NL8103035A - Inrichting voor videosignaalweergave. - Google Patents

Inrichting voor videosignaalweergave. Download PDF

Info

Publication number
NL8103035A
NL8103035A NL8103035A NL8103035A NL8103035A NL 8103035 A NL8103035 A NL 8103035A NL 8103035 A NL8103035 A NL 8103035A NL 8103035 A NL8103035 A NL 8103035A NL 8103035 A NL8103035 A NL 8103035A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pulse
tape
excitation
motor
impulse
Prior art date
Application number
NL8103035A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8103035A publication Critical patent/NL8103035A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/78Television signal recording using magnetic recording
    • H04N5/782Television signal recording using magnetic recording on tape
    • H04N5/783Adaptations for reproducing at a rate different from the recording rate

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)

Description

« * '» \ * C Ca/Se/Sony 1278
Inrichting voor videosignaalweergave.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor videosignaalweergave, en meer in het bijzonder op een inrichting voor weergave bij langzaam bewegend beeld van op een intermitterend in langstransport aangedreven band 5 opgenomen videosignalen.
Bij een videosignaalopneem- en/of -weergeef-apparaat van bekend type met schroeflijnvormige bandaftas-ting worden de videosignalen opeenvolgend door twee in rotatie aangedreven magneetkoppen op een magneetband opgenomen 10 volgens zich schuin ten opzichte van de bandlangsrichting uitstrekkende registratiésporen. Daarbij worden meestal twee roterende magneetkoppen met onderling verschillende azimuth-hoeken toegepast ter verkrijging van een hoge regi-stratiedichtheid, waarbij aangrenzende registratiesporen 15 op de magneetband tegen elkaar aansluiten of elkaar gedeeltelijk overlappen. De als gevolg daarvan bij signaalweergave optredende overspraakcomponenten kunnen echter dankzij het tijdens de magneetkopuitlezing optredende azimuthhoek-verlies in aanzienlijke mate worden teruggebracht.
20 · In geval van signaalweérgave bij langzaam bewegend beeld van op dergelijke wijze opgenpmen videosignalen wordt de magneetband in langstransport aangedreven bij een snelheid, welke lager ligt dan dié tijdens signaalopname (of normale signaalweergave). Tijdens een dergelijke speciale .
25 signaalweergave voeren de roterende magneetkoppen een enige malen herhaalde aftasting van de verschillende registratiesporen uit, zodat het uit de uitgelezen videosignalen zichtbaar gemaakte beeld een langzamere beweging vertoont dan in geval van normale signaalweergave. Dit is de normale 30 wijze van signaalweergave bij langzaam bewegend beeld. Ter verkrijging van signaalweergave bij stilstaand beeld wordt 81 03 035 * ? ? Υ - -2- in dat geval een enige malen herhaalde aftasting van ëên enkel registratiespoor door de magneetkoppen uitgevoerd.
Tijdens de hier genoemde speciale wijzen van signaalweergave, d.w.z. bij langzaam bewegend beeld of 5 bij stilstaand beeld, voeren de roterende magneetkoppen hun rotatiebeweging met dezelfde snelheid uit als tijdens - normale signaalweergave, doch het bandlangstransport geschiedt bij een snelheid, welke lager ligt dan tijdens normale signaalweergave, of is geheel onderbroken. Als ge-10 volg daarvan verschilt de hellingshoek van een door eenro-terende magneetkop tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld en tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld afgelegde aftastbaan van de onveranderde hellingshoek of schuinloophoek van de registratiesporen op de magneet-15 band; dit verschil in hellingshoek geeft aanleiding tot spoor-volgafwijkingen.
Wanneer tijdens signaalweergave een roterende magneetkop met een bepaalde azimuthhoek afwijkt van een · af te tasten registratiespoor en 'een door de andere magneet- t · * 20 kop met een andere azimuthhoek gevormd registratiespoor bestrijkt, verschijnt in het uit het uitgelezen signaal zichtbaar gemaakte beeld een ruis— of stoorbalk.
Teneinde dit verschijnsel tegen te gaan, is in het Amerikaanse octrooischrift 4.190.869, voorgesteld, met inter-25 mitterend bandlangstransport te werken, waartoe bijvoorbeeld de kaapstander aandrij fmotor van het videobandapparaat intermitterend, kan worden aangedreven. Wanneer het bandtrans-port is onderbroken worden dezelfde registratiesporen enige malen door de respektievelijk een bij het af te tasten regi-30 stratiespoor behorende azimuthhoek vertonende magneetkoppen afgetast? op die wijze wordt signaalweergave bij stilstaand beeld yerkregen. Tijdens bandtransport bij normale transport-snelheid vindt normale signaalweergave of -uitlezing door de roterende magneetkoppen plaats. De uiteindelijke signaal-35 weergave bij langzaam bewegend beeld resulteert derhalve uit de combinatie van signaalweergave bij stilstaand beeld 81 03 0 3 5 -3» * » en normale signaalweergave. Daarbij wordt opgemerkt, dat het aantal beeldrasters, dat tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld uit een zelfde registratiespoor wordt uitgelezen, afhankelijk van de gekozen bewegingssnelheid van 5 het langzaam bewegende beeld is.
In geval van een dergelijk intermitterend band-langstransport door middel van een impulsbekrachtigde kaap-standeraandrijfmotor tijdens normale signaalweergave ondergaat, zoals duidelijk zal zijn, de stijgtijd of aanlooptijd 10 van de rotatiebekrachtiging van de kaapstander een wijziging met de bewegingssnelheidsverhouding N- Dit heeft tot gevolg, dat in de stilstandspositie, welke de magneetband tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld dient in te nemen, een verandering 'optreedt, waarschijnlijk als gevolg 15 van het feit,‘dat de kinetische energie van het transmissie-mechanisme, zoals een voor koppeling van het kaapstander vliegwiel met de kaapstander aandrijfmotor dienende band of snaar, afhankelijk is van de bewegingssnelheid van het desbetreffende mechanisme, en derhalve van de genoemde bewe-20 gingssnelheidsverhouding. Het resultaat is in ieder geval, dat de stijgtijd of aanlooptijd van de kaapstander aandrijving afneemt naarmate de "langzame" bewegingssnelheid toeneemt.
Het voorgaande heeft tot gevolg, dat tijdens weer-25 gave bij stilstaand beeld een geleidelijke verslechtering van de signaal/ruis-verhouding optreedt, daar de opeenvolgende afwijkingen van de bandstilstandsposities worden geaccumuleerd.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel 30 hierin verbetering te brengen en een videosignaalweergeef- inrichting te verschaffen, waarbij de hiervoor genoemde problemen zich niet voordoen.
Voorts stelt de uitvinding zich ten doel , een nieuw type videosignaalweergeefinrichting te verschaffen, 35 dat in het bijzonder geschikt is voor signaalweergave bij stilstaand beeld uit een aan intermitterend langstransport onderworpen magneetband.
81 03 0 3 5 ¥ * v -4-
Uitgaande van een inrichting voor weergave van volgens schuin over een band gevormde registratiesporen opgenomen videosignalen. , welke is voorzien van een of meer uitleeskoppen voor aftasting van de registratiesporen en 5 van een kaapstanderaandrijfmotor voor bandtransport in de bandlangsrichting , schrijft de uitvinding voor, dat een dergelijke videosignaalweergeefinrichting bovendien moet zijn voorzien van: bandtransportbekrachtigingsmiddelen voor afgifte 10 van een motorbekrachtigingsimpuls voor intermitterend bandtransport van de magneetband over een met een vooraf bepaald aantal registratiesporen overeenkomende bandlengte gedurende tijdsintervallen, waarvan de duur in afhankelijkheid van de beeldbewegingssnelheid van de uitgelezen videosignalen 15 varieert, en van middelen voor regeling van· de impulsbreedte of amplitude van de motorbekrachtigingsimpulsen in afhankelijkheid van de beeldbewegingssnelheid. - . De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu / ’ 20 volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen , waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekening tonen:
Figuur 1 een schema, gedeeltelijk uitgevoerd als blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding 25 van. een bandtransportregelschakeling voor een videosignaalweergeef inrichting;
Figuur 2A - 21 enige golfvormen ter. verduidelijking van de werking van de 'schakeling volgens fig.1,
Figuur 3 een blokschema van een uitvoeringsvorm 30 van een schakeling voor versterking van dé door de magneet-koppen uitgelezen videosignalen,
Figuur 4A en 4B enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van een bij de uitvinding toegepaste compensatieschakeling en 35 Figuur 5 en 6 schema’s van andere uitvoeringsvor men van de uitvinding.
81 0 3 0 3 5 * % -5-
Enige uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen worden beschreven onder referte aan een voor signaalweer-gave bij langzaam bewegend beeld dienende videosignaalweer-geefinrichting, welke werkt met bandaftasting door middel 5 van een paar roterende magneetkoppen HA. en HB, waarvan de luchtspleten een verschil in azimuth-hoek vertonen en welke dienen voor opname (en weergave) van videosignalen volgens aangrenzende of elkaar afwisselende registratiesporen, waarbij het genoemde verschil in azimuth -hoek dient voor ver-10 mindering van overspraakverschijnselen onder behoud van een grote registratiedichtheid op de magneetband. De magneetband is daarbij schroeflijnvormig om een omtreksgedeelte van de bandlei trommel van de videoweer geef inrichting gewikkeld en wordt tijdens rotatie van de magneetkoppen HA en 15 HB in langstransport aangedreven, zodat de magneetkoppen afwisselend respektieve registratiesporen op de magneetband aftasten voor opname of weergave van videosignalen in, resp. uit die sporen. Bij een dergelijke videosignaalweergeef-inrichting of -videobandapparaat kan toepassing vinden, van 20 een roteerbare extra magneetkop HA' waarvan de lucht spleet dezelfde azimuthhoek als één van beidé hoofdmagneetkoppen HA en HB vertoont en welke in principe hetzelfde registra-tiespoor als de desbetreffende ene van de beide hoofdmagneetkoppen HA en HB op de magneetband aftast.
.25 Ter verkrijging van signaalweergave bij langzaam bewegend beeld door middel van een dergelijk videobandapparaat vindt intermitterend langstransport van de magneetband over een met één volledig videobeeld overeenkomende registra-tiespoorlengte plaats gedurende in overeenstemming met of 30 in afhankelijkheid van de gewenste bewegingssnelheidsverhou-ding bepaalde tijdsintervallen. Tijdens stilstand van de magneetband, waarbij het bandlangstransport derhalve is onderbroken, worden de desbetreffende videosignalen afwisselend door de roterende hoofdmagneetkop HA en de roterende hulp-35 magneetkop HA' uitgelezen, terwijl tijdens bandlangstransport, waarbij de magneetband derhalve in beweging is, afwisselende videosignaaluitlezing door de beide hoofdmagneetkop- 8103035 • -6- - * * pen HA en HB plaatsvindt.
Fig.1 van de bijbehorende tekening toont van -een dergelijk videobandapparaat een kaapstanderaandrijfmo-tor 1, welke bestaat uit een gelijkstroommotor en dient 5 voor bandlangstransport in voorwaartse of teruggaande richting. De kaapstandermotor 1- wordt bestuurd door een motorbe-krachtigingsschakeling 2 , welke in principe bestaat uit een transistorbrugschakeling met vier transistoren 3a·,3b, 4a en 4b. Voor bekrachtiging van de motor 1 in de voorwaart-10 se richting worden de transistoren3a en 3b van de brug- schakeling in hun geleidende toestand gebracht, waarbij een gelijkstroom 1^ in voorwaartse richting gaat vloeien, zoals in fig.1 met een volle lijn is weergegeven. Voor bekrachtiging van" de motor 1 in teruggaande richting worden daarente-15 gen de transistoren 4 a en 4b van de brugschakeling in hun geleidende toestand gebracht, zodat een gelijkstroom -1^ in tegengestelde richting gaat vloeien; dit is in fig.1 met een gebroken lijn aangeduid. De teruggaande gelijkstroom wordt gebruikt, voor afremming, van de kaapstanderaandrijfmo-20 tor 1, zodanig, dat deze nauwkeurig in een gewenste positie tot stilstand komt. De transistoren 3a en 3b worden in hun geleidende toestand gebracht door een van een monostabiele multivibrator 7 afkomstige impuls terwijl de transis toren 4a en 4b in hun geleidende toestand worden gebracht 25 door een van een monostabiele multivibrator 13 afkomstige impuls 1^2*
Voorts is aan de rotatie-as van de magneetkoppen een impulsgenerator toegevoegd, welke dient voor detectie van de rotatiehoekfase van de magneetkoppen. Deze impulsgene-30 rator geeft hoogfrequente schakelimpulsen SWP volgens fig.2A af, welke aan een ingangsaansluiting 5 van het schema volgens fig.1 verschijnen. De schakelimpuls· . SWP heeft de periode van ëën beeld en wordt geleid naar een langzame monostabiele multivibrator 6, die dan op de achterflank van de 35 puls SWP wordt gestart. In fig.2A is de aftastperiodeduur van de verschillendemagneetkoppen ΗΑ,ΗΒ en HA’ steeds weergegeven. De tijdsconstante van de monostabiele multivibra- 81 0 3 0 3 5 . -7- Λ * tor 6 wordt bepaald in afhankelijkheid van de bewegingssnel-heidsverhouding (1/N), welke bij het hier beschreven voorbeeld verondersteld wordt een derde te bedragen (N=3).
De monostabiele multivibrator 6 geeft een impuls FP^ af, 5 waarvan de impulsduur groter dan dié van twee volledige videobeelden doch kleiner dan dié van drie volledige videobeelden is, zoals fig.2B laat zien.
Deze van de monostabiele multivibrator 6 afkomstige impuls FP^ wordt toegevoerd aan de monostabiele multi-10 vibrator 7, welke op zijn beurt een impuls FP2 afgeeft, waarvan & stijgende flank samenvalt met die van de impuls FP^; de impuls FP2 heeft een impulsduur T^, welke wordt bepaald door de tijdsconstante van een desbetreffend netwerk 8.
Deze impuls FP2 wordt toegevoerd aan de kathode van een diode 15 9, waarvan de anode via respektievelijke basisweerstanden met de bases van de transistoren 3a en 3b is gekoppeld*
Een tijdens signaalweergave uit de magneetband uitgelezen stuursignaal CTL wordt aan de schakeling volgens ' fig.JL toegevoerd via een ingangsaansïuiting 10. Dit signaal 20 wordt tijdens signaalweergave uitgelezen uit een als langs- spoor langs de ene rand op de magneetband opgenomen registra-tiespoor, waarin het stuursignaal CTL met de videobeeldpe-.riodiciteit wordt opgenomen. Zoals fig.2D laat zien, verschijnt het stuursignaal CTL tijdens magneetbandlangstransport onder * 25 besturing door de -impuls FP2 met de normale snelheid. Het stuursignaal CTL wordt dan toegevoerd aan een voor vertraging dienende, monostabiele multivibrator 11, welke door het stuursignaal CTL wordt gestart en een impuls RP^ met een impulsduur 'u volgens fig.2E af geeft. Door middel van een variabele 30 regelweerstand 12 kan de tijdsconstante van de multivibra tor 11 en daarmee de impulsduur X worden ingesteld. De door de multiyibrator 11 afgegeven impuls RP wordt toegevoerd aan de monostabiele multivibrator 13, welke door de dalende flank van de impuls RP, wordt gestart voor afgifte van een 35 ^ impuls RP2. Aan de monostabiele multivibrator 13 is een netwerk of schakeling 14 aangesloten, waarvan de tijdsconstan- 81 03 0 3 5 * ν' -8- _.
te de impulsduur Tr van de door de multivibrator 13 af gegeven impuls RP2 beperkt, zoals fig.2F laat zien. De aldus gevormde impuls RP2 wordt via respektieve basisweerstanden toegevoerd aan de bases van de transistoren 4a en 4b van 5 de brugschakeling van de motorbekrachtigings schakeling 2.
De beide in het voorgaande beschreven impulsen FP2(zie fig.2C) en RP2(zie fig.2F) dienen ter verkrijging . van een bekrachtigingsstroom ID volgens fig.2G voor de kaapstanderaandrijfmotor 1. Gedurende de periode , waarin 10 de bekrachtigingsstroom ID de positieve polariteit heeft, wordt de kaapstanderaandrijfmotor 1 in voorwaartse rotatie-richting bekrachtigd, waarbij bandlangstransport bij normale snelheid wordt verkregen. Zelfs wanneer de bekrachtigingsstroom Iq van positieye polariteit verdwijnt, blijft de 15 kaapstanderaandrijfmotor 1 als gevolg van zijn traagheid roteren. Wanneer de bekrachtigingsstroom -1^ van negatieve polariteit aan de kaapstander aandrijfmotor 1 wordt toegevoerd,. ondervindt deze daarvan een remkoppel, zodanig, dat het magneetbandtransport in een bepaalde stilstandspositie 20 van de magneetband wordt onderbroken. Deze stilstandspositie wordt zodanig gekozen, dat het niveau van het bij de uitle-zing verkregen uitgangssignaal ongeveer in het midden van één beeldraster zijnmaximale waarde heeft. Indien in het uit liet uitgelezen videosignaal zichtbaar gemaakte beeld 25 een door een te-gering signaalniveau van het uitgelezen videosignaal veroorzaakte ruis- of stoorband zou verschijnen, . kan de genoemde variabele'weerstand 12 worden gebruikt voor zodanige variatie van de impulsduur dat een andere stilstandspositie van de magneetband wordt verkregen.
30 Bij onderling verschillende bandtransportsnelhe- den tijdens signaalopname zal de steekwaarde van de daarbij op een magneetband gevormde videoregistratiesporen verschillen. In verband daarmee wordt automatisch vastgesteld, welke bandtransporfsnelheid tijdens signaalopname is toegepast; 35 deze vaststelling kan bijvoorbeeld worden gebaseerd op de frequentie van het tijdens signaalweergave uit de magneet-." ' band uitgelezen stuursignaal CTL, waarbij cfe tijdsconstanten 8103035 «» *- -9- van de schakelingen of netwerken 8 en 14 zodanig aan het vaststellingsresultaat worden aangepast, dat optimale impulsduren en Tr voor de respektieve impulsen FP2 en RP2 worden verkregen.
5 Fig.3 toont een schema van een voorbeeld van een schakeling voor versterking van de door de roteerbare mag-neetkoppen HA, HB en HA' uitgelezen signalen. Bij deze uitvoeringsvorm worden de door de zojuist genoemde magneetkop-pen uitgelezen signalen via niet in de tekening weergegeven 10 roterende transformatoren toegevoerd aan respektieve voor-versterkers 32,33 en 34. Het uitgangssignaal van de met de roteerbare hoofdmagneetkop HA gekoppelde voorversterker 32 wordt via een magneetkopversterker 35 toegevoerd aan een uitgangsaansluiting 36. Het uitgangssignaal van de met de 15 roteerbare hoofdmagneetkop HB gekoppelde voorversterker 33 en het uitgangssignaal van de met de roteerbare hulpmagneet-kop HA’ gekoppelde voorver sterker 34 worden toegevoerd aan respektievelijke vaste contacten 38a en 38b van een schakel-eenheid 37, waarvan het beweegbare contact via een magneet-' 20 kopversterker 40 het gekozen uitgangssignaal aan een uit- gangsaansluiting 41 afgeeft. De schakeleenheid 37 wordt door een via een schakelaansluiting 39 daaraan toegevoerde, nog nader te beschrijven magneetkopwisselimpuls PH zodanig bestuurd, dat wanneer de impuls PH een hoog niveau vertoont, 25 öe contacten 38b.en 38c met elkaar zijn doorverbonden, terwijl de contacten 38a en 38c van de schakeleenheid bij een laag niveau van de wisselimpuls PH met elkaar zijn doorverbonden.
De zojuist genoemde magneetkopwisselimpuls PH is 30 afkomstig van een NIET-EN-poortschakeling JL6 , welke het uitgangssignaal van een flip-flop 15 en de schakelimpuls SWP krijgt toegevoerd. De flip-flop 15 wordt door de impuls FP2 ingesteld en door de impuls IU?2 teruggesteld voor afgifte van een uitgangsimpuls volgens, fig.2H. Aangezien deze uit-35 gangs impuls en de schakelimpuls SWP volgens fig.2A beide aan de poortschakeling 16 worden toegevoerd, geeft deze een magneetkopwisselimpuls PH af, waarvan het niveau daalt tijdens 8103035 « -10- .
de periode van aftasting door de roteerbare hoofdmagneetkop HB.
Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding is aan de monostabiele multivibrator 6 een compensa-5 tieschakeling 17 toegevoegd. De tijdsconstante van de mono stabiele multivibrator 6 wordt door de respektieve waarden van een kapaciteit 18, een weerstand 19 en een transistor 20 zodanig bepaald, dat de basisspanning van de transistor 20 door middel van een variabele weerstand 21 kan worden ge-10· varieerd voor wijziging van de tijdsconstante, d.w.z. van de impulsbreedte of-duur van de impuls FP^. Wanneer een geringe weerstandswaarde voor de weerstand 21 wordt ingesteld, waardoor de basisspanning van de-transistor 20 daalt, wordt de impulsbreedte van de impuls FP^ korter en neemt de 15 "langzame" beeldweergeefsnelheid toe. Wanneer een hoge weer standswaarde voor de weerstand 21 wordt gekozen, stijgt de basisspanning yan de transistor 20 en daalt de "langzame" beeldweergeefsnelheid. De spanning over de variabele weer- ' stand 21 wordt-via'een integrerend netwerk 22 , de basis- 20 emitterovergang van een transistor 23 en een weerstand 24 als compensatiespanning aan de anode van een diode 9 toegevoerd.
De. van de monostabiele multivibrator 7 afkomstige impuls FP2 wordt aan de kathode van de diode 9 toegevoerd.
25 Zoals-fig.2 laat-zien,-vertoont-de impuls FP2 gedurende zijn impulsintervallen een laag niveau, waarin de diode 9 geleidend wordt. Als gevolg daarvan krijgen ook de basispotentialen van de transistoren 3a en 3b een althans .tenminste nagenoeg niet van 0 volt . verschillend niveau, zodat de transis— 30 toren 3a en 3b in hun niet-gel'eidende toestand blijven. Zodra, de impuls zelf aan de kathode van de diode 9 verschijnt, komt deze echter in zijn geblokkeerde toestand, zodat de door de transistor 23 geléverde compensatiespanning aan de bases van de beide transistoren 3a en 3b wordt toegevoerd.
35 Wanneer de compensatiespanning een hoger niveau dan dat van .
de impuls RP2 bereikt, komt de. diode 9 weer in zijn geleiden- 81 03 0 3 5 -η- _ de toestand en wordt de compensatiespanning op het niveau van de impuls gesuperponeerd.
Zoals in het voorgaande is beschreven, dient de compensatiespanning een grotere waarde aan te nemen naarmate de "lang-5 zame" bewegingssnelheid geringer wordt. Zoals met gebroken lijnen in fig.4A is weergegeven, dient de motorbekrachtigings-stroom Ijj voor de kaapstander aandrijfmotor 1 groter te worden naarmate de "langzame" bewegingssnelheid kleiner . wordt(langzamer wordt).
10 Opgemerkt wordt, dat het integrerende netwerk 22 van de compensatieschakeling 17 dient om te verhinderen, dat bij een plotselinge instellingsverandering van de variabele weerstand 21 , als in fig.4B met een volle lijn weergegeven, de kaapstander aandrijfmotor 1 niet in staat 20U zijn 15 om deze variatie te volgen, waaruit een buitensporige compensatie zou resulteren; in fig.4B is met een gebroken lijn de afzwakking van een dergelijke plotselinge verandering weergegeven.
Aan de hand van fig.5 zal nu een voorbeeld van 20 toevoer van de -compensatiespanning aan de motorbekrachti-gingsschakeling 2 worden beschreven. Zoals uit fig.5 naar voren komt, is tussen de basis van de transistor 3a· en aarde een weerstand 25 opgenomen, terwijl een gedurende het interval van de impulsen FP2 in zijn doorverbindi ng s to e-25 stand verkerende schakelaar 26 tussen de compensatieschakeling 17 en de basis van de transistor 3a is opgenomen voor superpositie van de compensatiespanning op de impuls FP2. Daarbij is het mogelijk, dat de weerstand 25 als een variabele weerstand wordt uitgevoerd ter verkrijging van de moge-30 lijkheid van instelling of regeling van de uitgevoerde superpositie .
In plaats van niveauregeling van de aan de motor-bekrachtigingsschakeling 2 toegevoerde impuls FP2 kan toepassing plaatsvinden van impulsbreedteregeling van de impuls-3> FP2 met "langzame" bewegingssnelheid. Fig.6 toont een dergelijke uitvoeringsvorm. Daarbij wordt de impulsbreedte of -duur Tjr van de impuls FP2 van de monostabiele raultivibra- 8103035 ·# w · -12- · tor 7 bepaald door de tijdsconstante van de schakeling of het netwerk 8. Deze tijdsconstante wordt bepaald door de respektieve waarden van een kapaciteit 27, weerstanden 28 en 29, een variabele weerstand 30 en een transistor 31.
5 Door toevoer van de door de regelbare weerstand 21 afgege- ven spanning aan de basis van de transistor 31, kan de tijdsconstante van de monostabiele multivibrator 7 in dezelfde ' richting als de tijdsconstante van de monostabiele multivibrator 6 worden gevarieerd. Daarbij dient de variabele 10 weerstand 30 voor instelling van de.begin- of uitgangswaarde. Indien voor de weerstandswaarde van de variabele weerstand 21 een be.trekkelijk hoge waarde wordt gekozen , ter verkrijging van een langzamere bewegingssnelheid, zal de impulsduur T^. van de impuls FP2 zich in zodanige richting 15 wijzigen, dat de impulsduur. langer wordt, waardoor wordt vermeden, dat bij een te laag ingestelde "langzame"bewegingssnelheid een ongunstige beïnvloeding van de stijgrespon-sie van de kaapstander optreedt, waardoor de bandtransport-' lengte zou worden verminderd.
20 De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge* samenhang worden aangebracht, zonder, dat daarbij‘het kader van de uitvinding 25 wordt overschreden.
81 03 0 3 5

Claims (9)

1. Inrichting voor weergave van volgens schuin over een band gevormde registratiesporen opgenomen videosignalen/ bevattende: éën of meer uitleeskoppen voor aftasting van de 5 registratiesporen, benevens een kaapstanderaandrijfmotor voor bekrachtiging van bandlangstransport, gekenmerkt door: bandtransportbekrachtigingsmiddelen voor afgifte van een motorbekrachtigingsimpuls voor intermitterend band-10 transport van de magneetband over een met een vooraf bepaald aantal registratiesporen overeenkomende bandlengte gedurende tijdsintervallen, waarvan de duur in afhankelijkheid van de beeldbewegingssnelheid van de uitgelezen videosignalen varieert en door 15 middelen voor regeling van de impulsbreedte of amplitude van de motorbekrachtigingsimpulsen in afhankelijkheid van de beeldbewegingssnelheid.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het ken-merk, dat de bandtransportbekrachtigingsmiddelen een eerste 20 monostabiele multivibrator met een schakeling of netwerk met variabele tijdsconstante voor bepaling van het interval van de bekrachtigingsimpuls in afhankelijkheid van de beeldbewegingssnelheid omvatten.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het ken-25 merk, dat de bandtransportbekrachtigingsmiddelen een op het uitgangssignaal van de eerste monostabiele multivibrator reagerende, tweede monostabiele multivibrator voor afgifte van de bekrachtigingsimpuls bevatten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het ken-30 merk, dat de bandtransportbekrachtigingsmiddelen in reaktie op een uit een . band uitgelezen stuursignaal een motorrem-impuls afgeven, zodanig, dat het intermitterende bandlangstransport wordt teweeggebracht door afwisselende toevoer van een motorbekrachtigingsimpuls en 'een dergelijke motor-35 remimpuls aan de kaapstanderaandrijfmotor. 8103035 -14- - W
5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk , dat de middelen voor regeling van de impulsbreedte of amplitude van de motorbekrachtigingsimpulsen een niveau-verschuiver omvatten voor vergroting van de impulsbreedte 5 of amplitude van de motorbekrachtigingsimpuls wanneer het bekrachtigingsimpulsinterval groter wordt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de niveauverschuiver een transistor van het NPN-type omvat, waarvan de basis een regelbare gelijkspannings- 10 potentiaal krijgt toegevoerd, welke eveneens aan de schakeling of het netwerk_ met een variabele tijdsconstante wordt toegevoerd voor wijziging van het bekrachtigingsimpulsinterval.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het ken— 15 merk, dat de bekrachtigingsimpuls via een met blokkerings- polariteit aangesloten diode aan de kaapstanderaandrijfmotor wordt toegevoerd, terwijl de gelijkspanningspotentiaal aan de emitter, van de transistor, van het NPN-type aan de ,· anode van de diode wordt toegevoerd.
8. Inrichting volgens conclusie 6, met het ken merk,. dat de gelijkspanningspotentiaal aan de emitter van de-transistor, van het NPN-type aan de kaapstanderaandrijf-motor wordt toegevoerd via een schakelaar, welke in de be-krachtigingsperiode van de bekrachtigingsimpuls. in zijn 25 doorverbindingstoestand verkeert.
9, Inrichting, volgens conclusie 5, met het kenmerk , dat de niveauverschuiver een transistor van het ' PNP-type bevat, waarvan de' basis, een regelbare gelijkspanningspotentiaal krijgt toegevoerd, welke eveneens aan a.e 30 ' schakeling of' het netwerk met variabele tijdsconstante wordt toegevoerd voor wijziging van het bekrachtigingsimpulsinterval, terwijl de collector van de transistor van het PNP-type met een netwerk met variabele tijdsconstante van de tweede monostabiele multivibrator is gekoppeld voor wijzi— 35 ging van de impulsduur of -breedte van de bekrachtigingsimpuls . 8103035
NL8103035A 1980-06-23 1981-06-23 Inrichting voor videosignaalweergave. NL8103035A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP8485180A JPS5712438A (en) 1980-06-23 1980-06-23 Tape travelling control circuit
JP8485180 1980-06-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103035A true NL8103035A (nl) 1982-01-18

Family

ID=13842295

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103035A NL8103035A (nl) 1980-06-23 1981-06-23 Inrichting voor videosignaalweergave.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4399473A (nl)
JP (1) JPS5712438A (nl)
CA (1) CA1170356A (nl)
DE (1) DE3124426A1 (nl)
FR (1) FR2485312B1 (nl)
GB (1) GB2080600B (nl)
NL (1) NL8103035A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5739677A (en) * 1980-08-20 1982-03-04 Sony Corp Reproducing device for video signal
JPS57181284A (en) * 1981-04-30 1982-11-08 Mitsubishi Electric Corp Magnetic video recording and reproducing device
JPS5854885A (ja) * 1981-09-25 1983-03-31 Sony Corp 映像信号再生装置
JPS59124055A (ja) * 1982-12-29 1984-07-18 Mitsubishi Electric Corp 磁気録画再生装置
JPS59127254A (ja) * 1983-01-11 1984-07-23 Mitsubishi Electric Corp 間欠記録による長時間磁気録画再生装置
JPS59186482A (ja) * 1983-04-08 1984-10-23 Hitachi Ltd 磁気記録再生装置
JPS59185736U (ja) * 1983-05-27 1984-12-10 日本ビクター株式会社 映像信号再生装置
JPS60173750A (ja) * 1984-02-20 1985-09-07 Nec Home Electronics Ltd 磁気記録再生装置
JPS61251385A (ja) * 1985-04-30 1986-11-08 Hitachi Ltd 磁気記録再生装置のスロ−モ−シヨン装置
DE3529963A1 (de) * 1985-08-22 1987-03-05 Thomson Brandt Gmbh Recorder, insbesondere fuer ein digitalsignal
JP2510993Y2 (ja) * 1991-04-23 1996-09-18 源一 大江 水切り笠木
KR0124587B1 (ko) * 1993-06-28 1997-11-28 구자홍 브이씨알(vcr)의 슬로우 재생시 화면유동 방지장치

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1164114A (en) * 1965-09-16 1969-09-17 John Stanley Smith Improvements in or relating to Methods of and Means for Effecting Step by Step Movement of a Tape-like Member
JPS4919006B1 (nl) * 1968-09-14 1974-05-14
DE2316803C2 (de) * 1973-04-04 1975-05-22 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig, 8510 Fuerth Anordnung zur automatischen Spursuche bei Schrägspuraufzeichnungen
US3940672A (en) * 1974-08-14 1976-02-24 Arvin Industries, Inc. Tape recording and playback control circuit
JPS583306B2 (ja) * 1976-01-07 1983-01-20 日本ビクター株式会社 テ−プ自動装填型再生装置におけるテ−プ間歇送り装置
JPS538517A (en) * 1976-07-13 1978-01-26 Sony Corp Magnetic reproducer
GB1587798A (en) * 1977-05-31 1981-04-08 Victor Company Of Japan Tape driving system in a recording and/or reproducing apparatus
JPS53149007A (en) * 1977-05-31 1978-12-26 Victor Co Of Japan Ltd Magnetic tape running deive system for magnetic recording and reproducing apparatus
JPS54104229A (en) * 1978-02-03 1979-08-16 Victor Co Of Japan Ltd Magnetic reproducer
US4306255A (en) * 1978-06-22 1981-12-15 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Magnetic record/playback system of rotating head type
JPS5553981A (en) * 1978-10-16 1980-04-19 Victor Co Of Japan Ltd Magnetic reproducer
US4295170A (en) * 1979-10-22 1981-10-13 Mike A. Janko Variable tape speed for video recorders

Also Published As

Publication number Publication date
FR2485312A1 (fr) 1981-12-24
CA1170356A (en) 1984-07-03
DE3124426A1 (de) 1982-03-25
JPS5712438A (en) 1982-01-22
GB2080600A (en) 1982-02-03
GB2080600B (en) 1984-10-31
US4399473A (en) 1983-08-16
FR2485312B1 (fr) 1985-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192939C (nl) Aandrijfbesturingsschakeling voor een met onderbrekingen werkende gelijkstroommotor.
NL8103035A (nl) Inrichting voor videosignaalweergave.
KR840007779A (ko) 자기 기록 재생 장치(磁氣記錄再生裝置)의 가변속 재생 방법(可變速再生方法) 및 그 장치
US4959599A (en) Head positioner
NL193299C (nl) Videobandapparaat.
NL192556C (nl) Apparaat voor videosignaalweergave uit schuin op een magneetband gelegen registratiesporen.
NL192896C (nl) Faseservobesturingsschakeling voor een videobandapparaat met een regiefunctie.
EP0059453B1 (en) Apparatus and method for forward/reverse slow motion video reproduction
US4086520A (en) Speed and phase control system
JPH056838B2 (nl)
JPH0552582B2 (nl)
KR950014861B1 (ko) 비디오 신호의 슬로우 모션 재생 장치
JPS6341470B2 (nl)
KR0160626B1 (ko) 슬래드 모터 미끄럼 방지회로
JPS59229765A (ja) 静止画再生装置
JP2597968B2 (ja) 回転ヘツド型ビデオ信号再生装置
KR920009099B1 (ko) 타코 펄스발생회로
EP0130573A2 (en) Servo system for magnetic recording/reproduction apparatus
JP2536825B2 (ja) 磁気記録再生装置
JPS6322672B2 (nl)
US4685006A (en) Magnetic recording-reproducing device
JPH075558Y2 (ja) 長時間記録用ビデオテ−プレコ−ダ
JPS628627Y2 (nl)
JP2619239B2 (ja) 回転ヘッド型記録再生装置
JPH0610525Y2 (ja) キヤプスタンモ−タ制御回路

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed