomen; en een aan de onderzijde aangebracht verankerings-stuk 11, in figuur 1 en 2 bestaande uit L-vormige profiel-stukken 12 die tezamen met de onderflenzen 10 een ankerkamer 13 begrenzen, waarin een boutkop 14 van een schroefbout 15 is opgenomen.

Per roedekoppeling 16 is er een koppelelement 17 aanwezig, waar de bout 15 centraal doorheen steekt, en dat twee tanden 18 heeft, die door insnijdingen 19 aangrijpen in kokervormige roeden 5. Het roedeprofiel van een roede 5 is in figuur 3 getoond. Het koppelelement 17 klemt met zijn plaatlichaam 20 tegen de onderzijde van de beide roeden 5. Het koppelelement 17 heeft twee opstaande ruggen 21, waar de roeden 5 tegenaan steunen. Aldus fungeert het koppelelement 17 als aanslagele-ment. De roeden 5 hebben elk een insnijding 23 voor het erin opnemen van de flenzen 9 en 10. Verder steunt elke roede 5 tegen het lijf 8, tegen de onderzijde van de onderflenzen 10 en tegen de L-vormige profielstukken 12. Door aanhalen van de moer 24 wordt er een de roeden 5 stevig aan het nokprofiel 4 en aan elkaar verankerende roedekoppeling 16 gerealiseerd, waarbij de onderzijde 26 van het nokprofiel 4 zich op hoger niveau 27 bevindt dan het niveau 30 van de naar het nokprofiel 4 toegekeerde onderrand 28 van de roedeprofielen 29. Het niveauverschil 31 tussen de genoemde niveaux 27 en 30 wordt door de lengte van de bout 15 overbrugd. Met andere woorden, de onderzijde 26 van het nokprofiel 4 bevindt zich op kleinere afstand 34 van de oplegflenzen 10 dan het hoogteverschil 35 tussen het dakpaneeloplegvlak 36 en de onderzijde 37 van de roede 5 (Fig. 3).

Bij de variant volgens de uitvinding van figuur 4 heeft het nokprofiel 44 een ten opzichte van het nokprofiel 4 wat lager geplaatst verankeringsstuk 52 en een wat kortere bout 55. Voor het óverige is deze koppeling 56 identiek.

De variant volgens de uitvinding van figuur 5 heeft hetzelfde nokprofiel 44 als dat van figuur 4. In dit voorbeeld is een korte bout 75 toegepast, terwijl het roedepro-fiel een onderrand 76 heeft die zich op enige afstand van de bout 75 bevindt. Het koppelelement 77 is wat breder dan of praktisch even breed als het roedeprofiel 29 van de roeden 5, zodat tanden 78 in uitsparingen 79 van de vertikale flenzen van de roeden 5 grijpen, terwijl smallere en hogere tanden 80 in breedterichting passend binnen tussen deze flenzen steken. De roeden 5 zijn naast het koppelstuk 77 wat weggesneden. Typerend voor onderhavige uitvinding is in deze figuur dat de onderzijde 26 van het nokprofiel 44 zich op hoger niveau bevindt dan de onderrand 76 van het roedeprofiel 29 of zelfs hoger dan de denkbeeldige onderrand 81 van het met streeplijnen doorgetrokken denkbeeldige roedeprofieleinde 82. In figuur 6 heeft een nokprofiel 94 als onderstuk een horizontale flens 95. Voor het overige komt nokprofiel 94 overeen met nokprofiel 4.

De roeden 5 hebben insnijdingen 93 voor het opnemen van flenzen 9, 10 en 95 en stuiten onder het nokprofiel 94 tegen elkaar aan. De koppelmiddelen bestaan uit een klem 96 met twee klembekken 97 die door een opening 98 van de onderflenzen 99 > van de roeden 5 steken en boven over de flenzen 95 heen op het nokprofiel 94 aangrijpen. De klembekken 97 scharnieren om een as 100 en worden gespannen middels een schroefbout 101 die in een schroefgat 102 van de ene klembek 97 is opgenomen en tegen de andere klembek 97steunt. De klembekken 97 sluiten I de beide roeden 5 op en klemmen deze goed verankerend aan het nokprofiel 94 vast.

Het nokprofiel 204 van figuur 7 heeft onder de onderflens 210 die de oplegflens voor een dakpaneel 6 vormt,een daaraan verbonden verankeringsstuk 211 ter begrenzing van een ankerkamer 213. De beide roeden 5 met een kokervormig profiel zijn onderling verbonden middels een koppelelement 250, waarvan het middenstuk 251 opgenomen is in een klemstuk 220, dat met twee bouten 215 met moeren 224 die op flenzen 260 aangrijpen, geklemd is aan het nokprofiel 204, terwijl de houtkoppen 214 zich als hamerkoppen in de ankerkamer 213 bevinden. Bij deze klemwerking deformeert het klemstuk 220 de onderzijde 226 van het roedeprofiel volgens een instulping 261 die terechtkomt in een holte 262 van een uitsteeksel 263 van het koppelelement 250, welk uitsteeksel in de kokervormige roede 5 is gestoken.

Op deze manier wordt een stevige roedekoppeling 216 gerealiseerd, terwijl wederom zoals bij de andere uitvoeringsvarian-ten de onderzijde van het nokprofiel 204 laag is en weinig schaduw veroorzaakt.

Claims

1. Warenhuis (1), omvattende ten minste één nokpro-fiel (4) en daaraan middels ten minste één roedekoppeling (16) verbonden roeden (5) met het kenmerk, dat de onderzijde (26) van het nokprofiel (4) zich op hoger niveau (27) bevindt dan de naar het nokprofiel (4) toegekeerde onderranden (28) van de roedeprofielen (29).

2. Warenhuis (1) volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de roedekoppeling (16) een bevestigingsbout (15) heeft, die het niveauverschil 31 tussen de onderranden 28 van de roedeprofielen 29 en een zich op hoger niveau bevindend verankeringsstuk 12 van het nokprofiel 4 overbrugt.

3. Warenhuis (1) volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat flenzen (10) van het nokprofiel (4) die dakpane-len (6) dragen, ten minste één daaronder aanwezige ankerkamer (13) begrenzen.

4. Warenhuis (1) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat ten minste één roedekoppeling (16) voorzien is van een koppelelement (17) dat als aanslag-element tussen twee roeden (5) is opgenomen.

5. Warenhuis (1) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een door een boutverbinding vastgeklemd koppelelement (17) verankerend aangrijpt op een paar roeden (5).

6. Warenhuis (1) volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een koppelelement (17) dat een paar roeden (5) onderling verbindt middels een klemstuk (20) en ten minste één boutverbinding (15, 24) aan het nokprofiel (4) is vastgeklemd.

7. Nokprofiel (4) omvattende flenzen (10) voor oplegging van dakpanelen (6) en omvattende aan zijn onderzijde een ankerstuk (12) voor verankerende bevestiging van roeden (5) met het kenmerk, dat de onderzijde (26) van het nokprofiel (4) zich op een kleinere afstand (34) van de oplegflen- zen bevindt dan het hoogteverschil (35) tussen het dakpaneel-oplegvlak (36) en de onderzijde (37) van het roedeprofiel (5).

8. Roedekoppeling (16) voor het koppelen van roeden (5) aan een nokprofiel (4) van een warenhuis (1), gekenmerkt door ankeraangrijpmiddelen (12) voor het op hoog niveau (27) ten opzichte van de onderrand (28) van een roedeprofiel (29) aangrijpen van het ankerstuk (12) van een nokprofiel (4) en door verbindingsmiddelen (15) die het niveauverschil (31) tussen het hoge ankeraangrijpniveau (27) tot het lage niveau (30) van de onderrand (28) van het roedeprofiel (29) overbruggen.