NL8801339A - Werkwijze voor het plaatsen van een continu geextrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het plaatsen van een continu geextrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL8801339A
NL8801339A NL8801339A NL8801339A NL8801339A NL 8801339 A NL8801339 A NL 8801339A NL 8801339 A NL8801339 A NL 8801339A NL 8801339 A NL8801339 A NL 8801339A NL 8801339 A NL8801339 A NL 8801339A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
belt
speed
formation
movement
Prior art date
Application number
NL8801339A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gram Brdr As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gram Brdr As filed Critical Gram Brdr As
Publication of NL8801339A publication Critical patent/NL8801339A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G7/00Other apparatus or process specially adapted for the chocolate or confectionery industry
    • A23G7/02Cooling or drying apparatus
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G3/00Sweetmeats; Confectionery; Marzipan; Coated or filled products
    • A23G3/02Apparatus specially adapted for manufacture or treatment of sweetmeats or confectionery; Accessories therefor
    • A23G3/0236Shaping of liquid, paste, powder; Manufacture of moulded articles, e.g. modelling, moulding, calendering
    • A23G3/0242Apparatus in which the material is shaped at least partially by a die; Extrusion of cross-sections or plates, optionally the associated cutting device
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A23FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
    • A23GCOCOA; COCOA PRODUCTS, e.g. CHOCOLATE; SUBSTITUTES FOR COCOA OR COCOA PRODUCTS; CONFECTIONERY; CHEWING GUM; ICE-CREAM; PREPARATION THEREOF
    • A23G9/00Frozen sweets, e.g. ice confectionery, ice-cream; Mixtures therefor
    • A23G9/04Production of frozen sweets, e.g. ice-cream
    • A23G9/22Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups
    • A23G9/28Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for portioning or dispensing
    • A23G9/281Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for portioning or dispensing at the discharge end of freezing chambers
    • A23G9/285Details, component parts or accessories of apparatus insofar as not peculiar to a single one of the preceding groups for portioning or dispensing at the discharge end of freezing chambers for extruding strips, cutting blocks and manipulating cut blocks
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/465Cutting motion of tool has component in direction of moving work
    • Y10T83/4653With means to initiate intermittent tool action

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Confectionery (AREA)
  • Control And Other Processes For Unpacking Of Materials (AREA)
  • Feeding Of Articles To Conveyors (AREA)
  • Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Description

* NL 34.094-Vo/bs r
Werkwijze voor het plaatsen van een continu geëxtrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het plaatsen van een continu geëxtrudeerde formatie, in het bijzonder een consumptie-ijsformatie, op een continu aangedreven door een ondersteuning ondersteunde 5 transporteur, in het bijzonder een transporteur voor een installatie voor het bevriezen van consumptie-ijs.
Er zijn werkwijzen van de in het voorgaande genoemde soort bekend, met behulp waarvan de continu geëxtrudeerde formatie continu op de continu aangedreven transpor-10 teur wordt geplaatst. Door middel van een dergelijke werkwijze is het raogelijk om formaties te extruderen die een voordelig en interessant uiterlijk bezitten. Het mondstuk, door welke de formatie wordt geëxtrudeerd, kan bijvoorbeeld worden verzwenkt ten einde de extrusierichting te veranderen, 15 waardoor de formatie kan worden geplaatst in een de verkoop bevorderend patroon. Bovendien kunnen twee of een aantal extrusiemondstukken worden toegepast, waarbij bijvoorbeeld consumptie-ijs met diverse kleuren kan worden geëxtrudeerd terwijl wanneer in het voorgaande genoemde bewegingen van de 20 mondstukken gelijktijdig worden aangevoerd "interessante" vormen kunnen worden verkregen. Bovendien kan hetzelfde effekt worden verkregen indien de snelheid, waarmee de formatie wordt geëxtrudeerd, groter is dan de snelheid dan de transporteur, op welke de formatie wordt geëxtrudeerd, 25 omdat de geëxtrudeerde strengen daarbij een gekruld of hobbelig uiterlijk verkrijgen.
Volgens de bekende werkwijze wordt de formatie als vermeld continu geëxtrudeerd op de continu aangedreven transporteur. Echter, een dergelijk continu plaatsen vereist dat 30 het oppervlak, bijvoorbeeld de transporteur, waarop de extru-sie wordt uitgevoerd, ononderbroken is of ten minste is samengesteld uit bijvoorbeeld lamellen met zeer kleine tussenruimten, aangezien het geëxtrudeerde materiaal, bijvoorbeeld consumptie-ijs, anders de neiging bezit door de 35 transporteur heen te dringen, ook indien het consumptie-ijs * 8801339 * -2 - * in zekere mate is voorgevroren. Het is echter niet altijd handig om een transporteur toe te passen, aangezien in een dergelijk geval het part van de transporteur dat de formatie opneemt in het algemeen rechtlijning moet worden voortbe-5 wogen. Onder dergelijke omstandigheden is het echter noodzakelijk om een vriesinstallatie of een corresponderende be-handelingsinrichting toe te passen die verhoudingsgewijs lang is, bijvoorbeeld een vriestunnel, omdat de transporteur bijvoorbeeld geen schroeflijnvormig gevormde bewegingen in de 10 vriesinstallatie kan uitvoeren.
Derhalve bestaat de behoefte aan een geschikte werkwijze voor het plaatsen van formaties van de aangeduide soort op discontinue transporteurs of de zogenaamde "schotel-transporteurs", bijvoorbeeld transporteurs waarvan het trans-15 portoppervlak bestaat uit elkaar opvolgende schotels, aange-· zien een dergelijke transporteur het vermogen bezit om te worden bewogen langs bijvoorbeeld een schroeflijnvormig gevormde baan of langs parten, die worden begrensd door een schroeflijnvormig gevormde en, van bovenaf gezien, half 20 cirkelvormige baan, die zich voortzet in een verder recht part om vervolgens opnieuw als genoemd te worden voortbewogen. Door toepassing van een dergelijk transporteur kan de in het geding zijnde installatie voor het behandelen van de formatie ruimtebesparend zijn opgezet aangezien deze verhou-25 dingsgewijs kort kan zijn, maar wel met een toegenomen breedte en hoogte.
