NL8401685A - Schuifdeurinrichting. - Google Patents

Schuifdeurinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8401685A
NL8401685A NL8401685A NL8401685A NL8401685A NL 8401685 A NL8401685 A NL 8401685A NL 8401685 A NL8401685 A NL 8401685A NL 8401685 A NL8401685 A NL 8401685A NL 8401685 A NL8401685 A NL 8401685A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
unit
door unit
guide
movable
Prior art date
Application number
NL8401685A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Waertsilae Oy Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Waertsilae Oy Ab filed Critical Waertsilae Oy Ab
Publication of NL8401685A publication Critical patent/NL8401685A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B19/00Arrangements or adaptations of ports, doors, windows, port-holes, or other openings or covers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/32Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing
    • E06B3/34Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing with only one kind of movement
    • E06B3/42Sliding wings; Details of frames with respect to guiding
    • E06B3/46Horizontally-sliding wings
    • E06B3/4636Horizontally-sliding wings for doors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B43/00Improving safety of vessels, e.g. damage control, not otherwise provided for
    • B63B43/24Arrangements of watertight doors in bulkheads
    • B63B43/26Arrangements of watertight doors in bulkheads of sliding type
    • B63B43/30Arrangements of watertight doors in bulkheads of sliding type with fluid drive
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B5/00Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
    • E06B5/10Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
    • E06B5/12Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes against air pressure, explosion, or gas
    • E06B5/14Gasproof doors or similar closures; Adaptation of fixed constructions therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)
  • Power-Operated Mechanisms For Wings (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Support Devices For Sliding Doors (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Description

* 84305 vA/mm
Korte aanduiding: Schuifdeurinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een schuifdeurin-richting voor het afsluiten van een doorgangsopening in een vertikale wandconstructie, welke inrichting is voorzien van een in hoófdzaak horizontaal beweegbare deureenheid, een 5 deurgesteleenheid die bevestigbaar is aan de wandconstructie/ welke gesteleenheid 'twee geste-lorganen omvat waartussen de deureenheid wordt bewogen, geleidingsinrichtingen, afdichtings-organen en sluitinrichtingen van de deureenheid.
Een waterdichte schuifdeur die in schepen wordt toege-10 past vereist een dichte afdichtingsaanraking tussen de deureenheid en het deurkozijn, dat de doorgangsopening omgeeft.
De aanraking tussen de deureenheid en het kozijn moet over de gehele kontaktweg continu zijn. Schuifdeurinrichtingen van schepen vereisen gewoonlijk hoge torsie-en buigsterkte, als ge-15 volg waarvan het gestel en de deur gewoonlijk stijf zijn. Een ander alternatief is bekend uitde Finse octrooipublicatie 61946, waarin het gestel en de deureenheid zijn voorzien van buigzame organen, waarmede een continue aanraking tussen de deureenheid en het gestel wordt verzekerd.
20 Voor de afsluiting van de doorgangsopening wordt de deureenheid in beide inrichtingen in aanraking gebracht doof middel van geleidende wigorganen, zodanig , dat de deureenheid onder een geringe benaderingshoek het gestel benadert. Hierdoor worden de deureenheid en het gestel, of de afdichtingsorganen 25 daarvan, in wrijvende of schuivende aanraking gebracht voorafgaande 8401685 - 2 - aan het stoppen van de beweging van de deureenheid. Ook tijdens de beginfase van openen van de doorgang treedt een soortgelijke wrijvingsaanraking op. Een bezwaar van het wrijvingsverschijnsel is ondermeer de slijtage van de afdichtingsorganen. Verder 5 wordt een gedeelte van het aandrijfvermogen van de motor van de deureenheid uitsluitend gebruikt voor het overwinnen van de wrijving.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een waterdichte schuifdeurinrichting, waarbij de wrijvingswerking 10 tussen bijbehorende afdichtingsoppervlakken wordt vermeden.
Het doel van de uitvinding is mogelijk door de inrichting die is beschreven in het kenmerkende deel van conclusie 1. Een dichte aanraking of het verbreken van de aanraking zonder een wrijvingsverschijnsel is mogelijk door het verplaatsen van ten-15 minste een beweegbaar orgaan van de deureenheid in de richting van de doorgangsopening, dat wil zeggen, tegen het vlak dat door het kozijn wordt bepaald. Deze verplaatsing wordt uitgevoerd tijdens de eind-of beginfase van de beweging van de deureenheid, welke voor een sluit-of openingswerking langs de wand is ge-20 richt.
Een verrassend extra voordeel van de uitvinding bleek te zijn dat het uitgangsvermogen van de sluitinrichtingen kon worden verminderd. Dit is een gevolg van het overheersende beginsel van de deureenheid volgens de uitvinding, waarbij geen 25 geleidingswiggen worden toegepast. Hierbij is evenmin uitgangsvermogen of arbeid noodzakelijk voor het compenseren van wrijving, welke moet worden uitgeoefend in een normale schuifdeur die van geleidingswiggen is voorzien. In de inrichting volgens de uitvinding is de vereiste drukkracht aanzienlijk minder dan 30 de helft van de drukkracht van een normale deurinrichting, die van overeenkomstige afmeting is.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de verplaatsing tegen de opening en de beweging van de deureenheid evenwijdig aan de wand op verschillende tijdstippen uit-35 gevoerd. De beweging evenwijdig aan de wand wordt stopgezet tijdens het dicht afsluiten of openen van de afgedichte doorgangsopening. Een functioneel en fabricagetechnisch gunstige uitvoeringsvorm van de schuifdeurinrichting is een afzonderlijk moduul, waarbinnen de deureenheid wordt verplaatst. Gesteleen- 8401685 - 3 - heid en de deureenheid van het afzonderlijke moduul worden ge-makkelijk ten opzichte van elkaar ingesteld, en het moduul wordt zodanig samengesteld, dat de schuifdeurinrichting, uitgezonderd de uiteindelijke bevestiging aan de wandconstructie, 5 voltooid is. Het moduul kan gemakkelijk zelfs ver verwijderd van de feitelijke werkstand worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld buiten het schip. Het moduul kan rechtstreeks worden bevestigd op een scheepsdek of dergelijke ondersteunende, in hoofdzaak horizontale constructie welke samenwerkt met de wand 10 op de bedoelde plaats van de doorgang. Een gunstige uitvoeringsvorm omvat een zelfdragend moduul, dat rechtstreeks aan de wand en het dek kan worden bevestigd, zoals bijvoorbeeld met lassen.
Een constructie welke in beide richtingen afdicht 15 langs de doorgangsopening is mogelijk door verplaatsbare organen, die elk in tegenovergestelde richtingen door overdrachtsorganen worden verplaatst. Deze organen kunnen evenwijdige deurplaten, bladen of dergelijke zijn. Teneinde een gewenste functie in een overdrachtsorgaan te verschaffen, werken hierop sluitin-20 richtingen en beschermingsorganen van de deureenheid. De be-schermingsorganen kunnen mechanisch worden bediend. Een niet ingewikkelde en bedrijfszekere verplaatsing is mogelijk door een overdrachtsorgaan, dat een groef, een opening, een sleuf of dergelijke in een deurplaat-draagorgaan omvat evenals een 25 kracht-of vermogen-overdrachtsstang die in de groef verplaatsbaar is. De kracht -overdrachtsstang wordt uitgevoerd door een sluitorgaan van de deureenheid, bijvoorbeeld door de over-drachtsarm die het vermogen van de hydraulische cylinder overdraagt. De samenwerking tussen de arm, de overdrachtsstang 30 en de openingsinrichtingen verschaft het noodzakelijke vermogen voor een deurblad verplaatsing. Een ander alternatief overdrachtsorgaan omvat in een tweede deurblad een draagorgaan en daarin een groef, waarbij een overdrachtsorgaan in deze groef beweegbaar is en is verbonden met een slede, die evenwijdig aan 35 het eerste deurblad beweegt. De slede is eveneens via een stang verbonden met de hydraulische bedieningscylinder van de deur.
De grootte van de verplaatsing naar en van het hoofdgedeelte van het moduul kan zodanig worden geregeld, dat de beweging van het tweede blad aanzienlijk groter is dan die van het eerste blad.
0401685 - 4 -
De geleidingsinrichtingen kunnen een geleidingsrail en een daarop beweegbaar geleidingswiel omvatten, welk wiel aan een draagas is gelegerd. Deze constructie maakt een goed gerichte geleiding mogelijk, waarbij tegelijkertijd de wrijvingskrachten 5 zo laag mogelijk worden gehouden. De draagas is, bij een gunstige uitvoeringsvorm, aan de eerste deurplaat bevestigd en is beweegbaar ondersteund aan de tweede deurplaat, teneinde hun bewegingen evenwijdig aan de verplaatsingsrichting door de doorgangs-opening te vergemakkelijken. De as is hierbij ingericht om be-10 weegbaar te zijn langs de doorgangsopening. Teneinde de gesloten stand van de deureenheid te borgen kan de geleidingsraileen veiligheidsorgaan omvatten, bijvoorbeeld een door dieping in een afzonderlijke geleidingslijst, welke aan de onderste geleidingsrail is bevestigd. De geleidingslijst of zijn doordieping kun-15 nen benedenwaarts zijn gevormd enigszins hellend ten opzichte van het bovenoppervlak van de geleidingsrail. De hellingsrich-ting is zodanig gekozen, dat de beweging van de deureenheid tijdens het sluiten van de doorgangsopening wordt verbeterd.
Van hetzelfde veiligheidsorgaan wordt profijt getrokken gedu-20 rende het openen van de schuifdeur, zodanig dat de beweging van de deureenheid, die evenwijdig is aan de wandconstructie, niet aanvangt voordat de verplaatsing is voltooid die langs de doorgangsopening is gericht.
De uitvinding zal thans worden beschreven met ver-25 wijzing naar de bijgaande tekening, waarin: -fig. 1 een uitvoeringsvorm toont van een geopende schuifdeur volgens de uitvinding, gezien in de richting langs de doorgangsopening en in gedeeltelijke doorsnede, - fig. 2 een detail toont van fig. 1, 30 - fig. 3 een detail toont van een bewegende deureen heid in bovenaanzicht, - fig. 4 de schuifdeur toont in gedeeltelijke doorsnede, evenwijdig gezien aan het constructievlak van de wand, - fig. 5 een detail toont van fig. 4, 35 " fig. 6 en 6a een vergroot detail tonen van fig. 4, - fig. 7 en 8 twee trappen tonen gedurende de sluitfase van de deur, zoals gezien in fig. 1, - fig. 9 een geleidings-en ondersteuningsstelsel toont van de schuifdeur volgens de uitvinding, 8401685 - 5 - - fig. 10 een andere toepassing toont van het gelei-dings- en ondersteuningsstelsel, - fig. 11 een modificatie toont in samenwerking met de deureenheid, 5 - fig. 11a een andere modificatie toont samenwerkend met de deureenheid.
In de tekening is een vertikaal schot 1 en een horizontaal schot of dek 2 van een schip weergegeven, waaraan een schuifdeur moduul volgens de uitvinding is bevestigd. Voor 10 een stevige en stijve bevestiging is het moduul rechtstreeks op het dek 2 ondersteund. Het zelf ondersteunende moduul kan zijn bevestigd aan de wand 1 en het dek 2 zonder enige hulp-versterkingsorganen, zoals bijvoorbeeld door lassen. Het deur-moduul omvat de gestelorganen 3a en 3b, die openingen omvatten 15 voor de vorming van een doorgangsopening 4. De doorgangsopening kan zoals is weergegeven rechthoekig zijn, of eveneens cirkelvormig. De gestelorganen 3a, 3b en een eindplaat 3d welke door bóuten'3f is.” bevestigd is aan een kasthoofd 3c voor het vormen van een kast, waarbinnen een deureenheid in een richting L 20 wordt verplaatst teneinde de doorgangsopening 4 te sluiten of te openen. De deureenheid omvat twee deurplaten 5a, 5b, die beweegbaar aan elkaar zijn bevestigd, zodat de platen 5a, 5b ten opzichte van elkaar langs de richting van de doorgangsopening 4 kunnen worden bewogen. De beweging van de deureenheid 25 wordt geleverd door een hydraulisch cylindermechanisme, waarvan een werkcylinder 6 door bevestigingsorganen 7 is bevestigd aan het schuifdeurmoduul. De werkcylinder 6 is geheel of in hoofdzaak binnen het moduul aangebracht. De werking van de vermogens-stang 8 van de werkcylinder wordt uitgevoerd in de richting L.
30 De beweging van de duureenheid wordt geleid langs een gelei-dingslijst 9a en door wielen 10 langs een geleidingsrail 9 die de deureenheid draagt. Het wiel 10 is gelegerd aan een leger 11. Voor het borgen van een gesloten stand van de duureenheid is de lijst 9a voorzien van tamelijk ondiepe doordiepingen 31, 35 voor het opnemen van de wielen 10. De randen van de doordieping 31 zijn enigszins hellend in de richting L. Een voorrand 12 van de deureenheid wordt gestopt aan een stopoppervlak 13 van het gestel op zijn laatst gedurende het sluiten van de opening 4. Het terugstoten van de deureenheid vanaf het stopopper-40 vlak 13 wordt voorkomen tijdens het sluiten van de doorgangsope- 8401685 - 6 - ning 4. Dit vindt plaats door het instellen van de geleidings-lijst 9a benedenwaarts hellend in de deursluitrichting of door het vormen van de doordieping 31 die het dichtste geplaatst is naast het stopoppervlak 13 met een benedenwaartse afschuining.
5 Nabij zijn stopstand beweegt de deur hierdoor in hoofdzaak door middel van zijn eigen voortbewegingsenergie, hoewel de druk-werking van de stang 8 enigszins eerder wordt gestopt gedurende het sluiten van de doorgangsopening. De doorgangsopening 4 wordt omgeven door een afdichtingsorgaan van het gestel, bij-10 voorbeeld een metalen lijst of een permanent gedeelte van het gestelelement dat als achteroppervlak werkt, zoals een oppervlakte uitsteeksel 14 dat rondom de opening 4 binnen het moduul verloopt. De hefbomen en schakelaars 16 die de werking van de deureenheid regelen zijn buiten het schuifdeurmoduul aan het 15 gestelorgaan 3a en 3b bevestigd. De hefbomen en schakelaars 16 kunnen ook zijn bevestigd in de nabijheid van de opening 4 bij die flens 15a van de moduulflenzen 15, welke het dichtste is bij het aanslagoppervlak 13 van het gestel; In hetzelfde plaatsingsgebied bevindt zich eveneens een met de hand bediende 20 pomp voor een noodwerking van de deur. De plaatsing van een drukvat en van een elektrisch bediende pomp in het hydraulische mechanisme zijn niet weergegeven, daar zij vanzelfsprekend op een aantal verschillende wijzen kunnen zijn geplaatst. Het verwijzingscijfer 16a verwijst naar een bedieningsinrichting 25 van een eindschakelaar, welke bediend wordt door een heen-en weer beweegbare pen 32, die onder veerspanning kan staan.
Het verwijzingscijfer 34 verwijst naar een pakking.
Fig. 2 toont een deureenheid, waarvan de deurplaat 5a duidelijkheidshalve is verwijderd. Het verwijzingscijfer 17 3Ö duidt algemeen een inrichting aan die de deurwerking geleidt. Voor het vasthouden van een pen 19 voor het overdragen van vermogen is een grijper 18 bevestigd aan de vermogensstang 8 van de werkcylinder 6. In plaats van een grijper 18 kan men een kogelscharnier toepassen dat aan het einde van de stang 8 is 35 bevestigd. De pen 19 draagt vermogen over via het grijperorgaan 20 en het scharnier 21 aan de begrenzingsarm 22. De flenzen 23a zijn bevestigd aan de deurplaat 5a en de flenzen 23b aan de deurplaat 5b, welke flenzen omvat aan een opening, een sleuf, een groef 24 of dergelijke voor het geleiden van de beweging 40 van de pen 19. Het verwijzingscijfer 19b duidt een gebruikelijke 8401685 - 7 - onderring aan. Tussen de begrenzingsarm 22 en het grijperorgaan 18 is een kogelscharnier 21 geplaatst. De beweging van de begrenzingsarm 22 wordt geleid door een geleiding 26. Aan de deurplaat 5b is een inrichting 27-29 bevestigd, waarmede de 5 beweging van de begrenzingsarm 22 wordt ingesteld ten opzichte van de deurplaat 5b. De inrichting omvat een beschermingsarm 28, die gelegerd is aan de deurplaat 5b of aan de geleiding 26, en een geleidingsrol 29 die gelegerd is aan.de arm 28. Een bescherming 27 is bevestigd aan de arm, welke bescherming voor-10 komt dat de begrenzingsarm 22 beweegt ten opzichte van de deurplaat 5b. De arm 22 beïnvloedt hierdoor de bescherming 27 door deze in de sluitrichting van de opening 4 te drukken. De arm 22 kan slechts ten opzichte van de deurplaat 5b bewegen, wanneer de bescherming 27 in de niet versperde stand is. De beweging 15 van de deureenheid stopt nadat een kop of rol 29 van de beschermingsarm 28 het deurgestel of een geleidingsinrichting 17 hiervan raakt en, als gevolg hiervan, de bescherming 27 uit de weg van de begrenzingsarm 22 beweegt. Het verwijzingscijfer 29a betreft een gewijzigde stand van de geleidingsrol 29. De 20 werkingen van de geleidingsrol 29, de begrenzingsarm 22 en de geleidingsinrichting 17 gedurende de openings en sluitbeweging van de deur zullen later worden beschreven.
De begrenzingsarm 22 is in fig. 3 via de bescherming 27 vergrendeld met de deurplaat 5b, waardoor de pen 19 tegelijker-25 tijd bij een bodem 24a van de groeven 24 is, zodanig dat de afscheiding tussen de deurplaten 5a en 5b zo klein mogelijk is. De pen 19 is in doorsnede weergegeven, zodat de cirkelvormige ring niet zichtbaar is. De beschermingsarm 28 is aan de deurplaat 5b bevestigd door een scharnierende pal 30. De beweging 30 van de deureenheid overeenkomende met de sluit-en openingswer-king is aangegeven door een pijl L. Een pijl S geeft een af-scheidings-en een benaderingsverplaatsing aan van de deurplaten 5a en 5b, die door een vermogensoverdracht pen 19 wordt uitgevoerd. De eerder beschreven rail 9 werkt eveneens als geleiding 35 in de richting S.
De gestelelementen 3a en 3b zijn aan elkaar bevestigd voor het vormen van een waterdichte kast, waarbinnen de deureenheid beweegt. De kastkop 3c omvat een opening, waardoor de deureenheid in de kast is bevestigd. De opening wordt afgesloten 8401685 - 8 - door de kopplaat 3d, waaraan de hydraulische cylinder is bevestigd, zoals bijvoorbeeld door een pen 3f bevestiging. Het gestelelement omvat een als afdichtingsoppervlak werkend achteroppervlak 14, dat de deuropening 4 omgeeft, zoals in 5 fig. 4 zichtbaar is. Het wiel 10 is gelegerd aan de as 11, dat is bevestigd aan de deurplaat 5a en verschuifbaar is ondersteund aan een bus 46. De bus 46 is bevestigd aan de deurplaat 5b en staat een axiaal gerichte beweging van de as 11 toe.
De hoofdconstructie van de deurplaten 5a, 5b is gedeeltelijk 10 weergegeven in fig. 4 en 5. De fugn. komen overeen, gedurende het sluiten van de doorgangsopening 4, met een toestand juist voorafgaande aan een S-verplaatsing. De deurplaat is voorgespannen, zodat in vertikale richting de deurplaten 5a en 5b het dichtste bij elkaar zijn met hun middengedeelte, wanneer 15 de deur in de open toestand is. Het deurblad is van verstij- vingsorganen voorzien, zodat het blad buigzaam is in de buigings-richting welke voor de hand ligt in fig. 4. Een verstijvings-constructie is zodanig, waarin een verstijvingsorgaan is bevestigd in een L-richting aan het deurbladoppervlak. Het doorge-20 bogen deurblad kan het beste worden beschreven als lijkende op een gedeelte van een cylinderoppervlak. De deurverstijvingsor-ganen zijn in L-richting aangebracht, zodat het deurblad stijf is tegen een dergelijke doorbuiging, waarin men tracht om de vertikale randen van de deurbladen naar elkaar toe of van elkaar 25 af te buigen. Het verwijzingscijfer 9b verwijst naar een in-stellijst tussen de rail 9 en de deurbladen 5a, 5b. De kleine speling tussen de lijst 9b en de rail 9 is niet tot in bijzonderheden weergegeven.
Een afdichtingsinrichting tussen de deurplaat 5a en 30 het gestelelement 3a is met meer bijzonderheden weergegeven in fig. 6. Een pakking 34 is aan de deurplaat 5a bevestigd, bijvoorbeeld een rubberachtige, kunststofachtige of metalen pakking band. De band kan in een groef 25 zijn bevestigd, zodat de pakking dieper in de groef zakt wanneer de druk stijgt.
35 Hierdoor zullen dé deurplaat en het gesteloppervlak'. 14 rechtstreeks met elkaar in aanraking zijn. Een geschikt gekozen pakking kan ook worden gevormd langs de richting van het deurplaat oppervlak, zodanig dat deze pakkinglaag wordt samengedrukt tussen het deuroppervlak en een achteroppervlak 14b. De aan- 8401685 \ - 9 - brenging van een pakkingmateriaal van deze soort is mogelijk, doordat de aanraking tussen de pakking 34 en het achteropper-vlak 14 tot stand wordt gebracht na het stilhouden van de sluitbeweging L. Hierdoor zal er geen slijtende beweging van 5 de pakking 34 optreden, die tegen de pakking 34 schuift, wrijft of schraapt. Fig. 6a toont een andere pakkingvorm, die gemakkelijk kan worden aangebracht. Deze pakking is een doeltreffende afdichting tegen eventueel stijgende waterdruk, die van het moduul buitenwaarts is gericht.
10 Een inrichting is weergegeven in fig. 7-8 voor het uitvoeren van de verplaatsing S van de deurplaten 5a en 5b langs de richting van de doorgangsopening 4. Tijdens de eindfase van de sluitbeweging L van de deureenheid raakt de gelei-dingsrol 29 een geleidingsoppervlak 33a van de geleidingsin-15 richting in een geleidingslichaam 33, dat aan het achteropper-vlak 13 van het gestelelement is bevestigd. Het geleidingsoppervlak 33a is zodanig aangebracht, dat de geleidingsrol 29 ver-. tikaal bovenwaarts beweegt in een grijperorgaan dat gevormd wordt door het oppervlak 33a en een uitsteeksel 33b.
20 De beweging van de rol 29 ten opzichte van de deurplaat 5b is bestemd voor het draaien van de beschermingsarm 28 om zijn bevestigingsleger 30 in de richting A. Het beschermingsorgaan 27 wordt uit de weg bewogen van de arm 22 door middel van de beweging A. Hierdoor komen de voorrand 12 van de deur en een 25 aanslagorgaan 13 van het gestelelement met elkaar in aanraking.
De pen 19 begint te bewegen in een groef 24 (pijl B). Gelijktijdig met een in B-richting verlopende beweging van de pen 19, beweegt de pen 19 in de geleidingsgroeven 24 in de gelei-dingsplaten 23a en 23b, zodanig dat de deurplaten 5a en 5b 30 buitenwaarts bewegen in de richting S. De vorm van de geleidingsgroeven 24, de werking van de beschermingsinrichting 27-29 en van het geleidingsoppervlak 33a evenals de beweging B worden geleid door de eindschakelaar 32 en de cylinder 6, die zodanig zijn opgesteld dat de beweging B pas wordt stopgezet, na een 35 dichte aanraking van de pakking 34 en het steunoppervlak 14.
De drukkracht van de hydraulische cylinder 6 werkt nu via de vermogensstang 8, zodat de vermogenspen 19 en de arm 22 in de richtint B worden bewogen. De beweging B wordt stopgezet, wanneer de arm 22 de eindschakelaar 32 en 16a bedient, zodat de arm 22, 40 en hierdoor de beweging van de pen 19, eveneens wordt stilgezet.
8401685 * - 10 -
Tijdens het openen van de doorgangsopening 4 wordt de pakking 34 eerst vrijgemaakt van de aanraking met het steun-oppervlak 14. Dit wordt uitgevoerd door middel van de cylinder 6, die de . _ drukstang 8, de pen 19 en de arm 22 in de tegen-5 overgestelde richting beweegt ten opzichte van de richting B. Tijdens deze werkingsfase worden de deurplaten 5a en 5b niet in de richting L bewogen. Dit is mogelijk door middel van het uitsteeksel 33b van het grijperorgaan de beweging te voorkomen in de richting L van de geleidingsrol 29, die met de deurplaat 10 5b is bevestigd via het beschermingsarmleger. Hierbij is het wiel 10 geplaatst in de doordieping 31, die het stationaire vasthouden van de deureenheid versterkt. Tijdens de eindfase van de beweging van de pen 19 in de groef 24 wordt de arm 22 tegelijkertijd naar een zodanige stand bewogen, dat het be-15 schermingsorgaan 27 naar zijn beginstand kan bewegen (fig. 2).
De kracht van de stang 8 wordt nu overgedragen op de deurbladen 5a en 5b. Hierdoor wordt de feitelijke openingsbeweging L van de deureenheid aangevangen.
Twee modificaties van de schuifdeurinrichting zijn 20 weergegeven in fig. 9-10, waarvan de constructie weergegeven in fig. 9 een afzonderlijke geleidingslijst 14a omvat die rondom de doorgangsopening 4 is aangebracht. Voor het vergemakkelijken van een doorgang kunnen er draaibare drempelhellingstukken 35 in verbinding met de doorgangsopening 4 worden aangebracht.
25 De drempel-hellingsstukken 35 en de geleidingslijst 9a vormen een ononderbroken brugconstructie in een open doorgangsopening 4. Voor het bereiken van een veilige sluitwerking zijn de draaiinrichtingen 36 aangebracht aan het ondergedeelte van de voorrand 12 in de deurbladen 5a, 5b. De ploegachtige draai-30 inrichting 36 draait het drempel-hellingstuk 35 om een scharnier 37, wanneer men de deureenheud sluit. Hierdoor wordt het hellingstuk 35 gedraaid, totdat het uit de weg is van het deur-blad 5a, 5b. Een stand 38 van het draaiende hellingstuk 35, welke overeenkomt met de gesloten toestand van de deureenheid, 35 is in fig. 10 met streep stip lijn weergegeven. Uitgaande van de weergegeven stand 38 zal het draaiende hellingstuk 35 door middel van zijn eigen koppel een brug vormen, wanneer men de deureenheid opent.
De waterdichtheid van de schuifdeur volgens de uit- 8401685 - 11 - vinding is even goed in beide doorgangsrichtingen van de door-gangsopening 4. In de gesloten stand van de deur is de pakking in elk deurblad 5a, 5b stevig tegen het oppervlak 14 geheel over de weg die de opening 4 omgeeft. Als voorbeeld van de deur-5 werking wordt een toestand besproken, waarin als gevolg van een scheur in de scheepsromp of ten gevolge van een andere reden water buiten het moduul aan de ene zijde daarvan stijgt. De waterdruk tegen het blad 5a tracht de verbinding te openen tussen het steunoppervlak 14 van het gestel 3a en de pakking 34.
10 Hierdoor zal er water in het moduul binnenkomen. Er bestaat echter een buigzame bevestiging tussen de deurbladen 5a, 5b door middel van de stang 11 en de bus 46. Als gevolg hiervan zal het stijgende water binnen het deurmoduul het deurblad 5b tegen het gestel 3b drukken, waardoor de pakking 34 nog dich-15 ter tegen het steunoppervlak 14 wordt gedrukt. Een soortgelijke werking is mogelijk door een waterdruk die aanvankelijk vanaf de zijde van het deurblad 5b begint.
In fig. 11 is een gewijzigde constructie weergegeven van de deureenheid voor het geleiden van de werkingen in de 20 L-en de S richting. De drukstang 8 verloopt in de richting van de deurbladen 5a en 5b, zodat de grijper 18 in de nabijheid is van de voorrand 12 van de deur. De kracht wordt overgedragen vanaf de stang 8 via de grijper 18 en de overdrachtspen 39 naar een slede 40. De slede 40 is in de L-richting verplaatsbaar, 25 wanneer het beschermingsorgaan 27 in een stand is, waardoor de stang 8 van het deurblad 5b wordt vrijgegeven. Deze slede 40 glijdt door de geleidingen 41, die aan het deurblad 5a zijn bevestigd. De sleuf 24 in de draagplaat 23b is in hoofdzaak soortgelijk aan dié in fig.,3. Een overeenkomstige andere modi-30 ficatie (fig. 7) is mogelijk, door de aanbrenging van de groef 24 in de flens 23b evenwijdig aan het deurblad 5b en de groeven 24 in de flenzen 23a hellend ten opzichte van het blad 5a, zoals in fig. 3. De slede 40 omvat een arm 42, waaraan een ge-leidingsrol 43 is gelegerd, welke rol wordt bewogen in de groef 35 24 van de flens 23b, zoals in fig. 11 is weergegeven. Het beschermingsorgaan 27 is gelegerd aan de beschermingsarm 28 met een leger 45 en wordt geleid door een geleiding 44 die'aan het deurblad 5b is bevestigd. De afmetingen van het beschermingsorgsaan 27, de draaiing A van de beschermingsarm 28, de werking van het 40 leger 45 en een ruimte 44a van de geleiding 44 welke het bescher- 8401685 * * - 12 - mingsorgaan 27 ontvangt zijn onderling zodanig afgesteld, dat het beschermingsorgaan 27 in vertikale richting C beweegbaar is.
Fig. 11a toont een modificatie van de sledeconstructie volgens fig. 11. Twee slede-armen 40 zijn onderling verbonden 5 door een verbindingsplaat 47. Het deurgestel omvat een ring-achtig bedienings-grendelorgaan 17, dat wordt toegepast in samenwerking met een geleidingssleüf 29b in de vasthoudarm 28.
De vasthoudarm 28 omvat een vasthouduitsteeksel 27, waarvan de werking soortgelijk is aan de eerder beschreven, overeenkomstige 10 organen. De arm 28 wordt gedraaid in de richting A nadat de sleuf 29b met de ring 17 in aanraking komt. Hierdoor kan de slede 50 vrij bewegen in de richting L. Voor het openen van de deur beweegt de slede 40 in de opening L-richting (naar rechts), totdat de rol 43 in aanraking komt met de sleuf stopkant in de 15 draagplaat 23a. Hierbij is eveneens de S-verplaatsing voltooid. Daar de totale kracht van de stang 8 rechtstreeks werkt op de bladen 5a en 5b zal de arm 28 zijn grijper losmaken van de ring 17 en de arm 28 wordt gedraaid naar de begintoestand, die in fig. 11a is weergegeven. Fig. 11 en 11a tonen zodanige 20 constructies, waarin de arm 40 in hoofdzaak evenwijdig beweegt aan het deurblad 5a, waardoor het deurblad 5b in S-richting wordt verplaatst ten opzichte van het blad 5a en de arm 40/ stang 8.
De uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven uit-25 Voeringsvormen maar verschillende modificaties hiervan zijn mogelijk binnen het raam van de bijgaande conclusies. De arm 42 (fig. 11) en de geleiding 41 kunnen worden ingesteld om met elkaar in aanraking te komen, wanneer de arm 12 in zijn uiterste stand naar rechts of naar links is.
8401685

Claims (14)

1. Schuifdeurinrichting voor het afsluiten van een door-gangsopening in een vertikale wandconstructie, welke inrichting is voorzien van een in hoofdzaak horizontaal beweegbare 5 deureenheid, een deurgestel-eenheid die bevestigbaar is aan de wandconstructie, welke gesteleenheid is voorzien van twee gestelorganen waartussen de deureenheid wordt verplaatst, geleidingsinrichtingen, afdichtingsorganen en sluitinrichtingen van de deureenheid,' Met het' kenmerk, dat tenminste een deur-10 eenheid orgaan(5a, 5b)/beweegbaar is opgesteld in de doorgang doorloopinrichting, teneinde dit orgaan (5a,5b) in hoofdzaak tegen de doorgangsopening (4) te verplaatsen tijdens de eind-of de beginfase van de beweging van de deureenheid, welke evenwijdig is aan de richting van de wandconstructie (1) en 15 bestuurd wordt geleidingsinrichtingen (9-11), en dat de deureenheid door deze verplaatsing (S) in dichte aanraking wordt gebracht tegen afdichtingsorganen (14) van de gesteleenheid (3a,3b) of vrij van een aanraking daarmede.
2. Inrichting volgens conclusie 1, Met het kenmerk, 20 dat gedurende het sluiten van de opening (4) deze verplaatsing (S) is aangebracht nadat de beweging (L) van de deureenheid evenwijdig aan de wandconstructie (lj is stopgezet, en dat de verplaatsing (S) wordt uitgevoerd voorafgaande aan een deureenheid beweging: (L) evenwijdig aan de constructie (1) tijdens 25 het openen van de doorgangsopening (.1) .
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, Met het keh-' Merk,, dat de verplaatsbare organen (5a,5b) via een orgaan (11) van de geleidingsinrichtingen (9-11) zijn verbonden, aan welk orgaan een verplaatsbaar orgaan (5b) beweegbaar is 30 ondersteund.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de inrichting een zelfdragend, afzonderlijk moduul is, waarbinnen de deureenheid wordt verplaatst.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, 35 dat het moduul wordt ondersteund aan een in hoofdzaak horizontale draagconstructie, bij voorkeur in directe aanraking met een scheepsdek (2) dat onder het moduul is geplaatst.
6. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de verplaatsbare organen evenwijdige 40 deurplaten, bladen of dergelijke (5a, 5b) zijn, die elk in een 8401685 - 2 - i -> tegenovergestelde richting worden verplaatst door overdrachts-organen (19,23a,23b,24; 39-43).
7. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de deureenheid is voorzien van be- 5 schermingsorganen (22,27-29) die tezamen met sluitinrichtingen (6-8, 16, 18) zijn bestemd om van onvloed te zijn op de werking van het overdrachtsorgaan (19,23a,23b,24;39-43).
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de beschermingsorganen (22,27-29) in hoofdzaak mechanisch 10 worden bediend.
9. Inrichting volgens één van de conclusies 6-8, met het kenmerk, dat een overdrachtsorgaan (19,23a,23b,24), dat de deurplaat in de verplaatsingsrichting (S). geleidt, is voorzien van, in een draagelement (23a,23b) van de deurplaat 15 (5a,5b) of hieraan ondersteunt, een opening, een sleuf, een groef (24) of dergelijke en verder een kracht overdrachtsstang (19) die beweegbaar is in de groef (24) , welke stang is verbonden met een orgaan van de sluitinrichtingen (6-8, 16,18), bijvoorbeeld aan een overdrachtsarm (8,18) die de kracht van 20 een hydraulische cylinder overdraagt.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 6-8, met het kenmerk, dat een overdrachtsorgaan (23b, 24, 39-43) is voorzien van een slede-element (40) dat verbonden is met de kracht overdrachtsarm (8,18) van een hydraulische cylinder 25 (6) door middel van een overdrachtsstang (39), welke slede (40) beweegbaar is evenwijdig aan het oppervlak van het eerste deurblad (5a) en is verbonden met een overdrachtselement (43), dat in de verplaatsingsrichting (S) geleidingsgroef (24) wordt bewogen, die is aangebracht in een draagorgaan (23b) in 30 het tweede deurblad (5b).
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de grootte van de verplaatsing (S) van het tweede deurblad (5b) ten opzichte van het hoofdgedeelte van het moduul aanzienlijk groter is dan de overeenkomstige waarde van 35 het eerste blad (5a).
12. Inrichting volgens één van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de geleidingsinrichtingen (9-11) zijn voorzien van een geleidingsrail( 9) en, beweegbaar daar langs, van een geleidingswiel (10), dat gelegerd is aan een draagas 8401685 - 3 - . r (11), en dat de draagas (11) is bevestigd aan de ene deurplaat (5a) en beweegbaar is ondersteund aan de andere deurplaat (5b), zodanig dat de draagas (1.1) langs de doorgangsopening (4) wordt bewogen gedurende de verplaatsing van de deurplaat (5a).
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de onderste geleidingsrail (9) is voorzien van een orgaan, dat de gesloten stand van de deureenheid borgt, zoals bijvoorbeeld een doordieping (31) die is aangebracht in een afzonderlijke geleidingslijst (9a), welke aan de geleidings-10 rail is bevestigd.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de afzonderlijke geleidingslijst (9a) of tenminste de doordieping (31) hierin zodanig is gevormd, dat zijn bovenoppervlak (9a), ten opzichte van het bevenoppervlak van de gelei-15 dingsrail (9), enigszins benedenwaarts helt in de sluitrichting van de deureenheid-beweging. 8401685
NL8401685A 1983-05-27 1984-05-25 Schuifdeurinrichting. NL8401685A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FI831912 1983-05-27
FI831912A FI69904C (fi) 1983-05-27 1983-05-27 Gliddaerrsanordning

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401685A true NL8401685A (nl) 1984-12-17

Family

ID=8517284

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401685A NL8401685A (nl) 1983-05-27 1984-05-25 Schuifdeurinrichting.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4577577A (nl)
JP (1) JPS59228578A (nl)
KR (1) KR840008782A (nl)
DE (1) DE3419896A1 (nl)
DK (1) DK259384A (nl)
FI (2) FI69904C (nl)
FR (1) FR2546565B1 (nl)
GB (1) GB2142970B (nl)
HK (1) HK87187A (nl)
NL (1) NL8401685A (nl)
NO (1) NO158889C (nl)
SE (1) SE8402778L (nl)
SG (1) SG54387G (nl)
SU (1) SU1471951A3 (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3713837A1 (de) * 1987-04-24 1988-11-10 Blohm Voss Ag Schott fuer schiffe
US5422552A (en) * 1994-06-17 1995-06-06 Parisi; Gary Automated actuator for sliding panels
DE19703768A1 (de) * 1997-02-01 1998-08-13 Thorsten Gebauer Schiebetürvorrichtung, vorzugsweise für einen Reinraum
NO307554B1 (no) * 1998-07-10 2000-04-25 Kvaerner Mandal As Anordning ved skyveluke
US6061965A (en) * 1998-08-07 2000-05-16 Schrock; Stanton E. Door operator with short stroke actuator
US7422249B2 (en) * 2000-12-22 2008-09-09 Glover J Raymond Gliding door, latch mechanism and method
AT411284B (de) * 2002-04-02 2003-11-25 Ife Gmbh Antriebsmechanismus für eine schiebetür
US6766621B2 (en) * 2002-05-13 2004-07-27 Snavely Forest Products Reinforced door stile
DE20208190U1 (de) * 2002-05-25 2002-08-29 Lloyd Werft Bremerhaven GmbH, 27568 Bremerhaven Tür, insbesondere Feuerschutztürmodul für Schiffe
US8176677B1 (en) * 2008-02-27 2012-05-15 Blackmon Iii Baron H Automated guide rail apparatus
US9725941B2 (en) * 2010-03-20 2017-08-08 Ronald E. Van Tassell, Iii System and device for opening and closing sliding doors
KR200464861Y1 (ko) 2010-08-19 2013-01-22 삼성중공업 주식회사 유압식 슬라이딩 방수형 도어
US8336260B1 (en) * 2011-01-14 2012-12-25 Armorworks Enterprises LLC High security blast door lock and seal
US10227742B2 (en) * 2015-06-05 2019-03-12 Neusch Innovations, Lp Anti-ram sliding crash gate
EP3196391A1 (en) * 2016-01-21 2017-07-26 Lucas Elizalde Salegui Door device
CN107575883A (zh) * 2017-07-31 2018-01-12 华润电力(贺州)有限公司 一种锅炉制粉装置的热风门
US11274464B2 (en) * 2018-09-13 2022-03-15 Baker Engineering & Risk Consultants, Inc. Fragment-, overpressure-, radiation-, and toxic-resistant emergency safety shelter
RU2761908C1 (ru) * 2021-01-27 2021-12-14 Евгений Александрович Кузнецов Способ обеспечения плотного прилегания дверного полотна к коробу после закрытия засова и заглушка для ответного отверстия для его реализации

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1029620A (en) * 1909-02-06 1912-06-18 Giuseppe Mazzolini Door, hatch, or like closing device.
SE306681B (nl) * 1965-12-16 1968-12-02 Ass Cargo Gear Ab
FR1514939A (fr) * 1966-02-15 1968-03-01 Fermod Ferrures Modernes Dispositif de suspension d'une porte étanche coulissante et ses applications
GB1299364A (en) * 1968-11-12 1972-12-13 Cargospeed Equip Improvements in and relating to stern, side or bow doors of marine vessels
BE755362A (fr) * 1969-08-29 1971-02-01 Rheinstahl Siegener Eisenbahnb Dispositif de manoeuvre
GB1359102A (en) * 1972-06-16 1974-07-10 Waggon Union Gmbh Vehicles or containers having sliding walls
DE7700410U1 (de) * 1977-01-08 1978-08-17 Fa. Carl Fuhr, 5628 Heiligenhaus Schiebefenster
FR2451445A1 (fr) * 1979-03-12 1980-10-10 Fermod Dispositif d'actionnement pour porte etanche coulissante

Also Published As

Publication number Publication date
FI69904C (fi) 1986-05-26
FI842074A0 (fi) 1984-05-24
FI831912A0 (fi) 1983-05-27
GB2142970A (en) 1985-01-30
GB8413517D0 (en) 1984-07-04
DK259384D0 (da) 1984-05-25
US4577577A (en) 1986-03-25
FI842074A (fi) 1984-11-28
SG54387G (en) 1987-08-28
NO158889B (no) 1988-08-01
FR2546565B1 (fr) 1988-06-10
NO158889C (no) 1988-11-09
DE3419896A1 (de) 1984-12-06
KR840008782A (ko) 1984-12-19
NO842106L (no) 1984-11-28
FI831912L (fi) 1984-11-28
FR2546565A1 (fr) 1984-11-30
FI70622B (fi) 1986-06-06
SE8402778D0 (sv) 1984-05-23
HK87187A (en) 1987-12-04
FI69904B (fi) 1985-12-31
GB2142970B (en) 1986-12-03
DK259384A (da) 1984-11-28
SE8402778L (sv) 1984-11-28
JPS59228578A (ja) 1984-12-21
FI70622C (fi) 1986-09-24
SU1471951A3 (ru) 1989-04-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401685A (nl) Schuifdeurinrichting.
GB2128249A (en) Sliding lifting roof assembly for a vehicle
EP1500540B1 (en) Open roof construction for a vehicle
JPS6322726A (ja) 車両のル−フの作動装置
FI79986B (fi) Skyddsanordning foer innertransportorgan.
EP1009644B2 (en) Method of opening and closing an open roof construction of a vehicle having an opening in the fixed roof; as well as such open roof construction
AU1559283A (en) A device for raising and lowering objects, such as bed frameswork tables or the like
GB2090565A (en) Sliding roof for vehicle
EP1359037B1 (en) An open roof construction for a vehicle, and method of moving a closure element thereof
CA2276655A1 (en) Lip guiding mechanism for dock levelers
CA2334691A1 (en) Recycle control system for dock levelers
JPS6366714B2 (nl)
EP2263896B1 (en) Open roof construction for a vehicle
JP3640984B2 (ja) 一連のスラットを有する車輌ルーフ
CA1326693C (en) Sliding-lifting roof for an automobile
CA1094602A (en) Hatch for armored vehicles
US3811396A (en) Folding cover system for hatches
NL8203340A (nl) Inrichting voor het ombuigen van een randdeel van een metaalplaat.
US3860205A (en) Closing device for movable parts in railway frog and crossing areas
NL2026010A (en) A system for charging a battery of an electrically driven ship
GB2122143A (en) Spoiler roof
EP2848443B1 (en) Open roof construction for a vehicle
EP1547837B1 (en) Open roof construction for a vehicle
SU1079776A1 (ru) Устройство дл рыхлени грунта
EP0169616B1 (en) Derrick crane for dredgecraft

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed