NL8503457A - Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen. Download PDF

Info

Publication number
NL8503457A
NL8503457A NL8503457A NL8503457A NL8503457A NL 8503457 A NL8503457 A NL 8503457A NL 8503457 A NL8503457 A NL 8503457A NL 8503457 A NL8503457 A NL 8503457A NL 8503457 A NL8503457 A NL 8503457A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
values
channel
tracks
channels
information words
Prior art date
Application number
NL8503457A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8503457A publication Critical patent/NL8503457A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/12Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers
    • G11B20/1201Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes
    • G11B20/1202Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with longitudinal tracks only
    • G11B20/1204Formatting, e.g. arrangement of data block or words on the record carriers on tapes with longitudinal tracks only for continuous data, e.g. digitised analog information signals, pulse code modulated [PCM] data
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/10527Audio or video recording; Data buffering arrangements
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1803Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs by redundancy in data representation
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • G11B20/1809Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1866Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs by interleaving
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1876Interpolating methods
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/10527Audio or video recording; Data buffering arrangements
    • G11B2020/10537Audio or video recording
    • G11B2020/10546Audio or video recording specifically adapted for audio data
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)

Description

C/Ca/ar/1723
Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor bewerking van sequentiële waarden van een digitaal signaal voor opname in gecodeerde vorm daarvan op een registratiemedium, waarbij de waarden aan ten minste twee verschillende 5 categorieën worden toegewezen en de aan verschillende categorieën toegewezen waarden vertragingen van onderling verschillende duur ondergaan. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor weergave van het gecodeerde digitale signaal, en tenslotte op een inrichting voor bewerking van de 10 sequentiële waarden van een digitaal signaal op basis van de werkwijze volgens de uitvinding.
Digitale signalen worden veelal verkregen door bemonstering van waarden, bijvoorbeeld de waarden welke de amplitude van een analoog signaal op bepaalde tijdstippen 15 vertoont. Deze waarden worden gequantificeerd en vervolgens gebruikt in de vorm van informatiewoorden met een woordlengte van n bits. De structuur, volgens welke deze informatiewoorden ten behoeve van de uitwisseling van informatie tussen verschillende machines of andere eenheden met elkaar worden ge-20 koppeld, wordt door een zogenaamd "formaat" bepaald. Een dergelijk formaat kan bijvoorbeeld met zich meebrengen, dat de informatiewoorden volgens blokken moeten worden gegroepeerd en dat deze blokken ter wille van informatiebescherming behalve uit woorden met nuttige informatie bovendien uit woorden 25 met redundante informatie dienen te bestaan.
Een dergelijk formaat kan ook met zich meebrengen, dat een uit één kanaal afkomstige sequentie van informatiewoorden voor opname op een registratiemedium in een aantal sequenties wordt verdeeld; ook kunnen de regels voor 30 codering van de informatiewoorden door het formaat worden bepaald.
Formaten, welke in het bijzonder voor opname op een registratiemedium geschikt zijn, kenmerken zich door de bepaling, dat de binnenkomende informatiewoorden aan een 35 aantal categorieën wordt toegewezen. Volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 8005604 van oudere rang worden bijvoorbeeld BAD ORIGIhÖtë W & $ $ * - 2 - de binnenkomende informatiewoorden van een kanaal gescheiden in oneven en even informatiewoorden en verdeeld over twee parallelle bewerkingskanalen. De daarop volgende bewerking van de informatiewoorden in de beide parallelle kanalen is iden-5 tiek. De informatiewoorden van het ene bewerkingskanaal, bijvoorbeeld de even informatiewoorden, ondergaan echter een vertraging over een duur, welke verschilt van die van de vertraging welke de informatiewoorden in het andere bewerkingskanaal, bijvoorbeeld de oneven informatiewoorden, ondergaan.
10 Een van de voordelen van een dergelijk formaatvoorschrift komt duidelijk naar voren in geval van beschadiging van de opname of van het registratiemedium, en zulks in het bijzonder wanneer de opgetreden beschadiging het foutcorrectievermogen van de bij weergave toegepaste decodeerschakeling te boven gaat.
15 Indien het beschadigde gebied zich in de richting van het regis-tratiespoor niet verder uitstrekt dan de afstand, welke de even en de oneven informatiewoorden scheidt, zal slechts één van de informatiewoordcategorieën plaatselijk door de beschadiging worden aangetast, In het geval van audio-informatie kunnen uit 20 één van de bewerkingskanalen afkomstige, ontbrekende of foutieve informatiewoorden worden vervangen door uit het andere bewerkingskanaal afgeleide, geïnterpoleerde waarden. Indien bijvoorbeeld door een vingerafdruk een aanzienlijke informatie-beschadiging is veroorzaakt, kunnen bij weergave twee gebieden 25 worden beschouwd. In het eerste.gebied zullen bijvoorbeeld de meeste oneven informatiewoorden foutief zijn, terwijl in het tweede gebied de meeste even informatiewoorden foutief zullen zijn. In het eerste gebied kunnen de foutieve monsters worden vervangen door informatiewoorden, welke door interpolatie uit 30 even informatiewoorden worden verkregen. In de tweede zone kunnen de foutieve monsters worden vervangen door informatiewoorden, welke door interpolatie uit oneven monsters worden verkregen. Wanneer het registratiemedium uit een magneetband bestaat, wordt een definitieve opname vaak door redactie, dat 35 wil zeggen in de vorm van een door wegsnijden en samenvoegen van eerder opgenomen gedeelten samengestelde, nieuwe combinatie daarvan, verkregen. In dat geval treedt, wanneer bij de i BAD ORIGIN^ 5 0 3 4 5 7 I codering van de informatiewoorden zogenaamde "verwevings" (interleaving) is toegepast, een speciaal type fout op. Als gevolg van de genoemde verweving worden namelijk informatiewoorden, welke oorspronkelijk op elkaar volgen, van elkaar ge-5 scheiden over betrekkelijk grote afstanden, waarbinnen andere informatiewoorden worden opgenomen.. Wanneer een band nu tijdens redactiebewerking daarvan wordt afgesneden, wordt de op de band toegepaste volgorde van de informatiewoorden verstoord en treden zogenaamde "verwevingsfouten" op. Als gevolg daarvan 10 kunnen de redundante informatiewoorden, welke ter beveiliging van de oorspronkelijke informatiewoorden daaraan waren toegevoegd, hun beveiligingsfunctie niet langer vervullen. Dit leidt tot het optreden van niet herstelbare fouten bij de uitlezing van informatie. Ook in dat geval kunnen ontbrekende informatie-15 woorden in het ene bewerkingskanaal worden vervangen door uit het andere bewerkingskanaal geïnterpoleerde waarden, en omgekeerd. Zogenaamde "crossfade" tussen de audiosignalen op verschillende bandgedeelten kan ook optreden.
De tot nog toe voor opname van digitale audio-20 signalen beschikbare codes bieden in het algemeen slechts een zeer beperkte bescherming van de opgenomen informatiewoorden tegen het effect van een vingerafdruk, het afsnijden van een ! band, en dergelijke.
i Ter verbetering van de betrouwbaarheid van 25 digitale opname is het gebruikelijk om dezelfde signalen meer dan eens, dat wil zeggen in gescheiden sporen, op te nemen.
Als gevolg van het feit, dat gescheiden sporen slechts zelden dezelfde of samenvallende fouten vertonen, kan op die wijze een meer betrouwbare weergave van de informatie worden verkre-30 gen; daartoe worden alle opgenomen signalen uitgelezen en slechts die informatiewoorden behouden, welke foutvrij worden bevonden.
Het nadeel van een dergelijke opneemwijze is, dat foutieve of ontbrekende informatiewoorden slechts uit een 35 ander spoor kunnen worden herwonnen indien de foutverdelings-patronen van de voor meervoudige signaalopname gebruikte sporen geen correlatie vertonen of identiek zijn. Dit is echter BAD ORIGINAÊ 5 0 3 4 5 7 - 4 - meestal wel het geval wanneer de fouten zijn veroorzaakt door een vingerafdruk of het afsnijden van een bandgedeelte, waarbij steeds een aantal of alle sporen worden geraakt.
De uitvinding stelt zich ten doel, een werk-5 wijze en een inrichting voor opname en weergave van digitale signalen te verschaffen, waarbij het door "beschadiging" veroorzaakte verlies van samenstellende monsters op het registratiemedium in sterkere mate dan tot nog toe kan worden vermeden.
10 Als het door de uitvinding verschafte voor-
S
deel kan in principe het feit worden beschouwd, dat een grotere "beschadiging" van het registratiemedium dan tot nog toe zonder gevaar voor onherstelbare fouten toelaatbaar is. Een belangrijk voordeel is voorts, dat ontbrekende of foutieve 15 informatiewoorden kunnen worden vervangen door hun echte equivalenten, welke in andere sporen zijn opgenomen. Deze equivalente informatiewoorden zijn replica's van de "uitgevallen" informatiewoorden, welke dienen te worden onderscheiden van door interpolatie gevormde, meer of minder goed be-20 naderde waarden van de ontbrekende informatiewoorden. Dit is in het bijzonder van belang en van voordeel in het geval van opname en weergave van digitale audiosignalen. Door toepassing van de uitvinding beveiligde audiosignalen maken, zelfs in geval van vingerafdrukken en mechanisch veroorzaakte 25 discontinuïteiten, zoals banda.f snij ding en, weergave van het correcte signaal mogelijk.
|
De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening. Daarin tonen: 30 fig. 1 een schematische weergave van een sequentie met opeenvolgende informatiewoorden in de natuur- i ! lijke volgorde, fig. 2 en 3 een ieder van die volgens fig. 1 verschillende sequentie van dezelfde informatiewoorden, 35 fig. 4 een inrichting voor bewerking van de informatiewoorden, fig. 5,6 en 7 ieder een schematische weergave BAD ORIGINAL 303457 [ ,_^.v^nillende bewerkingskanalen, fig. 8,9 en 10 ieder een andere practische uitvoeringsvorm van een inrichting voor bewerking van de informatiewoorden, 5 fig. 11,12 en 13, in schematische weergave, ieder een gedeelte van een als band uitgevoerd registratiemedium, fig. 14 een gedeelte van een als band uitgevoerd registratiemedium, 10 fig.15 en 16 informatiewoordsequenties en de rangschikking (verdeling) daarvan over een. aantal sporen voor twee kanalen, fig. 17 een schematische weergave van de informatiewoordbewerking in een coderingseenheid, 15 fig. 18 een verdere practische uitvoerings vorm van een inrichting volgens de uitvinding, en fig. 19 en 20 ieder een gedeelte van een inrichting volgens de uitvinding.
In het hierna volgende zal de opname en weer-20 gave worden beschouwd van digitale audiosignalen, welke uit een analoog audiosignaal zijn afgeleid door middel van een gebruikelijke bemonsteringswijze, waarop hier niet verder wordt ingegaan.
Fig. 1 toont een sequentie 1 van informatie-25 woorden of waarden 2-10, welke respectievelijk overeenkomen met opeenvolgende monsters van het audiosignaal. Fig. 2 toont dezelfde waarden 2-9 van de sequentie 1, waarbij de gehele sequentie echter in tijd en plaats met één waarde-eenheid is verschoven. Dit komt overeen met een verplaatsing over één 30 bemonsterinterval. Fig. 3 toont dezelfde waarden 2-11 in een door permutatie van delen van de oorspronkelijke sequentie 1 verkregen sequentie 12; meer in het bijzonder kan de sequentie 12 door permutatie binnen paren van opeenvolgende waarden van de oorspronkelijke sequentie 1 worden verkregen.
35 Fig. 4 toont een opneemkanaal 13 en een weer- geefkanaal 14 van een opneem- en weergeefinrichting van gebruikelijk type, zoals bijvoorbeeld een digitaal audioband- 5INAJ.„. Λ „ , 0 O 4»: y xj ‘-ï L/ i - 6 - apparaat. Dergelijke inrichting bevatten, zoals bekend, ten minste een codeereenheid 15 en een decodeereenheid .16. Dergelijke eenheden 15 en 16 kunnen tot een enkele codeer- en decodeereenheid worden gecombineerd. De werking is zodanig, 5 dat gecodeerde informatiewoorden worden toegevoerd aan een opneemkop, daardoor op de band worden opgenomen, door een weergeef- of uitleeskop uit de band worden uitgelezen, en aan een decodeereenheid worden toegevoerd. De codeer- en decodeereenheid bestaan gewoonlijk uit een opslagschakeling 10 met hulpschakelingen, zoals adresgeneratoren en dergelijke. Tussen het opneemkanaal 13 en het weergeefkanaal 14, en meer in het bijzonder tussen een signaalscheidingseenheid 17 en een signaalkieseenheid 18, wordt scheiding in twee parallelle bewerkingskanalen 19 en 20 toegepast. Het kanaal 20 bevat 15 eveneens een codeereenheid 21 en een decodeereenheid 22, respectievelijk vergelijkbaar met de eenheden 15 en 16 in het bewerkingskanaal 19. In het bewerkingskanaal 20 wordt de codeereenheid 21 echter voorafgegaan door een vertragings-eenheid 23, terwijl in het kanaal 19 de decodeereenheid 16 20 door een vertragingseenheid 24 wordt gevolgd. De decodeer-eenheden 16 en 22 hebben ieder 2 uitgangen 25 en 26, respectievelijk 27 en 28. De uitgangen 25 en 27 voeren de werkelijke signalen, terwijl de uitgangen 26 en 28 markerings-informatie voeren, welke informatiewoorden aan de uitgangen 25 25 en 27 als "juist" (correct) of "foutief" identificeren.
Fig. 5 toont informatiewoorden in twee bewerkingskanalen 29 en 30, zoals dergelijke informatiewoorden bijvoorbeeld kunnen voorkomen bij de weergave van gedecodeerde informatiewoorden uit een 2-sporige opname op een magneetband. 30 Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat het kanaal 29 slechts één categorie informatiewoorden bevat, bijvoorbeeld de even monsters 2,4,6,8,10 van de sequentie 1, terwijl het kanaal 30 slechts de oneven monsters 1,3,5,7,9 van de sequentie 1 bevat. Voorts wordt aangenomen, dat als gevolg van een 35 vingerafdruk of van een bandsplits de monsters in twee gebieden 31 en 32 in meerderheid foutief zijn. Als gevolg van het verschil in vertragingsduür tussen de bewerkingskanalen 29 en
BAD ORIGINAL
Ι· 30 vertonen de gebieden 31 en 32 een verplaatsing 33 ten op- I · zichte van elkaar. Het in fig. 5 weergegeven foutverdelings- patroon kan bijvoorbeeld worden waargenomen wanneer een sequen- tie 1 volgens fig. 1 aan twee bewerkingskanalen 19 en 20 5 (zie fig. 4) wordt toegevoerd in het geval, waarin de schake- ling volgens fig. 4 niet de vertragingseenheden 23 en 24 bevat en waarin de door beschadiging van het registratiemedium I aangetaste sequentie 1 bij 34 wordt waargenomen.
Fig. 6 toont op soortgelijke wijze als fig.
105 informatiewoorden aan twee bewerkingskanalen 35 en 36, met M als verschil ten opzichte van fig. 5, dat de sequentie 1 wordt toegevoerd aan een schakeling volgens fig. 4 met de vertra- gingseenheden 23 en 24.
Fig. 7 vormt een combinatie van de fig. 5 en H 15 6 en laat een gebied 37 zien, dat zich het beste leent voor het toepassen van "crossfade" tussen twee opeenvolgende sig- H nalen 38 en 39.
I Fig. 8 toont in vereenvoudige weergave een met die volgens fig. 4 overeenkomende inrichting met codeer- I 20 en decodeereenheden 40 en 41, vertragingseenheden 42 en 43, I kieseenheden 44 en 45, benevens een kieseenheid 46. Een ver- I dere kieseenheid 79 is via leidingen 80,81 en 82 verbonden met de kieseenheden 44,45 en 46. Leidingen 83 en 84 dienen voor transmissie van de informatiewoorden van de codeer- en I 25 decodeereenheden 40 en 41 naar de respectieve kieseenheden 44 en 46. Leidingen 85 en 86 dienen voor transmissie van de bij de informatiewoorden behorende woordmerktekens.
Fig. 9 toont een verdere practische uitvoe- I; ringsvorm van een dergelijke inrichting. Uit een ingangs- 30 kanaal 47 afkomstige ingangswoorden worden toegevoerd aan twee hoofdkanalen 48 en 49, welke op hun beurt worden gescheiden I in vier respectieve kanalen 50-57 met ieder een respectieve codeer- en decodeereenheid 58-65. In het hoofdkanaal 49 gaat m aan de kanalen 54-57 een vertragingseenheid 66 vooraf, terwijl B 35 in de kanalen 50-53 van het hoofdkanaal 48 op de respectieve codeer- en decodeereenheden 58-61 een vertragingseenheid 67
Ij volgt. Een kieseenheid 68 combineert de informatie uit de I BAD ORIGIN/&5 6 3 4 5 / - 8 - hoofdkanalen 48 en 49 tot uitgangskanaalinformatie 69.
Fig. 10 toont weer een andere practische uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij vier parallelle bewerkingskanalen 19,20,19a en 20a worden 5 toegepast, welke ieder een respectieve opslagschakeling 76 of 76a omvatten, welke enerzijds aan het opneemkanaal 13 en anderzijds via respectieve uitgangen 25,27,25a en 27a aan een respectieve kieseenheid 88 of 88a zijn aangesloten. Verdere uitgangen 26,28,26a en 28a van de opslagschakelingen voeren 10 informatiewoordmerktekens. De kieseenheden 88 en 88a hebben respectieve uitgangen 14 en 14b voor informatiewoorden en 14a en 14c voor informatiewoordmerktekens. Voorts zijn twee * adresgeneratoren 78 en 78a aanwezig, welke via respectieve ingangen 87 en 87a in aanmerking komende tijdsritmesignalen 15 ontvangen en aan hun uitgang via respectieve informatiever-deelleidingen 77 en 77a met de opslagschakelingen 76 en 76a zijn gekoppeld.
Fig. 11 toont schematisch een gedeelte van een opslagschakeling 76 volgens fig. 10, waarin bekende bewer-20 kingen voor codering van de binnenkomende informatiewoord-blokken worden uitgevoerd. De werking van dergelijke opslagschakelingen kan worden beschreven aan de hand van een matrix-verdeling met rijen en kolommen, waarvan in fig. 11 slechts de beide rijen 117 en 118 en de beide kolommen 115 en 116 25 zijn getekend. De snijpunten van steeds een rij en een kolom komen overeen met geheugenposities, waarvan er slechts één, dat wil zeggen 119 bij het snijpunt van de rij 118 en de kolom 116, in fig. 11 met een afzonderlijk verwijzingsgetal is aangeduid. Op verschillende van dergelijke geheugenposi-30 ties van de opslagschakeling 76 zijn afzonderlijke informatie-woorden 101-112, 102'-112' en 101”-112" weergegeven. Dit geldt eveneens voor de fig. 12 en 13.
Fig. 14 toont een gedeelte van een aan opname onderworpen band 120 met registratie- of opnamesporen 121-35 128 voor de verschillende kanalen.
Fig. 15 toont van 1 t/m 24 genummerde informa-tiewoorden 132, welke bij het hier beschreven voorbeeld over BAD ORIGINAL 85 0 3 4 5 7 - 9 - vier sporen 133-136 zijn verdeeld. Twee paren sporen 133 en 134, respectievelijk 135 en 136, behoren bij twee respectieve ; bewerkingskanalen 137 en 138. Opgemerkt wordt, dat de uit drukking "spoor" in de onderhavige tekst in algemene zin wordt 5 gebruikt voor het identificeren van een gebied of oppervlak-gedeelte, waarin informatie op enige afstand tot de buitenranden van een registratiemedium daarop wordt opgenomen. Zodra en zolang als de informatie zich binnen de bewerkingsschake-lingen van een inrichting bevindt, wordt de voorkeur aan de 10 uitdrukking "kanaal" gegeven. Ten einde de uitdrukking "sub-kanaal" te vermijden, wordt de uitdrukking "spoor" in het 1 hierna volgende bovendien gebruikt voor dat deel van een kanaal, dat daaruit door de een of andere vorm van splitsing ij of afscheiding is verkregen. Dit wil zeggen, dat de informatie-15 woorden 132 van de sporen 132 en 133 in een later stadium werkelijk op een zelfde registratiespoor van het registratiemedium zullen worden opgenomen. Twaalf opeenvolgende informa-tiewoorden 132 van een spoor 133,134,135 of 136 vormen een blok 139. In overeenstemming met de bekende regels voor het 20 formaat DASH bevat een dergelijk blok 139 bovendien ter beveiliging redundante informatiewoorden, welke hier niet behoe- - ven te worden beschouwd. De pijlen 140 en 141 in fig. 15 dienen i· j respectievelijk om in de bewerkingskanalen 137 en 138 aan te j wijzen, volgens welke regels de informatiewoorden in de sporen 25 133-136 dienen te worden geordend; de in fig. 15 aldus geïndiceerde regels zijn die van de versie DASH-M van het formaat DASH.
Fig. 16 toont een rangschikking van informatiewoorden 132 uit twee kanalen 143 en 144 volgens steeds vier 30 sporen 145-148 en 149-152. De informatiewoorden 132 zijn van 1 t/m 48 genummerd. Ook in dit geval dienen de pijlen 153 en 154 om aan te wijzen, volgens welke regels de informatiewoorden 132 van ieder kanaal over de vier sporen moeten worden verdeeld. In dit geval maken de desbetreffende regels deel 35 uit van de versie DASH-S van het formaat DASH.
! Fig. 17 toont voor dezelfde informatiewoorden j 132 volgens fig. 15 schematisch de wijze, waarop zij in een bad origin&iS 0 3 4 5 7 - 10 - codeereenheid worden gerangschikt. Voor zij de codeereenheid bereiken, worden zij in serievorm bewerkt, terwijl de bewerking binnen de codeereenheid in parallelvorm geschiedt. De twaalf informatiewoorden 132 of het desbetreffende blok 139 5 van ieder spoor volgens fig. 15 worden derhalve weergegeven door de respectieve getallen 133',134 ' ,135 ' en 136'. Bij de positie 155 worden de even en de oneven informatiewoorden 132 weergegeven als groepen 156-163? bovendien heeft de werkelijke sequentie of volgorde binnen de groepen 156-163 een 10 verdere permutatie volgens de codeerregels van het formaat DASH-M ondergaan. Tijdens de codering worden de informatiewoorden aan vertragingen van onderling verschillende duur onderworpen, zodat zij niet in dezelfde volgorde met elkaar blijven, doch in plaats daarvan nieuwe groepen 156'-163* 15 volgens de verwevingsregels van het formaat vormen.
Fig. 18 toont een soortgelijke rangschikking als fig. 4, zodat identieke blokken eenzelfde verwijzings-getal hebben en niet opnieuw afzonderlijk gedefinieerd worden. De beide kanalen 19 en 20 zijn aangesloten aan een verdeel-20 eenheid 164, welke via leidingen 165 en 166 met respectieve permutatie-eenheden 167 en 168 is gekoppeld. Dergelijke per-mutatie-eenheden zijn van bekend type en worden reeds bij digitaal werkende audio-opneemapparaten toegepast. Leidingen 169,170 en.171,172 verbinden de respectieve permutatie-eenheden 25 167 en 168 met de respectieve cpdeereenheden 15 en 21. De decodeereenheden 16 en 22 zijn via respectieve leidingen 25 en 27 gekoppeld met respectieve inverse-permutatie-eenheden 174 en 175, welke op hun beurt via respectieve leidingen 72 en 173 met de kieseenheid 18 zijn gekoppeld. De leidingen 30 26 en 28 worden op gebruikelijke wijze gebruikt voor transmissie van de informatiewoordmerktekens. Aan zijn uitgang is de kieseenheid 18 gekoppeld met leidingen 176 en 177 voor informatiewoorden en met een leiding 178 voor informatiewoordmerktekens .
35 Fig. 19 toont schematisch een matrixbewerkings- eenheid 179, welke dient voor scheiding van de uit de kanalen 19 en 20 afkomstige informatiewoorden, dat wil zeggen verde- BAD ORIGINAL; 0 3 4 5 7 I ling van deze informatiewoorden over steeds twee kanalen of sporen, welke in fig. 19 respectievelijk met 133, 134 en 135, 136 zijn aangeduid. Dergelijke matrixbewerkingseenheden zijn algemeen bekend en bestaan in hoofdzaak uit een opslagschake-5 ling met een adresgenerator, welke laatstgenoemde zodanig kan worden geprogrammeerd, dat de gewenste scheiding en permutatie van de informatiewoorden wordt verkregen. Gedeelten van de codeereenheden 15 en 21, en de permutatie-eenheden 167 en 168 en de verdeeleenheid 164 vormen een dergelijke matrixbewerkings-10 eenheid 179.
Fig. 20 toont een matrixbewerkingseenheid 180, waarmee verdeling van de via twee kanalen 19 en 20 ontvangen informatiewoorden over 8 sporen 145-152 kan worden verkregen.
De eenheid 80 kan, evenals de matrixbewerkingseenheid 179, 15 worden voorafgegaan door een schakeleenheid 181, welke de kanalen 19 en 20 zodanig kan combineren, dat op beide kanalen dezelfde informatiewoorden verschijnen. Dit wil zeggen, dat alle informatiewoorden in fig. 15 en in fig. 16 met dezelfde getallen zijn aangeduid, ook dezelfde waarde zullen hebben.
20 Volgens de hier beschreven werkwijze wordt bijvoorbeeld dezelfde sequentie 1 met informatiewoorden 2-10 toegevoerd aan twee gescheiden, parallelle kanalen. In het ene kanaal zal de sequentie zonder enige wijziging van de volgorde van de informatiewoorden worden gecodeerd. In het 25 andere of tweede kanaal zal bovendien de volgorde van de informatiewoorden worden gewijzigd, zodat een nieuwe sequentie, zoals 2 of 3, zal resulteren. Deze wijziging kan bijvoorbeeld bestaan uit vertraging van sequentie 1 over één waarde-eenheid, of uit permutatie van paren opeenvolgende monsters. Bij de 30 inrichting volgens fig. 4 zal in overeenstemming daarmee de via het opneemkanaal 13 verschijnende sequentie 1 worden gescheiden en worden verdeeld over de twee kanalen 19 en 20.
In het kanaal 19 wordt de sequentie 1 toegevoerd aan de codeer-[| eenheid 15 voor afzonderlijke bewerking van de even en de 35 oneven monsters, zoals door de beide ingangen 70 en 71 wordt ] aangeduid. In het kanaal 20 zal de sequentie 1 bijvoorbeeld door de vertragingseenheid 23 over één informatiewoord of £ Π 1 A 5 7 BAD ORIGIhfAfc' J J J 7 - 12 - monster worden verschoven en vervolgens worden toegevoerd aan de codeereenheid 21 voor bewerking op de gebruikelijke wijze daardoor. Verondersteld wordt nu, dat het registratiemedium is beschadigd over een gebied of gedeelte, dat kleiner is dan 5 de door de gebieden 31 en 32 in fig. 5 bepaalde afstand 33.
Het foutverdelingspatroon aan de uitgang 72 van de vertraging seenhe id 24 zal dan de gedaante volgens fig. 5 hebben, terwijl aan de uitgang 27 van de decodeereenheid 22 een foutverdelingspatroon volgens fig. 6 optreedt. Vergelijking van 10 deze twee foutverdelingspatronen laat zien, dat nog steeds het geheel aan oorspronkelijke informatiewoorden wordt weergegeven. De in het gebied 31 ontbrekende informatiewoorden komen voor in het kanaal 35, terwijl de in het gebied 32 ontbrekende informatiewoorden in het kanaal 36 aanwezig zijn.
15 Dit wordt weergegeven door fig. 7. Op soortgelijke wijze zullen de gebieden 31' en 32' in fig. 6 worden gecompleteerd door uit de kanalen 30 en 29 afkomstige informatiewoorden.
Als gevolg daarvan ontbreekt geen enkel informatiewoord. De foutieve informatiewoorden van de gebieden 31,31' en 32,32' 20 worden op bekende wijze in de decodeereenheden gemarkeerd, hetgeen wil zeggen, dat door de decodeereenheden 16 en 22 tezamen met de aan hun respectieve uitgangen 25 en 27 verschijnende informatiewoorden bovendien via hun respectieve uitgangen 26 en 28 bijbehorende informatiewoordmerktekens aan 25 de kieseenheid 18 worden geleverd. De kieseenheid kiest dan de geldige informatiewoorden en reconstrueert op bekende wijze een volledige sequentie volgens fig. 1, welke aan het uitgangs-kanaal 14 verschijnt. De informatiewoorden aan het uitgangs-kanaal 14 gaan vergezeld van informatiewoordmerktekens, welke 30 via het parallelle uitgangskanaal 14a verschijnen. De inrichting volgens fig. 8 functioneert in principe op dezelfde wijze, met als verschil, dat de kieseenheden 44 en 45 kunnen worden gebruikt voor eliminatie van het effect van de vertragings-eenheden 42 en 43. Via een elektronische schakelaar kan via 35 de leiding 80 aan de kieseenheden 44,45 en 79 een signaal worden toegevoerd, dat aanwijst of de inrichting twee gescheiden signalen, welke in tijd-multiplexrelatie aan het ingangs- 8503457
BAD ORIGINAL
-13- ί kanaal 13 aanwezig zijn, dient te bewerken of, op nog nader te beschrijven wijze volgens de uitvinding, een enkel signaal. \\ In het geval van een dubbele opname zullen de kieseenheden 45 en 79 door het genoemde signaal via de leiding 80 in een 5 zodanige toestand worden gebracht, dat zij signalen via de ij ingang B kunnen ontvangen. De kieseenheid 44 zal naar zijn ingang A worden overgeschakeld. Onder die omstandigheden zal 'j de kieseenheid 46 door een uitgangssignaal van de kieseenheid f 79 in een zodanige toestand worden gebracht, dat het voor het 10 uitgangskanaal·14 een sequentie met uitgangswaarden afgeeft, welke uitsluitend geldige informatiewoorden uit de leidingen 83 en 84 bevat. Bovendien zullen de informatiewoordmerktekens van de leiding 85 via de leiding 81 worden toegevoerd aan de | kieseenheid 79, welke de schakeltoestand van de kieseenheid 15 46, dat wil zeggen A of B, bepaalt in.afhankelijkheid van het feit of een correcte, dan wel een foutieve waarde door het bijbehorende informatiewoordmerkteken is geïdentificeerd. Op dezelfde wijze kunnen de informatiewoordmerktekens van de leiding 86 worden gebruikt. Wanneer twee signalen in tijd-20 multiplexrelatie worden opgenomen, zullen de kieseenheden 45 en 79 zodanig worden geschakeld, dat zij signalen via hun ingangen A kunnen ontvangen, terwijl de kieseenheid 44 naar zijn ingang B zal worden overgeschakeld. Op deze wijze worden de vertragingseenheden 42 en 43 gepasseerd (overgeslagen) via 25 de respectieve ingangen 74 en 75.. Aan zijn ingang A ontvangt de kieseenheid 79 tijdsritmesignalen, welke de kieseenheid 46 via de leiding 82 zodanig besturen, dat de beide sequen- '§ ties met elkaar worden gecombineerd.
:| Wanneer de bandtransportsnelheid laag is, 30 zal de inrichting volgens fig. 9 worden gekozen. Daarbij is het bovendien mogelijk om een afzonderlijke bewerkingseenheid aan ieder bewerkingskanaal in plaats van een gemeenschappelijke vertragingseenheid aan alle bewerkingskanalen toe te voegen.
jj 35 Door wijziging van de uitlees- en/of inlees- adressen van een geheugen is het mogelijk om in plaats van een vertraging van de sequentie 1 in één van de kanalen 19 BADORIGlS&Ü 3 4 5/ - 14 - en 20 teweeg te brengen, een verandering van de volgorde te verkrijgen, bijvoorbeeld door permutatie. Aangezien de codeer-en decodeereenheden in wezen uit een opslagschakeling bestaan, kan dit bijvoorbeeld in kanaal 20 geschieden door permutatie 5 van de inleesadressen en omgekeerde permutatie van de uitlees-adressen. Daartoe zal de opslagschakeling 76 via een verdeel-leiding worden verbonden met een adresgenerator 78, welke over de noodzakelijke adressequenties beschikt. Aan de ingang 87 verschijnende tijdsritmesignalen besturen de adresgenerator 10 78 in overeenstemming daarmee. De permutatie van informatie-woorden door permutatie van de inleesadressen is schematisch in fig. 3 weergegeven.
Voor een enigszins gedetailleerde beschrijving van de codeerwijze volgens de uitvinding, wordt eerst veronder-15 steld, dat in het opneemkanaal 13 een sequentie van twaalf tot eenzelfde blok behorende informatiewoorden wordt bewerkt. Meer in het bijzonder zullen de informatiewoorden 101-112 in de fig. 11-13 worden beschouwd, welke in het opneemkanaal 13 verschijnen in de volgorde: 20 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112
Deze sequentie wordt toegevoerd aan alle opslagschakelingen 76,76a. In de opslagschakeling 76 van het kanaal 19 worden slechts oneven informatiewoorden bewerkt, terwijl in de opslagschakeling 76 van het kanaal 20 slechts 25 even informatiewoorden worden bewerkt. Hetzelfde geldt voor de opslagschakeling 76a, welke in het kanaal 19a slechts oneven informatiewoorden bewerkt en in het kanaal 20a slechts even informatiewoorden bewerkt.
In de opslagschakeling 76 worden de in serie-30 vorm binnenkomende informatiewoorden bloksgewijs in parallelvorm bewerkt, zoals door de positie 130 van de opslagschakeling 76 in fig. 11 wordt weergegeven. Tijdens een zogenaamde "schud"-operatie (scrambling) worden informatiewoorden op de positie 131 van de opslagschakeling 76 op nieuwe plaatsen 35 ingelezen, hetgeen tot een nieuwe volgorde leidt, bijvoorbeeld: 102' 106' 110' 104’ 108' 112’ 101' 105' 109' 103’ 107' 111'
Tijdens de codeerbewerking worden afzonder- bad originIiS 0 3 4 5 7 I\ I; lijke informatiewoorden op bekende wijze verschillende gecodeerd. Hieruit resulteer na de codering een verdeling als weergegeven in fig. 11 van de informatiewoorden 101-112 over de opslagschakeling 76. Daarbij ondergaan de even informatie-5 woorden bijvoorbeeld een grotere vertraging dan de oneven woorden, zoals bij beschouwing op tijdbasis naar voren komt.
Fig. 11 toont de positierelatie van de afzonderlijke informatiewoorden van een informatieblok in de kanalen 19 en 20. Fig. 12 en 13 tonen de informatiewoorden 10 101-112 na codering in de kanalen 19a en 20a. Dit wil zeggen, dat bij de hier beschouwde, meervoudige informatie-opname dezelfde informatiewoorden éénmaal volgens fig. 11 en éénmaal . volgens bijvoorbeeld fig. 12 of fig. 13 worden opgenomen. Bij de codering volgens fig. 12 wordt de positie van de afzonder-15 lijke informatiewoorden aan permutatie volgens een kiesbare ordeningsregel onderworpen. Deze permutatie binnen een blok met informatiewoorden, welke in fig. 11 en in fig. 12 kan worden waargenomen, heeft tot effect, dat dezelfde' informatiewoorden nimmer gelijktijdig op het registratiemedium worden 20 opgenomen. Het informatiewoord 109 zal bijvoorbeeld later uit het kanaal 19a dan uit het kanaal 19 komen, enz.
Indien tijdens de codering van de dubbel opgenomen informatiewoorden 101-112 in de kanalen 19a en 20a de bewerking van oneven en even informatiewoorden aan permu-25 tatie wordt onderworpen, resulteert een rangschikking van de informatiewoorden 101-112 volgens fig. 13. Tijdens deze bewerking worden twee groepen informatiewoorden aan permutatie onderworpen. Identieke informatiewoorden uit de kanalen 19a en 20a worden verder uit elkaar geplaatst dan informatie-30 woorden uit de kanalen 19 en 20. Duidelijk komt naar voren, dat de combinatie van de informatiewoordrangschikkingen volgens de fig. 11 ën 13 in geval van beschadiging van de opname tot een meer effectieve bescherming van de informatiewoorden leidt dan de combinatie van de rangschikkingen volgens de 35 fig. 11 en 12..
Fig. 14 toont een bijzonder voordelige rangschikking van de informatiewoorden van twéé opneemkanalen met | badorigiïAiP 0 3 4 5 7 - 16 - ieder vier sporen. Verondersteld wordt slechts, dat de sporen 121-124, dat wil zeggen de helft van de opname, ongewijzigde informatiewoordsequenties bevatten, dat wil zeggen informatie-woordsequenties volgens fig. 11. De sporen 125-128 bevatten 5 een tweede opname volgens fig. 12 of fig. 13 met aan permutatie of vertraging onderworpen informatiewoorden. Indien de ene helft van de bandopname 120 wordt beschadigd, is het mogelijk, dat de andere helft toch nog alle noodzakelijke informatiewoorden bevat.
10 In het geval van een audio-opname is de hier voorgestelde bewerkingswijze niet beperkt tot dé audio-signalen zelf, doch verdient zij tevens aanbeveling voor de hulpsignalen. Zulke hulpsignalen worden in de literatuur bijvoorbeeld aangeduid als "Labels”.
15 De fig. 15-20 laten zien op welke wijze de hier voorgestelde bewerkingswijze voor volgens het formaat DASH gerangschikte informatiewoorden 132 werkt. Daarbij wordt verondersteld, dat informatiewoorden 132 in hun natuurlijke volgorde verschijnen via de kanalen 19 en 20 van de door 20 fig. 18, 19 of 20 weergegeven inrichting. Voor de verdeling van informatiewoorden uit het kanaal 19 of 137 over de afzonderlijke sporen 133 en 134 worden de regels volgens DASH-M toegepast, zodat de verdeling volgens de pijlen 140 plaats-vindt. Voor de verdeling van de informatiewoorden uit het 25 kanaal 20 of 138 over de sporen 135 en 136 worden de pijlen 141 gevolgd. De hier beschreven regels houden in, dat de sequenties in beide sporen worden opengebroken en dat identieke monsters in de bovenste sporen 133 en 134 van het kanaal 137 en in de onderste sporen 135 en 136 van het kanaal 138 terecht-30 komen. Dit wordt in het bijzonder duidelijk bij vergelijking van de informatiewoorden 132 met de nummers 1-4 in het kanaal 137 met die in het kanaal 138. De genoemde bewerkingen worden uitgevoerd in de verdeeleenheid 164 en in de permutatie-eenheden 167 en 168 of in de matrixbewerkingseenheid 179.
35 Daarna worden de informatiewoorden 132 van de sporen 133 en 134 via leidingen 169 en 170 in de codeer-eenheid 15 ingelezen voor bewerking in parallelvorm. Voorts bador.g.na£5{3 3 45 7 I - 17 - jj: worden deze infonuatiewoorden in de codeereenheid 15 gescheiden in categorieën (wat betreft hun relatieve positie binnen de groep in even of oneven), zodat groepen 156-159 kunnen worden gevormd. Hetzelfde geschiedt met de informatiewoorden I 5 uit de sporen 135 en 136, welke via leidingen 171 en 172 aan de codeereenheid 21 worden toegevoerd en tot groepen 160-163 worden omgevormd. In de codeereenheden 19 en 21 worden alle •j: informatiewoorden volgens bekende regels aan vertraging onderworpen, waaruit groepen 156’-163' resulteren met onderling 10 verschillende verdelingen over tijd en ruimte. In een verder stadium worden de informatiewoorden van de groepen 156’ en 157’, 158' en 159', 160' en 161', en 162’ en 163* op zelfde respectieve sporen opgenomen. Een op fig. 15 gebaseerde vergelijking van informatiewoorden uit verschillende groepen laat 15 zien, dat zij zowel in de tijd als in de ruimte worden verschoven. Dit geldt bijvoorbeeld voor het informatiewoord 132 met het nummer 3, zoals door de pijl 182 wordt weergegeven.
De groepen 162' en 163' zullen door middel van een opneemkop 183 in de afgeheelde volgorde op één spoor van het registratie-20 medium 184 worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor de andere · groepen 156’-161', welke op soortgelijke wijze op andere sporen worden opgenomen. Hieruit komt naar voren dat, indien hetzelfde informatiewoord 132 tweemaal wordt bewerkt via twee opneemkanalen 19 en 20 of 137 en 138, waarin de verdeling 25 van de informatiewoorden over de sporen en de volgordepermuta-tie in de sporen 133, 134, 135 én 136 volgens de regels van DASH-M worden toegepast, twee versies van een zelfde monster op het registratiemedium zover mogelijk uit elkaar worden opgenomen, hetgeen het risico van het verlies van beiden als 30 gevolg van beschadiging of fouten vermindert.
In het geval van signaalweergave wordt een weergeefkop (in 185 slechts voor één spoor getekend) gebruikt en vindt de zelfde bewerking in omgekeerde richting plaats.
In decodeereenheden 16 en 22 en in omgekeerde-permutatie-35 inrichtingen 174 en 175 worden sequenties met informatiewoorden 132 volgens fig. 15 gevormd. Daarbij kan het als gevolg van fouten bij de opname of de weergave mogelijk zijn, dat enige j BAD ORIG.K*[? 0 3 45 7 - 18 - van de informatiewoorden 132 ontbreken of foutief zijn. In verband daarmede wordt aan ieder informatiewoord 132 door de decodeereenheid 16 of 22 een merkteken toegevoegd. Dit wil zeggen, dat in de decodeereenheden 16 en 22 parallel aan het 5 informatiewoordregister een merktekenregister aanwezig is, dat slechts een 1-bits register behoeft te zijn en een aanwijzing verschaft of het informatiewoord 132 in het bijbehorende register juist of niet is. Dit geschiedt door middel van een controlewijze, welke algemeen bekend is en zelf geen 10 verband met de uitvinding houdt.
De merktekens volgen een bewerkingsweg, welke identiek is met die, welke de informatiewoorden volgen. De kieseenheid 18 kan op basis van de merktekens detecteren of een ontvangen informatiewoord juist of niet is. Bij dubbele 15 opname van een signaal volgens twee parallelle kanalen 19 en 20 komt ieder informatiewoord tweemaal voor,'zodat de kieseenheid 18 een informatiewoordensequentie kan reconstrueren, welke zoveel mogelijk uit juiste informatiewoorden bestaat.
Voor de verdeling van de informatiewoorden uit 20 twee kanalen 143 en 144 over steeds vier registratiesporen (145-148 en 149-152) is het, zoals fig. 16 laat zien, noodzakelijk om een inrichting te gebruiken, welke in principe met die volgens fig. 18 overeenkomt, doch ten opzichte daarvan verschilt, doordat op de verdeeleenheid 164 vier in plaats 25 van twee identieke kanalen volgen. De werking van.deze inrichting is echter identiek en wordt hier niet opnieuw beschreven. In een dergelijk geval worden identieke informatiewoorden 132 eveneens tweemaal opgenomen, zij het niet noodzakelijkerwijze tweemaal op eenzelfde paar sporen. Dit wordt voor een bepaald 30 geval verduidelijkt door de informatienummers 1,14,5 en 2 in fig. 16.
De door een schakeleenheid 181 voorafgegane matrixbewerkingseenheden 179 en 180 zijn zowel in staat tot bedrijf, waarbij één enkele eenheid volgens bepaalde regels 35 voor de verdeling en permutatie van informatiewoorden is geprogrammeerd en waarbij de eenheden enkelvoudige opname van twee verschillende informatiesignalen in tijd-multiplex- bad ORiGiNyg-5 0 3 4 5 7 ;( - 19 - || relatie op naar keuze twee of vier sporen verzorgen, als tot ï bedrijf, waarbij de eenheden dubbele opname van één informa- tiesignaal verzorgen; het voorgaande binnen een zelfde formaat. Duidelijk zal zijn, dat de hier vermelde aantallen van twee 5 of vier sporen slechts bij wijze van voorbeeld zijn genoemd. Aangezien het formaat DASH erop is gebaseerd, dat de aantal-len sporen per audiokanaal machten van 2 zijn (1,2,4), kunnen j de hiervoor beschreven werkwijze en inrichting volgens de !ii uitvinding zonder enig probleem worden toegepast.
I 10 ------ • “ï ijl * \.
;|i:j ><i i.' f ;.;i; f,!;! l| lip !ip ij lil! I bad originaS 5 0 3 4 5?

Claims (20)

1. Werkwijze voor bewerking van sequentiële waarden van een digitaal signaal voor opname in gecodeerde vorm daarvan op een registratiemedium, waarbij de waarden tijdens de codering aan ten minste twee verschillende cate- 5 gorieën worden toegewezen en de tot verschillende categorieën behorende waarden aan vertragingen van verschillende duur worden onderworpen, gekenmerkt door bewerking van de waarden in een met het aantal categorieën overeenkomend aantal parallelle kanalen (19,20), en door het teweegbrengen van 10 een verschil in volgorde van de waarden in een dergelijk kanaal (20) ten opzichte van de waarden in de één of meer andere dergelijke kanalen (19).
2. Werkwijze voor weergave van een onder toepassing van een werkwijze volgens fig. 1 bewerkt en vervolgens 15 in gecodeerde vorm opgenomen, digitaal signaal, waarbij tijdens de decodering de tot verschillende categorieën behorende waarden worden onderworpen aan vertragingen van verschillende duur, welke de tijdens codering ondergane vertragingen compenseren gekenmerkt door wijziging van de volgorde van de 20 waarden in een dergelijk kanaal (19) ten opzichte van die van de waarden in de één of meer andere dergelijke kanalen (20), en door samenvoeging van de meest geschikte waarden uit alle ' \ kanalen (19,20) tot een sequentie (1) van opeenvolgende waarden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met 25 h e t kenmerk, dat de wijziging van de waardenvolgorde plaatsvindt door permutatie van waarden binnen een bepaalde groep (156'-163') van de waarden (132).
4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de wijziging van de waardenvolgorde 30 plaatsvindt door wijziging van de voor een opslagschakeling (76) bestemde inlees- of uitleesadressen.
5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk, dat de wijziging van de waardenvolgorde plaatsvindt door permutatie van twee groepen (156', 163') waar- 35 den.
6. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t bad originaS 5 0 3 4 5 ? - 21 - het kenmerk, dat de wijziging van de waardenvolgorde plaatsvindt:·door vertraging in de tijd van de waarden van ten j: minste één kanaal (2 0) over een met één bemonsterinterval ' overeenkomende vertragingsduur.
7. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wijziging van de waardenvolgorde plaatsvindt door vertraging in de tijd van de waarden van .i.i afzonderlijke sporen van een kanaal.
8. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de ' 10 waarden op een·aantal sporen van een registratiemedium worden opgenomen, met het kenmerk, dat op het registratie-ί medium (120) twee groepen (121-124,125-128) sporen worden ge vormd, waarbij één stel sporen (125-128) aan permutatie of aan vertraging onderworpen waarden bevat en het andere stel sporen 15 (121-124) van permutatie- of vertragingsonderwerping vrije waarden bevat.
9. Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de samenvoeging van de meest geschikte waarden uit alle kanalen (19,19a,20,20a) tot een sequentie van uit-20 gangswaarden plaatsvindt op basis van gebruik van merktekens.
10. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de waarden tijdens de codering aan twee verschillende categorieën worden toegewezen, met het kenmerk, dat alle waarden van een digitaal signaal in twee kanalen (19,20) worden f ‘ 25 bewerkt, de waarden in ieder kanaal over 2 sporen worden verdeeld, waarbij k een niet-negatief geheel getal is, de wijziging van de waardenvolgorde door permutatie van de volgorde in één kanaal plaatsvindt, en dat, voor een voor beide 1 kanalen identiek gedefinieerde volgorde van overeenkomende ' 30 sporen, identieke waarden in beide kanalen in de genoemde volgorde in verschillende sporen van de beide kanalen worden bewerkt.
11. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de waarden van het digitale signaal volgens een als "DASH" bekend i 35 formaat worden opgenomen en waarbij de tot verschillende categorieën behorende waarden aan groepen worden toegewezen, met het kenmerk, dat de waardenbewerking plaats- I bad 0R»Gir&6 0 3 4 5 7 | - 22 - ΐ vindt in twee parallelle kanalen (137,138) en dat de wijziging van de waardenvolgorde plaatsvindt door permutatie- van de volgorde in de tijd van de groepen (156',163') in één kanaal.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, m e t 5het kenmerk, dat ieder ingangskanaal wordt gesplitst in twee sporen.
13. *Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat ieder ingangskanaal wordt gesplitst in vier sporen.
14. Werkwijze volgens conclusie 11,12 of 13, gekenmerkt door aanvullende permutatie van waarden (132) tussen de sporen (135,136) van het ene kanaal (138) ten opzichte van de sporen van het andere kanaal (137) .
15. Werkwijze volgens conclusie 11, m e t 15. e t kenmerk, dat de uit twee kanalen afkomstige waar-den van het digitale signaal op vier sporen worden opgenomen.
16. Werkwijze volgens conclusie 11., m e t het kenmerk, dat de uit twee kanalen afkomstige waarden van het digitale signaal op acht sporen worden opgenomen.
17. Inrichting voor bewerking van sequentiële waarden van een digitaal signaal voor opname in gecodeerde vorm daarvan op een registratiemedium en voor weergave uit een registratiemedium en decodering daarvan, gekenmerkt' door een inrichting (17,164,179,180) voor transmissie van een 25 eerste signaal (1) van een ingangskanaal (13) naar een aantal kanalen (19,20), een inrichting (18) voor samenvoeging van de waarden tot een geschikt signaal voor een uitgangskanaal (14), en door een inrichting (23,24,167,168) voor wijziging van de waardenvolgorde in een kanaal ten opzichte van de waarden- 30 volgorde in een ander kanaal.
18. Inrichting volgens conclusie 17, m e t het kenmerk, dat de inrichting voor wijziging van de waardenvolgorde van een signaal is opgenomen in een codeer- en decodeerinrichting met een opslagschakeling (76) 35 en een daaraan toegevoegde adresgenerator.
19. Inrichting volgens conclusie 17, m e t het kenmerk, dat een ingangskanaal (47) zich ver- badorig,^l 0 3 45 7 f i t { 1 - 23 - takt in en een uitgangskanaal (69) aansluit op de samenloop van twee een aantal kanalen (50-57) bevattende hoofdkanalen (48,49) waarbij aan ieder hoofdkanaal (48,49) een inrichting (66,67) voor wijziging van de waardenvolgorde is toegevoegd.
20. Inrichting volgens conclusie 17, geken merkt door een aan iedere codeer- en decodeereenheid (40,41) toegevoegde kieseenheid (44,45), een op de decodeer-eenheden (40,41) volgende gemeenschappelijke kieseenheid (46), en door een verdere kieseenheid (79), welke de gemeenschap-10 pelijke kieseenheid (46) zodanig bestuurd, dat de werking van de inrichting op basis van een extern signaal (80) naar keüze kan worden overgeschakeld tussen opname en weergave van de zelfde waarden in onderling verschillende sequenties enerzijds en opname en weergave van waarden van een aantal signalen 15 met dezelfde waardensequenties anderzijds. i \ . ; fii;; ;1j, 1¾ ,if f j BAD 0RIG,NêlS 0 3 4 5 7
NL8503457A 1984-12-18 1985-12-16 Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen. NL8503457A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH598184 1984-12-18
CH5981/84A CH666975A5 (de) 1984-12-18 1984-12-18 Verfahren und vorrichtung zur aufzeichnung und wiedergabe codierter digitaler signale.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8503457A true NL8503457A (nl) 1986-07-16

Family

ID=4302451

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8503457A NL8503457A (nl) 1984-12-18 1985-12-16 Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4748519A (nl)
JP (1) JPH0642297B2 (nl)
AT (1) AT394465B (nl)
CH (1) CH666975A5 (nl)
DE (1) DE3544819C2 (nl)
FR (1) FR2574974B1 (nl)
GB (1) GB2168512B (nl)
NL (1) NL8503457A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU594995B2 (en) * 1986-01-24 1990-03-22 Sony Corporation Data transmission method suitable for a disc
JP2569478B2 (ja) * 1986-02-19 1997-01-08 ソニー株式会社 デ−タ記録装置
JP2576512B2 (ja) * 1987-06-29 1997-01-29 ソニー株式会社 デ−タレコ−ダ
JP2548444B2 (ja) * 1990-09-18 1996-10-30 松下電器産業株式会社 記録再生装置
JP3449776B2 (ja) * 1993-05-10 2003-09-22 松下電器産業株式会社 デジタルデータ記録方法および装置
US6384996B1 (en) * 1994-10-31 2002-05-07 Samsung Electronics Co., Ltd. Insertion of ones and zeroes into I-NRZI modulation for magnetic recording apparatus to facilitate head tracking
US5642241A (en) * 1994-10-31 1997-06-24 Samsung Electronics Co., Ltd. Digital signal recording apparatus in which interleaved-NRZI modulated is generated with a lone 2T precoder
US5729396A (en) * 1995-05-12 1998-03-17 Cirrus Logic, Inc. Fault tolerant sync mark detector enabled relative to a frequency of an acquisition preamble for sampled amplitude recording
EP3486203A1 (en) 2011-05-18 2019-05-22 Hydro-Quebec Ferromagnetic metal ribbon transfer apparatus and method

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3303482A (en) * 1963-02-25 1967-02-07 Rca Corp Redundant recording system with parity checking
US3761903A (en) * 1971-11-15 1973-09-25 Kybe Corp Redundant offset recording
US3883891A (en) * 1974-08-22 1975-05-13 Rca Corp Redundant signal processing error reduction technique
JPS5240312A (en) * 1975-09-26 1977-03-29 Sharp Corp Magnetic recording method
GB1599156A (en) * 1976-12-24 1981-09-30 Indep Broadcasting Authority Recording digital signals
NL190252B (nl) * 1977-07-14 1993-07-16 Indep Broadcasting Authority Digitale opneem- en weergeefinrichting.
FR2418593A1 (fr) * 1978-02-28 1979-09-21 Thomson Brandt Procede de diffusion d'un signal sonore, et appareil permettant de mettre en oeuvre ce procede
US4328580A (en) * 1979-07-06 1982-05-04 Soundstream, Inc. Apparatus and an improved method for processing of digital information
JPS5654140A (en) * 1979-10-09 1981-05-14 Sony Corp Transmission method for pcm signal
JPS56119550A (en) * 1980-02-25 1981-09-19 Sony Corp Transmission method of pcm signal
CA1161565A (en) * 1980-06-20 1984-01-31 Yoichiro Sako Method of error correction
JPS5736410A (en) * 1980-08-14 1982-02-27 Sony Corp Error correcting method for multitrack recording
US4393414A (en) * 1981-03-09 1983-07-12 Rca Corporation Horizontal-rate phase-change of TV pixel distribution among multiple recorder tracks for dropout concealment
JPS5864608A (ja) * 1981-10-15 1983-04-18 Victor Co Of Japan Ltd デイジタル信号記録再生方式
US4506306A (en) * 1982-11-08 1985-03-19 Eastman Kodak Company Interleaved redundancy in data recording
JPS59198511A (ja) * 1983-04-26 1984-11-10 Pioneer Electronic Corp Pcm記録方式
JPH07118160B2 (ja) * 1983-06-18 1995-12-18 ソニー株式会社 ディジタル情報信号の記録方法

Also Published As

Publication number Publication date
JPS61145768A (ja) 1986-07-03
DE3544819C2 (de) 1996-08-08
JPH0642297B2 (ja) 1994-06-01
DE3544819A1 (de) 1986-06-19
US4748519A (en) 1988-05-31
AT394465B (de) 1992-04-10
FR2574974B1 (fr) 1992-09-04
GB2168512B (en) 1989-06-07
ATA366385A (de) 1991-09-15
GB2168512A (en) 1986-06-18
CH666975A5 (de) 1988-08-31
FR2574974A1 (fr) 1986-06-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0127687B1 (en) Method of recording pcm signal
US4914527A (en) Recording and reproducing digital video and audio signals together with a time code signal which is within user control words of the audio data
US6175686B1 (en) Recording data generation method, recording medium on which data is recorded, and data reproducing apparatus
EP0267029A1 (en) Methods of and apparatus for recording and/or reproducing digital data
NL192706C (nl) Werkwijze voor het redigeren van een naast een besturingssignaal op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal.
CZ8502009A3 (en) Apparatus for reading and decoding storage medium
EP0074644B1 (en) A pcm type recording and reproducing apparatus having a dropout-immune data recording format
DE3131413A1 (de) Verfahren und vorrichtung zum erfassen eines edierpunktes auf einem aufzeichnungsmedium
JPH0799631A (ja) デジタルvcrのインターリービング/ジインターリービング装置及びその方法
SE451775B (sv) Tidbaskorrigeringsanordning for korrigering av tidbasfel
SK280673B6 (sk) Spôsob zaznamenávania číslicového signálu na magne
AU613090B2 (en) Data transmission method for interleaved data
NL8503457A (nl) Werkwijze en inrichting voor opname en weergave van gecodeerde digitale signalen.
NL8300244A (nl) Magnetische opneem- en/of weergeefinrichting.
US4491882A (en) Disc players
EP0323119A2 (en) Method for transmitting digital data
KR100242900B1 (ko) 디지탈 정보 신호 재생 장치
DE60319634T2 (de) Aufzeichnungsmedium, aufzeichnungsverfahren und -vorrichtung, wiedergabeverfahren und -vorrichtung, datenübertragungsverfahren und datenentschlüsselungsverfahren
US4727547A (en) Method and apparatus for decoding
EP0851689A2 (en) A method of recording data
JP2702950B2 (ja) Pcm信号記録再生装置
NL8105336A (nl) Werkwijze en inrichting, meer in het bijzonder stelsel, voor het redigeren van een impulscodegemoduleerd signaal.
KR100283144B1 (ko) 디지털 기록/재생장치
KR830002525B1 (ko) Pcm 신호 전송 방법
JPS60219678A (ja) 回転ヘツド形磁気記録再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed