NL8500383A

NL8500383A - Werkwijze voor het vervaardigen van een katheter met een zachte vervormbare punt en het verkregen produkt.

Info

Publication number: NL8500383A
Application number: NL8500383A
Authority: NL
Original assignee: Angiomedics Inc
Priority date: 1984-04-05
Filing date: 1985-02-12
Publication date: 1985-11-01
Also published as: FR2562468B1; GB2156680A; US4551292A; DK431184D0; IT8449015A1; NL191756B; DK431184A; FR2562468A1; IT1178140B; CA1210554A; GB8418386D0; JPH0410346B2; NL191756C; GB2156680B; JPS60212172A; DE3506738C2; IT8449015A0; DE3506738A1; DK157840B; DK157840C

Description

P & c * * " ' ! S 6113-2 Ned. je/kk

Korte aanduiding; Werkwijze voor het vervaardigen van een katheter met een zachte vervormbare punt en het verkregen produkt.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op werkwijzen voor het vervaardigen van angiografische katheters en dergeLijke, en meer in het bijzonder op werkwijzen voor- het vormen van zachte vervormbare punten aan de uiteinden van dergelijke katheters.

5 In de Amerikaanse octrooiaanvrage 520.996 van aanvraagster wordt een katheterconstructie beschreven, waarin een voorgevormde zachte vervormbare punt op geschikte wijze aan het uiteinde van een katheterlichaam gebonden is, zodat, wanneer de katheter later in de bloedsomloop van een patiënt gebracht wordt, er door de invoering van de katheter minder 10 schade aan het bloedvat aangericht wordt. Ten einde een gladde doch betrouwbare verbinding tussen het zachte puntgedeelte en het katheterlichaam te scheppen, was het gebruikelijk om het uitwendig oppervlak van het katheterlichaam op een centerloze slijpmachine te slijpen om een zone met minder dikte dichtbij het uiteinde van het katheterinateriaal te vormen en 15 vervolgens een verbinding met overlapping te vormen door het voorgevormde deel met zachte punt op het zo behandelde einde te plaatsen, waar het op zijn plaats gehouden wordt door een geschikt hechtmiddel of andere bindtechniek. Van deze werkwijze is gebleken dat zij. wat langzaam verloopt en, de dwarsdoorsnede dimensies van angiografische katheters in de overweging 20 nemende, kunnen kleine variaties in de dikte van de wand die tijdens de werkwijze van het centerloos slijpen optreden, de ontstane katheter onaanvaardbaar maken, waardoor de bedrijfsopbrengst vermindert en de kosten per katheter hoger worden.

De werkwijzen die de onderhavige uitvinding omvatten laten de vervaar-25 dinging toe van de zachte vervormbare punt aan het eind van een katheterlichaam op een relatief goedkope wijze, terwijl er hoge opbrengsten «urn bruikbare katheters geproduceerd worden.

Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een werktuig in de vorm van een cilindrische draad met daarop aangebracht een symmetrisch 30 gevormd ringvormig uitsteeksel toegepast. De uitwendige diameter van de draad is ongeveer gelijk aan de diameter van de holte van de katheter, terwijl de ringvormige kraal deze dimensie overschrijdt. Vervolgens wordt het uiteinde van de katheter aan een verhoogde temperatuur onderworpen, totdat het thermoplastisch materiaal waarvan het vervaardigd is zijn bereikt. Vervolgens wordt het vormwerktuig in de holte van.de katheter bij zijn uiteinde ingebracht en wordt verder gestuwd in de holte, totdat de kraal of het uitsteeksel de holte binnengaat, ten einde

1 « v I

- 2 - het thermoplastische materiaal van het katheter lichaam bij de kraal uit te laten zetten. Wanneer het katheterlichaam eenmaal op deze wijze uitgezet is, wordt het gedeelte van de punt aan het uiteinde afgekoeld, bijvoorbeeld door afschrikken, en het vormwerktuig wordt er vervolgens 5 uitgehaald, waarbij een uitpuiling met een vantevoren .bepaalde vorm achterblijft, dichtbij de punt aan hèt uiteinde van het katheterlichaam.

Als variatie op de werkwijze van de uitvinding wordt het katheterlichaam bij zijn uiteinde, afgesleten onder vorming van een tapse punt met een vantevoren bepaalde hoek. Het tapsvormige uiteinde wordt vervol-10 gens in een vorm geplaatst en een geschikte kunststof met een lage duro-meterwaarde wordt op het tapsvormige deel van het katheterlichaam gevormd.

Vervolgens wordt de vormdraad met zijn ringvormig uitsteeksel in het gevormde eindgedeelte van de katheter gestoken en wanneer deze goed geplaatst is wordt het eindgedeelte, inclusief de vormdraad, verhit, ten 15 einde de vorm van het vormwerktuig aam. te nemen, en vervolgens door afschrikken gekoeld. Door op juiste wijze de kraal of uitsteeksel op de vormdraad te vormen, is het mogelijk een preferentiële omtreksplooilijn in het gestrekte of verlengde deel vam het uiteinde vam de katheter te veroorzaken.

20 Wanneer de kathetervorm later volgens een vam de twee hierboven be schreven werkwijzen in angiografische of daarmee verbonden procédés toegepast wordt, heeft het puntgedeelte, wamneer dit contact maakt met een vaatwand of met opgehoopte afzettingen op een dergelijke vaatwamd , de neiging zich te vouwen of samen te klappen om de preferentiële plooilijn, 25 daarmee voorziend in een groot contactoppervlak en verminderde druk, zoals in bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 520.996 uitgelegd wordt.

Het is derhalve een hoofddoel van de onderhavige uitvinding om eenvoudige en niet dure werkwijzen- te verschaffen voor het vervaardigen van een zachte vervormbare punt aam het uiteinde vam een angiografische ka-30 theter.

Nog een doel vam de uitvinding is werkwijzen te verschaffen voor het vormen van een zachte vervormbare punt aan het uiteinde van een katheter waarbij de punt van thermoplastisch materiaal gemaakt is dat verschilt van dat van het katheterlichaam.

35 Weer een ander doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor ^hej^jjjj^ren van een zacht vervormbaar puntdeel aan het uiteinde van een angiografische katheter, waarbij het gedeelte vam de eindpunt vantevoren bepaalde profiel- en hardheideigenschappen heeft.

• · · ·! - 3 - schaffen voor het temperatuur-vormen van het uiteinde van angiografische katheter, om zo een zachte vervormbare punt daarop te vormen.

Deze en andere doelen en voordelen worden nader toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm in combinatie met de bijgevoegde 5 tekening, waarbij dezelfde verwijzingscijfers betrekking hebben op dezelfde delen.

Figuur 1 is een processchema dat de hoofdstappen omvat van één werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.

Figuren 2A tot en met 2D tonen dwarsdoorsneden van het uiteinde van 10 de katheter tijdens het puntvormingsprocédé volgens de werkwijze van figuur 1.

Figuur 3 toont een alternatieve opstelling voor het vormen van een zachte vervormbare punt aan het uiteinde vein de katheter volgens de onderhavige uitvinding.

15 Figuren 4A tot en met 4D tonen andere alternatieve werkwijzen voor het vormen van een zachte punt aan het einde van een katheter volgens de uitvinding? en

Figuur 5 toont de configuratie van een vormdraad die representatief is voor die die gebruikt kunnen worden bij het vervaardigen van een angio-20 grafische katheter met een zachte vervormbare punt, wanneer de katheter bestemd is voor gebruik in de cardiologie.

Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvorm 25 Zoals in de techniek bekend is, worden angiografische katheters i gewoonlijk in de bijslagader ingevoerd en door het bloedvatenstelsel gevoerd, zodat voor röntgenstraling ondoorlaatbare kleurstoffen of medicamenten op een vantevoren bepaalde plaats in de bloedsomloop ingebracht kunnen worden als een deel van een diagnostische of een behandelingspro-30 cedure.

Dergelijke katheters behelzen een representatief verlengde, flexibele kunststof buizen met een kleinere diameter dan die van de dwarsdoorsnede van de holte van het bloedvat, waar de katheter doorheen moet gaan. Afhankelijk van het te onderzoeken doelgebied kan het uiteinde deel van de 35 katheter gebogen of gevormd zijn, zoals bijvoorbeeld in de Judkinskatheter, om het vermogen van de katheter om door de opening van een orgaan, zoals BAaPjySUfcNre ostium, te lopen te verbeteren. Voor het >x>p de markt brengen van katheter structuren die volgens de hierboven genoemde Amerikaanse oc-

• · r-ΛΑ ΛΛ/* - ... . . .. 9t --· J .. 1- .1 1 _i _1 j.1. I

- 4 - % \ normal iter een katheterlichaam waaraan een uiteinde deel met een vantevoren bepaalde vorm bevestigd was. Het katheterlichaam behelste representatief eerste en tweede concentrisch t.o.v. elkaar geplaatste buisdelen met een gevlochten roestvrij stalen schede daartussen ingesloten, om zo de gewenste 5 torsie-eigenschappen te verschaffen, hetgeen het makkelijker maakt de katheter te manipuleren door krachten tóe te passen op het vrijliggende dichtstbijzijnde einde daarvan. Het puntgedeelte werd in het algemeen vervaardigd van een geschikt thermoplastisch materiaal, bijvoorbeeld polyurethaan, dat gehard was tot de gewenste vorm voor het hierboven reeds 10 vermelde doel. Dergelijke katheters volgens de stand der techniek hadden ' representatief een stomp uiteinde. De relatief harde stompe kunststoffen punt Vein de katheter volgens de stand der techniek had de mogelijkheid een bloedvat te doorboren, hetgeen spoedprocedures veroorzaakte om de schade te herstellen.

15 Pogingen dit soort ongelukken te voorkomen hebben geleid tot de ont wikkeling van een katheter met zachte punt die in de Amerikaanse octrooiaanvrage 520.996 van aanvraagster beschreven staat. De onderhavige uitvinding is een uitbreiding van dat eerdere werk en heeft betrekking op vervaardigingswerkwijzen waarbij op een manier die eenvoudiger en minder 20 duur is dein de benadering in bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage een zachte vervormbare punt gevormd kan worden uit uiteinden van een kunststoffen angiografische katheter.

Onder verwijzing naar de figuren 1 en 2 en volgens de eerste werkwijze is de eerste stpp het bereiden van het katheterlichaam. Deze werkwijze 25 kan procédés volgens de stand der techniek behelzen, zoals beschreven staat in Amerikaans octrooischrift 3.585.707, die, wanneer men dit volgt, een katheterlichaam levert dat versterkt is met roestvrij staal vlechtwerk en dat eindigt met een op geschikte wijze gebogen en gevormd thermoplastisch puntdeel. De punt zal representatief vervaardigd worden van polyurethem, 30 polyetheen of ander geschikt kunststof- of rubbermateriaal. Het uiteinde gedeelte 10 heeft in ieder geval een stomp einde 12, representatief scherpe hoeken bij 14, zoals dit alles blijkt uit figuur 2A.

Na de bereiding van het katheterlichaam kan het eindpuntdeel verhit worden, totdat het vérwekingspunt van de kunststoffenpunt bereikt is. Dit 35 kan representatief bereid worden door een deel van het eindpuntgedeelte van de katheter gedurende een vooraf bepaalde tijd in kokend water te Ë^mpelenf^^ncTere verhittingswijzeh kunnen echter ook gebruikt worden. De stap van het verhitten is alleen dan noodzakelijk, wanneer de kunststof

. . . . I

- 5 - volgende stap gebruikt wordt uitgezet kan worden.

Vervolgens wordt een vormwerktuig, dat in het algemeen met nummer 16 aangeduid wordt, in het verhitte einddeel van de katheter gebracht, zoals te zien is in figuur 2B. Het vormwerktuig zelf behelst een lang-5 werpig draadsegment 18 met een ringvormige kraal of uitsteeksel met een vooraf bepaalde vorm daaromheen gecentreerd, zoals bij nummer 20. Bovendien kan een achteraanslagorgaan 22 met een concave uitsparing die in het werkvlak daarvan gevormd is aangebracht worden op een vantevoren bepaalde afstand in de lengterichting van het uitsteeksel 20, waarbij de afstand 10 in het algemeen overeenkomt met de wanddikte van de punt 10.

Wanneer het vormwerktuig in de holte van de voorverhitte katheter ingebracht wordt, zoals uit figuur 2C te zien, wordt het eindpuntdeel gestrekt, daar het de contour van het uitsteeksel 20 volgt, totdat het het werkvlak van het achteraanslagorgaan 22 raakt, zodat verdere voort-15 gang veroorzaakt dat het uiterste puntgedeelte van de katheterpunt volledig de ruimte tussen het uitsteeksel 20 en de cóncaveholte 24 van het achteraanslagorgaan opvult. Deze configuratie wordt duidelijk getoond in. figuur 2C. Het uiteindegedeelte van de katheter met het vormwerktuig daarin kan nu opnieuw verhit worden, zodat de kunststof gaat vloeien en 20 zich aanpast asm de vorm van het vormwerktuig.

Zoals in het processchema van figuur IA gegeven is, wordt vervolgens het einde van de katheter gekoeld, bijvoorbeeld door afschrikking in koud water, zodanig dat de kunststof de vorm aanneemt van de samenwerkende vlakken van het uitsteeksel 20 en het achteraanslagorgaan 22.

25 De kunststof waarvan de katheterpunt vervaardigd is, is voldoende flexibel dat het werktuig 16 na de stap van het koelen eruit gehaald kan worden door een scheidingskracht toe te passen tussen de katheter 10 en het vormwerktuig 16. Figuur 2D toont de vorm van· het uiteinde van de katheter nadat het vormwerktuig verwijderd is.

30 Daar het hierboven procédé van het puntvormen toch een katheter met scherpe i.p.v. ronde wanden kan opleveren, in het bijzonder bij punt 28 in figuur 2A kan als laatste stap de punt van de katheter in een geschikt chemisch oplosmiddel.gedoopt worden, zoals 2 delen methylethylketon en 1 deel tetrahydrofuran, hetgeen een oplossend effect en daardoor eventuele 35 scherpe randen afrondt.

De werkvlakken van het vormwerktuig, te weten van het· uitsteeksel 20 ^jj^j^jjeraanslagorgaan 22, zijn zo dat een preferentiële omtreksplooi-lijn gevormd wordt langs de onderbroken lijn 30, en, zoals uitgelegd wordt in Amerikaanse octrooiaanvrage 520.996, dat, de punt, wanneer men deze op - 6 - het oppervlak van de bloedvatwand of op enige plaque afzettingen laat botsen# de neiging heeft langs die plooilijn 30 te buigen, ten einde het effectieve oppervlak van het puntdeel te vergroten en tegelijkertijd hiermee de druk op het bloedvat te verminderen, hetgeen anders zou kunnen 5 leiden tot het scheuren van het vat of tot krassen van de delicate endoteelweefseis aan de binnenkant van het bloedvat.

Figuur 3 licht een variatie toe op de werkwijze van het vervaardigen van een zachte vervormbare punt aan het einde van een angiografische katheter. Hier wordt het puntgdeelte 10 van het katheter lichaam in een 10 co-extrus iewerkwijze gevormd, waarbij een inwendig kunststoffen of een rubberen buisvormig deel 32 met een relatief lage hardheid (durometer) bijvoorbeeld polyetheen, polyurethan of polysiloxanrubber omringd wordt door een kunststoffen of rubberen deklaag 34, die hogere hardheideigen-schappen heeft, bijvoorbeeld polypropeen of polyurethan. Als een deel van 15 de in figuur 1 toegelichte eerste stap kan het in figuur 3. getoonde katheter lichaam onderworpen worden aan center loos slijpen, ten einde de totale dikte van de buitenlaag 34 terug te brengen in de zone 36. In feite kan desgewenst de buitenlaag 34 in de zone 36 volledig weggesleten worden, om zo de binnenzijde 32 van het materiaal met lagere durometer 20 bloot te leggen. Wanneer dit katheter lichaam zo bereid wordt, en aan de rest van de in het processchema van figuur 1 weergegeven stappen onderworpen wordt, zal een katheterpunt ontstaan waarin een materiaal met relatief lage durometer gevormd is, om zo een configuratie met een puntvorm te leveren zoals die toegelicht staat in figuur 2D. Afhankelijk van 25 de kunststof die gekozen wordt voor het binnendeel 32, kan het overbodig zijn het puntgedeèlte, vóór het inbrengbn in het vormwerktuig, voor te verhitten, daar deze kunststof voldoende veerkracht kan hebben om het persen van het uitsteeksel 20 in zijn holte toe te laten.

Vervolgens wordt onder verwijzing naar figuur 4 een alternatieve 30 volgorde van stappen getoond, waarbij de werkwijze van de onderhavige uitvinding toegepast kam worden voor het vormen van een zachte vervormbare punt aan het uiteinde van een katheterlichaam. Volgens deze opstelling wordt het katheterlichaam eerst af geslepen, onder vorming van een af geknotkegelvormig einddeel, zoals te zien is in figuur 4A. Het lichaamsgedeelte 35 10 kan bijvoorbeeld gemaakt worden van polypropeen met een durometerwaarde har<2 is 141 ver9eli3kin9 met de zachte eindpunt die nog gevormd moet worden. Vervolgens wordt het tapsvormig eind van het katheterlichaam 10 in een geschikte vorm gebracht en een kunststof met een * ---1_JL.

- 7 - . , · einddeel 38 daarop te vormen. Het einddeel 38 kan van urethan van medische kwaliteit met een lage durometerwaarde gevormd worden, zoals type 80A materiaal, hetgeen verkrijgbaar is van de Upjohn Company. Het eindgedeelte van de katheter wordt vervolgens, zoals aangegeven is in figuur 4C, wegge-5 slepen op een centerloze slijpmachine, die de aanwezigheid van eventuele naden tussen het katheter lichaam 10 en het 80Ά materiaal 38 verwijdert.

De in figuur 1 toegelichte werkwijze wordt vervolgens uitgevoerd onder vorming van het bolvormige einde, zoals in figuur 4D te zien is. Daar het puntgedeelte dat gevormd wordt vervaardigd is van het type 80A materiaal, 10 is deze voldoende zacht waardoor de in figuur'--1 toegelichte voorverhittings-stap niet nodig.is. D.w.z., het vormwerktuig 16 kan zoals in figuur 4C getoond wordt in de holte van de katheter, zonder dat het materiaal vante-voren verhit moet worden, ingebracht worden. Vervolgens kan het einddeel vein de katheter, met het vormwerktuig erin gebracht, verhit worden door 15 deze in kokend water te dompelen, zodat het 80A materiaal verweekt en zich op de reeds beschreven wijze om het uitsteeksel van het vormwerktuig vormt. Het einddeel van de katheter kan vervolgens gekoeld worden, bijvoorbeeld door afschrikken in water van kamertemperatuur en het vormwerktuig eruit gehaald worden, zoals in figuur 4D te zien is, waarbij een bolvormige 20 zachte vervormbare punt aan het uiteinde van de katheter achterblijft.

Figuur 5 toont dat het vormwerktuig 16 gevormd kan Worden op of bevestigd kan worden aan dezelfde vormdraad 18 die gebruikt is om de gewenste gebogen vorm bij het puntdeel van een angiografische katheter te vormen, zoals aan de Judkin katheter die in cardiacale omgevingen toege-25 past wordt. Bij deze opstelling wordt de vormdraad in de opening in het uiteinde van het katheterpuntdeel gebracht, en de katheter baant zich een weg om de vormdraad 18, totdat zijn uiteinde het uitsteeksel 20 en het achteraanslghorgaan 22 raakt, zoals hierboven uitgelegd is. Wanneer nu het puntvormige deel van de katheter verhit wordt tot aam zijn verwekings-30 punt en vervolgens dóór af schrikken af gekoeld, zal niet alleen het eindgedeelte daarvan op een geschikte wijzè in een geschikte vorm gebogen zijn, maar ook de uiterste punt daaurvan zal uitgezet zijn onder vorming van het zachte vervormbare puntdeel zoals dat. in figuur 2D getoond wordt.

Hoewel achteraamslagorgaan 22 een zachte flexibele bolvormige punt aan 35 het eind van de katheter helpt te creëren, zijn bevredigende resultaten verkregen met een vormwerktuig dat geen achteraamslagorgaan bevat. Wanneer eveneens het kathetermateriaal voldoende soepel is, is het niet nodig BAT£ÖRft5fNAtikrenUen van het vormwerktuig de katheter voor te verhitten.

Verhitten na het inbrengen gevolgd door afschrikken is voldoende om de o c λ n t o t - 8 - · * gewenste puntconfiguratie op te leveren.

Uiteraard zijn binnen het raam van de uitvinding talrijke wijzigingen mogelijk.

BAD ORIGINAL

Claims

1. Werkwijze voor het vormen van een zachte vervormbare punt aan het uiteinde van een buisvormige thermoplastische of elastomere katheter, met 5 het kenmerk dat men: a) een buisvormige thermoplastische of elastomere katheter verschaft? b) een vormwerktuig verschaft met een cilindrisch draadgedeelte met een uitwendige diameter die ongeveer gelijk is aan de diameter van de holte van de buisvormige katheter en een uitsteeksel van een vooraf bepaalde 10 vorm dat symmetrisch op het draadgedeelte geplaatst is? c) het vormwerktuig in de holte van de katheter bij zijn uiteinde steekt; d) het vormwerktuig voorstuwt in de holte, totdat het uitsteeksel de holte binnengaat om het thermoplastische materiaal zich om het uitsteeksel te laten uitzetten; 15 e) het uiteinde van de katheter verhit tot aan het verwekingspunt van het toegepaste thermoplastische materiaal; f) het uiteinde van de katheter afkoelt tot beneden het verwekingspunt van de kunststof ? en g) het vormwerktuig uit de holte trekt. 20

2) Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men na het verwijderen van het vormwerktuig het uitgezette uiteinde van de katheter aan een chemisch polijstprocédé onderwerpt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat het vormwerktuig verder een achteraanslagorgaan bevat dat symmetrisch op het draaddeel 25 aangebracht is en een concave uitsparing heeft die in het werkvlak daarvan gevormd is, waarbij de concave uitsparing een ruimte vormt tussen het achteraanslagorgaan en het uisteeksel, waarbij de ruimte overeenkomt met de dikte van de wand van de katheter die bewerkt wordt.

4. Werkwijze volgens conclusies 1—3, met het kenmerk dat het uitsteeksel 30 gevormd is om een preferentiële omtreksplooilijn in het uitgezette deel van het uiteinde van de katheter te vormen.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat. het uitsteeksel en het achteraanslagorgaan van het vormwerktuig samenwerken, onder vorming van een toroidale versterking rond de holte van de katheter bij 35 zijn uiteinde, wanneer het vormwerktuig in de holte gestuwd wordt tot het punt waar het uiteinde het achteraanslagorgaan raakt.

6. Werkwijze volgens conclusies 1-5, met het kenmerk dat men voordat men ®AAQJ2ifiii$^ktuig in de holte brengt, eerst dichtbij zijn uiteinde de wanddikte van de buisvormige katheter tapsvormig maakt. ft C Λ Λ Trt «»

7. Werkwijze volgens conclusies 1-6, met het kenmerk dat men voor de I stap van het inbrengen van het vormwerktuig het uiteinde van de buis- H vormige thermoplastische katheter voorverhit.

8. Werkwijze voor het vervaardigen van een katheter met een zachte I i vervormbare punt als in conclusie 1, met het kenmerk dat men als eerste I stap: I X) De binnenste en buitenste langwerpige coaxiale buisvormige organen van I verschillende thermoplastische materialen met 'eerste en tweede hardheid- I eigenschappen coëxtrudeert tot een vooraf bepaalde gewenste lengte, waarbij I net zachtste van de twee materialen omringd is door het hardste van de I twee materialen; en I II) Het buitenoppervlak van het uitwendige materiaal dicht bij het I uiteinde van de katheter afslijpt tot een vooraf bepaalde wanddikte.

9. Werkwijze voor het vervaardigen van een katheter met een zachte ver-15 vormbare punt als in conclusie 1, met het kenmerk dat men als eerste stap: I) Een afgeknot-kegelvormig eind aan een langwerpig thermoplastisch buisvormig deel slijpt; II) Door spuitgieten een buisvormige verlenging op dit afgeknot-kegelvormig eind aanbrengt, waarbij de buisvormige verlenging van een zachter thermo- 20 plastisch materiaal is dan het thermoplastisch buisvormig orgaan; en ril) De wanden van tenminste een deel van het thermoplastisch buisvormig deel en de buisvormige verlenging dichtbij de verbindingszone daartussen tot een vooraf bepaalde dikte afslijpt. BAD ORIGINAL