NL8103456A - Elektrische flitsinrichting. - Google Patents

Description

- VO 2175

Titel : Elektrische flitsinrichtxng.

De uitvinding beeft "betrekking op een elektrische flitsinrich-ting en· meer in het. hij zonder opeen elektrische flit sinrichting voor ‘ gébruik hij een optische inrichting, zoals een fotografische inrichting.

De laatste jaren wordt een kamara, uitgerust met een flitseen-5 heid, op grote schaal toegepast. De kamera, waarin de flitseenheid is opgenomen, kan echter alleen op korte afstand met flitsen fotograferen als gevolg van het gebrék aan lichthoeveelheid, omdat de kamera niet te groot kan -worden gemaakt en de flitslichthoeveelhéid van de opgenamen flitseenheid betrekkelijk klein is. Dientengevolge is de onderbelichting 10 onvermijdelijk in het geval van het fotograferen op een lange afstand, die langer is dan de voorafbepaalde afstand. In dergelijke inrichtingen is een flitsbuis verschaft voor het verlichten van het te fotograferen voorwerp, waarbij de uitvoering echter zodanig is ontworpen, dat het licht van de flitsbuis alleen het voorwerp verlicht, waarbij, indien het 15 oppervlak van het voorwerp geprofileerd, is, de vér lichting van het oppervlak onregelmatig is. Wanneer verder het flitslicht .van de fotoflits wordt toegepast als een direkbe verlichting voor een fotografisch voorwerp in een kamer of een fotostudio, wordt, gewoonlijk een schaduw van . het fotografische voorwerp aan ‘de achterzijde gevormd, waardoor slechte 20 fotografische resultaten worden geproduceerd.

Teneinde deze nadelen, van een fotoflitsinrichting op te heffen is het bekend cm gebruik te maken, van teruggekaatst licht voor het ver- -lichten van het voorwerp, waarbij echter nog moeilijkheden zijn, doordat de hoeveelheid licht, invallend op het fotografische voorwerp, sterk is 25 verminderd ten opzichte van de voorafbepaalde waarde, waarop de inrichting is ingesteld, in het bijzonder wanneer een terugkaatsoppervlak niet wit is, en doordat een voorwerp met een onregelmatig oppervlak niet zo goed kan worden gefotografeerd, omdat een aanzienlijk, gedeelte van het vanaf het voorwerp teruggekaatste licht niet invalt op een film in de 30 kamera.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een elektrische flitsinrichting, die een goede flitswerking heeft.

Een verder doel is het verschaffen van een elektrische flits-inriehting, die betrouwbaar is, en die goedkoop en economisch is.

35. Andere doeleinden en kenmerken zijn ten dele duidelijk en worden 8103456 . - ί> .. # · .....' \ . . - --- .- , . · - · f - ί ' . . ' : .-/ ” ' ' ~~ : .

i · ..,, · } ' \ ' . >2 - ;; ; ten dele hierna aangemerkt.

Overeenkomstig de uitvinding omvat. een.-elektrische flitsinrich-ting een in een kamera opgencanen eerste flitseenheid, -.verder een tweede aan de buitenkant van de kamera gemonteerde flits eenheid, middelen voor ! 5 het. regelen van de hoeveelheid licht, zodat een lichthoëveelheid van de eerste flitseenheid.· minder is dan. die van de tweede flitseenheid, midde- ï ; len voor het regelen van de flitstijdsduren van de eerste flitseenheid ; en van de tweede flitseenheid,. zodat de flit stijdsduur van de eerste .

. v i. .: flitseenheid ongeveer gelijk is· aan. die van.de tweede flitseenheid, - I - : 10. en middelen voor het leveren van. stuursignalen aan.de eerste flitseen- ; heid en aan de tweede flitseenheid,. waarbij de eerste flitseenheid - ; eerste elektrische energie-opslagmiddelen . omvat- voor het laden van ' elektrische energie op een eerste hoofdopslagcondensator, verder een • eerste flitsbuisketen, die een eerste flitsbuis .bevat en een eerste 15 trekkersignaal-opwekkende keten voor het door de eerste hoofdopslageonden#:.t : sator doen léveren van de elektrische energie aan. de eerste flitsbuis . van de eerste flit sbuisket en, en de tweede .flitseenheid tweede elektrische energieopslagmiddelen omvat voor het laten:van'elektrische eneap-r gie· op- een tweede hoofdopslagcondensator·, verder een tweede flitsbuis— 2Q "· keten, die een tweede flitsbuis. bevat en een tweede trekkersignaal-op-' wekkende keten voor het door de tweede hoofdopslagcondensator-doen leve- ' ren van-elektrische energie aan de tweede flitsbuis van de tweede flits-buisketen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-25 · ning, waarin :.

fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van een kamera,.voorzien van de elektrische flitsinrichting; fig. 2 gedetailleerd het ketenschema toont van de flitsregelketen van de elektrische flitsinrichting; · ‘30 fig. 3 een gedetailleerd ketensehema toont van een gedeelte van de elektrische flitsinrichting; fig. Ua een grafiek toont van de hoeveelheid licht, geproduceerd door- een andere uitvoering van de elektrische flitsinrichting, gemeten met betrekking tot de tijd; en 35 fig· 5 een gedetailleerd ketensehema toont van de andere uit voeringsvorm van de elektrische flitsinrichting.

— Verwijzende naar fig, ΐ is sterk vereenvoudigd.de elektrische — .......81 0 3 4 5 6 ----------------------.. - - ék sê i * · ' » t · t · ‘ - 3 - tg \ flitsinricliting -weergegeven*

De flitsinricht ing heeft een eerste flitseenheid 1, opgencmen s ‘ in een kamera 3 en bestaande uit een eerste flitsdeel fa, en een tveede . . ; flitseenheid 2, bestaande uit een tweede flitsdeel 2a. De eerste flits- 5 eenheid 1 bevat verder een eerst e liclrt-ontvangend, deel 1b voor het ; waarnemen van licht. De tweede flitseenheid 2 is opgenomen in. een flits- ' :. huis 4 en bestaande uit een eerste kast l*a, die losmaakbaar is gemonteerd . aan het kamer aliehaam, en een tweede kast kt, - draaibaar verbonden met . ; de eerste kast- ka. door middel van- een-’draaiverbindingsdeel kc. Dienover— . 10; eemkomstig is de tweede kast Ub draaibaar, zoals weergegeven door een - pijl 5 met betrekking tot: de eerste kast ta. De- eerste kast ka is uit-• gerust met een lieht-ontvangend deel 2b en met een. verdiept in het voorste oppervlak daarvan*een eerste flitsdeel 1a,'dat- een eerste flits-' buis bevat. D'e’tweede kast kb is uitgerust met een tweede flitsdeel 1b, 15. dat een tweede flitsbuis bevat. In de kamera 3 is een eerste flitsregelketen opgenomen,.' die is geconstrueerd,, zoals weérgegevea in fig* 2. Een . tweede flitsregelketen is opgenomen in het huis k en geconstrueerd, zoals weergegeven in fig* 2.

De eerste flitsregelketen FC-1 omvat een. eerste gelijkstroom-20 kraehtbronketen , verder een eerste spanningcmzetterketen voor het amzetten en. versterken van een gelijkspanning van de. gelijkspanning- kraehtbronketen in een wisselspanning, een eerste gelijkrichterketen voor het gelij kriekt en-van de wisselspanning van de spanningomz ett erke-ten ,. een eerste elektrische ladingopslagketea D^·voor het leveren 25 van elektrische energie aan de flitsbuis, een trekkerimpuls-opwekkend middel voor het starten van een flitsbuisketenorgaan,· een eerste scha-kelketen voor het drijven van het flitsbuisketenorgaan, een eerste doofketen Ej voor het regelen van de eerste· schakelketen , een eerste flitsdoofregelketen 1^ voor het regelen van de eerste doofketen H., een 30 eerste licht-ontvangende keten en een flits stuur keten K voor het drijven van de eerste trekkerimpuls-opwekkende keten .

De kraehtbronketen A^, bevat een batterij 11 en een eerste kracht-bronschakelaar 12, in serie geschakeld met de batterij 11. De eerste spanningcmzetterketen omvat in hoofdzaak een eerste oscillator keten 35 OC^en een voorspanningsket en, die een oscillerende weerstand 13 bevat en een oscillerende condensator 3 6. Gedetailleerder bevat de eerste span-— ningomzetterketen B^ de weerstand 13, waarvan iin aansluiting direkt is .....8103456"' i ; —-- _______ __ · 1 . , | . ; .. ' . · - .· ' · j ί ! ^ *\ ). 1 ···· \ ; * · ! verbondenmet. eennegati.eve klem van . de. batterij 11,..verder de condensa- ; tor 16, waarvan een aansluiting is verbonden met de. andere aansluiting . ..van de weerstand 13 voor Het vormen van de voorspanningsketen, een oscillerende transformator ï? en . een oscillerend schakelelement in de : 5 vorm van den silicium transistor > lU' met stérke werking.

. . De eerste oscillerende transformator 15" is voorzien van een pri maire wikkeling .15a en een secundaire, wikkeling 15b. Eên einde van de primaire wikkeling 15‘a is direkt verbonden met de negatieve klem van de · ; ; batterij 11,' en' bet andere einde van de primaire wikkeling ,15a is verbon- ' 10- den niet een coilector-elektrode van de transistor 1^ voor bet vormen van .

; de oscillator keten OC^. Eên einde van de secundaire wikkeling 15b is ver— bonden met een basis-elektrode van de transistor 14.

De eerste gelijkrichterketen CL bevat een elektrische klep in I t de vorm. van èen diode 17* waarvan een. anode-elekfcrode is verbonden met • 15 de secundaire wikkeling 15b van de transformator .15« De eerste elektrische ladingopslagketen omvat een eerste hoofdopslagcondensator 18, verder een stroombeperkende weerstand 19 en een aangeeflamp in de vorm. van een ; neongloeilamp 20, die parallel is: geschakeld met de eerste hoofdopslag-! condensator 18 via de stroombeperkende weerstand 19« Een aansluiting van 20: de hoofdopslagcondensator 18 is verbonden met. de kathode-elektrode van de diode 17,· en de andere aansluiting van de. hoofdopslagcondensator 18 is verbonden mét een emitter-elektrode van de transistor en met de positieve klem van de batterij 11.

De eerste trekkerimpulsopwekketen omvat een eerste start** 2.5 condensator 23 en een eerste start transformator 2kx voorzien van een primaire wikkeling 2^a en van een secundaire wikkeling 2Ub. De eerste start- condensator 23 is verbonden tussen een verbindingspunt van de stroombeperkende weerstand 19 en de neongloeilamp 20‘en de primaire wikkeling 2½ van de eerste starttransformator 2¼ via een beschermveerstand 21.

30 De eerste flitsbuisketen bevat een eerste flitsbuis 25, voorzien van een paar' hoofdstroomelekt roden 25a en 25b en een start elektrode 25c, die zich naast, maar. buiten de flitsbuis 25 bevindt. De start elektrode 25c is verbonden met een aansluiting van. de secundaire wikkeling 2Ub van de eerste starttransformator 2kt waarbij een hoofdstroom-geleidende èlektro-35 de 25a is verbonden met de aansluiting van.de eerste hoofdopslagcondensator 18 van de eerste elektrische ladingopslagketen D^.

— De eerste schakelketen heeft een schakelelement in de ?orm ΤΓΟΤΠΤ"'" ................ ^ ~ I · i Τ' 5 .S' ; vaneenthyristor 27 en . een eamanitatie-condensator. 28, verbonden met een.

anode-ëlektro&e Tan de thyristor 27, een comnrutatie-veèrstand 26, paral-• lel geschakeld met de thyristor "27, een poortereer stand 29 en een condensator 30 met poortwerking.

5 De eerste blusketen Hj omvat · een besehermweerstand 31, paral lel gesehakeld met de eerste flitshuis 25, en een bluss chakelelement , xn de .vorm ran een "blusthyristor 32, parallel gesehakeld met de thyris- ! tor 27 via'de cornmotatie-condensator 2S.

- Zoals is weergegeven in. fig. 3, omvat de eerste blusregelketen ; 10 Ij een "blustransformator 33, voorzien van een primaire wikkeling 33a en een secundaire wikkeling 33b, verder een .thyristor 3^, verbonden met de .

; eerste wikkeling 33a van de blustransformator 33, een condensator 35, parallel geschakeld, met de primaire wikkeling 33a van de hlustransforma-tor 33 via de thyristor 3b, weerstanden 36 en 37, een poortweerstand 3S 15 en een integratieketen Lj voorzien van een. parallel geschakelde inte— gratieweerstand 39 en integratiecondensator kQ*

De eerste licht-ontvangende keten omvat een licht-ontvangend element in de vorm van een fot ©transistor %1, verbonden met een poort-. elektrode van. de thyristor. 3¾ en de integratieketen Ij, verder een ke-20 ten voor het opwekken, van een gelijkblijvende spanning, /voorzien van condensatoren b2 en ^3 en een element voor het opwekken van een gelijkblijvende spanning. in de vorm van een Zener-diode tt en op de weergegeven wijze verbonden.

De tweede flitseenheid 2 heeft een tweede flitsregelketen FCr-2, 25 die is opgenomen in het flitshuis U. Zoals het. duidelijkst weergegeven in fig. 2, is de tweede flitsketen van. de tweede flitseenheid 2 op soortgelijke wijze uitgevoerd als de eerste flitsregelketen FC-1 van de eerste flitseenheid 1."

Gedetailleerder omvat de tweede flitsregelketen .FC-2 een tweede 3Q krachtbronketen Ag, verder een tweede spanningomzetterketen Bg voor het omzetten en versterken van een gelijkspanning van. de gelijkspanningkracht-bronketen.Ag in. een wisselspanning, een .tweede gelijkriehterketen Cg voor het gelijkrichten van de wisselspanning van de spanningomzetterketen Bg, een tweede, elektrische ladingopslagketen Dg voor het leveren van elek-35 trische energie aan een tweede flitsbuis, een tweede trekkerimpuls-op-wekkende keten Eg voor het starten van het tweede flitsbuisketénorgaan, —- een tweede sehakelketen Gg voor het drijven van het . tweede flitshuisketen- .......81 0345 6...............- - - . . | i — — - ——— — .........- ·. · : I 'i: 7 7 :-6-. 7 : I I orgaan,, een twéede blushéten H0.voor liet regelen van de tveede schakel-! keten Gg, een tveede blusregelket en Ig voor het regelen van de tveede | , blusketen Hg, een tveede licht ^-ontvangende keten Jg. en een stuurketen K, • !- die samen met de eerste flitsregelketen FC-1 gemeenschappelijk vordt ge- : 5 hruikt.

; Gedetailleerder hevat de krachthronketen Ag een .batterij 51 en - - - een kraehtbronschakelaar 52, in serie geschakeld met de batterij 51 en ‘voorzien van een vast contact 52a, verbonden met de batterij 11, verder .

: ' < van. .een vast contact 52b en van een beveegbaar contact 52c. De spanning--· 10 · omzetter keten Bg omvat een tveede oscillatorketen QCg en een voorspan- · ningsketen, die een oscillerende veerstand 53 bevat en een oscillerende condensator 56· De tveede spanningamzetterketen Bg bevat de veerstand 53* 7 vaarvan êèr aansluiting direkt: is verbonden met een; negatieve klem van de batterij 51» verder de condensator... 56, vaarvan iln aansluiting is ver- .

. .15 bonden met de andere aansluiting van de veerstand 53 voor het vormen van de voorspanningsketen, een tveede oscillerende transformator 55 en een : schakelelement in. de vorm van een silicium; transistor 5¾ met sterke ver- king. De oscillerende transformator 55 bestaat uit een primaire yiick&Ting . / 55a en een tveede -wikkeling 55b. Een eindaansluiting. van de primaire vik- ' 2Q keling 55a is direkb verbonden met de negatieve klem van; de batterij 51 en de andere eindaansluiting van. de primaire -wikkeling. 55a is verbonden met een eolleetor-elektrode van de transistor 5^· voor het vormen van de oscillatorketen QCg. Een eindaansluiting van de secundaire -wikkeling 55h 'is verbonden met een basis-elektrode van de transistor 5¾.

25 De tveede geïijkricht er keten Cg bevat een elektrische klep in de vorm van een diode 57, vaarvan een anode-elektrode is verbonden met de beginvindingaansluiting van de secundaire -wikkeling 55b van de oscillerende transformator 55. De tveede elektrische ladingopslagket en Dg omvat- een tveede hoofdopslagcondensator 5Ö, verder een strocaabeperkende veerstand 59 30 en een tweede aangeeflamp in de vorm van een neongloeilamp 60, die parallel is geschakeld met de tveede hoofdopslagcondensator 58 via de stroom-beperkende veerstand 59· Een aansluiting van de tveede hoof dopslagc onden-sater 58 is verbonden met een kathode-elektrode van de diode 57, en de andere aansluiting van de tveede hoofdopslagcondensator" 58 is verbonden met 3.5 emitter-elektrode van de transistor 5^· en met een positieve klem van de batterij via het beweegbare eontact 52c en het vaste contact 52a van de kraehtbronschakelaar 52.

.............. 81 0 3 4 5 6 .......“....................................................

,---- —---"i ; ï T . ! » » . , τ* 7 'f' ; " De tveede trekkerimpulsi-opvekkendcketenEg omvat een tveede.

startcondensator 63 en een tveede st art transformat or. - 64 , voorzien van ; een primaire wikkeling 64a en een secundaire wikkeling 64¾. De tveede start condensator 63 is verbonden tussen, een verbindingspunt van de 5 stracm-beperkende veerstand 59 en de neongloeilamp 60 en de primaire . _ , wikkeling 64a van de eerste starttransformator 64 via een beschermveer— • stand 61. De tveede flitsbuisketen Fg tervat een tveede flitsbuis.65, voorzien van een paar hoofdstroGmelektroden 65a en 65b en van een start- ; : elektrode 65cr die naburig,, maar buiten de flitsbuis 65 is aangebracht. | 10 : De startelèktrode-65c is verbonden met een aansluiting van de secundaire . wikkeling 64b van de tveede starttransformator 64, en een hoofdstroom—

.· - ; geleidende elektrode. 65a is verbonden met de aansluiting van de tveede I

* ? ' hoofdopslageondensator 58 van.de tveede elektrische ladingopslagketen V . ‘ 15 De tveedè sehakelketen Gg heeft een. schakelelement in de vorm : van een thyristor 67 en een commutatie-condensator 68, verbonden met een anode-elektrode van de tbyristor 67, verder een commutatie-veerstand . 66, parallel geschakeld met de thyristor 67, een poortveerstand 69 en een'* eondensator 70 met poortwerking. De tveede blusketen Hg bevat een be-20 schermveerstand 71» verbonden met de tveede flitsbuis 65, en een blusschakel-element. in de vorm van een blusthyristor 72, parallel geschakeld met de thyristor 67 van de tveede sehakelketen Gg via de commutatie-condensator 68v.De tveede blusregelketen Ig is op soortgelijke wijze uitgevoerd als de eerste hlusregelketen van de eerste flit sr egelket en FC-t, en ook 25 de tveede lieht-ontvangende keten Jg is op soortgelijke wijze uitgevoerd als die van de eerste flitsregelketen FC-1, zoals veergegeven in fig. 3.

Overeenkomstig de in fig. 2 veergegeven flitsinrichting zijn er ‘ bepaalde kriteria in de flit sr egelket ens, waaraan moet worden voldaan in zovel de eerste flitsbuis 25 als de tveede flitsbuis 65. 7oor een doeltref-30 fende werking moet de aan de eerste flitsbuis 25 te leveren stroom betrekkelijk klein zijn in vergelijking met die, velke moet vorden geleverd aan de tveede flitsbuis 55 teneinde de hoeveelheid flitslicht, opgewekt; door de eerste flitsbuis 25 kleiner te maken dan die van het flitslicht van de tveede flitsbuis. 65. Om dit te verzekeren moet de eerste flitsbuis 35 25 van de eerste flitsbuisketen een betrekkelijk lage impedantie hebben in vergelijking met de tveede flitsbuis 65 van de tveede flitsbuiske-— ten Eg. Voor het verschaffen van een dergelijke lage impedantie, moet de ........ 81 0 3 4 5 6 “ ' ....... ' • Γ ’ ’ ' " ' ' ’ ’ ~ ’ ~ Π

! , I

. . ί : · - ! . , 1 4 ; - -er - - · " 4 Γ eerste flitsbuis 25 een lage gasdruk, hebben en een kleine elektrode- - afstand in vergelijking met de tweede flitsbuis 5S. D.w.z., dat de leng- ! i ' .... .· ’ , te en diameter van de tweede flitsbuis 65 groter zijn ingesteld dan die : van. de eerste flitsbuis 25, zodat de lichthoeveelheid van de tweede flits-5’ buis 65 groter wordt dan die van de eerste flitsbuis 25·. De capaciteit ; van- de tweede hoofdopslageondensator 58 van' de tweede elektrische lading-.. .. r 'j- opslagketen Dg is groter ingesteld dan die van. de eerste hoofdopslag— ’ .... - .. condensator 18 van de eerste elektrische ladingopslagketen , omdat de * lichthoeveelheid van de tweede flitsbuis 65 groter is dan die van de.

4 *,4 ,10 : eerste flitsbuis 25. Bovendien is een inwendige weer standswaarde van de . eerste flitsbuis 25 aangepast en groter ingesteld in vergelijking met -· een gebruikelijke flitsbuis teneinde de flitstijdsduren van de eerste - en tweede flitsbuizen 25 en 65 gelijk ©f nagenoeg gelijk te maken, omdat· - .· . de flitslichttijdsduur lang wordt in het geval dat' de inwendige, weer- * ;15 : standswaarde groot is. In dit geval omvat de uitdrukking ^nagenoeg gelijk” de betekenis van een optische benaderingswaarde* Overeenkomstig de -uit- * "vinding is verder de inwendige impedantie van de eerste flitsbuis 25 ; kleiner ingest eld dan van de tweede flitsbuis: 65, en kan een impedantie- ! element, zoals een weerstand of een smoorspoel in serie zijn geschakeld 20 met. de eerste flitsbuis. 25* In dit geval dient het impedantle-element als een stroom-beperkend. element, voor-het beperken van de flitsstroöm, die door de eerste flitsbuis 25 gaat. De aan de eerste flitsbuis 25 te leveren stroom moet betrekkelijk klein zijn in vergelijking mét die, . welke moet worden geleverd aan de tweede flitsbuis 65 teneinde de hoe-25 veelheid flitslicht, opgewekt door de eerste flitsbuis 25, kleiner te maken, dan die van het flitslicht van de tweede flitsbuis 65* Wanneer . echter de eerste flitsbuis 25 de lage impedantie heeft in vergelijking met de tweede flitsbuis 65, neigt het starten van. het flitsen van de eerste flitsbuis 25 tot eerder optreden dan dat van de tweede flitsbuis 30 65, waarbij het impedantie-element met de eerste flitsbuis 25 is verbonden voor het opheffen van de voornoemde moeilijkheden.

De zoals hiervoor beschreven geconstrueerde elektrische flits-inrichting is als volgt werkzaam.

Wanneer de kracht bronschakelaar 11 in. de Uf-stand is geplaatst , 35 te weten wanneer het beweegbare contact 12c is. verbonden met het vaste contact 1.2a van de eerste kracht bronschakelaar 11, brengt de eerste span-—— ningomz etter keten het oscilleren in werking, waardoor de hoge spanning 81 03 4 5 6 -...........- «£ «

Jr : ί : 1 w ^ t* . ' wordt geïnduceerd aan. de secundaire wikkeling 15b van. de oscillerende transformator 15. De versterkte wisselspanning wordt gelijkgericht door de eerste gelijkrichterkefcen waarna een elektrische lading wordt opgeslagen op de eerste hoofdopslagcondensator 18. In dit geval wordt de 5 elektrische lading ook verzameld, op de condensatoren 23, 28 en 30, Wanneer . de eerste hoofdopslagcondensator 18 tot een voorafbepaalde spanning is • geladen,, licht de neongloeilamp 20 op om aan te geven, dat de inrichting , Klaar is voor het. ontsteken van de fLitsbuis 25.

Wanneer aan de andere kant, de tweede krachtbronschakelaar 52 in ; IQ de IW-stand is geplaatst, te weten wanneer het beweegbare contact 52c is ; verbonden met het. vaste contact 52a van de tweede krachtbronschakelaar | 52, brengt de tweede spanningcmzetterketen een oscilleren in werking, -waardoor de hoge 'spanning wordt geïnduceerd aan.de secundaire wikkeling 55b van de oscillerende transformator 55?· De versterkte wisselspanning ’ 15 wordt gelijkgericht door de tweede gelijkriehterketen Cg, waarna een -. elektrische lading wordt opgeslagen op de tweede hoofdopslagcondensator 58. Tezelfdertijd wordt de elektrische lading ook verzameld op de tweede starteondensator 63 en de condensatoren 68 en 70. Wanneer de tweede . hoofdopslagcondensator 58 tot een voorafbepaalde spanning is geladen, 20 licht de neongloeilamp 6θ op om aan te geven, dat de inrichting klaar is voor het ontsteken van de flitsbuis 65. Onder deze omstandigheden wordt de werking van de flitsbuisketens gestart door de flitsstuurketen K. D.w.z. dat de synehrone schakelaar 4ö van de flitsstuurketen K in de UT-staud wordt gebracht in synchronisatie met het openen van de kamerasluiter, 25 waardoor de flitsbuizen kunnen worden ontstoken» Wanneer de schakelaar h-0 is gesloten, wordt de elektrische lading van de starteondensator 23 ontladen door de schakelaar 40 en de diode 22 van de flitsstuurketen K en de primaire wikkeling 24a van de eerste starttransformator 24. Door het ontladen van de condensator 23,’ worden'trekkerimpulsen opgewekt van 30 <ïe seeundaire wikkeling 24b van de eerste trekkersignaalopwekkende keten E.J. De opgeslagen spanning op de eerste hoofdcondensator 18 verschijnt over de hoofdstroomelektroden 25a en 25b van de eerste flitsbuis 25. De trekker impuls, opgewekt van de secondaire wikkeling 24b wordt gelegd aan de start elektrode 25e van de eerste flitsbuis 25, waardoor de eerste flits-35 buis 25 tot flitsen wordt aangezet. Op hetzelfde moment wordt de elektrische lading van de tweede starteondensator 63 van de tweede flitsregel-- keten FC-2 ontladen door de diode 62, de synchrone schakelaar 40 van de ........... 81 03 4 56----------- ------------ ~ - ; I · i . - / ; l-j ; - ' - . / . : - · 1 i. . 5 ‘ ' W 10. 1* r < ' * ‘ f flitsstuurketen'K en' de primaire wikkeling--6¾¾ ran de tweede starttrans- formator 6k. Deer Eet' ontladen -van de tweede starteondensator 63» worden ; trekkerimpulsen. opgewekt ran de secundaire "wikkeling 6¾¾ van de tweede start transformator 6k van. de tweede trekkerimpulsopwekkende keten Eg.

- 5'; De opgeslagen spanning op'de tweede hoofdcondensator 56 verschijnt over de : hoofdstroomelektreden 65a en 65b van de tweede flitsbuis 65 ► De trekker-.. : impuls, opgewekt van de secundaire wikkeling 6¾¾ wordt gelegd aan de at art elektrode 65e van dé tweede flitsbuis 65, eh de tweede flitsbuis 65.; - ... : · wordt., ontstoken. In dit geval, worden de thyristor 27 van de eerste schakel- ;10 ‘ keten 6.. en de thyristor 6T van de tweede sehakelketen Gg gestart , cm ge- ! -t “ \ ™ ' leidend te zijn door de laadspanningen van de condensatoren: 30 en J0 .

i met poortwerking. Dienovereenkomstig worden de eerste flitsbuis 25 en de ; ;· tweede flitsbuis 65 gestart om. te worden ontstoken, wordt- de elektrische ) ; lading van de eerste hoofdcondensator -18 geleverd aan de eerste flitsbuis . 15 ' 25 als een ontladingsstrocm..voor het flitsen van het heldere flitslicht, en wordt tezelfder tijd de elektrische lading, opgeslagen op de tweede ' hoofdeondensator 58 geleverd aan de tweede flitsbuis 65 -als een ontla-·-dings stroom voor het .flitsen van het-heldere flitslicht. Bij een gebruikelijke werking gaat het flitsen door totdat de höofdopslagcondensatoren . 20 18 en 58 zijn ontladen door de buizen 25 en 65 tot het punt, waar .der - ....- ( spanning het flitsen over de flitsbuizen 25 ên 65 niet langer onderhoudt.

' Dit vindt gewoonlijk plaats na ongeveer enkele milliseconden.

De eerste licht-ontvangende keten neemt het verkregen flitslicht waar van de flitsbuizen 25 en 65, en tezelfdertijd neemt de tweede 25 lieht-ontvangende keten Jg het verkregen flitslicht waar van de eerste en tweede flitsbuizen 25 en 65 en worden de fototransistoren M , lj-1 geleidend. Wanneer de liehtwaameemelementen in de vorm van de fototransis— toren ^1 van de eerste lieht-ontvangende keten en de tweede licht-ontvangende keten Jg geleidend worden, integreren de integratie-condensa-30 toren ^0 en de integratie-weerstanden 39 van de eerste en tweede blusre- • . gelketens 1^ en Ig, de door de fototransistoren 1+1 van de eerste en tweede licht-ontvangende ketens en Jg geleverde stromen, en worden de thyristor en 3¾ van de blusregelketens Lj en Ig gestart om geleidend te zijn. Wanneer de thyristoren 41 geleidend worden, worden elektrische ladingen, opge— 35 slagen op de condensatoren 35 van de blusregelketens Ij en Ig ontladen door de primaire wikkelingen 33 a van de blus transformatoren 33 en worden hoog- — spanningsimpulsen gexndueeerd aan de secundaire wikkelingen 33b. Door de ' 81 0 3 4 5 6 f-· “ I * " " : i · · - ·*

J T

1 ; - 11 - I ; ! ; spanningimpulsen can de secundaire wikkelingen 33¾ "worden de blusthyris- ; tor 32 van de eerste Musketen en de blusthyristor 72 gelijktijdig ge— ’ . start om 'geleidend te "worden.

Wanneer de blusthyristor 32 van de eerste "blusketen geleidend : 5 wordt, wordt de ontladingsstroom, die moet worden geleverd aan de eerste flitshuis 25» omgeleid door de thyristor 32, en wordt tezelfdertijd de , elektrische lading, opgeslagen op de commutatie-condensator 28 ontladen . door de thyristor 32 en de ccmnrutatie-weerstand 26 voor het zodoende ’ over de weerstand V6 produceren van een spanning:, zodat de polariteit 10 aan .de kathode-zijde van de thyristor 27 positief wordt gemaakt na een tijdvak, dat afhankelijk is van een tijdconstante, bepaald door de coznmu.-. tatie-condensator 28, en veroorzaakt de weerstand 26 het uitschakelen van de thyristor 2Jr Wanneer de thyristor 2J van de eerste schakelketen niet-geleidend wordt, wordt de eerste flitsbuis 25 van de eerste flitsbuis-: t5 keten ogenblikkelijk gedoofd. Door de geleiding van de tbyristor 72 van ' de tweede blusketen TG^ wordt de tweede flitsbuis 65 van.de tweede flits-buisketen ogenblikkelijk gedoofd door dezelfde werkingen vaa tweede blusketen en de tweede schakelketen Gg als die van. de eerste blusketen IL en de eerste schakelketen G... In dit geval zijn de flitstijdsduren van 2Q * * ^ de eerste flitsbuis 25 ên de tweede flitsbuis 65 gelijk en/of nagenoeg gelijk, en is de flit slicht hoeveelheid van de tweede flitsbuis 65 groter dan die van de eerste flitsbuis 25.

De onderhavige, elektrische flitsinrichting kan worden gebruikt voor het uitvoeren van het met terugkaatsend flitslicht fotograferen in 25 -een kamer of een fotostudio. Zoals weergegeven in fig. 1 is het flitshuis • V bovenop de kamera 3 gemonteerd. Het eerste flitsdeel 'ia. van de kamera 3 wordt gericht naar een te fotograferen voorwerp, zoals een man. De twee- • de kast Vb van het flitshuis V wordt in een passende hoekstand met betrekking tot de eerste kast Va ingesteld, en het tweede flitsdeel 2a wordt 30 gericht naar het plafond teneinde het teruggekaatste flitslicht te richten op het te fotograferen voorwerp. D.w.z., dat flitslicht van het tweede flitsdeel 2a naar het oppervlak .van het plafond wordt gericht. Het flitslicht van het tweede flitsdeel kaatst op het oppervlak van het plafond terug en vormt daarna het teruggekaatste licht. Zoals reeds vermeld, is de 35 % hoeveelheid, flitslicht, opgewekt door het tweede flitsdeel 2a groter ingesteld dan de hoeveelheid flitslicht, opgewekt door het eerste flitsdeel 1a door het hoger maken van de inwendige impedantie van. de tweede flitsbuis - 81 0 3 4 5 6---------------------- ----- ~ V' $ " ./ * A' * . f · ί * _ . 1 .. . | ' ; ‘ ' · - . ' ' - i - . ! »< 12 " · , •Ir. · . .· ... ' · 1 ‘ 65 dan die ran de eerste flitshuis 25, zo'als het duidelijkst is weergegeven in de fig. bA en Λβ. ; . - : ' • t * · * - fig. bA en i*B tonen de eigenschappen van. de flitslichthoeveel-; heid Q, uitgedrukt in bundelkaars per seconde (:BCPS) met betrekking tot .:...5 ! de tijd ï, gemeten in milliseconden (sis). In tig. bA toont de kromme 11 .' de. flit slichteigensehap'van 'de eerste flitshuis 25.' Zoals weergegeven • ; door de kromme' 1^. van fig,. Aa, is het maximum. van.de flit slichthoeveel- .·. heid (BCPS) en wordt het flitslicht van de eerste· flitshuis 25 ge- I. ;. doofd op het moment T. (ms). Fig. UB toont de flit slichteigensehap van .» * ‘ 1 ^ r .1 ’ . . . f - l 10 ' de tweede flitshuis 65. Zoals weergegeven door de kromme 10 is het maxi- ’ .

ί ' - . ... ' mum van de flit slicht hoeveelheid Qg, dat. hoger ligt dan en is de flits- : . liehttijdsduur ;van de tweede flitshuis 65 (ms) . Bet tijdvak is · : 'vooraf gekozen -in synchronisatie met de werking van de sluiter van de , ..· ; ·' kamera 3.' De flitstijdsduren van, de flitshuizen 25 en.65 zijn gesyn— . ;t5-; chroniseerd en ingesteld óp de tijd , en de. flitshuizen 25 en '65 worden.

: gelijktijdig en/of nagenoeg gelijktijdig gedoofd op het.moment voor • het zodoende voorkomen van een onnodige werking van de flitshuizen 25 en . ' 65. Dit maakt het doeltreffend gebruik mogelijk van de eerste en tweede ; hoofdopslagcondensatoren met een verminderde capaciteit, hoewel de in— 20 richting is uitgerust met twee flitshuizen. \

Haast het voorgaande, werken de. eerste flitseenheid 1 en de tweede flitseenheid 2 hij een bepaalde diafragmawaarde, zoals F - U’ door het instellen van diafragmawaarden van automatische belicht ingsinstel-organen van de eerste flitseenheid. 1 en de tweede flitseenheid 2 samen 25 net een diafragmawaarde van de kamer asluit er (niet .weergegeven in de tekening), zoals F = 4, omdat de eerste en tweede flitslicht-ontvangende ketens en JV, respectievelijk in werking worden gebracht door de verkregen waarde van de teruggekaatste lichthoeveelheid van de eerste en tweede flitshuizen 25 en 65.

30 Daarnaast kan slechts êên van de eerste en. tweede flitshuizen 25 en 65 in werking worden gebracht door middel van. het in de UIT-toestand brengen van de eerste krachthronschakelaar 12 of de tweede krachtbron-. schakelaar 52» omdat de flitshuizen 25 en 65 worden geblokkeerd door de hlokkeerdioden 22 én 62 van de flitsstuurketen K. Meer in het bijzonder 35 houden de eerste flitsbuisketen en de tweede flitsbuisketen Eg op met flitsen, zolang de eerste flitseenheid 1opgenomen in de kamera 3 in — werking is gelijktijdig met de tweede flitseenheid. 2, gemonteerd aan de ....... BIOS 4 5 6 -~~~.............

' a .δ £

P I

t - si- .- » * i — 13-— , ί I · % I j "buitenzijde yan de kamera 3," vaaneer de verkregen flit slicht hoeveelheid ; ' van het terugkaatsende lieht vanaf het te fotograferen voorwerp, de voorafbepaalde waarde "bereikt. Wanneer de eerste kraehthronschakelaar . : 12 zich in de HT-stand "bevindt, en tegelijkertijd de tweede krachtbron-' ; 5 schakelaar 52 zich in de UïT-stand bevindt, blokkeert de diode 62 de *’ start stroom, die gaat naar de tweede starttransformator Sk van de . starteondensator 23, waardoor de tweede flitsbuisketen -Eg niet- in wsr- ·. king wordt gebracht ondanks het in de ÏÏT-werking zijn van de synchrone ; schakelaar kO. Wanneer aan de andere kant-de tweede kraehthronschakelaar - - /' 10 52 in de IN-stand "is, en tezelfdertijd de eerste kraehthronschakelaar 12 in de UIT-stand is, wordt de eerste flitsbuisketen E^ niet in werking gebraeht aangezien de startstroem. van de starteondensator 63 naar de - - - eerste trekkerimpuls-opwekkende keten . wordt geblokkeerd, door de diode 22 van de flitsstuurketen. K ondanks de UT-werking van de synchrone scha- .

15 kelaar ^0.

Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van de elektrische, flit sinrichting. De elektrische flitsinriehting van deze uitvoeringsvorm omvat ook een eerste flits eenheid: 1opgenomen in dè kamera 3, en een tweede flit seenheid' 2, uitwendig aangebracht met betrekking tot de 20 ' kamera 3. Zoals weergegeven in fig. 5, heeft de eerste flit seenheid 1 de eerste flitsregelketen FC-1, en heeft de tweede flit seenheid 2 de tweede flitsregelketen FC-2.

De eerste flitsregelketen FC-1 omvat de eerste krachtbronketen A-jde eerste spanningomzetterketen voor het omzetten en versterken 25 van een gelijkspanning, van de gelijkspanningkrachtbronketen in een wisselspanning, de eerste gelijkrichterketen Cj voor het- gelijkrichten van de wisselspanning van de eerste spanningomzetterketen , de eerste - - elektrische ladingopslagketen D^. voor het leveren van elektrische ener gie aan een flitsbuis, de eerste trekkerimpuls-opwekkende keten E^, de 30 eerste sehakelketen Gj voor het drijven van de eerste flitsbuisketen , de eerste blusregelketen voor het regelea van de eerste blusketen , de eerste lieht-ontvangende keten en de flitsstuurketen K voor het drijven van de eerste trekkerimpuls-opwekkende keten E^.

De tweede flitsregelketen. FC-2 van de tweede flit seenheid 2 om-35 vat eveneens de tweede krachtbronketen Ag, de tweede spanningomzetterketen voor het omzetten en versterken van een gelijkspanning van de tweede ---gelijkspanningkrachtbronketen Ag in een wisselspanning, de tweede gelijk- '8103456 V). . ; - . . ,' ’ i' i ! ' · - ., ' j- .

·' ' richt erketen Cg voorhet gelijkrichten:van:dewisselspanningyan de twee— • : de spanningomzetterketen. B- in een hoge gelijkspanning; de tweede elek- ; : t ^ . .

1 ’ .trische ladingopslagketen .Dg voor het leveren‘van. elektrische energie I ; aan de tweede flitsbuis, de tweede trekkerimpnlsopwekkende keten Eg ; 5 voor het starten van de tweede flitsbuis, de tweede schakelketen Gg.

1 voor het; drijven van, de tweede flitsbuis en 'de tweede doofketen Eg voor - het regelen van: de tweede schakelketen Gg.

t- - Bij de elektrische flit sinrichting van fig. 5 is de tweede flits— ! regelketén FC-2. niet voorzien van de licht-ontvangende keten, en de "blus- ; - : * ‘ · tO regelketén, zódat dus zowel de eerste licht-ontvangende keten 1^, de i eerste hlusregelketen. J. van.de eerste flitsregelketen FG-1 en de flits— : ; * t I stnurketen K gemeenschappelijk worden gehmikt door de'tweede flitsregel— Γ keten FC-2. Gedetailleerder wordt ein uitgangszijde van de eerste licht— , - ' ’ ontvangende keten Xj gemeenschappelijk verbonden met de- poort elektrode · · ! 15. van de thyristor 32 van de eerste doofketen ttj. en, de poort elektrode van , de thyristor 72 van de tweede doofketen Hg. Be. flitsstuurketen E is • , gemeenschappelijk verbonden met de eerste trekkerimpuls-opwekkende ke- • ten Ej van de eerste flitsregelketen FC-1 en met de tweede impuls-opwek— kende keten Eg van de tweede flitsregelketen FC-2.

: 20 De elektrische flitsinrichting van fig.. 5 -is op soortgelijke - : ; wijze werkzaam als de in fig. 2 weergegeven, inrichting,, met uitzondering van de werkingen van de licht-ontvangende keten en de'hlusregelketen.

Wanneer gedetailleerder de eerste kraehtbronschakelaar · 12 in de UT-stand is getracht,. werkt de eerste 'spanningomzett er keten, B^., waardoor een 25 hoge wisselspanning wordt geproduceerd van de secundaire wikkeling 15b van de eerste starttransformator .15. De wisselspanning van. de eerste spanning- omzetterketen B^ wordt gelijkgericht tot een betrekkelijk. hoge gelijk- • spanning door de eerste, gelijkrichterketen C|. De hoofdopslagcondensator 18 wordt geladen door de gelijkspanning van de eerste gelijkrichterketen 30 en tezelfdertijd worden ook de andere condensatoren geladen tot ' een voorafbepaalde spanning. .In de tweede flitsregelketen FC-2 kan dezelfde werking worden uitgevoerd als die van de eerste flitsregelketen FC-1.

Wanneer onder deze omstandigheden de synchrone schakelaar U0 van de flits-stuur keten K in de M-werking wordt gebracht in synchronisatie met de 35 kamerasluiter (niet weergegeven in de tekening), wordt een elektrische lading, opgeslagen op de eerste startcondensator 23ontladen door de diode ----- 22, dé schakelaar kO en de primaire wikkeling 2ha van de eerste start- ~ ..... 81 0 3 4 5 6 ............

i j — ; : ~~ ί ·· -15 ί f ' - ..: ! f transformator 24, en -ffordt een.trekkerimpuls geproduceerd aan de secun- J i ' . ' ' < ‘ daire wikkeling. 2¾¾ -wan de eerste starttransformator 24. Gelijktijdig ί i * _ : wordt een elektrische. lading, opgeslagen op de tweede start condensator ; 63 van de tweede trekkerimpuls-opwekkende keten Eg ontladen door de dio-| 5; de 62, de schakelaar 40 en de primaire wikkeling 74a, waardoor een : trekkerimpuls wordt geproduceerd aan de secundaire wikkeling 64b wan de I ; tweede starttransformator 64. Door de trekkerimpulsen worden de eerste ! ' flitsDuis 25 en de tweede flitshuis 65 tezelfdertijd- gestart en im.

!· werking gebracht voor het produceren van helder flitslicht-- MO. . De eerste licht-ontvangende keten J, ontvangt .het verkregen • t · · r ·· licht .van de eerste en de tweede flitsbuizen. 25 en 65 en.drijft de eer-; i. ste Musregelkëten £j. De eerste Musregelketen 1^ legt de blusregel-ί signalen aan de eerste blusketen en de tweede Musketen Hg na een ..... i ' voorafbepaald tijdvak vanaf het begin van het flitsen van, de eerste en . 15 tweede flitsbuizen 25 en 65. Door het in werking brengen, van de eerste : biusketen en de tweede Musketen Hg, werken de eerste schakelketen ; en de tweede schakelketen Gg voor 'het stilzetten van het flitsen.

Overeenkomstig de elektrische flit sinrichting is de ketenuit-, : voering sterk vereenvoudigd en kan een nauwkeurig flitsen, worden uitge-20 voerd, omdat de licht-ontvangende keten en de blusregelket en gemeenschappelijk worden gebruikt in zowel de eerste flitseènheid als de tweede flitseenheid.

Zoals uit de voorgaande beschrijving- duidelijk is, heeft de he-

X

schreven elektrische flitsinriehting de volgende voordelen.

25 Een voordeel boven de- bekende flitsinriehting is, dat de uitvin ding een nieuwe elektrische flitsinriehting verschaft, waarvan de licht-hoeveelheid kan worden vergroot, omdat de elektrische flitsinriehting ‘ bestaat uit een eerste flitseenheid, opgenomen in een kamera, en een tvee-• de flitseenheid, losmaakbaar gemonteerd aan. de kamera.

30 Een voordeel is, dat de uitvinding een nieuwe elektrische flits inriehting verschaft,, die het lange-afstand fotograferen kan uitvoeren en een meehanische verbetering verschaft voor de gebruikelijke kamera.

Een verder voordeel is, dat de uitvinding eén nieuwe, elektrische flitsinriehting verschaft, die voor wat betreft de verdeling van de 35 flitslichthoeveelheid, nauwkeurig kan worden.gemaakt .door het verschaffen van een -betreffende hoofdopslageondensator in elke flitseenheid.

Eog een verder voordeel is, dat de onderhavige inrichting kan wor-— den ;. gebruikt voor het uitroeren van het fotograferen met afkaatsend " 8103 4 5? ---------------- “ .......*..............*.................

£ , j ! ... . . - ^ ,. I

' I [ licht door het onder een willekeurige gewénste hoek met betrekking tot • [ ! de eerste flitseenheid instellen van de tweede flitseenheid.

f- : Een verder voordeel is» dat de doelmatigheid van de inrichting •, f ! v . .

I ; is verbeterd, omdat een eerste en een tweede'hoofdopslagcondensat or vol-r 5’ ledig worden gebruikt voor het flitsen. .

i i’ Gezien het voorgaande is het duidelijk* dat de verschillende ( t doeleinden van de uitvinding zijn bereikt en andere voordelige resultaten ; - zijn verkregen.

f ί . Hoewel voorkeursuitvoeringsvormen zijn weergegeven'en beschreven, i?. '„et ‘ .|· ' ί ' * *' * : - TGis het voor deskundigen.duidelijk, dat’wijzigingen kunnen'worden aange- r -r ‘J · · . ' ; . I | bracht zonder het beginsel en de strekking van de uitvinding te verlaten,.

-f. | waarvan de omvang wordt gedefinieerd in de volgende conclusies. De voor—.: f .: gaande uitvoeringsvormen, moeten dienovereenkomstig- als voorbeeld worden. ; .1 beschouwd in plaats voor beperkend van de uitvinding, en de wijzigingen,: |t5.; die binnen de betekenis en. het bereik van equivalentie van .de conclusies - ; · · vallen, worden geacht .hierin te zijn vervat.

; ·; . ·.. . * : ......81 0 3 4 5 6 ..... .

Claims (8)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1-met het kenmerk, dat de middelen voor het regelen van de lichthoeveelheid een capaciteit yan de eerste hoofdopslagcondensator bevatten en een capaciteit van de tweede hoofde opslagcondensator, die groter is ingesteld dan die van de eerste hoofd— 25 opslagcondensator.
2. 3. Inrichting volgens conclusie 1 met . het kenmerk, dat de middelen voor het regelen van de lichthoeveelheid de eerste flitshuis bevatten en de tweede flitshuis, waarvan de diameter groter is dan die van de eerste flitshuis. 30 inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de middelen voor het regelen van de flitstijdsduur een inwendige impedantie bevatten van de eerste flitshuis, en een inwendige impedantie van. de tweede flits-buis, lager ingesteld dan die van de eerste flitshuis.
3. 5. Inrichting volgens conclusie Ί met het kenmerk,..dat de flits*· 35_ stuurmiddelen een flitsstuurketen omvatten, die gemeenschappelijk is ver- 810345¾ *»- - ' . F ' ' ' ' ! ^ Γ ” ' ’ ' . L / Ί i -.l···-· - · , · · . . f .: · i I · i' - -' ‘ -18 - ' / * I 1 ' · · . ·. ί- r f tonden met de eerste trekkersignaal-opwekkende. keten van. dé eerste flits— " i ·: eenheid en met de tweede trekkersignaal-opwekkende keten van de tweede ‘‘ T · - ' l flitseenheid. : [ 6. · Inrichting- volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat de flits- : 5 ’ sttmrketen.een synchrone schakelaar, hevat, bediend.in synchronisatie λ I met een sluit erwerking van de kamera* f . 1 . ; ,·. 7. Inrichting volgens conclusie 6 met het, kenmerk,..dat de flits- [. -.1: - ·· * · ‘ ' I , stuur keten verder tlokkeermiddelen bevat voor het blokkeren van de r· . | ;stroom, die moet worden geleverd aan de tweede trekkersignaal-opwekken- j IlO· de keten. ' · ' ; : . • | . ί 8. Inrichting volgens conclusie 6 met het kenmerk», dat de flits- ! >· i · ,"; stuurketen.: verder hlokkeermiddelen. bevat voor het: blokkeren'van de ' . ' · : stroom, die moet worden geleverd aan' de eerste trekkersignaal-opwekkende ‘ I ► · . ' · ... - , _ .·' j keten. · ’ ' ; ;T5 9> Inrichting volgens conclusie 7 met. het kenmerk, dat de blokkeer-· " t ” middelen een eerste diode bevatten, verbonden tussen de synchrone scha— · . kélaar en de tweede trekkersignaal-opwekkende keten. : i. 10. Inrichting volgens conclusie 8 met het kenmerk,:.dat de blok—, : keermiddelen een diode bevatten,, verbonden tussen de synchrone schakelaar 20 en de eerste, trekkersignaal-opwekkende keten. : 11* Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat althans tin van de flitseehheden is voorzien van een lxcht-ontvangende keten, inwerking gebracht door een verkregen lichthoeveelheid. van de eerste flitsbuisketen en' de tweede flitsbuisketén, en. een blusregelketen, 25. bediend door een signaal van de licht-ontvangende keten voor . het regelen van het stilzetten Van het flitsen van de eerste flitsbuisketen en de • tweede flit shui sket en.
4. 12. Inrichting volgens conelusie 11.met het kenmerk,.dat de eerste flitseenheid is voorzien van een eerste licht-ontvangende keten, in wer- 30 king gebracht' door een verkregen lichthoeveelheid van de eerste flitsbuis-keten en de tweede flitsbuisketen, en van een eerste blusregelketen, bediend door een signaal van de eerste licht-ontvangende keten voor het regelen van het stilzetten van het flitsen van de eerste flitsbuisketen.
5. 13. Inriehting volgens conclusie 11 met. het kenmerk,.dat de tweede 35 flitseenheid is voorzien van een tweede licht-ontvangende keten, in werking gebracht door een verkregen lichthoeveelheid..van de eerste flitsbuis- --keten en de tweede, flitsbuisketen, en.van een tweede blusregelketen, be- 81 0 3 4 5 6 ...... . —— i—r—-:----;---> * · ι l‘ - i > ' » -: I · { : ** Ϊ9- r» f I ! diend door een. signaal.vaude tveede lieht-ontvangen&e.keten voor het j ; regelenvan het stilzetten, van het flitsen van·'de tveede flitsbuis- I s keten. :: : . - * 1¾. Inrichting volgens conclusie 11’met hét kenmerk, dat de eerste. . ; 5 flitseenheid verder een eerste sehakelketen omvat voor het drijven" van , de eerste flitsfcoisketèn,; en .een eerste hlusketen 'voor het "blussen van de eerste flit sbuis. van de flitsbuisketen, en gedreven door een blus- .3. regelsignaal van de eerste - hlusregelketen, .vaarbij· de tveede flits- -/ ί , eenheid..verder een:tveede.schakelketen omvat:voor het drijven van de ‘ -; 10 ! tveede flitshuisketen, en èen tveede hlusketen. voor het doven van de . ; tveede flitsbuis van_de flitshuisketen en gedreven"door een blusregel- ‘ ; signaal van de tveede hlusregelketen.
6. 1. Inrichting volgens conclusie it. met . het kenmerk, ‘dat de eerste * % - " · schakelketen een thyristor omvat,, verbonden met de eerste flit sbuis, ,‘T5 'verder een commatatie-condensator· en een .cemmutatie^veerstand voor het r commuteren van de stroom van de thyristor, vaarbij de .eerste hlusketen t ’ ’ : een blusthyristor omvat, parallel geschakeld met een seriekéten van de thyristor van. de. eerste schakelketen. en. de eerste flitsbuis.. ié’. ' Inrichting volgens conclusie 1 b. met het kenmerk,, dat de tveede ..'20 schakelketen een thyristor bevat,, in serie geschakeld,met de tveede flit sbuis, vorder een tveede cemmutatie-condensator en een cammntatie-veerstand, parallel geschakeld met de thyristor, vaarbij de tveede blus-keten een tveede blusthyristor bevat,‘verbonden met de "tveede flit sbuis. 17* Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk,' dat de eerste 25 en tveede trekkersignaal-opvekkende ketens respectievelijk zijn voorzien van een starteondensator en van een starttransformator met een primaire •wikkeling, verbonden met de starteondensator , en een secundaire vikke-ling, elektrisch verbonden met een. start elektrode van de flit sbuis.
7. 18. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk,.dat de eerste 30 en tveede elektrische ladingopslagmiddelen .respectievelijk, een spanning-cmz etter keten omvatten voor het. omzetten van een. gelijkspanning van een gelxjkstroomferachtbronketen in een visselspanning, en een gelijkrichter-keten voor het gelijkrichten van de -visselspanning tot.een gelijkspanning.
8. 19. Inrichting volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de tveede flitseenheid.draaibaar is aangebracht .met betrekking tot de eerste flits-— eenheid, ' .......81 0 3 4 5 6 ...... ......... i ; j:' ·. : , ' - 20 - 'j 'V i j.20« Iorichting volgens conclusie 18 met het. kenmerk, dat de gelijk- 1 | . stroomkrachtbronketen een batterij omvat en een.krachtbronschakelaar, . · ·’ I;» · 1 ; I voorzien van een vast contact, verbonden mét de batterij, verder van een ί | ‘ vast contact, verbonden met een start condensator en van een beweegbaar - j 5 contact, verbonden met de spanningomzetterketen. ' : !, ; ·.. | f ----------- · i I- * ; ' ' ' I - ·' _ . ' ; . · v ' · ί ; λ; . .- ' ; \ ' ; . . . · · : ' \ f ... - **" ΐ , ; i ” ··..- . · ' i · » ‘f Ui ' * j j. - - - · . · : . · . . ' > - . r. ! - - * · ' ' ' ' ..... ; i· [ · i . · Γ · . · - ’ ^ ‘ - ' l 8 1 0 3 4 5 6..... ‘