NL8802740A - Ventilatierooster. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Ventilatierooster.

De uitvinding heeft betrekking op een ventilatierooster met een rechthoekig kader en een daarin opgenomen afsluitele-ment, een en ander zoals op zich uit de praktijk bekend.

Zowel in de moderne bouw als bij renovatieprojecten wordt, in het bijzonder wanneer dubbele beglazing wordt toegepast, gewerkt met verschillende beglazingsdikten en bij de stand der techniek moet voor elke beglazingsdikte een daarbij passend rooster worden geconstrueerd. Dit betekent dat steeds een groot aantal kant en klare roosters van verschillend type, geschikt voor verschillende beglazingsdikten, op voorraad moet worden gehouden wat uiteraard een aanzienlijke investering, ook in opslagruimte, betekent.

De uitvinding beoogt een ventilatierooster te verschaffen dat op bijzonder eenvoudige wijze kan worden aangepast aan alle in de praktijk voorkomende situaties en in het bijzonder aan de dikte der beglazing. Voorts wordt beoogd een ventilatierooster te verschaffen dat vergaand uit standaarddelen is opgebouwd en zo min mogelijk onderdelen heeft welke slechts voor één bepaalde glasdikte toepasbaar zijn.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met de maatregelen zoals beschreven in het kenmerk der hoofdconclusie terwijl gunstige voorkeursuitvoeringsvormen der uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies.

De uitvinding en de voordelen daarvan worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin is: figuur 1 een perspectivische afbeelding van het ventilatierooster volgens de uitvinding met twee verschillende, als inzetstuk binnen het kader daarvan te plaatsen roostereenheden; de figuren 2a, 2b, 2c en 2d dwarsdoorsneden door het kader van dit ventilatierooster ter verduidelijking van het met de maatregelen volgens de uitvinding te bereiken voordeel? figuur 3 een doorsnede overeenkomstig figuur 2b met daarin ingetekend een wat anders uitgevoerde schuifroostereenheid; figuur 4 een perspectivische afbeelding van het in het ventilatierooster volgens de uitvinding toegepaste kader in uiteengenomen vorm.

Het ventilatierooster volgens de uitvinding omvat een rechthoekig kader dat in zijn geheel in figuur 1 is aangegeven met het verwijzingscijfer 2, waarvan de opstaande zijden worden gevormd door de nog te beschrijven einddelen 4a, 4b, de onderzijde wordt gevormd door een tussen deze einddelen 4a en 4b opgenomen glashouder 6 (die is aangepast aan de dikte der beglazing waarin het ventilatierooster wordt gebruikt) terwijl de bovenzijde wordt gevormd door een speciaal gevormde profiellijst 8 die via de kitband 9 tegen de sponning 11 aanligt. Deze profiellijst 8 welke in dwarsdoorsnede is weergegeven in de figuren 2a-2d en in figuur 3 is op een speciale wijze uitgevoerd. De lijst 8 is in dwarssnede L-vormig met een ópstaand been 10 en een daarmee verbonden, naar de te ventileren ruimte gericht horizontaal been 12.

Het horizontale been 12 zet zich voort in een omhoog gericht deel 14 dat eindigt in een omgezette eindrand 16; tegenover deze omgezette eindrand ligt een van het opstaande been 10 uitgaande rand 18. Aldus wordt een kamer 20 gevormd die dient voor het opnemen van het horizontale been 22 van een omgekeerd T-profiel 21 waarvan het verticale been 24 naar boven is gericht - zie de figuren 2b-2d en 3. Dit verticale been 24 ligt excentrisch ten opzichte van de middellijn 25 van het horizontale been 22 - zie figuur 3.

Het ópstaande been 10 is via een een thermische barrière vormend tussenstuk 26 verbonden met de opstaande rand 28 van de voor ventilatieroosters van de onderhavige soort gebruikelijke afwatering 30. De specifieke uitvoering daarvan is geen onderwerp der aanvrage en zal dan ook niet nader worden besproken.

De uitvinding beoogt met eenvoudige middelen een ventilatierooster van de onderhavige soort geschikt te maken voor gebruik met verschillende glasdikten en inbouwomstan-digheden en wel zodanig dat kan worden volstaan met een minimum aantal door de inbouwomstandigheden bepaalde onderdelen zodat vergaand met standaarddelen kan worden gewerkt. Eén van de onderdelen die aan de omstandigheden moet worden aangepast is de glashouder 6 (zie fig. 4) waarvan de figuren 2a-2d in dwarsdoorsnede vier verschillende vormen tonen, respectievelijk aangegeven met 6a, 6b, 6c en 6d. Alle vormen hebben gemeenschappelijk dat zij bestaan uit twee via een thermische barrière 32 met elkaar verbonden profielen, elk profiel met een omlaag gericht lijstgedeelte 34a-34d respectievelijk 36a-36d waarvan de respectievelijke onderlinge afstanden kunnen verschillen.

Figuur 2a toont de situatie waarin het ventilatie-rooster volgens de. uitvinding wordt toegepast bij een beglazing met een dikte van 14 mm waarbij de afstand 1.1 tussen de binnenvlakken der lijsten 34a-36a gelijk moet zijn aan 22 mm en de afstand ^2 tussen de buitenzijden der lijsten 10 en 28 gelijk moet zijn aan 14 mm. Dit betekent dat de lijst 28 14 mm ligt vanaf het buitenvlak 38 der sponning terwijl dit buitenvlak der sponning ligt in één lijn met het binnenvlak 40 van de beglazing 42b waarvan de dikte, zoals gezegd, 14 mm is.

Bij een beglazing 42a met een dikte van 21 mm moet de maat hl gelijk zijn aan 29 mm en de maat .i. 2 aan 21 mm. Een aan deze omstandigheden aan te passen ventilatierooster behoeft slechts een andere glashouder 6b waarbij de maat ^1 29 mm is.

De maat ls2 wordt verkregen door in de kamer 20 het horizontale been 22 van het profiel 23 te plaatsen en wel zodanig dat dit been 22 links van het midden 25 ligt. Door een juiste keuze van de afmetingen van het horizontale been 22 en de afstand tussen het been 24 en dit midden 25 van het been 24 wordt bereikt dat de maat 21 mm is. Deze situatie is op vergrote schaal getekend in figuur 3 waarop in het hiernavolgende nog nader wordt teruggekomen.

Figuur 2c toont de situatie welke ontstaat wanneer men beglazing 42c met een dikte van 24 mm wil toepassen in welk geval de afstand <Ll van de glashouder 32 mm zal moeten zijn en de afstand /2 24 mm. Deze laatste situatie wordt bereikt door het profiel 23 "andersom" in de kamer 20 te plaatsen met een glashouder met een maat^l gelijk aan 32 mm.

Tenslotte kan het ventilatierooster volgens de uitvinding ook nog zijn uitgevoerd voor plaatsing in een kalf waarbij de maat 'Ll 21 mm moet zijn en de maat ^2 eveneens 21 mm. Het profiel 23 wordt dan geplaatst op de aan de hand van figuur 2b aangegeven wijze en er wordt een profiel 6d gebruikt waarvan de maat Ί,Ι 21 mm is.

Figuur 3 (waarin de kitband 9 duidelijkheidshalve niet is getekend) toont hoe binnen de ruimte bepaald door de twee einddelen het ondervlak van het been 12 en de bovenvlakken van de de glashouder vormende profieldelen een ventilatie-roostereenheid 50 kan worden geplaatst die in dit geval een schuifventilatierooster is van de op zich bekende opbouw met een bedieningsknop 52 en een gaasrooster 54. Echter kan in deze ruimte ook een andere ventilatieroostereenheid worden toegepast, bijvoorbeeld een draaiventilatierooster 60 zoals in figuur 1 aangegeven. De feitelijke opbouw van deze venti-latieroostereenheden is geen onderwerp der aanvrage en zal dus niet nader worden toegelicht.

Bij toepassing van een dergelijk draaiventilatierooster kan men, wanneer in het ventilatierooster zelf geen afscherm-gaas aanwezig is dit gaas aanbrengen in de waterkering 30, zoals aangegeven met 62 in de figuren 2a-2d en in figuur 4.

Zoals reeds gezegd wordt een compleet ventilatierooster aan de beide einden afgesloten door een einddeel 4a respectievelijk 4b. Vorm en afmetingen van zo'n einddeel moeten uiteraard zijn aangepast aan de gebruikte boven- en onderlijst van het kader. Elk dergelijk einddeel bestaat volgens de uitvinding uit een huis 70 waarvan de voorste randbegrenzing 72 is aangepast aan de contouren van de waterkering 30 terwijl de twee uitstekende lippen 72a, 72b aan de bovenzijde van het huis passen tussen de ribben 10 en 28 die een vaste onderlinge afstand hebben. Naast deze lippen bevindt zich de kamer 74 die overeenkomt met de kamer 20 en waarin het linker- en rechteruiteinde van het profiel 23 past. De binnenbegrenzing van elk einddeel moet zijn aangepast aan de afstand £2 en dit wordt bereikt met een uit twee haaks op elkaar staande vlakken 73 resp. 75 bestaand afsluitdeel 76 dat is voorzien van een naar binnen en onder uitstekend lipvormig vlak 78 van welk deel het vlak 73 in drie verschillende standen tegen het achtervlak 80 van het huis 70 kan worden vastgeschroefd. Daartoe zijn in dit vlak 80 twee op afstand van elkaar aangebrachte stellen van elk drie openingen gevormd, het eerste stel van drie openingen is aangegeven met 82 en het tweede stel met 84. Het vlak 73 van het afsluitdeel 76 dat aanligt tegen het vlak 80 heeft eveneens twee stellen van elk drie openingen, aangegeven met 90 resp.

92. Afsluitdeel 76 wordt met behulp van bevestigingsschroeven 94, gaande door steeds een opening van het stel 82 en een opening van het stel 90 respectievelijk een opening van het stel 84 en een opening van het stel 92, bevestigd. Voor de keuze van de openingen wordt aanpassing aan de waarden /^1 en 1,2 mogelijk.

Het vormen van het kader beperkt zich aldus tot het kiezen van de combinatie bovenlijst en T-profiel 21, (standaardonderdelen), het kiezen van de onderlijst 6 (geen standaardonderdeel) en het opbouwen van elk einddeel 4a, 4b uit huis 70 (standaardonderdeel) en afsluitdeel 76 (standaardonderdeel ). Dit kader kan dan zonder roostereenheid worden gemonteerd; de gewenste roostereenheid kan dan met enkele eenvoudige handelingen later worden aangebracht.

Claims (9)

1. Ventilatierooster met een rechthoekig kader en een daarin opgenomen afsluitelement, met het kenmerk, dat elk der opstaande zijden van het kader wordt gevormd door een einddeel, de onderzijde wordt gevormd door een tussen de einddelen opgenomen en aan de dikte der beglazing aangepaste glashouder en de bovenzijde van het kader wordt gevormd door een eveneens tussen de einddelen opgenomen, in doorsnede L-vormige profiellijst waarvan het naar de te ventileren ruimte gerichte horizontale been zich aan het vrije einde daarvan voortzet in een opstaande rand welke overgaat in een naar het opstaande been gerichte eindrand die is gelegen tegenover een dwars van het opstaande been uitstekende rand, een en ander zodanig dat een opneemruimte wordt gevormd waarin past het horizontale been van een omgekeerd T-profiel waarvan het opstaande been ligt buiten het midden van het horizontale been.

2. Ventilatierooster volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opstaande been van de bovenste profiellijst via een tussenstuk is verbonden met een daarmee evenwijdige buitenste profiellijst welke zich voortzet in een het rooster aan de buitenzijde althans gedeeltelijk bedekkende afwatering.

3. Ventilatierooster volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tussenstuk een thermische onderbreking vormt.

4. Ventilatierooster volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat elk einddeel bestaat uit een huis waarvan de naar het inwendige van het rooster gerichte binnenbegrenzing aansluit op de contouren der L-vormige profiellijst en afwatering en die van het buitenste respectievelijk horizontale deel der glashouder, en een instelbaar met de buitenwand van dit huis te verbinden L-vormig afsluitdeel met aan de boven- respectievelijk onderzijde een afsluitlip die aansluit op enerzijds het opstaande been van het T-profiel en anderzijds het binnenbeen van de glashouder.

5. Ventilatierooster volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tegen de buitenwand van het huis aanliggende zijde van het afsluitdeel is voorzien van twee op afstand boven elkaar aangebrachte stellen van elk tenminste drie openingen, en de daarmee samenwerkende buitenwand van drie paren horizontaal en verticaal ten opzichte van elkaar verschoven schroefop-neemopeningen.

6. Ventilatierooster volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat de door de binnenzijden der einddelen, de binnenwand van de glashouder en de binnenwand van de L-vormige profiellijst bepaalde ruimte is ingericht ter opname van een losneembaar, een zelfstandig bouwdeel vormend, inzetstuk.

7. Ventilatierooster volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat dit inzetstuk wordt gevormd door een schuifroostereenheid.

8. Ventilatierooster volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat dit inzetstuk wordt gevormd door een draairoostereenheid.

9. Ventilatierooster volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat dit inzetstuk wordt gevormd door een kleproostereenheid.