NL8400742A - Sterilisatieinrichting. - Google Patents

Description

^ *' ** * -1- VQ 6161

Sterilisatieinrienting.

De uitvinding heeft betrekking op een sterilisatieinrich-ting, geschikt voor een steriliserende behandeling van vloeistoffen of pasta's van voedingsmiddelen en medicijnen, welke vaste deeltjes bevatten en in het bijzonder op een steriliseerinrichting, welke ge-5 schikt is om produkten alleen bij een stabiele druk te verzamelen aan de binnenzijde van de inrichting en continu heet water gedurende de sterilisatie van de inrichting af te voeren, water gedurende de behandeling met water en een mengsel van water en het produkt gedurende de overschakelhandeling, terwijl de steriliteit van de doorgelaten produk-10 ten gehandhaafd blijft.

Het is algemeen bekend, dat rotting plaatsvindt tijdens opslag van voedingsmiddelen en medicijnen., hetgeen in het algemeen wordt veroorzaakt door microorganismen. Teneinde rotting van voedingsmiddelen en medicijnen te ondervangen,zijn technieken voor het verhogen 15 van de duurzaamheid van voedingsmiddelen en medicijnen door deze veilig ten 'opzichte van bacteriologische stabiele omstandigheden te kunnen behandelen, ontwikkeld.

Een bekende techniek is het steriliseren van verpakte produkten zoals ingeblikte of retort-voedingsmiddelen, enz.

20 Volgens deze techniek wordt de binnenzijde van containers gedurende een langere tijdsperiode verhit om de bacteriën te doden.

Een groot probleem bij deze techniek, in het bijzonder in verband met voedingsmiddelen en medicijnen, is, dat verhitting voor een langere tijdsperiode de smaak beïnvloedt, zo ook de werkzaamheid en de voedings-25 waarden terwijl het weefsel wordt afgebroken.

De voorkeur wordt eraan gegeven korte tijd te verhitten bij een hoge temperatuur bij het steriliseren van voedingsmiddelen en medicijnen. Thans hebben methoden en apparaten voor het steriliseren van produkten bij een hoge temperatuur en gedurende een korte tijd, 30 alvorens deze in een vat worden gebracht en voorts steriele verpakkingen voor het verpakken van gesteriliseerde produkten in een vat onder steriele omstandigheden een grote aandacht getrokken.

Sterilisatie van voedingsprodukten en medicijnen wordt normaliter uitgevoerd bij een temperatuur hoger dan 100°C, zodat koken van 35 de produkten plaatsvindt binnen de sterilisator bij atmosferische druk.

8400742 t _ f l -2-

Het steriliseren door verhitting moet worden uitgevoerd binnen de sterilisator onder een bepaalde druk (hierna aangeduid als tegendruk) om koken te voorkomen.

In dit verband veroorzaken de gebruikelijke methode en 5 apparatuur verscheidene problemen.

De gebruikelijke inrichting is voorzien van een voedings-pomp voor de toevoer van produkten naar de sterilisator en een pomp voor het afvoeren van de gesteriliseerde produkten na een volgend proces, welke delen zich bevinden aan de inlaat en uitlaateinden van de sterili-10 sator. Een tegendruk wordt op de sterilisator uitgeoefend door het regelen van de afvoersnelheid van de pompen.

Pulsaties of lekken van de pompen veroorzaken fluctuaties in de stromingssnelheid van het produkt, dat door 'de sterilisator passeert. Dit leidt tot een verandering in de tegeidruk, welke op de steri-15 lisator wordt uitgeoefend. De bekende apparatuur heeft dus nadelen voor wat betreft de pompfunkties. Bij de bekende inrichting was het dus moeilijk een stabiele tegendruk in de sterilisator te verkrijgen en de produkten onder stabiele omstandigheden te steriliseren.

Bovendien is het bij de bekende inrichting moeilijk de 20 tegendruk op de gewenste waarde te regelen.

Indien de sterilisatieomstandigheden zijn bereikt waardoor het produkt steriel wordt, moet een aanzienlijk hoge temperatuur en een hoge druk op de achterste pomp worden uitgeoefend. Het is derhalve moeilijk om produkten onder constante omstandigheden te steriliseren, 25 gezien vanuit het oogpunt van de bovengenoemde pompfunkties. Dit is een moeilijk op te lossen probleem voor een steriel verpakkingsapparaat.

Ook wanneer de laatste pomp hoge temperaturen en hoge drukken kan verdragen en de gewenste steriele omstandigheden zijn bereikt, moet de pomp uit speciaal materiaal zijn vervaardigd en van speciaal ontwerp.

30 Bovendien is het moeilijk een stabiele stromingssnelheid te verkrijgen binnen de inrichting in de zones van hoge en lage temperatuur.

Indien het produkt vaste deeltjes en dergelijke bevat, zullen de meeste van deze vaste deeltjes bij de bovenbesproken methode worden afgebroken, aangezien het produkt tweemaal een pomp moet passeren. 35 Wanneer de laatste pomp wordt vervangen door een drukont- lastingsklep of een homogeniseerinrichting is het bij boven besproken methode een tamelijk constante tegendruk in de inrichting te verkrijgen.

8400742 w -3- ί *

Wanneer het produkt echter vaste deeltjes bevat of zeer visceus is, ontstaat een accumulatie van deeltjes en zal blokkeren van de druk-ontlastingsklep of de homogeniseerinrichting optreden, zodat storing ontstaat, bijv. schade van de apparatuur, als gevolg van een 5 niet normaal oplopen van de druk binnen het apparaat. De homogeniseerinrichting of de drukontlastingsklep kan dus niet worden toegepast bij het behandelen van dergelijke produkten.

Een steriliseerapparaat, geschikt voor het steriliseren van materiaal, dat vaste deeltjes bevat, is beschreven in een in 10 West Duitsland circulerend tijdschrift (Die Molkerei Zeitung Wélt der Milch, 35.Jahrgang, 1981/41). Dit apparaat, waarbij bovengestelde problemen worden opgelost, is uitgerust met een voedingspomp voor de sterilisator en een tegendruktank achter de sterilisator. In het steriliseerapparaat is de tegendruktank in staat de luchtdruk te regelen 15 en de tegendruk wordt uitgeoefend op de sterilisator door toepassing van luchtdruk in de tegendruktank. Zelfs wanneer het produkt vaste deeltjes bevat, is het dus mogelijk dit onder constante hoge temperatuurs-omstandigheden en een stabiele uitoefening van tegendruk op de sterilisator te behandelen. Ook treedt geen verstopping door vaste deeltjes 20 in het apparaat op.

De sterilisatieinrichting, welke in het tijdschrift wordt beschreven, heeft een uitstekend effekt bij het steriliseren van produkt, dat vaste deeltjes bevat, zoals boven bedoeld. Het tijdschrift refereert slechts naar de basisconstructie van het apparaat, dat een voedings-25 pomp bevat, een sterilisator en een tegendruktank en verduidelijkt het principe van het uitoefenen van een tegendruk op de sterilisator door luchtdruk.

De werking van de steriliseerinrichting, het steriliseren van het apparaat op de steriliteit van de gehele apparatuur voor het 30 begin van de behandeling te verzekeren, behandelen met water en het overschakelen van water op produkten dienen plaats-"te vinden voordat met het behandelen van het produkt wordt begonnen. De steriliseerinrichting moet dus zijn uitgerust met mechanismen, welke overeenstemmen met elke fase.

35 Een bekende inrichting voor het steriliseren van melk, enz., omvat bijv. een sterilisator, pompen voor en achter de sterilisator, 8400742

V

. -4- ♦ % een inrichting voor het terugwinnen van melk, enz. aanwezig achter de laatste pomp en een inrichting voor het afvoeren van behandelingsma-teriaal anders dan de melk, enz. Bij deze inrichting wordt een tegendruk op de sterilisator uitgeoefend.'.door toepassing van pompen en 5 al het materiaal, dat verbruikt heet water voor de sterilisatie van ' het apparaat., water, een mengsel van water en melk, enz. en de gesteriliseerde melk, enz. bevat,passeert de pomp achter de sterilisator en wordt afgevoerd of teruggewonnen.

Bij den inrichting voor het steriliseren van melk, enz., 10 is het mogelijk de gehele behandeling vanaf de sterilisatie van het apparaat tot het behandelen - van het produkt door dit door de pomp achter de sterilisator te voeren, uit te voeren zonder het installeren van oafhankelijke pijpleidingen, enz. Dit is het gevolg van de natuurlijke eigenschappen van heet water, dat wordt gebruikt voor de sterilisatie 15 van het apparaat dezelfde zijn als die van melk en melk, welke geen vaste deeltjes bevat.

Wanneer echter het produkt, dat behandeld moet worden, vaste deeltjes bevat, dan is het onmogelijk om op betrouwbare wijze alle handelingen uit te voeren vanaf de sterilisatie van het apparaat 20 tot het terugwinnen van de produkten in een dergelijke inrichting, waarbijde laatste pomp in het bovenbedoelde apparaat vervangen is door een tegendruktank, d.w.z. een inrichting van bekende constructie als hierboven omschreven.

Wanneer materiaal met vaste deeltjes moet worden behandeld 25 met de bekende inrichting, zal al het water, dat wordt gebruikt voor het steriliseren van het apparaat, het water, dat wordt gebruikt tijdens de behandeling met water, het mengsel van water en het produkt tijdens de overschakeling, alsmede het .produkt zelf naar de tegendruktank worden gevoerd. Het is dus mogelijk het produkt afzonderlijk in een continue 30 handeling af te scheiden na het steriliseren van de inrichting, teneinde het produkt onder tegendruk te kunnen behandelen.

Om produkten met vaste deeltjes betrouwbaar te kunnen steriliseren., .moet de sterilisator een constructie hebben, welke in staat is materialen anders dan het produkt zelf af te voeren en de produkten af-35 zonderli.jk te verzamelen bij een stabiele tegendruk binnen de inrichting, terwijl de steriele omstandigheden bij het doorlaten van het produkt ge- 8400742 -5- handhaafd blijven.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een steriii-seerinrichting voor bovenomschreven funkties en welke geschikt is voor het continu behandelen van produkten, welke vaste deeltjes bevatten.

5 Er zijn reeds proeven gedaan om het bovengestelde doel te bereiken. Gevonden werd, dat een een constante tegendruk constant binnen de inrichting kan worden uitgeoefend en dat de behandelingsma-terialen anders dan de produkten zelf continu uit de inrichting afgevoerd kunnen worden, terwijl het produkt afzonderlijk kan worden ver-10 zameld in de tegendruktank, terwijl de steriele omstandigheden van het produkt, dat wordt doorgelaten, gehandhaafd blijft door toepassing van een sterilisatieapparaat met een sterilisator, een persinrichting voor het transport van het produkt in de sterilisator, eenftegendruktank voor het regelen van de luchtdruk, welke wordt uitgeoefend achter de 15 sterilisator en een tegendrukinrichting voor het uitoefenen van een tegendruk op de sterilisator, waarbij de tegendrukmiddelen in staat zijn vaste deeltjes door te laten, de te gen druktank met de sterilisator is verbonden door tussenkomst van een voedingspijp en de tegendrukmiddelen zijn opgenomen in een tegendrukhulppijp, welke is afgetakt van eerder 20 bedoelde pijp- Bij deze inrichting wordt ten eerste heet water tijdens de sterilisatie van het apparaat, water gedurende de behandeling met water en een mengsel van water en het produkt bij het omschakelen continu afgevoerd vanuit de sterilisator via de tegendrukhulppijp en op hetzelfde moment wordt een tegendruk uitgeoefend binnen het apparaat 25 door de tegendrukmiddelen; ten tweede wanneer de materialen geheel zijn vervangen door het produkt, wordt dit continu uit de sterilisator afgevoerd naar de tegendruktank voor het verzamelen via de voedingspijp, en op hetzelfde moment wordt een tegendruk uitgeoefend binnen het apparaat door toepassing van luchtdruk in de tegendruktank; en ten derde 30 zelfs wanneer het produkt vaste deeltjes bevat, kan een constante tegendruk in het apparaat, zoals omschreven onder 1) en 2) worden uitgeoefend.

De materialen anders dan het produkt zelf, worden continu buiten het apparaat gebracht. Anderzijds kan het produkt zelf in de tegendruktank worden verzameld, terwijl de steriliteit van het doorge-35 laten produkt gehandhaafd blijft.

Gevonden werd ook, dat het overschakelen op het produkt oo 8400742 * ^ w -6- veilige wijze kan plaatsvinden zonder de steriliteit van de tegendruk-tank te benadelen door toepassing van een sterilisatieapparaat van bovenbedoelde constructie, waarbij de druk binnen de tegendruktank op een hoger niveau wordt geregeld, .dan wordt uitgeoefend door de tegendruk-5 inrichting tijdens het overschakelen, door het elimineren van een tegenstroom van materiaal uit de tegendrukhulppijp naar de tegendruktank.

De uitvinding voorziet in een steriliseerinrichting voor het continu steriliseren van materiaal, dat behandeld moet worden en vaste deeltjes bevat, terwijl de druk in de inrichting ongewijzigd 10 blijft, welke inrichting omvat: (1) een sterilisator, welke vaste deeltjes kan doorlaten, (2) een voedings inrichting voor het aan voeren van materiaal naar de sterilisator, (3) een tegendruktank voor de regeling van de luchtdruk 15 voor het uitoefenen van een tegendruk in de sterilisator, (4) een tegendrukinri dating, welke in staat is vaste deeltjes door te laten en op de sterilisator een tegendruk uit te oefenen, (5) een voedingspijp voor het verbinden van de sterilisator met de tegendruktank en '20 (6) een tegendrukhulppi jp, welke is af getakt van die voe dingspijp.

De uitvinding voorziet ook .in een steriliseerinrichting met tenminste een sterilisator, een voedingsinrichting voor de toevoer van materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor het regelen van 25 de luchtdruk, welke zich bevindt achter de sterilisator, een hulptegen-druktank, een drukontlastingsklep voor de af voer en een afzuigpomp voor het onttrekken van materiaal 'uit de hulptegendruktank, welke steriele tank met de sterilisator verbonden is door middel van een; voedingspijp, waarbij de hulptegendruktank'en de afvoerpomp zijn opgenomen in een 30 hulptegendrukpijp, welke is afgetakt van de voedingspijp, waarbij de drukontlastingsklep voorzien is van een afvoerpijp, welke is afgetakt van de voedingspijp of de hulptegendrukpijp, terwijl een tegendruk wordt uitgeoefend op de sterilisator door tussenkomst van de voedingsinrichting en een van de steriele tanks, op de hulptegendruktank en de druk-35 ontlastingsklep.

»r>

De uitvinding beoogt voorts een sterilisatieinrichting te i 8400742 9 * -7- verschaffen met tenminste een sterilisator, een voedingsinrichting voor de toevoer van materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor het regelen van de luchtdruk, welke achter de sterilisator heerst, een tegendrukpomp en een drukontlastingsklep voor de afvoer, welke steriele 5 tank met de sterilisator verbonden is door middel van een vöedingspijp, welke tegendrukpomp is opgenomen in een tegendrukhulppijp, welke is afgetakt van de vöedingspijp, de drukontlastingsklep is opgenomen in een afvoerpijp, welke is afgetakt van de vöedingspijp of de tegendrukhulppijp en een tegendruk in de sterilisator wordt uitgeoefend door middel 10 van de voedingsinrichting en een van de steriele tanks, een tegendrukpomp en de drukontlastingsklep.

Tenslotte voorziet de uitvinding in een seriliseerinrich-ting met tenminste een sterilisator, een voedingsinrichting voor de toevoer van materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor het 15 regelen van de luchtdruk, welke heerst achter de sterilisator, een tegendrukpomp en een koeler voor het doorlaten van vaste deeltjes, welke steriele tank met' de sterilisator verbonden is door middel van een voe-dingspijp, welke tegendrukpomp en welke koeler zijn opgenomen in een hulptegendrukpijp, welke is af ge takt van de vöedingspijp en een tegendruk 20 op de sterilisator wordt uitgeoefend door combinatie van de voedingsinrichting, een van de steriele tanks en de tegendrukpomp.

De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader toegelicht. Daarin toont: figuur 1 een stromingsschema van een steriliseerinrichting 25 waarbij tegendruk wordt uitgeoefend door een voedingsinrichting en een tegendrukinrichting; figuur 2 een stromingsschema van een steriliseerapparaat waarbij de tegendruk wordt uitgeoefend door -middel van een voedingstank en een steriele tank, of de voedingstank en een hulptegendruktank, of 30 de voedingstank en een drukontlastingsklep; figuur 3 is een stromingsdiagram van een sterilisatie-inrichting, waarbij de tegendruk wordt uitgeoefend door een voedingspomp en een steriele tank, of de voedingspomp en een tegendrukpomp, of de voedingspomp en een drukontlastingsklep; 35 figuur 4 een stromingsschema van een sterilisatieinrichting, waarin een tegendruk wordt uitgeoefend door middel van een voedingstank en een steriele tank, of de voedingstank en een tegendrukpomp; 8400742 -8- * figuur 5 een stromingsschema van een sterilisatieinrichting, welke in een uitvoeringsvorm is opgenomen.

Figuur 1 toont een stromingsschema van een voorkeursuitvoe-ringsvorm van de steriliseerinrichting volgens de uitvinding.

5 In de inrichting bevindt .zich een watertank .2', een produkt- tank 33, een voedingsinrichting 30 voor de toevoer van materiaal naar de sterilisator 3, de sterilisator 3, een koeler 4 en .een tegendruktank 5 voor het regelen van de. luchtdruk, welke delen in die volgorde in de voedingspijp 18 zijn opgenomen. Voorts is een tegendrukinrichting 31 10 voor het uitoefenen van een -tegendruk in de sterilisator 3 aanwezig en in staat vaste deeltjes door te laten binnen een tegendrukhulppijp 20, welke is af ge takt van de voedingspijp 18 in een gedeelte achter de sterilisator 3.

De voedingsinrichting 30 perst het materiaal naar de 15 sterilisator 3 en kan vaste deeltjes doorlaten. ·

De voedingsinrichting 30 omvat bijv. een voedingspijp 32 (in figuur 3), een voedingstank (in figuur 2 en 4) voor het regelen van de luchtdruk, enz. Wanneer de voedingstank 1 wordt gebruikt, kan een produkttank 33 en een voedingspomp 32 weggelaten worden. De voedingspomp 20 32 heeft een afvoerdruk., welke groter is dan de tegendruk en omvat bijv.

een mono-schroefpomp, een .slangpomp, een roterende, pomp, enz. met relatief goede -kwantitatieve eigenschappen. De voedingstank 1 dient voor het regelen van de stroomsnelheid van het materiaal, dat naar de sterilisator 3 wordt gevoerd bij een voorafbepaalde stromingssnelheid door 25 toepassing van luchtdruk. Het regelen van de stromingssnelheid kan als volgt geschieden:

De stromingssnelheid .van het materiaal., daf.in de sterilisator 3 wordt geperst, wordt vastgesteld door een stromingsmeter 36 (zie figuur 2), aanwezig achter de voedingstank 1 en -instructies worden gezon-30 den naar een stromingssnelheidregulator 37 (zie figuur 2), welke een drukontlastingsklep 23 (zie figuur 2), commandeert.

De stromingsmeter 36 moet vaste deeltjes kunnen doorlaten.

De luchtdruk in de voedingstank i kan eveneens worden geregeld door een luchtregulator, enz.

35 De sterilisator 3 omvat bijv. een warmteuitwisselaar van het huistype, het schrapertype (een type met een' schraapoppervlak) of 8400742 - ψ · -9- een ander geschikt type, een stoominjector, enz., welke vaste deeltjes kan doorlaten en warmte binnen korte tijd bij hoge temperatuur kan doorlaten. Desgewenst kunnen deze warmtsuitwisselaars en verhitters in serie worden gebruikt. Indien het materiaal een hoge viscositeit 5 heeft, is een warmteuitwisselaar met een schraapoppervlak zeer nuttig.

De koeler 4 koelt het gesteriliseerde materiaal tot een bepaalde temperatuur en moet vaste deeltjes kunnen doorlaten. Als koeler 4 kan een warmteuitwisselaar worden gebruikt van het plaattype, het huistype, het schrapertype of elk ander geschikt type.

10 De tegendruktank 5 oefent een tegendruk in de sterilisator 3 uit en verzamelt tegelijkertijd gesteriliseerde produkten. Evenals de voedingstaak 1, is de tegendruktank 5 bijv. voorzien van een druk-sensor 17 en een drukregulator 16, en dient voor het regelen van de druk binnen de tank op een constant niveau door toepassing van lucht 15 (overigens is het mogelijk een luchtregulator toe te passen voor het regelen van de druk binnen de tank) - De tegendruktank 5 en de voedings-tank 1 kunnen zonodig voorzien van een roerorgaan.

De tegendrukmiddelen 31 oefenen een tegendruk uit op de sterilisator 3 en moeten vaste deeltjes kunnen doorlaten.

20 Bijv. een pomp (welke pomp een stabiele tegendruk moet kunnen leveren, bijv. binnen een temperatuursgebied vanaf normaal tot 150°C) een tank, een drukproducerende inrichting, enz., welke de luchtdruk kunnen regelen, kunnen worden toegepast als tegendrukinrichting 31. Wanneer een normale pomp wordt gebruikt, waarop geen tegendruk bij 25 hoge temperatuur kan worden uitgeoefend en een hoge druk toch wordt gewenst, kan een koeler of een speciaal buizennet in de steriliseer-inrichting gewenst zijn, zodat de pomp niet aan te hoge ‘temperaturen en' drukken wordt blootgesteld. Een gedetailleerd exemplaar''zal nog worden besproken.

30 De werking van de steriliseerinrichting zal nu worden toe gelicht.

De steriliseerinrichting werkt normaliter volgens de navolgende fasen. Allereerst wordt de inrichting gesteriliseerd met heet’ water onder een druk van 3.0-4.5 kg/es?, bijv. 13O-150°C gedurende 30 35 minuten of meer voor het waarborgen van de steriliteit van de inrichting als geheel, voordat deze in werking wordt gesteld (sterilisatie van de 8400742 -10- inrich ting) . Voorts wordt de koeler in de bovenbesproken steriele omstandigheden gebracht (behandelen met water). Ten derde wordt begonnen met het overschakelen van werken met water op werken met produkt. Ten vierde wordt het overschakelen van werken met water naar werken met 5 produkt gecompleteerd (werken met produkten).

Bij de sterilisatieinrichting volgens .figuur 1 wordt een schakelklep 21 geopend bij de eerste fase van sterilisatie van de inrichting. Water uit de watertank 2', dat gebracht is in de inrichting wordt gevoerd naar de sterilisator 3 door tussenkomst van de voedings-10 inrichting 30, en wordt normaliter verhit tot 130-150°C. In deze fase wordt een schakelklep 55 geopend en worden de schakelkleppen 13 en 22 gesloten. De koeler 4 is niet in werking. Heet water wordt via de pijp 18 af gevoerd uit de inrichting, de hulptegendrukpijp 20 -en de tegendruk-inrichting 31. In deze fase wordt een constante tegendruk uitgeoefend 15 door de tegendrukinridating 31 op de heet waterdoorgang in de inrichting. Het water wordt in de sterilisator 3 volledig gesteriliseerd en op hetzelfde moment ook de voedingspijp 18 en de hulptegendrukpijp 20, waarin de doorgelaten produkten met heet water worden gesteriliseerd.

In deze fase wordt heet water via de tegendrukhulppijp 20 20 soms heter dan 100°C afgevoerd.

Wanneer dit zonder koeling uit de inrichting zou worden afgevoerd, ontstaat tijdens de afvoer gelijktijdig een’krachtig koken. Daarom is het gewenst een koeler 28 toe te passen "(in figuur 2 en 3 weergegeven) , welke zich op een geschikte plaats in de hulptegendruk-25 pijp 20 bevindt. Als koeler 28 kunnen warrateuitwisselaars .van het plaat-type, het huistype, het schrapertype of elk ander geschikt type worden toegepast. ·.

,De tegendruktank 5 wordt -onafhankelijk gesteriliseerd met verzadigde stoom, enz. De inrichting wordt in gesteriliseerde toestand 30 samengesteld en stilstand van afvoer, verontreiniging met lucht bij het’ steriliseren van de inrichting worden vermeden.

Het behandelen met water geschiedt op dezelfde wijze als bij het steriliseren van de inrichting met uitzondering dat de koeler -4 in werking is. Het koelen vindt plaats om..de watertemperatuur tot 50°C 35 te verlagen.

In deze fase wordt het water continu uit. de inrichting 8 8400742 S5“"-1--- -11- afgevoerd. Ook wordt een constante tegendruk op de sterilisator 3 uitgeoefend door de tegendrukinrichting 31 voor het steriliseren van het water en de steriliteit van de voedingspijp 18 te handhaven.

Na het behandelen met water, wordt de schakelklep 21 geslo-5 ten en de schakelklep 22 geopend voor de toevoer van het produkt naar de produkttank 33 van de inrichting. Een mengsel van water en produkt wordt afgevoerd via de hulptegendrukpijp 20, zoals dit ook met de behandeling met water geschiedde. In deze fase wordt een constante tegendruk in de sterilisator 3 uitgeoefend door de tegendrukinrichting 31.

10 Bij het omschakelen van water naar produkt is de inwendige druk van de inrichting onstabiel. Aangezien de inwendige druk van een hulptegendruk-tank 7 op een bepaalde druk wordt geregeld door de luchtdruk, zal de inwendige druk van de inrichting niet lager worden dan een voorafbepaalde druk.

15 Wanneer de inrichting voldoende gesteriliseerd is en uit sluitend het produkt door de inrichting verplaatst, wordt de schakelklep 55 gesloten en de schakelklep 13 geopend, teneinde het produkt, dat eerst verhit en vervolgens gekoeld is in de tegendruktank 50 te verzamelen. Het produkt wordt vervolgens met de constante snelheid naar de 20 sterilisator 3 gevoerd door tussenkomst van de voedingsinrichting 30.

Op hetzelfde moment wordt -het produkt teruggeperst naar de voedingsinrichting 30 als gevolg van de luchtdruk in de tegendruktank 5. Op de sterilisator wordt steeds een stabiele tegendruk uitgeoefend, zodat de produkten constant onder hoge temperatuursomstandigheden worden gesteri-25 liseerd.

De tegendruk, welke wordt uitgeoefend binnen de inrichting 2 moet ongeveer 0.5 kg/cm of hoger zijn dan de verzadigde stoomdruk bij de hoogst mogelijke sterilisatietemperatuur. -Wanneer de tegendruk wordt ingesteld op een waarde lager dan de verzadigde stoomdruk gaat het ma-30 teriaal in de sterilisator 3 koken. Dit veroorzaakt een verlaging van druk in ae kookzone en koken als gevolg van een kettingreaktie in de omgeving van het kookpunt. Dit heeft een temperatuursafname tot gevolg.

Wanneer volkomen steriele produkten worden gewenst, moet de in de tegendruktank 5 geinjecteerde lucht steriel zijn en passeert 35 bijv. door een in de tekening niet weergegeven luchtfilter.

Het is moeilijk het schakelen van de schakelkleppen' 13 en 8400742 « ^ -12- 55 tegelijk bij het overschakelen naar de tegendruktank 5 te bewerkstelligen. Een tegenstroom van de hulptegendrukpijp 20 naar de tegen-druktank 5 wordt verhinderd, zo ook bederf wanneer de druk binnen de tegendruktank 5 iets hoger wordt ingesteld dan de druk, welke door de 5 tegendrukinrichting 31 wordt uitgeoefend. Het drukverschil tussen de inwendige druk van de tegendruktank 5 en de druk door de tegendrukinrich-ting 31 moet bij voorkeur 0-0,2 kg/cm zi'jn. Hetiis niet nodig de hulptegendrukpijp 20, waarin de tegendrukinrichting 31 is opgenomen, te steriliseren. In dit opzicht is de behandeling niet· complex.

10 Wanneer de voedingsinrichting 30 een tank is, waarbij de luchtdruk kan worden geregeld, wordt het produkt door de luchtdruk naar de sterilisator 3 gevoerd. Zelfs wanneer het produkt vaste deeltjes bevat, worden deze deeltjes niet afgebroken.

Aangezien de tegendruk wordt geregeld door gebruikmaking 15 van lucht, is de tegendruk uitermate stabiel, ongeacht de wisselingen 1- in vormingssnelheid van het materiaal en kan snel en nauwkeurig worden geregeld. Aangezien er geen openingen of nauwe spleten in de inrichting aanwezig zijn, zal ook geen verstopping optreden, zelfs bij het behandelen van zeer visceuse produkten of een produkt, dat vaste deeltjes bevat. -20 Het gesteriliseerde produkt wordt geleidelijk in de tegen druktank 5 verzameld. Wanneer de tegendruktank gevuld is met gesteriliseerd produkt, wordt de schakelklep 13 gesloten en de schakelklep 12 geopend, teneinde het gesteriliseerde produkt in een volgend proces te leiden, bijv. vullen en.rverpakken. De tegendruktank 5 kan zijn vervaar- 25 digd uit een tegaidruk bestand materiaal (bijv. materiaal, dat bestand 2 is tegen een hoge druk van ongeveer 1 kg/cm .of groter dan de tegendruk) , doch de vorm is niet kritisch.

Een andere uitvoeringsvorm van de steriliseerinrichting volgens de uitvinding zal nu worden toegelicht.

30 In de steriliseerinrichting volgens de uitvinding, weer gegeven in figuur 2, zijn de voedingstank 1, de sterilisator 3 en de koeler 4 onderling verbonden door tussenkomst van een voedingspijp 18, hetgeen overeenkomt met de constructie volgens figuur 1. De watertank 2 stemt overeen met de voedingstank 1. Het is mogelijk een combinatie te 35 gebruiken van een watertank 2', een produkttank 33 en een voedingspomp 32 als voedingsinrichting in plaats van de combinatie van de watertank 2 8400742 -13- en de voedingstaak 1. Een steriele tank 6 en een hulptegendruktank 7 stemmen overeen met de tegendruktank 5 volgens figuur 1. De steriele tank 6 en de hulptegendruktank 7 zijn elk voorzien van een druksensor 17 en een drukregulator 16, waardoor de inwendige druk kan worden ingesteld. 5 De steriele tank is een tegendruktank, waarbinnen de druk door steriele lucht wordt ingesteld.

Een afvoerpomp bijv. een pomp van het mono-type, een· ·- slangpomp, een roterende pomp, enz., dient om lekken van de lucht uit de inrichting te beperken. Bij de sterilisatieinrichting volgens de 10 uitvinding is het ook mogelijk een klep, zoals een diafragmaklep toe te passen, zo ook een kogelklep, enz. in plaats van een afvoerpomp 8.

Bij de steriliseerinrichting, is de hulptegendrukpijp 20 af getakt van de voedingspijp 18, welke zich uitstrekt van de voedings-tank 1 naar de steriele tank in een gedeelte achter de sterilisator 3.

15 Een afvoerpijp 19 is af ge takt van de voedingspijp 18 in datzelfde gedeelte of van de hulptegendrukpijp 20 in een gedeelte voor de hulptegendruktank 7.

De sterilisatieinrichting werkt als volgt:

In de eerste fase van sterilisatie van de inrichting, 20 is de schakelklep 21 geopend, en water uit de watertank 2 wordt door luchtdruk gevoerd naar de sterilisator 3 en verhit, normaliter tot 130-150°C. In deze fase is een schakelklep 15 geopend en de schakel-kleppen .13, 14 en 22 zijn gesloten. De koeler 4 is niet in werking. Daardoor wordt verhit water via de voedingspijp 18, de hulptegendruk-25 pijp 20, een afvoerpijp 19 en een drukontlastingsklep 9 op boven omschreven wijze getransporteerd. In deze fase wordt een -constante tegendruk op de inrichting uitgeoefend door tussenkomst van de drukontlastingsklep 9. Aldus wordt water voldoende gesteriliseerd in de steriliseerinrichting 3 en de voedingspijp 18, alsmede de hulptegendrukpijp 20, 30 alvorens de schakelklep 14 met heet water wordt gesteriliseerd.

Het verdient aanbeveling een koeler 28 op een geschikte plaats in de afvoerpijp 19 of de hulptegendrukpijp 20 aan te brengen, zoals weergegeven in figuur 1. De steriele tank 1 wordt onafhankelijk gesteriliseerd door verzadigde stoom.

35 Het behandelen met water geschiedt op dezelfde wijze als het steriliseren van de inrichting als boven omschrèven, met' uitzondering dat de koeler 4 in de beginfase in werking is. Wanneer de watertemperatuur na het koelen zakt tot bijv. ongeveer'50°C, wordt de scha- 8400742 f *· , -14- kelklep 14 geopend en de schakelklep 15 gesloten. Het water uit de watertank 2 wordt dan gevoerd naar de hulptegendruktank 7 via de hulp-tegendrukpijp 20, nadat verhit en gekoeld is. Het water uit de hulptegendruktank 7 wordt afgevoerd door middel van een afvoerpomp 8.

5 In deze fase wordt een stabiele tegendruk uitgeoefend op de steriliseer-inrichting door de luchtdruk in de hulptegendruktank 7.. Het water wordt voldoende gesteriliseerd en de steriliteit van de voedingspijp 18 gehandhaafd.

Door schakelen van de·schakelkleppen 14 en 15 kan het ge-10 wenst zijn de kleppen over te schakelen op de hulptegendruktank 7 na het instellen van de druk door de drukontlastingsklep 9 en de inwendige druk van de hulptegendruktank 7 tot ongeveer hetzelfde niveau. Dit dient voor het beperken van de wisseling in stroomsnelheid van het materiaal en veranderingen in de tegendruk op het tijdstip van overscha-15 kelen. Zoals nog zal worden besproken, vindt het overschakelen van water op produkt bij voorkeur plaats na het bevestigen dat de stromingssnelheid van het materiaal en de tegendruk gestabiliseerd zijn.

Na het beëindigen van het behandelen met water, wordt de schakelklep 21 gesloten en de schakelklep 22 geopend, zodat het produkt 20 van de voe dings tank 1 naar de inrichting wordt gevoerd. Een mengsel van water en produkt wordt af gevoerd via de hulptegendrukpijp 20, zoals dit is geschied bij het behandelen met water.

Zelfs wanneer het produkt vaste deeltjes bevat of zeer visceus is, wordt het mengsel van water en het produkt continu uit de 25 inrichting af gevoerd, dankzij de aanwezigheid van een hulptegendruktank 7. Er bestaat bovendien geen kans op het accumuleren van deeltjes en dus verstopping. Water of een mengsel van water en'produkt, dat in de hulptegendruktank 7 komt, wordt continu daar ui tcaf gevoerd door de afzuigpomp 8.

30 Het afvoeren van behandeld materiaal geschiedt bij voorkeur wanneer het mengsel in de hulpdruktank 7 is aangekomen, zodat de inwendige druk van de hulptegendruktank niet zal afnemen. Ook de hoeveelheid materiaal, afgevoerd uit de hulptegendruktank 7 is iets groter dan de hoeveelheid materiaal, dat naar de tank wordt toegevoerd, om over-35 stromen van het materiaal uit de tank te voorkomen, zelfs wanneer de stromingssnelheid als gevolg van fluctuaties, zal toenemen. De wijze van afvoer-wordt geregeld in die zin, dat de inwendige druk van de 1400742 -15- hulptegendruktank 7 niet zal afnemen. Derhalve kan het mengsel uit water en produkt continu worden afgevoerd. Tegelijkertijd wordt een constante tegendruk op de sterilisator 3 uitgevoerd.

Wanneer een klep wordt gebruikt in plaats van een afzuig-5 pomp S, vindt het openen en sluiten van de klep plaats onder vooraf-bepaalde omstandigheden, zodat het behandelde materiaal kan worden af gevoerd door de druk van de lucht in de hulptegendruktank 7,

Aangezien behandeld materiaal continu uit de hulptegendruktank 7 wordt afgevoerd door middel van de afvoerpomp 8 of een klep, 10 kan de capaciteit van de hulptegendruktank 7 worden beperkt. Derhalve kan de hulptegendruktank in de inrichting klein van afmetingen zijn.

Ook is het gebruik van een scheidingspomp niet noodzakelijk, welke bij dezelfde hoge temperatuur en druk zal moeten werken als de afvoerpomp, omdat water, dat in de sterilisator 3 tot .hoge temperatuur 15 is verhit, niet door de afvoerpomp 8 in de sterilisator heen loopt. Wanneer de afvoerpomp 19 niet geinstalleerd kan worden, wordt een speciale pomp als afvoerpomp 8 toegepast, teneinde heet water tijdens het steriliseren van de inrichting via de hulptegendrukpijp 20 af te voeren.

Een koeler, zoals een warmteuitwisselaar Van het schraper-20 oppervlaktype, welke materiaal, dat vaste deeltjes bevat of zeer vis-ceus materiaal kan doorlaten, kan geplaatst zijn tussen de schakel-klep 14 in de hulptegendruktank 20 en de hulptegendruktank 7 in de steriliseerinrichting volgens de uitvinding. Bij dit systeem wordt heet water, dat bij het steriliseren van de inrichting wordt verhit 25 in de koeler gekoeld, zodat de afvoerpomp 8 niet onderhevig is aan de hoge temperaturen en drukken. Zelfs wanneer een afvoerpijp 19 niet aanwezig zou zijn, kan het materiaal tijdens de sterilisatie van de inrichting en iet behandelen met water en het overschakelen, via de hulptegendrukpijp 20 alleen worden afgevoerd.

30 Wanneer de inrichting voldoende gesteriliseerd is en uit sluitend het produkt door de inrichting heen beweegt, wordt de schakel-klep 14 gesloten en de schakelklep 13 geopend voor het verzamelen van gesteriliseerd produkt in de steriele tank 6. Bij het overschakelen van de schakelkleppen 13 en 14.wordt de inwendige druk van de steriele tank 35 6 iets hoger ingesteld (bijv. 0.2 kg/cm ) dan de inwendige druk van de hulptegendruktank 7,om een'tegenstroom van materiaal uit de hulptegen- 8400742 r - -16- druktank 7 naar de steriele tank 6 te voorkomen. De steriliteit van de inrichting kan derhalve worden gehandhaafd. Daardoor is het niet noodzakelijk de hulptegendrukpijp 20 in het gedeelte achter de schakel-klep 14 te steriliseren. Dit vereenvoudigt het proces. Een constante 5 tegendruk wordt uitgeoefend op de sterilisator door de lucht, welke wordt geregeld in de steriele tank 6 en het materiaal wordt bij hoge temperatuur voldoende gesteriliseerd.

Bij een inrichting, waarin de voedingstank 1 dient voor de toevoer van produkten door luchtdruk, worden vaste deeltjes, welke . 10 zich bevinden in de produkten niet afgebroken en voldoende beschermd, terwijl de regeling van de tegendruk nauwkeurig kan geschieden. Tenslotte wordt de schakelklep 13 gesloten en de schakelklep 12 geopend, teneinde behandeld produkt,verzameld in de steriele tank 6 naar een volgend proces te leiden, zoals bijv. het vullen en verpakken.

15 Een andere uitvoeringsvorm van de steriliseerinrichting volgens de uitvinding zal thans worden besproken.

Bij de steriliseerinrichting volgens de uitvinding, weergegeven in figuur 3, is de inrichting verbonden via een voedingspijp 18, als weergegeven in de figuren 1 en 2. Een pomp van het monotype, 20 een slangpomp, een rotatiepomp, enz., met een relatief grote ".opbrengst wordt bij voorkeur gebruikt als tegendrukpomp 10. De koeler 28 en de drukontlastingsklep 9 zijn gelijk aan die volgens figuur 2. Ook een combinatie van de voedingstank 1 en de watertank 2 kan worden gebruikt in plaats van een combinatie van een watertank 2', de produkttank 33 25 en de voedingspomp 32.

Bij de steriliseerinrichting is de hulptegendrukpijp 20 afgetakt van de voedingspijp 18 en de afvoerpijp 19' is afgetakt van de voedingspijp 18 of een hulptegendrukpijp 20, overeenkomstig figuur 2.

De sterilisatieinrichting werkt als volgt: 30 In de eerste fase van de sterilisatie van de inrichting wordt water uit de watertank 2' naar de inrichting gevoerd door tussenkomst Vein een voedingspomp 32, teneinde de sterilisator te verhitten tot 130-150°C. Verhit water wordt naar de koeler 28 gevoerd via de niet in werking zijnde koeler 4, de voedingspijp 18, de hulptegendruk-35 pijp 20 en de afvoerpijp 19 en wel in de genoemde volgorde. Heet water’ wordt in de koeler 28 gekoeld, bijv. tot 100°C of minder en de afvoer 8400742 s 4 -17- uit de inrichting geschiedt via de drukontlastingskiep 9. Op dat moment wordt een constante tegendruk uitgeoefend op de sterilisator 3 door de drukontlastingskiep 9, zodat het water onder stabiele omstandigheden wordt verhit.

5 De voedingspijp .18 en de hulptegendrukpijp 20 voor de schakelklep 14, waardoor het produkt wordt doorgelaten, zijn voldoende met heet water gesteriliseerd. Op dat moment zijn de schakelkleppen 13, 14 en 22 gesloten en is de schakelklep 15 geopend.

In de tweede fase van behandeling met water, treedt de 10 koeler 4 in werking. Wanneer de temperatuur van het door-de koeler 4 doorgelaten water 50°C of lager is.bijv., wordt de werking van de koeler 28 gestopt. Dan wordt de schakelklep 15 gesloten en de schakelklep 14 geopend. Het overschakelen van de. schakelkleppén 14 en 15 is gelijk aan dat volgens figuur 2.

15 Overeenkomstig de bovenbesproken procedure, wordt de te gendrukpomp 10 in de hulptegendrukpijp 20 niet blootgesteld aan zeer hoge temperaturen en een constante tegendruk kan op de sterilisator 3 worden uitgeoefend door de tegendrukpomp 10. Het is niet noodzakelijk een steriele pomp toe te passen, welke een hoge temperatuur en een hoge 20 druk kan weerstaan als de tegendrukpomp 10, aangezien het produkt niet door de tegendrukpomp 10 heengaat en het toetreden van bacteriën -uit de tegendrukpomp 10 in de doorgang van het produkt wordt -verhinderd als gevolg van de inwendige druk van de steriele tank 6 op een niveau, dat iets hoger ligt dan de tegendruk, welke wordt uitgeoefend door de 25 tegendrukpomp 10.

Na het stabiliseren van de behandeling met water , wordt de schakelklep 21 gesloten en de schakelklep 22 geopend, zodat de produkten' uit de produkttank 33 kunnen worden af gevoerd. ·***

Daarbij wordt een constante tegendruk op de sterilisator 30 3 uitgeoefend door de tegendrukponp 10 op dezelfde wijze als boven om schreven en het mengsel van water en produkt wordt via de hulptegèndruk-pijp 20 af gevoerd zonder nadelige invloeden op de steriliteit van de inrichting.

Wanneer het mengsel geheel is overgeschakeld naar de produkt-35 fase, wordt de schakelklep 14 gesloten en de schakelklep 13 geopend, zodat het produkt in de steriele tank 6 kan worden verzameld. De steriele tank 6 is gelijk aan die, weergegeven in figuur 2. Bij het werken’met 8400742 -18- produkt alleen, wordt een constante tegendruk op .de sterilisator 3 uitgeoefend door de luchtdruk, welke wordt geregeld in de steriele tank 6.

Tenslotte wordt de schakelklep 13 gesloten en de schakel-5 klep 12 geopend voor het afvoeren van produkten, welke verzameld zijn in de steriele tank 6, waarna zij gevoerd worden naar een volgende behandeling, zoals vullen en verpakking.

Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding zal nu worden toegelicht.

10 Bij de steriliseerinrichting volgens figuur 4 zijn de inrichtingen, welke door de voedingspijp 18 zijn verbonden gelijk aan die volgens figuur 1, figuur 2 en figuur 3.

Warmteuitwisselaars van het schrapertype of elk ander geschikt type kan als koeler 26 worden gebruikt, mits vaste deeltjes 15 worden doorgelaten. De tegendrukpomp 10 is gelijk aan die volgens figuur 3. Ook een combinatie van een watertank 2', produkttank 33 en de afvoerpomp 32 kan worden gebruikt in plaats van een combinatie van de i * voedingstank 1 en de watertank 2.

In de steriliseerinrichting is de hulptegendrukpijp 20 20 af getakt van de voedingspijp 18, welke zich uitstrekt -van de voedings tank 1 naar een steriele tank 6 in een gedeelte achter de sterilisator 3.

De sterilisatieinrichting werkt als volgt.

In de eerste fase van sterilisatie van de inrichting, wordt 25 water uit de watertank 2 gevoerd naar de inrichting en in de sterilisator 3 verhit. Verhit water wordt dan gevoerd naar de koeler 26 via de koeler 4, welke dan niet in-werking is, de voedingspijp -1.8 en' de hulp-tegendrukpijp 20, zoals eerder beschreven.

Warm water, dat in de koeler 26 tot een temperatuur minder 30 bijv. dan 50°C wordt uit de inrichting af gevoerd via de tegendrukpornp 10. De koeler 26 kan vaste deeltjes doorlaten en is aangebracht in de hulptegendrukpijp 20 voor de tegendrukpomp 10 en achter de schakelklep 55. Aldus wordt de tegendrukpomp tijdens het steriliseren van de inrichting niet aan hoge temperaturen blootgesteld als gevolg van de invloed 35 van de koeler 26. Een constante tegendruk wordt op de steriliseerinrich-' ting uitgeoefend door de tegendrukpomp 10. en het water wordt onder constante omstandigheden verhit. De voedingspijp 18 en de hulptegendruk- 8400742 ét * -19- pijp 20 voor de schakelklep 55, waardoor het produkt in hoofdzaak wordt doorgelaten, worden voldoende gesteriliseerd. Op dat moment zijn de schakelkleppen 22 en 13 gesloten en de schakelklep 55 is geopend. In de steriliseerinrichting wordt de tegendrukpomp 10 niet onderworpen 5 aan een hoge temperatuur als gevolg van de werking van de koeler 26.

Ook het toetreden van bacteriën., uit de tegendrukpomp 10 in de doorgang van het produkt kan op .dezelfde wijze worden verhinderd als bij de constructie volens figuur 3 door het instellen van de inwendige druk . van de steriele tank 6 op een niveau, dat iets hoger is dan de tegendruk 10 welke wordt uitgeoefend door de tegendrukpomp 10 tijdens het overschakelen van de schakelkleppen 13 en 55. Aldus is het niet noodzakelijk een steriele pomp toe te passen, welke bestand is tegen hoge temperaturen en drukken.

In de tweede fase van het behandelen met water, wordt de 15 koeler 4 in werking gesteld. Wanneer de temperatuur van het water, dat door de koeler 4 heenstroomt, zakt tot bijv. 50°C of minder, wordt de werking van de koeler 26 onderbroken. De-tegendrukpomp 10 wordt dus niet blootgesteld aan zeer hoge temperaturen. Op hetzelfde moment wordt een constante tegendruk uitgeoefend op de sterilisator 3 door tussen-20 komst van de tegendrukpomp 10.. De-r omstandigheden van de schakelkleppen zijn dezelfde als die bij het steriliseren van de inrichting.

Na het stabiliseren van de behandeling met water, wordt de schakelklep 21 in de watertank 2 .gesloten en de schakelklep 22 geopend voor de afvoer van het produkt uit de voedingstank 1 voor het behandelen 25 van dit produkt. Aangezien dit op dat moment door de luchtdruk wordt getransporteerd, worden vaste deeltjes, welke het produkt bevat, niet afgebroken. Ook wordt een constante tegendruk, uitgeoefend'-op de sterilisator 3 door de tegendrukpomp 10, zoals boven omschreven -en een mengsel van water en produkt wordt door de hulptegendrukpijp 20 afgevoerd 30 zonder verstoring van de steriliteit binnen de inrichting. Wanneer het mengsel geheel is overgeschakeld op produkt, wordt de schakelklep 55 gesloten en de schakelklep 13 geopend, zodat het produkt in de steriele tank kan worden verzameld. De steriele tank 6 kan een druktank zijn, waarvan de inwendige druk constant kan worden geregeld door de druk van 35 de lucht (steriele lucht). Op de sterilisator 3 wordt steeds een stabiele tegendruk uitgeoefend door de luchtdruk, welke wordt ingesteld in de 8400742 -20- steriele tank 6, zelfs tijdens het behandelen van het produkt.

Tenslotte wordt de schakelklep 13 gesloten en de schakel-klep 12 geopend voor de_afvoer van produkt, welke verzameld is in de steriele tank 6 voor een volgende behandeling, zoals vullen, verpakken, 5 enz.

Evenals bij de sterilisatieinrichting vol.cpns figuur 3 en 4 wordt de tegendrukpomp niet aan hoge temperaturen onderworpen, aangezien onder invloed van de koeler of in de baan als gevolg van de installatie van de tegendrukpomp onafhankelijk van het buizenstel voor het 10 doorlaten van het produkt. Ook kan een constante tegendruk worden uitgeoefend op de sterilisator. Bovendien kan materiaal anders dan het produkt continu uit de inrichting worden afgevoerd en het produkt alleen kan worden verzameld in de steriele tank onder invloed van een constante en stabiele tegendruk binnen de inrichting, waardoor deze steriel blijft. 15 Bij de inrichting vciLgpns de uitvinding is het mogelijk het materiaal bij een constante hoge temperatuur en onder invloed van een constante tegendruk binnen de inrichting te steriliseren en de regeling van de tegendruk kan eenvoudig en nauwkeurig geschieden. Ook heet water gedurende de sterilisatie van de inrichting, water gedurende 20 de behandeling met water en een mengsel van water en produkt tijdens de overschakeling kunnen continu uit de inrichting worden af gevoerd, en het produkt alleen kan onder toepassing van een constante tegendruk binnen de inrichting worden verzameld, waarbij de steriliteit van het doorgelaten produkt gehandhaafd blijft.

25 Bij de inrichting volgens de uitvinding bestaat geen kans op accumulatie van deeltjes of verstoppen en worden de deeltjes in het produkt .niet afgebroken, zelfs niet bij de behandeling van zeer visceus • :· . materiaal of deeltjesbevattende stoffen.. De steriliseèrinrichting vol gens de uitvinding is zeer doelmatig bij het steriliseren van vloeibare 30 voedingsmiddelen, welke vaste deeltjes bevatten, dan wel zeer visceuse voedingsmiddelen en medicijnen en de behandeling van deze produkten wanneer deze steriel worden verzameld.

Een uitvoeringsvorm van een steriliseerapparaat volgens de uitvinding en de wijze van steriliseren van soep met maiskorrels onder 35 toepassing van de inrichting zal nu worden beschreven.

Een uitvoeringsvorm van de steriliseerinrichting toont 8400742 -21- figuur 5, Een roestvrij stalen trechtertank wordt gebruikt als watertank 2' en produkttank 33. Voorts wordt een pomp van het mono-type met een opbrengst van ongeveer 1-6 t/uur gebruikt als voedingspomp 32. De stromingsmeter 36 is een stromingsmeter voor microbewegingen, bestemd 5 voor de doorgelaten vaste deeltjes.

De stromingsmeter 36 volgt de stromingssnelheid van materialen, weke naar de sterilisator 3 worden gevoerd (sen magnetische stromingsmeter, een ultrasonische stromingsmeters, enz. kunnen in plaats daarvan worden gebruikt). De regelinrichting 37 voor de -stromingssnel-10 heid ontvangt de waargenomen waarde in de stromingsmeter 36 en zendt een instructie naar een omzetter 38 voor het doen veranderen van de rotatiesnelheid van de voedingspomp 32. Een warmteuitwisselaar van het schraperopper vlak type wordt voor de sterilisatoren 3 en 4 toegepast.

De steriele tank 6 is vervaardigd uit roestvrij staal, met een weerstand 2 15 tegen drukken van 3.0 kg/cm en een capaciteit van 5 t. De steriele tank 6 is uitgerust met een druksensor 17 en een drukregulator 16 en dient voor het regelen van de inwendige druk op een constant niveau „ onder toepassing van steriele lucht, welke gevoerd wordt door een steriel filter 24.

20 De bovenbeschreven eenheid zijn in de genoemde volgorde gekoppeld door middel van een roestvrij stalen voedingspijp 18.

De hulptegendruktank 7 is vervaardigd uit roestvrij staal 2 en heeft een weerstand tegen drukken van 3-5 kg/cm en ’een capaciteit van 5-10 t. Evenals in de steriele tank 6 is de hulptegendruktank 7 25 uitgerust met een druksensor 17 en een drukregulator 16 en dient voor het door. lucht instellen van de inwendige druk. Een pomp van het monotype met een opbrengst van. 1-6 t/uur is gebruikt als afvoerpomp 8.

De hulptegendruktank 7 en .de afzuigpomp 8 zijn onderling verbonden door een hulptegendrukpijp 20,welke is afgetakt van de voedingspijp 18 op 30 een plaats achter de koeler 4.

Een warmteuitwisselaar van het plaattype is gebruikt als koeler 28. De koeler 28 en de drukontlastingsklep 9 zijn onderling verbonden door een afvoerpijp 19, welke is afgetakt van de hulptegendrukpijp 20 op een plaats voor de schakelklep 14.

35 Een methode voor het behandelen van .maïssoep onder toepas sing van de sterilisator volgens de uitvinding, wordt thans besproken.

8400742 -22-

V

1) Sterilisatie van de inrichting:

Allereerst wordt de schakelklep 15 geopend en de schakel-kleppen 13, 14 en 22 zijn gesloten. Vervolgens wordt water gevoerd van de watertank 2 naar de inrichting en vervolgens naar de sterilisator 5 3 bij een stromingssnelheid van ongeveer 1,400-1,600 1/uur door middel van de voedingspomp 32. Het regelen van de stromingssnelheid geschiedde als volgt. Wanneer de stromingssnelheid een voorafbepaald ingestelde stromingssnelheid overschrijdt, levert-de stromingsmeter 36 een signaal naar de stromingssndheidregulator 37. Deze regulator zendt een instruc-10 tie naar de omzetter 38 voor het verhogen van de rotatiesnelheid van de voedingspomp 32 tot een voorafbepaalde waarde. Vervolgens wordt water met de ingestelde stromingssndheid toegevoerd door middel van de voedingspomp 32.

Water, dat wordt toegevoerd door de voedingspomp 32 wordt 15 in de sterilisator 3 tot ongeveer 140°C verhit. Het verhitte water doorloopt de voedingspijp 18, de hulptegendrukpomp 20 en de afvoerpijp 19 en wordt af gevoerd via de drukontlastingsklep 9. Op dat moment wordt 2 de tegendruk van 4.0 kg/cm binnen de inrichting ontwikkeld door tussenkomst van de drukontlastingsklep 19.

20 Het steriliseren van de .inrichting geschiedde ongeveer 30 minuten na het vaststellen van het feit, dat de temperatuur van het hete water in het gedeelte voor de drukontlastingsklep 9 een'waarde heeft bereikt van 130°C.

Gescheiden van boven omschreven baan wordt .verzadigde 2 25 stoom van ongeveer 2.0-3.0 kg/cm in de steriele tank geïnjecteerd, zodat deze inwendig wordt gesteriliseerd.

2) Behandeling met water: ·.

De koeler 4 wordt in werking gesteld, -teneinde het hete water tot ongeveer 50°C of minder te koelen- Wanneer de .temperatuur van 30 het water, dat door de koeler 4 heenstroomt, is af genomen' tot minder dan 50°C, dan wordt de ingestelde temperatuur voor de sterilisator 3 langzamerhand verlaagd van 140°C (sterilisatietemperatuur voor water) tot 134-136°C (sterilisatietemperatuur voor het produkt). Na de bevestiging van het feit, dat de temperatuur in de sterilisator 3 gestabili- 35 seerd is tot 134-136°C,-wordt de tegendruk, welke wordt uïtgeoefend 2 door de drukontlastingskleppen 9 verlaagd van 4.0'kg/cm tot 2.7-2.8 kg/cm^.

8400742 ' -23-

Ook de inwendige druk van de hulptegendruktank 7 wordt in- 2 gesteld op 2.7-2.8 kg/cm . Wanneer de stromingssnelheid onder deze . omstandigheden gestabiliseerd is, wordt de schakelklep 14 geopend en de schakelklep 15 gesloten, zodat het warmte water na afkoeling via de 5 hulptegendrukpijp 20 naar de hulptegendruktank 7 stroomt- Water, dat zich heeft verzameld in de hulptegendruktank 7 wordt afgevoerd door de a£-zuigpomp 8..De stromingssnelheid van het door de afvoerpomp 8 getransporteerde water wordt ingesteld op 1.400-1.600 1/uur.

3} Het om- of overschakelen.

10 Na het completeren van de behandeling met water wordt de schakelklep 21 gesloten en de schakelklep 22 geopend om maïssoep uit de prodükttank 33 naar de inrichting te voeren. Het mengsel van water en soep wordt afgevoerd via de hulptegendrukpijp 20, zoals dit geschiedt bij de behandeling met water. Op dit tijdstip is de afvoersnelheid van 15 de voedingspomp 32, de temperatuur in de sterilisator 3 en de koeler 4 gelijk aan die bij de behandeling met water.

Ook de inwendige druk van de hulptegendruktank 7 wordt 2 ingesteld op 2.7-2.8 kg/cm voor het uitoefenen van een tegendruk binnen de inrichting.

20 4) Behandelen van het produkt alleen:

De inwendige druk van de steriele tank 6 is ingesteld op 2 2.7-2.8 kg/cm - Het materiaal,dat wordt afgevoerd via de hulptegendrukpijp 20 wordt bemonsterd om vast te stellen, dat uitsluitend het produkt door de inrichting stroomt. Vervolgens wordt de schakelklep 14 gesloten 25 en gelijktijdig de schakelklep 13 geopend, dan wel iets later dan de overschakeling met de schakelklep 14. De stromingssnelheid van de voedingspomp 32 en de temperatuur voor de sterilisator 3 en de koeler 4 zijn gelijk aan die hij de overschakelende 'handeling. -Ook de inwendige 2 druk van de steriele tank 6 werd ingesteld op 2.7-2.8 kg/cm voor het 30 uitoefenen van de tegendruk binnen de inrichting.

De behandeling van uitsluitend het produkt wordt onder boven omschreven omstandigheden voortgezet totdat de soep in de produkt-tank 33 is opgebruikt. Na het verzamelen van het produkt in de steriele tank 6, wordt de schakelklep 13 gesloten.

35 8400742

Claims (8)

1. Sterilisatieinrichting voor het continu steriliseren van materiaal, welke behandeld moeten worden en vaste deeltjes bevatten, terwijl de druk in de inrichting ongewijzigd blijft, bestaande uit: 5 1) een sterilisator, welke vaste deeltjes doorlaat, 2. een voedingsinrichting voor de toevoer van materiaal naar de sterilisator, 3. een tegendruktank voor het regelen van de luchtdruk voor het uitoefenen van een tegendruk op de sterilisator, 10 4) een tegendrukinrichting, welke vaste deeltjes doorlaat en een tegendruk op de sterilisator uitoefent, 5. een voedingspijp voor het verbinden van de sterilisator met de tegendruktank, en 6. een hulptegendrukpijp, welke is afgetakt van die voedings- 15 pijp.

2. Sterilisatieinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sterilisatieinrichting gebruikt wordt bij het steriel verpakken.

3. Sterilisatieinrichting volgens een van de conclusies 20. of 2, met het kenmerk, dat de tegendruktank een steriele tank is.

4. Sterilisatieinrichting volgens een van de voorafgaande conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de tegendrukinrichting een hulptegendruktank is, waarin de luchtdruk kan worden geregeld.

5. Sterilisatieinrichting, bestaande uit tenminste een 25 sterilisator, een voedingsinrichting voor de toevoer van te behandelen materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor het regelen van de luchtdruk, welke gelegen is achter de sterilisator, een'hulptegendruktank, een drukontlastingsklep voor de af voer en een afvoerpomp voor het af zuigen van materiaal uit de hulptegendruktank, welke steriele tank met 30 de sterilisator verbonden is door een voedingspijp, de hulptegendruktank en de afvoerpomp verbonden zijn met een hulptegendrukpi jp, welke van de voedingspijp is afgetakt, welke drukontlastingsklep verbonden is met een afvoerpijp, die is af getakt van die voedingspijp of de hulptegendrukpi jp en een tegendruk kan worden uitgeoefend op de sterilisator door combina-35 tie van de voedingsinrichting en een van de steriele tanks, de hulp-tegendrukmiddelen en de drukontlastingsklep.

6. Sterilisatieinrichting met tenminste een sterilisator, 8400742 IP" - -25- een voedingsinrichting voor de toevoer van te behandelen materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor het regelen van de luchtdruk, welke zich bevindt achter de sterilisator, een tegendrukpomp en een drukontlastingsklep voor de afvoer, welke steriele tank met de sterili-5 sator verbonden is door een voedingspijp, de tegendrukpomp opgenomen is in een hulptegendrukpijp, welke van de voedingspijp is afgetakt, terwijl de drukontlastingsklep is opgenomen in een afvoerpijp, welke is afge-takt van de voedingspijp of de hulptegendrukpijp, waarbij een tegendruk op de sterilisator wordt uitgeoefend door een combinatie van de voedings-10 inrichting en een van de steriele tanks, een tegendrukpomp en de drukontlastingsklep.

7. Sterilisatieinrichting, voorzien van tenminste een sterilisator, een voedingsinrichting voor het toevoeren van te behandelen materiaal naar de sterilisator, een steriele tank voor bet instellen 15 van de luchtdruk en welke zich achter de sterilisator bevindt, een tegendrukpomp en een koeler, welke vaste deeltjes kan doorlaten, welke steriele tank met de sterilisator verbonden is door middel van een voedingsklep en de tegendrukpomp en de koeler zich bevinden in een hulptegendrukpijp, welke van die voedingspijp is af ge takt, waarbij een 20 tegendruk op de sterilisator kan worden uitgeoefend door een combinatie van de voedingsinrichting en een van de steriele tanken en de tegendrukpomp.

8. Sterilisatieinrichting volgens een van de conclusies 1, 2, 5, 6 en 7, waarbij de voedingsinrichting een voedingstaak is 25 waarin de luchtdruk kan worden geregeld. i: * 8400742