NL8700082A - Servoschakeling. - Google Patents

Description

i' .'i 4

Servos chakeling

Deze uitvinding heeft betrekking op een servo-schakeling voor het standardiseren van f outsignalen, zoals voor het besturen van een lichtvlek bij optisch schrijven, zoals bijvoorbeeld bij videoschijven, compactdisc's en andere dergelijke inrichtingen.

5 Fig. 1 is een blokschema van een bekende servo- schakeling, die gebruikt wordt als automatisch spoorservostelsel in een optische schijf-inrichting. In fig. 1 geeft cijfer 16 een laser-bron aan voor het uitzenden van bijvoorbeeld een bundel opgewekt door een halfgeleiderlaser. Een reflecterende plaat 17 buigt de laserbundel 10 af, welke uitgezonden is door de laserbundelbron 16,. over 90° (dat wil zeggen om de laserbundel te reflecteren in de richting van de pijlen).

De reflecterende plaat 17 kan gedraaid worden rond een draaiingsas 18. Fotodectectoren 19 en 20 ontvangen een laserbundel, die gereflecteerd is door de reflecterende plaat 17 en voeren respectieve foto-15 electrische stromen uit, welke overeenkomen met hoeveelheden aan ontvangen licht. De fotodetectoren 19 en 20 worden aangebracht aan beide zijden van de centrale as van de laserbundel, welke as aangegeven wordt door de stippellijn in fig. 1. Stroom-spanning-omzetters 21 en 22 respectievelijk zetten de foto-electrische stroomuitgangssignalen 20 om door middel van de fotodetectoren 19 en 20 in spanningssignalen. De fotodetectoren 19 en 20, samen met de stroom-spanning-omzetters 21 en 22, omvatten een detectororgaan.

Een differentiële versterkereenheid of signaalver-werkingsorgaan 23 ontvangt respectievelijk bij ingangsaansluitklemmen 25 10 en 11 de spanningssignalen verschaft door de fotodetectoren 19 en 20. De spanningssignalen worden aangevoerd naar een versterker 12 en een optelinrichting 13. Het uitgangssignaal van de versterker 12 en het 870 0 08 2 £ •‘ï - 2 - uitgangssignaal van de optelinrichting 13 worden toegevoerd aan een analoge-delereenheid 14, die bij een uitgangsaansluitklem 15 een servosignaal verschaft. In antwoord op het servosignaal uit de analogedelereenheid 14 bestuurt een besturingseenheid 24 een motor 5 25 teneinde de draaiingshoek van de reflecterende plaat 17 te besturen en om de centrale as van de laserbundel midden tussen de fotodetectoren 19 en 20 te houden. De roterende plaat 17, de draaiings-as 18, de motor 25 en de besturingseenheid 24 omvatten een plaats-bedieningsorgaan.

10 De werking van de schakeling hierboven wordt hier onder beschreven. De laserbundel uit de laserbundelbron 16 wordt weerkaatst door de reflecterende plaat 17 en wordt ontvangen door de twee fotodetectoren 19 en 20. De fotodetectoren 19 en 20 voeren respectieve fotoelectrische stromen uit die variëren in antwoord op de 15 hoeveelheid licht dat ontvangen is. De fotoelectrische stromen worden omgezet in spanningssignalen door respectievelijk stroom-spanning-omzetters 21 en 22. Deze spanningssignalen worden dan toegevoerd aan de differentiële versterkereenheid 23. In de differentiële versterkereeriheid 23 verschaft de differentiële versterker een ver-20 schiluitgangssignaal dat bijvoorbeeld een verschuiving van de optische as vanaf het schijfspoor aangeeft. De optelinrichting 13 verschaft een uitgangssignaal voor de totale detectie, dat wil zeggen een somuitgangssignaal. In de analoge-delereenheid 14 verdeelt het som-uitgangssignaal van de optelinrichting 13 het verschiluitgangs-25 signaal van de differentiële versterker 12 teneinde een servosignaal te verschaffen met een gestandardiseerd uitgangsniveau. Het uitgangssignaal van de analogedelereenheid 14 wordt toegevoerd aan de besturingseenheid 24 om de motor 25 aan te drijven zodat de optische as op de deellijn tussen de fotodetectoren 19 en 20 gehouden wordt.

30 De hierboven beschreven servoschakeling is een spoorservoschakeling. Een focuseerservoschakeling bezit nagenoeg dezelfde schakelinrichting als de spoorservoschakeling en wordt gebruikt voor het vertikaal verplaatsen van een objectieflens om deze te focusseren op een voorwerp.

35 De servoschakeling hierboven vereist een kostbare 8700082 t < - 3 - analoge «viereenheid voor het standardiseren, dat wil zeggen het verdelen. Verder wordt een analoog signaal gestandardiseerd en daarom drift of verandert hij. aanzienlijk in de tijd tengevolge van bijvoorbeeld de tijd en door temperatuur veroorzaakte ver-5 anderingen in de analoge schakelingscomponenten. Zo bezit de servoschakeling een nogal kleine betrouwbaarheid.

Bovendien, omdat de servoschakeling hierboven analoge schakelingen omvat, moeten de verschilhoeveelheden (dat wil zeggen het verschil tussen de plaats aangegeven door de foto-10 detector en de werkelijke plaats van de lichtvlek) weggewerkt worden. Dergelijke forten ontstaan uit fouten van de optische stelsel-inrichting, of dergelijke. Het wegwerken van dergelijke fouten vereist dat bijstellingen uitgevoerd worden voor elke servoschakeling door het aanleggen vaneen spanning via een variabele 15 weerstand of dergelijke aan de schakeling. Zo bezit de servoschakeling die hierboven beschreven is een slechte nauwkeurigheid en een instabiliteit en wordt beïnvloed door temperatuurveranderingen en door de tijd.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding de 20 hierboven beschreven moeilijkheden op te heffen.

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een servoschakeling die goedkoop te vervaardigen is, die een grote betrouwbaarheid bezit, eh die stabiel werkt in de tijd.

25 Een volgend doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een servoschakeling waarin het servosignaal gedigitaliseerd wordt zodat verschilhoeveelheden automatisch gedetecteerd, vastgezet en verbeterd worden, waarbij zo de nauwkeurigheid en de stabiliteit van de schakeling verbeterd wordt.

30 Een uitvoeringsvoorbeeld van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding dat de voorkeur: heeft omvat een standardiseerorgaan dat een analoog-digitaal-omzetter (hierna "A/D-omzetter") omvat, die een analoog verschiluitgangssignaal uit fout-sensoren (dat wil zeggen fotodetectoren) en een analoog somuitgangs-35 signaal uit de fortsensoren, dat werkt als een referentieingangssignaal voor de A/D-omzetter, opneemt. De A/D-omzetter heeft de werking om het foutsignaal te digitaliseren en te standardiseren.

8700082 - 4 - • ^

Een uitvoeringsvoorbeeld van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding omvat ook een tijdindelings-schakelorgaan, dat de tijdindelingsverwerking uitvoert zodat een enkele A/D-omzetter foutsignalen digitaliseert en standardiseert 5 door meerdere servostelsels.

In de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding wordt een A/D-omzetter en een digitaal-analoog-omzetter (hierna "D/A-omzetter") ingevoegd in de hoogtes van een servo-stelsel om het servosignaal te digitaliseren, zodat het signaal 10 gemakkelijk vastgezet en digitaal verwerkt kan worden. Eveneens omvat worden een signaalopwekorgaan en een verschilverbeterings-orgaan welke automatisch de verschillen van de foutdetectoren detecteren, vast zetten en verbeteren. In het bijzonder wordt het uitgangssignaal van het signaalopwekorgaan toegevoerd aan het 15 servostelsel om een te besturen voorwerp aan te spreken en bij de piek van het somuitgangssignaal van de foutdetectoren wordt het verschil gedetecteerd uit het uitgangssignaal van de A/D-omzetter en wordt vastgehouden. Het gedetecteerde verschil wordt voortdurend toegevoerd aan het servostelsel om automatisch te 20 compenseren voor de gedetecteerde verschuiving.

Een ander uitvoeringsvoorbeeld van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding omvat naast de bovenbeschreven schakelingselementen een geheugenorgaan voor het vastzetten van het servosignaal synchroon met de draaiing van de schijf, 25 en. een schakelorgaan voor het toevoeren van dit vastgezette: servo signaal aan het servostelsel. Zoals hierboven besproken compenseert de schakeling volgens de onderhavige uitvinding elk verschil. Verder worden de mate aan spoorexcentriciteit en de mate van janken, verbonden met de schijf, vastgezet in het geheugenorgaan synchroon 30 met het draaien van de schijf. Dit gegeven wordt voortdurend bijge werkt zodat, wanneer het servosignaal onregelmatig is tengevolge van een spoorsprong of uitval, het in het geheugenorgaan vastgezette gegeven toegevoerd wordt als een servosignaal aan het servostelsel via het schakelorgaan, waarbij zo voorkomen wordt dat het voorwerp 35 vandaan verplaatst wordt uit het aftastgebied van de detectoren.

870 0 08 2 » « - 5 -

Fig. 1 is een blokschema van een bekende servo- schakeling; fig. 2 is een blokschema van een eerste uitvoe-ringsvoorbeeld van servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding; 5 fig. 3 is een meer gedetailleerd blokschema van het uitvoeringsvoorbeeld uit fig. 2; fig. 4 is een tijdschema voor de werking van de schakeling volgens fig. 3; fig. 5 is een schakelschema voor het uitvoerings-10 voorbeeld uit fig. 2; fig. 6 is een blokschema van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de onderhavige uitvinding; fig. 7 is een golfvorm die het principe van het detecteren van een verschilwaarde toont; 15 fig. 8 is een schema van golfvormén:-welke uitgangs signalen (1) tot (13) tonen, aangeduid in fig. 6; fig. 9 is een schakelschema dat een voorbeeld toont van een uitval-sensor; en fig. 10 is een schema van golfvormen van signalen, 20 aangeduid in fig. 9.

De uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding die de voorkeur hebben zullen beschreven worden onder verwijzing naar de figuren 2-7, waarin gedeelten, die in hm werking overeenstemmen met die welke beschreven zijn onder verwijzing naar fig. 1, 25 aangeduid .worden met overeenkomstige referentiecijfers en tekens.

Fig. 2 is een blokschema van een uitvoeringsvoorbeeld van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding. In fig. 2 geeft cijfer 26 een schakelaar aan voor het kiezen van de verschilüit-gangssignalen van één van de operationele versterkers 12 op een tijd-30 deelbasis. Een standardiseerorgaan (bijvoorbeeld een A/D-omzetter 27) zet het verschilsignaal (analoogsignaal), verschaft via dé schakelaar 26, om in een digitaalsignaal, waarbij het somuitgangssignaal van de operationele versterker 13 als een referentiespanning gebruikt wordt.

Een vergrendelingsschakeling 28, die flip-flop-schakelingen omvat, 35 zet het uitgangssignaal van de A/D-omzetter 27 vast. D/A-omzetters 29 zetten de digitale signalen, die vastgehouden worden in de vergrendelingsschakeling 28, om in een analoogsignaal. De operationele versterkers 12, de optelinrichting 13, de A/D-omzetter 27, de schakelaar 26, 8709082

V

- 6 - de vergrendelingsinrichting 28 en de D/A-omzetters 29 omvatten een signaalverwerkingsorgaan.

De werking van de servoschakeling volgens fig. 2 loopt als volgt. In de servoschakeling wordt ofwel een focusseer-5 foutsignaal ofwel een spoorfoutsignaal gekozen door de schakelaar 26 op tijdindeelbasis. Het gekozen signaal wordt omgezet in digitale vorm door een A/D-omzetter 27. De A/D-omzetter 27 werkt om het foutsignaal (verschilsignaal) digitaal te verdelen door het som-signaal. Het uitgangssignaal van de A/D-omzetter 27 is daarom een 10 gestandardiseerd signaal, dat vastgezet wordt in de vergrendelings- schakeling 28. Het uitgangssignaal van de vergrendelingsschakeling 28 wordt omgezet in analoge vorm door de D/A-omzetters 29, waarvan de uitgangssignalen toegevoerd worden via respectieve stuurschake-lingen 27 om de overeenkomstige motoren 25 te besturen.

15 De figuren 3 en 4 zijn respectievelijk een blok- schema en een tijdschema voor het beschrijven van de details van de werking van het eerste uitvoeringsvoorbeeld van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding. In fig. 3 geeft cijfer 30 een oscillatorschakeling aan, die bijvoorbeeld oscilleert bij 1,6 MHz 20 en heeft een pulsbreedte van 0,3125^3. Een klokpulsopwekschakeling 31 verdeelt het uitgangssignaal van de oscillatorschakeling 30 wat frequentie betreft. De klokopwekschakeling verschaft: schakelklok-pulsen 32 en 33, welke frequenties bezitten die hoger zijn dan de frequentieband van de servoschakeling en die tegengesteld in fase 25 zijn ten opzichte van elkaar; een bemonsteringsklok 34; en vergrende- lingsklokpulsen 35 en 36 die synchroon zijn met de schakelklokpulsen 32 en 33.

De schakelaar 26, getoond. in:: fig. 2, omvat analoge-schakelaars 26a en 26b (fig. 3) welke verbonden worden tussen de 30 analoge-ingangsaansluitklem van elke A/D-omzetter 27 en de verschiluitgangssignaalaansluitklem van de operationele versterkers 12. De schakelaars 26a en 26b wordenin werking gesteld respectievelijk door de schakelklokpulsen 32 en 33. De vergrendelingschakeling- 28 uit fig. 2 omvat flip-flops 28a en 28b (fig. 3) welke verbonden worden 35 tussen de uitgangsuitsluitklem van de A/D-omzetter en de respectieve ingangsaansluitklemmen van de D/A-omzetters 29 van de getoonde servo-stelsels. De flip-flops 28a en 28b worden in werking gesteld door respectievelijk de hierboven beschreven vergrendelingsklokpulsen 35 en 36. De analogs schakelaars 26a en 26b en de flip-flops 28a en 28b 870 0 082 i - 7 - en de oscillatorschakeling 30 en 31 vormen een tijdverdelings-schakelorgaan.

In, het uitvoeringsvoorbeeld van fig. 3 kunnen analoge schakelaars 26a en 26b partij nummer HI-201 vervaardigd 5 door Harris Co. omvatten; de A/D-omzetter 27 kan produktnummer MP7683 (8 bits), vervaardigd door Micropower Systems Co. omvatten? de flip-flops 28a en 28b kunnen produktnummer SN74LS273, vervaardigd door TI Co. omvatten; en de D(A-omzetter 29 kan een produktnummer DAC08, vervaardigd door PMI Co omvatten, 10 verder kunnen de operationele versterkers 12, 13, 21 en 22 in fig. 3 produktnummer LF412, vervaardigd door National Semiconductor Co. omvatten; en de besturingsschakelingen kunnen de hierboven beschreven operationele versterkers of soortgelijke schakelingen met transistoren omvatten.

15 Een schakelschema van het uitvoeringsvoorbeeld in fig. 2 ziet eruit zoals getoond is in fig. 5. De werking van de schakeling uit fig. 3 wordt hieronder beschreven onder verwijzing naar fig. 4.

In fig. 6 geeft cijfer 37 een optelinrichting 20 weer voor het optellen van een verschilwaarde (hieronder beschre ven) bij het uitgangssignaal (geindentificeerd als (1) in fig. 6) van de hierboven beschreven A/D-omzetter 27. De multiplexinrichting 38 schakelt een hoofdlus, een. geheugeninrichting 41 (hieronder beschreven), een schakeling 45 voor het opwekken van een drie-25 hoekige golfvorm (hieronder beschreven) en een schakeling 46 voor het opwekken van spoorspringpulsen (hieronder beschreven). De multiplexinrichting 38 verschaft een uitgangssignaal (13). In fig. 6 geeft cijfer 39 een vergrendelingsschakeling aan. De vergréndelingsschakeling 39 ontvangt een uitgangssignaal (3) van 30 de vertragingsschakeling 47, die een uitgangssignaal (2) ontvangt van· de A/D-omzetter 27. Een filter 40 verwijdert harmonische couponenten, omvat in het uitgangssignaal van de hierboven beschreven A/D-omzetter 27, De geheugeninrichting 41 zet het uitgangssignaal (5) van het filter 40 en de uitgangssignalen (6) en (7) 35 van de schakeling 46 voor het opwekken van spoorspringpulsen en-- van een uitval-sensor 49 (hieronder beschreven). Deze uitgangssignalen worden vastgezet synchroon met de draaiing van de schijf.

8700082 i 1 : . - 8 - ύ

Meer in het bijzonder wordt de schijf geroteerd door een schijf-aandrijfmotor, die voorzien wordt van een draaiingscodeerinrichting, zodat het uitgangssignaal van de draaiingscodeerinrichting de draaisnelheid van de aandrijfmotor bestuurd. Een teller in 5 het geheugen 41 heeft de werking om het uitgangssignaal van de draaiingscodeerinrichting te tellen teneinde het uitgangssignaal uit de A/D- omzetter 27 vast te zetten, dat de positie op de schijf weergeeft. Zo is het mogelijk het uitgangssignaal van de A/D-omzetter 27 vast te zetten bij een adres dat overeenkomt met 10 een beoqgde plaats op de schijf. In dit geval wordt de teller aangepast, om teruggesteld te worden wanneer hij het aantal pulsen opgewekt in overeenstemming met één rotatie van de draaiingscodeerinrichting telt.- Daarom wordt het adres, overeenkomende met een beoogd punt op de schijf, altijd hetzelfde gemaakt. De uitgang 15 (9) van het geheugen 41 wordt verbonden met de multiplexinrichting 38. Cijfer 42 geeft een piekdetectieschakeling'aan, die het tijdstip detecteert waarop het somuitgangssignaal ; van de optel-inrichting 13 een piekwaarde bereikt. Een teller 43 telt bijvoorbeeld totdat de piektijd gedetecteerd wordt. Een schakeling 44 20 voor een optellingsgemiddelde vergrendelt het uitgangssignaal (1) van de A/D-omzetter 27 bij het piektijdstip, voor zo vaak als ingesteld door de teller 43, en onderwerpt de vergrendelde (1) uitgangssignalen aan een optellingsmiddeling teneinde een verschil-waarde (4) te verschaffen. De schakeling 45 voor het opwekken van 25 een driehoekige golf en de schakeling 46 voor het opwekken van spoorspringpulsen worden verbonden met de multiplexinrichting 38 om respectievelijk uitgangssignalen (11) en (12) daaraan te verschaffen. De teller 43 en de opwekschakelingen 45 en 46 worden bestuurd door een besturingsinrichting 48.

30 De hierboven beschreven multiplexinrichting 38, het geheugen 41 en de schakeling 45 en 46 voor het opwekken van een driehoekige golf geven bijvoorbeeld een schakelorgaan, een geheugen-orgaan en een signaalopwekorgaan van de servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding. De piekdetectieschakeling 42, de teller 43, 35 de schakeling 44 voor het optellingsgemiddelde en de optelinrich- ting 37 omvatten een verschilverbeteringsorgaan 51 om een uitgangssignaal (10) te leveren, dat getoond is in fig. 6. Deze schakelingselementen worden verschaft tussen de A/D-omzetter 27 en 870 0 08 2 * * - 9 - de D/A-omzefcter 29, waarbij zo signaalverwerkingsorganen 50 gevormd worden in de schakeling volgens . onderhavige uitvinding.

Pig. 7 is een golfvorm die het principe van het detecteren van een verschilwaarde verschaft door de fotodetectoren 5 (foutsensoren) toont. Het somuitgangssignaal : van de fotodetec toren bevindt zich bij een maximum (piek) wanneer, in het geval van automatisch focuseren, de lens gefocusseerd wordt op het voorwerp, en wanneer, in het geval van automatisch sporen, de lichtvlek zich bij het midden van het spoor bevindt. In deze twee . iQ omstandigheden moet het verschil-uitgangssignaal van de foto detectoren nul zijn. Daarom, indien, wanneer de piekwaarde van het somuitgangssignaal gedetecteerd wordt, het verschiluitgangs-signaal gelezen wordt, kan een verschilwaarde die een verschil ten opzichte van nul weergeeft verkregen worden.

De servoschakeling volgens de onderhavige uitvinding condenseert automatisch voor elke verschilwaarde zoals hieronder beschreven. De driehoekgolf, opgewekt door de schakeling 45 voor het opwekken van de driehoekige golf, wordt via de multiplex-inrichting 38 toegevoerd, waarbij veroorzaakt wor.dt dat het » 2q servostelsel de reflecterende plaat 17 verplaatst en zo de laser bundel verplaatst ten opzichte van het midden tussen de fotodetectoren 19 en 20. Wanneer de bundel zo verplaatst is wordt de piekwaarde van het somuitgangssignaal van de fotodetector gedetecteerd door de piekdetectieschakeling 42. Wanneer de piekwaarde gedetecteerd wordt, wordt het signaal (.1) (dat het gedigitall-seerde verschiluitgangssignaal is)·,vergrendeld door de schakeling 44 voor het optelgemiddelde. De werking van het vergrendelen van het verschiluitgangssignaal op een tijdstip dat een piek van het somuitgangssignaal Y plaats-vindt wordt bijvoorbeeld acht maal herhaald afhankelijk van de waarde van de teller 43. De 30 verschiluitgangssignalen (1) die zo vergrendeld zijn worden gemiddeld door de schakeling 44 voor het optelgemiddelde teneinde een verschil-(4) waarde/ te verschaffen. Gedurende de feitelijke werking van de schakeling wordt de vastgezette (dat wil zeggen- gemiddelde) verschilwaarde toegevoerd aan de hoofdlus via optelinrichting 37 om 35 te compenseren voor een verschil in het verschilsignaal.

De werking van het geheugen 41 wordt hieronder 8700082 * w.

- lobe schreven. Het servosignaal (1) (verkregen door het digitaliseren van het verschiluitgangssignaal ) wordt toegevoerd aan het filter 40 teneinde de harmonische componenten daaruit te verwijderen. Het uitgangssignaal van het filter 40 wordt vastgezet in het geheugen 5 41, synchroon met de draaiing van de schijf.

Fig. 8 is een schema van golf vormen welke uitgangssignalen (1) tot (13), hierboven beschreveft, aanduiden. In fig. 8 toont gedeelte (8) de golfvorm van het uitgangssignaal (8), dat een signaal weergeeft voor het hernieuwen van een adresgegeven. Het 10 signaal kan geleverd worden na het detecteren van een bepaalde draaisnelheid van een aandrijfmotor van de optische schijf, of kan opgeslagen worden bij een bepaalde positie van de optische schijf verderop.

Fig. 9 is een schakelschema, dat een voorbeeld 15 toont van een uitvalsensor 49, én fig. 10 is een schema van golf- vormen welke de golfvormen .tonen van de signalen (a) tot (c).

Een uitval .vindt plaats vanwege bijvoorbeeld een kras op de optische schijf, die verstrooiing of absorptie van de laserbundel bij het oppervlak van de optische schijf veroorzaakt. Het 20 plaatsvinden van het uitvallen kan gedetecteerd worden door het detecteren van een abrupt afnemen van het somuitgangssignaal dat de totale hoeveelheid weerkaatst licht weergeeft. Dienovereenkomstig, zoals getoond in fig. 9, wordt het somuitgangssignaal toegevoerd aan een laagdoorgangsfilter teneinde een gemiddeld niveau van het signaal 25 te detecteren. Het uitgangssignaal van het laagdoorgangsfilter wordt onderworpen aan spanningsdeling., teneinde een signaal (b) te verkrijgen en het signaal (b) wordt dan vergeleken met het somuitgangssignaal teneinde een uitgangssignaal (c) te leveren dat plaats vinden van uitvallen weergeeft.

30 Indien de uitval gedetecteerd wordt door de uit valsensor 49 wordt het servosignaal erg onregelmatig, waarbij fouten in de servoschakelingswerking veroorzaakt worden. Indien in dit geval het servosignaal in het geheugen 41 toegevoerd wordt via de multiplex-inrichting 38 worden vervolgens aanzienlijke fouten in de servowerking 35 vermeden, omdat de toestand van de schijf, vastgezet bij een vorige omwenteling, gebruikt wordt als het signaal (1).

Soortgelijke verwerking kan plaatsvinden wanneer de laserbundel springt over aangrenzende sporen in antwoord op een spring- 8700082 • * - 11 - -* % ·* pulssignaal, dat opgewekt wordt na ontvangen van een springinstructie-signaal uit de besturingsinrichting 48« Het springpulssignaal is een pulssignaal voor versnellen/vertragen zodat de verplaatsing van de laserbundel versneld wordt naar het midden van de aangrenzende sporen 5 en dan vertraagd wordt. Gedurende de springwerking wordt het spring pulssignaal gesuperponeerd op een gewoon stuursignaal.Zo worden fouten tengevolge van het springen vermeden door het toepassen van de gegevens uit het geheugen 41.

Het zo verkregen servosignaal wordt toegevoerd aan 10 de vergrendelingsschakeling 39 waar het indelen in de tijd hiervan bijgeregeld wordt. De vertragingspuls wordt verkregen door het vertragen van het uitgangssignaal (2) dat het voltooien van de A/D-omzetting aangeeft over een tijdsperiode/ vereist voor digitaal verwerken in de volgende schakeling, zoals de optelinrichting 37, 15 de multiplexinrichting 38 en dergelijke. De tijdsperiode ligt bij voorbeeld in het gebied van 50 tot 500 ns. Het uitgangssignaal van de vergrendelingsschakeling 39 wordt omgezet in een analoog signaal door de D/A-omzetter 29.

Alhoewel de uitvinding beschreven is onder verwijzing 20 naar een optische schijf (waaronderbegrepen een videoschijf en een compactdisk) is de idee van de uitvinding van toepassing op een servoschakeling voor een magneetschijf of elke andere servoschakeling. Bovendien dienen de uitvoeringsvoorbeelden volgens de onderhavige uitvinding die hierboven beschreven zijn om de onderhavige uitvinding 25 te illustreren, en deskundigen zullen vele wijzigingen en veranderingen hierin herkennen. Het kader van de onderhavige uitvinding wordt niet beperkt door de toegelichte uitvoeringsvoorbeelden, maar wordt in plaats daarvan bepaald door de volgende conclusies.

8700032

Claims (7)

1. Servoschakeling, gekenmerkt door: een plaatsbedieningsorgaan voor het verplaatsen van een voorwerp in antwoord op een servosignaal; een detectororgaan met meerdere uitgangssignalen voor 5 het veranderen van een eerste serie van de uitgangssignalen in ^overeenstemming met de positie van het voorwerp; en signaalverwerkingsorgaan voor het opnemen van de uitgangssignalen van het detectororgaan voor het digitaal verwerken van de eerste serie uitgangssignalen zodat een som van de eerste 10 serie uitgangssignalen een verschil van de eerste serie uitgangs signalen standardiseert en het servosignaal verschaft, dat verandert in overeenstemming met het verwerken van <è eerste serie uitgangssignalen.

2. Servoschakeling volgens conclusie 1, met het 15 kenmerk, dat het signaalverwerkingsorgaan omvat: een A/D-omzetorgaan voor het omzetten van een analoog ingangssignaal in digitale vorm in overeenstemming met de som van de eerste serie uitgangssignalen en voor het als een digitaal uitgangssignaal verschaffen van de digitale vorm van het analoge 20 ingangssignaal, waarbij de digitale vorm van het verschil van de eerste uitgangssignalen overeenkomt met het servosignaal; en een orgaan voor het verschaffen van het verschil van de eerste serie uitgangssignalen met het analoge ingangssignaal.

3. Servoschakeling volgens conclusie 2, gekenmerkt 25 door: een extra plaatsbedieningsorgaan voor het verplaatsen van een extra voorwerp in antwoord op een extra servosignaal, en doordat, het detectororgaan organen omvat voor het veranderen van 30 een tweede serie uit meerdere uitgangssignalen in overeenstemming met de plaats van het extra voorwerp, en doordat, het orgaan voor het verschaffen tijddelerschakelorganen omvatten voor het selectief verschaffen van het verschil van de eerste serieuitgangssignalen en een verschil van de tweede serie 35 uitgangssignalen met het analoog ingangssignaal van de A/D-omzet- organen, zodat een digitale vorm van het verschil van de tweede 8700082 ' - 13 - - *. « serie uitgangssignalen overeenkomt met het extra servosignaal.

4. Servoschakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk/ dat de signaalverwerkingsarganen omvatten: verschilverbeteringsorganen voor het detecteren van een 5 verschil van het uitgangssignaal van het A/D-omzetorgaan, waarin de som van de eerste serie uitgangssignalen zich bij een piekwaarde bevindt,en voor het optellen van het gedetecteerde verschil bij het uitgangssignaal van het A/D-omzetorgaan.

5. Servoschakeling volgens conclusie 4, met het 10 kenmerk, dat het verschilverbeteringsorgaan omvat: signaalopwekorganen voor het veranderen van de plaats van het voorwerp en van het extra voorwerp door een voorafbepaalde hoeveelheid verandering, en organen voor het verkrijgen van een gemiddelde waarde 15 van het uitgangssignaal van het A/D-omzetorgaan, wanneer de som van de eerste serie uitgangssignalen zich bij een piekwaarde bevindt, waarbij de gemiddelde waarde overeenkomt met het gedetecteerde verschil.

6. Servoschakeling volgens conclusie 5, met het 20 kenmerk, dat het signaalverwerkingsorgaan omvat: geheügenorganen voor het vastzetten van het uitgangssignaal van het A/D-omzetorgaan en voor het selectief verschaffen van het vastgezette uitgangssignaal wanneer het servosignaal in antwoord op het uitgangssignaal van de A/D-omzetorgaan fout is. 25

7. Servoschakeling volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het signaalverwerkingsorgaan omvat: een D/A-omzetorgaan voor het omzetten van het servosignaal en het extra servosignaal in analoge vorm. —o—o—o—o—o—o—o—o— 8700082