NL8300929A - Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt. - Google Patents

Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt. Download PDF

Info

Publication number
NL8300929A
NL8300929A NL8300929A NL8300929A NL8300929A NL 8300929 A NL8300929 A NL 8300929A NL 8300929 A NL8300929 A NL 8300929A NL 8300929 A NL8300929 A NL 8300929A NL 8300929 A NL8300929 A NL 8300929A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
grooves
blocks
edge
edges
pneumatic tire
Prior art date
Application number
NL8300929A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Michelin & Cie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Michelin & Cie filed Critical Michelin & Cie
Publication of NL8300929A publication Critical patent/NL8300929A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C11/00Tyre tread bands; Tread patterns; Anti-skid inserts
    • B60C11/03Tread patterns
    • B60C11/13Tread patterns characterised by the groove cross-section, e.g. for buttressing or preventing stone-trapping
    • B60C11/1369Tie bars for linking block elements and bridging the groove
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C11/00Tyre tread bands; Tread patterns; Anti-skid inserts
    • B60C11/03Tread patterns
    • B60C11/11Tread patterns in which the raised area of the pattern consists only of isolated elements, e.g. blocks
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C11/00Tyre tread bands; Tread patterns; Anti-skid inserts
    • B60C11/03Tread patterns
    • B60C11/13Tread patterns characterised by the groove cross-section, e.g. for buttressing or preventing stone-trapping
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C2200/00Tyres specially adapted for particular applications
    • B60C2200/14Tyres specially adapted for particular applications for off-road use

