NL8101366A - Van ten minste een railbalk voorziene vangrail. - Google Patents

Van ten minste een railbalk voorziene vangrail. Download PDF

Info

Publication number
NL8101366A
NL8101366A NL8101366A NL8101366A NL8101366A NL 8101366 A NL8101366 A NL 8101366A NL 8101366 A NL8101366 A NL 8101366A NL 8101366 A NL8101366 A NL 8101366A NL 8101366 A NL8101366 A NL 8101366A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guardrail
finished
parts
guardrail according
following
Prior art date
Application number
NL8101366A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189723C (nl
Original Assignee
Urlberger Hermann Hans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE19803012680 external-priority patent/DE3012680C2/de
Priority claimed from DE19803036227 external-priority patent/DE3036227C2/de
Application filed by Urlberger Hermann Hans filed Critical Urlberger Hermann Hans
Publication of NL8101366A publication Critical patent/NL8101366A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189723C publication Critical patent/NL189723C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F15/00Safety arrangements for slowing, redirecting or stopping errant vehicles, e.g. guard posts or bollards; Arrangements for reducing damage to roadside structures due to vehicular impact
    • E01F15/02Continuous barriers extending along roads or between traffic lanes
    • E01F15/025Combinations of at least two of the barrier member types covered by E01F15/04 - E01F15/08, e.g. rolled steel section or plastic strip backed up by cable, safety kerb topped by rail barrier

Description

N/30.197-tM/f.
Van ten minste ëën railbalk voorziene vangrail.
De uitvinding heeft betrekking op een ter plaatse samenstelbare, van ten minste één railbalk voorziene vangrail.
Uit het Duitse Gebrauchsmuster 7.439.869 is 5 een uit gewapend betonnen gerede delen samenstelbare vangrail bekend, die een ongeveer 2 m breed voetdeel en een totale hoogte van 1,20 m heeft. Aan het van evenwijdige wanden voorziene middelste deel van deze vangrail zijn ongeveer in het midden door rubber stootdempers afgeveerde railbalken 10 aangebracht. Dientengevolge werkt deze bekende vangrail niet anders dan een gebruikelijk systeem met stalen vangrail.
Verder is het bekend ongeveer 70 tot 90 cm hoge omkeerwanden uit beton ter plaatse te vervaardigen; bij deze bekende omkeerwanden kan echter niet worden uitgesloten 15 dat kleinere of ook grotere voertuigen en vrachtwagens bij een sterke botsing daaroverheen rijden.
De uitvinding beoogt een vangrail van het bovengenoemde type te verschaffen, waarbij het omstelbare systeem ter plaatse voldoende in staat is ook dan veiligheid 20 te waarborgen, wanneer het voertuig met een betrekkelijk hoge opbotsenergie tegen het vangsysteem op rijdt.
Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding vanaf de top van de gerede delen ten minste één balkdragende stijl of dergelijke bij benadering loodrecht 25 uitsteekt.
Door de combinatie van de vangrail met de zelfstandig als opbotsinrichting uitgevoerde gerede delen wordt enerzijds bereikt, dat na het slopen van de vangrail de gerede delen onveranderd weer kunnen worden toegepast en 30 anderzijds dat op grond van de bijzondere uitvoering van de gerede delen bij een voertuigbotsing de aanvankelijke afstootwerking van de gerede delen in het bovenste gebied in een soort opvangwerking — op grond van de plastische vervormbaarheid van de vangrail - omgezet wordt.
35 Bij een samenvoeging van een systeem met stalen geleidings- of beschermingsvangrail met een uit gerede delen bestaand ombuigsysteem zijn verschillende combinaties mogelijk, vooral omdat dit gecombineerde systeem niet alleen 8101 366 ? f -2- geschikt is voor middenstroken, dus als z.g. dubbelsysteem, maar ook aan de verkeerswegrand, dus als zogenaamd enkelvoudig systeem toepasbaar is.
In een bij voorkeur toegepaste uitvoe-5 ringsvorm kunnen de gerede delen uit beton,bij voorkeur gewapend beton, bestaan; volgens een andere bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm kunnen de gerede delen als kapvormig gevormde stalen platen en minstens een de zijwanden van binnen steunende afstandshouder bestaan.
10 In het laatste geval wordt niet alleen gewicht uitgespaard, maar ook de transportmogelijkheid vergemakkelijkt. Terwijl in het geval van de betonnen gerede delen de afstoting niet- elastisch is, zijn de uit staalplaten bestaande gerede delen eveneens op zichzelf in zekere mate 15 elastisch of ook vervormbaar.
Verdere kenmerken van de vangrail blijken uit de onderconclusies en de volgende beschrijving.
In de tekening zijn bij wijze van voorbeeld uitvoeringsvormen van de uitvinding en de toepassing 20 ervan afgeheeld. Deze worden hierna verder beschreven.
Hierin toont: fig. 1 een doorsnede door een autoweg met drie rijstroken, fig. 2 een doorsnede door dezelfde autoweg 25 met toepassing van een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 3 een doorsnede door een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 4 een bovenaanzicht op twee gekoppelde gerede delen zonder vangrailsysteem, 30 fig. 5 een ten opzichte van fig. 3 gewij zigde uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 6 een doorsnede door een andere uitvoeringsvorm, fig. 7 een schuin aanzicht op een detail 35 van .de uitvoeringsvorm van fig. 6 en fig. 8 eveneens een schuin aanzicht op de uitvoeringsvorm volgens fig. 6 en 7.
Volgens een normale doorsnede door een rijbaan van een autoweg met drie rijstroken en een stastrook 40 wordt aangenomen, dat op ongeveer twee meter afstand van de 81 01 366 • i -3- middelste vangrail een randstrook 1 van 1 m breedte, drie rij-baanstroken 2,3,4 met een breedte van elk 3,75 m, een randstrook 5 van telkens 50 cm en een berijdbare stastrook 6 met een breedte 2,50 m aangebracht zijn.Aan dé buitenzijde 5 van de rijbaan is weer een vangrail van de gebruikelijke constructie aangebracht.
Om deze normale doorsnede van een drie-baans autoweg voor tegenverkeer, bijvoorbeeld tengevolge van bouwplaatsen, om te vormen, ontstaan weer in de rijrichting IQ twee rijstroken 7 en 8, elk met een breedte van 3,25 m en evenbrede rijstroken 9 en 10 voor het tegenverkeer. In het daartussen liggende deel 11 met een breedte van 1,75 m wordt de hierna verder beschreven vangrail met gerede delen opgesteld.
15 Een dergelijke vangrail met een omstelbare fundering heeft bijvoorbeeld een maximale breedte van 80 cm en een hoogte van 90 cm vanaf het bodemvlak 12 tot aan de bovenkant 13 van de balken.
De fundering bestaat (fig. 1-5) uit bij-20 voorbeeld 2 m lange gerede betondelen 13, die een hoogte van ongeveer 50 cm - vanaf het bovenvlak 12 gemeten - hebben.
De gerede betondelen 13' zijn op voetjes 14, 15 gezet, zodat bijvoorbeeld regenwater onder de gerede betondelen kan doorstromen. Elk gereed betondeel heeft aan zijn kopzijde een 25 tapvormig uitsteeksel 16, dat aan zijn grondvlak een breedte van 30 cm en een aan zijn vrije rand ongeveer een breedte van 22 cm heeft. Het uitsteeksel is ongeveer 25 cm lang en wordt smaller en heeft een gelijke dikte van ongeveer 16 cm; het is aan zijn bodemvlak 17, zoals blijkt uit fig. 3, ongeveer 4 cm 30 breder dan aan zijn bovenvlak 18.
Zoals eveneens uit fig. 4 blijkt, is aan de achterzijde van het naburige gerede betondeel een overeenkomstig gevormde uitsparing aangebracht, zodat de gerede betondelen bijvoorbeeld door een kraan in hun definitieve stand 35 ingeschoven kunnen worden en dus een keten vormen. De voegaf-stand 19 bedraagt in de praktijk ongeveer 3 mm, zodat ook een beweegbaarheid tussen de afzonderlijke bijvoorbeeld op het bodemvlak 12 of de rijbaan neergezette gerede betondelen ontstaat.
40 Om de ketenvormige verbinding van de af- 81 01 366
v S
-4- zonderlijke gerede betondelen te verhogen bezit elk gereed betondeel aan zijn kopwand een tot op het vlak 18 aangebrachte loodrechte sleuf. Deze sleuf 20 heeft een ondersnij-ding en is omringd door een C-vormig profiel 21.
5 Na het samenstellen van de gerede beton delen wordt een profielrail 22 vanaf de top of kruin van de gerede betondelen uit naar binnen geschoven. Dit profieldeel heeft een loodrecht op de voeg 19 verlopend ribdeel 23, en aan de kanten daarvan aangelaste benen 24 en 25. Bij deze 10 op een dubbele T-rail gelijkende rail zijn in elk geval de ben 24 en 25, zoals uit fig. 4 blijkt, afgerond om mogelijk te maken, dat de afzonderlijke gerede betondelen ter hoogte van de voeg na het opbotsen van een voertuig iets kunnen glijden.
15 De C-vormige rails 21 zijn met wapening- ijzers 26 resp. 27 in de gerede betondelen verankerd.
Bijvoorbeeld in het midden tussen twee voegen 19 zijn aan elk afzonderlijk of ook slechts aan elk tweede gereedbetondeel een dubbel T-railvormige houder 30 via 20 een plaat 31 en schroefbouten 32 op de kruin resp. top van het gerede betondeel bevestigd. Deze houders dragen een algemeen met het verwijzingscijfer 33 aangegeven vangrail.
Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld zijn spiegelsymmetrisch twee balken 34 en 35 via afstands-25 stukken 36 met de houder resp. stijl 30 verbonden. Zoals uit fig. 3 blijk^ zijn de balken volgens een helling van ongeveer 10 - 12® uitgevoerd; de afstandhouder 37 in het onderste gebied van de balken 34 en 35 is weker of gemakkelijker vervormbaar dan de afstandhouder 38 in het bovenste 3Q gebied van de balken 34 en 35. Natuurlijk kunnen de balken ook vertikaal verlopen.
De schuinte van de balken ten opzichte van de vertikale lijn kan echter ook tot 30° bedragen om eventueel de'opvangwerking van het op het vlak 40 van de 35 gerede Betondelen omhoog rijdende voertuig te verhogen en te verhinderen, dat dit voertuig weer op de rijbaan teruggeslingerd wordt resp. over de vangrail heen rijdt.
Bij het opbotsen van een voertuig op het .. . afstoot- resp. opvangsysteem van de beschreven soort treden 4Q. de volgende werkingen op, 8101366 c tf -5-
Naargelang van de sterkte van het botsen wordt het ongeveer 1.2 t zware gerede betondeel weinig of in het geheel niet verschoven; naargelang van de botshoek van het opbotsende voertuig wordt dit laatste tegen het vlak 40 5 omhoog' gedrukt en door het plastisch vervormbare systeem van stalen vangrails opgevangen. Over de vangrail heen rijden is ook bij bijzonder zware voertuigen/ bijvoorbeeld vrachtauto's of autobussen niet mogelijk.
Een bijzonder zware botsing zou hoogstens 10 ertoe kunnen leiden/ dat de gerede betondelen beschadigd en de vangrail weggedrukt wordt. In vergelijking tot een slechts uit gerede betondelen bestaande omkeerwand is de afstootwer-king kleiner maar de opvangwerking beslissend groter.
Volgens de in fig. 5 afgeheelde gewijzigde 15 uitvoeringsvorm is bij gelijke uitvoering van de gerede betondelen 41 alleen een andere bevestiging voor het vangrailsys-teem aangebracht. Inplaats van de rail 22 volgens fig. 4 is bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 een dubbele T-balk 42 aangebracht/ die boven de kruin 43 van de gerede betondelen 20 uitsteekt en gelijktijdig als houder resp. stijl voor het stalen vangrailsysteem 44 uitgevoerd is; dit laatste bezit dezelfde eigenschappen en constructieve kenmerken als in verband met fig. 3 en 4 is beschreven.
Het ligt voor de hand, dat het beschreven 25 omstelbare vangrailsysteem slechts van êén railbalk voorzien kan zijn en dus slechts eenzijdig werkt; ook kunnen de stalen vangrails onder omstandigheden zonder afstandsstukken zijn aangebracht. Verder ligt het voor de hand, dat een verbinding van het vangrailsysteem met de gerede betondelen ook 3Q kan geschieden via stijlen, die enerzijds in de gerede betondelen verankerd zijn en anderzijds zijn uitgevoerd als koppe-lingsdelen.
De afzonderlijke, op zichzelf rechtlijnige, platte zijwanddelen van de gerede betondelen kunnen de volgen-35 de hoekmaten - telkens betrokken op de vertikaal - bezitten: het onderste smalle opborsdeel voor de voertuigwielen kan bijvoorbeeld een hoogte van 9 cm en een hoek van 14° bezitten.
Het ten opzichte daarvan volgens een hoek verlopende middelste zijwanddeel kan een hoogte van circa 10 cm en een hoek 40 van 5J. hebben; tenslotte kan het bovenste zijwanddeel 40 een 8101366 -6- hoogice van circa 29 cm en een hoek van circa 20° hebben.
De verder hierboven genoemde tegengestelde schuinte van de balk 34 resp. 35 ten opzichte van de vertikaal moet minstens 10° bedragen; bij voorkeur wordt echter 5 een tegengestelde schuinte van circa 20° toegepast.
De afzonderlijke gerede betondelen zijn zo uitgevoerd/ dat ze gemakkelijk in kruisverband kunnen worden gestapeld, waarbij in elk geval de vangrails afzonderlijk getransporteerd moeten worden. De stijlen, voorzover deze 10 zijn verankerd in de gerede betondelen, kunnen voor het transport in het beton verankerd of op de kruin bevestigd worden.
Bij de in 'fig. 6-8 afgeheelde verder gewijzigde uitvoeringsvorm is de vangrail 50 op een in doorsnede 15 kapvormig uitgevoerd gereed deel 51 uit staalplaten aangebracht. Ook wanneer zoals hierna verder wordt beschreven de afzonderlijke stijlen 52 van de vangrail 50 versprongen ten opzichte van de verder te beschrijven stijlen 53 van het gerede deel 51 zijn aangebracht, is het natuurlijk ook raoge-20 lijk de topplaat 54 van het gerede deel te voorzien van een gat, zodat de beide stijlen 52 en 53 uit één stuk bestaan.
Terwijl de afzonderlijke plaatdelen 55 van het gerede deel bijvoorbeeld 2 m lang zijn, kan de stalen vangrail dubbel zo lang zijn dus uit 4 m lange afzonderlijke 25 delen bestaan; natuurlijk is het ook mogelijk de vangrail samen te stellen uit balken 56, die ook maar 2 m lang zijn.
Een plaat 55 uit staal voor het gerede deel heeft een circa 8 cm hoog vertikaal deel 57, een daaraan aansluitend schuin deel 58 dat een hoek van 45° ten opzichte 3Q van de horizontaal inneemt en een bovenste deel 59, dat met een hoek van 65° ten opzichte van de horizontaal verloopt.
De totale hoogte van de glijdrempel bedraagt ongeveer 45 cm, de eventueel opgezette vangrail heeft dezelfde hoogte, zodat het totale systeem een bouwhoogte van circa 90 cm bezit.
35 Ten opzichte van de plaat 55 is spiegelsym- metrisch een plaat 60 (bij een systeem met dubbele vangrail) aangebracht, waarbij de beide platen door de doorgaande topplaat 54 vast met elkaar zijn verbonden, waaraan de stijlen 53-61 aangelast zijn.
40 Aan de voet van de beide platen 59, 60 zijn 8101366 -7- langere afstandhouders 62 aangebracht, die bijvoorbeeld bestaan uit een U-profiel, waarvan de rib 63 naar de plaat 54 wijst. Deze langere afstandhouder heeft bij benadering een lengte van 70 cm.
5 Op de rib 63 is de stijl 53 in het mid den bevestigd, deze stijl bestaat op gebruikelijke wijze uit een dubbel T-profiel.
Op een afstand van ongeveer 12-15 cm van de rib 63 van de langere onderste afstandhouder 62 is nog 10 een afstandhouder 64 aangebracht, die bestaat uit twee delen, die zich zijwaarts van de stijl 53 in de richting naar de platen 55 resp. 60 uitstrekken en enerzijds aan de plaat en anderzijds aan de stijl 54 gelast zijn.
Op de rib 63 zijn, eventueel nog met be-15 hulp van een naburige afstandhouder, kastjes of houders 65, 66 aangebracht, die ballast kunnen opnemen en dus bijdragen om de vangrail op zijn plaats te houden. Het ligt voor de hand dat deze ballast kan bestaan uit willekeurige zware stoffen; er kan echter ook zonder meer schroot worden toegepast.
20 Zoals uit fig. 7 zichtbaar is, worden de afzonderlijke gerede delen, die bijvoorbeeld een lengte van 2 m hebben, aan hun voegen door onderliggende stroken 67 vast met elkaar verbonden. De onderliggende stroken hebben het . profiel van de platen en worden daarmede telkens door schroef-25 bouten 68 vast verbonden; om de schroefbouten nog verder te borgen, worden aan de naar binnen gekeerde zijden onderleg-schijven toegepast. Tengevolge van de uit staal bestaande platen 55, 6Q wordt het glijden tussen de opbotsende wielen van het voertuig en de vangrail - ten opzichte van betondrem-30 pels - beslissend verminderd, waardoor vermeden kan worden dat een of de wielen te snel omhoog lopen op het gerede deel.
De verschillende hellingen van de delen 57, 58, 59. van de plaat 55 dienen om de bestuurder bij het ophotsen op de vangrail rukachtig de opbotswerking te laten 35 merken. Zo verhindert het vertikale deel 57 bij een lichte botsing in het geheel op het gerede deel rijden, daar het wiel langs dit vlak zal glijden. Het bijvoorbeeld met een hoek van 45° verlopende deel 58 maakt als volgende trap bij een sterkere botsing aan de rijder door een ruk of ook door 40 veranderde rijgeluiden duidelijk in welke oprijfase hij zich 8101366 -8- bevindt, terwijl het deel 59 met een nog stijler helling slechts als overgang naar het echt opvangen in de vangrail moet worden gezien.
Tengevolge van de breedte van slechts 70 cm 5 neemt de gemakkelijk samenstelbare vangrail slechts betrekkelijk weinig ruimte in, maar verhindert deze verregaand het over de vangrail heenrijden, zodat op de tegenovergestelde rijbaan ook bij een zeer sterke botsing van een voertuig hoogstens een uitbuiging van de vangrail zichtbaar wordt; 10 de stalen vangrail verhindert het daaroverheen rijden en heeft - tengevolge van zijn vervormbaarheid de werking dat opbotsende voertuigen niet of slechts in geringe mate teruggeworpen worden. Ook het omkippen van het opbotsende voertuig wordt verregaand verhinderd.
8101366

Claims (25)

1. Uit gerede delen ter plaatse samenstelbare/ van ten minste ëën vangrailbalk voorziene vangrail/ met het kenmerk, dat vanaf de top van de gerede delen ten minste ëën balk dragende stijlen of dergelijke bij 5 benadering vertikaal uitsteken.
2. Vangrail volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de afzonderlijk aan de stijlen aan te brengen vangrailbalken langer zijn dan de gerede delen.
3. Vangrail volgens conclusie 1 of 2, met 10 twee balken, met het kenmerk, dat tussen de vangrailbalken afstandsstukken zijn aangebracht.
4. Vangrail volgens één der voorgaande . conclusies, met het kenmerk, dat de stijlen vast met de gerede delen verbonden zijn.
5. Vangrail volgens conclusie 4, waarbij de gerede delen uit beton, bij voorkeur gewapend beton bestaan, met het- kenmerk, dat de stijlen in de gerede betondelen zijn ingebed.
6. Vangrail volgens conclusie 4 of 5, met 2Q tussen de gerede betondelen aangebrachte afzonderlijke kop- pelingdelen, met het kenmerk, dat de koppeling-delen voorbij de top van de gerede betondelen uitsteken en daar als stijl zijn uitgevoerd.
7. Vangrail volgens conclusie 4 of volgen- 25 de, met het kenmerk, dat de gerede betondelen een hoogte van circa 50-70 cm en aan het bodemvlak een breedte van circa 70-90 cm hebben.
8. Vangrail volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de bovenrand van de vangrailbalken 30 circa 30-50 cm boven de top van de gerede betondelen verloopt.
9. Vangrail volgens conclusie 1 of volgende, met het kenmerk, dat het naar de verkeersweg toegekeerde vlak van de vangrailbalken een hoek van 10-30° 35 insluit met de verticaal.
10. Vangrail volgens conclusie 1 of volgende, met het kenmerk, dat de gerede betondelen en de vangrailconstructie ten opzichte van een verticaal midden- 81013 6 6 <·. -10- vlak spiegelbeeldsymmetrisch zijn uitgevoerd.
11. Vangrail volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de gerede delen uit kapvormig gevormde staalplaten en ten minste een de zijwanden 5 van binnen ondersteunende afstandhouder bestaan.
12. Glijbeschermingsdrempel volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de afstandhouder afgeschuinde einden heeft en een verdere langere afstandhou-der dwars op de vangrail-^langsrichting verlopende einden 10 heeft.
13. Vangrail volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de onderste en langere af-standhouder als U- of L-vormige, met een rib vanaf de grond afgekeerde zijde wijzende rail uitgevoerd is.
14. Vangrail volgens conclusie 11 of volgen de, met het kenmerk, dat loodrecht op de vang-railas verlopende, aan de kapvorm aangepaste, zich over de vangrailbreedte uitstrekkende onderlegstroken zijn aangebracht.
15. Vangrail volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de afstandshouderS op een afstand van de plaateinden zijn gelast aan de onderlegstroken.
16. Vangrail volgens conclusie 14, m e t het kenmerk, dat de onderlegstroken voorbij de 25 plaateinden uitsteken en aan de beide naburige plaateinden geschroefd zijn.
17. Vangrail volgens conclusie 11 of volgende, m e t het kenmerk, dat de kortere afstandhouders aan de stijlen, bij voorkeur met het dubbele T-profiel, 30. zijwaarts Bevestigd zijn.
18. Vangrail volgens ëën der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderste afstandhouders aan hun van de grond afgekeerde zijde kunnen worden belast met uitwisselbare ballast.
19. Vangrail volgens conclusie 18, me t' het kenmerk, dat voor het ópnemen van de ballast, bijvoorbeeld in de vorm van metaalafval, op de onderste af-standhouders van Boven open houders aangebracht zijn.
20. Vangrail volgens conclusie 11 of vol- 4Q gende, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van 8101366 -11- de onderste afstandhouders dwars op de vangrailrichting verlopende stalen beugels voor glijdende oplegging op de grond aangebracht zijn.
21. Vangrail volgens conclusie 11 of volgen-5 de in de vorm van een dubbele vangrail, met het kenmerk., dat de beide platen aan hun bovenste langskanten door horizontale staalplaten verbonden zijn.
22. Vangrail volgens conclusie 17 of volgende, met het kenmerk, dat de langere afstand- 10 houders aan hun bovenzijde de stijlen of dergelijke dragen.
23. Vangrail volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat de stijlen van de gerede delen en die van de vangrail ten opzichte van elkaar versprongen zijn.
24. Vangrail volgens conclusie 21 of volgen de, met het kenmerk, dat de gerede delen half zo lang zijn als de vangrailbalken.
25. Vangrail volgens conclusie 21 of volgende, met het kenmerk, dat de stijlen van de 20 vangrail aan de.kopzijde van de gerede delen door schroeven, schroefbouten of dergelijke, losneembaar aangebracht zijn. 81 01 366
NLAANVRAGE8101366,A 1980-04-01 1981-03-20 Mobiele vangrail. NL189723C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3012680 1980-04-01
DE19803012680 DE3012680C2 (de) 1980-04-01 1980-04-01 Aus Fertigteilen zusammensetzbare Schutzplanke
DE19803036227 DE3036227C2 (de) 1980-09-25 1980-09-25 Schutzplankeneinrichtung
DE3036227 1980-09-25

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8101366A true NL8101366A (nl) 1981-11-02
NL189723C NL189723C (nl) 1993-07-01

Family

ID=25784751

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8101366,A NL189723C (nl) 1980-04-01 1981-03-20 Mobiele vangrail.

Country Status (10)

Country Link
AT (1) AT376260B (nl)
AU (1) AU541312B2 (nl)
CA (1) CA1167306A (nl)
CH (1) CH653722A5 (nl)
DK (1) DK151306C (nl)
ES (1) ES265903Y (nl)
FR (1) FR2479301A1 (nl)
IT (1) IT1201032B (nl)
NL (1) NL189723C (nl)
SE (2) SE448894B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2584112B1 (fr) * 1985-07-01 1989-10-27 France Autoroutes Sud Dispositif de securite pour bordure de voie de circulation
FR2598484A1 (fr) * 1986-03-24 1987-11-13 Chadourne Roger Chaine de supports de stabilisation utilisee notamment pour la securite sur les voies routieres
AT391504B (de) * 1986-05-07 1990-10-25 Rausch Peter Fussausbildung von leitschienenanlagen
AT387809B (de) * 1986-05-07 1989-03-28 Rausch Peter Wegeschutz-, absperr- bzw. leiteinrichtung
DE3811862C2 (de) * 1987-04-15 1994-06-23 Rausch Peter Absperr- bzw. Verkehrsleiteinrichtung
US5464306A (en) * 1994-08-17 1995-11-07 Cristiano; Joseph Concrete barrier joints

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7439889U (de) * 1976-06-03 Basalt-Actien-Gesellschaft, 5460 Linz Straßentrenner aus Beton für mehrspurige Autostraßen
US2153392A (en) * 1936-12-11 1939-04-04 Robert R Robertson Road traffic lane divider
DE1292156B (de) * 1956-05-14 1969-04-10 Smith Henry Such Leiteinrichtung aus Platten fuer Fahrbahnen
DE1276678B (de) * 1963-05-09 1968-09-05 Neher Maschinenfabrik Stahl U Leitplanke fuer Strassen, bei der die Holme ueber verformbare buegelartige Zwischenstuecke an den Pfosten befestigt sind
CH402914A (de) * 1963-09-19 1965-11-30 Schrepfer Richard Schutzvorrichtung für Kraftfahrzeuge
DE1534470A1 (de) * 1964-02-18 1969-04-17 Autostrade Conzessioni E Costr Leitplanke fuer Autostrassen
FR1430536A (fr) * 1964-03-12 1966-03-04 Barrière de protection pour routes, comportant des blocs de béton ou de pierre reliés élastiquement
ES348333A2 (es) * 1967-12-06 1969-03-01 Pasitrief S A Perfeccionamientos en bordillos de seguridad para carrete- ras.
US3877681A (en) * 1973-05-29 1975-04-15 Donald F Humphrey Roadway barrier
GB1497860A (en) * 1973-10-30 1978-01-12 Charcon Ltd Traffic safety barriers
US4059362A (en) * 1976-11-24 1977-11-22 Smith Rodney I Concrete highway traffic barricade having integrally formed coupling
DE2753918C2 (de) * 1977-12-03 1985-05-23 German 8700 Würzburg Gresser jun. Leiteinrichtung für eine Straße

Also Published As

Publication number Publication date
SE448894B (sv) 1987-03-23
ATA148281A (de) 1984-03-15
AT376260B (de) 1984-10-25
ES265903Y (es) 1983-11-16
CH653722A5 (en) 1986-01-15
FR2479301A1 (fr) 1981-10-02
FR2479301B1 (nl) 1983-07-22
AU541312B2 (en) 1985-01-03
SE8101775L (sv) 1981-10-02
NL189723C (nl) 1993-07-01
DK144081A (da) 1981-10-02
IT1201032B (it) 1989-01-27
ES265903U (es) 1983-05-16
SE459589B (sv) 1989-07-17
DK151306B (da) 1987-11-23
DK151306C (da) 1988-07-04
CA1167306A (en) 1984-05-15
AU6900781A (en) 1981-10-08
SE8603221D0 (sv) 1986-07-25
SE8603221L (sv) 1986-07-25
IT8167439A0 (it) 1981-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4406563A (en) Protective barrier provided with at least one longitudinal side bar
EP0079924B1 (en) An improved concrete block
US7104720B2 (en) Traffic noise barrier system
EP1766141B1 (en) Road safety barrier
NL8101366A (nl) Van ten minste een railbalk voorziene vangrail.
US5348416A (en) Gandy dancer: end piece for crash cushion or rail end treatment
JPS6012484B2 (ja) 道路保護障壁
US9051699B2 (en) Pedestrian and vehicle barrier
NL1016913C2 (nl) Afscheidingselement met geluidwand.
US6595715B1 (en) Guiderail post
EP1861548B1 (en) Impact resisting post
BE1018273A5 (nl) Element voor het vormen van een vangrail, geleiderail, afsluiting of dergelijke, en vangrail, geleiderail of afsluiting samengesteld uit zulke elementen.
CN212103805U (zh) 一种混凝土护栏与波形梁护栏钢结构翼墙过渡段
CA2318058C (en) Crash barrier especially for roads and bridges
NL8402775A (nl) Vangrailinrichting voor verkeerswegen.
NO750906L (nl)
WO2000026474A1 (en) Semirigid, high-impact-energy-control, high-impact-energy-absorption guardrail, in particular for bridges and similar road structures
FI128718B (fi) Kiinnitysjärjestely kaide-elementtien kiinnittämiseksi ja kaide
WO2007148110A1 (en) Safety barrier
NL1008542C1 (nl) Vangrailconstructie.
BE1027745A1 (nl) Valbeveiligingsinrichting
AU2013270610B2 (en) Crash Barrier Bracket
NL8902733A (nl) Verkeersgeleidingselement.
EP2032765B1 (en) Vehicle safety barriers
GB2419623A (en) Parapet upright

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19971001