NL8104006A - Werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8104006A NL8104006A NL8104006A NL8104006A NL8104006A NL 8104006 A NL8104006 A NL 8104006A NL 8104006 A NL8104006 A NL 8104006A NL 8104006 A NL8104006 A NL 8104006A NL 8104006 A NL8104006 A NL 8104006A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- signal
- recording
- words
- error correction
- word
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/02—Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
- G11B27/031—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
- G11B27/036—Insert-editing
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B20/00—Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
- G11B20/10—Digital recording or reproducing
- G11B20/10527—Audio or video recording; Data buffering arrangements
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B20/00—Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
- G11B20/10—Digital recording or reproducing
- G11B20/18—Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
- G11B20/1806—Pulse code modulation systems for audio signals
- G11B20/1809—Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/10—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
- G11B27/19—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
- G11B27/28—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
- G11B27/32—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier
- G11B27/322—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier used signal is digitally coded
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/10—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel
- G11B27/19—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier
- G11B27/28—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording
- G11B27/32—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier
- G11B27/322—Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Measuring tape travel by using information detectable on the record carrier by using information signals recorded by the same method as the main recording on separate auxiliary tracks of the same or an auxiliary record carrier used signal is digitally coded
- G11B27/323—Time code signal, e.g. on a cue track as SMPTE- or EBU-time code
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B20/00—Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
- G11B20/10—Digital recording or reproducing
- G11B20/18—Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
- G11B20/1816—Testing
- G11B2020/183—Testing wherein at least one additional attempt is made to read or write the data when a first attempt is unsuccessful
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B2220/00—Record carriers by type
- G11B2220/90—Tape-like record carriers
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B2220/00—Record carriers by type
- G11B2220/90—Tape-like record carriers
- G11B2220/91—Helical scan format, wherein tracks are slightly tilted with respect to tape direction, e.g. VHS, DAT, DVC, AIT or exabyte
- G11B2220/913—Digital audio tape [DAT] format
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B27/00—Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
- G11B27/02—Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
- G11B27/031—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
- G11B27/032—Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals on tapes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Multimedia (AREA)
- Signal Processing (AREA)
- Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
- Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)
- Television Signal Processing For Recording (AREA)
Description
_ wr' * ___^ * # * C/Ca/eh/1307
Werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op .een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en op een inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal, en meer in het bijzonder op een dergelijke werkwijze en inrichting voor het 5 electronisch redigeren van een digitaal signaal, zoals een impulscodegemoduleerd audiosignaal, door invoeging (insert editing) of samenvoeging (assemble editing).
Men kent reeds verschillende wijzen van opname en weergave van een meestal door impulscodemodulatie 10 in digitale vorm gebracht audiosignaal. Daarbij wordt het oorspronkelijke audiosignaal door impulscodemodulatie in digitale vorm gebracht en in deze vorm op een registratiemedium opgenomen voor latere weergave. Bij professionele signaalop-name van dit type wordt voor combinatie van een eerder opge-15 nomen signaal met een nieuw signaal door samenvoeging '(assemble) of invoeging (insert) de voorkeur gegeven aan electronische signaalbewerking of redactie. Een voorbeeld van een dergelijke electronische redactie is beschreven in aanvraagsters Amerikaanse octrooiaanvrage nr. 116.401 van 29 januari 1980.
20 Bij een dergelijke electronische redactie van een opgenomen signaal dient rekening te worden gehouden met het optreden van fouten in de redactiepunten, dat wil zeggen de begin- en eindpunten van de signaalopname. Wanneer een dergelijke fout slechts éénmaal per vooraf bepaalde registra-25 tielengte van het registratiemedium optreedt, kan foutcorrectie plaatsvinden op basis van een gemeenschappelijk met het digitale signaal opgenomen foutcorrectiecode. Bij een zich herhalende signaalredactie van dit type, waarbij binnen een betrekkelijk kort tijdsbestek een aantal dergelijke redactie-30 punten optreedt, kan een overeenkomstig aantal fouten optreden, met als gevolg, dat deze niet langer corrigeerbaar blijken te zijn. Tijdens de weergave van het digitale signaal zullen dan dié delen, welke aan meervoudige signaalredactie zijn onderworpen, vaak vergezeld gaan van een duidelijk hoorbaar "klik”-35 geluid. Ter vermijding van dit ongewenste verschijnsel dient 8104006 ·%. * - 2 - het optreden van de genoemde begin- en eindpunten tijdens de signaalopname zodanig te worden bestuurd, dat het optreden van als gevolg daarvan niet-corrigeerbare fouten wordt vermeden.
5 De onderhavige uitvinding stelt zich nu ten ' doel, hierin verbetering te brengen en een werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium . opgénomen, digitaal signaal te verschaffen, waarbij de hier-. voor genoemde problemen zich niet voordoen.
10 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, ' een werkwijze en inrichting voor het redigeren van een digitaal signaal te verschaffen, waarbij tijdens de signaalredactie I het begin- en het eindpunt van een opname worden bestuurd.
Een ander doel van de uitvinding is het ver-15 . schaffen van een werkwijze en een inrichting voor het redigeren van een digitaal signaal, waarbij het optreden van een aantal fouten binnen een bepaalde groep digitale woorden, welke een foutcorrectiecodeblok vormen, zodanig wordt vermeden, dat herhaalde redactie in althans tenminste nagenoeg steeds hetzelfde 20 punt van het registratiemedium mogelijk is, of dat redactie door samenvoeging van bêtrekkelijk korte signaalopnamelengten mogelijk is, zonder dat daarbij niet-corrigeerbare fouten worden geïntroduceerd.
Volgens de uitvinding worden dié punten op 25 het registratiemedium, waarin signaalopname kan beginnen of eindigen, hierna respectievelijk ook wel aan te duiden als "beginpunten" en "eindpunten" (van redactie), zodanig gekozen, dat het optreden van niet-corrigeerbare fouten als gevolg van de signaalredactie wordt vermeden. Wanneer de toegepaste fout-30 correctiecode in staat is tot correctie van maximaal m fouten en zogenaamde "verweving" wordt toegepast voor beveiliging tegen gegroepeerde fouten (burst errors), levert de inrichting volgens de uitvinding een stuursignaal, dat een aanwijzing geeft van de in samenhang met de verweving van een opgenomen 35 informatie-opeenvolging toelaatbare begin- en eindpunten, zodanig, dat als gevolg van de keuze van een dergelijk redac-tiebeginpunt of redactie-eindpunt onder alle omstandigheden ,= 8 1 0 4 0 0 6 * > - 3 - minder dan m+1 fouten kunnen optreden.
De werkwijze en de inrichting volgens de uitvinding zijn in het bijzonder geschikt voor toepassing in het geval, waarin aan het opgenomen digitale signaal een 5 foutcorrectiemogelijkheid is gegeven door het signaal, voorafgaande aan de desbetreffende opname, te brengen in de vorm van een opeenvolging van foutcorrectieblokken, bestaande uit een aantal N opeenvolgingen van digitale infor-matiewoorden en n opeenvolgingen van foutcorrectiewoorden, 10 waarvan de uitgangs elementen worden gevormd door bepaalde woorden van de respectievelijk bijbehorende informatiewoord-opeenvolgingen, terwijl aan iedere van de N opeenvolgingen met informatiewoorden en n opeenvolgingen met f outcorrectiewoorden respectieve, onderling verschillende vertragingen 15 worden gegeven, waarvan de duur steeds een geheel veelvoud van D bloklengteduren bedraagt. In een dergelijk geval wordt de redactie uitgevoerd door weergave of uitlezing van het digitale signaal uit het registratiemedium, "levering” van een aanvullend signaal voor redactie, menging van het uifcge-20 lezen digitale signaal met het aanvullende signaal - bij voorkeur door middel van een "digital cross-fader" - tot een aan redactie onderworpen digitaal signaal, en opname van dit laatstgenoemde op het registratiemedium. De begin- en eindtijdstippen van opname van het aan redactie onderworpen di~
25 gitale signaal op het registratiemedium worden daarbij zodanig bestuurd, dat zij vallen in punten, die over een interval T van vooraf bepaalde duur van elkaar zijn gescheiden, waardoor wordt zekergesteld, dat een kleiner aantal dan m+1 fouten optreedt. Meer in het bijzonder kan het genoemde inter-30 val T van vooraf bepaalde duur groter zijn dan het grootste van de genoemde vertragingsduren, zodanig, dat een beginpunt of een eindpunt van redactie slechts één maal optreedt in iedere registratiemediumlengte, welke een bepaald foutcorrec-tiewoord of bepaalde foutcorrectiewoorden en de informatie-35 woorden, welke de uitgangselementen voor de één of meer foutcorrectiewoorden vormen, bevat of bevatten. In plaats daarvan is het mogelijk, dat het interval T van vooraf bepaalds duur zodanig wordt gekozen, dat het kleinst gemene veelvoud van T
8104006 V ' ‘ " - 4 - en D groter zal zijn dan het aantal vertragingsduren D, welke de woorden van een bepaald foutcorrectieblok van elkaar scheiden. Dit wil zeggen, dat het kleinst gemene veelvoud van T en D voor N informatiewoordopeenvolgingen en n foutcorrectiewoord-5 opeenvolgingen groter is dan (N+n-l)D.
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt.’ In de tekening tonen: 10 fig. 1 een blokschema van een vüitvoerings- . vorm van een voor toepassing bij de uitvinding geschikte in-. richting voor opname van impulscodegemoduleerde signalen, fig. 2 een schematische weergave van een transmissieblok van een aan foutcorrectiecodering onderworpen 15 signaal van het bij de inrichting volgens fig. 1 gebruikte type, fig. 3 een schematische weergave van de bij de inrichting volgens fig. 1 toegepaste verweving door vertraging, 20 fig. 4A, 4B, 5A en 5B enige schematische weergaven op tijdsbasis ter verduidelijking van de werkwijze volgens de uitvinding, fig. 6 een schematische weergave van een segment van een bij de uitvinding toegepaste magneetband met 25 signaalopname, fig. 7A en 7B schematische weergaven van het opneemformaat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 8 een schematische weergave van een 30 magneetkopuitvoering voor toepassing bij de uitvinding, fig. 9 en fig. 10 blokschema's van een voor toepassing bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding in aanmerking komend opneemstelsel en weergeefstelsel, fig. 11 een blokschema van een practische 35 uitvoeringsvorm van een bij een opneemstelsel toegepaste codeer eenheid, fig. 12, 13, 14A en 14B enige schematische 8104006 ά » - 5 - weergaven op tijdsbasis ter verduidelijking van de structuur van een opgenomen digitaal signaal en de meervoudige verweving daarvan bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 15 een blokschema van een practische 5 uitvoeringsvorm van een bij een weergeefstelsel toegepaste decodeereenheid, fig.. 16 een blokschema van een practische uitvoeringsvorm van een redactie-inrichting volgens de uitvinding, en 10 fig. 17A-17F enige schematische weergaven op tijdsbasis ter verduidelijking van de werking van de redactie-inrichting .
Voor opname van signalen, zodanig, dat latere weergave met hoge getrouwheid mogelijk'is, waarbij in het bij-15 zonder aan door impulscodemodulatie in digitale vorm gebrachte audiosignalen wordt gedacht, zijn signaalbewerkingsmethoden en -apparatuur ontwikkeld, waarmee weergave van een signaal van zeer hoge kwaliteit mogelijk is. In digitale vorm gebrachte signalen zijn echter gevoelig voor het optreden van 20 gegroepeerde fouten (burst errors), welke in het bijzonder het gevolg kunnen zijn van tijdens opname en/of weergave voorkomende signaaluitval. Ter beveiliging van een impulscodege-moduleerd signaal tegen het optreden van dergelijke gegroepeerde fouten is men overgegaan tot verweving. Bij een bepaald 25 type dergelijke verweving worden enige opeenvolgende informatie-woorden van het impulscodegemoduleerde informatiesignaal als uitgangselementen voor vorming van een foutcorrectiecode-woord gebruikt. Vervolgens worden de respectieve informatie-woorden en het foutcorrectiecodewoord verstrooid door met ver-30 traging werkende verweving, zodanig, dat de desbetreffende woorden in onderling verschillende blokken op het registratiemedium worden opgenomen. Als gevolg van de toegepaste verweving is het waarschijnlijk, dat een dergelijke gegroepeerde fout (burst error) naar voren komt in maximaal ëën enkel woord 35 van ieder foutcorrectieblok. Wanneer de impulscodegemoduleerde informatiewoorden na transmissie in hun oorspronkelijke volgorde worden teruggebracht, zal maximaal één enkel woord een 8104006 *ï * - 6 - fout vertonen, welke gemakkelijk kan worden gecorrigeerd.
Een uitvoeringsvorm van een voor een dergelijke verweving dienende codeerinrichting van eenvoudig type is weergegeven in fig. 1.
5 Zoals fig. 1 laat zien, wordt een via een ingangsaansluiting 1 ontvangen, enkelkanalig audiosignaal toegevoerd aan een impulscodemodulator 2 voor omzetting tot een impulscodegemoduleerd audiosignaal. De impulscodemodulator 2 is zodanig uitgevoerd, dat hij opeenvolgende monsters van 10 het oorspronkelijk analoge ingangssignaal door middel van een niet in de tekening weergegeven analoog/digitaal-orazetter omzet in opeenvolgende digitale woorden W^. Het aldus verkregen impulscodegemoduleerde audiosignaal wordt vervolgens toegevoerd aan een verdeelschakeling 3 voor cyclische verde-15 ling in vier impulscodegemoduleerde informatie-opeenvolgingen W(0), W(l), W(2) en W(3). Deze informatie-opeenvolgingen bevatten steeds op de volgende wijze ieder vierde woord:
N(0) - [W0, W4. W8>. . .] I
W(l) - lWr w5, w9>. . .]j ¥(2) = [W2, W6, W10. .
W(3) = [W3, W?> Wu. . ,]j
Deze vier informatie-opeenvolgingen W(0)-W(3) worden woord voor woord toegevoerd aan een modulo-2-opteller 4 ter verkrij-25 ging van een paritêitsinformatie-opeenvolging P(0), welke voor foutcorrectie dient. De pariteitsopeenvolging P(0), bestaande uit de pariteitswoorden Pq, P2, P^, Pg,..., kan worden weergegeven door: P'(Ö) = W(0)@if(l)@W(2)®W(3).
30 Ieder dergelijk pariteitswoord Pq, P2,... en de vier woorden W(O), W(l) , W(2) en W(3), welke de uitgangselementen voor deze pariteitswoorden vormen, vormen tezamen een foutcorrectie-codeblok.
De opeenvolgingen W(0), W(l), W(2), W(3) 35 en P(0) worden toegevoerd aan een verwevingstrap 5, welke ieder aldus toegevoerd foutcorrectieblök verstrooien of verspreiden over een lengte van enige transmissieblokken. )Dë verwevings- 8104006 -7 - Μ % trap 5 bevat daartoe enige vertragingsschakelingen met respectieve ver tr agings duren van 0 woorden, D woorden, 2D woorden, 3D woorden en 4D woorden, zodat aan ieder element van de opeenvolgingen W(0), W(l), W(2), W(3) en P(0) een vertraging van 5 steeds verschillende duur wordt gegeven.
Bij een practische. uitvoeringsvorm kan de verwevingstrap 5 bestaan uit een aantal geheugens van het R&M-typé, waarbij de inleesadressen en de'uitleesadressen van ieder geheugen zodanig worden geadresseerd, dat steeds de 10 geschikte vertragingsduur wordt verkregen. In een dergelijk geval, kunnen de desbetreffende geheugens van het R&M—type tevens als verdeelschakeling 3 en als de daarop volgende samen-voegschakeling 6 functioneren, zoals nog nader zal worden beschreven.
15 Aan een uitgang van de verwevingstrap 5 verschijnen de onderling verweven informatie-opeenvolgingen WCO) , W’ (1), W' (2), W' (3) en P' (0), welke door de samenvoeg-schakeling 6 worden omgezet in een serie opneemblokken met ieder vijf woorden van de desbetreffende opeenvolgingen» Op de 20 samenvoegschakeling 6 volgt een CRC-codegenerator 7, welke aan het einde van ieder opneemblok een CRC-code (cyclic redundancy check) toevoegt, terwijl een daarop volgende synchro-nisatiesignaalmengschakeling 8 aan het begin van ieder blok een synchronieatiewoord toevoegt. Als gevolg van deze signaal-25 bewerking komen aan een uitgangsaansluiting 9 transmissie-blokken van het type volgens fig. 2 in serievorm ter beschikking.
De CRC-codegenerator 7 kan bijvoorbeeld een normale optelschakeling bevatten; het minst significante 30 bit van de som van de aan verweving onderworpen woorden van een transmissieblok kan bijvoorbeeld als CRC-code dienen. In een complementaire decodeerschakeling wordt de CRC-code vergeleken met het minst significante bit van de som van de voor ieder blok ontvangen, verweven woorden. Indien de CRC-code 35 en de minst significante bit van de gevormde som niet overeenstemmen, worden aan alle woorden van het desbetreffende blok foutwijzerbits toegevoegd, welke de woorden als door een 8104006 * * * - 8 - fout getroffen of foutieve woorden identificeren. De CRC-code wordt dan derhalve gebruikt als foutdetectiecode.
Hoewel fig. 1 zulks niet laat zien, zijn met de uitgangsaansluiting 9 een modulator, een opneemversterker 5 en een opneemmagneetkop gekoppeld, zodanig, dat de in serievorm verschijnende transmissieblokken de één na de ander . volgens een langsregistratiespoor op een magneetband worden opgenomen.
De werking van de door toepassing van onder-10 ling verschillende vertragingsduren teweeg gebrachte, scheiding • tussen de verschillende woorden van ieder foutcorrectieblok zal nu worden verduidelijkt aan de hand van fig. 3. Indien de foutcorrectiecodering op de hiervoor beschreven wijze wordt uitgevoerd, worden vijf een bepaald foutcorrectiecode-15 blok vormende woorden Wq, W^, W2, en Pq volgens hèt genoemde langsregistratiespoor op de magneetband opgenomen met een interval van D blokken tussen de in de tijd elkaar meest nabije woorden van het blok. In het algemeen wordt de voor opname van alle woorden van het codeblok benodigde, totale lengte van het 20 genoemde langsregistratiespoor of totale opnamelengte aangeduid als "code-opeenvolgingslengte" Cl*. Indien een willekeurig foutcorrectiecodeblok bestaat uit N woorden met impulscode-gemoduleerde informatie en n foutcorrectiewoorden, en de ver-tragingsduur D een geheel aantal transmissiebloklengten be-25 strijkt, zal de zojuist genoemde totale opnamelengte of code-opeenvolgingslengte CL een toaal van(N+n-l)D bloklengten omvatten, of CL = (N+n-1)D.
Bij het hier besproken voorbeeld geldt CL = 4D.
30 Aangezien bij hèt hier besproken voorbeeld pariteitswoorden P (.0) worden gebruikt voor foutcorrectie kan maximaal één foutief woord per foutcorrectiecodeblok worden gecorrigeerd, terwijl gegroepeerde fouten (burst errors) welke een lengte van minder dan D transmissieblokken bestrijken, 35 volledig kunnen worden gecorrigeerd ingeval van toepassing van de hiervoor beschreven wöordverweving door individuele vertraging. Sommige foutcorrectiecodes, zoals de zogenaamde "b-adjacent" code, verschaffen de mogelijkheid meer dan ëën 8 1 0 4.0 0 6 -π « * - 9 - foutief woord per foutcorrectiecodeblok te· corrigeren. Ingeval van toepassing van een dergelijke foutcorrectiecode kunnen in sommige gevallen ook gegroepeerde fouten met een lengte van meer dan D transmissieblokken geheel worden gecorrigeerd.
5 Indien de opname van de transmissieblokken' om bepaalde redenen wordt onderbroken, bijvoorbeeld voor invoeging van een signaal voor redactiedoelelnden, zal in tenminste êén transmissieblok een fout optreden, dat wil zeggen worden geïntroduceerd. Teneinde zeker te stellen, dat als ge-10 volg van een dergelijke onderbreking optredende fouten onder alle omstandigheden corrigeerbaar zijn, worden volgens de uitvinding het beginpunt en hët eindpunt van redactie zodanig gekozen, respectievelijk bestuurd, dat bij meervoudige opname geen gegroepeerde fouten optreden, welke zich over een lengte 15 van meer dan D transmissieblokken kunnen uitstrekken, respectievelijk daarover verspreid worden.
Wanneer een impulscodegemoduleerd signaal op zodanige wijze is gecodeerd, dat een code-opeenvolgings-lengte CL van 4D blokken worden verkregen, zoals in het voor-20 gaande is beschreven, en het aantal n foutcorrectie-opeen-volgingen op één wordt gesteld, kunnen het beginpunt en het eindpunt van editing zodanig worden gekozen, dat zij van elkaar zijn gescheiden door een interval T, waarvan de duur groter is dan de code-opeenvolgingslengte CL, zoals de figuren 25 4A en 4B laten zien. Zo lang als de desbetreffende intervalduur groter is dan de code-opeenvolgingslengte CL, behoeven de individuele intervallen T niet een onderling gelijke duur te hebben.
In plaats van het voorgaande is het mogelijk, 30 dat het beginpunt en het eindpunt van editing op de wijze volgens de figuren 5A en 5B worden gekozen, respectievelijk bestuurd. Zo lang als de verschillende woorden van een foutcorrectiecodeblok van elkaar zijn gescheiden door een vaste afstand ter lengte van D transmissieblokken, overeenkomende 35 met een eenheidsvertragingsduur D, kunnen de aan besturing onderworpen begin- en eindpunten van redactie zodanig worden gerangschikt (zie fig. 5B), dat het kleinst gemene veelvoud __ ____— 8104006 * *· - - 10 - van D en het interval T in de opeenvolging van begin- en eindpunten van redactie langer (groter) is dan de code-opeen-volgingslengte CL. Wanneer het interval T tussen een beginpunt en een eindpunt op de wijze volgens de figuren 5A en 5B 5 wordt gekozen, zullen de bij onderbreking van het opgenomen signaal als gevolg van redactie-werkzaamheden optredende fouten samenvallen met maximaal êén enkel woord van ieder willekeurig foutcorrectieblok Wq , , W2 f W^, Pq .
Aan de hand van figuur 6 zal een uitvoerings-10 vorm van een signaalopneem- en -weergeefinrichting voor toe-• passing van redactie volgens de uitvinding worden beschreven. Figuur 6 toont een segment van een magneetband 10 van het type met een breedte van circa 6,35 mm, waarop door signaal-opname informatieregistratiesporen TD^-TD^ zijn gevormd, be-15 nevens een in het middengedeelte van de magneetband 10 gevormd stuursignaalspoor TC en tijdscodespoor TT, terwijl langs de langsranden van de magneetband 10 de analoge registratie-sporen TA^ en TA2 zijn gevormd.
De acht informatieregistratiesporen TDq-TD^ 20 bevatten respectievelijk acht kanalen CH^-CHg met impulscode-gemoduleerde audiosignalen. De analoge registratiesporen TA]_ en TA2 kunnen analoge versies van het impulscodegemoduleerde signaal bevatten en dienen voor referentiedoeleinden, bijvoorbeeld ten behoeve van signaalredactie.
25 Fig. 7A toont de relatie tussen de verschil lende informatieregistratiesporen TD^-TD^ en het stuursignaal-spoor TC? in figuur 7A vertegenwoordigt het registratiespoor TD een willekeurige' van de sporen TDq-TD^. Het stuursignaal-spoor TC bestaat uit een opeenvolging van verschillende sec-30 toren, welke ieder behoren bij vier blokken met in het infor-matieregistratiespoor TD opgenomen signaalinformatie. Iedere sector van het stuursignaal bevat een 4-bits synchronisatie-woord, een 16-bits stuurwoord, een 28-bits sectoradres en een 16-bits CRC-code. Het in het informatieregistratiespoor TD 35 opgenomen, impulscodegemoduleerde signaal heeft een hogere bitsnelheid dan het opgenomen stuursignaal; ieder transmissie-blok van het informatiesignaal bestaat uit een aan het begin 8104006 - 11 - komend 16-bits synchronisatiecodewoord, 16 daarop volgende 16-bits informatiewoorden en een daarop volgend 16-bits CRC-codewoord.
Tot ieder synchronisatiecodewoord SYNC 5 van een blok met impulscodegemoduleerde informatie behoort een 3-bits blokadres (B2, B1# B^). Het meest significante bit B2 van ieder dergelijk blokadres komt overeen met het minst significante bit Sq van het respectievelijk bijbehorende sec-toradres in het stuursignaal. De overige bits en Bg van het 10 blokadres wisselen sequentieel voor de vier blokken van iedere sector, zodat de blokadressen van iedere sector de volgende cycliciteit vertonen:
Cs0 oo],fs0 oiJ,{s0 ioJ,rs0 lij.
Het tot het stuursignaal behorende stuur-15 woord dient voor onderzoek van de bemonsterfrequentie van het in het informatieregistratiespoor "TD opgenomen, impulscodegemoduleerde audiosignaal en voorts voor identificatie van het registratieformaat van het signaal. Het sectoradres is een absoluut adres, dat in stappen vanaf de uitgangswaarde 0 toe-20 neemt, en kan worden gebruikt om een bepaald punt op de magneetband te vinden. De CRC-code kan worden gebruikt om de nauwkeurigheid van het stuurwoord en het sectoradres van iedere sector van het stuursignaal te verifiëren.
Voor de opnamevan het impulscodegemoduleerde 25 audiosignaal in het informatieregistratiespoor CD wordt de voorkeur gegeven aan drie-positie-modulatie (3PM) of een andere vorm van modulatie met hoge dichtheid. Het stuursignaal kan in frequentiegemoduleerde vorm in het stuursignaalspoor TC worden opgenomen.
30 De opstelling van de opneem- en weergeef- magneetkoppen ten opzichte van de informatieregistratiesporen TDq-TD^ is weergegeven in fig. 8. Zoals daaruit blijkt, zijn een opneemmagneetkop HR, een weergeefmagneetkop HT en een hulp-opneemmagneetkop HR' achter elkaar in de transportrichting 35 van de magneetband 10 aangebracht. In de praktijk vertoont iedere magneetkop HR, HP en HR' tien afzonderlijke luchtspleten en tien afzonderlijke wikkelingen, waarbij de luchtspleten in 8104006 .*·'*' - * - 12 - één lijn volgens de banddwarsrichting zijn georiënteerd. Van deze luchtspleten behoren acht stuks bij de informatieregis-tratiesporen TDg-TD^, terwijl de overige twee aan het stuur-signaalspoor TC en het tijdscodespoor TT zijn toegevoegd. De 5 analoge registratiesporen TA^ en TA£ worden afgetast door afzonderlijke, niet in de tekening weergegeven magneetkoppen.
De oorspronkelijke opname op de magneetband 10 geschiedt door middel van de opneemmagneetkop HR, terwijl latere opname, zoals tijdens redactie, door middel van de 10 hulpppneemmagneetkop HR' plaats vindt.
Het stuursignaalspoor TC wordt slechts door de opneemmagneetkop HR gevormd, dat wil zeggen slechts bij de 'oorspronkelijke signaalopname op de magneetband. Het stuursignaalspoor TC wordt derhalve tijdens redactie niet opnieuw 15 opgenomen of op andere wijze herzien.
De fig. 9 en 10 tonen respectievelijke blokschema's van èen voor toepassing bij de magneetband 10 met acht informatieregistratiesporen TI^-TD^ geschikt opneem-en weergeefstelsel.
20 Bij het digitale opneemstelsel volgens fig.
9 worden de uit de acht kanalen CH1-CH8 afkomstige, impuls-codegemoduleerde audiosignalen via respectieve ihgangsaanl sluitingen lla-llh toegevoerd aan respectieve codeereenheden 12a-12h, welke ieder een nog aan de hand van fig. 11 nader te 25 beschrijven uitvoering hebben en op verweving gerichte ver-tragingsschakelingen, pari.teitssignaalopwekschakelingen, een CRC-code-optelschakeling en een synehronisatiesignaalmengscha-keling bevatten voor afgifte van foutcorrectiecodeblokken met de parameterwaarden N=6 en n=2.
30 De door de codeereenheden 12a-12h afgege ven transmissieblokken worden vervolgens aan een demultiplexeer-eenheid 13 toegevoerd ter verkrijging van acht informatie-op-eenvolgingen. Een discriminatiesignaal wordt via een ingangs-aanslüiting 14 toegevoerd aan een stuursignaalcodeereenheid 35 15, welke aan de demultiplexeereenheid 13 een ti jdsritmesignaal levert voor bepaling van het te vormen informatieformaat.
De demultiplexeereenheid 13 levert de acht inforga^i^-^>p^e^L\g)lgingen in een vooraf bepaald formaat aan modu- « * - 13 - latoren I6a-16h, waarvan de uitgangssignalen via respectieve opneemversterkers 17a-17h worden toegevoerd aan de respectieve opneemmagneetkoppen HR^-HR^. In de praktijk worden deze gevormd door de afzonderlijke spleten van êên enkele magneetkop 5 HR, welke zich in êên lijn volgens de banddwarsrichting uitstrekt.
Ingeval van opname van een enkelkanalig impulscodegemoduleerd audiosignaal in één enkel registratie-spoor behoeft de demultiplexeereenheid 13 in principe niet 10 te worden toegepast. Indien echter een aantal informatiere-gistratiesporen, bijvoorbeeld twee of vier dergelijke sporen, voor opname van een enkelkanalig audiosignaal worden gebruikt, is de toepassing van de demultiplexeereenheid 13 noodzakelijk voor verdeling van de impuls codegemoduleerde informatie over de 15 verschillende registratiesporen*
De opname in het stuursignaalspoor TC te-schièdt eveneens door middel van het stelsel volgens fig. 9.
De stuursignaalcodeereenheid 15 levert het stuursignaal volgens fig. 7A aan een modulator 18, waarvan het uitgangssignaal via 20 een opneemversterker 19 aan een stuursignaalopneemmagneetkop HRC wordt toegevoerd.
Het digitale weergeefstelsel volgens fig. 10 is in hoofdzaak complementair met het opneemstelsel volgens fig. 9 en omvat informatieweergeefmagneetkoppen HPq-HP^ en 25 een stuursignaalweergeefmagneetkop HPC, welke respectievelijk met de informatieregistratiesporen TDQ-TD_, en het stuursignaal-spoor TC in aanraking worden gebracht. De daarbij respectievelijk uitgelezen informatiesignalen worden door de magneet-koppen HPq-HP^ via respectieve weergeefvoorversterkers 20a-20h 30 en klokimpulsextractieschakelingen 21a-21h aan respectieve demodulatoren 23a-23h toegevoerd. De uit deze demodulatie resulterende informatiesignalen worden vervolgens aan respectieve tijdbasiscorrectieschakelingen 24a-24h toegevoerd. Het uitgelezen stuursignaal wordt door de magneetkop HPC via een -35 weergeef versterker 20k en een klokimpulsextractieschakeling 2 lk toegevoerd aan een stuursignaaldemodulator 23k, waarvan het gedemoduleerde uitgangssignaal, dat wil zeggen het stuursignaal, 8104006 ·> - 14 - wordt toegevoerd aan een stuursignaaldecodeereenheid 25,
De stuursignaaldecodeereenheid 25 levert een kaapstanderservobesturingssignaal voor een niet in de te^ kening weergegeven kaapstanderservobeèturing, een formaat-5 besturingssignaal en inleeskloksignalen voor adressering van de geheugens van de tijdbasiscorrectieschakelingen 24a-24h. Meer in het bijzonder worden de uit het stuursignaalspoor · . TC uitgelezen sector- en blokadressen en de uit de informatie-registratiesporen TDQ-TD^ uitgelezen synchronieatiewoorden 10 gebruikt voor bepaling van de inleesadressen van de tijdbasiscorrectieschakelingen 24a-24h. Een referentiekloksignaal wordt via een referentiekloksignaalingangsaansluiting 26 als uitleeskloksignaal aan de tijdbasiscorrectieschakelingen 24a-24h toegevoerd, welke dan een opeenvolging van informatieblok-15 ken af geven, welke vrij van tijdbasisvariaties is en aan een multiplexeereenheid 27 wordt toegevoerd. Deze dient voor herstel van hét oorspronkelijke informatieformaat van de uit de acht informatieregistratiesporen uitgelezen informatie, zodanig, dat deze informatie volgens een vooraf bepaald aan-20 tal kanalen ter beschikking komt; bij het hier beschreven voorbeeld via acht kanalen. Iedere van de desbetreffende in-formatie-opeenvolgingen wordt dan toegevoerd aan een respectievelijk bijbehorende foutcorrectiedecodeereenheid 28a-28h. leze eenheden bevatten·ieder een CRC-controleschakeling, ont-25 wevingsschakelingen, foutcorrectieschakelingen en foutcompen-satieschakelingen, zoals nog meer in details aan de hand van fig. 15 zal worden beschreven. Tenslotte verschijnen de uitgelezen impulscodegemoduleerde audiosignalen aan de uitgangs-aansluitingen 29a-29h.
30 De foutcorrectiecodeereenheden 12a-12h volgens fig. 9 hebbeb in principe dezelfde uitvoering, bijvoorbeeld en met voordeel, als weergegeven in fig. 11. Zoals deze figuur laat zien, wordt een uit opeenvolgende digitale woorden bestaande opeenvolging via een ingangsaansluiting 35 20 toegevoerd aan een oneven/even-verdeelschakeling 31 voor verdeling van de impulscodegemoduleerde informatie-opeen-volging in twaalf dergelijke opeenvolgingen. Bij de hier be- 8104006 9 r - 15 - schreven uitvoeringsvorm worden de informatie-opeenvolgingen in twee groepen verdeeld, namelijk de oneven genummerde informatie-opeenvolgingen W(l) , W(3), W(5), W(7), W(9) en W(ll) met oneven genummerde informatiewoorden en de even genummerde 5 informatie-opeenvolgingen en de groep met de even genummerde informatie-opeenvolgingen W(2), W(4), W(7), W(8), W(10) en W(12) met even genummerde informatiewoorden. De oneven groep opeenvolgingen W(l)-W(ll) en de even groep opeenvolgingen W(2)-W(12) worden afzonderlijk aan foutcorrectiecodering onder-10 worpen.
Iedere van deze informatie-opeenvolgingen heeft voor ieder twaalfde woord de volgende gedaante: w(l) = [wr w13, w25 . . .3 w(3) = [W3, w15, y27 . . .] 15 W(ilj - . .] 20 W(2) = [W2, W14, W26 . . .] W(4) = [W4, W16> W28 . . .] 25 W(12) - [W12, W24, W36. . .]
De oneven informatie-opeenvolgingen W(l)-W(ll) worden woord voor woord aan een modulo-2-opteller 32A 30 toegevoerd voor vorming van een pariteitsinformatiewoordop-eenvolging 3?(1). Het pariteitswoord P1 kan bijvoorbeeld mathematisch worden weergegeven door
Px = wx 0w3 é) w50 w7 (+) wg (^)W1 x.
De zes impulscodegemoduleerde informatie-35 opeenvolgingen en de pariteitsinformatie-opeenvolging P(l) worden dan toegevoerd aan een met vertragingen werkende ver-wevingstrap 33A.
8104006 - 16 -
In deze verwevingstrap 33A worden aan de opeenvolgingen W(l), W(3), W(5), P(l), W(7), W(9) en W(ll) vertragingen met respectieve duren of lengten van 0 woorden, d woorden, 2d woorden, 3d woorden, 5d woorden, 6d woorden en 5 7d woorden gegeven. De aldus verweven opeenvolgingen W(l), W' (3), W’(5), P’(1), W’(7), W' (9) en W’(11) worden vervolgens aan een verder.e modulo-2-opteller 34A toegevoerd voor vorming , van tweede pariteitsinformatiewoordopeenvolgingen Q(l) . Vervolgens worden de zes oneven informatieopeenvolgingen W(l)-10 W' (11) en de pariteitsinformatie-opeenvolgingen P' (1) en Q(l) alle toegevoerd aan een verdere met vertragingen werkende verwevingstrap 35A. Deze omvat vertragingsschakelingen voor het verlenen van respectieve vertragingen met duren of lengten 'van 0 woorden, (D-d) woorden, 2 (D-d) woorden 3(D-d) woorden, 15 4(D-d) woorden, 5(D-d) woorden, 6(D-d) woorden en 7(D-d) woorden aan de respectieve opeenvolgingen W(l) , W* (3) , W*(5), P'(1), Q(1), W*(7), W'(9) en W (11), waaruit tweemaal verweven opeenvolgingen W(l) , W" (3) , W" (5) , P” (1) , Q’ (1) , W" (7), WH (9) en W" (II) resulteren. Deze aan dubbele verweving onderworpen 20 opeenvolgingen worden vervolgens toegevoerd aan een samenvoeg-schakeling 36.
Te zelfder tijd worden de even opeenvolgingen W(2j-W(l2) achtereenvolgens bewerkt door een eerste modulo-2-opteller 32B voor vorming van een eerste pariteits-25 opeenvolging P (2), een eerste met vertragingen werkende verwevingstrap 33B van in principe hetzelfde type als de trap 33A, een tweede modulo-2-opteller 34B voor vorming van een tweede pariteitsinformatie-opeenvolging Q(2) en een tweede met vertragingen werkende verwevingstrap 35B van in principe 30 hetzelfde type als de trap 35A. De uit deze bewerking resulterende, aan dubbele verweving onderworpen informatieopeenvolgingen W(2) , W" (4), W"(6), P" (2), Q’ (2) , W,r(8) , W" (10) en W"(12) worden toegevoerd aan een vertragingsschakeling met een vertragingsduur of lengte van K woorden, en vandaar aan 35 de samenvoegschakeling 36. De zojuist genoemde vertragingsschakeling dient om aan de opeenvolgingen W(2)-W" (12) een constante vertraging met een duur of lengte van K woorden te 8104006 > , - 17 - geven, zodat na dubbele verweving de oneven genummerde woorden en de even genummerde woorden zo ver mogelijk van elkaar verdeeld terecht komen. Op die manier wordt bereikt, dat zelfs indien tijdens redactie een betrekkelijk groot aantal fouten 5 nabij een beginpunt of een eindpunt van de redactie optreedt, deze fouten alle kunnen worden gecorrigeerd of gecompenseerd.
De samenvoegschakëling 36 voegt de 16 aan tweevoudige verweving onderworpen opeenvolgingen samen tot transmissieblokken met een 16-bits synchronisatiewoord 10 aan het begin van ieder blok, zoals fig. 12 laat zien. Een CRC-codegenerator 38 voegt een CRC-controlecode van 16 bits aan het einde van ieder transmissieblok toe; de aldus verkregen transmissieblokken komen ter beschikking aan een uitgangs-aansluiting 39. ' .
15 Figuur 13 toont een schematische weergave op tijdsbasis van de door de eerste en de tweede modulo-2-op-tellers 32A en 34A gevormde foutcorrectieblokken ten opzichte van de aan tweevoudige verweving onderworpen woorden W^, W5, P''^, Q"j, W’y, W"9 en W"^, welke in de transmissieblokken 20 voorkomen. In fig. 13 zijn met een cirkel de woorden »11 geïdentificeerd, welke de uitgangselementen voor vorming van het pariteitswoord P^ vormen, terwijl met een kruis de woorden W^, en P'^ zijn aangeduid, welke de uit gangselementen voor vorming van het pariteitswoord vormen.
25 Voor de vertragingen D en d zijn respectieve waarden van 17 en 2 woordduren gekozen, zodat in de opgenomen transmissie-hlokken de woorden van het eerste foutcorrectieblok W^, W^,' P^, W^, W9 en W1;L van elkaar over een afstand van 17 blokken zijn gescheiden, terwijl de woorden van het tweede foutcorrec-30 tieblok W^, W’^, W’^, ρ,χ^ Οχ/ Wfy, Q*9 en W.^ over een afstand van (D-d) = 15 blokken van elkaar zijn gescheiden. Aangezien het kleinst gemene veelvoud van D en (D-d) gelijk 225 blokken bedraagt en derhalve de codelengte van 7D=199 code-blokken overtreft, bevatten de twee foutcorrectieblokken slechts 35 ëën enkel samenvallend woord. Indien een bepaald woord niet op basis van één van beide pariteitswoorden P^ en Q1 kan worden gecorrigeerd, dan is derhalve de waarschijnlijkheid groot, dat 8104006 - 18 - het desbetreffende woord door middel. van het andere paritèits-woord kan worden gecorrigeerd.
De fig. 14A en 14B vertonen respectievelijk schematische weergaven op tijdsbasis van de aan verwe-5 ving onderworpen foutcorrectieblokken en van een signaal CRR, dat de tijdstippen bepaalt, waarop tijdens redactie signaal-opname kan beginnen of eindigen. Bij de hier beschreven uit-' . voeringsvorm kan het signaal CRR slechts met intervallen T van 32 blokken, overeenkomende met 8 sectoren, verschijnen. In 10 dat geval zal het grootst gemene veelvoud van T en D of (D-d) de code-opeenvolgingslengte CL van 7D blokken overtreffen, zodat eventuele tijdens redactie veroorzaakte fouten gemakkelijk kunnen worden gecorrigeerd.
Fig. 15 toont een practische uitvoerings-15 vorm van een decodeereenheid 28 (28a-28h) volgens fig. 10.
Deze decodeereenheid is in principe complementair met de fout-correctiecodeereenheid volgens fig. 11 uitgevoerd en krijgt via een ingangsaansluiting 40 de transmissieblokken van het uitgelezen informatiesignaal toegevaerd.
.20 Dit signaal wordt toegevoefd aan een CRC- controleschakeling 41, welke voor ieder blok bepaalt, of het door een fout getroffen woorden bevat. Indien de CRC-controle-schakeling 41 tot de conclusie komt, dat een blok fouten bevat, wordt aan iedere van de 16 informatiewoorden van het blok 25 een wijzerbit toegevoegd.
Vervolgens wordt het aan CRC-controle onderworpen signaal toegevoerd aan een verdeelschakeling 42 voor verdeling van de 16 informatiewoorden van ieder blok in een oneven groep en een even groep opeenvolgingen, welke respec-30 tievelijk de 6 impulscodegemoduleerde informatie-opeenvolgingen W(l)-W" (11) en de twee pariteitsinformatie-opeenvolgingen P” (1) en Q' (1) enerzijds en de 6 impulscodegemoduleerde informatie-opeenvolgingen W(2)-W"(12) en de twee pariteitsinformatie-opeenvolgingen P" (2) en Q' (2) bevatten. Daarna worden de oneven 35 en de even groep afzonderlijk aan foutcorrectie onderworpen, waarbij de oneven genummerde opeenvolgingen, echter eerst worden toegevoerd aan een vertragingsschakeling 43 met een vertragings- 8104006 - 19 - duur ter lengte van K woorden, welke aan ieder van de oneven genummerde opeenvolgingen een vertraging van dezelfde duur geeft voor compensatie van de door de vertragingsschakeling 37 van de codéereenheid volgens figuur 11 aan de even opeenvolgingen 5 gegeven vertraging. De oneven opeenvolgingen worden vervolgens toegevoerd aan een eerste ontwevingstrap 44A, welke vertragingen van respectievelijk 7(D-d), 6(D-d), 5(D-d),.en 0 'woordduren aan de verschillende woorden geeft voor compensatie van de . door de verwevingstrap 35A volgens figuur 11 aan de respec- 10 tieve woorden gegeven vertragingen. De uit de zojuist beschreven ontweving resulterende informatie-opeenvolgingen worden toegevoerd aan een Q-decodeereenheid 45A voor foutcorrectie op basis van de tweede pariteitsinformatie-opeenvolging Q(l). Indien daarbij één enkel woord door een fout blijkt te zijn 15 getroffen', dan wordt de desbetreffende fout gecorrigeerd en wordt het daaraan toegevoegde wijzerbit van waarde veranderd.
De op deze wijze aan foutcorrectie onderworpen opeenvolgingen W(l), W (3), W (5), Pf(1), W (7), W (9) en W’ (11) worden toegevoerd aan een tweede ontwevingstrap 46A, 20 welke vertragingen van respectievelijk 7d, 6d, 5d, 4d, 2d, d en 0 woordduren aan de verschillende woorden geeft voor compensatie van de door de verwevingstrap 33A volgens fig. 11 teweeg gebrachte vertragingen. De aldus verder ontweven opeenvolgingen worden toegevoerd aan een P-decodeereenhèid 47A 25 voor correctie van maximaal één foutief woord door middel van de pariteitsopeenvolging P(l), in welk geval het aan het desbetreffende woord toegevoegde wijzerbit van waarde verandert. Daarna worden de aan ontweving en correctie onderworpen opeenvolgingen W(l)-W(ll) toegevoerd aan een compensatiescha-30 keling 48.
De even groep opeenvolgingen W(2), W" (4), W" (6), P" (2), Q'(2), W" (8), W" (10) en W" (12) wordt via een ontwevingstrap 44B, een Q-decodeereenheid 45B, een tweede ontwevingstrap 46B en een P-decodeereenheid 47 in de vorm van 35 aan ontweving en correctie onderworpen opeenvolgingen W(2), W(4), W(6), W(8), W(10) en W(12) eveneens aan de compensatie-schakeling 48 toegevoerd. De uitvoering en de werking van de 8104006 - 20 - ontwevingstrappen 44B en 46B en van de Q-decodeereenheid 45B en de P-decodeereenheid 47B zijn in principe respectievelijk dezelfde als de respectievelijk vergelijkbare componenten 44A-47A.
5 De compensatieschakeling 48 identificeert ieder woord, dat een niet-corrigeerbare fout bevat, door onderzoek op aanwezigheid van een wijzerbit. Indien een dergelijk woord wordt aangetroffen, dan wordt interpolatie uitgevoerd ter verkrijging van een synthetisch informatiewoord; 10 daartoe wordt de gemiddelde waarde berekend van het onmiddellijk aan het woord met een niet-corrigeerbare fout voorafgaande en het onmiddellijk daarop volgende informatiewoord.. met monsterwaarden. Een door een dergelijke interpolatie verkregen, synthetisch informatiewoord kan voor het door een fout 15 getroffen woord worden gesubstitueerd. De genoemde interpolatie dient voor maskering van niet-corrigeerbare fouten en kan met gunstig resultaat worden toegepast in verband met de betrekkelijk hoge graad van korrelatie, welke bij een impuls-codegemoduleerd audiosignaal wordt aangetroffen. Het uitgangs-20 signaal van de compensatieschakeling 48 wordt toegevoerd aan een oneven/even-samenvoegschakeling 49, welke de 12 opeenvolgingen W(l)-W(12) in serievorm aan een uitgangsaansluiting 50 afgeeft. ·
Fig. 16 toont het blokschema van een prac-25 tische uitvoeringsvorm van een redactie-inrichting volgens de uitvinding. Deze redactie-inrichting is bestemd voor gebruik bij het redigeren van een impulscodegemoduleerd. audiosignaal, dat eerder op de hiervoor beschreven wijze op een magneetband . 10 is opgenomen. Terwille van de eenvoud zal de inrichting 30 volgens fig. 16 echter worden beschreven voor het geval van enkelsporige opname (informatieregistratiespoor TDq) van een enkelkanalig impulscodegemoduleerd audiosignaal. Om dezelfde redenen wordt slechts redactie door signaalinvoeging in het ene informatieregistratiespoor TDq beschreven. Het zal echter 35 duidelijk zijn, dat bij meersporige signaalopname een soortgelijke bewerking aan ieder respectievelijk in de verschillende informatieregistratiesporen TDq-TD^ opgenomen, impuls- ...... 8104006 - 21 - codegemoduleerd audiosignaal.
Tijdens redactie worden de weergeefmagneet-kop HPq en de hulpopneemmagneetkop HR'q volgens fig. 8 gebruikt. Het door de weergeefmagneetkop HPq uitgelezen, impulscodege-5 moduleerde audiosignaal wordt toegevoerd aan een weergeef- stelsel 51 van de algemene gedaante volgens fig. 10. Vervolgens wordt het uitgelezen impulscodegemoduleerde audiosignaal via een vertragingsleiding 52 toegevoefd aan de ene ingangsaansluiting van een "cross fader" 53. Een door redactie aan het 10 aldus uitgelezen signaal toe te voegen signaal wordt aan de andere ingangsaansluiting 54 van de "cross fader" 53 toegevoegd, welke dan aan een opneemstelsel van de algemene gedaante volgens fig. 9 een aan redactie onderworpen signaal afgeeft, dat door "blending" uit de beide ingangssignalen 15 is gevormd. Het aldus aan redactie onderworpen signaal wordt vervolgens via een bestuurde schakelaar 56 aan de voor signaal-opname tijdens redactie dienende hulpopneemmagneetkop HR'q toegevoerd.
De vertragingsleiding 52 heeft een ver-20 tragingsduur, welke overeenkomt met de bij normale bandtrans-portsnelheid af. te leggen afstanden tussen de beide magneet-koppen HPQ en HR'q, zodat bij de toevoer van het uitgangssignaal van de weergeefmagneetkop HPq via de vertragingsleiding 52, de "cross fader” 53, het opneemstelsel 55 en de poortschakeling 25 56 aan de hulpopneemmagneetkop HR'q wordt toegevoerd, opname op de magneetband 10 wordt verkregen van een signaal, dat nauwkeurig hetzelfde is als het oorspronkelijk op de magneetband opgenomen signaal.
Omtrent de hiervoor genoemde "cross· fader" 30 53, welke meer gedetailleerd is beschreven in aanvraagsters reeds genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 116.401, wordt slechts opgemerkt, dat deze een generator voor afgifte van een vermenigvuldigingsconstante bevat. Deze generator kan bestaan uit een digitalë teller, welke op het verschijnen van een 35 redactiebeginstuurimpuls reageert door afgifte van een vermenigvuldigingsconstante (X, waarvan de waarde van nul naar êên toeneemt. Een complémentaire generatorschakeling levert 8104006 - 22 - een complementair signaal (1-(^), waarvan de waarde geleidelijk van 1 naar 0 daalt. Bij het verschijnen van een redactie-eindesignaal of -stuurimpuls begint de constante 0^ geleidelijk van de waarde 1 naar de waarde 0 te dalen, terwijl het 5 complementaire signaal (l-'sQ geleidelijk van de waarde 0 naar de waarde 1 toeneemt.
De vermenigvuldigingsconstante^wordt met, het tijdens redactie in te voegen digitale signaal vermenigvuldigd, terwijl het van de complementaire generatorschake-10 ling afkomstige signaal (1-gC) met het uit de magneetband uitgelezen digitale signaal wordt vermenigvuldigd. De uit deze ' beide vermenigvuldigingen resulterende produktsignalen worden met elkaar gemengd tot een digitaal uitgangssignaal.
. Via een aansluiting 56 wordt aan de "cross-15 fader"53 een stuurimpuls P^ volgens fig. 17B toegevoerd? gedurende het interval, waarin deze impuls P1 de hoge waarde "Γ heeft, zal de constanteqC geleidelijk in waarde van 0 naar 1 toenemen, terwijl het complementaire signaal (l-οθ geleidelijk in waarde van 1 naar 0 daalt. Een besturingscommando-20 signaal P'2 volgens fig. 17A bestuurt het verschijnen van de stuurimpuls P^ zodanig, dat deze onmiddellijk na een niveau-stijging van het besturingscommandosignaal P2 naar de waarde "1" en onmiddellijk na de daling van dat signaal naar de waarde "0” verschijnt. Het genoemde besturingscommandosignaal 25 P2 wordt toegevoerd via een aansluiting 58.
Een referentieklokimpulsgenerator 59 levert klokimpuls CP^ met de sectorfrequentie en klokimpulsen CP2 met de blokfrequentie. De klokimpulsen CP^ en de uitgelezen stuursignalen worden voor regeling van de bandtransportsnelheid 30 toegevoerd aan een niet in de tekening weergegeven kaapstander-servobesturingsschakeling. De klokimpulsen CP2 worden toegevoerd aan de klokimpulsingangsaansluiting van een 5-bits binaire teller 60, welke aan zijn voorinstelingangsaansluitingen als '.i: meest significante bits uitgangswaarden "Ö" en voorts de drie 35 minst significante bits βϊ2, si' scP van sectoradres van het uit het stuursignaalspoar uitgelezen stuursignaal krijgt toegevoerd. Terugstelling van de teller 60 vindt plaats wanneer 8104006 ' ?' - 23 - de drie bits 0>2' S^, SQJ all© de waarde "O” bereiken. Vervolgens, nadat 32 klokimpulsen CP2 aan de teller 60 zijn toegevoerd, verschijnt aan een uitgang van de teller ëên enkele stuurimpuls CRR.
5 Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm, waarbij de minst significante bit van' hét sectoradres slechts éénmaal bij iedere 8 sectoren de waarde "O" aannemen, waarbij één sector vier blokken bevat, wordt de zojuist genoemde stuurimpuls CRR derhalve slechts eenmaal voor iedere 32 blokken 10 afgegeven. Het tijdsritme of tijdstip van verschijning van de stuurimpuls CRR vertoont derhalve ten opzichte van de impuls-codegemoduleerde informatie een constante relatie, zoals in de figuren 14A en 14B te zien is.
De besturing van de schakelaar 56 vindt 15 plaats door een schakeling met een vertragingsleiding 61, een OF-poortschakeling 62 en een flipflop 63 van het D-type. Van deze laatstgenoemde is de klokimpulsingangsaanslüiting verbonden met de teller 60, een D-ingangsaansluiting met de OF-poortschakeling 62 en een Q-uitgangsaansluiting gekoppeld 20 met de stuuraansluiting van de schakelaar 56. De reeds genoemde aansluiting 57 is rechtstreeks verbonden met de ene ingangsaansluiting van de OF-poortschakeling 62 en voorts via de vertragingsleiding 61 met de andere ingangsaansluiting van de poortschakeling gekoppeld, terwijl de eveneens reeds ge-25 noemde aansluiting 58 met een derde ingangs aansluiting van de OF-poortschakeling 62 is verbonden. De stuurimpuls P^, een door doorvoer van deze door de vertragingsleiding 61 verkregen impuls P^' volgens fig. 17C en het commandobesturingssignaal P2 worden aan de respectieve ingangsaansluitingen van de OF-30 poortschakeling 62 toegevoerd, zodat het uitgangssignaal van de OF-poortschakeling 62 gedurende de gehele redactie de waarde "1" vertoont. De aan de klokimpulsaansluiting van de flipflop 63 toegevoerde stuurimpuls CRR doet deze een signaal Pg voor in- of uitschakeling van signaalopname aan de schakelaar 56 35 toevoeren, zodat opname door de hulpopneemmagneetkop HR'g nauwkeurig respectievelijk zal beginnen en eindigen in voorafbepaalde, over de duur van het genoemde interval T van elkaar 8104006 - 24 - gescheiden punten op de magneetband.
De werking van de schakeling volgens fig.
16 zal nu worden verduidelijkt aan de hand van de fig. 17A-17F. Zoals fig.l7A laat zien, neemt het besturingscommandosignaal 5 P2 de hoge waarde "1" aan voor het begin van redactie en de lage waarde "0" voor beëindiging. De stuurimpuls P^ vertoont de hoge waarde "1" gedurende een periode vanaf een tijdstip • t2 tot een tijdstip t^ na het begin van het besturingscommandosignaal Pg/ en voorts gedurende een soortgelijke periode van-.10 af een tijdstip tg tot een tijdstip tg na het einde van het signaal Pg, zoals fig. 17B laat zien. De door vertraging ge- .....
vormde impuls P^' vertoont de hoge waarde "1" gedurende een periode vanaf een tijdstip tg tot een tijdstip tg en gedurende een periode vanaf een tijdstip t^ tot een tijdstip tg respec-15 tievelijk na het begin en het einde van het besturingscommandosignaal Pg, zoals fig. 17C laat zien.
Zoals fig. 17D laat zien verschijnt de stuurimpuls CRR met een periodiciteit van T=32 blokken aan de klokimpulsingangsaansluiting van de flipflop 33. Deze wordt 20 door de OF-poortschakeling 32 zodanig geconditioneerd, dat hij steeds wanneer enige van de impulsen P^ en P^, of het besturingscommandosignaal ?2 de waarde "1" heeft, wordt gestart, en steeds, wanneer de laatste van de drie zojuist genoemde signalen de waarde "0” herneemt, naar zijn uitgangstoestand terugkeert.
25 Zoals fig. 17E laat zien, geeft de Q-uitgangsaansluiting van de flipflop 63 derhalve het signaal Pg voor in- of uitschakeling van signaalopname af gedurende een periode vanaf een tijdstip 11 (bij het verschijnen van de eerste stuurimpuls CRR na het verschijnen van het besturingscommandosignaal P2) tot aan een 30 tijdstip tl0 (bij het verschijnen van de eerste stuurimpuls CRR na de terugkeer naar de waarde nul van de impuls P1* op het tijdstip tg).
Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 16 wordt derhalve redactie door signaalinvoeging verkregen, zoals fig.
35 17F laat zien. Eerst wordt bij het beginpunt de opneempoort-schakeling 56 op het tijdstip t^ dichtgestuurd voor het begin van opname door middel van de hulpopneemmagneetkop HR'q, zodat het weergegeven signaal tot het tijdstip tg wordt heropgenomen, 8104006 - 25 - waarna bij het tijdstip t2 de "cross fading" begint. Gedurende het interval tussen de tijdstippen t2 en t^ vindt opname van een aan een dergelijke bewerking onderworpen signaal plaats, zoals met een schuin lopende, volle lijn in fig. 17F is aange-5 duid. Een dergelijke signaalbewerking (cross fading) dient voor het onmerkbaar maken van eventuele discontinuïteiten, zoals een bij de overgang tussen twee verschillende audiosignalen optredende niveausprong. Als gevolg van de toepassing van de vertragingsleiding 61, welke een vertragingsduur van één code-10 opeenvolgingslengte CL=7D heeft, worden de verweven informatie-woorden van het aan "cross fading" onderworpen signaal gedurende het interval tussen de tijdstippen t^-t^ opgenomen, zoals met een schuin verlopende, gebroken lijn in fig. 17F is aangeduid.
Wanneer het opneemcommandobesturingssignaal 15 P2 op het tijdstip tg de waarde "0" aanneemt, volgt gedurende het interval tussen de tijdstippen tg en tg een op beëindiging van redactie gerichte "cross fading" plaats, waarbij de verweven woorden van het aan een dergelijke bewerking onderworpen signaal gedurende het interval tussen de tijdstippen t^ en tg 20 eveneens worden opgenomen. Vervolgens, van het tijdstip tg tot het tijdstip t^g, wordt het door middel van de weergeefmagneet-kop HPg uitgelezen signaal nauwkeurig in zijn oorspronkelijke vorm opnèeuw opgenomen. Vervolgens, op het tijdstip t^^, wordt de opneempoortschakeling 56 opengestuurd, waardoor de signaal-25 opname wordt beëindigd. Te beginnen op het tijdstip t^g blijft het oorspronkelijk opgenomen informatiesignaal in het infor-matieregistratiespoor TDq derhalve ongewijzigd.
Bij de zojuist beschreven uitvoeringsvorm verschijnt de stuurimpuls CRR na iedere T=32 blokken, zodat de 30 gewenste tijdsrelatie tussen deze impuls CRR en de opgenomen informatie dié volgens de fig. 14A en 14B is. Daarbij worden de aan verweving oiiderworpen woorden W^-W^, welke de uitgangs-elementen voor vorming van het eerste paritéitsinformatiewoord P^ vormen, met intervallen D=17 (blokken) verdeeld. Ook de aan 35 verweving onderworpen woorden W^-W^,, welke de uitgangsele-menten voor vorming van het tweede paritéitsinformatiewoord Q1 vormen, worden met intervallen van (D-d)=15 (blokken) verdeeld.
8104006 'V * 'J*·' - 26 -
In verband daarmede zal, indien een transmissieblok met het woord samenvalt met het verschijnen van een met een periodiciteit T=32 blokken ter beschikking komende stuurimpuls CRR, een transmissieblok met enig ander woord Wg-W.^ niet kunnen 5 samenvallen met enige verdere impuls CRR. Bovendien geldt.dat, aangezien 2D=34 blokken 2(D-d)=30 blokken, de stuurimpulsen CRR en de transmissieblokken met eventuele andere woorden W3-WH of W3 ’-W ^1 over een lengte van tenminste twee blokken van elkaar gescheiden zijn. Dit heeft tot. gevolg, dat zelfs 10 indien een door magneetbandrek,' jitter of dergelijke veroorzaakte fout in de relatie tussen de stuurimpuls CRR en de opge-1 nomen informatie zou optreden, toch het foutcorrectievermogen van het aan redactie onderworpen signaal waarschijnlijk daarvan geen storende invloed ondergaat.
15 In fig. 17 behoeven de intervallen tg-t^ en t^-tg (evenals de intervallen t^-tg en t^-tg) elkaar niet noodzakelijkerwijze te overlappen wanneer de code-opeenvolgings-1engte CL langer dan de verwevingsperiode- is. In een dergelijk geval kan een aanvullende vertragingsleiding worden toegepast, 20 welke met de OF-poortschakeling 62 wordt gekoppeld teneinde te verhinderen, dat tussen de perioden, waarin de impulsen en P1' de waarde "1" vertonen een interval met de waarde "0" zou liggen.
Zoals uit de voorgaande beschrijving naar 25 voren komt, worden de verschillende informatiewoorden en bijbehorende foutcorrectiecodewoorden door codering tot blokken verenigd. Wanneer de informatie van een codeblok wordt verweven en vervolgens op een registratiemedium wordt opgenomen, zullen de aan overschakeling van opname naar weergave bij het begin van 30 redactie optredende fouten .niet het maximaal corrigeerbare aantal overschrijden. Indien bijvoorbeeld een transmissieblok met het impulscodegemoduleerde woord op basis van CRC-cöntrole wordt gesignaleerd als getroffen door een fout tengevolge van het eerste redactiebegin, waardoor het woord foutief is ge-35 worden, zullen de tweede en daarop volgende in het desbetreffende punt beginnende redacties slechts het desbetreffende woord W^^ beïnvloeden, doch geen vari de andere informatiewoorden of pari-teitswoorden van het desbetreffende fout cor recti eb lok. Dit volgt 8104006 - 27 - uit het feit, dat aangezien de stuurimpuls CRR uit de in het stuursignaalspoor TC opgenomen sectoradres wordt gevormd, en zulks niet alleen bij de eerste doch tevens bij de tweede en daarop volgende redactie, de impuls CRR steeds met dezelfde 5 of identieke fase als bij de eerste redactie ter beschikking komt. Voorts is hét mogelijk, dat voor de vorming van de stuurimpuls CRR niet slechts het desbetreffende sectoradres wordt gebruikt, doch een ander signaal, dat een constante tijdsrelatie met de opgenomen informatie vertoont; daarbij kan bij-10 voorbeeld gedacht worden aan het informatie-adressignaal, het stuursignaal of dergelijke.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande is beschreven voor een met een aantal vaststaande magneetkoppen werkende bandopneem- en -weergeefinrichting, zal het duidelijk 15 zijn,'dat de uitvinding eveneens kan worden toegepast bij een met een enkele vaststaande magneetkop werkende opneeminrichting of bij een met een enkele of een aantal roterende magneetkoppen werkende opneeminrichting.
Tevens zal het duidelijk zijn, dat de bij 20 de uitvinding toepasbare foutcorrectiecode zich niet beperkt tot een pariteitscode, als in het voorgaande beschreven, doch tevens kan bestaan uit een "full adding"-code, een "b-adjacent"-code of een willekeurige andere geschikte foutcorrectiecode.
De zojuist genoemde "b-adjacent"-code heeft het voordeel, dat 25 daarmede correctie van maximaal 2 foutieve woorden per blok mogelijk is, zodat het ontstaan van twee woordfouten bij redac-tiebegin of redactie-einde toelaatbaar is, dat wil zeggen geen nadelige invloed op de kwaliteit van het aan redactie onderworpen signaal heeft.
30 De uitvinding beperkt zich derhalve niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader-van de uitvinding wordt 35 overschreden.
8104006
Claims (5)
1. Werkwijze voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal, dat voorafgaande aan opname voor correctie van een m-voudige fout wordt gecodeerd tot een opeenvolging van foutcorrectieblbkken 5 met een aantal opeenvolgingen van digitale informatiewoorden en tenminste één daarin gevoegde opeenvolging van foutcorrec-tiewoorden, waarvan de uitgangselementen worden gevormd door informatiewoorden van de respectievelijk bijbehorende infor-matiewoordopeenvolgingen, waarbij de opeenvolgingen van infor-10 matiewoorden en foutcorrectiewoorden met elkaar worden verweven door toepassing van vertragingen met respectieve duren, welke een geheel veelvoud van een vooraf bepaalde vertragings-duur bedragen, terwijl uit de verweven woorden zodanige op-neemblokken worden gevormd, dat ieder woord van de tenminste 15 ene foutcorrectiewoordopeenvolging en de informatiewoorden, welke de uitgangselementen daarvoor vormen, tenminste van elkaar worden gescheiden over een met een vooraf bepaald aantal van dergelijke opneemblokken overeenkomende afstand, volgens welke redactiewijze het opgenomen digitale signaal uit het re-20 gistratiemedium wordt uigelezen, een door redactie toe te voegen digitaal signaal wordt verschaft, het uitgelezen digitale signaal en het toe te voegen digitale signaal worden gemengd tot een aan redactie onderworpen signaal en dit aanre-dactie onderworpen digitale signaal op het registratiemedium 25 wordt opgenomen, met het kenmerk, dat tijdens de opname van het aan redactie onderworpen signaal het begin en het einde van opname van dit signaal zodanig worden bestuurd, dat dit begin en einde terecht komen in vooraf bepaalde punten (CRR), welke zodanig zijn gekozen, dat bij meervoudige redactie minder dan 30 (m+lj fouten zullen, optreden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat opeenvolgende dergelijke vooraf bepaalde punten van elkaar zijn gescheiden over een zodanige afstand of duur (T) , dat het kleinst gemene veelvoud van die afstand of duur (T) 8104006 - 29 - en de registratiemediumlengte, welke met de vertraging van vooraf bepaalde duur (D) overeenkomt, groter is dan de registratiemediumlengte , welke overeenkomt met een aan verweving onderworpen foutcorrectieblok ((N+n-1)D) met het tenminste 5 ene foutcorrectiewoord en de op afstand van elkaar gebrachte woorden, welke de uitgangselementen voor vorming van dat tenminste ene foutcorrectiewoord vormen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat opeenvolgende dergelijke vooraf bepaalde 10 punten van elkaar zijn gescheiden over een zodanige afstand of duur (T), welke overeenkomt met een grotere registratiemediumlengte dan dié ((N+n-1) D), welke overeenkomt met een aan verweving onderworpen foutcorrectieblok met het tenminste ene_foutcorrectiewoord en de op afstand van elkaar gebrachte 15 woorden, welke de uitgangselementen voor vorming van dat tenminsie^ene foutcorrectiewoord vormen.
4. Inrichting voor toepassing bij een werkwijze volgens conclusie 1, bevattende een weergeefstelsel voor weergave van digitale signalen uit een registratiemedium, 20 een ingang voor toevoer van een door redactie toe te voegen digitaal signaal, een mengschakeling voor menging van een uitgelezen digitaal signaal en een toe te voegen digitaal signaal tot een aan redactie onderworpen signaal, en een opneemstelsel voor opname van het aan redactie onderworpen signaal op het 25 registratiemedium, gekenmerkt door een tijdsritmebepalende schakeling (59-63) voor tijdsritmebepaling van het begin en het einde van opname van het aan redactie onderworpen signaal in de vooraf bepaalde punten.
5. Inrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt 30 door een teller (60) voor opwekking en.’.afgifte van een stuursignaal (CRR) voor ieder vooraf bepaald aantal opneemblokken, een logische schakeling voor ontvangst van êen of meer redac-tiebesturingssignalen (Plf P2) en voor afgifte van een logisch signaal en door een redactiebesturingssignaalgenerator 35 (63), waarvan de ingangsaansluitingen het stuursignaal (CRR) en het logische signaal krijgen toegevoerd en de uitgangs- 8104006 - 30 - aansluiting een redactiebesturingssignaal (P^) voor besturing van de opname van het aan redactie onderworpen signaal levert. 8104006
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP11885880 | 1980-08-28 | ||
JP55118858A JPS5744272A (en) | 1980-08-28 | 1980-08-28 | Electronic editing method |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8104006A true NL8104006A (nl) | 1982-03-16 |
NL192706B NL192706B (nl) | 1997-08-01 |
NL192706C NL192706C (nl) | 1997-12-02 |
Family
ID=14746874
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8104006A NL192706C (nl) | 1980-08-28 | 1981-08-28 | Werkwijze voor het redigeren van een naast een besturingssignaal op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal. |
Country Status (18)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4403261A (nl) |
JP (1) | JPS5744272A (nl) |
AT (1) | AT373415B (nl) |
AU (1) | AU543166B2 (nl) |
BE (1) | BE890108A (nl) |
BR (1) | BR8105461A (nl) |
CA (1) | CA1171538A (nl) |
CH (1) | CH653165A5 (nl) |
DE (1) | DE3132840A1 (nl) |
ES (1) | ES8303788A1 (nl) |
FR (1) | FR2489572A1 (nl) |
GB (1) | GB2082828B (nl) |
IT (1) | IT1138520B (nl) |
MX (1) | MX150610A (nl) |
NL (1) | NL192706C (nl) |
SE (1) | SE451645B (nl) |
SU (1) | SU1103811A3 (nl) |
ZA (1) | ZA815573B (nl) |
Families Citing this family (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS5845613A (ja) * | 1981-09-11 | 1983-03-16 | Hitachi Ltd | Pcmレコ−ダ |
JPS58139315A (ja) * | 1982-02-13 | 1983-08-18 | Sony Corp | テープレコーダの編集装置 |
JPS58139354A (ja) * | 1982-02-15 | 1983-08-18 | Sony Corp | デイジタル信号記録再生装置 |
US4558378A (en) * | 1982-08-27 | 1985-12-10 | Hitachi, Ltd. | Method and apparatus for a magnetic recording/reproducing |
FR2533782B1 (fr) * | 1982-09-27 | 1988-09-09 | France Etat | Equipements d'enregistrement et de lecture de donnees numeriques sur videodisque analogique, munis de moyens de protection contre les erreurs |
JPH07118159B2 (ja) * | 1982-12-06 | 1995-12-18 | ソニー株式会社 | Pcm信号記録方法 |
GB2145867B (en) * | 1983-08-26 | 1986-07-30 | British Broadcasting Corp | Method and apparatus for editing and for replay of digital audio data recorded on a magnetic tape |
US4622600A (en) * | 1983-12-26 | 1986-11-11 | Hitachi, Ltd. | Rotary-head type PCM data recording/reproducing method and apparatus with a redundancy-reduced control data format |
JPS60219605A (ja) * | 1984-04-13 | 1985-11-02 | Victor Co Of Japan Ltd | デジタル磁気記録回路 |
JPS60223079A (ja) * | 1984-04-18 | 1985-11-07 | Sony Corp | 情報信号の記録装置 |
DE3416111A1 (de) * | 1984-04-30 | 1985-11-07 | Martin Drunck | Verfahren zur aufzeichnung eines mehrkanaligen digitalisierten signals auf ein videoband |
US4727547A (en) * | 1984-07-18 | 1988-02-23 | Willi Studer | Method and apparatus for decoding |
NL8402411A (nl) * | 1984-08-02 | 1986-03-03 | Philips Nv | Inrichting voor het korrigeren en maskeren van fouten in een informatiestroom, en weergeeftoestel voor het weergeven van beeld en/of geluid voorzien van zo een inrichting. |
GB2165686A (en) * | 1984-10-17 | 1986-04-16 | Ezouri Fuad Akka | A method of and apparatus for tape based sound reproduction |
JP2697827B2 (ja) * | 1987-08-27 | 1998-01-14 | 三菱電機株式会社 | 連続デイジタル情報の部分書き替え方法 |
JP2701364B2 (ja) * | 1988-09-22 | 1998-01-21 | ソニー株式会社 | Pcmオーディオデータ記録再生装置 |
US5343455A (en) * | 1990-04-05 | 1994-08-30 | Hitachi, Ltd. | Digital signal overlapped or joined recording method and apparatus |
US5245701A (en) * | 1990-10-10 | 1993-09-14 | Fuji Xerox Co., Ltd. | Method and system for processing image data based on pixel characteristics |
JP2902814B2 (ja) * | 1991-06-17 | 1999-06-07 | 株式会社東芝 | デジタルデータ処理装置 |
US5712621A (en) * | 1996-06-06 | 1998-01-27 | Andersen; James D. | Security system with variable inductance sensor |
JP3881217B2 (ja) * | 2001-11-07 | 2007-02-14 | 松下電器産業株式会社 | タイムコード伝送方法およびタイムコード伝送装置 |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4146099A (en) * | 1976-08-17 | 1979-03-27 | Christopher Scientific Company | Signal recording method and apparatus |
JPS54137204A (en) * | 1978-04-17 | 1979-10-24 | Sony Corp | Digital signal transmission method |
JPS5556744A (en) * | 1978-10-23 | 1980-04-25 | Sony Corp | Pcm signal transmission device |
DE2944405A1 (de) * | 1978-11-01 | 1980-05-22 | Minnesota Mining & Mfg | Verfahren und anordnung zum schneiden bzw. montieren digital aufgezeichneter nf-signale |
US4211997A (en) * | 1978-11-03 | 1980-07-08 | Ampex Corporation | Method and apparatus employing an improved format for recording and reproducing digital audio |
CA1133639A (en) * | 1979-01-30 | 1982-10-12 | Masato Tanaka | Method and apparatus for editing digital signals recorded on a record medium |
EP0016560A1 (en) * | 1979-03-05 | 1980-10-01 | The Decca Record Company Limited | Editing of programmes and other signals in digitally coded form |
US4309726A (en) * | 1979-05-28 | 1982-01-05 | Hitachi, Ltd. | Muting circuit in a PCM recording and reproducing apparatus |
US4352129A (en) * | 1980-02-01 | 1982-09-28 | Independent Broadcasting Authority | Digital recording apparatus |
-
1980
- 1980-08-28 JP JP55118858A patent/JPS5744272A/ja active Granted
-
1981
- 1981-08-07 CA CA000383392A patent/CA1171538A/en not_active Expired
- 1981-08-12 ZA ZA815573A patent/ZA815573B/xx unknown
- 1981-08-17 GB GB8125049A patent/GB2082828B/en not_active Expired
- 1981-08-19 DE DE19813132840 patent/DE3132840A1/de active Granted
- 1981-08-20 AU AU74369/81A patent/AU543166B2/en not_active Expired
- 1981-08-26 BR BR8105461A patent/BR8105461A/pt not_active IP Right Cessation
- 1981-08-27 CH CH5535/81A patent/CH653165A5/fr not_active IP Right Cessation
- 1981-08-27 SU SU813351164A patent/SU1103811A3/ru active
- 1981-08-27 BE BE0/205782A patent/BE890108A/fr not_active IP Right Cessation
- 1981-08-27 SE SE8105082A patent/SE451645B/sv not_active IP Right Cessation
- 1981-08-27 ES ES505015A patent/ES8303788A1/es not_active Expired
- 1981-08-28 NL NL8104006A patent/NL192706C/nl not_active IP Right Cessation
- 1981-08-28 MX MX188931A patent/MX150610A/es unknown
- 1981-08-28 US US06/297,252 patent/US4403261A/en not_active Expired - Lifetime
- 1981-08-28 IT IT23672/81A patent/IT1138520B/it active
- 1981-08-28 FR FR8116508A patent/FR2489572A1/fr active Granted
- 1981-08-28 AT AT0375081A patent/AT373415B/de not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT1138520B (it) | 1986-09-17 |
AU543166B2 (en) | 1985-04-04 |
GB2082828B (en) | 1985-03-13 |
IT8123672A0 (it) | 1981-08-28 |
ES505015A0 (es) | 1983-02-01 |
BR8105461A (pt) | 1982-05-11 |
SE451645B (sv) | 1987-10-19 |
MX150610A (es) | 1984-06-06 |
SU1103811A3 (ru) | 1984-07-15 |
JPS649676B2 (nl) | 1989-02-20 |
CA1171538A (en) | 1984-07-24 |
AT373415B (de) | 1984-01-25 |
CH653165A5 (fr) | 1985-12-13 |
FR2489572B1 (nl) | 1985-01-04 |
ES8303788A1 (es) | 1983-02-01 |
GB2082828A (en) | 1982-03-10 |
ATA375081A (de) | 1983-05-15 |
NL192706C (nl) | 1997-12-02 |
NL192706B (nl) | 1997-08-01 |
DE3132840C2 (nl) | 1992-06-11 |
DE3132840A1 (de) | 1982-06-03 |
ZA815573B (en) | 1982-10-27 |
JPS5744272A (en) | 1982-03-12 |
BE890108A (fr) | 1981-12-16 |
FR2489572A1 (fr) | 1982-03-05 |
AU7436981A (en) | 1982-03-04 |
SE8105082L (sv) | 1982-04-15 |
US4403261A (en) | 1983-09-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8104006A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het redigeren van een op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal. | |
KR880000322B1 (ko) | 시간축 보정장치 | |
EP0137855B1 (en) | Data transfer system using digital disc | |
KR920008229B1 (ko) | 디지탈정보신호의 기록방법 | |
US4541093A (en) | Method and apparatus for error correction | |
EP0127687B1 (en) | Method of recording pcm signal | |
CA1151742A (en) | Method and apparatus for communicating digital information words by error-correction encoding | |
CZ281601B6 (cs) | Zařízení pro čtení a dekódování paměťového média | |
SK280673B6 (sk) | Spôsob zaznamenávania číslicového signálu na magne | |
US4423441A (en) | PCM Record reproducer | |
NL7907910A (nl) | Verbeterde indeling voor digitale wandregistratie- inrichting. | |
EP0395125B1 (en) | A PCM recording and reproducing apparatus | |
US5446597A (en) | Apparatus for recording digital signals with associated auxiliary data | |
NL8101147A (nl) | Stelsel voor het voorkomen van foutieve correctie in een inrichting voor het weergeven van digitale signalen. | |
US5206851A (en) | Cross interleaving circuit | |
NL8503457A (nl) | Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen. | |
US5065260A (en) | Method for recording/reproducing expanded digital signals in conventional format | |
US4438464A (en) | Method for editing of PCM signal and apparatus thereof | |
KR870000853B1 (ko) | 전자편집방법 | |
KR920008226B1 (ko) | 디지탈테이프레코더 | |
JPH01282779A (ja) | 符号化ディジタル信号の記録方式 | |
KR830002525B1 (ko) | Pcm 신호 전송 방법 | |
JPH0135423B2 (nl) | ||
JPS6051176B2 (ja) | Pcm録音再生装置 | |
JPS6217312B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20010828 |