Description

* * o %
Michelin & Cie (Compagnie Générale des Etablissements Michelin) Clermont-Ferrand Frankrijk.
titel: Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt.
5 De uitvinding heeft betrekking op verbeteringen aan de loopvlakken van luchtbanden voor terrein voertuigen, die geschikt zijn om te rijden op ondergronden waarvan het oppervlak een geringe samenhang vertoont, (modder, smeltende sneeuw en dergelijke). De uitvinding betreft dan ook meer in het bijzonder loopvlakken, die voor het grootste deel 10 zijn samengesteld uit blokken, die in de axiale richting van de luchtband van elkaar gescheiden zijn door schuin of in de omtreksrichting geplaatste groeven.
Als een luchtband voorzien van een dergelijke loopvlak zich over de ondergrond beweegt, zal hij als gevolg van de geringe samenhang van 15 het oppervlak van de ondergrond gaan glijden. Dit glijden is een functie van de meer of minder geringe afschuifweerstand van de ondergrond tegenover de trekspanning veroorzaakt door de luchtband.
De uitvinding heeft tot doel de grip van luchtbanden voorzien van loopvlakken van de beschreven soort op ondergronden met een weinig 20 samenhangend oppervlak te verbeteren.
De uitvinding voorziet dientengevolge in een luchtband, waarvan de kruin zich aan beide zijden voortzet in een bandwang, die uitloopt in een bandhiel, en voorzien is van een loopvlak dat grotendeels bestaat uit aangrenzende blokken, die in de axiale richting van de luchtband 25 van elkaar gescheiden zijn door schuin of in omtreksrichting geplaatste groeven, welke band daardoor gekenmerkt is, dat tenminste een deel van de schuine of in omtreksrichting geplaatste groeven, die
glToTO
SJ4022LC
|_ . i -2- aangrenzende blokken in axiale richting scheiden, een rechte doorsnede hebben, die merkbaar kleiner wordt wanneer men gaat van de aangrijpings-rand (voorrand) naar de vluchtrand (achterrand) van de blokken.
De aangrijpingsrand van een blok is de rand die, wanneer de band zich 5 over de ondergrond voortbeweegt het eerst met deze ondergrond in aanraking komt, terwijl de vluchtrand of achterrand de rand is, die het contact met de ondergrond het laatst verliest.
Een groef wordt begrensd door de wanden van de twee aangrenzende blokken en de voortzetting van blok tot blok van het oppervlak bestemd om 10 met de ondergrond in aanraking te komen, alsmede de bodem van het loopvlak. De rechte doorsnede van een groef is dan de doorsnijding van een vlak, loodrecht op het mediaanvlak van de wanden van de groef, met deze wanden, de bodem en het contactvlak van het loopvlak.
Bij de gebruikelijke en op zichzelf bekende banden, waarbij de wanden 15 van de groeven volgens de uitvinding constante hellingen bezitten, van tenminste 90° ten opzichte van het contactvlak met de ondergrond, kunnen deze wanden liggen op afstanden, die gemeten op het niveau van het contactvlak met de ondergrond kleiner worden wanneer men van de aangrijpingsrand gaat in de richting van de vluchtrand of achterrand 20 van de blokken. Als nu bovendien de wanden, die de betreffende groeven begrenzen vlak zijn, kunnen deze wanden met elkaar hoeken vormen van tussen 12® en 30°, geopend in de richting van de aangrijpingsranden van de blokken. Deze hoeken worden bijvoorbeeld gemeten op het niveau van het contactvlak van de blokken met de ondergrond. Het spreekt voor 25 zich, dat de voorgaande definities geen rekening houden met de kleine afrondingen, die gewoonlijk de plaats innemen van de scherpe kanten . van de blokken, liggende tussen het contactvlak van de blokken met de ondergrond en de bodem van de groeven of het loopvlak, welke bestemd zijn om het afrukken van deze kanten bij de aanraking met de 30 ondergrond te vermijden.
Volgens een andere bij voorkeur gekozen uitvoeringsvorm verbinden de groeven vorens de uitvinding andere, op zichzelf bekende, groeven die zwakhellend ten opzichte van de axiale richting van de luchtband of evenwijdig daaraan zijn geplaatst met eenzelfde diepte die 35 de blokken in de omtreksrichting begrenzen. Bovendien hebben de ITööïTe "
014022LC
% -3- 2 Λ groeven volgens de uitvinding een bodem, die een hoek van tussen 5° en 20° maakt met het contactvlak van de blokken met de ondergrond en die in de richting van de aangrij pingsranden van de blokken geopend zijn. Bij deze uitvoeringsvorm is het eveneens van 5 voordeel als de bodem van de groeven volgens de uitvinding op de zelfde diepte ligt als de bodem van de groeven, die de blokken in de omtreksrichting ter hoogte van de aangrijpingsranden begrenzen, terwijl de groeven ter hoogte van de vluchtranden van de blokken door middel van afrondingen (in doorsnede in S-vorm) met deze bo-10 dem zijn verbonden.
Volgens een derde bij voorkeur gekozen uitvoeringsvorm ligt tenminste een deel van de groeven volgens de uitvinding in axiale richting, waarbij de groeven op het daar in de omtreksrichting van de band volgende blok uitmonden. De grondgedachte berust in 15 de convergentie van de wanden en/of van de bodem van de schuin of in de omtreksrichting geplaatste groeven, die de blokken in de axiale richting scheiden, ten opzichte van de stroming van bijvoorbeeld de losse grond in deze groeven. De doorsnede die door deze groeven aan deze doorstroming wordt aangeboden vermindert dus van de aangrijpings-20 randen gaande in de richting van de vluchtranden van de in axiale zin aangrenzende blokken. Als nu volgens deze uitvoeringsvorm de schuine of in de omtreksrichting, d.w.z. onder een hoek van minder, bij voorkeur belangrijk minder, dan 45° met de omtreksrichting geplaatste groeven op het niveau van de vluchtranden van de blokken 25 uitmonden in een quasi-transversale groef tegenover een ander blok, wordt de samendrukking van de modderstroom nog verbeterd aangezien deze stroom opgedeeld wordt en in de richting van de beide deel- j j stromen plotseling over 90° of meer wordt afgebogen.
Om rekening te houden met de mogelijke verschillende aard en eigen-30 schappen van ondergronden waarvan het oppervlak een geringe samenhang vertoont^ is de vermindering van de doorsnede van de groeven waardoorheen deze ondergrond zich kan verplaatsen, zodanig dat deze bij de vlucht- of achterliggende randen van de blokken inligt tussen 0,35 en 0,60 van de doorsnede van. deze groeven bij de aangrijpingsran-35 den.
83 Ö 0 9 2 9 '
014O22LC
> -4-
De tekening illustreert een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van de uitvinding» die in het navolgende nader wordt beschreven.
Figuur 1 stelt voor een deelaanzicht in een vlak van een loopvlak dat volgens de onderhavige uitvinding is behandeld.
5 De figuren 2 tot 4 stellen voor doorsneden volgens de vlakkken II, III en IV van een groef volgens de uitvinding behorende bij het loopvlak volgens figuur 1;
Het loopvlak 1 in figuur 1 wordt gevormd door de blokken 10 tot 15.
Een drietal blokken 10 tot 12 die in axiale zin naast elkaar liggen, 10 vormen een rij van blokken 10 tot 12, in de omtreksrichting gescheiden van de daarop volgende rij 13 tot 15 d.m.v. een in hoofdzaak transversaal georiënterde groef 16, 17. In de eerste rij van naast elkaar liggende blokken 10 tot 12 heeft ieder blok een aangrijpingsrand ("bord d’attaque") of voorrand 101, 111, 121, die het eerst met de 15 ondergrond in aanraking komt, (de pijl F geeft aan de rotatie richting van de luchtband). Deze blokken 10 tot 12 verliezen het contact met de ondergrond langs de vluchtrand ("bord de fuite") of achterrand 102, 112, 122, In de tweede rij van blokken 13 tot 15 (ten dele weergegeven) die in de omtreksrichting van de blokken 10 20. tot 12 van de eerste rij is gescheiden door een quasi-transversale groef 17, komen de blokken 13 tot 15 het eerst met de ondergrond in aanraking door hun voorranden 131, 141, 151, grenzend aan de quasi-transversale groef 17.
In ieder van de beide rijen van in axiale zin aangrenzende blokken 25. 10 tot 12 en 13 tot 15 scheiden de omtreksgroeven 2, 3, 4 en 5 vol gens de uitvinding de mediaan blokken 11 en 13 van de laterale blokken 10, 12, 14 en 15. Volgens een bij voorkeur gekozen uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de groeven 2 en 3 van een rij van blokken 10 tot 12 in axiale zin verschoven ten opzichte van de groeven 4 en 30 5 van de aangrenzende rij van blokken 13, 14 en 15. Op deze wijze monden de groten 2 en 3 van een rij van blokken 10 tot 12 uit in de quasi-transversale groef 17 stroomafwaarts van de vluchtranden 102, 112 en 122 van de blokken 10, 11 en 12, doch tegenover de aan-grijpingsranden 131, 141 en 151 van de blokken 13, 14 en 15 van de 35 daarop volgende rij van blokken. v '“83 0 0'9 2 9 ....................“ .....
014022LC
* -5- .
De figuren 3 en 4 tonen rechte doorsneden in de vlakken III en IV van de groef 3 volgens de uitvinding, liggende tussen een mediaanblok 11 en een aangrenzend lateraaïblok 10. In dit voorbeeld is het me-diaanvlak van deze groef 3 het vlak II evenwijdig aan het equatoriale 5 vlak van de luchtband, aangegeven met de lijn X-X . De longitudinale doorsnede van deze groef 3 door het vlak II is in figuur 2 weergegeven.
De wanden 30 en 31 van deze groef 3 zijn vlak en vormen hoeken van 8° met de omtreksrichting en hoeken ^ van 100° met het contact- vlak 33 met de ondergrond.
10 De rechte doorsnede van figuur 3 ligt dichter bij de aangrijpingsran-den 101 en 111 van de blokken 10 en 11. Volgens de uitvinding is het oppervlak van deze doorsnede groter dan het oppervlak van de rechte doorsnede van figuur 4 aangebracht op een grotere afstand van de genoemde aangrijpingsranden 101 en 111.
15 Figuur 2 is een doorsnede van de groef 3 volgens de uitvinding in het i mediaanvlak II van deze groef. Deze doorsnede is ten opzichte van fig. ' 1 gezien van beneden naar boven, d.w.z. van het equatoriale vlak aangegeven met de lijn X,- X’ in de richting van het laterale blok 10 en ! van de rand van het loopvlak. Volgens de uitvinding neemt het opper-20 vlak van de doorsneden III en IV af, wanneer men zich van de doorsnede III naar de doorsnede IV beweegt d.w.z.-in de richting van de vluchtranden 101 en 112.
Deze verkleining is het gevolg van zowel de convergentie van de laterale wanden 30 en 31 van de groef 3 als van het feit dat de bodem 25 32 van de groefe 3 met een vlak evenwijdig aan het vlak 33 van het blok 10, d.w.z. met het loopvlak, een hoek OC vormt met een helling van 7°. Deze hoek opent zich in de richting van de aangrijpingsranden 101 en 111 van de blokken 10 en 11.
*
Het punt 35 van de hellende bodem 32, welk punt het dichtst is gelegen 30 bij het contactvlak 33 van het loopvlak met de ondergrond bevindt zich vrijwel loodrecht onder de vluchtranden 101 en 112 van de aangrenzen- 8300929 ......... '
0J432Ii.C
χ η -6- de blokken 10 en 11. Dit punt 35 van de maximale radiale vernauwing van de doorsnede van de groef 3 valt ten naaste bij samen met de maximale axiale vernauwing 37 van de doorsnede van de groef 3. Een zeer korte afronding 36 in de vorm van een S verbindt het punt 35 van de 5 maximale radiale vernauwing met de bodem 170 van de groef stroomafwaarts van de vluchtranden 101 en 112 van de naast elkaar liggende blokken 10 en 11.
* 830 0 9 2 9 ........... ''..........-
014022LC

Claims (7)

1. Luchtband met een kruin, die aan beide zijden overgaat in een in een bandhiel eindigende bandwang, welke kruin is voorzien van een loopvlak dat grotendeels is samengesteld uit naast elkaar liggende 5 blokken, die in axiale richting van de band zijn gescheiden door in omtreksrichting of in schuine richting liggende groeven, met het kenmerk, dat tenminste een deel van de omtreksgroeven of schuin liggende groeven die aangrenzende blokken in axiale zin scheiden een rechte doorsnede hebben, die merkbaar afneemt, gaande van de aan- 10 grijpingsrand naar de vluchtrand van de blokken.
2. Luchtband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde groeven wanden hebben die enerzijds een constante helling van tenminste 90° ten opzichte van het contactvlak met de ondergrond hebben, en anderzijds van de aangrenzende blokken gescheiden zijn over 15 afstanden, die merkbaar afnemen, gaande van de aangrijpingsrand naar de vluchtrand.
3. Luchtband volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde groeven wanden hebben die enerzijds vlak zijn, en anderzijds met j elkaar hoeken vormen liggende tussen 12° en 30°, geopend in de rich- j 20 ting van de aangrijpingsrand van de blokken.
4. Luchtband volgens conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de genoemde groeven verbonden zijn door andere groeven met eenzelfde diepte die lichthellend t.o.v. de in axiale richting of evenwijdig daaraan geplaatst zijn, welke groeven de blokken in de omtreksrich- 25 ting begrenzen. 8 3 0 0 9 2 3 SU022LC f -8- V
5. Luchtband volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de genoemde groeven randen hebben, die met het contactvlak van de blokken met de ondergrond hoeken maken van tussen 5° en 20°, welke groeven naar de aangrijpingsranden van de blokken geopend liggen, 5 terwijl de bodem van deze groeven enerzijds op dezelfde diepte liggen als de bodem van de groeven die de blokken ter hoogte van de aangrijpingsranden begrenzen, en anderzijds ter hoogte van de vluchtranden van de blokken door afrondingen daarmede verbonden zijn.
6. Luchtband volgens conclusie 1 tot 5, met het kenmerk, dat tenmin ste een deel van de genoemde groeven in axiale richting is geplaatst, zodanig dat zij in de omtreksrichting van de band tegenover de aangrijpingsrand van het blok uitmonden.
7. Luchtband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorsnede van 15 de groef ter hoogte van de vluchtrand inligt tussen 0,35 en 0,60 van de doorsnede van deze zelfde groef ter hoogte van de aangrijpingsrand. Λ 83 0 0 9 2 9 ' . . QM022LC '
NL8300929A 1982-03-22 1983-03-15 Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt. NL8300929A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8204956A FR2523521A1 (fr) 1982-03-22 1982-03-22 Bande de roulement pour pneumatiques destines a circuler hors route
FR8204956 1982-03-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300929A true NL8300929A (nl) 1983-10-17

Family

ID=9272310

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300929A NL8300929A (nl) 1982-03-22 1983-03-15 Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt.

Country Status (26)

Country Link
US (1) US4470443A (nl)
JP (1) JPS58174003A (nl)
AR (1) AR230222A1 (nl)
AU (1) AU551982B2 (nl)
BE (1) BE896222A (nl)
BR (1) BR8301449A (nl)
CA (1) CA1200186A (nl)
CH (1) CH652976A5 (nl)
DE (1) DE3310212A1 (nl)
DK (1) DK129483A (nl)
EG (1) EG16370A (nl)
ES (1) ES278073Y (nl)
FI (1) FI830964L (nl)
FR (1) FR2523521A1 (nl)
GB (1) GB2117717B (nl)
IL (1) IL68183A0 (nl)
IT (1) IT1158836B (nl)
LU (1) LU84704A1 (nl)
MA (1) MA19751A1 (nl)
NL (1) NL8300929A (nl)
NO (1) NO830990L (nl)
NZ (1) NZ203526A (nl)
OA (1) OA07347A (nl)
SE (1) SE8301525L (nl)
SU (1) SU1179914A3 (nl)
ZA (1) ZA831991B (nl)

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NO171473C (no) * 1984-09-21 1993-03-17 Skf Steel Eng Ab Fremgangsmaate ved destruering av miljoefarlig avfall
JPS6185206A (ja) * 1984-10-03 1986-04-30 Sumitomo Rubber Ind Ltd 偏摩耗を軽減したラジアルタイヤ
US4649976A (en) * 1985-12-18 1987-03-17 The Goodyear Tire & Rubber Company Pneumatic tire
US5002109A (en) * 1989-05-25 1991-03-26 The Goodyear Tire & Rubber Company Symmetrical and directional pneumatic tire tread
US4953604A (en) * 1989-05-25 1990-09-04 The Goodyear Tire & Rubber Company Tread for a unidirectional pneumatic tire
US4984616A (en) * 1989-05-25 1991-01-15 The Goodyear Tire & Rubber Company Front and rear tire tread patterns in a four-wheeled tire/vehicle system
US5327952A (en) * 1991-03-08 1994-07-12 The Goodyear Tire & Rubber Company Pneumatic tire having improved wet traction
US5353854A (en) * 1991-03-08 1994-10-11 The Goodyear Tire & Rubber Company Pneumatic tire having laterally connected lugs
US5358022A (en) * 1991-03-08 1994-10-25 The Goodyear Tire & Rubber Company Pneumatic tire having improved wet traction
CA2059482A1 (en) * 1991-07-26 1993-01-27 Warren Lee Croyle Tread for a tire
US5725701A (en) * 1996-03-13 1998-03-10 The Goodyear Tire & Rubber Company Low pressure all terrain vehicle tire
US5879482A (en) * 1996-03-15 1999-03-09 Goodyear Tire & Rubber Company Run-flat low-pressure all terrain vehicle (ATV) tire
US6631746B2 (en) 2001-04-25 2003-10-14 Bridgestone/Firestone North American Tire, Llc Undercut tie bar for pneumatic tire
US6695024B2 (en) 2001-08-03 2004-02-24 Bridgestone/Firestone North American Tire, Llc Pneumatic tire having tapered tie bars
US20090194212A1 (en) * 2008-02-01 2009-08-06 Mark Leonard Bonko Tire tread discharge grooves with textured bases
US20090194211A1 (en) * 2008-02-01 2009-08-06 John Alan Howald Tire tread grooves with textured bases
JP2021178523A (ja) 2020-05-11 2021-11-18 住友ゴム工業株式会社 不整地走行用モーターサイクルタイヤ
IT202100030455A1 (it) * 2021-12-01 2023-06-01 Pirelli Pneumatico per motocicli

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA879494A (en) * 1971-08-31 Verdier Henri Pneumatic tire
GB190828205A (en) * 1908-12-28 1909-09-09 Charles Henry Wilkinson Improvements in Tyres.
GB755137A (en) * 1953-08-21 1956-08-15 Firestone Tire & Rubber Co Improvements in or relating to tire construction
DE1680424A1 (de) * 1967-03-20 1971-09-16 Metzeler Ag Laufflaechenprofil fuer Kfz.-Reifen
NL137253C (nl) * 1968-12-13
BE792556A (fr) * 1971-12-17 1973-06-12 Michelin & Cie Perfectionnements aux enveloppes de pneumatiques
US3773283A (en) * 1972-03-22 1973-11-20 Abplanalp Robert Self rotating airplane tire
DE2525020C3 (de) * 1975-06-05 1985-11-21 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Statischer Mischer für fluide Stoffe
DE2549668A1 (de) * 1975-11-05 1977-05-12 Uniroyal Ag Fahrzeugluftreifen mit radialkarkasse
DE7717820U1 (de) * 1977-06-04 1977-10-13 Continental Gummi-Werke Ag, 3000 Hannover Laufflaechengestaltung fuer fahrzeugluftreifen
JPS5438005A (en) * 1977-09-01 1979-03-22 Bridgestone Corp Pneumatic tire for heavy vehicle
FR2421743A1 (fr) * 1977-12-16 1979-11-02 Michelin & Cie Perfectionnements a la bande de roulement des pneumatiques
US4221254A (en) * 1978-02-14 1980-09-09 The Goodyear Tire & Rubber Company Tread for pneumatic tire
LU79499A1 (fr) * 1978-04-21 1979-06-13 Goodyear Tire & Rubber Perfectionnements aux enveloppes de pneumatiques
CA1104046A (en) * 1978-11-27 1981-06-30 Toshio Hayakawa Motocross tire for motorcycles
DE2912546A1 (de) * 1979-03-29 1980-10-09 Continental Gummi Werke Ag Laufflaechengestaltung fuer fahrzeugluftreifen
DE7923582U1 (de) * 1979-08-18 1980-01-03 Continental Gummi-Werke Ag, 3000 Hannover Laufflaechengestaltung fuer kraftfahrzeugreifen

Also Published As

Publication number Publication date
CH652976A5 (fr) 1985-12-13
BR8301449A (pt) 1983-11-29
ES278073Y (es) 1985-03-01
JPS58174003A (ja) 1983-10-13
FR2523521B1 (nl) 1984-05-04
GB2117717B (en) 1986-01-22
LU84704A1 (fr) 1983-11-17
GB8307837D0 (en) 1983-04-27
DK129483D0 (da) 1983-03-22
SE8301525D0 (sv) 1983-03-21
NZ203526A (en) 1985-02-28
FR2523521A1 (fr) 1983-09-23
EG16370A (en) 1987-10-30
ZA831991B (en) 1983-11-30
CA1200186A (en) 1986-02-04
GB2117717A (en) 1983-10-19
MA19751A1 (fr) 1983-10-01
OA07347A (fr) 1984-08-31
AU551982B2 (en) 1986-05-15
SE8301525L (sv) 1983-09-23
IT8367314A0 (it) 1983-03-21
BE896222A (fr) 1983-07-18
AR230222A1 (es) 1984-03-01
DE3310212A1 (de) 1983-10-06
IT1158836B (it) 1987-02-25
US4470443A (en) 1984-09-11
IL68183A0 (en) 1983-06-15
SU1179914A3 (ru) 1985-09-15
ES278073U (es) 1984-08-01
AU1265383A (en) 1983-09-29
FI830964L (fi) 1983-09-23
NO830990L (no) 1983-09-23
DK129483A (da) 1983-09-23
FI830964A0 (fi) 1983-03-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300929A (nl) Loopvlak voor luchtbanden bestemd om buiten de gebaande weg te worden gebruikt.
CA1312270C (en) Pneumatic radial tire
US5316062A (en) Tire tread for heavy vehicles
US8191590B2 (en) Studless tire
JPH02283507A (ja) 乗物用タイヤ
US7137424B2 (en) Tire used in winter having pair of rib portions and central vertical groove with saw-tooth shape
JP3586885B2 (ja) スタッドレスタイヤ
CN1117449A (zh) 一种轻型卡车的或汽车的充气径向轮胎
JP2872283B2 (ja) 空気入りタイヤ
EP4049859A1 (en) Tire
JP2863149B2 (ja) 空気入りタイヤ
JP2849576B2 (ja) 空気入りタイヤ
JP3113388B2 (ja) 空気入りタイヤ
JPH03136911A (ja) 重荷重用空気入りタイヤ
SE464507B (sv) Daeck foer fordonshjul
EP0469816A2 (en) Blocks for pneumatic tires and pneumatic tires employing such blocks in treads
JPH05229310A (ja) 空気入りラジアルタイヤ
JP3917406B2 (ja) 空気入りタイヤ
JP2001322407A (ja) 空気入りタイヤ
CA2047947A1 (en) Pneumatic tires
CN107921821B (zh) 轮胎
EP0485884A1 (en) Sipes for tire treads
JPH06305307A (ja) 空気入り冬用タイヤ
JP3363419B2 (ja) 重荷重用ラジアルタイヤ
JP2006224791A (ja) 空気入りタイヤ

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: HARDING A/S

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed