NL8020103A - Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte. - Google Patents

Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte. Download PDF

Info

Publication number
NL8020103A
NL8020103A NL8020103A NL8020103A NL8020103A NL 8020103 A NL8020103 A NL 8020103A NL 8020103 A NL8020103 A NL 8020103A NL 8020103 A NL8020103 A NL 8020103A NL 8020103 A NL8020103 A NL 8020103A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gizzards
support
rotating
rail
cut
Prior art date
Application number
NL8020103A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kenneth Z Graham
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kenneth Z Graham filed Critical Kenneth Z Graham
Publication of NL8020103A publication Critical patent/NL8020103A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0092Skinning poultry or parts of poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B5/00Accessories for use during or after slaughtering
    • A22B5/18Cleaning the stomach of slaughtered animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C17/00Other devices for processing meat or bones
    • A22C17/14Working-up animal intestines ; Treatment thereof for the manufacture of natural sausage casings; Apparatus for cutting intestines; Machines for pulling intestines to pieces
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

PCT/N/29.972-tM/f. ® ^ *· Vertaling van de internationale octrooiaanvrage PCT/US80/ 00229.
Beschrijving.
Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte.
Achtergrond van de uitvinding.
Deze uitvinding heeft betrekking op verbete-5 ringen in een werkwijze en inrichting voor het verwerken van gevogelte,7waarbij de spiermagen worden opengesneden of gespleten. De spiermagen, die zijn verwijderd uit kippen of ander gevogelte met darmen en maag nog daaraan bevestigd, worden gewoonlijk bewogen over een verwerkingsbaan en ter-10 wijl ze over de baan bewegen worden de darmen en maag verwijderd van de spiermagen en worden de spiermagen gespleten en wordt los materiaal daaruit verwijderd en worden vervolgens de spiermagen afgestroopt.
In het verleden zijn spiermagen verwijderd uit 15 gevogelte en afzonderlijk verwerkt, waarbij de darmen en de maag met de hand werden verwijderd van de spiermagen en de buitenlaag van de spiermagen in spiraalvormige afstrooprollen werd gedrukt zodat de buitenlaag van de spiermagen werd afgestroopt. Sommige documenten betreffende de bekende stand 20 van de techniek, die spiermaagverwerkingsapparatuur beschrijven, zijn de Amerikaanse octrooischriften 3.159.872, 3.406.425 3.411.828, 4.057.875 en 4.073,040 van C.J. Hill en 4.074.390 van P. Meyn. De verschillende apparatuur, die in het verleden is gebruikt trekt voordeel van de grootte en dikte van de 25 spiermaag in vergelijking tot de daarmee verbonden darmen en maag door de spiermaag te ondersteunen, en de darmen daar aan te laten hangen en dan de ondersteunde spiermaag te bewegen door de verschillende verwerkingsstappen, waarbij de darmen worden verwijderd, de spiermagen worden gespleten, gereinigd 30 en afgestroopt.
Hoewel de vroegere spiermaagverwerkingsapparatuur enigermate succesvol is geweest, worden de spiermagen niet altijd correct georiënteerd, terwijl ze door de apparatuur bewegen, met als resultaat, dat de ingewanden niet op de 35 juiste wijze van de spiermagen worden afgesneden en de spiermagen niet op de juiste plaats op de spiermagen worden gespleten. Ook blijken de verschillen in grootte, vorm en structuur $0 2 0 1 0 3 -2- . van door de vroegere apparatuur verwerkte spiermagen storin gen in de apparatuur te veroorzaken met als resultaat een onjuiste verwerking van de spiermagen.
Overzicht van de uitvinding.
5 Kort beschreven omvat de onderhavige uitvin ding een werkwijze en inrichting voor het verwerken van spiermagen van gevogelte, waarbij de spiermagen achter elkaar .langs een verwerkingsbaan worden bewogen en de spiermagen terwijl ze langs de baan bewegen worden georiënteerd met de delen 10 daarvan waaraan de ingewanden zijn bevestigd omlaaggekeerd met de ingewanden daaronder hangend en wordt de verbinding tussen de ingewanden en de spiermagen doorgesneden en vallen de ingewanden van de spiermagen weg. De spiermagen worden zonder heroiëntatie van de spiermagen gevoerd naar een vol-15 gend snij station, waar de spiermagen worden gespleten in de zone daarvan waaraan de ingewanden waren bevestigd en de van elkaar losgesneden delen van de spiermagen worden dan verder uitgespreid en een waterstraal wordt gebruikt om het losse materiaal uit de spiermagen te spoelen. De spiermagen 20 worden dan bewogen naar een afstroopinrichting, waar ze automatisch achtereenvolgens in aanraking worden gedrukt met paren afstrooprollen, zodat de buitenlaag of de "huid" van de spiermagen wordt afgestroopt.
Een roterende trommel met een spiraalvor-25 mige schroefgang ligt bij een evenwijdige roterende steun-staaf en de spiermagen worden eerst geplaatst op de trommel en de steunstaaf. De rotatie van de trommel en zijn spiraalvormige schroefgang dient om de spiermagen achter elkaar langs de verwerkingsbaan voort te duwen en de kleinere minder 30 dikke ingewanden passeren door de sleuf tussen de roterende trommel en de roterende steunstang. Het gewicht van de ingewanden en de beweging van de roterende trommel en de roterende steunstang dienen om de spiermagen zo te oriënteren, dat de delen daarvan waaraan de ingewanden zijn bevestigd, om-35 laag worden georiënteerd. Wanneer de spiermagen het eind van de roterende trommel bereiken, passeren de spiermagen van de roterende trommel op een stilstaande steunstang en de roterende steunstang strekt zich voorbij de roterende trommel evenwijdig aan de stilstaande steunstang uit om de spiermagen 40 te blijven ondersteunen en vormt een voortzetting van de 8020103 -3- sleuf waardoorheen de ingewanden hangen. Een kettingtranspor-teur heeft een onderpart, dat in aanraking komt met de op de steunstangen ondersteunde spiermagen om de beweging van de spiermagen zonder heroriëntatie daarvan langs de verwerkings-5 baan voort te zetten, waarna een horizontale snijschijf, die zich over de steunstaaf uitstrekt, de ingewanden van de onderste delen van de spiermagen afsnijdt en een vertikale snijschijf, die zich opwaarts tussen de steunstaven uitstrekt in de spiermagen snijdt en deze splijt. De spiermagen bewegen 10 dan van de vertikale snijschijf op een steunrail, waar de losgesneden delen aan beide zijden over de steunrail hangen en de losgesneden delen dan over een paar schoonmaakwielen bewegen, die zich ook aan beide zijden van de steunrail uitstrekken. De schoonmaakwielen roteren met een tangentiale 15 snelheid, die groter is dan de rechtlijnige snelheid van de spiermagen en omvatten spiraalvormige schroefgangen, die de losgesneden delen van de spiermagen verder uit elkaar drukken en waterstralen, die in de spiermagen worden gericht spoelen de losse delen uit de spiermagen weg. De spiermagen worden 20 dan bewogen naar het afstroopmechanisme, waar de huid wordt verwijderd van de spiermagen.
Een doel van de onderhavige uitvinding is dus het verschaffen van een werkwijze en inrichting, die op handige en betrouwbare wijze de ingewanden verwijderen van 25 de spiermagen van gevogelte, de spiermagen splijten in de zone daarvan waaraan de ingewanden waren bevestigd, de losse delen uit de spiermagen verwijderen en de spiermagen afstropen.
Een ander doel van de uitvinding is het ver-30 schaffen van een betrouwbare en snel werkende inrichting voor het verwerken van de spiermagen van gevogelte.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het op de juiste wijze oriënteren van de spiermagen van gevogelte en dan de juiste oriën-35 tatie van de spiermagen van het gevogelte aanhouden in een spiermagenverwerkingssyteem, zodat de aan de spiermagen bevestigde ingewanden kunnen worden verwijderd en de spiermagen op de juiste wijze kunnen worden gespleten en schoongemaakt.
Andere doelen, kenmerken en voordelen van de 40 onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden bij het lezen 8020103 -4- van de volgende beschrijving in samenhang met de bijgaande tekeningen.
Korte beschrijving van de tekeningen.
Fig. 1 is een perspectivische afbeelding 5 van de spiermagenverwerkingsinrichting, waarbij voor de duidelijkheid delen daarvan verwijderd zijn.
Fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van een deel van de gevogelteverwerkingsinrichting en toont het afstroopmechanisme.
10 Fig. 3 is een perspectivische detailaf- beelding van delen van de roterende trommel, de roterende steunstaaf, de stilstaande steunstaaf en de kettingtranspor-teur.
Fig. 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 zijn voort-15 gaande schematische afbeeldingen van de spiermagenverwerkings-inrichting en de manier, waarop de spiermagen worden verwerkt.
Gedetailleerde beschrijving.
Nu meer in detail verwijzend naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen 20 in de verschillende figuren aangeven, toont fig. 1 de gevo-geltespiermaagverwerkingsinrichting 10, die is voorzien van een steungestel 11 met opstaande steunpoten 12a, 12b, 12c en I2d en horizontale zijbalken 14a en 14b, onderste zijbalken 15a en 15b, eindstaven 16a, 16b en ondereindstaven 17a en 17b. 25 De gevogeltespiermaagverwerkingsinrichting 10 omvat een toe-voersectie 19, een verwerkingssectie 20 en een afstroopsec-tie 21. De toevoersectie 19 omvat een roterende trommel 22 die is voorzien van een cilindrisch buitenoppervlak 24, verdiepte eindwanden 25, 26 (fig.3) en een spiraalvormige 30 schroefgang 28 is aangebracht op het cilindrische oppervlak. Een rij zich in de langsrichting uitstrekkende ribben 29 met dezelfde grootte en vorm als de spiraalvormige schroefgang strekt zich uit tussen de spiraalvormige schroefgangsecties, zodat het loopvlak van de roterende trommel een continue 35 spiraalvormige schroefgang met de verbindingsribben vormt.
Een rechtlijnige roterende steunstaaf 30 is naast en evenwijdig ten opzichte van de roterende trommel 22 aangebracht en strekt zich althans nagenoeg over de gehele lengte van de verwerkingsinrichting 10 uit. Een toevoerbak 31 is gemonteerd 40 op het gestel 11 en omvat een steunflens 32, een opwaarts hel- 8020103 -5- lende sectie 34, een neerwaarts hellende toevoersectie 35, die een onderrand 36 (fig.4) heeft, die is geplaatst over de roterende steunstaaf 30 in een zodanige stand, dat de gevo-geltespiermagen 38 worden geleid naar de sleuf 39 tussen de 5 steunstaaf 30 en de roterende trommel 22.
Een elektromotor 40 is gemonteerd op een steunplaat 41, die scharnierend is gemonteerd aan één van zijn einden op het gestel 11 en zijn kettingwiel 42 drijft een aandrijfketting 44 en een kettingwiel 45 aan.1. Het ketting-10 wiel 45 is verbonden met het eind van de rechtlijnige roterende steunstaaf 30 en een aandrijftandwiel 46 is gemonteerd op de roterende steunstaaf 30 en grijpt in het aangedreven tandwiel 48 op de as 49 van de roterende trommel 22. De steunstaaf 30 en de as 49 van de roterende trommel 22 zijn 15 beide gemonteerd op geschikte legers aan hun tegenovergestelde einden, zoals het leger 50 van de steunstaaf 30 en het leger 51 van de roterende trommels 22. Wanneer de motor 40 is bekrachtigd, wordt de roterende steunstaaf 30 aangedreven in de door de pijl 52 aangegeven richting, terwijl de rote-20 rende trommel 22 wordt aangedreven in de door de pijl 54 aangegeven tegenovergestelde richting. Wanneer een gevogelte-spiermaag 38 wordt geworpen in de zone tussen de omlaaghel-lende toevoersectie 35 van de toevoerbak 31 en de roterende trommel 22 (fig.4) zal de spiermaag worden ondersteund door 25 de roterende trommel 22 en de roterende staaf 30 en zullen de maag, darmen en andere ingewanden 37 bewegen door de sleuf 39 tussen de roterende trommel 22 en de roterende staaf 30 en komen te hangen onder de grotere dikkere spiermaag 38. Wanneer de langsribben 29 van het loopvlak van de roterende 30 trommel omlaag passeren bij de spiermagen 38, zullen de spiermagen 38 in hun standen op de toevoerbak 31 in trilling of aan het springen worden gebracht en zullen de hangende ingewanden omlaag worden getrokken, waardoor de spiermagen zo worden georiënteerd, dat de delen daarvan waaraan de inge-35 wanden zijn verbonden, onder de spiermagen liggen en de ingewanden direct daaronder hangen. De rotatie van de roterende trommel en de roterende steunstaaf in neerwaartse richting verhindert ook, dat de spiermagen rollen, terwijl ze langs de verwerkingsbaan bewegen. Tegen de tijd, dat de spiraalvor-40 mige schroefgang 28 elke spiermaag naar het aflevereind 55 8020103 -6- van de roterende trommel 22 duwt, zullen de spiermagen op de juiste wijze zijn georiënteerd door overbrenging naar de verwerkingssectie 20.
De rechtlijnige steunstaaf 30 strekt zich 5 voorbij het aflevereind 55 van de trommel 22 uit en het oppervlak van een deel daarvan, dat zich voorbij de roterende trommel uitstrekt, heeft een daarop aangebrachte spiraalvormige schroefgang 56. De spiermagen, die het aflevereind 55 van de roterende trommel 22 bereiken, zullen hun beweging 10 dus door de spiermaagverwerkingsinrichting voortzetten. Een stilstaande steun 58 ligt naast en evenwijdig aan de rechtlijnige steunstaaf 30 en vormt een sleuf 59, die een voortzetting is van de sleuf 39. Aanvullende bovenste stilstaande geleidingsstaven 60 en 61 liggen boven de rechtlijnige steun-15 staaf 58 en evenwijdig daaraan. Deze elementen strekken zich uit van de aflevereind 55 tot de eindtoevoersectie 19 en strekken zich uit door de verwerkingssectie 20.
Een bovenste gestel 62 is gemonteerd over het gestel 11 en ondersteunt het transportkettingsamenstel 64 20 in de verwerkingssectie 20. Stilstaande opstaande steunstij-len 65 en 66 zijn gemonteerd op het gestel 11 en legers 68 en 69 die daarop zijn gemonteerd aan hun boveneinden, ondersteunen roteerbaar een hoofdas 70. Het bovenste gestel 62 omvat hellende steunrails 71 en 72 die met hun legers 74 en 25 75 op de hoofdas 70 zijn gemonteerd. Horizontale steunrails 76 en 78 zijn verbonden met de ondereinden van de hellende steunrails 71 en 72 en opstaande frames 79 en 80 zijn gemonteerd op de horizontale steunrails 76 en 78 en de hellende steunrails 71 en 72. Een aandrijfkettingwiel 81 is met 30 een spie bevestigd op de hoofdas 70 en de transportketting 82 wordt aangedreven door het aandrijfkettingwiel 81, om aangedreven kettingwielen 83, 85, 86 en 87. Het aangedreven kettingwiel 84 is gemonteerd op een as 89, die is ondersteund door het opstaande frame 80, het aangedreven kettingwiel 85 35 is gemonteerd op een as 90, die is gemonteerd aan zijn einde op het opstaande frame 79, het aangedreven kettingwiel 86 is gemonteerd op de as 91, die door zijn legers is ondersteund op de horizontale steunrails 76 en 78 en het aangedreven kettingwiel 87 is gemonteerd op zijn as 92, die is opge-40 nomen door zijn legers op de horizontale steunrails 76 en 78.
8020103 -7-
De transportketting 82 vormt dus een horizontaal onderpart 94 tussen de aangedreven kettingwielen 86 en 87 en een hellend onderpart 95 tussen het aangedreven kettingwiel 87 en het aangedreven kettingwiel 81.
5 Opgemerkt wordt, dat een eind van het gehe le transportkettingsamenstel 64 wordt ondersteund door de hoofdas 70, terwijl het andere eind wordt ondersteundop de omgekeerde U-vormige framesectie 96 van gestel 11 door de verstelbare schroef 98, die zich uitstrekt door het eind van 10 de horizontale steunrails 76 en 78 en drukt tegen de omgekeerde U-vormige framesectie 96. Bij deze constructie kan de hoogte van het horizontale onderpart 94 en het hellende onderpart 95 van het transportkettingsamenstel 64 worden ingesteld door de schroef 98 te verdraaien.
15 Het van zijn aandrijfmotor 40 afgelegen eind van de rechtlijnige steunstaaf 30 is gemonteerd in een leger 99 en een kettingwiel 100 is gemonteerd op zijn eind voor een aandrijfketting 101. De ketting 101 strekt zich uit naar de tandwielkast 102 en het uitgangskettingwiel 104 van 20 de tandwielkast drijft de aandrijfketting 105 aan. De aandrijfketting 105 is door middel van zijn bovenste kettingwiel 106 verbonden met de hoofdas 70. De motor 40 drijft dus de rechtlijnige steunstaaf 30 en het transportkettingsamenstel 64 aan en de bewegingsrichting van het transportketting-25 samenstel is aangegeven door de pijlen 108.
Een horizontale snijschijf 109 (fig.l en 6) ligt aan de ingang van de verwerkingssectie 20 en strekt zich dwars op de stilstaande steunstaaf 58 en de rechtlijnige steunstaaf 30 uit onder geleidingsstaven 60 en 61. De schijf 30 109 is verbonden met en roteerbaar door de aandrijfas van de motor 110 en de motor 110 is gemonteerd op de zwenksteun 111. De vertikale steunas 112 is gemonteerd op het gestel 11 en de zwenksteun 111 is daarop gemonteerd en zwenkt daar om. Een schuifstang 114 strekt zich uit door een schuifblok 115 35 en is door een beugel 118 verbonden met de zwenksteun 111.
De schroefdrukveer 116 ligt aan tegen het schuifblok 115 en drukt de zwenksteun 111, de motor 110 en de horizontale snijschijf 109 naar de stilstaande steunstang 58 en de rechtlijnige steunstang 30, zodat deze in de juiste stand 40 staat om de ingewanden 37 af te snijden van de spiermagen 38.
8020103 -8-
Als echter een hard opstakel door het systeem passeert, kan de horizontale steunschijf 109 tegen de voorspanning van de veer 116 bewegen uit de verwerkingsbaan.
Een vertikale snijschijf 120 (fig.l en 7) 5 is geplaatst langs de verwerkingsbaan en is gemonteerd op de roterende aandrijfas van de motor 121. De motor 121 is op soortgelijke wijze gemonteerd als de motor 110, zodat de motor en zijn vertikale snijschijf 120 naar de verwerkingsbaan worden gedrukt, maar daar vanaf kunnen bewegen. De ver-10 tikale snijschijf 120 strekt zich omhoog uit tussen de stilstaande steunlaag 58 en de rechtlijnige roterende steunstaaf 30 om omhoog te snijden in de spiermagen 38, terwijl de spier-magen langs de verwerkingsbaan worden bewogen. Zoals is af-gebeeld in fig. 6 en 7, zijn uitsparingen 122 en 124 gevormd 15 in de stilstaande steunstaaf 58 in de buurt van de snij schijven 109 en 120. De uitsparing 122 ligt onder de horizontale snijschijf 109 en dient om de zone van de sleuf 59 onder de snijschijf te vergroten, zodat de door de snijschijf 109 afgesneden ingewanden vrij van de spiermagen 38 afvallen. De 20 sleuf 59 is dus tijdelijk vergroot onder de snijschijf 109 en wanneer de spiermagen 38 passeren over de snijschijf 109, worden de spiermagen teruggeplaatst op de rechtlijnige steunstaaf 30 en de stilstaande steunstaaf 58, waar de afmetingen van de sleuf 59 hetzelfde zijn als ze waren voordat de spier-25 magen omhoog passeerden op de snijschijf 109.
Met betrekking tot de uitsparing 124 van de stilstaande steunstaaf 58 strekt de vertikale snijschijf 120 zich uit door de vergrote sleufzone. De steunrail 124 helt opwaarts vanaf het bovenrandvlak van de vertikale snij-30 rand 120 en strekt zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan het hellende onderpart 95 van het transportkettingsamenstel 64. De steunrail 124 is gevorkt en zijn ondereinddelen zijn gemonteerd om de vertikale snijschijf 120 (fig.8). Wanneer de vertikale snijschijf 120 een spiermaag 38 insnijdt of 35 "splijt" bewegen de losgesneden delen 126 en 128 op tegenovergestelde zijden van de steunrail 124, zodat de spiermaag is gemonteerd op en zich aan beide zijden uitstrekt van de steunrail en de steunrail volgt, terwijl de spiermaag wordt bewogen door het transportkettingsamenstel 64 door de ver-40 werkingssectie 20.
8020103 -9-
Een paar reinigingswielen 129 en 130 strekken zich ook aan beide zijden van de steunrail 124 uit en zijn gemonteerd op een gemeenschappelijke as 131, die zich loodrecht op de steunrail 124 en de bewegingsbaan van de spier-5 magen uitstrekt. De oppervlakken of loopvlakken van de reinigingswielen 129 en 130 zijn gevormd met spiraalvormige schroefgangen 132 en de schroefgangen zijn onder zodanige hoek opgesteld/ dat de delen van de schroefgangen naast de steunrail 124 voorlopen op de delen, die van de steunrail 10 zijn afgeplaatst. Wanneer de spiermagen 38 langs de rail 124 worden bewogen, zodat de spiermagen in aanraking komen met de schoonmaakwielen 129 en 130, de losgesneden delen 125 en 126 van de spiermagen lopen op en over de schoonmaakwielen 129 en 130 en de oppervlaktesnelheid van de schoon- 15 maakwielen 129 en 130 is groter dan de lineaire snelheid van de spiermagen 38, zodat de spiraalvormige schroefgangen 132 van de schoonmaakwielen de losgesneden delen 125 en 126 van de spiermagen verder uit elkaar drukken om de spiermagen open te spreiden. Watermondstukken 134 zijn omhoog gericht, zodat 20 ze een stroom water richten in de losgesneden en uit elkaar gespreide delen 125 en 126 van de spiermagen 38 om het losse materiaal van binnen uit de spiermagen te verwijderen. De as 131 van de schoonmaakwielen 129 en 130 is opgehangen aan de hellende steunrails 71 en 72 en het aangedreven kettingwiel 25 135 is door de aandrijfketting 136 verbonden met het aandrij vende kettingwiel 138 en het aandrijvende kettingwiel 138 is gemonteerd op het eind van de as 89 van het vrij draaiende kettingwiel 84. De beweging van het transportkettingsamenstel 64 veroorzaakt dus, dat de schoonmaakwielen 129 en 130 30 draaien in de richting, die is aangegeven door de pijl 139.
Onderste geleidingsstangen 140 en 141 strekken zich uit vanaf de oppervlakken van de reinigingswielen 129 en 130 volgens de helling van de geleidingsrail 124 en houden de uiteengespreide delen 126 en 128 van de spiermagen 37 gespreid 35 terwijl de aanvullende watermondstukken 134 waterstromen sproeien in de geopende delen van de spiermagen. Bovenste geleidingsstaven 143 en 144 strekken zich ook evenwijdig aan de verwerkingsbaan uit, maar liggen boven de baan van de spiermagen 37. Wanneer de transportketting begint te bewegen 40 om het aandrijfkettingwiel 81, worden de spiermagen van de 802 0 1 0 3 -10- tanden van de transportketting getrokken door de bovenste geleidingsstaven 143 en 144 en de beweging van de spiermagen langs de bewegingsbaan voert de spiermagen (fig.ll) van de einden van de geleidingsstangen af. Een aanvullende middelste 5 geleidingsstang 145 strekt zich uit vanaf de bovenrand van de geleidingsrail 124 (fig.2) om het middelste deel van de gesneden spiermagen te geleiden naar de afstroopsectie 21.
Zoals is afgebeeld in fig. 2 omvat de afstroopsectie 21 een bak 148, die zijwanden 149 en 150 en hellende 10. bodemwandsecties 151, 152, 153 en 154 heeft. Een eerste paar, van spiraalvormige schroefgangen voorziene afstrooprollen 155 en 156 ligt in het bovenste deel van de bak 148 en een tweede paar afstrooprollen 158 en 159 ligt in een onderste positie in de bak 148. Elk paar afstrooprollen 155, 156 en 158, 159 15 wordt aangedreven door eindkettingwielen 160, 161, en de spiraalvormige schroefgangen op elk paar afstrooprollen grijpen op elkaar aan, zodat de afstrooprollen in tegenovergestelde rotatierichtingen roteren, waarbij de bovenvlakken van de afstrooprollen omlaag roteren tussen de paren afstroop-20 rollen in.
De spiraalvormige schroefgangen 162 en 163 van het bovenste paar afstrooprollen 155 en 156 zijn onder een zodanige hoek aangebracht, dat de op de afstrooprollen 155 en .156 opgenomen spiermagen door de schroefgangen worden ge-25 drukt in de door de pijl 165 aangegeven richting. Een opwaarts uitsteeksel of dam 166 ligt aan êên zijde van de bak 148 en de dam samen met de bodemwandsectie 151 geleidt de spierlagen omlaag naar de afstrooprollen 155 en 156. De sleuf 168 tussen de dam 166 en de zijwand 149 vormt een passage voor 30 de spiermagen tussen het eerste paar afstrooprollen 155 en 156 naar het tweede paar afstrooprollen 158 en 159.
De spiraalvormige schroefgangen 169 en 170 van een tweede paar afstrooprollen 158 en 159 zijn volgens een hoek in de tegenovergestelde richting van de spiraalvor-35 mige schroefgangen 162 en 163 van de afstrooprollen gericht, zodat ze de spiermagen duwen in de door de pijl 171 aangegeven richting. De onderste dam 172 samen met de bodemwandsectie 152 geleidt de spierlagen op de bovenvlakken van de afstrooprollen 158 en 159 en de passage 174 aan het eind van de dam 40. 172 laat de spiermagen over de bodemwandsectie 153 omlaag 8020103 -11- bewegen nadat de spiermagen zijn gepasseerd over de afstroop-rollen 169 en 170.
De heen en weer bewegende drukstaven 175 en 176 zijn elk geplaatst over één van de paren afstrooprollen 5 155, 156 of 158, 159. De drukstaven 175 en 176 zijn beide star verbonden met de as 178 en de as 178 is gemonteerd in legers 179 en 180. Eén van de afstrooprollen 155, 156 heeft een verlengstuk 181 en een nok 182 steekt loodrecht uit vanaf het verlengstuk 181. Een kruk 184 is star verbonden aan een 10 eind van de as 178 en zijn andere eind is zwenkbaar verbonden met de krukschakel 185. De krukschakel 185 is ook zwenkbaar verbonden met de nok 182. De rotatie van de afstrooprollen 155 en 156 veroorzaakt dus, dat de stukstaven 175 en 176 heen en weer bewegen zoals is aangegeven door pijlen 186, waardoor 15 op de afstrooprollen 155, 156 of 158, 159 aanwezige spiermagen afwisselend in de schroefgangen van de afstrooprollen worden gedrukt, waardoor de schroefgangen steviger de buitenlaag van de spiermagen grijpen, waardoor de buitenlaag wordt verwijderd van de spiermagen.
20 Nadat de spiermagen zijn gepasseerd over de paren afstrooprollen bewegen ze omlaag naar de onderste horizontale bodemwandsectie 154 van de bak 148, waar ze kunnen worden geïnspecteerd door een werker. Een derde paar afstrooprollen 188 en 189 ligt bij de bodemwandsectie 154 en de werker 25 kan een op de bodemwandsectie 154 liggende spiermaag plaatsen tegen de tanden van de afstrooprollen 188, 189 om een op de spiermagen achterblijvende buitenlaag of huid te verwijderen.
Een aandrijfmotor 190 is verbonden met éen tandwielkast 191 en het uitgangskettingswiel 192 van de tand-30 wielkast 191 drijft de continue aandrijfketting 194 aan. De aandrijfketting 194 strekt zich uit óm de kettingswielen 160, 161 en 187 van het paar afstrooprollen, waardoor alle afstrooprollen vanaf ëën krachtbron worden aangedreven.
Werking.
35 Wanneer de gevogelte-spiermaagverwerkings- inrichting 10 in werking is gesteld, worden spiermagen met de ingewanden daaraan bevestigd geworpen tussen de omlaaghellen-de sectie 35 van de toevoerbak 31 en de roterende trommel 22 . De spiermagen worden dan ondersteund door de roterende trom-40 mei 22 en door de rechtlijnige roterende steunstaaf 30 en 8020103 -12- gedeeltelijk door het onderranddeel 36 van de toevoerbak 31. De rotatie van de roterende trommel 22 samen met de spiraalvorm van de schroefgangen 28 op de roterende trommel duwt de spiermagen langs de lengte van de toevoersectie 19 en de 5 spiermagen worden zo georiënteerd, dat de daaraan bevestigde ingewanden 37 daaronder omlaag hangen door de sleuf 39, die is gevormd tussen de roterende trommel 22 en de rechtlijnige steunstaaf 30, waarbij het deel van de spiermagen, waaraan de ingewanden zijn verbonden, omlaag wordt georiënteerd.
10 Wanneer de spiermagen het eind van de ro terende trommel 22 bereiken, bewegen ze op het van spiraalvormige schroefgangen voorziene deel van de rechtlijnige roterende steunstaaf 30 en dp de stilstaande steunlaag 38.
De rotatie van de rechtlijnige steunstaaf 30 veroorzaakt dat 15 zijn schroefgangen de spiermagen door de verwerkingssectie 20 heen voeren en de transportketting beweegt omlaag in aanraking met de spiermagen (fig. 3 en 5), zodat de gecombineerde beweging van de transportketting samen met de rotatie van de van spiraalvormige schroefgangen voorziene rechtlijnige 20 steunstaaf 30 veroorzaakt, dat de spiermagen zonder heroriëntatie vanaf de roterende trommel bewegen.
Wanneer de spiermagen de horizontale snij-schijf 109 bereiken/ snijdt de schijf onder de spiermagen 38, zodat de ingewanden 37, die daaraan bevestigd zijn, van de 25 spiermagen worden afgesneden. Het vergrote uitgespaarde deel 122 onder de snij schijf 109 verzekert, dat de ingewanden vrij omlaag vallen vanaf de spiermagen.
Nadat de spiermagen zijn gepasseerd over de snij schijf .109, worden ze door het onderste horizontale 30 part 94 van de transportketting en de spiraalvormige schroefgangen van de rechtlijnige steunstaaf 30 verder bewogen naar de vertikale snijschijf 120. De vertikale snijschijf 120 (fig. 7) strekt zich omhoog uit tussen de stilstaande steunstaaf 58 en de rechtlijnige steunstaaf 30 in de buurt van de 35 uitsparing 124, zodat ze omhoog de spiermagen 38 insnijden om de spiermagen te ";splijten". Het onderpart 94 van de transportketting blijft elke spiermaag grijpen en houdt de spiermagen vast, terwijl ze gesneden worden.
Nadat de spiermagen zijn gesneden, bewegen 40 ze van de vertikale snijschijf .120 op de steunrail 125 en be- 8 0 2 0 1 Cj 3 -13- ginnen ze op het hellende deel van de verwerkingsbaan (fig. 8) te bewegen. De losgesneden delen 126 en 128 bewegen op de roterende schoonmaakwielen 129 en 130 en de straalvormige schroefgangen van de schoonmaakwielen, die bewegen met een 5 grotere snelheid dan de spiermagen 38 trekken de losgesneden delen 126 en 128 verder uit elkaar. De watermondstukken 134 spuiten water omhoog in de losgesneden delen van de spiermagen (fig.9). Terwijl de spiermagen vanaf de bovenste delen van de schoonmaakwielen 129 en 130 bewegen, houden de ge-10 leidingsstangen 140 en 141, die zich uitstrekken vanaf de bovenste delen van de schoonmaakwielen de losgesneden delen van de spiermagen uit elkaar, terwijl andere watermondstukken 134 schoonmaakwater omhoog richten in de losgesneden spiermagen (fig.10). De spiermagen passeren dan vanaf de 15 einden van de geleidingsstangen 140, 141, 143, 144 en 145 in de afstroopsectie 21, waar de spiermagen omlaag worden gedrukt in aanraking met de afstrooprollen en de buitenlaag of "huid" van de spiermagen daarvan wordt verwijderd.
Hoewel deze uitvinding is beschreven in 20 detail met bijzondere verwijzing naar een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm daarvan, zal het duidelijk zijn, dat variaties en modificaties kunnen worden uitgevoerd binnen de geest en omvang van de uitvinding, zoals hierboven beschreven en gedefinieerd in de bijgaande conclusies.
802 0 1 0 3

Claims (22)

1. Werkwijze voor het verwerken van spiermagen van gevogelte, waarbij de spiermagen in volgorde eerst bewegen langs een horizontale baan en dan omhoog langs een hellende baan en terwijl de spiermagen langs de horizonta-5le baan worden bewogen, de met de spiermagen verbonden ingewanden worden gedwongen om vrij onder de spiermagen te hangen, waarbij de verbindingszone van de ingewanden met de spiermagen onder de spiermagen ligt, en de ingewanden van de spiermagen worden afgesneden en de onderste delen van de spiermagen 10 waar de ingewanden met de spiermagen waren verbonden, omhoog worden ingesneden, terwijl de spiermagen van de horizontale baan naar de omhoog hellende baan bewegen, de losgesneden delen van de spiermagen worden uitgespreid en los materiaal van binnen uit de spiermagen wordt verwijderd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin de stappen waarbij de spiermagen in volgorde langs een horizontale baan bewegen en ingewanden worden gedwongen om vrij onder de spiermagen te hangen, omvatten het plaatsen van de spiermagen op een oppervlak dat is gevormd door een paar 20 langwerpige evenwijdige naast elkaar liggende steunvlakken, waartussen een sleuf is gevormd, waarbij ten minste één van deze steunvlakken een cilindrische trommel met een spiraalvormige schroefgang omvat en de cilindrische trommel om zijn langsas roteert, waarbij het bovenvlak van de trommel naar 25 het andere steunvlak beweegt, en de spiermagen van boven worden aangegrepen en verder langs de horizontale baan worden geduwd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap waarbij de spiermagen langs de horizontale baan wor- 30 den geduwd, het van boven aangrijpen van de spiermagen met een part van een bewegende kettingtransporteur omvat, terwijl de spiermagen van onderen steunen op een paar naast elkaar liggende steunvlakken, die evenwijdig zijn aan het part van de transportketting, waarbij tenminste één van de steunvlakken 35 is voorzien van een spiraalvormig oppervlak en het éne steunvlak roteert in een richting, die de spiermagen met de kettingtransporteur langs de horizontale baan doet bewegen.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap van het uitspreiden van de losgesneden delen van 8020103 -15- de spiermagen en het verwijderen van los materiaal van binnen uit de spiermagen het bewegen van de spiermagen langs een rail omvat, waarbij de losgesneden delen van de spiermagen zich aan weerszijden van de rail uitstrekken en terwijl 5 de spiermagen langs de rail bewegen, de losgesneden delen bewegen over een paar schoonmaakwielen en de schoonmaakwielen roteren, zodat hun bovenvlakken in de bewegingsrichting van de spiermagen bewegen.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waar-10 bij de stap van het roteren van de schoonmaakwielen het roteren van de schoonmaakwielen met een grotere oppervlakte-snelheid dan de snelheid van de spiermagen langs de rail omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie 4, m e t 15 het kenmerk, dat de stap, waarbij de losgesneden delen over een paar schoonmaakwielen bewegen, het bewegen van de losgesneden delen over een paar schoonmaakwielen met spiraalvormige schroefgangen omvat, waarbij de schroefgangen op de bovenvlakken van de wielen volgens een hoek achterwaarts 20 vanaf de rail aan elke zijde van de rail zijn gericht, waarbij de stap van het roteren van de schoonmaakwielen het roteren van de schoonmaakwielen met een grotere oppervlaktesnelheid dan de snelheid van de spiermagen langs de rail omvat, waardoor de spiraalvormige schroefgangen van de schoonmaak-25 wielen delen van de spiermagen verder uit elkaar drukken.
7. In eén werkwijze voor het verwerken van spiermagen van gevogelte de stappen waarbij gespleten spiermagen bewegen langs een rechtlijnige rail met de losgesneden delen van de spiermagen aan weerszijden van de rail en ter-30 wijl de spiermagen langs de rail bewegen, de losgesneden delen van de spiermagen op de bovenvlakken van een paar schoonmaakwielen bewegen en de schoonmaakwielen roteren om assen, die zich loodrecht ten opzichte van de rail uitstrekken.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarin de 35 stap, waarbij de losgesneden delen van de spiermagen op de bovenvlakken van een paar schoonmaakwielen bewegen, het bewegen van de losgesneden delen van de spiermagen op de bovenvlakken van een paar schoonmaakwielen met spiraalvormige schroefgangen omvat, waarbij de schroefgangen op de boven-40 vlakken van de schoonmaakwielen zich achterwaarts uitstrekken 8020103 -16- langs de rail en waarbij de stap van het roteren van de schoonmaakwielen het roteren van de bovenvlakken van de schoonmaakwielen in de bewegingsrichting van de spiermagen omvat, zodat de spiraalvormige schroefgangen van de schoon-5 maakwielen de losgesneden delen van de spiermagen verder uit elkaar spreiden.
9. In een werkwij ze voor het verwerken van spiermagen van gevogelte de stappen, waarbij spiermagen worden geplaatst op een paar evenwijdige rechtelijnige naast 10 elkaar liggende steunvlakken, waartussen een sleuf is gevormd, waarbij tenminste één van de steunvlakken een zich daaromheen uitstrekkende spiraalvormige schroefgang heeft, waarbij de aan de spiermagen bevestigde ingewanden door de sleuf hangen, tenminste het éne steunvlak wordt geroteerd om de spiermagen 15 te doen bewegen langs de lengte van de steunvlakken naar een horizontaal snijblad, dat zich uitstrekt over de steunvlakken waarbij de spiermagen over het horizontale snijblad bewegen om de ingewanden van de spiermagen af te snijden en het met de spiermagen verbonden deel van de ingewanden beweegt in een 20 verbrede ruimte van de sleuf, waardoor de ingewanden van de spiermagen kunnen vallen, de spiermagen langs de steunvlakken bewegen naar een vertikaal snijblad, dat zich omhoog uitstrekt door de sleuf, de spiermagen omhoog worden ingesneden met het vërtikale snijblad, de spiermagen van het snijblad 25 bewegen op een rechtlijnige steunrail met de losgesneden delen van de spiermagen zich uitstrekkend aan weerszijden van de steunrail en los materiaal van binnenuit het opengesneden deel van de spiermagen wordt verwijderd, terwijl de spiermagen langs de rail bewegen.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waar bij de stap van het verwijderen van los materiaal van de binnenzijde van het opengesneden deel van de spiermagen het bewegen van de losgesneden delen van de spiermagen over een paar schoonmaakwielen omvat, die zich aan weerszijden van de 35 steunrail bevinden en het roteren van de schoonmaakwielen, zodat hun bovenvlakken langs de bewegingsrichting van de spiermagen langs de steunrail bewegen.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 en verder met inbegrip van de stap van het afstropen van de 40 spiermaagbuitenlaag van de spiermagen. 8 0 2 0 1 0 S -17-
* 12. In een werkwijze voor het verwerken van spiermagen van gevogelte, de stappen waarbij spiermagen in volgorde worden geplaatst op een paar op afstand van elkaar liggende evenwijdige steunvlakken, waartussen een sleuf 5 is gevormd, waarbij de met de spiermagen verbonden ingewanden zich omlaag door de sleuf uitstrekken, de spiermagen aan de bovenzijde van de steunvlakken worden aangegrepen en de spiermagen langs de steunvlakken bewegen met het onderpart van een transportketting en terwijl de spiermagen langs de 10 steunvlakken bewegen de ingewanden van de spiermagen worden afgesneden op een punt onder de spiermagen en boven de steunvlakken, met een snij schijf, die zich door de sleuf tussen de steunvlakken uitstrekt de spiermagen bovenwaarts worden ingesneden om de spiermagen te splijten, de spiermagen met 15 het onderpart van de transportketting van de snij schijf bewegen op een steunrail met de losgesneden delen van de spiermagen zich aan weerszijden van de steunrail uitstrekkend, en los materiaal uit de spiermagen wordt verwijderd, terwijl de spiermagen langs de steunrail bewegen.
13. Inrichting voor het verwerken van de spiermagen van gevogelte, voorzien van een roterende trommel, die een cilindrisch oppervlak vormt, waarop een spiraalvormige schroefgang is aangebracht, een rechtlijnige roterende steunstaaf, die zich evenwijdig aan en naast de roterende 25 trommel uitstrekt en met de roterende trommel een sleuf vormt, aandrijfmiddelen voor het draaien van de bovenvlakken van de roterende trommel en de steunstaaf naar de sleuf, waardoor wanneer gevogelte—spiermagen zijn geplaatst op de trommel en de steunstaaf, de spiermagen worden bewogen langs de trommel 30 en de steunstaaf en de met de spiermagen verbonden ingewanden zich omlaag uitstrekken door de sleuf, waarbij de roterende steunstaaf zich uitstrekt voorbij een eind van de roterende trommel en is voorzien van daaromheen aangebrachte spiraalvormige schroefgangen, waarbij een stilstaande steunstaaf 35 zich vanaf de roterende trommel naast de roterende steunstaaf uitstrekt en daartussen een sleuf vormt, die zich over dezelfde afstand uitstrekt als de tussen de roterende trommel en de roterende steunstaaf gevormde sleuf, waarbij een transportketting is voorzien van een onderpart, dat boven en even-40 wijdig aan de sleuf tussen de roterende steunstaaf en de stil- 8020103 • -18- staande steunstaaf beweegbaar is, waardoor wanneer spiermagen van gevogelte het eind van de roterende trommel bereiken ze worden bewogen langs de roterende steunstaaf en de stilstaande steunstaaf door de transportketting en de roterende steun-5 staaf, waarbij een eerste snijschijf zich uitstrekt over de stilstaande steunstaaf en de roterende steunstaaf om onder de langs de steunstaaf bewegende spiermagen te snijden om de ingewanden van de spiermagen te verwijderen, waarbij een tweede snijschijf zich omhoog door de sleuf tussen de steun-10 staven uitstrekt om omhoog te snijden in de spiermagen, en waarbij middelen zijn aangebracht om los materiaal uit de spiermagen te verwijderen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de stilstaande steunstaaf is voorzien van een uitsparing 15 tegenover de sleuf tussen de steunstaven op een punt onder de eerste snijschijf.
15. Inrichting volgens conclusie 13, waarin de stilstaande steunstaaf is voorzien van een uitsparing tegenover de sleuf tussen de steunstaven op een punt bij de 20 tweede snijschijf.
16. Inrichting volgens conclusie 13 en volgende, voorzien van een steunrail, die zich in lijn met de tweede snijschijf uitstrekt voor het daarop opnemen van de ingesneden spiermagen van gevogelte, waarbij het onderpart 25 van de transportketting zich uitstrekt over deze steunrail en evenwijdig daaraan is, en waarbij de middelen voor het verwijderen van los materiaal uit de spiermagen van gevogelte een paar schoonmaakwielen omvatten, die zich aan weerszijden van de steunrail bevinden en middelen om de schoonmaakwielen 30 te roteren om assen, loodrecht op de steunrail, waarbij de bovenvlakken van de schoonmaakwielen bewegen in de bewegingsrichting van het onderpart van de kettingtransporteur.
17. Inrichting voor het verwerken van spiermagen van gevogelte, voorzien van een stilstaande recht- die 35 lijnige steunstaaf, een roteerbare steunstaaf^naast de stilstaande steunstaaf en evenwijdig daaraan is geplaatst en daartussen een sleuf vormt, waarbij de roteerbare steunstaaf is voorzien van een spiraalvormige schroefgang om zijn oppervlak, en een kettingtransporteur is voorzien van een on-40 derpart, dat zich uitstrekt over de steunstaven en daaraan 8020103 -19- evenwijdig is, waardoor wanneer spiermagen van gevogelte worden geplaatst op de steunstaven, de rotatie van de roteerbare steunstaaf en de beweging van de kettingtransporteur veroorzaakt, dat de spiermagen langs de steunstaven bewegen.
18. Inrichting volgens conclusie 17 en volgende, voorzien van een eerste roterende snij schijf, die zich uitstrekt in een dwarsvlak over de steunstaven om de ingewanden van de spiermagen af te snijden en een tweede roterende snijschijf, die zich opwaarts door de sleuf tussen 10 de steunstaven uitstrekt om de onderste delen van de spiermagen in te snijden.
19. Inrichting volgens conclusie 18 en volgende, voorzien van een steunrail, die zich evenwijdig aan het vlak van de tweede roterende snijschijf uitstrekt 15 om door de tweede roterende snijschijf gesneden spiermagen daarop op te nemen met de spiermagen aan weerszijden van de steunrail, en een paar schoonmaakwielen, die zich aan weerszijden van de steunrail bevinden en roteerbaar zijn om assen die zich loodrecht op de steunrail uitstrekken en middelen 20 voor het roteren van de schoonmaakwielen.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarin de schoonmaakwielen elk zijn voorzien van spiraalvormige schroefgangen daarop en waarin de middelen voor het roteren van de schoonmaakwielen zijn voorzien van middelen voor het 25 roteren van de bovenvlakken van de schoonmaakwielen, zodat de delen van de spiraalvormige schroefgangen bij de steunrail voorlopen op de van de steunrail afgelegen delen.
21. Inrichting voor het verwerken van spiermagen van gevogelte, voorzien van een steunrail, een 30 paar schoonmaakwielen, die zich aan weerszijden van de steunrail uitstrekken en roteerbaar zijn om assen, die loodrecht staan op de steunrail , en middelen voor het roteren van de schoonmaakwielen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waar-35 in de schoonmaakwielen zijn voorzien van spiraalvormige schroefgangen daarop. 8020103
NL8020103A 1979-03-05 1980-03-04 Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte. NL8020103A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US1715579 1979-03-05
US06/017,155 US4249284A (en) 1979-03-05 1979-03-05 Poultry gizzard processing system

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8020103A true NL8020103A (nl) 1981-01-30

Family

ID=21781029

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8020103A NL8020103A (nl) 1979-03-05 1980-03-04 Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4249284A (nl)
JP (1) JPS56500239A (nl)
DK (1) DK469480A (nl)
GB (1) GB2058544B (nl)
NL (1) NL8020103A (nl)
WO (1) WO1980001867A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107006582A (zh) * 2017-05-26 2017-08-04 杜邦 禽胗开口机及禽胗开口设备

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4538325A (en) * 1980-08-19 1985-09-03 Centennial Machine Company, Inc. Gizzard harvesting machine
US4382313A (en) * 1980-08-19 1983-05-10 Centennial Machine Co., Inc. Gizzard harvesting machine
NL8101055A (nl) * 1981-03-04 1982-10-01 Stork Pmt Inrichting voor het afscheiden van de spiermaag van geslacht gevogelte.
US4395795A (en) * 1981-03-09 1983-08-02 Hazenbroek Jacobus E Poultry gizzard processing system
US4608732A (en) * 1982-05-04 1986-09-02 Hill William J Gizzard harvesting process
US4524491A (en) * 1982-05-04 1985-06-25 Hill William J Gizzard harvesting apparatus and process
US4570296A (en) * 1982-05-04 1986-02-18 Hill William J Gizzard harvesting apparatus
US4590643A (en) * 1983-01-26 1986-05-27 Hill William J High yield gizzard harvesting apparatus
US4815166A (en) * 1988-01-19 1989-03-28 Foodcraft Equipment Company Method and apparatus for processing turkey gizzards
US4799292A (en) * 1988-03-25 1989-01-24 Centennial Machine Company, Inc. Gizzard peeling apparatus
BR8301641U (pt) * 2003-08-15 2005-04-05 Carlos Antonio Miozzo Disposição construtiva aplicada em desengordurador de moela
US8172652B2 (en) * 2007-01-02 2012-05-08 Tyson Foods, Inc. Method and apparatus for harvesting livers and hearts
US20080280550A1 (en) * 2007-01-02 2008-11-13 Tyson Foods, Inc. Method and apparatus for processing gizzards
CN103704312B (zh) * 2013-01-10 2015-07-08 尹振军 一种动物肠自动清理剖切机
CN103704311B (zh) * 2013-01-10 2015-06-24 左海彤 一种动物肠自动清理剖切机用输送装置
BR102020021320A2 (pt) * 2020-10-19 2022-04-26 Mauro Tiecher Máquina de limpeza de miúdos de aves de abate
CN114073267B (zh) * 2021-11-10 2022-11-08 南京深农智能装备有限公司 一种全自动禽胗黄皮清理机

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2245329A (en) * 1937-07-28 1941-06-10 Gerh Arehns Mek Verktad Ab Method of eviscerating and cleaning fish
US2787806A (en) * 1953-03-19 1957-04-09 Gen Foods Corp Gizzard cleaning machine
GB994648A (en) * 1962-06-15 1965-06-10 Fisadco Ltd Improvements relating to fish-dressing machines
US3704484A (en) * 1971-01-19 1972-12-05 Laitram Corp Insert rolls for shrimp peeling machines
US3952371A (en) * 1973-01-24 1976-04-27 Lapine Robert L Method and apparatus for processing shrimp
NL165913C (nl) * 1973-04-16 1981-06-15 Stork Brabant Bv Inrichting voor het bewerken van het ingewandenpakket van geslacht gevogelte.
US4073040A (en) * 1975-08-13 1978-02-14 Hill Carl J Machine for process of poultry gizzards
US4074390A (en) * 1976-02-27 1978-02-21 Pieter Meyn Fowl gizzard separator
NL182276C (nl) * 1976-11-28 1990-04-17 Meyn Pieter Inrichting voor het opensnijden, schoonmaken en pellen van spiermagen van gevogelte.
US4203178A (en) * 1978-07-25 1980-05-20 Hazenbroek Jocobus E Gizzard processing system

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107006582A (zh) * 2017-05-26 2017-08-04 杜邦 禽胗开口机及禽胗开口设备
CN107006582B (zh) * 2017-05-26 2023-06-09 杜邦 禽胗开口机及禽胗开口设备

Also Published As

Publication number Publication date
US4249284A (en) 1981-02-10
GB2058544A (en) 1981-04-15
JPS56500239A (nl) 1981-03-05
WO1980001867A1 (en) 1980-09-18
GB2058544B (en) 1983-10-05
DK469480A (da) 1980-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8020103A (nl) Verwerkingssysteem voor de spiermagen van gevogelte.
EP0786206B1 (en) Expandable poultry thigh deboner
US7059954B2 (en) Method and device for processing a poultry leg
US4203178A (en) Gizzard processing system
EP0439780A1 (en) On-line thigh deboner
US4395795A (en) Poultry gizzard processing system
US4073040A (en) Machine for process of poultry gizzards
US5173076A (en) Thigh deboner with tray conveyor
US6024636A (en) Expandable poultry deboner having a pre-cut installation
US6027404A (en) Poultry thigh deboner with movable stripper
NL9101050A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bewerken van de huid van een poot van een geslachte vogel.
US5697837A (en) Poultry breast filleting apparatus
CA1151008A (fr) Dispositif pour enrouler des morceaux de matiere
NL2011369C2 (en) Skinning installation and method for removing skin from slaughtered poultry parts.
NL8402165A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van borstvlees van een gevogeltekarkas.
NL2013324A (en) Flexible and adjustable roller scrapers.
JPS59135832A (ja) かにを処理する装置および方法
US4718145A (en) Apparatus and method for eviscerating scallops
US5005258A (en) Method and apparatus for eviscerating scallops
NL8302495A (nl) Snijmachine.
US5186680A (en) Poultry deskinning apparatus
NL8202240A (nl) Gecombineerde inrichting voor het van de ingewanden afscheiden en verder verwerken van de spiermagen van geslachte vogels.
US6406366B1 (en) Method and apparatus for removing pin bones
US10617126B2 (en) Poultry skinner with belt
US20230165262A1 (en) Method and apparatus for removing skin from animal parts

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed