NL8402813A - Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano's. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano's. Download PDF

Info

Publication number
NL8402813A
NL8402813A NL8402813A NL8402813A NL8402813A NL 8402813 A NL8402813 A NL 8402813A NL 8402813 A NL8402813 A NL 8402813A NL 8402813 A NL8402813 A NL 8402813A NL 8402813 A NL8402813 A NL 8402813A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
end portion
inner end
blanks
lower member
guide
Prior art date
Application number
NL8402813A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Herrin Melvin Bernard
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Herrin Melvin Bernard filed Critical Herrin Melvin Bernard
Publication of NL8402813A publication Critical patent/NL8402813A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C65/00Joining or sealing of preformed parts, e.g. welding of plastics materials; Apparatus therefor
    • B29C65/78Means for handling the parts to be joined, e.g. for making containers or hollow articles, e.g. means for handling sheets, plates, web-like materials, tubular articles, hollow articles or elements to be joined therewith; Means for discharging the joined articles from the joining apparatus
    • B29C65/7802Positioning the parts to be joined, e.g. aligning, indexing or centring
    • B29C65/7832Positioning the parts to be joined, e.g. aligning, indexing or centring by setting the overlap between the parts to be joined, e.g. the overlap between sheets, plates or web-like materials
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C66/00General aspects of processes or apparatus for joining preformed parts
    • B29C66/01General aspects dealing with the joint area or with the area to be joined
    • B29C66/05Particular design of joint configurations
    • B29C66/10Particular design of joint configurations particular design of the joint cross-sections
    • B29C66/11Joint cross-sections comprising a single joint-segment, i.e. one of the parts to be joined comprising a single joint-segment in the joint cross-section
    • B29C66/112Single lapped joints
    • B29C66/1122Single lap to lap joints, i.e. overlap joints
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C66/00General aspects of processes or apparatus for joining preformed parts
    • B29C66/40General aspects of joining substantially flat articles, e.g. plates, sheets or web-like materials; Making flat seams in tubular or hollow articles; Joining single elements to substantially flat surfaces
    • B29C66/41Joining substantially flat articles ; Making flat seams in tubular or hollow articles
    • B29C66/43Joining a relatively small portion of the surface of said articles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C66/00General aspects of processes or apparatus for joining preformed parts
    • B29C66/40General aspects of joining substantially flat articles, e.g. plates, sheets or web-like materials; Making flat seams in tubular or hollow articles; Joining single elements to substantially flat surfaces
    • B29C66/47Joining single elements to sheets, plates or other substantially flat surfaces
    • B29C66/472Joining single elements to sheets, plates or other substantially flat surfaces said single elements being substantially flat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31FMECHANICAL WORKING OR DEFORMATION OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31F5/00Attaching together sheets, strips or webs; Reinforcing edges
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2105/00Rigid or semi-rigid containers made by assembling separate sheets, blanks or webs
    • B31B2105/002Making boxes characterised by the shape of the blanks from which they are formed
    • B31B2105/0025Making boxes by uniting two U-shaped blanks
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T156/00Adhesive bonding and miscellaneous chemical manufacture
    • Y10T156/17Surface bonding means and/or assemblymeans with work feeding or handling means
    • Y10T156/1702For plural parts or plural areas of single part
    • Y10T156/1744Means bringing discrete articles into assembled relationship

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)
  • Lining Or Joining Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

Ν032723 1
Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano’s.
De onderhavige uitvinding heeft in hoofdzaak betrekking op een inrichting en werkwijze voor het in lijn brengen en aaneen verbinden van afzonderlijke plano’s, meer in het bijzonder op een dergelijke inrichting voor het met overlappend randverband in lijn brengen van afzonder-5 lijke plano’s door middel van van groeven voorziene zijdelingse randge-leidingen en voor het met elkaar verbinden van dergelijke plano’s bij het overlappende deel daarvan met een passend hechtmiddel dat daartussen aangebracht is.
De inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan gebruikt wor-10 den om een veelheid van produkten te vervaardigen, omvattende houders, dossieromslagen en een aatal andere voorwerpen waarbij een deel stijf of halfstijf materiaal aan een ander deel bevestigd moet worden. Bij de vervaardiging van opslag- en/of verpakkingshouders, bijvoorbeeld verpakkingen voor het uitstallen van produkten en dergelijke, worden der-15 gelijke houders in het algemeen vervaardigd uit een of meer plano’s van passend materiaal gevouwen in de juiste vorm van de gewenste houder door een inrichting die voor een dergelijk doeleinde geconstrueerd is. Tot slot worden dergelijke plano's in de gevouwen toestand daarvan bevestigd door een hechtmiddel aanwezig langs de samengaande delen daar-20 van. Een dergelijke nieuwe houder wordt gedeeltelijk vervaardigd uit een doorschijnende kunststofplano. Een dergelijke verpakking geeft de wederverkoper een aantal voordelen ten opzichte van gebruikelijke volledig kartonnen verpakkingen, bijvoorbeeld voor het zichtbaar ten toon stellen van het produkt, het beperkt beschermen van het produkt tegen 25 verval zoals bijvoorbeeld door atmosferisch vocht of andere oorzaken, diefstalbestendige bescherming, en bescherming van het produkt tegen ruw hanteren zowel tijdens transport als door mogelijke klanten.
Een uitvoering van een dergelijk gedeeltelijk doorschijnende verpakking is vervaardigd met een achterwand van papier, karton of derge-30 lijke, op welke achterwand op beide vlakken daarvan gedrukt en/of decoratief materiaal opgebracht kan worden met informatie met betrekking tot het produkt, gebruiksaanwijzing voor het produkt, het opbrengen van een handelsmerk dat samenhangt met het produkt, en dergelijke. De vervaardiging van een dergelijke nieuwe gedeeltelijk transparante houder 35 vereist ten eerste dat de transparante kunststofplano langs een deel daarvan met overlappend randverband gehecht moet worden aan een deel van de achterwand. Voor de hechthandeling moeten de transparante kunst- 8402813 ? « 2 » stofplano en de achterwand echter passend ten opzichte van de achterwand in een lijn met vouwlijnen, openingen, drukwerk en/of decoratie daarop geplaatst worden.
Een dergelijke inrichting is bekend die passend geschikt is om de 5 functies van het in lijn brengen en met elkaar verbinden van de afzonderlijke plano’s uit te voeren op de vereiste wijze bij de vervaardiging van de hierboven beschreven verpakkingen. In overeenstemming met de bekende inrichting is in een paar planotoevoerinrichtingen voorzien voor het afzonderlijk toevoeren van een eerste en tweede plano van een 10 bron daarvan om in lijn gebracht te worden en met elkaar verbonden te worden. De toevoerinrichtingen zijn verstelbaar aangebracht en liggen boven een bijbehorende van een paar in lijn brengende kettingsamenstellen en zijn geschikt voor het afzonderlijk ontvangen van de plano’s van een bron daarvan en voor het transporteren van de plano's langs in 15 hoofdzaak evenwijdige banen in een in hoofdzaak gemeenschappelijk vlak door een deel van de inrichting. Een opbrenginrichting voor kleefmiddel is geplaatst tussen het paar toevoerinrichtingen voor plano’s voor het opbrengen van een hechtmiddel op ten minste een deel van een van de plano's. Een zich in de langsrichting uitstrekkende verplaatsingsstaaf 20 is aanwezig voor het buigen van een deel van een van de plano's uit het gemeenschappelijke vlak dat het overige deel van de plano bevat om het overlappen van de plano's zonder verstoring door de hechtlaag mogelijk te maken. Verder is een paar gekromde op afstand van elkaar liggende vlakke in lijn brengende geleidingen aanwezig bij de uitlooteinden van 25 de in lijn liggende ketting samenstellen om daartussen een binnenkomend plano te ontvangen, die daarlangs getransporteerd wordt en dat werkzaam is om de ingaande plano's in algemeen verband met de andere plano in lijn te brengen voor het daaropvolgend met elkaar verbinden van de plano's bij aanraking van het overlappende deel daarvan.
30 In dit opzicht bleken, hoewel deze geleidingen bevredigend bleken te zijn in het voorzien in het algemeen overlappend in lijn liggen tussen een paar plano's, dergelijke geleidingen minder bevredigend voor gebruik voor nauwkeurig in lijn brengen van, bijvoorbeeld, vouwlijnen vereist is tussen afzonderlijke plano's die verbonden moeten worden.
35 Bovendien is gebleken, dat er een neiging bestaat dat de zijden van de plano's naar boven langs het verticale vlak van de geleidingen bewegen bij aangrijping met de zijranden van de plano's. Als gevolg van deze toestand bewegen de plano's vaak gedeeltelijk van de in lijn brengende kettingsamenstellen naar boven en het in lijn liggen van de plano's dat 40 reeds aanwezig is raakt verloren alsmede kunnen deze mogelijk gebogen 84 0 28 1 3 ' * < 3 worden en onbruikbaar worden voor daaropvolgend gebruik. Bovendien zijn de geleidingen voor aangrijping met de plano’s gedurende slechts een verhoudingsgewijs korte afstand van de loopbaan daarvan door de inrichting aangebracht. Als gevolg zijn de plano's, hoewel deze eenmaal juist 5 in lijn gebracht zijn door de geleidingen, in het algemeen vrij om zich uit de lijn te verplaatsen net voor het aaneenhechten van de plano’s door aanraking van het overlopende deel daarvan.
Dienovereenkomstig kan opgemerkt worden dat er een niet opgeloste behoefte bestaat aan een inrichting voor het in lijn brengen en met el-10 kaar verbinden van afzonderlijke plano’s, die werkzaam is voor het nauwkeurig plaatsen van de plano's in overlappend randverband en nauwkeurig in lijn brengen met enige vouwlijnen, drukwerk en/of versierin* gen daarop en die een dergelijk in lijn liggen handhaaft wanneer de plano’s door de inrichting getransporteerd worden. In het bijzonder be-15 staat er behoefte aan een inrichting voor het met hoge snelheid vervaardigen van dergelijke plano’s.
Volgens de onderhavige uitvinding is in een inrichting voorzien voor het in lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke organen, welke inrichting omvat toevoermiddelen voor het toevoeren van 20 beneden- en bovenorganen die met elkaar verbonden moeten worden langs een langsverbindingsgebied, waarbij ten minste een van de organen kleefmiddelen omvat aangebracht op een oppervlaktedeel daarvan binnen het verbindingsgebied, verbindingsmiddelen om de organen samen te brengen binnen het verbindingsgebied, transportmiddelen voor het transpor-25 teren van de organen in op afstand liggend verband tussen de toevoermiddelen en de verbindingsmiddelen, draagmiddelen voor het einde van het benedenorgaan voor het dragen van een binneneinddeel van het bene-denorgaan, en draagmiddelen voor het einde van het bovenorgaan voor het dragen van een binneneinddeel van het bovenorgaan dat het binneneind-30 deel van het benedenorgaan alsmede het verbindingsgebied bedekt, waarbij de draagmiddelen voor de einden van het beneden- en bovenorgaan geconstrueerd en ingericht zijn om in een zich in de langsrichting uitstrekkende opening te voorzien tussen de tegenoverliggende oppervlakken van de binneneinddelen van de beneden- en bovenorganen, omvattende het 35 verbindingsgebied, welke opening samenwerkt met de kleefmiddelen aanwezig op het oppervlak van het binneneinddeel van een van de organen zodat het kleefmiddel verplaatst wordt van het tegenoverliggende oppervlak van het binneneinddeel van het andere van de organen binnen het verbindingsgebied tijdens het transport van de beneden- en bovenorganen 40 naar de verbindingsmiddelen.
% 8402813 l·' * l 4
Teneinde de uitvinding beter te begrijpen, zal deze nu beschreven worden aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin:
Fig. 1 een geschetst perspectivisch aanzicht is van de inrichting voor in het lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke 5 plano’s in overeenstemming met de onderhavige uitvinding waarbij de constructie daarvan getoond wordt bestaande uit een paar toevoerinrich-tingen voor plano's die respectievelijk boven een paar in lijn brengende ketting samenstellen liggen en middelen voor het in lijn brengen vervaardigd van een paar zich in langsrichting uitstrekkende buitengelei-10 dingen, een'zich in langsrichting uitstrekkende binnen-benedengelei-ding, en een zich in langsrichting uitstrekkende bovengeleiding;
Fig. 2 een zijaanzicht is van een van het paar buitengeleidingen, zoals afgebeeld in Fig. 1, waarbij een groef getoond wordt aangebracht om de zijranden van de plano’s daarin te houden; 15 Fig. 2a-2b dwarsdoorsnede-aanzichten zijn van de buitengeleiding, zoals afgebeeld in Fig.2;
Fig. 3 aan zijaanzicht is van de binnen-bovengeleiding zoals afgebeeld in Fig. 1, met een groef afgebeeld aangebracht om de overlappende zijrand van de tweede plano daarin vast te houden; 20 Fig. 4 een voorzijaanzicht is van de binnen-bovengeleiding, zoals afgebeeld in Fig. 1 en een groef toont aangebracht om de overlappende zijrand van de tweede plano daarin vast te houden;
Fig. 4a-4d dwarsdoorsnedeaanzichten zijn van de'binnen-bovengeleiding zoals afgebeeld in Fig. 4; 25 Fig. 5 een zijaanzicht is genomen langs de lijn V-V van Fig. 1, waarin de geleidingen getoond worden met een groef daarin om zowel de op de overlappende als de buitenranden van de eerste.en tweede plano’s aan te grijpen voor het in lijn brengen en het overlappend met de randen in lijn houden van de plano’s ten opzichte van elkaar; en 30 Fig. 6 een vooraanzicht in dwarsdoorsnede is dat de geleidingen aangebracht in overeenstemming met een tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding toont, voor het in bedekkend verband aanbrengen van de eerste en tweede plano's.
Zoals tot nu toe beschreven heeft de onderhavige uitvinding in 35 hoofdzaak betrekking op een inrichting en werkwijze voor het nauwkeurig in lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke plano's langs een overlappend randdeel daarvan en met een passend hechtmiddel dat daartussen aangebracht is. Meer in het bijzonder is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding beschreven als geschikt voor het 40 nauwkeurig in lijn brengen en verbinden van dergelijke plano's bij de 84 0 2 8 1 3 5 vervaardiging van opslag- en/of verpakkingshouders, bijvoorbeeld doorschijnende uitstalverpakkingen voor produkten en dergelijke. Als zodanig zijn de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding bijzonder geschikt voor het nauwkeurig in lijn brengen en met elkaar 5 verbinden van een doorschijnend kunststofplano en achterwand van papier, karton of dergelijfce. Zoals opgemerkt, kunnen de plano’s voorzien zijn van vouwlijnen die het nauwkeurig in lijn brengen met elkaar vereisen, en kan de achterwand tevens drukwerk en/of decoratief materiaal hebben, dat op een van de beide vlakken daarop gebracht is, en ver-10 schillende soorten informatie voor de consument, zoals gebruiksaanwijzing en/of identificatie van de fabrikant, zoals handelsmerk en dergelijke bevatten.
In het bijzonder verwijzend naar de tekeningen zullen de inrichting en werkwijze volgens de onderhavige uitvinding vervolgens meer ge-15 detailleerd beschreven worden. De gehele constructie van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding zal aan de hand van Fig.1 beschreven worden; een gedetailleerde beschrijving van de geleidingen van een dergelijke inrichting zal aan de hand van de Fig. 2 tot en met 6 beschreven worden; en de bijzondere werking van een dergelijke inrichting met 20 betrekking tot het in lijn brengen van met elkaar verbinden van afzonderlijke plano’s zal meer gedetailleerd met algemene verwijzing naar Fig. 5 beschreven worden. In de tekeningen hebben overeenkomstige ver-wijzingssymbolen betrekking op overeenkomstige elementen. In Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van de inrichting voor het in lijn brengen 25 en verbinden in overeenstemming met de onderhavige uitvinding getoond, en wordt in het geheel aangegeven door verwijzingscijfer 100. De inrichting 100 is in hoofdzaak opgebouwd uit een paar planotoevoerinrich-tingen 102, 104 verstelbaar aangebracht boven een bijbehorend samenstel van een paar in lijn brengende kettingsamenstellen of transporteurs 30 106, 108, een paar buitenste zijdelingse randgeleidingen 110, 112 aangebracht voor aangrijping met de buitenzijranden van een eerste en tweede plano (niet afgebeeld), een binnen-beneden-zijrandgeleiding 114, aangebracht voor aangrijping met de binnenzijrand van een eerste plano, een binnenrboven-zijrandgeleiding 116 aangebracht voor aangrijping met 35 de binnenzijrand van een tweede plano, een opbrenginrichting 118 voor kleefmiddel aangebracht tussen het paar toevoermiddelen voor plano's en een samendrukkend meevoersamenstel 120.
De transporteur 106 is zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekkend aangebracht langs de langsas van de inrichting 100. Dien-40 overeenkomstig is de transporteur 108 nabij de transporteur 106 aange- 8402813 l i·1 .
6 bracht en strekt zich in een in hoofdzaak horizontaal vlak langs de langsas van de inrichting 100 uit. De transporteurs 106, 108, zijn in hoofdzaak evenwijdig in lijn liggend met elkaar aangebracht in de bijbehorende horizontale vlakken daarvan om in in hoofdzaak evenwijdige 5 transportbanen te voorzien voor het door de inrichtingen 100 transporteren van een eerste en tweede plano, die in lijn gebracht en verbonden moeten worden. Verder moet begrepen worden dat de transporteurs 106, 108 zodanig aangebracht zijn, dat een vlak dat een eerste plano bevat, die getransporteerd wordt door transporteur 106, enigszins onder een 10 vlak ligt dat een tweede plano bevat, die getransporteerd wordt door transporteur 108. Met betrekking hiertoe kunnen twee plano's die in lijn gebracht en met elkaar verbonden moeten worden overlappend ten opzichte van elkaar aangebracht worden zonder verstoring door het overlappende deel daarvan, terwijl deze verder gedragen worden door de in-15 richting 100 door de bijbehorende transporteurs 106, 108. Begrepen moet echter worden dat de transporteurs 106, 108 zodanig aangebracht kunnen worden, dat de tweede plano, die door de transporteur 108 meegevoerd wordt, onder de eerste plano geplaatst is, die door transporteur 106 meegevoerd wordt. De typische inrichting van de transporteurs 106, 108 20 voor het meevoeren van de eerste en tweede plano's in boven elkaar liggende vlakken om verstoring van het overlappende deel daarvan te vermijden is duidelijk in Fig. 5 afgebeeld.
De toevoerinrichting 102 voor plano’s is verstelbaar aangebracht boven een einde van transporteur 106 voor het afzonderlijk toevoeren 25 van plano's van de toevoer daarvan aan de transporteur 106. De tweede plano wordt afzonderlijk toegevoerd uit een bron daarvan aan de transporteur 108 door de toevoerinrichting 104 voor plano’s, die verstelbaar aangebracht is boven een einde van de transporteur 108 liggend. De van de toevoerinrichtingen 102, 104 voor plano's toegevoerde plano’s kunnen 30 vervaardigd zijn van kunststofmateriaal, papier, karton of dergelijke. Elke plano kan voorzien zijn van een of meer vouwlijnen, kerf lijnen of andere markeringen of aanduidingen, die nauwkeurig in lijn gebracht moeten worden met overeenkomstige kenmerken aanwezig op de andere plano. Bijgevolg worden afzonderlijke plano's die in lijn gebracht en 35 met elkaar verbonden moeten worden toegevoerd aan de transporteurs 106, 108 van een bijbehorende bron daarvan door de toevoerinrichtingen 102, 104 voor plano's en door de inrichting 100 langs in hoofdzaak evenwijdige banen getransporteerd in vlakken die boven elkaar liggen. Een op-brenginrichting 118 voor kleefmiddel is geplaatst tussen het paar toe-40 voerinrichtingen 102, 104 voor plano's nabij de binnenzijrand van de 8402813 ’ » -i 7 transporteur 106. Het samendrukkende meevoersamenstel 120 is nabij de uiteinden van de transporteurs 106, 108 aangebracht en strekt zich langs de langsas van de inrichting 100 uit op een plaats die in hoofdzaak in het midden ligt tussen de zijdelingse verlengingen van de 5 transporteurs 106, 108. Zoals begrepen zal worden is het samendrukkende meevoersamenstel 120 aanwezig om op het overlappende deel van de plano’s die in lijn gebracht en verbonden worden door de inrichting 100 aan te grijpen.
De geleidingen 110, 112, 114, 116 volgens de onderhavige uitvin-10 ding zijn zich in langsrichting uitstrekkend langs de zijranden van de transporteurs 106, 108 aangebracht. In het bijzonder is de buitenzij-randgeleiding 110 zich langs de buitenzijrand van de transporteur 106 uitstrekkend aangebracht en valt daarmee in hoofdzaak samen. Dienovereenkomstig is de buitenzijrandgeleiding 112 samenvallend langs de bui-15 tenzijrand van de transporteur 108 aangebracht. De binnen-beneden-zij-randgeleiding 114 is in hoofdzaak samenvallend met en zich uitstrekkend langs de binnenzijrand van de transporteur 106 aangebracht. Dienovereenkomstig is de binnen-bovenzijrandgeleiding 106 zich langs de binnenzijrand van de transporteur 108 uitstrekkend en in hoofdzaak daarmee 20 samenvallend aangebracht. Verder is zoals afgebeeld de binnen-bovenzij-randgeleiding 116 in hoofdzaak boven een deel van de binnen-beneden-zijrandgeleiding 114 aangebracht, zoals duidelijk in Fig. 5 afgebeeld is.
De constructie van de inrichting 100, in het bijzonder met betrek-25 king tot de onderdelen daarvan, zal nu beschreven worden. De toevoer-inrichtingen 102, 104 voor plano’s voeren afzonderlijke plano’s van een bron daarvan toe in een boven elkaar liggende stand aan de transporteurs 106, 108, welke transporteurs de plano’s langs in hoofdzaak evenwijdige banen door de inrichting 100 transporteren, waarbij de opbreng-30 inrichting 118 voor kleefmiddel in een passend kleefmiddel voorziet op ten minste deel van het oppervlak van een van de plano’s, en waarbij het samendrukkende meevoersamenstel 120 aangrijpt op de in lijn liggende plano’s bij het overlappende deel daarvan, teneinde daar samengedrukt te worden waarbij de plano’s met elkaar verbonden worden. Ver-35 schillende wijzigingen kunnen in de constructie en de werking van de toevoerinrichtingen 102, 104 voor de plano’s, de transporteurs 106, 108, de opbrenginrichting 118 voor kleefmiddel en het samendrukkende meevoersamenstel 120 uitgevoerd worden zonder buiten de gedachte en het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.
| 40 Aan de hand van Fig. 2 t/m 4 zal de gedetailleerde constructie van ! 8402813 8 de geleidingen 110, 112, 114, 116 vervolgens beschreven worden. Zoals getoond in Fig. 2, 2a en 2b zijn de buitenzijrandgeleidingen 110, 112 zodanig vervaardigd, dat deze omvatten een L-vormig orgaan 126, een rechthoekig orgaan 128 met een zich in langsrichting uitstrekkende 5 groef 130 aangebracht bij de benedenrand daarvan, en. een gekromd overgangsgebied 132, aanwezig tussen het L-vormige orgaan en het rechthoekige orgaan. De geleidingen 110, 112 zijn zodanig aangebracht, dat het L-vormige orgaan 126 onder de toevoerinrichtingen 102, 104 voor plano’s ligt voor het ontvangen van een plano, die boven de horizontale benen 10 134 daarvan liggend aangebracht is. De groef 130 kan in het rechthoekige orgaan 128 door bewerken aangebracht zijn of verschaft worden door het bevestigen van een in de hoeken van inkepingen voorzien rechthoekig orgaan zoals aangegeven door de stippellijnen in Fig. 2a aan het L-vormige orgaan 126, zoals afgebeeld in Fig. 2b. Andere wijzen voor 15 het voorzien in een groef 130 in de geleidingen 110, 112 kunnen verwezenlijkt worden zonder buiten de gedachte en het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken.
• Aan de hand van Fig. 3, 3a en 3b zal de constructie van de binnen-benedenzijrandgeleiding 114 vervolgens beschreven worden. De geleiding 20 114 is vervaardigd uit een in hoofdzaak rechthoekig zich in langsrichr ting uitstrekkend van lip voorzien orgaan 136, met een uitstekende lip 138, die zich nabij de bovenrand daarvan naar buiten uitstrekt. Een zich in de langsrichting uitstrekkend L-vormig orgaan 140 is nabij een verticaal vlak van het van een lip voorziene orgaan 136 bevestigd onder 25 de lip 138 om een groef 142 daartussen te vormen. Het horizontale been 144 van het L-vormig orgaan 140 strekt zich loodrecht op het van een lip voorziene orgaan 136 uit om in een vlakke drager voor een deel van de plano te voorzien, indien deze aangegrepen wordt door de geleiding 114. De groef 142, die bij de linker zijde van Fig. 3 begint, strekt 30 zich langs de geleiding 114 in een eerste horizontaal vlak (zie Fig.3a) uit en wordt dan op een hoger tweede horizontaal vlak (zie Fig. 3b) gebracht door een hellend overgangsdeel dat in het algemeen aangegeven wordt door verwijzingscijfer 146. Hoewel de geleiding 114 hier beschreven is als vervaardigd uit twee delen, namelijk een van lip voorzien 35 orgaan 136 en een L-vormig orgaan 140, moet begrepen worden dat de geleiding als één geheel gevormd kan worden en de groef 142 en het horizontale been 144 kan omvatten.
De geleiding 114 is in langsrichting aangebracht en strekt zich nabij de binnenzijrand van de transporteur 106 uit, zoals het meest 40 duidelijk in Fig. 1 afgebeeld is. In het bijzonder is de geleiding 114, i 8402813 ^----- -' * .
9 zoals afgebeeld in Fig. 3, aangebracht nabij ten minste dat deel van de transporteur 106,. dat samenvalt met de transporteur 108. Het overige deel van de geleiding 114 dat zich uitstrekt van de transporteur 108 naar een stand onder de toevoerinrichting 102 voor plano's, kan over-5 eenkomstig aan de geleidingen 110, 112 vervaardigd worden zoals afgebeeld en beschreven is aan de hand van de Fig. 2, 2a en 2b. Op deze wijze zullen van afzonderlijke plano’s, die van de toevoerinrichting 102 voor plano’s toegevoerd worden, beide zijranden eerst boven het horizontale been 134 van het L-vormig orgaan 126 aangebracht worden en 10 vervolgens aangegrepen worden door de groef 130 met behulp van het gekromde overgangsdeel 132. Opgemerkt moet echter worden dat het linker einde van geleiding 114 geconstrueerd kan worden om een L-vormig orgaan te omvatten op de wijze beschreven aan de hand van de buitengeleidingen 110, 112 ten einde een plano te ontvangen die toegevoerd wordt van de 15 toevoerinrichting 102 voor plano’s.
Aan de hand van Fig. 4, en Fig. 4a-4d zal de constructie van de binnen-boven-zijrandgeleiding 116 vervolgens beschreven worden. De geleiding 116 is vervaardigd uit een zich in de langsrichting uitstrekkend in hoofdzaak rechthoekig van lip voorziene orgaan 148. Een L-vor-20 mig orgaan 150 (zie Fig. 4a) is bevestigd aan een verticaal vlak van het van lip voorziene orgaan 148 op een in hoofdzaak in het midden liggende plaats daarvan die onder een opening 152 ligt, verkregen door een hellend oppervlak 154 (zie Fig. 4b). Het L-vormige orgaan 105 omvat een horizontaal been 156 dat zich loodrecht op het verticale oppervlak van 25 de geleiding 148 uitstrekt en onder de opening 152 ligt. Het van lippen voorziene orgaan 148, dat begint nabij het L-vormige orgaan 150 en zich zoals gezien in Fig. 4 naar rechts uitstrekt, is voorzien van lip 158.
Een in hoofdzaak rechthoekig orgaan 160 is bevestigd aan het verticale vlak van het van lip voorziene orgaan 148, op afstand liggend van de 30 lip 158 om in een groef daartussen te voorzien. Een paar gekromde over-gangsdelen 164, 166 zijn respectievelijk aanwezig bij een einde van de lip 158 en het rechthoekige orgaan 160 om de aangrijping van de zijrand van een plano binnen de groef 162 te vergemakkelijken wanneer deze van het L-vormige orgaan 150 getransporteerd wordt. De groef 162 strekt 35 zich in een horizontaal vlak (zie Fig. 4c) uit van nabij het L-vormige orgaan 150 naar een hellend overgangsgebied dat in het geheel aangegeven wordt door verwijzingscijfer 168 naar een tweede horizontaal vlak (zie Fig. 4d) aangebracht onder het eerste horizontale vlak. Hoewel de geleiding 116 beschreven is als afzonderlijk geconstrueerd ten opzichte 40 van het van lip voorziene orgaan 148 met een lip 158, L-vormig orgaan 8402813 , / V- • 10 150 en rechthoekig orgaan 160, moet begrepen worden dat de geleiding als een geheel, gevormd kan worden zoals hierboven opgemerkt is met betrekking tot de geleiding 114.
Bovendien zijn de groef 130 binnen de buitengeleidingen 110, 112, 5 de groef 142 binnen de binnen-benedengeleiding 114 en de groef 162 binnen de binnen-bovengeleiding 116, zodanig bemeten dat deze daarin aangrijpen op de zijrand van een plano die toegevoerd wordt van een van de toevoerinrichtingen 102, 104 voor plano's, en deze daarin vasthouden.
In dit opzicht kunnen de groeven 130, 142, 162 hetzij kleiner hetzij 10 groter vervaardigd worden in overeenstemming met verschillende dikten en materiaal voor de vervaardiging van verscheidene plano's, die in lijn gebracht moeten worden en verbonden moeten worden met gebruik van de inrichting 100 met de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding.
De geleiding 116 is nabij de binnenzijrand van de transporteur 15 108 aangebracht in hoofdzaak boven de geleiding 114 liggend. De opening 152 is onder de toevoerinrichting 104 voor plano's aangebracht om het opnemen van plano's mogelijk te maken die toegevoerd worden uit de toevoerinrichting op de transporteur 108 en het horizontale been 156 van het L-vormig orgaan 150. Zoals tot nu toe beschreven is de inrichting 20 100 volgens de onderhavige uitvinding voorzien van transporteurs 106, 108 voor het transporteren van een paar plano's langs in hoofdzaak evenwijdige banen door de inrichting, welke plano's in lijn gebracht en met elkaar verbonden moeten worden. Zijrandgeleidingen 110, 112, 114, 116 vallen samen met de transporteurs 106, 108, strekken zich in de 25 langsrichting uit en hebben een groef 130, 142,162 daarin aanwezig voor het aangrijpen en vangen van de zijranden van de plano's, die door de transporteurs 106, 108 getransporteerd worden teneinde de plano's nauwkeurig in lijn liggend met elkaar te brengen en om dergelijk in lijn liggen te handhaven voordat deze met elkaar verbonden worden.
30 Aan de hhnd van Fig. 5 zal een verdere beschrijving van de inrichting van de geleidingen 110, 112, 114, 116 nu volgen met bijzondere verwijzing naar de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding voor het in lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke plano's. Een eerste plano 170 wordt toegevoerd van de toevoerinrichting 102 voor 35 plano's en toegevoerd aan de transporteur 106 voor aangrijping met de nokken 124 en voor het daarlangs transporteren van de plano. Wanneer de plano 170 op de transporteur 106 geplaatst wordt, worden de binnen- en bui tenzijranden van de plano op de bovenkant van het horizontale been 134 van de buitenrandgeleiding 110 en overeenkomstig horizontaal been 40 van de binnenbeneden-zijrandgeleiding 114 geplaatst. Wanneer de plano 8402813 11 170 getransporteerd wordt door de nokken 124 van de transporteur 106, worden de zijranden van de plano aangegrepen door de groeven 130, 124, die aanwezig zijn binnen de geleidingen 110, 114, waarbij de binnenzij-rand van de plano gedragen wordt door bet horizontale been 144 van het 5 L-vormige orgaan 140. De plano 170 wordt met de transporteur 106 bewogen door de inrichting 110 in een vlak dat zich uitstrekt doors de groeven 130, 142 van de geleidingen 110, 114. Indien de plano 170 de opbrenginrichting 118 voor kleefmiddaL bereikt, wordt een kleeflijn 174 op een deel van de plano nabij de binnenzijrand daarvan aangebracht.
10 Schuiven van de plano 170 of het uit lijn bewegen wordt belet door de aangrijping van de zijranden daarvan binnen de groeven 130, 124 van de geleidingen 110, 114.
Dienovereenkomstig wordt een plano 172 toegevoerd van de toevoer-inrichting 104 voor plano’s op de transporteur 108 en daarvan worden de 15 buiten- en de binnenzijranden gedragen door het horizontale been 134 van het L-vormige orgaan 126 van de geleiding 112 en het horizontale been 156 van het L-vormig orgaan 150 van de geleiding 116. De plano 172 wordt langs een vlak getransporteerd dat zich uitstrekt door de groeven 130, 162 binnen de geleidingen 112, 116 door middel van de nokken 122..
20 Het gelijklopende in de tijd gestuurde bedrijf van de transporteurs 106, 108 maakt het mogelijk dat de plano’s 170, 172 nabij elkaar in langsrichting juist in lijn liggend geplaatst kunnen worden. Wanneer de plano 172 langs de transporteur 108 getransporteerd wordt, worden de binnen- en buitenzijranden daarvan aangegrepen door de groeven 130 en 25 162 van de geleidingenen 112, 116 om in het nauwkeurig in lijn liggen van de plano met de plano 170 te voorzien en dit te handhaven. Zoals afgebeeld is de geleiding 116 boven en rechts van de geleiding 114 aangebracht, zodat de groeven 142, 162 van de geleidingen in een overlappend deel van de plano’s 170, 172 voorzien, waartussen het kleefmiddel 30 174 aanwezig is op de plano 170. Wanneer de groeven 130, 162 van de geleidingen 112, 116 in een vlak liggen, dat boven een vlak ligt dat de groeven 130, 142 van de geleidingen 110, 114 bevat, liggen de plano’s 170, 172 op afstand om beweging daarvan door de transporteurs 106, 108 mogelijk te maken zonder hinder van elkaar bij het overlappende deel 35 daarvan. De afstand aanwezig tussen de plano's 170, 172 bij het overlappende deel is voldoende om een hechtlijn 174 op te nemen zonder dat een dergelijk hechtmiddel het bodemoppervlak van de plano 172 hindert.
De hechtlijn 174 kan indien gewenst alternatief aanwezig zijn bij het benedenoppervlak van plano 172. Bijgevolg kunnen de plano's 170, 172 in 40 overlappend verband in lijn met elkaar liggen en nauwkeurig ten opzich- 840 28 1 3 --- ------—--——^ 12 te van elkaar geplaatst worden zonder hinder van hechtmiddel 174 of aangrijping met de andere plano.
De plano’s 170, 172 worden verder bij het overlappende deel daarvan samengebracht door middel van de hellende overgangsdelen 146, 168 5 van de binnen-bened eng el eiding 114 en binnen-bovengeleiding 116. Zoals duidelijk uit fig. 3 en 4 blijkt, wordt, wanneer de binnenrand van plano 170 aangegrepen wordt door het hellende overgangsdeel 146 van de geleiding 114, de binnenrand verplaatst in een vlak aangebracht boven het vlak dat het overige van de plano bevat en wordt deze dichterbij 10 het vlak dat plano 172 bevat, gebracht. Dienovereenkomstig wordt, wanneer de binnenrand van de plano 172 aangegrepen wordt door het hellende overgangsdeel 168 van de geleiding 116, de binnenrand naar beneden verplaatst uit het vlak dat het overige van de plano bevat en naar het vlak dat het overlappende deel van de plano 170 bevat. Op deze wijze 15 worden de overlappende delen van de plano’s 170, 172 dichterbij elkaar gebracht met op afstand van elkaar liggend overlappend randverband door middel van de hellende overgangsdelen 146, 168. Hoewel de overlappende randdelen van de plano's 170, 172 naar elkaar toe verplaatst zijn door middel van de hellende overgangsdelen 146, 168, worden de plano's met 20 enigszins op afstand van elkaar liggend verband gehouden om de aanraking met elkaar of met de lijnhechtmiddel 174 te vermijden. De plano's 170, 172 worden bijvoorbeeld eerst in op afstand liggend overlappend randverband gehouden om in ongeveer 1,27 cm afstand daartussen te voorzien terwijl deze afstand verkleind wordt tot ongeveer 0,635 cm ruimte 25 daartussen na aangrijping met de hellende overgangsdelen 146, 168. Hoewel de uitvinding hier beschreven is met het handhaven van een ruimte tussen de plano's 170, 172 bij het overlappende randdeel daarvan na aangrijping met de hellende overgangsdelen 146, 168, wordt beoogd dat in overeenstemming met de onderhavige uitvinding de hellende overgangs-30 delen de overlappende randdelen van de plano's zo samenbrengen, dat aanraking daartusen verkregen wordt en de plano's met elkaar verbonden worden via de lijnhechtmiddel 174, die daartussen aanwezig is.
Als de voorrand van het overlappende deel van de plano's 170, 172, die de binnen-beneden- en binnen-bovengeleidingen 114, 116 verlaat, 35 wordt het overlappende deel aangegrepen door het samendrukkende mee-voersamenstel 120. Het samendrukkende meevoersamenstel 120 grijpt op de plano’s 170, 172 aan bij het overlappende deel daarvan en drukt de plano's samen teneinde de plano's daar met de lijnhechtmiddell74 te verbinden. De plano's 170, 172 kunnen echter eveneens met elkaar ver-40 bonden worden met gebruik van met warmte werkende afdichttechnieken 840 28 1 3 « » ^ .
13 zoals ultrasone techniek of dergelijke. De plano’s 170, 172 worden gedurende voldoende tijd meegevoerd door het samendrukkende meevoersamen-stel 120 om de lijnheehtmiddel 174 in staat te stellen te drogen of uit te harden om de plano's nauwkeurig in lijn met elkaar liggend blijvend 5 te hechten. Bijgevolg is in overeenstemming met de onderhavige uitvin- t ding een werkwijze voor het in lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke plano’s beschreven. De werkwijze omvat in hoofdzaak het toevoeren van afzonderlijke plano's die met elkaar verbonden moeten worden door middel van een hechtmiddel aanwezig tussen het overlappende 10 deel daarvan. Plano’s worden in afstand van elkaar liggend verband aaingébracht door middel van éên paar transporteurs, die de plano’s langs eerste en tweede banen met overlappend randverband transporteren. De plano's worden nauwkeurig in lijn met elkaar gebracht door het aangrijpen op ten minste overlappende randen van de plano's door middel van 15 geleidingen, waarin groeven aanwezig zijn, terwijl de plano's langs de eerste en tweede banen getransporteerd worden. De overlappende delen van de plano's worden samengebracht door het verplaatsen van een deel van de binnenrand van de eerste plano naar een deel van de overlappende binnenrand van de tweede plano en het verplaatsen van de binnenrand van 20 de tweede plano naar een deel van de overlappende binnenrand van de eerste plano.
In Fig. 6 is een eerste en tweede paar zijdelingse randgeleidingen 176, 178 afgebeeld, aangebracht in overeensteming met de tweede uitvoering van de onderhavige uitvinding voor het met bedekkend verband in 25 lijn brengen van een eerste en tweede plano 180, 182. De geleidingen 176, 178 zijn op de hiervoor aan de hand van de geleidingen 110, 112, 114, 116 beschreven wijze geconstrueerd, waarbij elk van de geleidingen voorzien is van een zich in de langsrichting uLtstrekkende groef voor het vasthouden van de zijranden van de plano's 180, 182. De geleidingen 30 178 liggen op afstand en strekken zich langs de zijden van een transporteur 184 uit, die een eerste plano 180 van de toevoerinrichting 102 voor plano's transporteert. Binnen de geleidingen 178 en boven de buitenranden van transporteur 184 bevinden zich geleidingen 176 voor het geleiden van de tweede plano 182 van de toevoerinrichting 104 voor 35 plano’s. De geleidingen 176, 178 houden de plano's 182, 184 nauwkeurig boven elkaar liggend op afstand van elkaar. De plano's 182, 184 kunnen met elkaar verbonden worden met een passend hechtmiddel dat daartussen aanwezig is in overstemming met de hierboven reeds beschreven werkwijze. De plano's 182 kunnen van de toevoerinrichting 104 voor plano's ger-40 transporteerd worden door middel van de transporteur 184 of andere mid- 34 028 13 j 14 delen die bekend zijn voor degene bekwaam in de stand van de techniek.
De plaatsing van de geleidingen 176, 178 in overeenstemming met de in Fig. 6 afgebeelde inrichting is in het bijzonder nuttig indien de plano 180 voorzien is van een uitsnijding of opening die bedekt moet 5 worden door de tweede plano 182 in de vorm van een venster. In dit opzicht kan het hechtmiddel aangebracht worden cm de omtrek van de uitsnijding teneinde de tweede plano 182 juist liggend daarop te hechten, en welke plano vervaardigd wordt van doorschijnend kunststofmateriaal.
Alhoewel de uitvinding hier aan de hand van bijzondere uitvoerin-10 gen beschreven is, moet begrepen worden dat deze uitvoeringen slechts illustratief zijn voor de principes en toepassingen van de onderhavige uitvinding. De buitengeleidingen 110, 112 kunnen bijvoorbeeld vervangen worden door rolgeleidingen, omvattende een veelheid van rollen verticaal aangebracht voor draaien om de langsas daarvan. Verder kunnen de 15 binnen-benedengeleiding 114 en de binnen-bovengeleiding 116, hoewel deze beschreven zijn als omvattende gescheiden organen, geconstrueerd worden als een ééndelige als een geheel gevormd zijnde centrale geleiding voor het aangrijpen van overlappende randen van de plano’s 170 en 172. Begrepen moet worden dat talrijke wijzigingen uitgevoerd kunnen 20 worden in de afgebeelde uitvoeringen en dat andere inrichtingen beoogd kunnen worden zonder buiten de gedachte en het bereik van de onderhavige uitvinding zoals hierboven en in de bijgaande conclusies beschreven te geraken.
\ 8402813

Claims (14)

1. Inrichting voor het in lijn brengen en met elkaar verbinden van afzonderlijke organen, welke inrichting omvat toevoermiddelen voor toevoer van boven- en benedenorganen die met elkaar verbonden moeten wor-5 den langs een langsverbindingsgebied, waarbij ten minste een van de organen hechtmiddelen omvat, die op een oppervlakdeel daarvan aangebracht zijn binnen het verbindingsgebied, verbindingsmiddelen om de organen samen te brengen binnen het verbindingsgebied, en transportmiddelen voor het transporteren van de organen in op afstand liggend verband 10 tassen de toevoermiddelen en de verbindingsmiddelen, welke inrichting wordt gekenmerkt door draagmiddelen (114) voor het einde van het bene-denorgaan voor het dragen van een binneneinddeel van het benedenorgaan (170), en draagmiddelen (116) voor het einde van het bovenorgaan voor het dragen van een binneneinddeel van het bovenorgaan (172) dat ligt 15 boven het binneneinddeel van het benedenorgaan en het verbinding sger-bied, waarbij de draagmiddelen (114,116) voor de einden van het beneden- en bovenorgaan zodanig geconstrueerd en ingericht zijn, dat deze in een zich in de langsrichting uitstrekkende opening voorzien tussen de tegenover liggende oppervlakken van de binneneinddelen van de bene-20 den- en boveneindorganen (172, 170), omvattende het verbindingsgebied, waarbij de opening samenwerkt met het hechtmiddel (174) aanwezig op het oppervlak van het binneneinddeel van een van de organen, zodat het hechtmiddel verplaatst wordt van het tegenoverliggend oppervlak van het binneneinddeel van het andere orgaan binnen het verbindingsgebied tij-25 dens het transport van de beneden- en bovenorganen naar de verbindingsmiddelen (120).
2« Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door geleidingsmid-delen (138) om te beletten dat het binneneinddeel van het benedenorgaan (170) naar boven in aanraking beweegt met het binneneinddeel van het 30 bovenorgaan (172).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afzonderlijke organen delen (170,172) van een plano van een houder omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het trans-35 portmiddel de planodelen (170,172) van de houder voortdurend naar de verbindingsmiddelen beweegt zodat de plano’s van de houder door de verbindingsmiddelen voortdurend voortgebracht worden.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagmiddel voor het einde van het benedenorgaan 40 draagmiddelen (144) voor het eerste einde omvat voor het dragen van het 84028 1 3 X " *- ~ binneneinddeel van het benedenorgaan in ten minste het verbindingsgebied.
6. Inrichting volgens conclusie 5, verder gekenmerkt door eerste geleidingsmiddelen (138) die samenwerken met de draagmiddelen (144) 5 voor het eerste einde voor het voorzien in een groef (142) daartussen, welke groef de binnenrand van het benedenorgaan vasthoudt teneinde het op afstand liggende verband tussen het binneneinddeel van het benedenorgaan en het binneneinddeel van het bovenorgaan binnen het verbindingsgebied te handhaven.
7. Inrichting volgens conclusie 5, 6 of 7, met: het kenmerk, dat het draagmiddel voor het einde van het bovenorgaan draagmiddelen (158) voor het tweede einde omvat voor het dragen van het binneneinddeel van het bovenorgaan in op afstand liggend verband van het binneneinddeel van het benedenorgaan binnen het verbindingsgebied.
8. Inrichting volgens conclusie 7, verder gekenmerkt door tweede geleidingsmiddelen (160) die samenwerken met de draagmiddelen (158) voor het tweede einde om in een groef (162) daartussen te voorzien, welke groef de binnenrand van het bovenorgaan vasthoudt teneinde het op afstand liggende verband tussen het binneneinddeel van het bovenorgaan 20 en het binneneinddeel van het benedenorgaan in het verbindingsgebied te handhaven.
9. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een geleiding (110) voor het einde van het benedenorgaan voor het geleiden van het buitenranddeel van het benedenorgaan (170) tijdens het 25 transport van het benedenorgaan naar het verbindingsmiddel.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de geleiding voor het einde van het benedenorgaan middelen (126, 128, 134) omvat, die met elkaar samenwerken om in een groef (130) daartussen te voorzien, welke groef de buitenrand van het benedenorgaan tijdens het 30 transport van het benenedenorgaan naar het verbindingsmiddel vasthoudt .
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een geleiding (112) voor het einde van het bovenorgaan voor het geleiden van het buitenranddeel van het bovenorgaan (172) tijdens 35 het transport van het bovenorgaan naar het verbindingsmiddel.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de geleiding voor het einde van het bovenorgaan middelen (126, 128, 134) omvat die met elkaar samenwerken om in een groef (130) daartussen te voorzien, welke groef de buitenrand van het bovenorgaan tijdens het 40 transport van het bovenorgaan naar het verbindingsmiddel vasthoudt. 8402813
* 13« Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagmiddel voor het einde van het benedenorgaan middelen (146) omvat voor het verplaatsen van een deel van het binneneind-deel van het benedenorgaan naar een deel van het binneneinddeel van het 5 bovenorgaan·
14. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagmiddel voor het einde van het bovenorgaan, middelen (168) omvat voor het verplaatsen van een deel van het binneneinddeel van het bovenorgaan naar een deel van het binneneinddeel van het 10 benedenorgaan. 840 28 1 3
NL8402813A 1983-09-30 1984-09-13 Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano's. NL8402813A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US53765583 1983-09-30
US06/537,655 US4549878A (en) 1983-09-30 1983-09-30 Apparatus and method for aligning and joining individual blanks

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402813A true NL8402813A (nl) 1985-04-16

Family

ID=24143569

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402813A NL8402813A (nl) 1983-09-30 1984-09-13 Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano's.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4549878A (nl)
JP (1) JPS60105523A (nl)
CA (1) CA1220658A (nl)
CH (1) CH662088A5 (nl)
DE (1) DE3434579A1 (nl)
ES (1) ES535825A0 (nl)
FR (1) FR2552712B1 (nl)
GB (1) GB2147277B (nl)
IT (1) IT1176728B (nl)
NL (1) NL8402813A (nl)
SE (1) SE459651B (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE444538B (sv) * 1984-09-19 1986-04-21 Bind O Matic Ab Anordning for limning av ark
US4846775A (en) * 1988-03-23 1989-07-11 Klearfold, Inc. Method for assembling composite carton blanks
US5569150A (en) * 1994-11-25 1996-10-29 Xerox Corporation Assembly apparatus
EP1307336A4 (en) * 1999-09-23 2008-03-05 J & L Dev Inc METHOD AND DEVICE FOR ASSEMBLING A BOX INTO TWO PARTS
FR2816879A1 (fr) * 2000-11-17 2002-05-24 Esatec Etudes Services Automat Equipement d'assemblage pour deux flans de grande dimension
DE102008005407A1 (de) 2008-01-21 2009-07-23 Focke & Co.(Gmbh & Co. Kg) Verfahren und Vorrichtung zum Herstellen von Packungen für Zigaretten
FR2927015B1 (fr) * 2008-02-04 2010-03-05 Otor Sa Procede et dispositif pour la realisation de boites a partir d'un ensemble de decoupes

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1293782A (en) * 1918-04-20 1919-02-11 Joseph Hren Machine for making paper-box blanks.
US1721431A (en) * 1926-05-26 1929-07-16 William A Joplin Box-making machine
GB306012A (en) * 1927-11-09 1929-02-11 Henry Taylor An improved machine for use in the formation or binding of books or the like
GB312824A (en) * 1928-06-15 1929-06-06 John J Pleger Improvements in bookbinding machines
GB379405A (en) * 1931-06-04 1932-09-01 Brehmer Geb Improvements in or relating to machines for binding paper or like sheets or book-signatures
GB382649A (en) * 1931-07-28 1932-10-28 Brehmer Geb Improvements in and relating to folding machines
US2006215A (en) * 1933-01-14 1935-06-25 E J Spangler Company Mechanism for making and applying transparent window patches to envelopes
US2664034A (en) * 1952-09-02 1953-12-29 E G Staude Mfg Company Inc Method and apparatus for making cartons for packaging of liquids
US3266389A (en) * 1961-09-22 1966-08-16 Mead Corp Method for forming carrier having cushioning partition
US3429235A (en) * 1966-10-07 1969-02-25 Julian B Slevin Co Inc Apparatus for forming and attaching full cell inserts to bottle carriers
US3540970A (en) * 1967-12-05 1970-11-17 Claude Raymond Huntwork Tipping machine
US3562071A (en) * 1968-05-03 1971-02-09 Colgate Palmolive Co Apparatus for automatically attaching a carton to a display card
US3558254A (en) * 1968-09-10 1971-01-26 John J Cahill Reinforcement applicator
US3694295A (en) * 1970-11-23 1972-09-26 Sauter Packaging Co Machine for sealing printed cards to filled blister cards
US4171666A (en) * 1977-11-29 1979-10-23 Sonoco Products Company Apparatus for fabricating slotted partition strips for use in assembling multi-cell partitions

Also Published As

Publication number Publication date
SE459651B (sv) 1989-07-24
JPS60105523A (ja) 1985-06-11
IT1176728B (it) 1987-08-18
CH662088A5 (fr) 1987-09-15
FR2552712B1 (fr) 1991-09-20
GB2147277A (en) 1985-05-09
SE8404886L (sv) 1985-03-31
JPH0376657B2 (nl) 1991-12-06
GB2147277B (en) 1987-07-22
FR2552712A1 (fr) 1985-04-05
US4549878A (en) 1985-10-29
CA1220658A (en) 1987-04-21
GB8423058D0 (en) 1984-10-17
ES8601010A1 (es) 1985-10-16
IT8422729A1 (it) 1986-03-20
IT8422729A0 (it) 1984-09-20
ES535825A0 (es) 1985-10-16
DE3434579A1 (de) 1985-04-18
SE8404886D0 (sv) 1984-10-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7870705B2 (en) Production of band-driven packages and their components
FI97359C (fi) Pakkaustarjotin
KR100874486B1 (ko) 개별 상품을 포장하는 장치 및 방법
NL8402813A (nl) Inrichting en werkwijze voor het samenvoegen van afzonderlijke plano&#39;s.
US20200198815A1 (en) Plant for automated packaging of items in cardboard boxes
US4846775A (en) Method for assembling composite carton blanks
RU2094345C1 (ru) Держатель изделий типа с захватом сверху и способ его изготовления (варианты)
JPH09505763A (ja) フラットシート縁取り機およびその方法
KR101718151B1 (ko) 미닫이 상자 포장의 자동포장 시스템에 있어서 속상자 자동 폴딩 공급장치
JPS6034694A (ja) 枚葉紙に枚葉紙を貼合する方法及び装置
JPS61273321A (ja) 包装要素を包装機械に供給する装置
JP2005205602A (ja) 包装装置
RU2222486C2 (ru) Конвейер для клиновидных упаковок
KR200359595Y1 (ko) 표준란좌용 골판지덮개형성장치
JPS61217302A (ja) 分割可能なケ−スの包装方法およびその装置
ES2025893A6 (es) Perfeccionamientos en las maquinas destinadas para el empaquetado de objetos, en especial envases.
JPH0439124Y2 (nl)
US3130648A (en) Apparatus for assembling carrier blanks
JPH09110006A (ja) 包装機における物品搬送装置
KR850000236B1 (ko) 반송접착 장치
CA2295358A1 (en) Method for setting upright a folding carton made from a one-piece cardboard blank
JPH0718567Y2 (ja) 薄物包装体の包装フィルムの余剰部折込み装置
DE3485743D1 (de) Ununterbrochene papierzufuhr fuer einen schnelldrucker.
IT1265494B1 (it) Macchina di incollaggio per vassoi in cartone contenenti frutta o simile
JP2792848B2 (ja) 包装体組立方法と装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed