NL8104871A - Hooibouwmachine. - Google Patents

Hooibouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8104871A
NL8104871A NL8104871A NL8104871A NL8104871A NL 8104871 A NL8104871 A NL 8104871A NL 8104871 A NL8104871 A NL 8104871A NL 8104871 A NL8104871 A NL 8104871A NL 8104871 A NL8104871 A NL 8104871A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
teeth
tooth
hay
support member
Prior art date
Application number
NL8104871A
Other languages
English (en)
Other versions
NL182690B (nl
NL182690C (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NLAANVRAGE8104871,A priority Critical patent/NL182690C/nl
Publication of NL8104871A publication Critical patent/NL8104871A/nl
Publication of NL182690B publication Critical patent/NL182690B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL182690C publication Critical patent/NL182690C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D80/00Parts or details of, or accessories for, haymakers
    • A01D80/02Tines; Attachment of tines
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1078Having only one row of rotors arranged on the same horizontal line perpendicular to the advance direction of the machine

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Nitrogen Condensed Heterocyclic Rings (AREA)
  • Nitrogen And Oxygen Or Sulfur-Condensed Heterocyclic Ring Systems (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)
  • Heating, Cooling, Or Curing Plastics Or The Like In General (AREA)

Description

*" ' ' " ........ * . .
4- 4 C. van der Lely* N.V., Maasland
Ho oibouwmachine
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouwmachine met ten minste één om een opwaarts gerichte draaiingsas door een trekker aandrijfbaar harkorgaan dat tandengroepen bezit die elk aan een drager zijn bevestigd en samen met de drager om een ongeveer tangentiaal gerichte bijbehorende zwenkas, die aan een om de draaiingsas gelegen draagorgaan van de tandengroepen is gelegerd, door centrifugaalkrachten in een werk-stand verzwenkbaar is en de tanden in de werkstand ongeveer, horizontaal en buitenwaarts zijn gericht, waarbij althans één der uit elastisch materiaal bestaande tanden van elke tanden-groep tenminste in tangentiale richting verend aan de drager is bevestigd.
Een der gelijke machine is bekend uit aanvrage 6908537 en bezit tandengroepen waarvan de onderste tand tijdens bedrijf in aanraking met de grond kan komen. Hierbij treedt het nadeel op dat deze elastische tand ten gevolge van het ontmoeten van bodemoneffenheden en obstakels veelal breekt.
Het is een doel van de uitvinding om dit nadeel zoveel mogelijk te ondervangen.
Volgens de uitvinding is onder de elastische tand van elke groep een eveneens buitenwaarts gericht steunorgaan aan de drager is aangebracht dat zich tijdens bedrijf over de grond beweegt en de elastische tand samen met het steunorgaan om de zwenkas vrij verzwenkbaar is.
Op deze wijze kan worden bereikt dat schokbelastingen, die afkomstig zijn van obstakels die zich in de richting van de langs afmeting van de tand uitstrekken, door het steunorgaan kunnen worden opgenomen zonder de elastische tand direkt te belasten. Tengevolge van de vrije verzwenkbaarheid van het samenstel van steunorgaan en tand om de zwenkas kan een afsteunkracht tussen het steunorgaan en de grond door middel van keuze van de zwaartepuntsligging van het samenstel wordt ingesteld die een gemakkelijk uitwijken voor obstakels en tevens in snelle terugkeer in de werkstand bewerkstelligt, welke steunkracht in belangrijke mate de schokbelasting van het steunorgaan bepaalt.
De functie van het steunorgaan dient bij voorkeur in alle 8 1 0 4 8 71 ___ ----- -V--------..... ' ................... ...... " ........ ‘ .,-2- werkstanden yan de elastische tand te worden bewerkstelligd. Aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Tig· 1 geeft een bovenaanzicht weer van een hooibouw— 5 machine volgens de uitvinding*
Fig.' ,2 geeft een zijaanzicht weer van de in fig. 1 af geheelde inrichting,
Fig. 3 geeft op vergrote schaal een deel van een doorsnede weer volgens de lijn III-III in fig. 1* 10 Fig* 4 geeft op vergrote schaal de bevestiging weer van een drager voor de tanden aan een arm· van het harkorgaan. f · Fig. 5 geeft een aanzicht weer· volgens de pijl V in ^ ' fig. 4, ·. '
Fig. 6 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer 15 volgens der pijl VI in fig* 2,
Fig. 7 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn VII-VII in fig. 1.
Fig. 8 geeft een bovenaanzicht weer van een hooibouw-machine volgens de uitvinding in de transportstand* 20 Fig. 9 geeft een tweede bevestigingsmogelijkheid weer van een arm van het harkorgaan aan het centrale deel van het harkorgaan.
• Fig. 10 geeft een tandendrager met vier tanden weer. Fig. 11 geeft een derde bevestigingsmogelijkheid weer ( 25 voor een arm aan het centrale deel van het harkorgaan.
Fig. 12 geeft een bovenaanzicht weer van een tweede uitvoeringsvoorbe eld van een hooibouwmachine volgens de uitvinding.
Tig. 13 geeft een zijaanzicht van de in fig. 12 30 afgebeelde machine weer. .
Fig. 14 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn XIV-XXV in fig, 13*
Fig. 15 geeft op vergrote schaal de bevestiging weer van een arm aan het centrale deel van het harkorgaan en de 35 bevestiging van een tandendrager, 6 1 0 4 8 7 1 » -ί ’ ' , ' <- 3 - %
Pig. 16 geeft een aanzicht volgens de pijl XVI in / fig. 15 weer*
Fig. 17 geeft een aanzicht weer volgens de lijn XVII-Xm in fig. 15.
5 Fig. 18 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn Xmi-XVIII in fig. 15.
Fig. 19 geeft een zijaanzicht weer van de machine . volgens fig. 12 in een transportstand.
Fig. 20 geeft een zijaanzicht weer van de γ/erkstand van 10 de machine volgens fig. 12, waarbij de tan&enörageisverzwenk·? haar zijn aangehracht ten opzichte van de airmen.
Q Fig. 21 geeft op vergrote schaal de scharnierende "bevestiging van een tandendrager weer.
Fig. 22 geeft een zijaanzicht van een inrichting 15 volgens fig* 20 weer, waarbij de inrichting op de tandendrager rust.
De in de fig. 1—8 weergegeven constructie betreft een hooihouwmaehine voorzien van een gestel dat een zich dwars op de voortbewegingsriehting.A van de inrichting uitstrekkende, 20 althans nagenoeg horizontaal gelegen gestelbalk 1 omvat. De gestelbalk 1 is pijpvorraig en heeft een bij voorkeur ronde dwarsdoorsnede. De einden van de gestelbalk 1 zijn door middel van zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende verbindingsbalken 2 met een voorste, tot een afscherming 3 ^ 25 behorende gestelbalk 4 verbonden. De gestelbalk 1 is met een achterste, tot de afscherming 3 behorende gestelbalk 5 verbonden door middel van verbindingsbalken 6, die zich, zoals . - * i uit fig.1 blijkt, in bovenaanzicht in het verlengde van de * l verbindingsbalken 2 uitstrekken. De balken 4 en 5 van de I · 30 afscherming 3 zijn enigszins boven de gestelbalk 1 gelegen.
Nabi j de einden van de gestelbalk 1 zi jn binnen de verbindingsbalken 2 aan de gestelbalk schoorbalken 7 aangebracht, die in bovenaanzicht gezien convergeren en met de goorste gestelbalk 4 zijn verbonden. Aan de einden van de gestelbalk 1 zijn zich 35 in verticale richting uitstrekkende, naar beneden verlopende ·*** i?-* *.24 ·. . * _ · — 4 — to· platen 8 "bevestigd* Tussen de ondereinden van de platen 8 is een zich evenwijdig aan de gestelbalk 1 uitstrekkende, eveneens pijpvormige gestelbalk 9 aangebracht. Op de einden van de · gestelbalk 9 sluiten tandwielkasten 10 aan, in elk waarvan zich 5 naar, beneden uitstrekkende assen 11 zijn bevestigd* Elke as 11 strekt zich over een recht gedeelte 12A vanaf zijn bevestiging in de tandwielkast 10 uit en gaat vervolgens over in een beugelvormig deel 13, waarvan de benen zich althans nagenoeg in een horizontale richting'uitstrekken, (fig. 3) en waarbij het 10 onderste, been 14 een draaiingsas vormt voor een roterend onder-" steuningsorgaan in de vorm van een loopwiel 15. Om elke as 11 is •-roteerbaar een harkorgaan 12 aangebracht. Hiertoe is op enige C " - 'afstand boven het. beugelvormige deel 13 aan-het rechte gedeelte 12A van de. as 11 een steun 16 bevestigd, waarop een leger 17 15 ru9t„. Om het gedeelte. 12A is verder een op het leger. 17· rustende bus 18 aangebracht, waarvan de bovenzijde een ondersteuning • vormt voor een" tweede leger 19. Tussen het leger 19 en de '· tandwielkast 10 is om het gedeelte 12A een bus 20 gelegen. Door middel van de legers 17 en 19 is roteerbaar een bus 21 aan- .
20 gebracht^ die aan de bovenzijde is voorzien van een zich " althans nagenoeg loodrecht op de langshartli jn van het. gedeelte " 12A uit strekkende ring 22, waarop door middel'van bouten 23 een tandkrans 24 is bevestigd. Nabij de. onderzijde van de bus is deze'voorzien van een op de ‘onttrek van de bus aansluitende q25 ring 25,·' waaraan door middel van bouten 25A een steunring 26 is aangebracht (fig. 3) . De bus 21 en de steunring 26 vormen een t - centraal'deel van een harkorgaan 12; Door middel van de bouten 25A zijn aan de onderzijde van de steunring 26 op regelmatige ; •: afstand van elkaar gelegen acht lippen 27 aangebracht. De 30 lippen 27 hebben een vanaf de bevestiging door middel van de bout 23 schuin naar beneden verlopend recht deel 28, dat overgaat in een deel 29 dat zich evenwijdig aan de. steunring 26 uitstrekt. Tussen de steunring 26 en het deel 29 van een lip 27 ’ is door middel van een pen 30 een bus 31 vrij draaibaar aan-35 gebracht. De langshartlijn a van de pen 30 is evenwijdig · 0222S2*-24 .
” « « - 5 - m gelegen aan het gedeelte 12Δ., waarvan de langshartlijn b de draaiingsas van het harkorgaan vormt* De bus 31 is bevestigd aan een pijpvonaige arm 32, Pe pen 30 rust met een kop op de steunring 26 en is aan de onderzijde door middel van een 5 borgpen 32 geborgd* Tussen de steunring 26 en de ring 22 zijn op regelmatige afstand van elkaar steunen 35 aangebracht* Pe steunen 35 verlopen vanaf de ring 22 schuin naar beneden, pe bus 31 is voorzien van een naar binnen gericht uitsteeksel 36 dat kan rusten tegen een een aanslag 37 vormende pen, die 10 door een gat in de steunring 26 is gestoken en tegen veer-werking in in zijn langsrichting verplaatsbaar is, een en-ander zodanig, dat het ondereinde van de pen buiten het bereik - van het uitsteeksel 35 kan worden gebracht en door verdraaiing van de pen in deze stand kan worden vastgezet.
15 ' -De arm 32 bestaat, zoals uit de fig. 2 en 4 blijkt, uit twee delen 33 en 38 die aan de naar elkaar to8gekeerde einden zijn voorzien van een vork 39 respectievelijk 40, waarvan de benen zich in opwaartse richting uitstrekken. Pe benen van de vork 40 zijn door middel van een pen 41 scharnierend aange-20 bracht, tussen de benen van de vork 39* De langshartlijn c van de pen 41, diè zorgt voor de scharnierende verbinding tussen de beide delen 33 en 38, kruist de langshartlijn d van de : t* pen 30 althans nagenoeg loodrecht. Eet aan de steunring 26 aangebrachte deel 33 van de arm 32 verloopt recht, terwijl het ( 25 deel 38 nabij het midden is geknikt, en wel zodanig, dat de langshartli jnen van de hierdoor ontstane twee gedeelten aan de bovenzijde een stompe hoek met elkaar insluiten. Aan het van de vork 40 afgekeerde einde heeft het deel 38 een vork 42, waarvan de benen boven elkaar zijn gelegen. Aan de van,elkaar · 30 afgekéerde .zijden van de bénen rusten tegen deze benen lippen ‘43 en 44, die zijn aangebracht op een drager 45* Pe lippen 43 en 44 zijn door middel van een pen 44A verzwenkbaar ten opzichte van de vork 42 aangebracht. Pe langshartlijn d van de pen 44A is opwaarts gericht. Pe bovenste,lip 44 is langer dan 35 de onderste lip 43 en voorzien van een pen 46, die tegen “ "8 1 0 4 8 7 1 ‘ . , - 6 - * veerwerking in in zijn langsriehting verplaatsbaar is. De pen 46 kan 7/orden gestoken door één vaii twee gaten 46Δ, die zijn aangebracht in een onder de lip 44 gelegen» aan de bovenzijde van het deel 38 aangebrachte sectorvormige plaat 47· De * 5 drager 45 bestaat uit plaatvormig materiaal en is beugelvormig» waarbij de benen 48 van de beugel boven elkaar zijn gelegen.
.Zoals uit fig. 5.blijkt» is de drager 45 zodanig met de', lippen 43 en 44 verbonden» dat de benen 48 van ds beugel zich ten opzichte van de rotatierichting B van een harkorgaan 12 in 1Q achterwaartse richting uitstrekken. lues en de benen 48 is aan het de benen verbindende deel 49 van de·beugel aan de van de ' lippen 43 en 44 af gekeerde zijde door middel van een bout 50 ^ een paar tanden 51 aangebracht, die uit één stuk verend materie aal zijn gebogen.· De tanden 51 omvatten een werkzaam deel 52 T5 dat via een drietal windingen 53 overgaat ia een tussen de windingen gelegen deel 54, dat door middel van de bout 50 is bevestigd; De as van de windingen 53 is althans nagenoeg evenwijdig asm de pen 44A gelegen. Zoals uit fig.' 4 blijkt, zijn de werkzame delen 52 van de tanden over hun gehele- lengte regel— 20 matig gekromd, en wel zodanig dat de tanden naar hun vrije einden naar beneden verlopen. '
JT
In fig. 5 is weergegeven dat de werkzame delen 52 van / de tanden -51 vanaf de windingen 53 over een deel gebogen verlopen om vervolgens in een recht gedeelte over te gaan, dat ζ 25 in de in fig. 5 getekende stand althans nagenoeg radiaal ten opzichte van de draaiingsas van het harkorgaan 12 verloopt.
Uit fig. 5 blijkt tevens, dat het werkzame deel 52'van de tanden 51 buiten de benen 48 van de drager 45 is gelegen, · : waarbij de langshartlijn van het recht verlopende deel met de 30 langshartlijn van de benen 48 een hoek & insluit, die groter is dan 30° en bij voorkeur 45° bedraagt, zodat de tanden een voldoende greep op het gewas hebben. Aan het einde van het deel 33 van de arm 32, dat de vork 39 draagt, zijn aan de boven- en onderzijde aanslagen 55 aangebracht, die zich vanaf 35 hun bevestiging schuin-van het deel af uitstrekken en.
' * ~ 7 - « * vervolgens naar elkaar zijn. toegebogen, waarbij zij aan het einde steunvlakken vormen, v/aartegen het deel 38 van de arm 32 f . kan komen te rusten na verzwehking om de pen 41 · Voor de aandrijving van elk van de harkorganen 12 is in de onderste 5 · pijpvormige balk 9 een as 56 ondergebraeht, die nabij het midden van de drager in een tandwielkast 57 is gelegerd en nabij de einden van de balk 9 door middel van niet nader weergegeven legers wordt ondersteund* Elk van de einden van de as 56 die tot in een tandwielkast 10 steken is voorzien van een tö conisch tandwiel 58, dat kan samenwerken met de tandkrans 24 in de tandwielkast* In de nabi jhet midden Van de balk 9 gelegen . tandwielkast 57 staat de as 56 door middel van een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een zich. in de voortbewegingsrichting Δ uitstrekkende as 59, die aan de 15 voorzijde uit de tandwielkast steekt en door middel van een tussenas 60 met een af.takas van een trekker kan worden gekoppeld*
Ie einden van de voorste gestelbalk 4. van de afscherming 3 zijn elk voorzien van een vork 61, waarvan .de benen 20 ' zich in opwaartse richting uitstrekken* Ie einden van de achterste balk 5 van de afscherming 3 zijn voorzien van een vork 62, waarbij het aan de achterzijde gelegen been van de vork een sectorvormige plaat 63 heeft (fig* 6)* Siussen de benen van de respectieve vorken 61 en 62 zijn zich in de voort-25 bewegingsrichting uitstrekkende verbindingsbalken 64 aange-• bracht* (Dot de afscherming 3 behoren tevens twee delen 65, die elk een beugel 66 omvatten. Ie benen 67 van de beugel 66 . divergeren, terwijl het verbindingsdeel 68 zich althans · nagenoeg in de voortbewegingsrichting uitstrekt* (Tussen de 30 benen 67 zijn zich evenwijdig aan het verbindingsdeel 68 uitstrekkende verbindingsbalken 69 en 69A aangebracht * Ie einden van de ten opzichte van de voortbewegingsrichting A voorste benen 67 van de beugels 66 zijn elk voorzien van een vork 70, waarvan de benen door middel van een pen 71 · scharnierend zijn 35 aangebracht tussen de benen van de vorken 61 aan de einden van C22:s:*.:a ‘4. \ . -8- v de voorste gestelbalk 4. De achterste benen 62 zijn voorzien van vorken 7.2, waarvan de benen door middel van een pen 73 scharnierend zijn aangebracht ten opzichte van de benen van de vorken 62 van de achterste gestelbalk 5. De langshartlijnen 5 van de pennen 71 en 72 zijn in eikaars verlengde gelegen en strekken zich in de voortbewegingsrichting uit, waarbij zij een zwenkas voro de delen 65 vormen. Het achterste been van de vork 72 rust tegen de plaat 63 en draagt een onder veerwerking staande pen 74, die in zi jn langsrichting verplaatsbaar is en 10 door een gat in het been en één van twee gaten 75 in de plaat 63 kan worden gestoken (fig. 6). Met behulp van de pen 74 en de £ gaten 75 kan een deel 65 worden neergeklapt in een stand, die met streeplijnen in fig* 2 is weergegeven* De assen 11 steken ' aan de bovenzijde over enige afstand uit de tandwielkasten 10 15 en zijn hier orageven door een bus 76, die door middel van een. borgpen 77 op zijn plaats wordt gehouden. De bus 76 is aan de ten opzichte van de voortbewegingsrichting A achterste zijde voorzien van lippen 78 {fig. Bj.^Aan deelippen 78 zijn door middel van een pen 79, die zich in althans nagenoeg horizontale 20 richting uitstrekt en de rotatieas van een harkorgaan 12 althans nagenoeg loodrecht kruist, scharnierend de benen van een vork 80 aangebracht. De vork; 80 is bevestigd aan een arm 81, die zich in achterwaartse richting iiitstrekt en waaraan een geleidingsorgaan 82 is aangebracht. De arm 81 is door middel C 25 van een flexibel verbindingsorgaan 83 en oren 84 op twee * plaatsen aan de achterste gestelbalk 5 vastzetbaar en aldus ' door verzwenking om een as, die samenvalt met de rotatieas van’ een harkorgaan, in twee standen brengbaar. Het gelei dings- orgaan 82 omvat een drager 85. De drager 85 heeft een tijdens • 30 het bedrijf opstaand deel 86, waaraan een.aantal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende verende staven 87 zijn bevestigd. Het deel 86 gaat over in een haaks daarop staand 1 deel 88 dat tijdens het bedrijf op de grond kan rusten en dat zich althans nagenoeg evenwijdig aan de staven 87 uitstrekt.
35 De lengte van het deel 88 is althans nagenoeg gelijk aan de · lengte van de staven 87* De drager 85 is om een pen 89 ver-zwenkbaar, die zich in de langsrichting van de arm 81 uitstrekt* Op de arm 81 is een opstaande sectorvormige plaat 90 aangebracht, die zich althans nagenoeg loodrecht op de pen 89 5 uitstrekt· De drager 85 is voorzien van een strip 91 die een gat heeft, waardoor een pen 92 kan worden gestoken. De pen 92 kan eveneend worden gestoken door één van twee gaten 93 in de plaat 90, een en ander zodanig dat een geleidingsorgaan door : verdraaiing om de pen 89 vanuit de werkstand in de in fig. 8 ' "10 weergegeven transports tand brengbaar is. In deze stand is het geleidingsorgaan 82 althans nagenoeg horizontaal gelegen.
£ Aan de voorzijde is nabij het midden van de voorste gestelbalk 4 eeii bok 94 aangebracht, voor aankop?êling aan de driepuntshefinrichting van een trekker.! De bovenzijde van de 15 * bok 94 is aan de achterzijde door middel van een steunbalk 95 verbonden met de gestelbalk 1. '7
De werking-van de in het voorgaande beschreven hooibouw- machine is als volgt* - ‘
Tijdens het bedrijf is de machine door'middel van de bok 94 20 met de driepimtshefinrichting van een trekker gekoppeld en is de aan de voorzijde uit de tandwielkast 57 stekende as 59 door middel van de tussenas 60 met de af takas van de trekker verbonden, waardoor vanaf de. af takas en de in het voorgaande beschreven overbrenging de harkorganen 12 tijdens het bedrijf 25 om de opwaarts gérichte delen 12A van de assen 11 kunnen worden gedraaid in een richting, die met pijl B in fig. 1 is aangegeven. Bij het in draaiing brengan van de harkorganen 12 zwenken de armen 32, die aan de einden zijn voorzien van de beugelvormige drager 45 voor de tanden 51 onder invloed van de 30 = eentrifugaalkracht om -de opwaarts gerichte langshartlijn a van de pen 30 in een althans nagenoeg radiale stand, zoals in fig. 1 is weergegeven. In deze stand kunnen de armen 32 tijdens het * „ 'bedrijf in ten minste één richting om de pen 30 vrij ver- zwenken. Tegen een verzwenking, die ten opzichte van de rotatie-35 richting naar achteren is gericht is de aanslag 37 aanwezig, · * * *· ’ - 10 - die met het uitsteeksel 36 op de bus 31 kan samenwerken· Op deze wijze wordt voorkomen dat tijdens het bedrijf bij het verplaatsen van zy/aar gewas de armen 32 te ver naar achteren zouden verswenken en de harkwerking hierdoor nadelig zou 5 worden beinvloed· Indien gewenst5 kan de aanslag 37 door verplaatsing in zijn langsrichting buiten het bereik van het uitsteeksel 36 worden gebracht. Tijdens het bedrijf beweegt het onderste been 4-8 van de drager 45 voor de tanden 51, dat : zich althans nagenoeg evenwijdig aan een tand uitstrekt, over 10 de grond, waarbij het deel 38 van d.e arm 32 door verzwenking om de de draaiingsas van het harkorgaan loodrecht kruisende langshartlijn c van de pen 41 ten opzichte van het met het V ' centrale deel- gekoppelde deel 33 van de arm 32 kan ver- zwenken en aldus een goede bodemaanpassing mogelijk wordt , 15 Ket de drager 45 ondersteunende gedeelte van het deel 38 strekt zich hierbij althans nagenoeg in horizontale richting uit (zie fig. 4), Eeeft de drager 45 voor de tanden 51 ten opzichte van de arm.32 een'stand, zoals in de figuren is weergegeven, dan strekken de werkzame delen 52 van de tanden 20 51 zich althans nagenoeg in radiale richting uit en kan de machine worden gebruikt voor schudden, waarbij hét door de . tanden verplaatste gewas tussen de harkorganen door naar achteren wordt verplaatst en verspreid. Wil men met de machine . met behulp van de gelei dings organen 82 zwaden, vormen, dan kan ζ 25 de stand van de tanden 51 worden gewijzigd. Hierbij kan de drager 45 na het verplaatsen van de pén 46 door verzwenken om de langshartlijn d van de pen 44A in een stand worden gebracht, waarbij de tanden ten opzichte van de rotatieriehting B enigszins slepend staan. Voor het vormen van een zwad staan 30 de geleidingsorganen 82 zo dicht mogelijk bij elkaar. Be stand, die in fig. 1 is weergegeven, kan bij het spreiden worden gebruikt. Boor middel van de afscherming 3 wordt tijdens het bedrijf een.voldoende beveiliging verkregen voor de snel roterende harkorganen 12. Boor middel van het onder elk hark-35 orgaan aangebrachte loopwiel kan tijdens het bedrijf een goede ‘ . . - 11 - bodemaanpassing van de harkorganen worden verkregen, die tezamen met de individuele aanpassingsmogelijldieid van de tandendragers 45 een ideale werking van de machine garandeert.
Ten einde te voorkomen dat tijdens het bedrijf een tanden-5 drager 45 en het deel 38 van de arm 32, waaraan de tanden-drager is bevestigd, te ver verswenken, zijn de aanslagen 55 aangebracht, die een te ver naar boven respectievelijk naar beneden verzwenken van het deel 38 voorkomen. Bovendien voor-. komt de onderste aanslag 55 dat bij het b rengen van de 1.0 inrichting in een transportstand de delen 38 geheel naar beneden klappen, . ; -
Voor het brengen van de inrichting in een transport-( stand kan deze mat behulp van de driepuntshefinrichting worden geheven, waarbij de armen 32 voor de tanden om de pennen 30 15 kunnen verzwenken in een stand, zoals in de figuren is weergegeven. Hierna kunnen de wegklapbare einddelen 65 van de afscherming 3 naar beneden worden geklapt en in deze stand worden vergrendeld door middel van de aan de achterzijde aangebrachte, de onder veerworking staande pennen 84 omvattende 20 grendelinrichtingen. In deze stand van de delen 65 voorkomen zij·, dat tijdens het, transport de de tanden dragende armen 32 naar buiten kunnen uitzwenken. Bij afgekoppelde machine kan deze op de neergeklapte delen van de afscherming rusten.
Zoals reeds vermeld, kan tijdens het bedrijf een tand of ζ 25 tandengroep niet alleen om 'een as a verzwenken, die zich althans nagenoeg evenwijdig aan de rotatieas b van een harkorgaan 12 uitstrekt, doch bovendien om een as c, die de rotatieas voor * % , het harkorgaan in dit uitvoeringsvoorbeeld althans nagenoeg loodrecht kruist. Boor middel van de de as a'omvattende 30' · scharnierende verbinding tussen een arm 32 en het centrale - deel van een harkorgaan 12 kan op eenvoudige wijze door middel : van de centrifugaalkracht éen tand in een wsrkstand worden gebracht. Indien na het heffen van de machine de aandrijving voor de harkorganen wordt uitgeschakeld, kunnen de tanden onder.
35 invloed van hun eigen gewicht in een transportstand zwenken om : - 12 - m r * % w- * de assen a.-
Met de in het voorgaande "beschreven, simpel opgebottwde machine kan tijdens het bedrijf op zeer effectieve wijze worden gewerkt, waarbij de individuele aanpassingsmogelijkheid voor de .
5 tanden een schone werking garandeert*.
In fig. 9 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven, waarbij de steunring 26 dichter bij de tandwielkast 10 is ' gelegen· Hierdoor kan het asdeel 12A korter zijn en de beugel 13 groter, zodat een groter loopwiel 9öA onder het 10 harkorgaan kan worden toegepast.
1 In fig. .10 is een ui tvosringsvo orbeeld weergegeven, waarbij de drager 9β voor de tanden groter is uitgevoerd en waarbij tussen de benen 97 twee paren uit dén stoic vervaardigde tanden 98 door middel van bouten 99 zijn aangebracht.
15 In fig. 11 is een ui tv o eringsvo orbeeld weergegeven, waarbij een aria 32 voor de tanden.door middel van een as 100 met het centrale deel van het. harkorgaan is gekoppeld, welke as 100, in radiale richting gezien, de rotatieas b vcor een harkorgaan 12 kruist* Op deze wijze kan worden bereikt, dat 20 een arm 32 tijdens het bedrijf gemakkelijk kan uitwijken voor een bodemoneffenheid, indien ae aanslag 37 is verwijderd.
De machine volgens de figuren i 12 - 19 is voorzien van een zich dwars op de voortbewegings-richting A uitstrekkende pijpvormige gestelbalk 101, die nabij 25 ‘ het midden is verbonden met een zich schuin omhoog uit strekkende gestelbalk 102, .die aan het vooreinde is bevestigd een bok 103 voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een trekker. Hierbij is het vooreinde van de balk 102, die . zich in bovenaanzicht gezien en ten opzichte van de voort- ’ 30 bewegingsrichting gerekend,· vanaf zijn bevestiging aan de gestelbalk 101 schuin naar rechts uitstrekt, aan de bovenzijde · van de driepuntshef inrichting bevestigd. Sussen de bok 103 en de gestelbalk 102 is verder nog een schoorbalk 104 aangebracht.'
Aan de einden van de gestelbalk 102 zijn door middel van 35 verticale ploften 105 tandwielkasten 105 aangebracht. In de - 13 - balk 101 en de tandwielkasten is op dezelfde wijze als bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld een aandrijving aanwezig voor harkorganen 107» die om de in de tandwielkasten 106 aangebrachte assen 108 roteerbaar zijn· De harkorganen 107 5 zijn door middel van een centraal deel draaibaar om de assen 108. De langshartlijnen van de assen 108 vormen een rotatieas voor een harkorgaan. De ten opzichte van de voortbewegings-richting rechts gelegen tandwielkast 106 omvat bij dit uitvoeringsvoorbeeld een legering voor een zich in de voort-10 bewegingsrichting A uitstrekkende as 109, die door middel van een niet nader weergegeven conisch tandwiel met een tandkrans van de aandrijving voor een harkorgaan 107 kan samenwerken en welke as door middel van een tussenas 110 met de af takas van een trekker koppelbaar is· In dit uitvoerings-Ί5 voorbeeld zijn aan de onderzijde van een tot het centrale deel van het harkorgaan behorende steunring op regelmatige afstand van elkaar paren lippen 111 aangebracht (fig· 15)· Tussen de lippen 111 is door middel van een as 112, waarvan de langshartlijn e de rotatieas van het harkorgaan loodrecht 20 kruist en die zich in tangentiale richting uitstrekt, een arm 113 aangebracht voor tanden 114 en 114A· Elke arm 113 omvat twee delen 115 en 116, die een hoek met elkaar insluiten. Het kortste deel 115 is aan de zijde van de scharnierende bevestiging met het centrale deel gelegen, terwijl het 25 langste deel 116 op enige afstand van het vrije einde is voorzien van een drager 117 voor de tanden 114 en 114A· De drager 117 is aan de in de bedrijfsstand onderzijde van het deel 116 aangebracht en omvat een vanaf de bevestiging zich naar beneden uitstrekkend recht gedeelte 118 dat overgaat in 30 een af gebogen gedeelte 119, dat zich evenwijdig uitstrekt aan het deel 116 van de arm 113 en een lengte heeft, die overeenkomt met de lengte van een gedeelte 120 van het deel 116 dat is gelegen tussen het vrije uiteinde en het bevestigingspunt van de drager 117 (fig. 115)· 35 Zoals uit fig. 16 blijkt, zijn de beide gedeelten 119 en 120 zodanig afgebogen, dat zij ten opzichte van de rotatieriehting B van het harkorgaan naar achteren zijn gericht· Aan het gedeelte 118 van de drager 117 is een flens 121 aangebracht die door middel van een pen 122 ten op- 8704871 * / - 14 - zichievan de drager is vastgezet. Onder de flens 121 is op afstand hiervan een steunring 122A aangebracht, die door middel van een borgpen 123 op zijn plaats wordt gehouden. Tussen de flens 121 en de steunring 122A zijn om het gedeelte 5 118 gelegen windingen 124 opgesloten van twee uit één stuk materiaal gevormde tanden 114, 114A, terwijl een tussen de windingen 124 gelegen verbindingsdeel 125 naar één zijde uitsteekt. Het deel 125 is gelegen in één van twee openingen, die zijn aangebracht in een ver gr end elingsplaat 10 127, welke plaat om een as 128 verzwenkbaar is aangebracht ten opzichte van de flens 121. De langshartlijn van de as 128 kruist de langshartli jn van het gedeelte 118 althans nagenoeg loodrecht. De flens 121 is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen busvormige ondersteuningen 129, 15 waartussen een veer 130 is aangebracht, die om de door de ondersteuningen 129 gestoken as 128 is gelegen. De veer 130 rust met één einde tegen de vergrendelingsplaat 127 en met het andere einde tegen de flens 121, een en ander zodanig dat de grendelplaat 127 in een stand wordt gehouden, zoals 20 in de fig. 15 - 17 is weergegeven. Met behulp van de vergrendelingsplaat 127, die zoals uit fig. 17 blijkt van een tweede opening 131 is voorzien, kan de stand van de tanden 114, na verzwenking van de plaat 127 om de as 128, worden gewijzigd door verdraaiing van de tanden om een as, 25 die samenvalt met de langshartli jn van het rechte gedeelte 118 van de drager 117·
Zoals uit fig. 17 blijkt, is de opening 131 breder dan de opening 126, dit doordat bij het brengen in de ene opening het uitstekende deel 125 enigszins schuin in deze 30 opening komt te liggen. De tanden 114 en 114A hebben een in bovenaanzicht (fig. 16) recht werkzaam deel dat, in zijaanzicht gezien, volgens een bepaalde kromming naar beneden is af gebogen. Hierbij is de kromming bij de onderste tand 114A sterker dan de kromming bij de bovenste tand 114 35 (fig. 15). Nabij zijn onderzijde is elke as 108 van een hark-orgaan 107 over een gedeelte 132 geknikt, een en ander zodanig dat tussen de langshartli jn van het geknikte deel en die van het overige gedeelte van de as een hoek p wordt gevormd die ten minste 15° is. Om het geknikte gedeelte 8104871 - 15 - 132 is door middel van legers 133 een huis 134 aangebracht, dat aan de onderzijde is bevestigd aan de binnenzijde van een schotel 135. De bovenzijde van de schotel 135 is af gedekt door een deel 136 dat het spiegelbeeld vormt van de schotel 5 135 en op de bovenzijde van het huis 134 aansluit.
Tijdens het bedrijf kunnen de harkorganen door middel van de in het voorgaande genoemde aandrijving via de tussenas 110 vanaf de af takas van de trekker in met pijlen B aangegeven richtingen worden aangedreven, waarbij onder invloed van de 10 centrifugaalkracht de armen 113 door verzwenken om de assen 112 de tanden 114 in een werkstand brengen, zoals in fig. 13 is weergegeven. Hierbij rust elk harkorgaan 107 door middel van zijn steunorgaan 136 op de grond en nemen de armen 113 van de tanden 114 en 114A een zodanige stand in, dat de 15 delen 116, waaraan de dragers 117 voor de tanden 114, 114A zijn bevestigd, zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekken. Tijdens het bedrijf slepen de af gebogen delen 119 van de dragers 117 over een deel van een omwenteling van een harkorgaan over de grond, waarbij zij een effectieve grond-20 aanpassing voor de tanden 114 door een verzwenken om de as é, die de rotatieas van het harkorgaan 107 loodrecht kruist, garanderen. De onderste tand met een werkzaam deel dat sterker is gekromd zorgt voor een zeer goed opnemen van het gewas, vooral indien dit de neiging heeft te kleven.
25 De stand van de tanden 114 kan evenals bij het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld worden aangepast aan de te verrichten werkzaamheden. Zo kan de inrichting bij een stand van de tanden zoals in de fig. 12 en 16 is weergegeven, worden gebruikt voor het schudden van het gewas, waarbij het gewas 30 tussen de harkorganen door naar achteren wordt geworpen, en verspreid. Worden de tanden met behulp van de vergrendelplaat 127 in een stand gezet, zoals met streeplijnen is weergegeven, waarbij het uitstekende deel tussen de windingen in de opening 131 van de vergrendelplaat 127 is gelegen, dan is de stand 35 van de tanden slepend en geschikt voor het vormen van een zwad.
Voor het transport van de inrichting kan deze door middel van de driepuntshefinrichting worden geheven en daarna zullen, indien de rotatie van de harkorganen wordt gestopt, de armen om de assen 112 in een stand verzwenken, 8104871 - 16 - ♦ * Η zoals in fig. 19 is weergegeven. Op deze wijze zijn de tanden 114, 114A aan de binnenzijde van de armen 113 gelegen, waarbij doordat de armen op de in bet voorgaande genoemde wijze zijn geknikt, de delen 116, waaraan de dragers 117 voor de tanden 5 zijn aangebracht, zich althans nagenoeg in verticale richting uitstrekken. Op deze wijze wordt een goede transportmogelijkheid verkregen. Voor het weer in bedrijf brengen van de inrichting kunnen in de geheven stand de harkorganen 107 in draaiing worden gebracht, totdat de de tanden dragende armen 10 113 zich na ver zwenken om de assen 112 in radiale of althans nagenoeg radiale richting uitstrekken. Hierna kan men de inrichting laten zakken in de in fig. 13 weergegeven werkstand.
Bij het in de fig. 19-22 weergegeven uitvoerings-voorbeeld is het de tanden dragende deel 137 van een arm 113 15 korter en is een tandendrager 138 door middel van een de rotatieas van een harkorgaan 107 kruisende as 141, die evenwijdig is gelegen aan de as 112, met behulp waarvan de armen 113 verzwehkbaar aan het centrale deel zijn aangebracht, aan de armen 113 bevestigd. By dit uitvoeringsvoorbeeld omvat 20 een drager 138 een bovendeel 139 dat ten opzichte van het gedeelte 140, waaraan de tanden zijn aangebracht, haaks is af gebogen en zich althans nagenoeg evenwijdig en tegengesteld uitstrekt aan een slepend gedeelte 138a dat tijdens het bedrijf over de grond beweegt. Het gedeelte 137 van een arm 25 113 is door middel van de as 141 tussen twee aan het gedeelte 139 aangebrachte lippen 142 aangebracht. De lippen 142 strekken zieh hierbij vanaf hun bevestiging schuin naar beneden uit en zijn zodanig bemeten, dat het deel 139 van de drager 138, indien dit in het verlengde is gelegen van het 30 deel 137, tegen het einde van dit deel rust. Op deze wijze wordt een aanslag verkregen, die voorkomt dat tijdens het bedrijf een drager 138 voor de tanden ten opzichte van de arm 113 te ver naar boven verzwenkt. Bij het brengen van de inrichting in de transportstand verzwenken de armen en de 35 dragers 138 voor de tanden op een wijze, zoals in fig. 17 is weergegeven en wel zodanig dat bij het neerlaten van de inrichting deze in een stand komt, waarbij zij op de dragers 138 kan rusten, zonder dat hierbij de tanden gevaar lopen te worden beschadigd. Een wegzetten van de inrichting in een 8 1 0 4 S 7 1
I V
- 17 - stand, van waaruit zij weer gemakkeli jk aan een trekker kan worden aangekoppeld, is hierdoor mogelijk. Ook de in dit uitvoeringsvoorbeeld beschreven inrichting geeft de mogelijkheid, om op eenvoudige wijze de tanden door verzwenken om een 5 as, die de rotatieas van het harkorgaan kruist, onder invloed van de centrifugaal kracht tijdens de rotatie van de hark-organen in een werkstand te brengen, terwijl bij het brengen van de inrichting in de transports tand, waarbij de rotatie van de harkorganen wordt gestopt, de tanden door hun eigen 10 gewicht om de genoemde assen zodanig verzwenken, dat de inrichting gemakkelijk kan worden getransporteerd. Ih de transportstand vormen dan de armen 113 tevens nog een afscherming, waardoor wordt voorkomen dat men met de tanden in aanraking komt.
15 De uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande, maar omvat tevens alle details in de figuren, al of niet beschreven.
Conclusies 8104371

Claims (7)

1. Hooibouwmachine met ten minste één om een opwaarts gerichte draaiingsas door een trekker aandrijf baar harkorgaan dat tandengrcepen bezit die elk aan een drager zijn bevestigd en samen met de drager om een ongeveer tangentiaal gerichte 5 bijbehorende zwenkas, die aan een om de draaiingsas gelegen draagorgaan van de tandengroepen is gelegerd, door centri-fugaalkrachten in een werkstand verzwenkbaar is en de tanden in de werkstand ongeveer horizontaal en buitenwaarts zijn gericht, waarbij althans één der uit elastisch materiaal 10 bestaande tanden van elke tandengroep tenminste in tangentiale richting verend aan de drager is bevestigd, met het kenmerk, dat onder de elastisch tand van elke groep een eveneens buitenwaarts gericht steunorgaan aan de drager is aangebracht dat zich tijdens bedrijf over de grond beweegt en de 15 elastische tand samen met het steunorgaan om de zwenkas vrij verzwenkbaar is.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunorgaan samen met de elastische tand van de tandengroep om een opwaartse schamieras ten opzichte 20 van de drager verzwenkbaar en in meerdere standen vastzet-baar is.
3. Hooibouwmachine volgens conclusie»: 1 of 2, met het kenmerk, dat het steunorgaan, tenminste in tangentiale richting, stijf is uitgevoerd.
4. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunorgaan plaatvormig is uitgevoerd.
5. Hooibouwmachine volgens conclusie 1-3 met het kenmerk dat het steunorgaan pijpvormig is.
6. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunorgaan en de tand losneembaar aan de drager is bevestigd.
7. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elastische tand vanaf 35 zijn bevestiging schuin neerwaarts af gebogen is. 8104871
NLAANVRAGE8104871,A 1973-05-15 1981-10-28 Hooibouwmachine. NL182690C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE8104871,A NL182690C (nl) 1973-05-15 1981-10-28 Hooibouwmachine.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NLAANVRAGE7306706,A NL170221C (nl) 1973-05-15 1973-05-15 Hooibouwmachine.
NL7306706 1973-05-15
NLAANVRAGE8104871,A NL182690C (nl) 1973-05-15 1981-10-28 Hooibouwmachine.
NL8104871 1981-10-28

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8104871A true NL8104871A (nl) 1982-03-01
NL182690B NL182690B (nl) 1987-12-01
NL182690C NL182690C (nl) 1988-05-02

Family

ID=19818858

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7306706,A NL170221C (nl) 1973-05-15 1973-05-15 Hooibouwmachine.
NLAANVRAGE8104871,A NL182690C (nl) 1973-05-15 1981-10-28 Hooibouwmachine.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7306706,A NL170221C (nl) 1973-05-15 1973-05-15 Hooibouwmachine.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US3995416A (nl)
JP (1) JPS5051825A (nl)
BE (1) BE814983A (nl)
CH (1) CH577781A5 (nl)
DE (1) DE2423326C2 (nl)
ES (1) ES426318A1 (nl)
FR (2) FR2240681B1 (nl)
GB (4) GB1475584A (nl)
IT (1) IT1012398B (nl)
NL (2) NL170221C (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2342639A1 (fr) * 1976-03-05 1977-09-30 Kuhn Sa Dispositif permettant la modification de l'angle de piquage des toupies d'une machine agricole du type faneuse-andaineuse
NL7603683A (nl) * 1976-04-08 1977-10-11 Lely Nv C Van Der Hooibouwmachine.
US4065967A (en) * 1976-07-29 1978-01-03 Robert E. Kirkpatrick Silo level indicating system
NL7802741A (nl) * 1978-03-14 1979-09-18 Patent Concern Nv Hooibouwmachine.
NL7809023A (nl) * 1978-09-01 1980-03-04 Expert Nv Landbouwwerktuig voor het bewerken van op het land lig- gend gewas.
NL179440C (nl) * 1979-12-21 1986-09-16 Lely Nv C Van Der Hooibouwmachine.
DE3028350A1 (de) * 1980-07-25 1982-04-01 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine
NL188013B (nl) * 1981-12-22 1991-10-16 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig.
US4487003A (en) * 1983-03-02 1984-12-11 Mathews B C Multiple rotor mowers
FR2621213B1 (fr) * 1987-10-01 1990-01-05 Kuhn Sa Machine de fenaison avec un dispositif de protection perfectionne
US4782654A (en) * 1988-01-25 1988-11-08 Bezzerides Paul A Apparatus for removing material from a work area
FR2648310B1 (fr) * 1989-06-16 1991-09-20 Kuhn Sa Machine agricole pour l'andainage, comportant des bras porte-outils repliables
US4977734A (en) * 1989-08-02 1990-12-18 Rowe Carroll G Foldable hay rake
US4974407A (en) * 1989-11-09 1990-12-04 Rowe Carroll G Foldable hay rake
NL1007236C2 (nl) * 1997-10-09 1999-04-12 Maasland Nv Hooibouwmachine.
NL1009947C2 (nl) * 1997-10-09 1999-04-12 Maasland Nv Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas.
US6000207A (en) * 1998-06-09 1999-12-14 Sitrex S.R.L. Disassemblable hay rake
US6164052A (en) * 1998-10-27 2000-12-26 Golay; George Rex Retractable hay and bean fluffer
US6272826B1 (en) 1999-04-29 2001-08-14 Sitrex S.R.L. Method and apparatus for positioning a hay rake
US6865873B2 (en) 2002-06-21 2005-03-15 Sitrex S.R.L. Pull type V-shaped hay rake
US6834488B2 (en) 2002-11-22 2004-12-28 Sitrex S.R.L. Towable hay rake with an automatic steering mechanism
JP5022263B2 (ja) * 2008-02-13 2012-09-12 株式会社タカキタ テッダーにおける集草ロス減少装置

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2669826A (en) * 1949-02-16 1954-02-23 Winston S Watrous Lawn mower of the rotating sickle type
NL288772A (nl) * 1963-02-08
DE1295265B (de) * 1965-06-30 1969-05-14 Niemeyer Soehne Stahl Pflug Heuwerbungsmaschine
DE1507286B2 (de) * 1965-09-15 1980-11-06 C. Van Der Lely N.V., Maasland (Niederlande) Kreiselheuwerbungsmaschine
DE1929104C3 (de) * 1968-08-13 1981-10-22 Maschinenfabrik Fahr Ag Gottmadingen, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine
IE34222B1 (en) * 1969-06-05 1975-03-05 Zweegers P Improvements in or relating to implements for working crop lying on the ground
BE754375A (fr) * 1969-08-07 1971-01-18 Fahr Ag Maschf Faneuse
US3707122A (en) * 1970-07-13 1972-12-26 Peripheral Dynamics Print hammer mechanism with magnetic reinforcement to cath hammer
NL165033B (nl) * 1970-12-11 1980-10-15 Lely Nv C Van Der Harkmachine.
FR2162768A6 (nl) * 1971-05-14 1973-07-20 Reber Walter
US3664105A (en) * 1971-05-24 1972-05-23 Sperry Rand Corp Rake-tedding device
BE790877A (nl) * 1971-11-05 1973-03-01 Lely Nv C Van Der Inrichting voorzien van tenminste een om een opwaartse as draaibaar harkorgaan
NL7308237A (nl) * 1973-06-13 1974-12-17

Also Published As

Publication number Publication date
GB1475581A (en) 1977-06-01
IT1012398B (it) 1977-03-10
FR2240682A1 (nl) 1975-03-14
GB1475582A (en) 1977-06-01
BE814983A (nl) 1974-09-02
CH577781A5 (nl) 1976-07-30
JPS5051825A (nl) 1975-05-08
DE2423326C2 (de) 1984-08-09
NL170221C (nl) 1985-10-16
AU6890574A (en) 1975-11-20
FR2240682B1 (nl) 1978-09-22
NL182690B (nl) 1987-12-01
FR2240681A1 (nl) 1975-03-14
DE2423326A1 (de) 1974-12-05
NL182690C (nl) 1988-05-02
NL7306706A (nl) 1974-11-19
ES426318A1 (es) 1976-11-01
GB1475584A (en) 1977-06-01
US3995416A (en) 1976-12-07
FR2240681B1 (nl) 1979-07-13
NL170221B (nl) 1982-05-17
GB1475583A (en) 1977-06-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8104871A (nl) Hooibouwmachine.
AU595825B2 (en) Machine for working grass, hay or other crops on the field
NL8400715A (nl) Landbouwmachine.
NL9400133A (nl) Schudmachine.
NL8105770A (nl) Landbouwwerktuig.
EP0290059B1 (en) An implement for displacing crop
NL8006087A (nl) Hooibouwmachine.
HU211811B (en) Haymaker machine
CZ241395A3 (en) Rotor-type windrower
NL7909234A (nl) Hooibouwmachine.
NL9100572A (nl) Landbouwmachine.
NL1009947C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas.
NL1006397C2 (nl) Werkwijze, alsmede een inrichting voor het verstellen van een landbouwmachine, zoals een hooibouwmachine.
NL8602066A (nl) Machine voor het bewerken van gewas.
CA1042218A (en) Hay-making machines
NZ204657A (en) Swathe former:gearbox drive for opposite raking directions
NL7904687A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas.
NL8800942A (nl) Landbouwmachine.
NL8702328A (nl) Landbouwmachine.
NL1007236C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL8203202A (nl) Hooibouwmachine.
NL8300292A (nl) Machine voor het verplaatsen van op de grond rustende takken.
NL8602065A (nl) Machine voor het kneuzen van gewas.
NL7904686A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van op de grond liggend gewas.
BE518628A (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee