NL8204590A - Ventilator voor een venster of een ander beglaasd paneel. - Google Patents

Description

' 1 .......1 ,-rrr^rar,,,™ ^ . ... . . . - - , . - . ' '': “ f *- i N.O. 31502 1

Ventilator voor een venster of een ander beglaasd paneel.

De uitvinding heeft betrekking op ventilatoren, meer in het bij-zonder, maar niet uitsluitend voor gebruik in kamers met gesloten ven-sters en/of dubbele beglazing waarin het gewenst is om te zorgen voor ventilatie zonder dat het venster moet worden geopend. Deze soort van 5 ventilatie wordt tegenwoordig vaak aangeduid met "secundaire ventilatie" en is in de afgelopen jaren bereikt door het in een spleet, die is gesneden of gevorxnd in de omgeving van vensters en dergelijke, steken van spleetveatilatoren zoals bijvoorbeeld beschreven in het Brits oc-trooischrift nr. 1.417.751 van aanvraagster, waarnaar hiema verder zal 10 worden verwezen. Terwijl spleetventilatoren van deze soort in hun ba-sisvorm bevredigend zijn gebleken bij algemene toepassing en montage in de omgeving van deuren, vensters en dergelijke of zelfs in de kamerwan-den zelf, kan de toepassing daarvan bij vensterkozijnen enige moeilijk-heden geven, hetzij voor een vensterfabrikant hetzij voor iemand die 15 een dergelijke ventilator wil aanbrengen bij een bestaand venster, een-voudig tengevolge van de diepte en de dikte daarvan en de noodzakelijk-heid om hen te doen ondersteunen door het kozijnmateriaal rondom in hoofdzaak de gehele omtrek van de ventilatoren. Vamuit het gezichtspunt bijvoorbeeld van een vensterfabrikant is, als deze soort spleetventila-20 tor wordt beveetigd aan de bovendorpel van een kozijn of vensterraam een bredere doorsnede voor het kozijn of het vensterraam nodig dan an-ders zou worden gebruikt waardoor hogere materiaalkosten ontstaan, bijvoorbeeld kosten van tinnnerhout. Bovendien is het aanbrengen van een spleet welke is bestemd om een dergelijke spleetventilator in aan te 25 brengen in wezen een werk dat op de fabriek moet worden gedaan hetgeen betekent dat fabrikanten vensterkozijnen met en zonder de noodzakelijke spleet moeten vervaardigen en vensterhandelaren en verschaffers dergelijke vensterkozijnen in voorraad moeten houden om alle verkoopbehoef-ten te dekken.

30 Ter tegemoetkoming aan deze nadelen zijn andere vormen van venti latoren ontwikkeld die zijn bestemd om te worden aangebracht in een spleet tussen glas, normaal aan de bovenzijde van het venster, en het vensterkozijn zelf. Deze ventilatoren kunnen worden gebruikt met betrekking tot houten, metalen, of kunststof vensters en hebben het voor-35 deel dat zij zonder speciale voorbereiding kunnen worden aangebracht bij de meeste vensters en zelfs kunnen worden bevestigd aan een bestaand venster nadat een geschikt deel van glas is verwijderd.

Ventilatoren van deze soort worden gewoonlijk vervaardigd door het 8204580 v Jr' i 2 samenstellen van een aantal geextrudeerde secties die zodanig zijn ge-sneden dat zij de breedte van het venster overspannen, waarbij het nodig is dat de secties stevig aan elkaar worden bevestigd en een klep of luikkonstruktie ondersteunen waardoor lucht kan worden doorgelaten door 5 en tussen de te openen of te sluiten secties, gewoonlijk met de hand. Vensters worden echter vervaardigd met zeer verschillende dikten (bij-voorbeeld enkelvoudige en dubbel beglaasde panelen). In het algemeen zullen dergelijke ventilatoren alleen maar passen in een beglaasd paneel met een bepaalde breedte of daaromtrent. Als een reeks ventilato-10 ren moet worden verschaft om te passen op een reeks van vensterbreedten zal dit normaal gepaard gaan met in aanzienlijke mate opnieuw ontwer-pen, wijziging en vervanging van machines enzovoort om de geschikte ge-wijzigde geextrudeerde secties te verkrijgen, waardoor de vervaardi-gingskosten en de kosten voor het in voorraad houden worden verhoogd.

15 Er ontstaat nog een probleem als, zoals normaal het geval is, de geextrudeerde delen welke tenminste de binnenste en buitenste secties van ventilatoren van deze soort vormen bestaan uit metaal, zoals aluminium, doordat overwegingen met betrekking tot behoud van energie het, in het bijzonder voor dubbel beglaasde eenheden, gewenst maken dat de 20 ventilator thermisch is onderbroken, dat wil zeggen geen warmtebaan be-zit tussen de uit zeer goed warmtegeleidend metaal bestaande binnenste en buitenste secties. Thermische onderbrekingen zijn in dergelijke be-kende ventilatoren op een aantal verschillende manieren aangebracht. Voorbeelden kunnen worden gevonden in het Amerikaans octrooischrift 25 4.186.656 (Weber/Wassau) waar polyurethaanhars wordt gegoten in holten van aluminiumextrusies, welke men dan laat uitharden, terwijl geschikte zijden van de holten dan worden weggefreest, of in het Europees octrooischrift 21164 (FSB Franz Schneider) waarbij een extrusie uit com-plexe kunststoffen wordt gebruikt om de metalen extrusies waaruit de 30 binnenste en buitenste secties zijn gevormd op afstand van elkaar te houden. Beide ventilatoren zijn, zoals beschreven in de respectievelij-ke octrooischriften, bedoeld om te worden gebruikt met betrekking tot van ruiten voorziene panelen met een in hoofdzaak bepaalde dikte. Bij variaties in vensterdikten die groter zijn dan die welke op bevredigen-35 de wijze zouden kunnen worden opgevangen door het eenvoudig aanbrengen van lagen afdichtmateriaal of dergelijke, zijn nieuwe extrusies met aanzienlijke vorm- en afmetingswijzigingen nodig, hetzij van metaal hetzij van kunststof of uit beide materialen, met daaruit volgende aanzienlijke verhoging in kosten voor wat betreft de nodige machines, al-40 gemene vervaardigingskosten en kosten met betrekking tot het in voor- 8204590 ----’ - · - .w ; 0 % 3 raad houden.

Doel van de uitvinding is een ventilator te verschaffen welke een samenstel van geextrudeerde secties bevat waarmede enige of alle nade-len van bekende ventilatoren worden vermeden of tenminste worden gere-5 duceerd, met inbegrip van die welke hierboven zijn besproken. Meer in het bijzonder, maar niet uitsluitend, is het doel cm de produktie moge-lijk te maken van een reeks van dergelijke ventilatoren, welke al dan niet thermiafth zijn onderbroken, voor het gebruik met betrekking tot een aantal dikten van beglaasde panelen met gebruikmaking van tussen-10 liggende secties of afstandssecties van een eenvoudige konstruktie welke kunnen worden vervaardigd in verschillende afmetingen tegen lage kosten zodat bij elke ventilator in de reeks gebruik kan worden gemaakt van een of meer staadaard secties, bij voorkeur die welke voor wat be-treft het ontwerp meer complex zijn, en een gekozen of meer van een 15 aantal verschillende afstandssecties om een aanpassing te verkrijgen aan de verschillende dikten van beglaasde panelen waardoor de algemene vervaardigingskosten en kosten voor het in voorraad houden en voor de machines worden gereduceerd. Verder is een doel om een zodanige ventilator te verschaffen met een geSxtrudeerde sectie waarbij een thermi-20 sche onderbreking kan worden gevormd en waarbij tegelijkertijd de kon-struktieve en operationele functies worden uitgevoerd. Ook is een doel om een ventilator te verschaffen welke wat betreft zijn uitvoering en ten opzichte van de gebruikers accepteerbaar is, in het bijzonder met betrekking tot de kostprijs.

25 Het zal duidelijk zijn dat in de hiervoorgaande en ook in de vol- gende beschrijving de secties van de ventilator, tenzij uit de tekst duidelijk blijkt dat het tegengestelde het geval is, langwerpig zijn en een lengte bezitten die zodanig is dat deze het venster waaraan de ventilator moet worden bevestigd overspant.

30 Volgens de uitvinding bevat een ventilator voor een venster of een ander beglaasd paneel binnenste en buitenste secties (zoals hierin be-schreven) uit warmtegeleidend materiaal welke konstruktief met elkaar zijn verbonden door een eerste tussensectie van een in hoofdzaak niet warmtegeleidend materiaal welke tussensectie tenminste een deel vormt 35 van een kanaal voor het aanbrengen van een ruit en welke sectie de plaats bepaalt van de ruit of ander beglazingsmateriaal van het genoem-de venster of paneel daarin.

De term "sectie” wordt hier gebruikt in de zin van onderdelen die, als zij zijn samengesteld, eventueel met andere onderdelen, een volle-40 dige ventilator vormen. Tenzij de tekst het tegendeel aangeeft zijn de- 8204590 t » 4 ze secties langwerpig gevormd bijvoorbeeld door extrusie van geschikte materialen, waarbij een of meer van de genoemde secties eventueel wordt bewerkt of op andere wijze wordt behandeld om bijvoorbeeld luchtwegen, luik- of afdekonderdeelverbindingen en eindafsluitsecties van de venti-5 lator als geheel te verschaffen.

De genoemde binnenste sectie is bij voorkeur die sectie die in de meeste gevallen zal zijn geplaatst binnen de leefruimte van de kamer of andere ruimten waarin de ventilator moet worden gebruikt waarbij deze sectie in zijn vorm die de meeste voorkeur verdient daarin gemonteerd 10 een klep- of luikmiddel bezit voor het openen of sluiten van de ventilator. Deze middelen bestaan bij voorkeur uit een langwerpig van sple-ten voorzien ondersteuningsorgaan en een langwerpig daar tegenover lig-gende strook welke door op afstand van elkaar liggende parallelle bewe-ging veroorzakende scharnieren is gemonteerd op het ondersteuningsor-15 gaan zodat beweging in lengterichting van de tegenover liggende strook ook beweging daarvan naar het ondersteuningsorgaan toe of daar vanaf en evenwijdig daaraan veroorzaakt tussen een volledig gesloten positie waarin de spleet of spleten in het ondersteuningsorgaan zijn afgedekt en een volledig open positie. Deze konstruktie kan zijn zoals beschre-20 ven in het Brits octrooischrift 1.417.751 van aanvraagster of in het Noors octrooischrift nr. 141351 van aanvraagster.

De genoemde buitenste sectie omvat bij voorkeur een kap welke zo-danig is gekonstrueerd en aangebracht dat wordt voorkomen dat voortja-gende regen of dergelijke de ventilator vanaf de buitenzijde binnen-25 dringt. De buitenste sectie is bij voorkeur vrij van directe verbinding met het genoemde luik of de genoemde klepmiddelen.

De binnenste en buitenste secties zijn bij voorkeur voorzien van langwerpige flezen welke op de ventilator een langwerpige tong vormen waarvan de uitwendige afmetingen in hoofdzaak gelijk zijn aan of de in-30 wendige afmetingen van het kanaal waar de ruiten worden ingezet of meer bij voorkeur, aan de dikte van het beglazingspaneel dat is bestemd om te worden aangebracht in het genoemde kanaal. Verder loopt de zodanig gevormde tong bij voorkeur evenwijdig aan en/of ligt deze in een vlak met het kanaal waar de ruit wordt ingezet. In een vorm welke de meeste 35 voorkeur verdient kan de tong in hoofdzaak de dikte bezitten van het beglazingspaneel, waarbij het kanaal ongeveer bijvoorbeeld 6 mm dikker is, waarbij het verschil wordt opgenomen door afdichtmateriaal bijvoorbeeld wigvormige afdichtingen, zodat de tong aan het vensterkozijn kan worden bevestigd op een wijze die gelijk is aan die waardoor het ven-40 ster of het beglazingspaneel zelf aan het vensterkozijn zou worden be- 8204590 ·.· "7."- -fi - ?*. '··rr^r-·:..$% ..

4 * 5 vestigd als de ventilator niet daartussen zou worden aangebracht. De genoemde flenzen welke een deal vormen van de binnenste en buitenste secties en daardoor de tong vormen zijn zelf bij voorkeur verbonden door een tweede tussenliggende sectie.

5 De binnenste en buitenste secties kunnen bestaan uit metaal of dergelijk warmtegeleidend materiaal, bijvoorbeeld extrusies uit aluminium, terwijl de eerste tussenliggende sectie en de tweede tussenlig-gende sectie als deze aanwezig is, kunnen bestaan uit kunststof of dergelijk materiaal met een kleia warmtegeleidend vermogen. Als zowel de 10 eerste als tweede tussenliggende secties aanwezig zijn en bestaan uit een zodanig materiaal kan de ventilator thermisch zijn onderbroken on-danks het warmtegeleidend vermogen van de binnenste en buitenste secties zelf*

In de vorm die de meeste voorkeur verdient en waarbij zowel eerste 15 als tweede tussenliggende secties aanwezig zijn, zijn deze bij voorkeur nauwkeurig met elkaar in oversenstemming gebracht om de bovengenoemde gelijkheid in dikte en het in een vlak liggen van tong en beglazingspa-neel te verschaffen.

0m een aanpassing te verkrijgen aan verschillende beglazingsdikten 20 kunnen de eerste en tweede tussenliggende secties zodanig worden ver-vaardigd en in een zodanig aantal afmetingen dat kiezen van geschikt tussenliggende secties het mogelijk maakt om ventilatoren te vervaardi-gen uit in hoofdzaak gestandaardiseerde binnenste en buitenste secties zodanig dat de ventilatoren passend kunnen worden gemaakt aan verschil-25 lende beglazingsdikten. Er kan dus een bouwpakket voor onderdelen worden verschaft waaruit een ventilator volgens de uitvinding kan worden vervaardigd.

De eerste tussenliggende sectie kan een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede bezitten of kan een in hoofdzaak L-vormige dwarsdoorsne-30 de bezitten in welk laatste geval het overige deel van het kanaal kan worden verschaft door de genoemde binnenste sectie.

In een vorm die in het bijzonder de voorkeur verdient is de eerste tussenliggende sectie in dwarsdoorsnede in hoofdzaak L-vormig terwijl deze daaraan bevestigd een bulgzaam afdichtmlddel bezit dat zodanig is 35 aangebracht dat dit in aanraking staat met het oppervlak van het begla-zingspaneel en daarmede een afdichting vormt. Hetzelfde effect kan worden bereikt door gebruikmaking van kunststof materiaal met een tweevou-dige hardheid, waarbij het lijf van de sectie bestaat uit vormvast kunststof materiaal terwijl dt afdichting bestaat uit buigzaam of zacht 40 kunststofmatariaal dat daarop vormpassend is aangebracht.

8204590 τ 4 * 6

De samengestelde ventilator is bij voorkeur voorzien van een scherm uit plaatgaas ter voorkomng van het binnendringen van insekten en ander vast materiaal welk scherm bij voorkeur is geplaatst tussen de genoemde buitenste sectie en de eerste tussenliggende sectie, waarbij 5 de eerste tussenliggende sectie is voorzien van een langwerpig bevesti-gingskanaal daarvoor. In deze konstruktie is de konstruktieve verbin-ding van de eerste tussensectie en de buitenste sectie indirect maar de konstruktie ligt niettemin binnen het kader van de onderhavige uitvin-ding.

10 Het is gewenst om binnen de ventilator volgens de onderhavige uit- vinding een holte met stille lucht aan te brengen en hiertoe kan een beweegbare langwerpige flap zljn aangebracht binnen de ventilator die, terwijl de ventilator zelf zich in gesloten positie bevindt, aanligt tegen een deel van het ventilatorsamenstel dat in hoofdzaak een verdere 15 afdichting vormt. In de vorm die de meeste voorkeur verdient is de flap, welke ook kan worden beschouwd als een tweede luik, bevestigd aan de tweede tussensectie zodat de flap of tenminste een aanzienlijk deel van het oppervlak daarvan kan draaien om de bevestigde rand. De flap kan zijn gevormd uit kunststofmateriaal met een gebied met kleinere 20 dikte grenzend aan zijn bevestigingsgebied ter verschaffing van bewe-ging daarvan of kan ook bestaan uit wat nu vaak wordt genoemd een "kunststof met tweevoudige hardheid”, dat wil zeggen dat het in wezen is gemaakt in twee in vorm met elkaar overeenkomende secties, een zach-ter buigzaam gedeelte grenzend aan zijn bevestigingsgebied en een har-25 der stijf gedeelte dat het hoofdlijf van de flap vormt.

De flap wordt, bijvoorbeeld door zijn eigen buigzaamheid of kunst-stofgeheugen, gedrukt naar een positie waarin de flap voorkomt dat lucht door de ventilator stroomt, waarbij de opening van de hoofdventi-lator in de binnenste sectie daarvan bij voorkeur beweging van de flap 30 veroorzaakt naar een open positie om luchtstroming daar doorheen toe te staan. Als de ventilator het bovengenoemde ondersteuningsorgaan met daar tegenover liggende strook bevat en de daarbij behorende scharnier-konstruktie voor parallelle beweging, kan tenminste een van de schar-nieren bij voorkeur zijn voorzien van een verlenging tot voorbij zijn 35 draaipunt zodanig vervaardigd en aangebracht dat de flap zijn gesloten positie weer kan innemen als de tegenover liggende strook zich in de gesloten positie bevindt en de flap open te drukken tegen de voordruk in als de tegenoverliggende strook zich in de open positie bevindt.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding waarin de tweede tussensec-40 tie niet aanwezig is kan niettemin toch een flap of tweede luik zijn 8204590 m 7 aangebracht waarbij dit dan direct Is bevestigd aan of de binnenste of de buitenste sectie.

In alle uitvoeriugsvormea waarin de flap is aangebracht wordt zljn aanslagpositle, dat wil zeggen zljn volledig gesloten positie bij voor-5 keur bepaald door een inwendige flens van de binnensectie van de ventilator.

Met het oog op de konstruktie van de ventilator volgens de onder-havige uitvinding in langwerpige vorm zal het duidelijk zljn dat de eecties waaruit de ventilator wordt samengesteld en welke bij voorkeur 10 extrasies zijn kunnen worden gesneden tot elke vereiste lengte. Het is echter gewenst dat eindstukseeties worden verschaft voor het afsluiten van de einden van de ventilator voor lucht en ook om esthetische rede-nen. De eindstukken moeten bij voorkeur zodanlg zijn dat de thermische onderbreklng over de volledige breedte van de ventilator wordt gehand-15 haafd. Bovendien bevatten in een voorkeursuitvoeringsvorm van de ventilator volgens de onderhavige uitvinding de eindstukken op afstand van elkaar liggende binnenste en buitenste platen voor respectievelijke be-vestiging aan de binnenste en buitenste secties van het lijf van de ventilator, waarbij de binnenste en buitenste platen een celvormig ma-20 teriaal (bijvoorbeeld neopreeaschuim) bezitten welke in hoofdzaak de ruimte deartussen vult. Het genoemde celvormig materiaal strekt zich bij voorkeur lets uit (bijvoorbeeld een millimeter of twee) tot voorbij de binnenste en buitenste platen waardoor samendrukbare afdichting kan worden gevornsd met de secties van de ventilator en/of het vensterkozijn 25 en het beglazingspaneel. Bevestiging van de eindstukken aan de ventila-torsecties door schroeven of dergelijke middelen kunnen een effectieve samendrukkende afdichting mogelijk maken.

Het samenstellen van de verschillende secties waaruit de volledige ventilator wordt vervaardigd kan plaats vinden door schuiven of door 30 een klempassing, verder worden bevorderd door een afdicht-kleefstofma-teriaal. Het kanaal voor het inzetten van ruiten gevormd door de eerste tussensectie of door de eerst© tussensectie en de binnenste sectie van de ventilator kan verder zijn voorzien van een bekledingsmateriaal uit rubber of dergelijke dat aanllgt tegen of direct wordt bevestigd aan 35 het beglazingspaneel of het v©nster zelf. Als een L-vormige eerste tussensectie wordt gebruikt kan een wigvormige afdichting van bekende vorm worden gebruikt tussen het beglazingspaneel en de sectie (binnenste of buitenste) welke de buitenwan4 van het beglazingspaneel verschaft.

Volgens een verder aspect van de uitvinding bevat een bouwpakket 40 van onderdelen voor het samenstellen van een ventilator zoals hierboven 8204190 8 beschreven respectievelijk een binnenste sectie een buitenste sectie en tenminste een tussensectie. De tussensectie wordt bij voorkeur gekozen uit een aantal tussensecties voor het verschaffen aan de samengestelde ventilator van een beglazingskanaal van gewenste dikte.

5 Volgens een verder aspect van de uitvinding bevat een werkwijze voor het vervaardigen van een ventilator zoals hierboven beschreven het kiezen van een of een aantal eerste tussenliggende secties en het ver-binden van een binnenste en een buitenste sectie (zoals hierin beschreven) daarmee voor het vormen van een beglazingskanaal met een gewenste 10 dikte.

De uitvinding zal thans nader worden uiteen gezet aan de hand van de tekening waarin bij wijze van voorbeeld enige uitvoeringsvormen van een ventilator volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Figuur 1 geeft gedeeltelijk in doorsnede een ventilator volgens de 15 uitvinding weer.

Figuren 2A en B geven doorsneden weer waarin een verdere ventilator volgens de uitvinding zijn weergegeven welke respectievelijk zijn bevestigd aan een PVC- of aluminiumvenster (A) en aan een houten ven-ster (B).

20 Figuren 3A en B zijn equivalente secties van nog een verdere uit- voeringsvorm van de ventilator volgens de uitvinding.

In figuur 1 is een ventilator weergegeven welke bestaat uit een binnenste sectie 1 en een buitenste sectie 2 welke beide zijn ge&ctru-deerd uit aluminium en welke in hoofdzaak over de volledige lengte van 25 de ventilator lopen. De secties 1 en 2 vormen wat kan worden beschouwd als het hoofdlichaam van de ventilator.

De sectie 1, welke is bestemd om zodanig te worden geplaatst dat deze gekeerd naar het inwendige van de kamer waarvan het venster waar-aan de ventilator wordt aangebracht een deel vormt, bezit een spleet 30 welke is gesneden of op andere wijze is gevormd aan zijn meest naar binnen gekeerd vlak» waarbij de bovenste en onderste in lengterichting lopende randen daarvan zijn aangegeven met het verwijzingscijfer 3. De einden van de spleet (niet weergegeven) eindigen iets voor de einden van de extrusie 1 zelf zowel voor het verschaffen van stijfheid als ook 35 voor het vormen van een luchtkanaal dat effectief kan worden gesloten, waarbij het sluitmiddel bestaat uit een luik 4 dat zelf bestaat uit een tegenover liggende strook 5 en een flens 6. De tegenover liggende strook is van een breedte en lengte zodanig dat deze geheel de spleet in de binnenste sectie 1 afsluit, waarbij afdichtmiddelen 8 van rubber 40 of dergelijk materiaal zijn aangebracht aan het binnenoppervlak van de 8204590 .. : '''' ................ ............................................ .......V··''‘rUP- 9 tegenover liggende strook 5 t«r verbetering van de afsluiting van de spleet. De flens 6 heeft een zodanige lengte dat deze geheel kan worden ontvangen binnen de spleet in de binnenste sectie 1 met de spleet zowel open als gesloten terwijl aan de flens 6 scharnieroverbrengingen met 5 parallelle beweging zijn bevestigd waarvan er een is aangeduid met het verwijzingsgetal 10. De verbinding van de scharnieroverbrenging 10 met de flens 6 is via een tap 12 terwijl het scharnier 10 ook via een tap 13 is bevestigd aan de binnenste sectie 1 tussen de flenzen 15 en 16 daarvan.

10 Het zal dan duidelijk zijn dat in lengterichting plaats vindende beweging van het luik 4, in hit vlak van de tekening, zal maken dat het luik 4 zelf aan de parallelle scharnieroverbrengingen 10 van de binnenste sectie 1 wegbeweegt welke positie is weergegeven in streeplijnen bij 4B waarna lucht kan lopen rondom de randen van het luik 4 en door 15 de spleet in de binnenste sectie 1 in het inwendige van de ventilator.

De ventilator volgens de onderhavige uitvinding is voor wat be-treft de konstruktie van de binnenste sectie 1, het luik 4 en de ver-bindingen daartussen in hoofdzaak beschreven in de hierboven genoemde Britse oetrooischrift en Noorse octrooischrift van aanvraagster.

20 De buitenste sectie 2 komt voor in de vorm van een langwerpige kap welke is ontworpen om het inwendige van de ventilator te beschermen te-gen jagende regen of dergelijke en is aan zijn bovenrand voorzien van een flens die op zijn beurt is voorzien van twee hangende oren 22 die zijn gericht naar het inwendige van de ventilator. De binnenste sectie 25 van de ventilator 1 heeft eveneens een flens aan zijn bovenrand aangeduid met het verwijzingsgetal 21, waarbij de flenzen 20 en 21 in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar lopen in de samengestelde ventilator volgens de uitvinding. De flens 21 heeft ook weer hangende oren 23 die in hoofdzaak zijn gericht naar het inwendige van de ventilator, waarbij de 30 oren 22 en 23 in wezen tegenover elkaar liggen.

Een tussensectie 30 is geplaatst in de samengestelde ventilator tussen de flenzen 20 en 21 van de buitenste en binnenste secties res-pectievelijk 2 en 1 en is zodsnig gekonstrueerd en ingericht dat deze samenwerkt met de oren 22 en 23 om de binnenste en buitenste secties 1 35 en 2 met elkaar te vergrendelen en hen ten opzichte van elkaar in juis-te positie te brengen. De flezen 20 en 21 en de sectie 30 vormen op deze wijze een langwerpig tonggedeelte met een dikte die wordt bepaald door de vorm en afmeting van de gebruikte sectie 30.

De ventilator is ook voorzien van een tussensectie 32 die is be-40 vestigd aan de binnensectie 1 van de ventilator bij zijn flens 15, 8204590 10 waarbij de sectle 32 is voorzien van een montagekanaal 36 voor het plaatsen van een rand van een uit plaatgaas bestaand scherm 40 waarvan de andere evenwijdig in lengterichting lopende rand is geplaatst in het kanaal 38 aangebracht aan de buitenste sectie 2. Met de sectie 32 be-5 vestigd aan de flens 15 en ook bevestigd via het scherm 40 aan de buitenste sectie 2, verschaffen de binnenste en buitenste secties 1 en 2, de tussensectie 30 en 32 en het scherm 40 een in hoofdzaak stijf geheel dat tussen de sectie 32 en de binnensectie 1 een kanaal voor het inzet-ten van een ruit bevat. Het beglazingskanaal is voorzien van een bekle-10 ding 50 uit rubber of dergelijk materiaal.

De tussensecties 30 en 32 zijn zodanig gevormd en hebben zodanige afmetingen dat de tong een dikte bezit die in hoofdzaak gelijk is aan die van het beglazingspaneel waarbij de flenzen 20 en 21 in hoofdzaak in een vlak liggen met de oppervlakken van het beglazingspaneel als dit 15 is geplaatst in het beglazingskanaal met de geschikte afdichting. De tong is daarom in wezen een verlenging van het beglazingspaneel dat is geplaatst in het beglazingskanaal.

De ventilator is verder voorzien van een tweede luik of flap 60 die in de tekening in zijn gesloten positie is weergegeven waarin de 20 onderrand daarvan aanligt tegen de distale rand van de flens 15 van de binnenste sectie 1. De flap 60 is vervaardigd uit een kunststof met een tweevoudige hardheid, waarbij het bovenste gevormde deel dat is bevestigd aan het ingestoken orgaan 30 bestaat uit een middelmatig rubber-achtig buigbare consistentie en zodanig is gevormd dat een voorbelas-25 ting zou worden opgewekt als de flap is gemonteerd zodanig dat deze on-der voorspanning wordt gedrukt naar zijn weergegeven gesloten positie, terwijl het grotere platte lijfgedeelte van de flap 60 bestaat uit een veerkrachtig vormvast hard materiaal voor het handhaven van de vorm daarvan.

30 Het scharnier 10 is voorzien van een oor 11 waarmede het luik 4 dat is gesloten tegen de binnenste sectie 1 het mogelijk maakt dat de flap 60 de weergegeven positie aanneemt waardoor wordt voorkomen dat koude lucht het luik 4 bereikt en dit dan afkoelt. Als het luik 4 in lengterichting wordt bewogen aan zijn scharnieren 10 zal dit tot gevolg 35 hebben dat de oren 11 steunen tegen de flap 60 en deze oplichten naar zijn positie weergegeven in streeplijnen bij 60B waardoor een vrije doorgang van lucht door de ventilator wordt toegestaan.

De scharnieren 10 zijn bij voorkeur vervaardigd uit DELRIN (han-delsmerk) of een dergelijk stijf veerkrachtig kunststof materiaal ter-40 wijl de ingestoken delen 30 en 32 bij voorkeur zijn vervaardigd uit 8204590

IX

kunststof materiaal zoals polyvinylchloride met een lage thermische ge-leiding, waarbij deze lage warmtegeleiding een effectieve thermische onderbreking verschaft tussen de delen van de ventilator die respectie-velijk zijn blootgesteld aan de kamerbeweging en de buitenbeweging.

5 Aanbrengen van de ventilator aan een venster vereist een rechthoe- kige spleet tussen het beglazingspaneel 52 en het vensterkozijn zelf, waarbij de ventilator zodanig wodt aangebracht dat het beglazingskanaal daarvan past over het paneel (bijvoorbeeld bij 52) en ten opzichte daarvan isafgedicht zodanig dat de tong gevormd door de flezen 20 en 10 21 past in het kozijn op de plaats waar het beglazingspaneel zelf, als dit in afmeting niet zou zijn verkleind, normaal zou zijn bevestigd. De bevestiging van de ventilator volgens de uitvinding heeft daardoor een verkleing van het vensteroppervlak tot gevolg maar dit met een in ver-gelijking kleine waarde en een waarde waarvan wordt gemeend dat deze 15 accepteerbaar is voor de handel en het publiek.

Bij 65 is in het algemeen een eindsectie voor de ventilator weergegeven voor het verschaffen van een effectieve voortzetting van het glas in de vertikale beglazingssponninng van het vensterkozijn zelf. De secties 1 en 2 van de ventilator zijn verder voorzien van eindplaten 67 20 en 68 voor het waarborgen van een volledige sluiting van de luchtkamer daarin. De eindonderdelen weergegeven bij 65 bestaan uit de platen 67/68 tezamen met een tusseliggend neopreen/van rubber voorzien geslo-ten celmateriaal weergegeven pet 66 waardoor bevestiging door middel van samendrukking mogelijk is aan het lijf van de ventilator, het ven-25 sterkozijn en/of aan het beglazingspaneel en een daardoor verkregen weerbestendige afdichting. Dit wordt bereikt door het materiaal 66 te laten uitzetten tot voorbij de gewenste rand of randen van de platen 67/68, bijvoorbeeld over een afstand van 1 of 2 mm. De eindstukken 65 kunnen via de platen 67 en 68 worden bevestigd aan het hoofdlichaam van 30 de ventilator via bevestigingspunten 36, 38, 46 en 48.

Als het beglazingspaneel 52 dat bestemd is om te worden gebruikt in het venster met de hierboven beschreven ventilator een grotere of kleinere relatieve dikte bezit dan die welke is weergegeven, kan het beglazingskanaal dat is aangebracht worden gewijzigd door gebruikmaking 35 van een inzetstuk 32 met een been 33 met een grotere of kleinere dwars-afmeting (waarbij dwars betekent onder rechte hoeken ten opzichte van het vlak van het beglazingspaneel) tezamen met een inzetstuk 30 met een equivalente konstruktie maar met een grotere of kleinere breedte. Door het verschaffen van inzetstukken 30 en 32 en eindstukken 65 in een aan-40 tal met standaard afmetingen, kan gemakkelijk worden gezorgd voor de 8204590 12 vervaardiging van een reeks van ventilatoren waarblj beglazingspanelen met verschillende dikten passen maar waarblj secties 1 en 2, scherm 40, flap 60 in hun standaardvormen worden gebruikt.

De onderhavige uitvindlng zorgt dus voor een aanzienlijke bezui-5 niging bij de vervaardiging en bij het in voorraad houden waarmede een groot aantal toepassingen kunnen worden bestreken, waarblj de ventilator ook het extra voordeel verschaft van een betere thermische onder-breking samenvallend met de toeneming in dikte van beglazingspanelen.

In figuren 2 en 3 zijn doorsneden weergegeven van ventilatoren die 10 ruim gezien overeenkomen met die weergegeven in figuur 1 maar welke zijn bevestigd aan vensters- aan aluminium of PVC-vensters in de "A"-tekeningen en aan houten vensters in de "B"-tekeningen. In beide geval-len komen de verwijzingscijfers die worden gebruikt voor de verschillende onderdelen van de ventilatoren weergegeven in figuren 2 en 3 15 overeen met die welke zijn gebruikt met betrekking tot figuur 1. De te-keningen volgens figuur 2 geven een ventilator weer welke is vervaar-digd en bevestigd aan een paneel met dubbele beglazing in grote lijnen overeenkomend met die volgens figuur 1 met uitzondering van het feit dat een iets andere afdichtingskonstruktie is gebruikt rondom het pa-20 neel. De tussensectie 32 heeft een zachter afdichtmateriaal 233 dat of daaraan is bevestigd of integraal is gevormd daarmee door middel van een vormmateriaal met "tweevoudige hardheid”, waarbij het materiaal 233 aanligt tegen en afdicht ten opzichte van het glasoppervlak. Bovendien is een wigvormige afdichting 250 geplaatst aan de tegenover liggende 25 zijde van een beglazingspaneel 52 op op zichzelf bekende wijze. Figuren 3A en B geven een ventilator weer gekonstrueerd uit binnensecties 1 en een gewijzigde buitensectie 302. De flens 320 van de buitensectie 302 is gevormd zonder oren zodanig dat deze direct in de oren 23 van de binnensectie 1 wordt bevestigd. Een verder inzetstuk 332 met een korte 30 zijbeen verbindt de eerste en tweede secties (via het scherm 40) voor het vormen van een beglazingskanaal voor een met enkelvoudig glas be-glaasd paneel 352. Afdichtkonstrukties 233 en 250 zoals beschreven in verband met figuur 2 blijven gehandhaafd. Het zal duidelijk zijn dat in deze vorm van de ventilator de directe verbinding van venster 20 en 21 35 zal betekenen dat de ventilator niet thermisch is onderbroken. Bovendien is de flapkonstruktie 60, om redenen van betere toelichting, uit de ventilator in figuur 3 weggelaten. Daarom zal worden gezien dat het verschaffen van een tussensectie, de eerste tussensectie 332 die de functie van een strukturele verbinding, thermische onderbreking en 40 plaatsbepaling voor een beglazingspaneel heeft, een veel eenvoudiger 8204590 ' " ' ' ί - ' ψ.

13 vorm van een ventilator verschaft welke kan worden gekonstrueerd met zeer eenvoudlge wi jzigingen om te worden toegepast bij een aantal ver-schillende dikten van het beglazingspaneel.

8204590

Claims (20)

1. 2. Ventilator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de binnen ste en buitenste secties zijn voorzien van langwerpige flenzen welke een langwerpige tong vormen met uitwendige afmetingen die in hoofdzaak gelijk zijn aan en in een vlak liggen met het beglaasde paneel dat is geplaatst binnen het genoemde kanaal.
2. 3. Ventilator volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoem de flenzen met elkaar zijn verbonden door een tweede tussensectie.
3. 4. Ventilator volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede tussensectie bestaat uit in hoofdzaak niet-warmtegeleidend materiaal.
4. 5. Ventilator volgens een der voorgaande conclusies, met het ken- 20 merk, dat de binnenste en de buitenste secties bestaan uit metallisch materiaal terwijl de of elke tussensectie bestaat uit kunststofmateriaal.
5. 6. Ventilator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de eerste tussensectie een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoor- 25 snede bezitten.
6. 7. Ventilator volgens een der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de eerste tussensectie een in hoofdzaak L-vormige dwars-doorsnede bezit.
7. 8. Ventilator volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het overi- 30 ge deel van het beglazingskanaal wordt verschaft door de genoemde binnenste sectie.
8. 9. Ventilator volgens een der conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat de eerste tussensectie bestaat uit een kunststofmateriaal met een tweevoudige hardheid, waarbij het zachtere materiaal niet 35 struktureel is en een afdichtfunctie bezit.
9. 10. Ventilator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een langwerpig uit draadgaas bestaand scherm is geplaatst tussen de genoemde buitenste sectie en de eerste tussensectie. II. Ventilator volgens een der conclusies 3 tot en met 10, met het 40 kenmerk, dat een beweegbare langwerpige flap is geplaatst binnen de 8204590 :i · f· - *- * ventilator, bevestigd aan de tweede tussensectie.
10. 12. Ventilator volgens concl-usie 11, met het kenmerk, dat de flap bestaat uit een kunststofmateriaal met een tweevoudige hardheid, waar-bij het zachtere materiaal een buigzaam schamier daarvoor verschaft.
11. 13. Ventilator volgens een der voorgaande condusies, met het kenmerk, dat de hitmenste sectie een langwerpig van spleten voorzien ondersteuningsorgaan bevat en een langwerpig tegenover liggende strook welke via op afstand van elkaar liggende scharnieren met een parallelle beweging zijn bevestigd aan het ondersteuningsorgaan zodanig dat bewe- 10 ging in lengterichting van de tegenover liggende strook ook beweging daarvan tot stand brengt naar het ondersteuningsorgaan toe of daar van-af en evenwijzig daaraan tussen een volledig gesloten positie waarin de spleet of spleten in dit ondersteuningsorgaan zijn afgesloten en een volledig open positie.
12. 14. Ventilator volgens conclusie 13 in afhankelijkheid van conclu- sie 12, met het kenmerk, dat tenminste een van de scharnieren is voorzien van een verlenging die zodanig is vervaardigd en aangebracht dat de flap zijn gesloten positie kan aannemen als de tegenover liggende strook zich in de gesloten positie bevindt en de flap naar een open po- 20 sitie wordt gedrukt als de tegenover liggende strook zich in de open positie bevindt.
13. 15. Ventilator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat eindstukken zijn bevestigd aan de secties aan distale ein-den daarvan waarvan elk binnenste en buitenste platen bevat met celvor- 25 mig materiaal daartussen.
14. 16. Ventilator volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het cel-vormige materiaal zich uitstrekt tot voorbij de binnenste en buitenste platen voor het vormen van samendrukbare afdichting met de ventilator-secties als het daaraan is bevestigd.
15. 17. Ventilator volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat het celvormig materiaal bestaat uit neopreenschuim.
16. 18. Bouwpakket van onderdelen voor het samenstellen voor het vormen van een ventilator volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het bouwpakket respectievelijk een binnenste sectie en een 35 buitenste sectie en tenminste een tussensectie bevat.
17. 19. Bouwpakket van onderdelen volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de of elke tussensectie is gekozen uit een aantal tussensec-ties voor het verschaffen van de samengestelde ventilator met een be-glazingskanaal met gewenste dikte.
18. 20. Bouwpakket van onderdelen volgens conclusie 19, met het ken- 8204590 •r merk, dat dit twee tussensecties bevat welke bestaan uit de genoemde eerste tussensectle en de genoemde tweede tussensectie.
19. 21. Werkwijze voor het konstrueren van een ventilator volgens een der conclusies 1 tot en met 18, bestaande uit het kiezen van een uit 5 een aantal eerste tussensecties en het verbinden van een binnenste en buitenste sectie (zoals hierin beschreven) daarmee voor het vormen van een beglazingskanaal van gewenste dikte.
20. 22. Werkwijze voor het konstrueren van een ventilator volgens con-clusie 23, met het kenmerk, dat deze werkwijze verder bevat het kiezen 10 van een uit een aantal tweede tussensecties en het verbinden van een binnenste en buitenste sectie (zoals hier beschreven) daarmee voor het vormen van een ventilator met een beglazingskanaal met een gewenste breedte en een tonggedeelte met uitwendige afmetingen welke overeenkomt met de genoemde gewenste dikte. 15 ******** 8204590