NL8302495A - Snijmachine. - Google Patents

Description

«- Μ %

Snijmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het in de gewrichten doorsnijden van ledematen van geslacht vee, zoals vleugels van kippen.

De uitvinding beoogt de ledematen van geslacht vee, zoals 5 vleugels van kippen, in de gewrichten door te snijden cp snelle en goedkope wijze met zo min mogelijk toepassen van menselijke arbeid.

Dit is volgens de uitvinding mogelijk door een eindloze, ccntinu aangedreven transporteur met dragers voor het dwars op de transportrichting dragen van de ledematen, waarbij de dragers voor-10 zien zijn van klemorganen voor het vasthouden van de ledematen ai waarbij tenminste een mes boven de dragers zodanig is opgesteld dat de dragers de ledematen langs het mes voeren zodat het mes de gewrichten in de ledematen doorsnijdt.

Nabij de aanvang van de bovenloop van de transporteur wordt 15 op elke drager, bijvoorbeeld met de hand, een van de ledematen, ingeklemd tussen de klemorganen waarna de ingeklemde ledematen door de transporteur langs de messen worden gevoerd. De messen snijden de ledematen in hun gewrichten tot losse delen die nabij de aanvang van de onderloop van de transporteur uit de klemorganen vallen in 20 een stelsel van valgoten. Hierbij dient bedacht te worden dat de ledematen, zoals vleugels van kippen, in de gewrichten gebogen zijn en in die vorm kleinren tussen de klemorganen, maar dat na het doorsnijden van de gewrichten, de delen van de ledematen door verlies van onderlinge samenhang niet langer geklemd zijn tussen de verder 25 dan de dikte van de leden van de ledematen van elkaar opgestelde klemorganen, zodat de onderling losse delen van de ledematen van de onderste boven gekeerde dragers bij de aanvang van de onderloop van de transporteur vallen.

Bij voorkeur bestaan de klemorganen voor het vasthouden van 30 de door te snijden ledematen bij elke drager uit vanuit de drager cnhoog reikende staven waartussen telkens één van de ledematen steek-baar is en klemt na naar de drager te zijn gedrukt.

Hierbij kunnen tenminste enkele van de staven van elke drager 8302495 * » 2 zodanig gebogen zijn dat de voeten van de staven een geringer oppervlak begrenzen dan de vrije einden van de staven.

Bovendien kan volgens de uitvinding de dwarsdoorsnede van elke staaf afgerond zijn met uitzondering van een vlakker deel bij elke 5 staaf dat dient voor het aangrijpen van de door te snijden ledeiraten.

Andere mogelijke aanvullende canstructies.bij de uitgevonden inrichting zijn aangegeven in de bijgaande conclusies 2, 3, 7, 8 en 9.

De uitvinding zal nu nader worden uiteengezet in de volgende 10 beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld die aangegeven is in de bijgaande tekening.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van het uitvoerings-voorbeeld van de uitgevonden inrichting.

Fig. 2 is een schematisch voer aanzicht van de snijmachine 15 volgens fig. 1 en gezien in de richting van de pijl II in fig. 1.

Fig. 3 is een zijaanzicht in perspectief van een drager als toegepast bij de snijmachine volgens fig. 1 en 2.

Fig. 4 is een schematisch bovenaanzicht van de drager volgens fig. 3 en met een tussen de klemorganen geklemde vleugelvan een kip.

20 Het uitvoeringsvoorbeeld van de uitgevonden snijmachine is volgens fig. 1 voorzien van een transporteur met schakels 2 die elk op zich stijf zijn en die door scharnieren 3 mat elkaar scharnierend gekoppeld zijn tot een eindloze schakelketting. De schakelketting loopt over onkeerrollen 4 en 5 waarbij de schakelketting in zijn 25 bovenloop van de ctrkeerrol 4 naar de cmkeerrol 5 voortbewogen wordt doordat de cmkeerrol 5 door een riet getekende motor wordt aangedreven.

Op elke schakel 2 is een drager 6 bevestigd, waarbij de dragers bijvoorbeeld van kunststof zijn. Elke drager kan volgens fig. 2 aan zijn onderkant voorzien zijn van twee goten 7 die elk een langs de 30 bovenloop van de transporteur reikende rail 8 kunnen omvatten en volgen cm de drager tijdens het snijden van de ledematen stabiel te houden. Omdat de rails 8 zich vanaf de cmkeerrol 4 langs de bovenloop van de schakelketting 2, 3 naar de cmkeerrol 5 reiken, zijn duidelijkheidshalve de rails 8 niet in fig. 1 getekend, maar wel in fig. 2.

35 Zoals blijkt uit fig. 1 en 2 zijn boven de transporteur kort 8302495 *- * 3 voor de achterste crrikeerrol 5 snij schijven 10 opgesteld die door motoren 11 worden geroteerd. In plaats van de snij schijven kunnen stilstaande messen toegepast worden. Elke snijschijf of mes reikt met zijn snij-rand in een gleuf 12 die in elke drager 6 voor elk mes aanwezig is, 5 waarbij het aantal messen gelijk is aan het aantal gewrichten dat bij elk van de ledematen doorgesneden dient te worden. De afstand tussen de messen 10 en dus ook de afstand tussen de gleuven 12 in de dragers 6 hangt af van de afstand tussen de gewrichten in de ledematen waarvan elke drager 6 telkens één draagt en waarbij de ledematen 14 dwars op 10 de transpcrtrichting op de dragers 6 zijn opgesteld volgens fig. 4.

Voor het cp de dragers vastleggen van de ledematen dienen klemcrganen in de vorm van staven 13 en 17 volgens in het bijzonder fig. 3 en 4. De dwarsdoorsnede van de staven is afgerond bijvoorbeeld cirkelrond, en de staven zijn bijvoorbeeld van roestvrij 15 staal. De staven 13 en 17 zijn cp elke drager zodanig cpgesteld dat tussen de staven pp eenzelfde drager bijvoorbeeld een kippevleugel 14 volgens fig. 4 kan worden ingeklemd met de gewrichten 16 van de vleugel boven de gleuven 12 van de drager 6 cm de gewrichten met behulp van de roterende messen 10 door te snijden. Elke staaf 13 en 17 is 20 voorzien van een vlakker deel 15 in zijn oppervlak cm de door te snijden ledematen 14 steviger vast te houden. Teneinde de ledematen 14 met de hand gemakkelijker tussen de staven 13 en 17 te drukken zijn tenminste enkele van de staven cp dezelfde drager 6 zodanig gebogen dat de toppen van de staven een groter oppervlak insluiten dan de 25 voeten van de staven. Daardoor zijn. de ledematen 14 tussen de voeten van de staven 13 en 17 stevig ingeklemd cm te werden gesneden door de messen 10. Volgens fig. 3 en 4 zijn de buitenste staven 17 cp de beide buitenste delen van de drager 6 op de hier beschreven wijze gebogen, terwijl de overige drie staven 13 recht zijn. Echter kunnen meer of 30 minder staven gebogen zijn en kan elke drager 6 voorzien zijn van meer of minder staven dan volgens fig. 3 en 4, waarbij het aantal staven afhangt van de diersoort waarvan de ledematen ingeklemd dienen te worden tussen de staven cp de dragers.

De in de gewrichten 16 door te snijden ledematen 14 35 worden stuk voor stuk met de hand tussen de staven 13 en 17 van een 8302495

ί I

4 drager gestoken en ingeklemd bij de aanvang van de bovenloop van de transporteur, dus bij de ankeerrol 4. De aldus tussen de staven gestoken ledematen worden tijdens het transport tot voorbij de messen 10 omlaag gedrukt door aandrukrails 18 die elk in de transportrichting even-5 wij dig langs de bovenloop van de transporteur boven de dragers 6 en tussen de staven 13 en 17 tot voorbij de messen 10 reiken volgens fig.

1 en 2. Het bovenstrconse einde van elke aandrukrail 18 is omhoog gebogen cm te zorgen dat de ledematen met de onderkant van de aandrukrail in aanraking kanen. De dragers 6 worden door de transporteur ccn-10 tinu voortbewogen en indien de messen 10 roteerbaar zijn worden zij continu geroteerd.

Doordat de delen van de ledematen aanvankelijk hoeken met elkaar insluiten .volgens fig. 4 en de gewrichten stijf zijn, drukken de ledematen 14 tegen de staven 13 en 17 ai worden daardoor vast-15 gehouden door klemmende krachten. Nadat de ledematen door de dragers 6 van de transporteur voorbij de messen 10 zijn gevoerd, zijn de gewrichten 16 van de ledematen 14 door de messen 10 doorgesneden zodat de door de stijve gewrichten opgewekte klemmende krachten tegen de staven 13 en 17 zijn opgeheven waardoor de onderling losse delen van 20 de ledematen los qp de dragers 6 voorbij de messen 10 liggen. Daartoe zijn elk paar staven 17 waartussen volgens fig. 4 de ledematen reiken een weinig verder van elkaar opgesteld dan de dikte van de delen van de ledematen die zich tussen zulk een paar staven 17 bevinden. Voorbij de ankeerrol 5 vallen deze losse delen van de ledematen in valgoten 25 19, 20 en 21 zodat deze losse delen soort bij soort in drie soorten worden qpgevangen voor verdere verwerking.

8302495

Claims (5)

1. 3. Ifechine volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt doordat elke drager voorzien is van een gleuf waarin het mes reikt bij door de transporteur langs het mes voeren van de dragers.
2. 4. Ifechine volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt 15 doordat de klemorganen voor het vasthouden van de door te snijden ledematen bij elke drager bestaan uit vanuit de drager onhoog reikende staven waartussen telkens één van de ledematen steekbaar is en klemt na naar de drager te zijn gedrukt. 5. ifachine volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat tenminste 20 enkele van de staven van elke drager zodanig gebogen zijn dat de voeten van de staven een geringer oppervlak begrenzen dan de vrije einden van de staven.
3. 6. Ifechine volgons conclusie 5, gekenmerkt doordat de dwarsdoorsnede van elke staaf afgerond is met uitzondering van een vlakker 25 deel bij elke staaf dat dient voor het aangrijpen van de door te snijden ledematen.
4. 7. Ifechine volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt doordat bovenlangs een deel van de bovenloop van de transporteur aan-drukorganen reiken tot voorbij de messen waarbij elk aandrukorgaan 30 een schuin cnboog reikend deel omvat dat in de transportrichting boven-strocms van de messen is opgesteld.
5. 8. Machine volgens één der voorgaande- conclusies, gekenmerkt door beneden de aanvang van de benedenloop van de transporteur opgestelde valgoten voor het naar soort opvangen en afvoeren van verschil- 3302495 ,5 V lende soorten delen van de doorgesneden ledematen. 9. Êfechine volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door aanveerszijden langs de bovenloop van de transporteur reikende leidrails welke steken door goten in de onderzijde van elke drager. 8302495