Derhalve beoogt de onderhavige uitvinding een werkwijze van de in het voorgaande genoemde soort te verschaffen, die het discontinu plaatsen van de formatie op de 30 transporteur toestaat, in het bijzonder op een zodanige wijze dat het plaatsen kan worden onderbroken op die posities, alwaar ’’spleten" aanwezig zijn tussen de schotels. De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding kan echter eveneens worden toegepast in alle andere gevallen waarbij een 35 discontinue plaatsing van de formatie op de transporteur van de installatie vereist is, namelijk op een zodanige wijze dat de in het geding zijnde formaties in lengtes worden geplaatst die geschikt zijn op een zodanige wijze te worden verkocht dat een later afbreken van een continu geplaatse 40 formatie wordt verhinderd.
.8801339 -3 -
De werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt door de volgende bewerkingen: a) het op het bovenste part van een eindloze plaatsingsband 5 extruderen van de formatie, b) het aandrijven van het bovenste part van de plaatsingsband door middel van een aandrijforgaan met een constante snelheid die kleiner is dan de snelheid van de transporteur, c) het aandrijven van de plaatsingsband rond een eind-10 omkeerorgaan, dat boven de transporteur is geplaatst, d) het bewegen van het eind-omkeerorgaan ten opzichte van het aandrijforgaan voor de plaatsingsband in dezelfde richting als de bewegingsrichting van de transporteur en met een snelheid, die ten minste gelijk is aan de snelheid, met welke 15 de plaatsingsband wordt aangedreven door middel van diens aandrij forgaan, e) het omkeren van de beweging van het eind-omkeerorgaan ten opzichte van het aandrijforgaan van de plaatsingsband en het op de transporteur plaatsen van een gedeelte van de formatie, 20 f) het stoppen van de beweging van het eind-omkeerorgaan ten opzichte van het aandrijforgaan van de plaatsingsband en het verbreken van de formatie ter plaatse van het eind-omkeerorgaan, en g) het bewegen van het eind-omkeerorgaan ten opzichte van 25 het aandrijforgaan van de plaatsingsband als genoemd onder d) en het herhalen van de bewerkingen genoemd onder e), f), g) en d) in de zonet genoemde volgorde.
Door middel van deze werkwijze wordt bereikt dat 30 de formatie gedeelte voor gedeelte op de transporteur wordt geplaatst. Tijdens de beweging van het eind-omkeerorgaan in de richting van de transporteur en met de genoemde snelheid zal de op de plaatsingsband geplaatste formatie op de plaatsingsband blijven. Wanneer de beweging van het eind-omkeer-35 orgaan vervolgens wordt omgekeerd, hetgeen bijvoorbeeld kan worden uitgevoerd nadat "de spleet" tussen twee schotels het eind-omkeerorgaan heeft gepasseerd vindt het plaatsen op de transporteur plaats, hetgeen opnieuw kan stoppen wanneer deze beweging van het eind-omkeerorgaan stopt en het afbreken 40 wordt uitgevoerd, hetgeen in het bovengenoemde geval plaats- .8801339 * -4 - * vindt voordat "een spleet" tussen twee schotels het eind-omkeerorgaan passeert. Echter, het plaatsen kan ook worden voortgezet nadat een dergelijke beweging van het eind-omkeerorgaan is gestopt en doordat het afbreken wordt uit-5 gevoerd, waarbij het plaatsen plaats zal vinden terwijl het eind-omkeerorgaan stilstaat. Tijdens de daarop volgende beweging van het eind-omkeerorgaan in de bewegingsrichting van de transporteur zal het eind-omkeerorgaan, zoals genoemd bewegen met een lagere snelheid dan de transportsnelheid van 10 de transporteur, en tijdens deze beweging heeft de betreffende "spleet" de mogelijkheid om het eind-omkeerorgaan in te halen, waarna het plaatsen opnieuw start. Op deze wijze wordt bereikt dat de formatie continu op de plaatsingsband kan worden geëxtrudeerd, maar dat desondanks de geëxtru-15 deerde formatie als gewenst in lengte op de transporteur kan worden geplaatst.
Er wordt gewezen op het feit, dat wanneer overeenkomstig f), als genoemd in het voorgaande, wordt aangeduid, dat de beweging van het eind-omkeerorgaan wordt gestopt, dit 20 slechts hoeft te betekenen dat de bewegingsrichting van het eind-omkeerorgaan wordt omgekeerd gedurende welke omkering een zeer kortstondig stoppen van het eind-omkeerorgaan zal plaatsvinden hetgeen echter voldoende is voor het afbreken van de betreffende formatie en voor het plaatsen van het 25 afgesneden einde op de transporteur. Bovendien wordt opge-. merkt dat het natuurlijk tevens mogelijk is om de werkwijze toe te passen voor het plaatsen van formaties in gedeelten op transporteurs wanneer deze transporteurs geen schotel-transporteurs omvatten, namelijk indien het vereist is dat 30 de formatie wordt verdeeld in lengtes die nodig zijn voor de behandeling, bijvoorbeeld het bevriezen.
Overeenkomstig de onderhavige uitvinding geniet het echter de voorkeur, dat het afbreken wordt uitgevoerd onmiddellijk nadat het eind-omkeerorgaan zijn beweging in een 35 richting tegengesteld aan de bewegingsrichting van de transporteur heeft beëindigd, en dat het eind-omkeerorgaan onmiddellijk na het afbreken wordt bewogen in de bewegingsrichting van de transporteur. Hierdoor wordt namelijk bereikt dat het daarop volgende formatiegedeelte gelijkmatig op de 40 transporteur wordt geplaatst. Tijdens de plaatsbeweging zal .8801339 «- -5 - het geplaatste formatiegedeelte uniform worden uitgerekt en een dergelijke uitrekking kan corresponderen met de plaat-singstijd, dat wil zeggen de tijd die het eind-omkeerorgaan nodig heeft om de genoemde omkeerbeweging uit te voeren ver-5 menigvuldigd met het verschil tussen de snelheid van de transporteur en de snelheid van de plaatsingsband. Bovendien kan een dergelijk uitrekking zeer klein worden gemaakt indien het terugtrekken of omkeerbeweging van het eind-omkeerorgaan wordt uitgevoerd met een snelheid, die hoog is vergeleken met 10 de snelheid van de transporteur en de snelheid van de plaatsingsband.
Uit de in het voorgaande gegeven uitleg blijkt, dat de snelheid waarmee het uiteinde van een zonet afgesneden formatiegedeelte zal bewegen correspondeert met de snelheid 15 van de transporteur en dat de snelheid waarmee het uiteinde van de formatie, dat is gelegen op de plaatsingsband zal bewegen gelijk is aan het verschil tussen de snelheid van de transporteur en de snelheid van het plaatsingsband. Wanneer dit verschil groot is zal het achterste uiteinde van een 20 zonet afgesneden formatiegedeelte snel wegbewegen van het uiteinde van de op de plaatsingsband gelegen formatie, en wanneer een opnieuw afgesneden formatiegedeelte wordt geplaatst is de afstand tussen een dergelijk gedeelte en het daarvoor geplaatste formatiegedeelte verhoudingsgewijs groot.
25 Dit kan resulteren in een oneconomisch gebruik van de transporteur. Teneinde een snel ten opzichte van elkaar verwijderen van de tijdens het verbreken gevormde snijvlakken te verkrijgen zonder toepassing van een verhoudingsgewijs groot verschil tussen de snelheid van de transporteur en de snel-30 heid van de plaatsingsband kan een uitvoeringsvorm van de werkwijze worden toegepast, welke is gekenmerkt door het verhoudingsgewijs snel in de richting tegengesteld aan de bewegingsrichting van de transporteur en ten opzichte van de ondersteuning van de transporteur bewegen van de plaatsings-35 band, het aandrijforgaan daarvan en het eind-omkeerorgaan na het verbreken overeenkomstig f) over een afstand, die voldoende is om de door het verbreken gevormde snijvlakken te scheiden, waarna deze delen van de inrichting over dezelfde afstand in de bewegingsrichting van de transporteur worden 40 bewogen ten opzichte van de ondersteuning, maar verhoudings- .0801339 » -6 - gewijs langzamer tijdens de bewerking genoemd onder d). Zoals in het voorgaande is genoemd wordt hierdoor een snelle scheiding van de snijvlakken verkregen ten gevolge van het op elkaar plaatsen van de verhoudingsgewijs snelle beweging 5 die vervolgens opnieuw wordt gecompenseerd, namelijk tijdens de daarop volgende beweging van het eind-omkeerorgaan in de bewegingsrichting van de transporteur en, derhalve, terwijl geen plaatsing wordt uitgevoerd.
Ten einde de specifieke plaatsingsvormen te ver-10 krijgen, die in het voorgaande zijn aangeduid, is het overeenkomstig de uitvinding mogelijk, dat het materiaal, waaruit de formatie wordt gevormd, wordt geëxtrudeerd met een hogere snelheid dan de snelheid van de plaatsingsband en/of dat het materiaal wordt geëxtrudeerd in een richting die varieert 15 tijdens de extrusie en/of dat gelijktijdig verschillende materialen worden geëxtrudeerd door een aantal extrusiemond-stukken.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het plaatsen van een continu geëxtrudeerde 20 formatie, in het bijzonder een consumptieijsformatie, op een continu aangedreven door een ondersteuning ondersteunde transporteur, in het bijzonder een transporteur voor een installatie voor het bevriezen van consumptie-ijs, welke inrichting een frame omvat dat aanbrengbaar is op de onder-25 steuning en dat ten minste éên mondstuk voor het extruderen van de formatie bezit.
Overeenkomstig de onderhavige uitvinding bezit de inrichting het kenmerk, dat dat het frame een eindloze plaatsingsband ondersteunt die een bovenste part bezit boven welke 30 het mondstuk is aangebracht, welke plaatsingsband is verbonden met een aandrijforgaan voor het aandrijven van de plaatsingsband met een snelheid, die lager is dan de snelheid van de transporteur, welke plaatsingsband een eind-omkeer-orgaan omvat dat boven de transporteur is aangebracht en is 35 verbonden met organen voor het bewegen van het eind-omkeerorgaan langs de transporteur en in dezelfde richting als de transporteur alsmede met een snelheid, die ten minste gelijk is aan de snelheid met welke de plaatsingsband wordt aangedreven door middel van diens aandrijforgaan en naar een 40 eerste positie en voor het bewegen van het eind-omkeerorgaan * 880133 9 ♦ -7 - langs de transporteur en in de tegenovergestelde richting naar een tweede positie, welke inrichting bovendien middelen bezit voor het verbreken van de formatie ter plaatse van de tweede positie van het eind-omkeerorgaan.
5 Ten einde de in het voorgaande genoemde snelle onderlinge verwijdering van de tijdens het verbreken gevormde snijvlakken te verkrijgen bezit de inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding het kenmerk, dat het frame met het mondstuk, de plaatsingsband, het aandrijforgaan voor de 10 plaatsingsband alsmede de organen voor het bewegen van het eind-omkeerorgaan worden ondersteund door de ondersteuning door middel van een slede, waarbij middelen zijn aangebracht tussen de slede en de ondersteuning voor het bewegen van de slede tegengesteld aan en in de bewegingsrichting van de 15 transporteur, welke middelen op zodanige wijze met het bewe-gingsorgaan van het eind-omkeerorgaan zijn gesynchroniseerd dat de slede tegengesteld aan de bewegingsrichting van de transporteur wordt bewogen, wanneer het eind-omkeerorgaan zich in zijn tweede positie bevindt.
20 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:
Fig. 1 een uitvoeringsvorm van een vriesinstallatie toont met een uitvoeringsvorm van de plaatsinrichting volgens 25 de uitvinding;
Fig. 2 schematisch en in perspectief een uitvoeringsvorm van de plaatsinrichting volgens de uitvinding toont, en
Fig. 3 de uitvoeringsvorm van de plaatsinrichting, 30 welke in fig. 2 is getoond weergeeft, welke op een specifieke wijze op de in fig. 1 getoonde installatie is aangebracht.
De in fig. 1 getoonde installatie omvat een ingangsstation A en een vriesstation B. De te bevriezen ar-35 tikelen worden ter plaatse van het ingangsstation A op een transporteur 1 geplaatst, die overeenkomstig de getoonde uitvoeringsvorm de vorm van een schoteltransporteur bezit, dat wil zeggen met schotels die los ten opzichte van elkaar zijn en zodanig met een ketting zijn verbonden dat de betref-40 fende transporteur in bochten kan worden bewogen. Dergelijke i8801339 -8 - bochten zijn aangegeven in het vriesstation B. Wanneer het ingaande part van de transporteur 1 het vriesstation B binnenbeweegt beweegt het part langs een eerste ovale, schroeflijnvormig gevormde baan langs welke het part afwis-5 selend langs rechte banen en ronde eind-omkeerbanen beweegt, zodat de transporteur omhoog wordt bewogen. Wanneer de transporteur de bovenste winding in de eerste ovale schroeflijnvormige baan heeft bereikt beweegt deze naar de andere baan, waarna de transporteur omlaag wordt bewogen voor het verlaten 10 van het vriesstation via een daarin gevormde uitgang, waarna de transporteur een aandrijfwiel 2 passeert, dat wordt aangedreven door een aandrijfeenheid 3, waarna de transporteur op weg naar het vriesstation B onder een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding passeert, welke in zijn al-15 gemeenheid is aangeduid met het cijfer 4, en die slechts symbolisch in de vorm van een doos is weergegeven. De inrichting 4 wordt ondersteund door middel van een frame 5 dat wordt ondersteund door een ondersteuning 6, die eveneens dient als bevestiging voor de aandrijfeenheid 3.
20 In fig. 2 is de plaatsinrichting schematisch en in perspectief weergegeven waarbij slechts de voor het begrip van de onderhavige uitvinding noodzakelijke delen zijn getoond. De inrichting omvat een eindloze plaatsingsband 8 die door middel van een aandrijforgaan in de vorm van een 25 aandrijfrol wordt aangedreven. De rol wordt aangedreven door middel van een riem 10, die via een hoekoverbrenging 11 en een variabele overbrenging 12 wordt aangedreven door een motor 13. De eindloze band 8 wordt langs een groot vlak vlak over een schuifplaat 15 geleid, die door middel van een be-30 wegingsorgaan 16 in de vorm van een cilinder kan worden verschoven ten opzichte van het frame 5, dat in fig. 2 niet is getoond maar dat de eindloze plaatsingsband met de corresponderende aandrijfopstelling ondersteunt. Door middel van de cilinder 16 kan de schuifplaat 15 heen en weer worden be-35 wogen in zijn lengterichting, die zich in het algemeen evenwijdig aan de transportrichting van de transporteur 1 uitstrekt. De transportrichting van de transporteur 1 is in fig. 1 aangeduid door middel van een pijl 17. Dienovereenkomstig strekt de band 8 zich uit tussen twee eind-omkeer-40 organen 18 en 19, namelijk corresponderend met de voorrand .8801339 t I? -9 - respectievelijk achterrand van de schuifplaat 15. Deze eind-omkeerorganen zijn in fig. 2 schematisch aangeduid, maar het is duidelijk dat tussen de aangeduide randen van de schuifplaat 15 en de plaatsingsband rollen kunnen worden aan-5 gebracht ten einde de passage van de band rond de betreffende eindranden te vereenvoudigen.
Het aandrijforgaan 9 drijft de plaatsingsband 8 aan met een door middel van pijl 20 aangeduide constante snelheid, en deze constante snelheid is kleiner dan de snel-10 heid waarmee de transporteur 1 wordt aangedreven. De schuifplaat 15 is verschuifbaar ondersteund ten opzichte van het aandrijforgaan voor de plaatsingsband 15 door middel van twee paren geleidingsbanen 22, 22 respectievelijk 23, 23, waarbij de schuifplaat 15 een paar zijplaten 24, 25 bezit, 15 die elk twee rollen 26, 27 omvatten die door middel van de paren geleidingsbanen worden geleid. Tussen de zijdelen 24 en 25 is bovendien een paar geleidingsrollen 29 en 30 aangebracht, die zorgen voor de noodzakelijke lus van de plaatsingsband 8 rond de aandrijfrol 9, en die gelijktijdig de 20 plaatsingsband op zodanige wijze geleiden dat deze dicht bij het bovenvlak van de schuifplaat 15 zal bewegen, hetgeen tevens het geval zal zijn langs het ondervlak van de plaat.
Nabij het eind-omkeerorgaan 18 draagt de schuifplaat 15 een afbreekorgaan 32 in de vorm van een omgekeerd 25 U-vormige boog 33, waarvan het dwarsgedeelte een bewegings-orgaan in de vorm van een luchtcilinder 34 draagt. De zuiger-stang van de luchtcilinder 34 strekt zich benedenwaarts uit en draagt een verdere omgekeerd U-vormige boog 35 tussen de benen waarvan een snijdraad 36 is aangebracht.
30 Bovendien draagt het (in fig. 2 niet-getoonde) frame 5 een extrusiemondstuk 38 dat op de volgende wijze in het betreffende frame is opgehangen:
Een luchtcilinder 40 wordt toegepast, waarbij het 35 mondstuk 38 rond een zwenkpunt 41 in de X-richting, welke is aangeduid in fig. 2, kan worden bewogen; een luchtcilinder 42 is toegepast door welke het mondstuk 38 in Y-richting rond een zwenkpunt 43 kan worden bewogen, terwijl een luchtcilinder 44 is toegepast door middel waarvan het mondstuk 38 in 40 de aangeduide Z-richting kan worden bewogen. Het mondstuk 38 . 8801 339 4 -10- i en de corresponderende extrusie-buis 46 worden door middel van een niet-getoond voedingssysteem gevoed met het te extruderen materiaal, bijvoorbeeld consumptie-ijs. Tijdens de werking van inrichting wordt een formatie 47 op het boven-5 ste part van de plaatsingsband 8 door middel van het mondstuk 38 aangebracht en een dergelijke formatie kan de meest uiteenlopende vormen aannemen, namelijk door het bewegen van het mondstuk 38 in één of een aantal van de aangeduide richtingen. Bovendien kan de vorm van de formatie worden ge-10 wijzigd door het betreffende materiaal met een hogere snelheid dan de bewegingssnelheid 20 van de plaatsingsband 8 te bewegen. Het niet-getoonde voedingssysteem, dat het mondststuk 38 voedt, kan in hetzelfde frame 5 worden opgehangen als de andere delen van de inrichting.
15
De zover toegelichte inrichting werkt op de volgende wijze:
De formatie 47 wordt continu op de band 8 geëxtru-20 deerd terwijl de band wordt bewogen met de constante snelheid 20. Thans wordt aangenomen dat een verbreking juist heeft plaatsgevonden door middel van een vertikale omlaag gerichte en omhoog gerichte beweging van de snijdraad 36 door middel van de luchtcilinder 34. Een dergelijke verbre-25 king wordt uitgevoerd terwijl het eind-omkeerorgaan 18 is geplaatst in zijn achterste stand, dat wil zeggen de stand waarin de schuifplaat 18 zover als mogelijk naar rechts in fig. 2 is getrokken door middel van de zuiger 16. Bovendien wordt het verbreken uitgevoerd onmiddellijk voordat een 30 "spleet" tussen twee van de schotels van de transporteur 1 het eind-omkeerorgaan 18 passeert. Hierbij is een gedeelte van de betreffende formatie op een schotel geplaatst. Vervolgens beweegt de cilinder 16 de schuifplaat 15 en derhalve tevens het eind-omkeerorgaan 18 in fig, 2 naar links, dus in 35 dezelfde richting als de beweging van de transporteur 1, maar met een snelheid, die ten minste gelijk is aan de snelheid 20 van de plaatsingsband 8, welke kleiner is dan de snelheid 17 van de transporteur. Gelijktijdig dient de snelheid, waarmee het eind-omkeerorgaan 18 naar links wordt bewogen, 40 natuurlijk niet hoger te zijn dan de snelheid 17 van de band ,8801339 -11- <c 1, aangezien het eind-omkeerorgaan 18 anders in het juist daarvoor geplaatste gedeelte van de formatie zou worden bewogen. Derhalve wordt tijdens de beweging naar links van het eind-omkeerorgaan 18 dit laatstgenoemde ingehaald door 5 de transporteur 1, en wanneer de volgende "spleet" tussen de schotels het eind-omkeerorgaan 18 heeft gepasseerd wordt dit laatstgenoemde in fig. 2 naar rechts bewogen door middel van de cilinder 16. Hierbij wordt het voorste eindgedeelte van de formatie op de thans onder het eind-omkeerorgaan geplaat-10 ste schotel geplaatst. Het plaatsen zal tenminste voortduren totdat het eind-omkeerorgaan 18 zijn volledig teruggetrokken stand heeft bereikt# maar dan voortduren terwijl het eind-omkeerorgaan stilstaat. Wanneer de vereiste lengte van de formatie is geplaatst, hetgeen het geval kan zijn wanneer het 15 eind-omkeerorgaan zijn volledig teruggetrokken stand heeft bereikt of op een later tijdstip, wordt het verbreekorgaan 32 geactiveerd en wordt de beweging van de schuifplaat opnieuw omgekeerd. Thans zal het zojuist geplaatste formatie-gedeelte met de snelheid 17 van de transporteur 1 voortbe-20 wegen terwijl het eind-omkeerorgaan 18 met de in het voorgaande toegelichte langzamere snelheid zal bewegen welke ten minste gelijk is aan de snelheid van de band 8. Hierbij worden de snijvlakken uit elkaar bewogen met een snelheid, die gelijk is aan het verschil tussen de snelheid van de 25 transporteur 1 en de snelheid van de band 8. Het geniet de voorkeur de inrichting zodanig vorm te geven dat het verbreekorgaan 32 wordt geactiveerd onmiddellijk nadat het eindomkeerorgaan zijn volledig teruggetrokken positie heeft bereikt ten einde op dat moment het eind-omkeerorgaan voor-30 waarts in de richting van de transporteur te bewegen. Hierbij zal het plaatsen slechts plaatsvinden gedurende het terugtrekken van het eind-omkeerorgaan en zal, dienovereenkomstig, het formatiegedeelte gelijkmatig op de transporteur worden geplaatst. Natuurlijk zal het geplaatste gedeelte vergeleken 35 met de toestand van de formatie op de plaatsingsband worden uitgerekt, namelijk ten gevolge van het verschil tussen de snelheid van de transporteur en de snelheid van de plaat-singsband vermenigvuldigd met de tijdsduur van het terugtrekken van het eindomkeerorgaan. Echter, door reduktie van deze 40 tijdsduur, namelijk door het eind-omkeerorgaan snel terug te t8801339 -12- trekken, kan de in het voorgaande genoemde deformatie van het geplaatste formatiegedeelte tot een minimum worden gereduceerd.
Wanneer de betreffende formatie uit consumptie-ijs 5 bestaat moet het verschil in snelheid tussen de transporteur 1 en de plaatsingsband 8 verhoudingsgewijs hoog zijn onmiddellijk na het verbreken ten einde te vermijden, dat de gevormde snijvlakken samensmelten. Dit leidt echter gelijktijdig tot het met verhoudingsgewijs grote onderlinge afstanden 10 op de transporteur plaatsen van de formatiegedeelten. Dit kan resulteren in een slechte benutting van de capaciteit van de transporteur 1.
Derhalve wordt overeenkomstig de onderhavige uitvinding voorgesteld, dat het in het voorgaande toegelichte 15 frame 5, en derhalve tevens de hierdoor gedragen delen, ten opzichte van de ondersteuning 6 wordt ondersteund door een slede 50, zoals aangeduid in fig. 3. Deze slede is, zoals aangeduid door middel van de dubbele pijl 51 in fig. 3, heen en weer beweegbaar, namelijk door middel van het volgende 20 aandrijfmechanisme: een verbindingsarm 52 waarvan êén eind is verbonden met de slede 50, terwijl het andere einde is verbonden met êén van de armen 53 van een tuimelaar, waarvan de andere arm het referentiecijfer 54 bezit. De laatstgenoemde arm werkt samen met een zodanig gevormde nokkenschijf 25 55 dat een rotatie daarvan een zwenkbeweging op de tuimelaar 53, 54 veroorzaakt, welke door middel van de verbindingsarm 52 op de slede 50 wordt overgebracht, waardoor de laatstgenoemde wordt bewogen als aangeduid door middel van de dubbele pijl 51. De nokkenschijf 55 drijft via een koppeling 56 een 30 aandrijfas 57 aan die met een schuin tandwiel aangrijpt op een krans 59 die door middel van een motor 60 wordt aangedreven via een overbrenging 61, een hierdoor aangedreven hoekkast 62 welke op zijn beurt via een as 63 is verbonden met de krans 59. De as 63 dient gelijktijdig voor het aan-35 drijven van het aandrijfwiel 2 van de transporteur, zie fig. 1, aangezien de delen 60, 61, 62 en 63 de aandrijfeenheid 3, zoals in het voorgaande genoemd, omvatten.
In fig. 3 is de transporteur 1 weergegeven in de vorm van een schoteltransporteur, zoals in het voorgaande 40 toegelicht, waarvan de schotels zijn voorzien van referentie- .8801339 $ -13- tiecijfers 65.
Wanneer de inrichting 4 ten opzichte van de ondersteuning 6 door middel van een slede 50 wordt ondersteund werkt deze op de volgende wijze: 5
Onmiddellijk na de werking van het verbreekorgaan 32 beweegt de nokkenschijf 55 de slede 50 door middel van de tuimelaar 53, 54 in fig. 3 (eveneens fig. 2) naar rechts met een verhoudingsgewijs hoge snelheid, waarbij de door het ver-10 breekorgaan gevormde snijvlakken snel van elkaar worden gescheiden. Dientengevolge wordt deze beweging van de nokkenschijf opgeteld bij de beweging van de schuifplaat 15 en derhalve tevens de beweging van de plaatsingsband 20, waarbij de beweging van het omkeerorgaan 18 naar links in fig. 2, 15 zoals in het voorgaande toegelicht en welke plaatsvindt onmiddellijk na het verbreken, wordt gereduceerd of zelfs omgekeerd ten opzichte van de beweging van de transporteur 1.
Wanneer deze verbreekbeweging heeft plaatsgevonden beweegt de nokkenschijf 55 de slede 50 in fig. 3 naar links, en derhalve 20 eveneens naar links in fig. 2, namelijk tijdens de beweging van het omkeerorgaan 18 naar links in fig. 1, zoals in het voorgaande toegelicht, waarbij deze beweging, absoluut gezien, zal toenemen, maar het is duidelijk, dat de door middel van de nokkenschijf 55 toegevoegde beweging geen invloed 25 heeft op de relatieve bewegingen van de door het frame gesteunde delen, dat wil zeggen de beweging van het omkeerorgaan 18 ten opzichte van het aandrijforgaan 19 voor de plaatsingsband en de beweging van de schuifplaat 15 ten opzichte van dit aandrijforgaan.
30
Met betrekking tot de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm zal het duidelijk zijn, dat het voedingssysteem in dit geval hetzij door het frame 5 kan worden ondersteund hetzij op een andere plaats kan zijn aangebracht.
35 In het laatstgenoemde geval moet het mondstuk 38 echter door middel van een buigzame slang zijn verbonden met het voedingssysteem, welke de relatieve beweging mogelijk maakt die onder dergelijke omstandigheden plaatsvindt ten gevolge van de beweging van de slede die wordt veroorzaakt 40 door de nokkenschijf. Het is duidelijk, dat de getoonde in- .8801330 Μ -14- i richting kan zijn voorzien van middelen voor het synchroniseren van de diverse bewegingen, namelijk op zodanige wijze dat de verbreekbeweging en de snelle beweging, die wordt veroorzaakt door de nokkenschijf 55 gelijktijdig 5 plaatsvinden met de passage van de "spleet" tussen twee op elkaar volgende schotels 65, 65 voorbij het eind-omkeerorgaan 18, terwijl tevens de bewegingsorganen 34 voor het verbreek-orgaan 32 in dit opzicht zijn gesynchroniseerd.
In het voorgaande zijn de werkwijze en de inrich-10 ting toegelicht aan de hand van het plaatsen van een enkele geëxtrudeerde formatie op de plaatsingsband 20. Ten gevolge van het feit, dat een transporteur, als toegelicht in het voorgaande een verhoudingsgewijs grote breedte kan bezitten is het duidelijk, dat een aantal formaties parallel met el-15 kaar kunnen worden aangebracht op dezelfde plaatsingsband, en derhalve op dezelfde transporteur ten einde de gehele breedte van de plaatsingsband 20 en de transporteur 1 te benutten.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voor-20 gaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader der uitvinding op velerlei wijzen kunen worden gevarieerd.
.8801339

Claims (9)

1. Werkwijze voor het plaatsen van een continu geëxtrudeerde formatie, in het bijzonder een consumptie-ijsformatie, op een continu aangedreven door een ondersteuning ondersteunde transporteur, in het bijzonder een trans-5 porteur voor een installatie voor het bevriezen van consumptie-ijs, gekenmerk t door de volgende bewerkingen: a) het op het bovenste part van een eindloze plaatsingsband 10 (8) extruderen van de formatie, b) het aandrijven van het bovenste part van de plaatsingsband (8) door middel van een aandrijforgaan met een constante snelheid (20) die kleiner is dan de snelheid (17) van de transporteur (1), 15 c) het aandrijven van de plaatsingsband (8) rond een eind-orakeerorgaan (18), dat boven de transporteur (1) is geplaatst, d) het bewegen van het eind-omkeerorgaan (18) ten opzichte van het aandrijforgaan voor de plaatsingsband (8) in dezelfde 20 richting als de bewegingsrichting van de transporteur (1) en met een snelheid, die ten minste gelijk is aan de snelheid (20), met welke de plaatsingsband (8) wordt aangedreven door middel van diens aandrij forgaan (9), e) het omkeren van de beweging van het eind-omkeerorgaan (18) 25 ten opzichte van het aandrijforgaan (9) van de plaatsingsband (8) en het op de transporteur (1) plaatsen van een gedeelte van de formatie, f) het stoppen van de beweging van het eind-omkeerorgaan (18) ten opzichte van het aandrijforgaan (9) van de plaatsingsband 30 (8) en het verbreken van de formatie ter plaatse van het eind-omkeerorgaan (18), en g) het bewegen van het eind-omkeerorgaan (18) ten opzichte van het aandrijforgaan (9) van de plaatsingsband (8) als genoemd onder d) en het herhalen van de bewerkingen genoemd 35 onder e), f), g) en d) in de zonet genoemde volgorde.
2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het .8801339 -1 6- kenmerk, dat de beweging van het eind-omkeerorgaan (18) na het omkeren daarvan als genoemd onder e) wordt uitgevoerd met een snelheid, die hoog is vergeleken met de snelheid van de transporteur en van de plaatsingsband en dat het verbreken 5 wordt uitgevoerd onmiddellijk na het stoppen van het eind-omkeerorgaan, terwijl dit eind-omkeerorgaan onmiddellijk daarna opnieuw in de bewegingsrichting van de transporteur wordt bewogen.
3. Werkwij ze volgens conclusie 1, geken- 10. e r k t door het verhoudingsgewijs snel in de richting tegengesteld aan de bewegingsrichting van de transporteur (1) en ten opzichte van de ondersteuning (6) van de transporteur bewegen van de plaatsingsband (8), het aandrijforgaan (9) daarvan en het eind-omkeerorgaan (18) na het verbreken 15 overeenkomstig f) over een afstand, die voldoende is om de door het verbreken gevormde snijvlakken te scheiden, waarna deze delen van de inrichting over dezelfde afstand in de bewegingsrichting van de transporteur (1) worden bewogen ten opzichte van de ondersteuning (6), maar verhoudingsgewijs 20 langzamer tijdens de bewerking genoemd onder d).
4. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat het materiaal, waaruit de formatie wordt gevormd, wordt geëxtrudeerd met een hogere snelheid dan de snelheid van de plaatsingsband (8) en/of dat het materiaal 25 wordt geëxtrudeerd in een richting (X, Y, Z) die varieert . tijdens de extrusie en/of dat gelijktijdig verschillende materialen worden geëxtrudeerd door een aantal extrusie-mondstukken.
5. Inrichting voor het plaatsen van een continu 30 geëxtrudeerde formatie, in het bijzonder een consumptie- ijsformatie, op een continu aangedreven door een ondersteuning ondersteunde transporteur, in het bijzonder een transporteur voor een installatie voor het bevriezen van consumptie-ijs, welke inrichting een frame omvat dat aan-35 brengbaar is op de ondersteuning en dat ten minste één mondstuk voor het extruderen van de formatie bezit, met h et kenmerk, dat het frame een eindloze plaatsingsband (8) ondersteund die een bovenste part bezit boven welke het mondstuk (38) is aangebracht, welke plaatsingsband (8) 40 is verbonden met een aandrijforgaan (9) voor het aandrijven .8801339 o -17- van de plaatsingsband (8) met een snelheid, die lager is dan de snelheid van de transporteur (1), welke plaatsingsband (8) een eind-omkeerorgaan (18) omvat dat boven de transporteur (1) is aangebracht en is verbonden met organen (16) voor 5 het bewegen van het eind-omkeerorgaan (18) langs de transporteur (1) en in dezelfde richting als de transporteur (1) alsmede met een snelheid, die ten minste gelijk is aan de snelheid (20) met welke de plaatsingsband (8) wordt aangedreven door middel van diens aandrijforgaan (9) en naar een 10 eerste positie en voor het bewegen van het eind-omkeerorgaan (18) langs de transporteur en in de tegenovergestelde richting naar een tweede positie, welke inrichting bovendien middelen (32) bezit voor het verbreken van de formatie ter plaatse van de tweede positie van het eind-omkeerorgaan (18).
6. Inrichting volgens conclusie 5,met het k e n m e r k, dat het frame (5) met het mondstuk (38), de plaatsingsband (8), het aandrijforgaan (9) voor de plaatsingsband (8) alsmede de organen (16) voor het bewegen van het eind-omkeerorgaan (18) worden ondersteund door de onder- 20 steuning (6) door middel van een slede (50), waarbij middelen (52, 53, 54, 55) zijn aangebracht tussen de slede (50) en de ondersteuning (6) voor het bewegen van de slede (50) tegengesteld aan en in de bewegingsrichting van de transporteur (1), welke middelen (52, 53, 54, 55) op zodanige wijze met het be- 25 wegingsorgaan (16) van het eind-omkeerorgaan (18) zijn gesynchroniseerd dat de slede (50) tegengesteld aan de bewegingsrichting van de transporteur (1) wordt bewogen, wanneer het eind-omkeerorgaan (18) zich in zijn tweede positie bevindt.
7. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het 30. e n m e r k, dat het eind-omkeerorgaan (18) wordt gevormd door een van de eindranden van een schuifplaat (15), waarbij de verbreekmiddelen (32) zijn aangebracht ter plaatse van deze eindrand.
8. Inrichting volgens conclusie 5, met het 35. e n m e r k, dat het mondstuk (38) is verbonden met middelen (40, 41, 42, 43 en 44) voor het veranderen van de extrusierichting van het mondstuk (38).
9. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat de transporteur (1) een schoteltranspor- 40 teur (65, 65) omvat. „8801339
NL8801339A 1987-05-26 1988-05-25 Werkwijze voor het plaatsen van een continu geextrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. NL8801339A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DK269487A DK156456C (da) 1987-05-26 1987-05-26 Fremgangsmaade til aflaegning af en kontinuerligt ekstruderet formation paa en kontinuerligt drevet transportoer og apparat til brug ved udoevelse af fremgangsmaaden
DK269487 1987-05-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8801339A true NL8801339A (nl) 1988-12-16

Family

ID=8114715

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8801339A NL8801339A (nl) 1987-05-26 1988-05-25 Werkwijze voor het plaatsen van een continu geextrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4839185A (nl)
JP (1) JPH01174337A (nl)
BE (1) BE1002332A5 (nl)
CA (1) CA1295572C (nl)
DE (1) DE3817588A1 (nl)
DK (1) DK156456C (nl)
FR (1) FR2615701B1 (nl)
GB (1) GB2205077B (nl)
IT (1) IT1217732B (nl)
NL (1) NL8801339A (nl)
NO (1) NO169632C (nl)
SE (1) SE8801898L (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5073391A (en) * 1991-04-19 1991-12-17 The Pillsbury Company Semi-solid food depositor and method of use
US5167980A (en) * 1991-04-24 1992-12-01 Recot, Inc. Horizontal extrusion of edge rippled snack product
AT398396B (de) * 1993-02-16 1994-11-25 Voest Alpine Ind Anlagen Verfahren zum herstellen eines bandes, vorstreifens oder einer bramme
US5523101A (en) * 1993-07-16 1996-06-04 Fitch, Jr.; Clifford E. Apparatus for applying material to a receiver
DK172779B1 (da) * 1997-07-04 1999-07-12 Gram As Fremgangsmåde samt apparat til fremstilling af konfektureprodukter med pind
US6032610A (en) * 1998-02-18 2000-03-07 Clifford E. Fitch, Jr. Apparatus for dispensing a quantity of material on a shell
USRE38478E1 (en) 1998-02-18 2004-03-30 Clifford E. Fitch, Jr. Apparatus for dispensing a quantity of material on a shell
US6325016B1 (en) 2000-01-24 2001-12-04 Rota Skipper Corp. Pizza sauce flow diverter
JP4314806B2 (ja) * 2002-10-22 2009-08-19 株式会社デンソー セラミック成形体の搬送装置
US20050229796A1 (en) * 2004-04-16 2005-10-20 Risco Usa Corporation Depositing system and method of depositing material
FR2885772B1 (fr) * 2005-05-18 2009-07-31 Mars Inc Procede de fabrication de barres glacees presentant des variations de section

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB253444A (en) * 1924-12-17 1926-06-17 Edward Lynton Vicars An improved machine for manufacturing biscuits or the like
US2535231A (en) * 1944-05-13 1950-12-26 Vitafreze Equipment Inc Method and apparatus for making frozen confections
GB689097A (en) * 1949-10-25 1953-03-18 Rose Brothers Ltd Improvements in apparatus for forwarding a continuously extruded rod of plastic material
US3280763A (en) * 1964-04-13 1966-10-25 Komberec And Fiedler Entpr Inc Iced confection extrusion apparatus
US4155441A (en) * 1977-05-05 1979-05-22 Nabisco, Inc. Apparatus for counting and grouping articles
DK150740C (da) * 1977-09-01 1988-02-08 Gram Brdr As Fremgangsmaade til brug ved overfoering af genstande fra en kontinuert bevaeget tilfoerselstransportoer og til en modtagertransportoer samt transportanlaeg til brug ved udoevelse af fremgangsmaaden
US4477473A (en) * 1983-01-12 1984-10-16 General Foods Corporation Apparatus and method for producing frozen confections

Also Published As

Publication number Publication date
DK269487A (da) 1988-11-27
DK156456B (da) 1989-08-28
NO169632B (no) 1992-04-13
NO169632C (no) 1992-07-22
SE8801898L (sv) 1988-11-27
IT1217732B (it) 1990-03-30
US4839185A (en) 1989-06-13
GB8812550D0 (en) 1988-06-29
NO882307L (no) 1988-11-28
BE1002332A5 (fr) 1990-12-18
NO882307D0 (no) 1988-05-25
SE8801898D0 (sv) 1988-05-20
CA1295572C (en) 1992-02-11
DK156456C (da) 1990-01-29
GB2205077B (en) 1991-04-24
JPH01174337A (ja) 1989-07-10
FR2615701B1 (fr) 1992-09-11
FR2615701A1 (fr) 1988-12-02
DE3817588A1 (de) 1988-12-08
GB2205077A (en) 1988-11-30
DK269487D0 (da) 1987-05-26
IT8820753A0 (it) 1988-05-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8801339A (nl) Werkwijze voor het plaatsen van een continu geextrudeerde formatie op een continu aangedreven transporteur alsmede inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
US4210237A (en) System for transferring articles from a continuously moving feeding conveyor to a receiving conveyor
US6056636A (en) Method and means for making and conveying an extruded sausage strand
MXPA04009400A (es) Dispositivo de transferencia retraible para un aparato de medicion.
KR100372957B1 (ko) 압출된 소시지 스트랜드를 이송 및 처리하기 위한 방법 및수단
US4083163A (en) Package forming machine
NL8020103A (nl) Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte.
NL9001737A (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke.
JPH10509302A (ja) 直線的組み合わせ押し出し式アイスクリーム・サンドイッチ
NL2022963B1 (nl) Transportinrichting
US2877883A (en) Bread handling apparatus
US4078362A (en) Product wrapping and discharge apparatus
CS195305B2 (en) Facility for feeding the packing machine by oblong objects with the flat e.g. chocolate tablet
US5899316A (en) Apparatus and method for conveying pieces of dough
US2293053A (en) Slicing machine
US2027257A (en) Cutter for bars of ice cream or the like
JP3390136B2 (ja) コンベア
US3355003A (en) Food handling apparatus
US7975603B1 (en) Food processing system
US3255863A (en) Package separator
CN110743809B (zh) 一种剪板机的出料分拣装置
US3029922A (en) High speed kick-out device
JPH06191636A (ja) 分配スライドコンベヤ−
US3866738A (en) Article transfer mechanism
JPH0957212A (ja) ロ−ラ式選別機

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed