NL8601520A - Elastisch afdichtingsprofiel voor vensters of dergelijke. - Google Patents

Description

i 4 86.3047/Iem/MW -1-

Elastisch afdichtingsprofiel voor vensters of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een elastisch afdichtingsprofiel voor vensters of dergelijke met een 5 voetgebied, dat met vasthoudlippen bezet is, en met een zich hierop aansluitend afdichtingsgedeelte in de vorm van een hol profiel.

Dergelijke afdichtingsprofielen worden in de meest verschillende vormen in de venster- en deurenbouw 10 uitgebreid toegepast en hebben sedert vele jaren uitstekend voldaan. Moeilijkheden treden bij dergelijke gebruikelijke afdichtingsprofielen voor vensters, deuren of dergelijke zeer zeker dan op, wanneer twee-vleugelige vensters of deuren zonder middenstijl afgedicht moeten worden, dat 15 wil zeggen dergelijke vensters of deuren, waarbij de beide vleugels in gesloten toestand in het midden van de opening slechts tegen elkaar, doch niet tegen een bijbehorend ko-zijnhout kunnen afsteunen.De toepassing van gebruikelijke venster- of deurafdichtingen in dergelijke vleugels doet 20 daarbij vanwege de afdichtingsoverlapping in het midden-ste gebied van de beide vleugels op niet onaanzienlijke problemen. In het verleden heeft men getracht dit zo op te lossen, dat men de afdichtingen niet als rondlopende afdichtingen op de vleugelramen aanbracht, maar veeleer 25 een rondlopende afdichting in het lichtkozijn en dan een extra middenafdichting op een venstervleugel toepaste.

Dit leidt in het praktische toepassingsgeval echter tot het nadeel, dat de vensterbouwer twee verschillende frees-werktuigsets voor het frezen van de voetlijsten voor de 30 betreffende afdichtingen nodig heeft, hetgeen in het bijzonder voor een kleiner handwerksbedrijf een niet onaanzienlijke uitgave betekent. Hierbij kwam de problematiek van de aan de boven en onder bij de middenvleugel toch optredende overlapping van deze middenafdichting 35 met de andere, in het lichtkozijn rondlopend aangebrachte afdichting. De middelste afdichting moest boven en onder de rondlopende afdichting in het lichtkozijn overlappen, zodat bij het sluiten ook de andere niet van een midden- 8601520

ί I

-2- afdichting voorziene vleugel boven resp. onder afgedicht werd.

Hier nu wil de uitvinding een verbetering verschaffen en een elastisch afdichtingsprofiel voorstellen, 5 dat bij een onberispelijke afdichtfunktie door venster-en deurenbouwers zonder moeilijkheden een met relatief zeer geringe inspanning toegepast kan worden, daarbij het gebruik van twee verschillende freeswerktuigsets niet vereist en rondlopend op de beide vleugels in één vlak 10 aangebracht kan worden.

Volgens de uitvinding wordt dit bij een afdichtingsprofiel van het aan het begin genoemde type bereikt, doordat de afdichtingsgedeelte is uitgevoerd als een dubbele holle doorsnede, die twee naast elkaar liggende, 15 spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar aangebrachte holle doorsneden bezit, waarbij de beide holle doorsneden een zich in hoofdzaak over de hoogte van de afdichtingsgedeelte uitstrekkende middenlijst gemeenschappenjk bezitten, in het bovenste eindgebied waarvan weer aan de beide 20 zijden vanaf het voetgebied ervan afstaande afdichtlijsten uitkomen, waarvan elk zowel bij zijn bovenste aansluit-plaats op de middenlijst alsmede bij zijn onderste voet-punt (dat wil zeggen aan het begin van de betreffende af-dichtlijst) voorzien is van een zich in lengterichting van 25 een afdichtingsprofiel uitstrekkende afscheurinkeping. de vormgeving van het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding maakt het mogelijk om aan elk van de beide vleugels, het afdichtingsprofiel zodanig rondlopend aan te brengen, dat het driezijdig (dat wil zeggen aan de drie vleugel-50 zijden, die niet het gemeenschappelijke, de andere vleugel overlappende middengedeelte vormen) onveranderd kan rondlopen, terwijl over het middengedeelte bij de beide pro-fielstrengen de ene van de beide enkele holle doorsneden van het afdichtingsgedeelte zeer eenvoudig verwijderd wordt 55 (hetgeen door afscheuren van de betreffende aan de zijkant gelegen afdichtlijst bij de boven en onder aanwezige afscheur-inkepingen gemakkelijk door de bedieningsman handmatig uitgevoerd kan worden). Daarbij worden de afdichtings-profielen, die om de beide vleugels lopen, in gelijke 40 richting ingebouwd, waarbij in het gebied van het midden- i** J* : * s ” ' * r *

'V

-3- < « gedeelte (waarin de beide venstervleugels elkaar gedeeltelijk overlappen) op elke venstervleugel slechts één van de beide enkele holle doorsneden van het afdichtingsge-deelte van de betreffende rondlopende afdichtingsstreng 5 aanwezig is. De bij elk van de beide afdichtingsprofielen in het middengebied van de vleugels als afdichtingsgedeelte toegepaste enkele holle doorsnede wordt daarbij zo gelegd, dat de beide enkele holle doorsneden van de twee afdichtingsprofielen met hun middenlijsten tegen elkaar aanlig-20 gen en tegen elkaar gedrukt worden, zodat ze samen wederom ongeveer de breedte van het oorspronkelijke afdichtingsgedeelte van een enkel afdichtingsprofiel opvullen. Doordat in dit middengebied de beiden nog achterblijvende af-dichtingsgebieden van de beide afdichtingsprofielen, die 25 tegen elkaar aan komen te liggen, steeds als een in zich gesloten holle doorsnede uitgevoerd zijn,wordt in het geheel ook een voldoende stabiliteit en stevigheid bij het onderlinge tegen elkaar aandrukken gewaarborgd, hetgeen een probleemloze afdichting waarborgt.

20 Het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding verschaft dus in beginsel de mogelijkheid om in het middengebied, waarin de beide venstervleugels elkaar gedeeltelijk overlappen, de breedte van de totale afdichting door eenvoudig verwijderen van steeds een helft van het 25 afdichtingsgedeelte van elk van de beide afdichtingsprofielen het resterende afdichtingsgedeelte in de breedte bij wijze van spreken "te halveren", hetgeen mogelijk maakt, dat aansluitend de op deze wijze "gehalveerde" doorsneden van de afdichtingsgebieden van de beide vleu-30 gels door het tegen elkaar aanliggen en onderlig aandrukkend bij het sluiten van de vleugels wederom een geheel afdichtingsinzetstuk opleveren, dat overeenkomt met de oorspronkelijke breedte van aan elk afdichtingsgebied.

De afscheurinkepingen kunnen op elke passende 35 wijze zijn uitgevoerd, waarbij slechts gewaarborgd moet zijn dat een eenvoudig afscheuren van de steeds niet benodigde resp. niet gewenste enkele holle doorsnede in het afdichtingsgebied mogelijk is. Een uitvoeringsvorm van de afscheurinkepingen die heel bijzonder de voorkeur verdient, bestaat echter daarin, dat ze in de vorm van aan beide S δ 0 i 310 V ï -4- zijden van de wand van de betreffende afdichtlijst aangebrachte, in lengterichting verlopende kerven zijn uitge-voerd, zodat daar een doorsnedeverkleining vanaf de beide zijden van de wand van de betreffende lijstdoorsnede ont-5 staat en het afscheurgedeelte ongeveer centraal in het midden van de wanddikte ligt. Daarbij is het van voordeel, wanneer in het gebied van de afscheurinkepingen de wanddikte van de telkens betreffende lijst tot op éénderde of éénvijfde van de uitgangswaarde is verkleind, waarbij 10 een daarboven uitgaande verkleining van de wanddikte niet meer nagestreefd moet worden, aangezien dan de totale stabiliteit van de na het verwijderen overblijvende, van gelijke kerven voorziene holle doorsnede in het gebied van het elkaar overlappende middengebied van de vensters 15 of de deuren mogelijkerwijze niet meer geheel voldoende zou kunnen zijn, wanneer geen extra maatregelen getroffen worden.

Met bijzondere voorkeur worden de langskerven bij de afscheurinkepingen in doorsnede als spits toelopen-20 de kerven uitgevoerd, hetgeen uit vervaardigingstechnisch oogpunt geen moeilijkheden oplevert en een gemakkelijk afscheuren van de te verwijderen zijlijsten zonder krachtsinspanning mogelijk maakt.

Bij voorkeur worden bij de afdichting volgens de 25 uitvinding de voetpunten van de aan de zijkant gelegen afdichtlijsten steeds op een zeker afstand van de midden-lijst aangebracht, waarbij ze, evenals deze middenlijst, op een boven aan het voetgebied in de vorm van een profiel-verdikking uitgevoerde doorsnede (afdichtingskopdrager) 30 liggen en, wederom bij voorkeur, de bovenste vasthoudlip van het voetgebied als deze afdichtkopdrager is uitgevoerd alsmede in doorsnede ervan een tenminste tweemaal zo grote dikte als de resterende vasthoudlippen van het voetgebied bezit. Door deze uitvoering krijgt de steeds in het mid-35 dengebied van de elkaar overlappende venstervleugels achterblijvende enkele holle doorsnede ook in zijn (in doorsnede gezien) voetgebied met het oog op de te bereiken afdichtkrachten resp. de gewenste afdichtwerking een bijzonder goede stabiliteit.

^ Een uitvoeringsvorm van het afdichtprofiel vol- Λ ·/». J ij .) Λ \S> - v-* *'*=» r v -5- gens de uitvinding die heel bijzonder de voorkeur verdient, bestaat daarin, dat ook in het voetgebied een in de lengterichting van het profiel verlopende afscheurkerf is aangebracht, die met voordeel ongeveer op de halve hoogte van 5 het voetgebied kan zijn aangebracht. In meerdere praktische toepassingsgevallen voor dergelijke elastische af-dichtingsprofielen is het van voordeel, wanneer op het voetgebied tenminste vier vasthoudlippen boven elkaar zijn aangebracht en de afscheurkerf in hoogte tussen de tweede 10 en derde vasthoudlip (vanaf het voeteinde gezien) is aangebracht, waarbij deze, met zeer bijzondere voorkeur onmiddellijk vóór de derde vasthoudlip kan zijn aangebracht.

Deze uitvoeringsvorm van het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding maakt het mogelijk dat naast de aanpassing 15 van het afdichtingsgedeelte in het middelste overlappings-gebied van de beide vleugels, daar ook nog met een verschillende zijwaartse verplaatsing van de beide afdichtings-doorsnede ten opzichte van elkaar (teweeggebracht door de betreffende vormgevingen van de vleugelramen) rekening 20 gehouden kan worden, zonder dat er groefdiepten met verschillende grootte voor het voetgebied nodig zijn. Want op deze wijze is het eveneens heel eenvoudig mogelijk, bij de venstervleugel, waarbij in dit middengedeelte de afstand vanaf de groefbodem van de vasthoudgroef voor het 25 voetgebied tot het overlappingsgebied van de beide af- dichtingsgedeelten kleiner is dan bij andere venstervleugel, met dit feit door eenvoudig afscheuren van een passend gedeelte yan het voetgebied van de profiel afdichting, rekening te houden. Meer zeer bijzondere voordelen kunnen 30 ook meerdere afscheurkervan op verschillende hoogten in het voetgebied aangebracht worden, zodat een veelvoud van afscheurmogelijkheden een passende breedtevariatie voor het instellen van afzonderlijke zijwaartse verplaatsing van de beide afdichtingsdoorsneden ten opzichte van 35 elkaar in het middengebied van de vensters geeft.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding bestaat daarin, dat de aan de zijkant gelegen afdichtlijsten in onbelaste toestand (dat wil zeggen in niet-ingebouwde toestand) 40 vanaf de profielverdikking in hoofdzaak rechtlijnig (vlak) 0 0 v : -6- schuin naar buiten toe lopen en steeds via een bovenste verbindingslij st eveneens in hoofdzaak rechtlijnig met de middenlijst verbonden zijn, waarbij, wederom bij voorkeur, de bovenste verbindingslijst het einde van de schuin 5 naar buiten toe lopende afdichtlijsten met het bovenste einde van de lijst verbindt en daarbij het einde van de afdichtlijst iets verder van het voetgebied verwijderd is als het einde van de middenste afdichtlijst, zodat de verbindingslijst vanaf de afdichtlijst naar de middenlijst 10 schuin naar achteren verloopt. Hierdoor kan een zodanige vormgeving voor een enkele holle doorsnede in het afdich-tingsgebied van het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding worden bereikt, dat de verbindingslijst bij afdichtende aangrijping dat wil zeggen bij het in de richting van 15 de middenlijst bewegen van de schuin naar buiten toe lopende afdichtlijst een werkzame bijdrage aan het opbouwen van een elastische terugstelkracht en daardoor aan het bereiken van goede afdichtwerking geeft.

Bij voorkeur worden de middenlijst en de beide 20 aan de zijkant gelegen schuin lopende afdichtlijsten met een in hoofdzaak konstante en aan elkaar ongeveer gelijke wanddikte uitgevoerd, waarbij daarentegen de verbindings-lijsten met een ten opzichte daarvan geringere wanddikte, die bij voorkeur slechts 50% tot 60% van de wanddikte van 25 de afdichtingslijsten resp. de middenlijst uitmaakt, zijn uitgevoerd.

Het is verder van groot voordeel wanneer de schuin naar buiten toe lopende afdichtlijsten (in doorsnede gezien) onmiddellijk boven hun voetpunt voorzien zijn van 30 een naar de middenlijst toe uitstekende instulping, waardoor beter een vlak aanliggen van de afdichtlijst tegen de af te dichten vlakken bij afdichtende aangrijping beter mogelijk wordt dan in het geval dat de zijlijst over zijn totale spreidlengte rechtlijnig of gebogen verloopt.

35 Deze instulping wordt bij voorkeur in doorsnede rond uitgevoerd, waarbij de ronding in het bijzonder de vorm moet hebben van een deel van een cirkel. Bijzonder goede af-dichtomstandigheden ontstaan wanneer de instulping zich ongeveer over een derde tot een vierde van de totale lengte 40 van de betreffende aan de zijkant gelegen afdichtlijst 5-\ λ i i ' / la V7 "V j .*a -3 -7- uitstrekt-

Bij het afdichtingsprofiel volgens de uitvinding kan met bijzonder voordeel, in doorsnede van de profiel-afdichting, op de naar de middenlijst toe gekeerde binnen-5 zijde van elk van de beide schuin naar buiten toe lopende afdichtlijsten op afstand van het bovenste en onderste einde daarvan een naar de middenlijst toe gericht uitsteeksel aangebracht worden, zodanig, dat hij dan tegen de middenlijst aan komt te liggen, wanneer bij afdichtende 10 aangrijping de bijbehorende afdichtlijst in een in hoofdzaak aan de middenlijst evenwijdige stand is gebracht.

Zou dan een verdere verkleining van de afdichtspleet optreden, dan wordt via deze onderlinge zijwaartse afsteu-ning van de afdichtlijst op de middenlijst een extra, 15 sterke verstijving van de totale doorsnede en daardoor een heel aanzienlijk vergroting van de aandrukkracht van de afdichting tegen de afdichtvlakken teweeggebracht.

De afdichting volgens de uitvinding geeft met verrassend eenvoudige middelen voor het eerst de venster-20 bouwer de mogelijkheid om ook bij twee-vleugelige vensters zonder middenstijl voor de venster-vleugels voor de vleugèls rondlopende afdichtingen toe te passen en daarbij zonder moeilijkheden een uitstekende afdichting te verkrijgen, waarbij het gebruik van verschillende freeswerktuigen 25 niet vereist is. De afdichting volgens de uitvinding kan snel worden ingebouwd, economisch worden toegepast en vermindert de door de vensterbouwer te besteden werktijd voor de montage van de afdichting aanmerkelijk. Bovendien ontstaat ook het voordeel, dat de afdichting rondlopend in 30 één vlak kan worden aangebracht en voor beide vleugels in omtrek gesloten, aan elkaar gelaste afdichtingsframes vooraf vervaardigd kunnen worden. De montage is met een gebruikelijk freeswerktuig mogelijk, waarbij de afdichting ook tegelijkertijd als gebruikelijke aanslagafdichting 35 doelmatig kan worden toegepast.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening in principe als voorbeeld nog nader worden toegelicht. In de tekening is: fig.1 een weergave in perspektief van een streng-40 gedeelte van een profielafdichting volgens de uitvinding; Ü 0 v £ ^ -8- fig.2 een dwarsdoorsnede van de in fig.1 weergegeven afdichting; fig.3 de in fig.2 weergegeven doorsnede van de afdichting, waarbij echter een enkele holle doorsnede in 5 het afdichtingsgebied verwijderd is; fig.4 de in fig.2 weergegeven doorsnede van de afdichting, waarbij echter het gedeelte van het voetgebied onder de inkeepplaats verwijderd is; fig.5 een detaildoorsnede door een in een ven-10 stervleugel van een twee-vleugelig venster ingebouwde profielafdichting volgens de uitvinding op een plaats, die niet in het middengebied (overlappingsgebied van de beide venstervleugels) ligt; fig.6 een detaildoorsnede door het middengebied 13 van een tweevleugelig venster, waarbij in beide venstervleugels elk een profielstrengafdichting volgens de uitvinding (met éénzijdig verwijderde enkele holle doorsnede) is toegepast, alsmede fig.7 een detaildoorsnede op vergrote schaal door 20 het voetgebied van een profielstrengafdichting volgens de uitvinding.

Het in fig.1 en 2 weergegeven afdichtingsprofiel bezit aan zijn onderzijde een voetgebied 1, waarboven zich onmiddellijk een afdichtgedeelte 2 aansluit. Het 25 voetgebied 1 is aan zijn ene zijde met een vlakke rug uitgevoerd, terwijl aan zijn andere zijde schuin naar boven uitstekende afdichtlippen 3 aangebracht zijn. Daarbij is de bovenste afdichtlip ten opzichte van de eronder gelegen afdichtlippen als een duidelijke profiel verdikking 30 4 uitgevoerd, waarvan de wanddikte D (fig.4) tenminste tweemaal zo groot is als die van de andere afdichtlippen. Boven deze profiel verdikking 4 sluit zich dan het afdicht-gedeelte 2 aan, dat uit twee afzonderlijke, in zich gesloten, holle profieldoorsneden 2a en 2b (fig.2) bestaat.

35 Deze beide holle profieldoorsneden zijn naast elkaar aangebracht en bezitten een gemeenschappelijk middenlijst 5, die de beide gesloten holle doorsnede van elkaar scheidt. Verder zijn de beide holle doorsneden 2a en 2b spiegelbeeldig ten opzichte van de hartlijn van de middenlijst 40 5 aangebracht. 1 -ï 4 :? } ? < 1 / i i V *-a» V* -9-

De beide zijlijsten 6 van het afdichtgedeelte 2 lopen, vanaf hun voetpunt bij de profielverdikking 4 gezien, ten opzichte van de middenlijst 5 schuin naar boven en naar buiten toe, waarbij direkt boven het voetpunt 5 van elke zijlijst 6 op de profielverdikking 4 een naar de binnenzijde van de holle doorsnede gerichte uitstulping 8 in de vorm van een deel van een cirkel is aangebracht.

Zoals de figuren duidelijk aangeven, zijn de voetpunten, waar de uitspreidende zijlijsten 6 vanuit de profielver-10 dikking van uitgaan, over een zekere zijwaartse afstand van het overeenkomstige voetpunt van de middenlijst 5 verwijderd. Het bovenste einde van de zijwaarts uitspreidende zijlijst 6 is steeds via een verbindingslijst 7 (vergelijk fig.1 of 3) zodanig met het middenlijst 5 verbonden, 15 dat deze verbindingslijsten 7 steeds in het gebied van het bovenste einde van de middenlijst 5 hierin uitmomen. De bovenrand van de middenlijst 5 is op zijn beurt voorzien van een afronding 12 (vergelijk fig.3), hetgeen in zijn geheel een net aanzien van de afdichting oplevert.

20 Bij de voetpunten van de zijlijsten 6 op de pro fiel verdikking 4 zijn evenals bij de aansluitpunten van de verbindingslijsten 7 op de middenlijst 5 steeds zich in 1angsrichting van het profiel uitstrekkende, in de betreffende lijsten aangebrachte afscheurinkepingen 9a, 9b 25 resp. 10a, 10b gevormd en wel zodanig, dat (in doorsnede van de betreffende lijst gezien) aan beide zijden spitse kervan aangebracht zijn, die de doorsnede plaatselijk tot ongeveer de helft, bij voorkeur tot op een derde tot een vijfde van zijn uitgangswaarde versmallen (de afbeeldingen 30 in de figuren zijn in zoverre niet op schaal, maar dienen enkel als een principiële weergave van het aanbrengen van dergelijke inkepingen). De dikte, waarmee de kerven uitgevoerd worden resp. de nog overblijvende restwanddikte, kan afhankelijk van het materiaal van het elastische af-35 dichtprofiel gekozen worden, waarbij bepaalde materialen een dikkere, andere materialen een geringere restwanddikte vereisen. In elk geval moet de wanddikte zo gekozen worden, dat een probleemloos afscheuren van de afdichtlijst op de betreffende plaats, door bijvoorbeeld een vensterbouwer, 40 zonder grote inspanning kan plaatsvinden, waarbij echter S, , · ' ' 4 \· -10- evenwel de resterende restwanddikte zo bemeten is, dat bij een niet afgescheurde profiellijst, de volledige funktie ervan ten aanzien van de nagestreefde afdichtwerking, en bijgevolg in het bijzonder zijn elastisch terugstelver-5 mogen, in toereikende mate gewaarborgd blijft.

Fig.3 toont de in fig.2 weergegeven afdichting, waarbij één van de beide enkele holle doorsneden van het af-dichtgedeelte, nl. de (in fig.2 rechts weergegeven) holle doorsnede 2b afgescheurd is. Op eenvoudige wijze kan daar-10 door onder handhaving van een afdichtend werkzame holle profieldoorsnede (hier de enkele holle doorsnede 2a) de totale breedte van het afdichtingsgebied 2 tot ongeveer de helft van de uitgangsbreedte gereduceerd worden.

Wat de instulping 8 betreft, deze dient in het 15 bijzonder voor een sneller en beter aanliggen van het boven de instulping 8 aanwezige vlakke restgedeelte van de aan de zijkant gelegen afdichtlijst 6 tegen een bijbehorend aanlegvlak mogelijk te maken, dan het geval zou zijn, wanneer de zijlijst 6 over zijn totale lengte vlak 20 en slechts op de plaats van zijn aansluiting op de profiel- verdikking 4 verzwenkbaar zou zijn. De hoogte Lwaarover de instulping 8 zich naar boven toe uitstrekt, moet ongeveer een derde tot een vierde van de totale lengte Lj van de aan de zijkant gelegen afdichtlijst 6 bedragen.

25 Verder staat, zoals in fig.3 is te zien, het voetgebied 1 ten opzichte van het middenvlak van de mid- denlijst 5 onder een hoek p , waarbij evenwel de aan de zijkant geleg.en aansluitvlakken van de prof iel verdikking 4 steeds evenwijdig aan het middenvlak van de middenlijst 5 30 gericht zijn. Hierdoor kan bij het inbouwen van de profiel-afdichting in de bijbehorende vasthoudgroef van het kozijn, een voorspanning aan de zijde van de rug van de voet tegen het daar aanwezige aanligvlak en daardoor een verbeterde afdichtwerking, reeds in de vasthoudgroef be-35 reikt worden.

Verder is in het voetgebied 1 aan de zijde van de rug van de lijst (dus in fig.l tot 3 links) een afscheur- kerf 11 aangebracht, die (vergelijk fig.7) op afstand h van het vrije einde van van het voetgebied is aangebracht.

40

Bij het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld voor 3S01528 -lieer» profielafdichting bedraagt deze afstand h ongeveer de helft van de lengte H van het voetgebied, gemeten vanaf het vrije einde tot aan de onderkant van de profiel-verdikking 4. Dit maakt het mogelijk dat bij de inbouw een 5 betreffend gedeelte van het voetgebied gemakkelijk afgescheurd. Fig.4 geeft de afdichting van fig.1 en 2 in een toestand weer, waarbij het onder de afscheurkerf 11 liggende voetgedeelte van de afdichting is verwijderd. Hierdoor is de mogelijkheid geschapen om de lengte van het 10 voetgebied gemakkelijk aan de gegeven inbouwomstandigheden aan te passen, dit in het bijzonder dan, wanneer bijvoorbeeld - zoals in fig.6 is weergegeven - profielafdichtingen met verschillende lengten in de beide vensterkozijnen 15a en 15b van het twee-vleugelige venster moeten worden aan-15 gebracht. Zonder meer bestaat echter ook de mogelijkheid om langs het voetgebied 1 meerdere van dergelijke afscheur-kerven 11 op verschillende hoogten aan te brengen, waardoor het variatiegebied van een aanpassing aan verschillende inbouwomstandigheden nog groter wordt.

20 In fig.5 en 6 zijn detaildoorsneden door de in de andere figuren weergegeven profielafdichting in in-bouwtoestand bij een tweevleugelig venster weergegeven, waarbij de afbeelding volgens fig.6 een doorsnede door het middengebied van het venster weergeeft waar de beide 25 venstervleugels elkaar gedeeltelijk overlappen en afgedicht worden, terwijl fig.5 een doorsnede door een plaats op één van de drie andere omtrekszijden van het vensterkozijn 15b weergeeft, waarbij slechts één afdichting tussen het vleugelkozijn 15b en het lichtkozijn 14 van het 30 venster plaatsvindt. De in de figuren weergegeven profielafdichting is bij de afbeeldingen van fig.5 en 6 rondgaand in elke venstervleugel ingebouwd, waarbij in het middengebied, waar de beide venstervleugels elkaar overlappen, het afdichtgedeelte steeds door het verwijderen van één 35 van de beide enkele holle doorsneden van het profiel bij elk van de beide afdichtingen,tot op de helft verkleind is. De beide overblijvende enkele holle doorsneden van de beide rondlopende afdichtingen in de vleugelkozijnen 15a en 15b komen met hun middenlijsten 5 over een overlappings-40 traject (afdichttraject) 13 afdichtend tegen elkaar aan »·. *s > f .

* V y - V ^ -12- te liggen, wanneer de beide venstervleugels gesloten worden (fig.6 toont deze sluitstand). Daarbij worden de zijlijsten 6 van de beide overblijvende holle doorsneden in een vorm gedrukt, waarin ze evenwijdig aan elkaar staan, 5 en waarbij via de verbindingslijst 7 een overeenkomstige afsteundruk op de bijbehorende middenlijsten 5 wordt uitgeoefend en deze afdichtend tegen elkaar alsmede de zijlijsten afdichtend tegen de overeenkomstige aanligvlakken gedrukt worden. Aangezien de afstand van de groefbodem 10 van de vasthoudgroeven van de beide vleugelkozijnen 15a en 15b naar het overlappingsvlak 13 van de middenlijst 5 verschillend van grootte is, werd bij de profielaf-dichting, die hier op de kortere afstand ligt (in fig.6: de in het vleugelkozijn 15b aangebrachte afdichting) het 15 onder de afscheurkerf 11 aangebrachte gebied van de pro-fielvoet verwijderd.

Anders dan in het middengebied, waarin de beide vleugelkozijnen 15a en 15b van het twee-vleugelige venster elkaar overlappen, is bij elke venstervleugel de telkens 20 aan de drie andere omtrekszijden aangebrachte profielaf-dichting echter alleen voor de afdichting tegen het licht-kozijn 14 verantwoordelijk; een dergelijke toestand wordt in de afbeelding volgens fig.5 weergegeven.Aan deze drie andere omtrekszijden van elke venstervleugel blijft de 25 toegepaste profiel afdichting in het gebied van zijn af-dichtgedeelte 2 onveranderd, dat wil zeggen geen van de beide naast elkaar liggende holle doorsneden van het af-dichtgebied wordt verwijderd maar de afdichting voorzover in zijn uitgangstoestand gelaten. Daardoor is gewaarborgd, 30 dat de spleet die even groot als de in het middelste over-lappingsgebied van de beide venstervleugels aanwezige spleet) ook hier door dezelfde afdichting doelmatig afgedicht kan worden.

Als materiaal voor het afdichtprofiel komen alle 35 gangbare en gebruikelijke elastische materialen voor dergelijke aanslagafdichtingen in aanmerking. De uitvoering van de wanddikten van de afzonderlijke afdichtlijsten wordt bij voorkeur (vergelijk fig.4) zo gekozen, dat de wanddikte a van de beide zijlijsten 6 even groot is of iets kleiner 40 wordt uitgevoerd dan de dikte c van de middenlijst 5, waar- 8601520 -13- bij elke lijst echter over zijn hoogte is uitgevoerd met een in hoofdzaak konstante wanddikte. De wanddikte b van de bovenste verbindingslijst kan duidelijk kleiner uitgevoerd worden dan de wanddikten a en c van de zijlijsten 3 6 resp. van de middenlijst 5, waarbij deze zó gekozen moe ten worden, dat bij de verkleining van de spreidhoek tussen de zijlijsten 6 en de middenlijst 5 bij afdichtende aangrijping, de voor een goed aandrukken van de zijlijst 6 tegen de aanliggende afdichtvlakken vereiste krachten 10 zeker opgebouwd worden.

-conclusies- Q $ Λ Λ " o 0 S 2 V i J C Ir

Claims (15)

1. Elastisch afdichtingsprofiel voor vensters of dergelijke met een voetgebied, dat met vasthoudlippen be- 5 zet is, en met een zich hierop aansluitend afdichtings-gedeelte in de vorm van een hol profiel, met het kenmerk, dat het afdichtingsgedeelte (2) is uitgevoerd als een dubbele holle doorsnede, die twee naast elkaar liggende, spiegelbeeldig ten opzichte van elkaar 10 aangebrachte holle doorsneden (2a, 2b) bezit, waarbij de twee holle doorsneden (2a, 2b) een zich in hoofdzaak over de hoogte van het afdichtingsgedeelte 62) uitstrekkende middenlijst (5) gemeenschappelijk hebben, in het bovenste eindgebied waarvan weer aan beide zijden vanaf het voet-15 gebied ervan afstaande afdichtlijsten (6, 7) uitkomen, waarvan elk zowel bij zijn bovenste aansluitplaatsop de middenlijst (5) alsmede bij zijn onderste voetpunt voorzien is van een zich in lengterichting van het afdich-tingsprofiel uitstrekkende afscheurinkeping (9a, 9b; 10a, 20 10b).

2. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afscheurinkeping is uitgevoerd in de vorm van aan beide zijden van de wand van de afdichtlijsten (6, 7) aangebrachte, in lengte- 25 richting verlopende kerven (9a, 9b; 10a, 10b).

3. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat in het gebied van de afscheurinkeping (9a, 9b; 10a, 10b) de wanddikte van de betreffende afdichtlijst (6, 7) tot op éénderde 30 tot éénvijfde van zijn waarde verkleind is.

4. Elastisch afdichtingsprofiel volgens één der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de in lengterichting lopende kerven (9a, 9b; 10a, 10b) bij de afscheurinkepingen in doorsnede als spits toelopende 35 kerven zijn uitgevoerd.

5. Elastisch afdichtingsprofiel volgens één der conclusies 1 tot 4, m e t h e t k e n m e r k, dat de voetpunten van de aan de zijkant gelegen afdichtlijsten (6) op afstand van de middenlijst (5) zijn aangebracht en 40 dat deze tegen een aan de bovenzijde aan het voetgebied 3601520 f2 9 -15- in de vorm van eenprofielverdikking uitgevoerde afdich-tingskopdrager (4) aanliggen.

6. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de bovenste vasthoudlip 5 van het voetgebied 61) als afdichtingskopdrager (4) is uitgevoerd en in doorsnede een tenminste tweemaal zo grote dikte (D) als de andere vasthoudlippen (3) bezit.

7. Elastisch afdichtingsprofiel volgens één der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat ook 10 in het voetgebied (1) een in de lengterichting van het profiel verlopende afscheurkerf (11) is aangebracht.

8. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afscheurkerf (11)'ongeveer op de halve hoogte van het voetgebied (1) is aange- 15 bracht.

9. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat aan het voetgebied (1) tenminste vier vasthoudlippen (3) boven elkaar zijn aangebracht en de afscheurkerf (11) op een hoogte (h) tussen 20 de tweede en derde vasthoudlip is aangebracht.

10. Elastisch afdichtingsprofiel volgens één der conclusies 5 tot 9, met het kenmerk, dat de aan de zijkant gelegen afdichtlijsten (6) in onbelaste toestand vanaf de profielverdikking (4) in hoofdzaak recht- 25 lijnig schuin naar buiten toe lopen en steeds via een bovenste verbindingslijst (7) eveneens in hoofdzaak rechtlijnig met de middenlijst verbonden zijn.

11. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de middenlijst 30 (5) en de schuin naar buiten toe lopende afdichtlijsten (6) een in hoofdzaak konstante, aan elkaar gelijke wanddikte (a, c) bezitten, terwijl de verbindingslijsten (7) met een geringere wanddikte (b) zijn uitgevoerd.

12. Elastische afdichtingsprofiel volgens één der 35 conclusies 5 tot 11, met het kenmerk, dat de schuin naar buiten toe lopende afdichtlijsten (6) in doorsnede gezien direkt boven hun vaetpunt voorzien zijn van een naar de middenlijst (5) toe uitstekende instul-ping (8). 40 .% „> . Λ ,# — .Λ x λ j : ~ * v \t V - - * -v V -16-

13. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de instulping (8) in doorsnede een ronding in de vorm van een deel van een cirkel bezit. 5

14. Elastisch afdichtingsprofiel volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat de instulping (8) zich ongeveer over éénderde tot éénvierde van de totale lengte (Lj) van de schuin naar buiten toelopende verbindingslij sten (7) uitstrekt. 10

15. Elastisch afdichtingsprofiel volgens één der conclusies 5 tot 14, met het kenmerk, dat in de doorsnede van profielafdichting op de naar de middenlijst (5) toegekeerde binnenzijde van elke schuin naar buiten toelopende afdichtingslijst (6), tussen het boven- 15 ste en het onderste einde daarvan, een naar de middenlijst (5) toe gericht uitsteeksel (13) is aangebracht, zodanig dat dit tegen de middenlijst (5) aan komt te liggen, wanneer bij afdichtende aangrijping de bijbehorende afdicht-lijst (6) in een in hoofdzaak evenwijdig aan de midden- 20 lijst (5) verlopende stand is gebracht. 5 6 0 * 3 l υ