BE1027745A1 - Valbeveiligingsinrichting - Google Patents

Valbeveiligingsinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1027745A1
BE1027745A1 BE20195778A BE201905778A BE1027745A1 BE 1027745 A1 BE1027745 A1 BE 1027745A1 BE 20195778 A BE20195778 A BE 20195778A BE 201905778 A BE201905778 A BE 201905778A BE 1027745 A1 BE1027745 A1 BE 1027745A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
column
support element
walls
pair
protection device
Prior art date
Application number
BE20195778A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027745B1 (nl
Inventor
Kris Sauvillers
Original Assignee
Arel Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arel Bvba filed Critical Arel Bvba
Priority to BE20195778A priority Critical patent/BE1027745B1/nl
Publication of BE1027745A1 publication Critical patent/BE1027745A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027745B1 publication Critical patent/BE1027745B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G5/00Component parts or accessories for scaffolds
    • E04G5/14Railings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01DCONSTRUCTION OF BRIDGES, ELEVATED ROADWAYS OR VIADUCTS; ASSEMBLY OF BRIDGES
    • E01D19/00Structural or constructional details of bridges
    • E01D19/10Railings; Protectors against smoke or gases, e.g. of locomotives; Maintenance travellers; Fastening of pipes or cables to bridges
    • E01D19/103Parapets, railings ; Guard barriers or road-bridges
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01FADDITIONAL WORK, SUCH AS EQUIPPING ROADS OR THE CONSTRUCTION OF PLATFORMS, HELICOPTER LANDING STAGES, SIGNS, SNOW FENCES, OR THE LIKE
    • E01F13/00Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions
    • E01F13/02Arrangements for obstructing or restricting traffic, e.g. gates, barricades ; Preventing passage of vehicles of selected category or dimensions free-standing; portable, e.g. for guarding open manholes ; Portable signs or signals specially adapted for fitting to portable barriers
    • E01F13/022Pedestrian barriers; Barriers for channelling or controlling crowds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3204Safety or protective measures for persons during the construction of buildings against falling down
    • E04G21/3223Means supported by building floors or flat roofs, e.g. safety railings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)
  • Refuge Islands, Traffic Blockers, Or Guard Fence (AREA)

Abstract

Valbeveiligingsinrichting voor het beveiligen tegen vallen van personen van een op hoogte aangebracht voor de personen begaanbaar constructie-oppervlak, omvattende een nabij een zijrand van het constructie-oppervlak op het constructie-oppervlak aan te brengen steunelement, en een bovenop het steunelement aan te brengen leuningelement, zodanig dat het leuningelement zich hoofdzakelijk langs de zijrand en in een hoogterichting uitstrekt, waarbij de valbeveiligings-inrichting zodanig is ingericht dat het steunelement en het leuningelement onderling losneembaar bevestigbaar zijn.

Description

Valbeveiligingsinrichting De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een valbeveiligingsinrichting. In het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een valbeveiligingsinrichting voor het beveiligen tegen vallen van personen van een op hoogte aangebracht voor de personen begaanbaar constructie-oppervlak, omvattende een nabij een zijrand van het constructie-oppervlak op het constructie-oppervlak aan te brengen steunelement, en een bovenop het steunelement aan te brengen leuningelement, zodanig dat het leuningelement zich hoofdzakelijk langs de zijrand en in een hoogterichting uitstrekt.
Een valbeveiligingsimrichting wordt toegepast wanneer personen op hoogte aanwezig kunnen zijn. Bij constructies op hoogte zoals bruggen over snelwegen en waterwegen worden dergelijke valbeveiligingsmrichtingen permanent voorzien. Voorbeelden zijn sembruggen. Ook bij onderhoud van bestaande constructies of bij aanleg van nieuwe constructies in de bouw komt het geregeld voor dat ter vervanging van een bestaande constructie een tijdelijke constructie wordt aangelegd. Zo worden er in de wegenbouw doorgaans tijdelijke wegen aangelegd, indien een bestaande weg dient te worden onderhouden of een nieuwe weg dient te worden aangelegd. Deze tijdelijke wegen zijn bijvoorbeeld geschikt voor verkeer van voertuigen, zoals auto’s, bussen en tremen, of voor voetgangers. Indien dergelijke tijdelijke wegen op hoogte zijn aangebracht, dienen er maatregelen te zijn getroffen die voorkomen dat de voertuigen of voetgangers van de weg af geraken en daardoor naar beneden vallen. Gebruikelijk worden daarom valbeveiligmgs- inrichtingen, zoals leuningen, railings of vangrails langs de zijkant van de weg geplaatst. In het geval van tijdelijke wegen die op hoogte worden geplaatst, die dienst doen als een tijdelijke brug of een tijdelijk viaduct, wordt doorgaans gebruikgemaakt van zeer zware leuningen met een betonnen of ijzeren voet en/of een betonnen of ijzeren hekgedeelte, met andere woorden het rechtopstaande gedeelte dat ervoor zorgt dat de leuning voldoende hoogte heeft om een beweging van voertuigen en/of personen naar de zijkant van de weg tegen te houden. Daar deze tijdelijke leuningen zeer zwaar zijn, wordt veelal gebruik gemaakt van hijskranen en meerdere installateurs tegelijk om deze leuningen op de tijdelijke weg aan te brengen. Dit maakt het aanbrengen arbeidsintensief en daarmee mefficiënt in termen van kosten en energieverbruik.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een valbeveiligingsinrichting te verschaffen die op een eenvoudige en snelle wijze te plaatsen is, permanent of tijdelijk, terwijl de valbeveiligings-eigenschappen van de valbeveiligingsinrichting niet worden gecompromitteerd.
Daartoe voorziet de uitvinding in een valbeveiligingsinrichting van de in de aanhef vermelde soort met als bijzonderheid dat de valbeveiligingsinrichting zodanig is mgericht dat het steunelement en het leuningelement onderling losneembaar bevestigbaar zijn. Een bijzonder voordeel van een dergelijke valbeveiligingsmrichting is dat de mrichtmg meerdere losse onderdelen bevat, oftewel modulair is, waardoor de valbeveiligingsinrichting bij het aanbrengen daarvan gemakkelijk te hanteren is, in het bijzonder gemakkelijk te dragen en te monteren is. Zo kan het steunelement afzonderlijk van het leuningelement op een constructie-oppervlak worden aangebracht, waarna het leuningelement op het steunelement kan worden aangebracht. Het aanbrengen van de valbeveiligingsinrichting op het constructie-oppervlak vereist daardoor minder kracht dan het geval is bij conventionele uit één stuk vervaardigde valbeveiligmesimrichtingen, waarbij doorgaans gebruikt dient te worden gemaakt van hijskranen. Bij voorkeur is het steunelement en/of het leuningelement van zodanige afmetingen en van zodanig gewicht dat respectievelijk het steunelement en/of het leuningelement door één monteur zowel getild als op het constructie-oppervlak bevestigd kan worden. Een verder voordeel van deze valbeveiligingsinrichting is dat het steunelement verder fungeert als plint en/of stootprofiel. In het bijzonder wanneer het steunelement nagenoeg doorlopend wordt voorzien, zal het steunelement verhinderen dat voorwerpen van het constructieoppervlak kunnen rollen of schuiven. Het voorzien van een dergelijke plint en/of stootprofiel is voor sommige constructies wettelijk verplicht. Deze verplichting wordt voldaan door het plaatsen van de valbeveiligingsinrichting volgens de uitvinding.
Verder omvat het leuningelement een op het steunelement aan te brengen kolom en een aan de kolom bevestigde ligger die zich loodrecht op een lengterichting van de kolom uitstrekt, waarbij een ondereinde van de kolom corresponderend met een vorm van een bovenzijde van het steunelement gevormd is, zodanig dat het ondereinde van de kolom aangrijpt op het steunelement, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht. Doordat het ondereinde van de kolom aangrijpt op het steunelement, waarbij het ondereinde van de kolom en een bovenzijde corresponderend met elkaar gevormd zijn, wordt bewerkstelligd dat het leuningelement enkel door plaatsing daarvan op het steunelement rechtop blijft staan.
In een voorkeursuitvoeringsvorm vormen zijwanden van de kolom in dwarsdoorsnede-aanzicht een rechthoek, waarbij de zijwanden een eerste paar en een tweede paar tegenoverliggende wanden omvatten, waarbij het eerste paar wanden loodrecht op het tweede paar wanden staat, waarbij elk van het eerste paar wanden zich aan een ondereinde van de kolom in een lengterichtmg van de kolom uitstrekt tot voorbij elk van het tweede paar wanden, waarbij het steunelement en de kolom zodanig gedimensioneerd zijn dat de wanden van het eerste paar nauwsluitend aangrijpen op buitenzijde-oppervlakken van laterale zijwanden van het steunelement, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat de valbeveiligingsinrichting een eventuele zijwaartse kracht op de valbeveiligingsinrichting, bijvoorbeeld bij een aanrijdmg van een voertuig of val van een persoon tegen de valbeveiligingsmrichting, die loodrecht op de zijrand van het constructie-oppervlak en van het constructie-oppervlak af gericht is, kan worden opgevangen. Meer specifiek zorgt het nauwsluitende aangrijpen van de wanden van het eerste paar wanden van de kolom op de buitenzijde-oppervlakken van de laterale zijwanden van het steunelement ervoor dat de valbeveiligingsinrichting niet of nauwelijks kan kantelen in een richting loodrecht op het vlak waarm het eerste paar wanden van de kolom en de zijwanden van het steunelement zich uitstrekken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is een hoogte van de laterale zijwanden van het steunelement ten minste even groot als een lengte waarmee elk van het eerste paar wanden voorbij het tweede paar wanden uitstrekt. Hiermee wordt enerzijds bewerkstelligd dat het contactoppervlak tussen de wanden van het eerste paar wanden en de laterale zijwanden van het steunelement gemaximaliseerd is. Anderzijds rust het tweede paar wanden van de kolom hierdoor op een bovenzijde van het steunelement, waarbij het steunelement bij voorkeur van een vlakke bovenwand is voorzien, waardoor op eenvoudige wijze wordt bewerkstelligd dat de kolom m rusttoestand rechtop op het steunelement blijft staan.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het steunelement op een afstand van de buitenzijde-oppervlakken van de laterale zijwanden aangebrachte opstaande randen, die zich vanaf een onderzijdeniveau van de laterale zijwanden van het steunelement evenwijdig aan de laterale zijwanden uitstrekken, waarbij de afstand althans nagenoeg overeenkomt met een dikte van elk van de wanden van het eerste paar. Een bijzonder voordeel hiervan is dat de opstaande randen extra weerstand bieden tegen zijwaartse krachten waardoor de valbeveiligingsinrichtmg zou kunnen omvallen. Met andere woorden, de opstaande randen zorgen voor extra zich verticaal uitstrekkend contactoppervlak tussen het eerste paar wanden van de kolom en de laterale zijwanden van het steunelement, daar er niet alleen contact is tussen de binnenzijde-oppervlakken van de wanden van het eerste paar en de buitenzijde-oppervlakken van de laterale zijwanden van het steunelement, maar ook tussen de buitenzijde-oppervlakken van de wanden van het eerste paar en de naar binnen gerichte oppervlakken van de opstaande randen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is een hoogte van de laterale zijwanden van het steunelement nagenoeg even groot als een lengte waarmee elk van het eerste paar wanden voorbij het tweede paar wanden uitstrekt. Een bijzonder voordeel hiervan is dat het oppervlak waarmee de kolom op het steunelement kan rusten vergroot is, daar onderzijden van het eerste paar wanden van de kolom op een zich nabij een onderzijde van het steunelement zich horizontaal uitstrekkend deel van het steunelement of op het constructie-oppervlak kunnen rusten.
In een voorkeursuitvoermgsvorm is de dikte van elk van de wanden van het eerste paar groter dan een dikte van de wanden van het tweede paar. Hiermee wordt een gewichtsbesparing van de kolom bewerkstelligd, hetgeen het leuningelement gemakkelijker hanteerbaar, m het bijzonder gemakkelijker draagbaar en gemakkelijker op het steunelement bevestigbaar maakt, terwijl de wanden van de kolom die een eventuele zijwaartse kracht op de valbeveiligingsinrichting dienen op te vangen bij een aanrijding van een voertuig of val van een persoon tegen de valbeveiligingsmrichting voldoende sterkte daartoe behouden. Bij voorkeur is de dikte van elk van de wanden van het eerste paar 1,5 maal tot 3 maal groter dan de dikte van de wanden van het tweede paar.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het steunelement een naar het constructie- oppervlak toe te keren een benedenwand die een breedte heeft die groter is dan een breedte van valbeveiligingsinrichting gezien in cen richting die loodrecht op de hoogterichting en de uitstrekrichting van de zijwand staat. Een dergelijke bredere benedenwand zorgt voor een goede stabiliteit van het steunelement, waardoor de weerstand tegen de genoemde zijwaartse krachten tegen de valbeveiligingsinrichting verder wordt verhoogd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is in de benedenwand een doorgaand gat verschaft voor het daardoorheen aanbrengen van een bout of schroef ter bevestiging van het steunelement op het constructie-oppervlak. Een bijzonder voordeel hiervan is dat de stabiliteit van het steunelement verder wordt verhoogd, terwijl het steunelement als zodanig zeer licht van gewicht kan worden uitgevoerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is in elk van de laterale zijwanden van het steunelement en m elk van het eerste paar wanden van de kolom een doorgaand gat verschaft, zodanig dat, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht, de doorgaande gaten onderling zodanig zijn uitgelijnd dat een bout of schroef door de gaten kan worden aangebracht ter bevestiging van de kolom op het steunelement. Een bijzonder voordeel hiervan is dat het leuningelement niet van het steunelement kan los geraken, wanneer het leunmgelement met behulp van de genoemde bout of schroef aan het steunelement is bevestigd. Tevens zorgt de genoemde bout of schroef ervoor dat een kantelbeweging, die in hoofdzaak loodrecht gericht is op het vlak waarm het eerste paar wanden van de kolom en de laterale zijwanden van het steunelement zich uitstrekken, door de bout of schroef mede wordt tegengewerkt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het steunelement een langwerpig profiel dat is mgericht om zodanig nabij de zijrand van het constructie-oppervlak te worden aangebracht dat het profiel zich in hoofdzaak langs de zijrand uitstrekt. Een bijzonder voordeel van een dergelijk steunelement is dat het meerdere kolommen van een of meer leunmgelementen kan ontvangen, hetgeen een eenvoudige onderlinge uitlijning tussen kolommen van de een of meer leuningelementen mogelijk maakt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het leuningelement voorts een op het steunelement aan te brengen tweede kolom zoals gedefinieerd m de hierboven genoemde uitvoeringsvormen, waarbij de ligger zich ten minste tussen de kolom en de tweede kolom uitstrekt en waarbij een kolomafstand tussen de kolom en de tweede kolom kleiner is dan of gelijk is aan een lengte van het steunelement. Hierdoor neemt het leuningelement dezelfde oriëntatie ten opzichte van het constructie-oppervlak aan als het op het constructie-oppervlak aangebrachte steunelement.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de ligger een m hoofdzaak rechthoekig frame-element, waarbij lange zijden van het rechthoekige frame-element zich in hoofdzaak 5 evenwijdig aan een lengterichting van het langwerpige profiel uitstrekken, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht, en waarbij korte zijden van het rechthoekige frame-element zich evenwijdig aan de kolom uitstrekken. Een dergelijk rechthoekig frame-element omvat als het ware twee liggers die door de verticale korte zijden van de rechthoek met elkaar verbonden zijn. Op deze wijze wordt enerzijds het contactoppervlak tussen het leuningelement en het tegen een val te beveiligen object ten opzichte van een richting met een enkele ligger vergroot, anderzijds voorziet een dergelijk frame-element in een stijvere constructie.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het frame-element nabij overgangen tussen de lange zijden en de korte zijden daarvan gebogen, zodanig dat ronde hoeken zijn gevormd, zodanig dat het frame-element ter plaatse van de ronde hoeken zich langs een gedeelte van een cirkel uitstrekt. Bij voorkeur is het frame-element vervaardigd uit een buisstuk die gebogen is, waardoor de ronde hoeken zijn gevormd. Een bijzonder voordeel van een dergelijke uit één buisstuk vervaardigd frame-element is dat de sterke daarvan groot is. Tevens wordt met de ronde hoeken voorkomen dat ernstige schade of verwondingen ontstaan bij een eventuele aanrijding van een voertuig respectievelijk een val van een persoon tegen de valbeveiligingsinrichting. Bij voorkeur is een binnenradius aan een stuikzijde van de ronde hoeken tussen 80 mm en 120 mm, bij voorkeur tussen 90 mm en 100 mm.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het steunelement en/of het leuningelement uit aluminium, bij voorkeur oud alummium, vervaardigd. Een bijzonder voordeel van het gebruik van dergelijk oud of hergebruikt aluminium is dat een onnodige belasting van het milieu door de vervaardigmg van de valbeveiligingsinrichting daarmee wordt voorkomen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het constructie-oppervlak een oppervlak van een wegdeel, bij voorkeur een oppervlak van een wegdeel van een brug. Bij voorkeur omvat het wegdeel een tijdelijk wegdeel. Alternatief omvat het wegdeel een permanent wegdeel. Bij voorkeur omvat het constructie-oppervlak een oppervlak van een seinbrug of soortgelijke brug.
De onderhavige uitvinding wordt voorts toegelicht aan de hand van de volgende figuren, die voorkeursuitvoeringsvormen van de valbeveiligingsinrichting volgens de uitvinding tonen en niet bedoeld zijn om de beschermingsomvang van de uitvinding op enigerlei wijze te beperken, waarbij: figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een veelvoud aan valbeveiligingsinrichtingen volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvmdmg;
figuur 2 een perspectivisch aanzicht laat zien van een steunelement van één van het in figuur 1 getoonde veelvoud aan valbeveiligmgsinrichtingen; figuur 3 een perspectivisch aanzicht toont van het steunelement van figuur 2 en een daarop te plaatsen leuningelement van één van het in figuur 1 getoonde veelvoud aan valbeveiligingsinrichtingen; figuur 4 cen perspectivisch aanzicht van het steunelement en het leuningelement van figuur 3 in gemonteerde toestand toont; figuur 5 een dwarsdoorsnede in zijaanzicht van het steunelement en een onderemde van een kolom van het leuningelement in gemonteerde toestand toont volgens de in figuur 4 getoonde snede en kijkrichting; en figuur 6 een dwarsdoorsnede in perspectivisch aanzicht van het steunelement en een ondereinde van een kolom van het leuningelement in gemonteerde toestand laat zien ter plaatse van de in figuur 4 getoonde pijl.
Een perspectivisch aanzicht van een veelvoud aan valbeveiligingsinrichtingen 100 die zijn aangebracht op een oppervlak van een constructie-element 200, zoals een wegdeel van bijvoorbeeld een brug of een viaduct, is getoond in figuur 1. Deze valbeveiligingsinrichting 100, in dit voorbeeld ook wel bekend als een leuning of een railing of vangrail, is zodanig mgericht dat deze op een eenvoudige en snelle wijze op het wegdeel 200 kan worden gemonteerd en van het wegdeel 200 kan worden afgehaald.
Derhalve is de valbeveiligingsinrichting 100 uitermate geschikt voor gebruik op tijdelijk of permanente wegdelen 200, zoals wegdelen van een tijdelijke brug of een tijdelijk viaduct, of zoals een seinbrug of voetgangersbrug, die doorgaans gebruikt worden wanneer er onderhoud aan de oorspronkelijke weg wordt gepleegd of wanneer er een nieuwe weg wordt aangelegd, al dan niet als onderdeel van een groot infrastructureel project.
De valbeveiligingsinrichting 100 omvat daartoe in hoofdzaak twee afzonderlijke onderdelen, te weten een langwerpig aluminium plintprofiel of steunelement 10, dat dient als voet van de valbeveiligmgsinrichting 100, en een daarop te plaatsen frame-element of leuningelement 20, dat tezamen met het plintprofiel 10 dient als een leuning, railing of vangrail.
Het plintprofiel 10, oftewel het steunelement, wordt gevormd door een langwerpig, kokervormig profiel, waarop verticale kokervormige kolommen van het leuningelement 20, ook wel staanders genoemd, kunnen worden geplaatst.
Het plintprofiel 10 heeft een dubbele functie.
Enerzijds zal het plintprofiel de basis vormen van de valbeveiligmgsinrichting 100, meer bepaald geschikt zijn voor het plaatsen van leuningelementen 20 daarop.
Anderzijds zal het plintprofiel als plint en/of stootrand fungeren om ongewenst naar beneden vallen door schuiven of rollen van een voorwerp over de rand van de constructie te verhinderen.
Het steunelement 10 bevat een op het wegdeel 200 te plaatsen benedenwand 11 en, gezien in een dwarsdoorsnede-aanzicht (zie bijvoorbeeld figuur 5), een vanaf de benedenwand zich bovenwaarts uitstrekkend profieldeel 12 dat in hoofdzaak een vorm heeft van een omgekeerde U, zodanig dat de basis van de U een bovenwand 13 van het plintprofiel 10 vormt en de benen 14 van de U zich vanaf de bovenwand benedenwaarts uitstrekken. Een breedte a van het U-vormige profieldeel 12 is zodanig gekozen dat kolommen 21 van het leuningelement 20 zodanig over het profieldeel 12 kunnen worden geplaatst dat wanden 22 van de kolommen van het leuningelement 20 omarmend aangrijpen op de benen 14 van het U-vormige profieldeel 12 van het plintprofiel 10. Tegenoverliggende wanden 22 van de kokervormige kolommen 21 van het leuningelement 20 strekken daartoe aan de onderzijde van de kolommen 21 uit tot voorbij loodrecht daarop staande tegenoverliggende wanden 23 van de kokervormige kolommen 21 van het leunmgelement 20. Deze eerstgenoemde tegenoverliggende wanden 22 strekken zich zo ver uit voorbij de tweede genoemde tegenoverliggende wanden 23, dat de eerstgenoemde tegenoverliggende wanden 22 de benen 14 van het U-vormige profieldeel 12 althans nagenoeg geheel omarmen en dat ondereinden 24 van de tweede genoemde tegenoverliggende wanden 23 op de basis van de U, dat wil zeggen op de bovenwand 13 van het plintprofiel 10, rusten. Een afstand b tussen het binnenzijde-oppervlak 25 van de eerstgenoemde tegenoverliggende wanden 22 komt daarbij nagenoeg overeen met de breedte a van het U-vormige profieldeel 10. Op deze wijze wordt het plintprofiel 10 nauw omarmd door de wanden 22 van de kokervormige kolommen 21 van het leuningelement 20.
Ter vergroting van de weerstand van de valbeveiligingsinrichtmg 100 tegen zijwaartse krachten, dat wil zeggen krachten die ten opzichte van het wegdeel 200 lateraal gericht zijn, heeft het plintprofiel 10 opstaande randen 15, die in dwarsdoorsnede-aanzicht (zie figuur 5) ten opzichte van het mediane vlak van het plintprofiel 10 buiten de benen 14 van het omgekeerd U- vormige profieldeel 12 en zich vanaf het niveau 16 van de zich aan de benedenzijde van de benen 14 van de U bevindende uiteinden van de U bovenwaarts uitstrekken. De lengte van de benen 14 van de U komt daarbij over een met de lengte van de tegenoverliggende wanden 22 van de kokervormige kolommen 21 van het leuningelement 20, die zich aan de onderzijde van de kolommen 21 bevinden, en een afstand tussen elk van de benen 14 van de U en de aangrenzende opstaande rand 15 komt overeen met een dikte van de genoemde tegenoverliggende wanden 22 van de kokervormige kolommen 21 van het leuningelement 20. Op deze wize omarmen de tegenoverliggende wanden 22 van de kolommen 21 van het leuningelement 20 de benen 14 van de U nauw, terwijl er benedenuiteinden van de tegenoverliggende wanden 22 worden ingeklemd tussen de benen 14 van de U en de opstaande randen 15. Ter verdere verhoging van weerstand van de valbeveiligingsinrichting 100 tegen zijwaartse krachten heeft de benedenwand 11 van het plintprofiel 10 een breedte c, die groter 1s dan een maximale breedte d van het leuningelement 20. Zoals gezegd, is de valbeveiligingsinrichting 100 zodanig ingericht dat deze op een eenvoudige en snelle wijze op het wegdeel 200 kan worden gemonteerd en van het wegdeel 200 kan worden afgehaald, hetgeen wordt bewerkstelligd door het feit dat het plintprofiel 10 en het leuningelement 20 onderling losneem bevestigbaar zijn. Het plintprofiel 10 en het leuningelement 20 van het in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de valbeveiligingsinrichting 100 is daartoe bovendien vervaardigd uit aluminium, hetgeen de valbeveiligingsinrichtmg 100 licht en sterk maakt. Ter verdere verlaging van het gewicht hebben de tegenoverliggende zijwanden 23 van de kokervormige kolommen 21 die het U-vormige profieldeel 12 niet omarmen en enkel op de bovenwand 13 van het U-vormige profieldeel 12 rusten een dikte e die kleiner is dan een dikte f van de loodrecht daarop staande tegenoverliggende zijwanden 22 van de kokervormige profielen 21 van het leuningelement 20. Verwezen wordt naar figuur 6. Op deze wijze wordt een verdere gewichtsbesparing gerealiseerd, zonder dat de weerstand van de getoonde valbeveiligingsinrichting 100 tegen zijwaartse krachten, dat wil zeggen lateraal ten opzichte van het wegdeel 200 gerichte krachten, wordt verminderd, zodat de veiligheid van de valbeveiligingsinrichting 100 niet wordt gecompromitteerd.
Ter bevestiging van de valbeveiligingsinrichting 100 heeft het plintprofiel 10 in zijn bovenwand 13 en benedenwand 11 doorgaande gaten 17a die onderling zodanig zijn uitgelijnd dat een schroef of een bout 18a door het plintprofiel 10 heen benedenwaarts kan worden aangebracht, teneinde het plintprofiel 10 op het oppervlak van het constructie-element 200, zoals een tijdelijk wegdeel van een brug of viaduct, te bevestigen. Verwezen wordt naar figuur 2. Tevens heeft het plintprofiel 10 in de tegenoverliggende laterale zijwanden 14 van het omgekeerde U- vormige profieldeel 12, dat wil zeggen m de benen 14 van de U, doorgaande gaten 17b die onderling zodanig zijn uitgelijnd dat een schroef of een bout 18b door het profieldeel 12 heen zijwaarts kan worden aangebracht, teneinde de kokervormige kolommen 21 van het leuningelement 20 middels de tegenoverliggende wanden 22 van de kolommen 21 die het profieldeel 12 omarmen aan het plintprofiel 10 te bevestigen. Verwezen wordt naar figuur 3 en figuur4 Zoals zichtbaar 1s in figuren 1, 3 en 4, bevat het leuningelement 20 tevens een zich in hoofdzaak loodrecht op de kokervormige kolommen 21 uitstrekkend rechthoekig frame-element 26, dat een beweging van een voertuig of een persoon in een van het wegdeel 200 afgekeerde richting wordt tegengehouden. Het rechthoekige frame-element 26 heeft afgeronde hoeken 27, hetgeen voorkomt dat personen die in aanraking komen met het leuningelement 20 zich verwonden of dat voertuigen ernstige schade oplopen.
Zoals zichtbaar is in figuren 2, 3 en 4, wordt de valbeveiligingsinrichting 100 aangebracht door ten eerste het plintprofiel 10 op het wegdeel 200 aan te brengen en middels bouten 18a aan het wegdeel 200 te bevestigen. Vervolgens wordt het leuningelement 20 op het plintprofiel 10 geplaatst, waarbij de kokervormige kolommen 21 middels bouten 18b aan het plintprofiel 10 worden bevestigd. Omdat zowel het plintprofiel 10 als het leuningelement 20 uit aluminium is vervaardigd en beide losse onderdelen vormen, kan de valbeveiligingsinrichting 100 gemakkelijk door één persoon op het wegdeel 200 worden aangebracht, hetgeen een groot voordeel oplevert ten opzichte van conventionele valbeveiligingsmrichtingen voor wegdelen, die doorgaans met behulp van hijskranen dienen te worden aangebracht.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, doch strekt zich tevens uit tot andere uitvoeringsvormen vallende binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies.

Claims (15)

Conclusies
1. Valbeveiligingsinrichting voor het beveiligen tegen vallen van personen van een op hoogte aangebracht voor de personen begaanbaar constructie-oppervlak, omvattende een nabij een zijrand van het constructie-oppervlak op het constructie-oppervlak aan te brengen steunelement; en een bovenop het steunelement aan te brengen leuningelement, zodanig dat het leuningelement zich hoofdzakelijk langs de zijrand en in een hoogterichting uitstrekt, met het kenmerk, dat de valbeveiligingsinrichting zodanig is ingericht dat het steunelement en het leuningelement onderling losneembaar bevestigbaar zijn, waarbij het leuningelement omvat: een op het steunelement aan te brengen kolom; en een aan de kolom bevestigde ligger die zich loodrecht op een lengterichting van de kolom uitstrekt, waarbij een ondereinde van de kolom corresponderend met een vorm van een bovenzijde van het steunelement gevormd is, zodanig dat het ondereinde van de kolom aangrijpt op het steunelement, wanneer de kolom op het steunelement 1s aangebracht.
2. Valbeveiligingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij zijwanden van de kolom in dwarsdoorsnede-aanzicht een rechthoek vormen, waarbij de zijwanden een eerste paar en een tweede paar tegenoverliggende wanden omvatten, waarbij het eerste paar wanden loodrecht op het tweede paar wanden staat, waarbij elk van het eerste paar wanden zich aan een ondereinde van de kolom m een lengterichting van de kolom uitstrekt tot voorbij elk van het tweede paar wanden, waarbij het steunelement en de kolom zodanig gedimensioneerd zijn dat de wanden van het eerste paar nauwsluitend aangrijpen op buitenzijde-oppervlakken van laterale zijwanden van het steunelement, wanneer de kolom op het steunelement 1s aangebracht.
3. Valbeveiligingsinrnichting volgens conclusie 2, waarbij een hoogte van de laterale zijwanden van het steunelement ten minste even groot is als een lengte waarmee elk van het eerste paar wanden voorbij het tweede paar wanden uitstrekt.
4. Valbeveiligmgsinrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij het steunelement op een afstand van de buitenzijde-oppervlakken van de laterale zijwanden aangebrachte opstaande randen omvat, die zich vanaf een onderzijdeniveau van de laterale zijwanden van het steunelement evenwijdig aan de laterale zijwanden uitstrekken, waarbij de afstand althans nagenoeg overeenkomt met een dikte van elk van de wanden van het eerste paar.
5. Valbeveiligingsinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij een hoogte van de laterale zijwanden van het steunelement nagenoeg even groot is als een lengte waarmee elk van het eerste paar wanden voorbij het tweede paar wanden uitstrekt.
6. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de conclusies 2 tot en met 5, waarbij de dikte van elk van de wanden van het eerste paar groter is dan een dikte van de wanden van het tweede paar, waarbij de dikte van elk van de wanden van het eerste paar bij voorkeur 1,5 maal tot 3 maal groter is dan de dikte van de wanden van het tweede paar.
7. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het steunelement een naar het constructie-oppervlak toe te keren benedenwand omvat die een breedte heeft die groter is dan cen breedte van valbeveiligingsinrichting gezien in een richting die loodrecht op de hoogterichting en de uitstrekrichting van de zijwand staat, waarbij m de benedenwand een doorgaand gat is verschaft voor het daardoorheen aanbrengen van een bout of schroef ter bevestiging van het steunelement op het constructie-oppervlak.
8. Valbeveiligingsinrichting volgens één van conclusies 2 tot en met 7, waarbij in elk van de laterale zijwanden van het steunelement en in elk van het eerste paar wanden van de kolom een doorgaand gat is verschaft, zodanig dat, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht, de doorgaande gaten onderling zodanig zijn uitgelijnd dat een bout of schroef door de gaten kan worden aangebracht ter bevestiging van de kolom op het steunelement.
9. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het steunelement een langwerpig profiel omvat dat is mgericht om zodanig nabij de zijrand van het constructie-oppervlak te worden aangebracht dat het profiel zich in hoofdzaak langs de zijrand uitstrekt.
10. Valbeveiligmgsinrichting volgens conclusie 9, waarbij het leuningelement voorts een op het steunelement aan te brengen tweede kolom zoals gedefinieerd in één van de voorgaande conclusies omvat, waarbij de ligger zich ten minste tussen de kolom en de tweede kolom uitstrekt en waarbij een kolomafstand tussen de kolom en de tweede kolom kleiner is dan of gelijk is aan een lengte van het steunelement.
11. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ligger een m hoofdzaak rechthoekig frame-element omvat, waarbij lange zijden van het rechthoekige frame-element zich in hoofdzaak evenwijdig aan een lengterichting van het langwerpige profiel uitstrekken, wanneer de kolom op het steunelement is aangebracht, en waarbij korte zijden van het rechthoekige frame-element zich evenwijdig aan de kolom uitstrekken.
12. Valbeveiligingsinrichting volgens conclusie 11, waarbij het frame-element nabij overgangen tussen de lange zijden en de korte zijden daarvan gebogen 1s, zodanig dat ronde hoeken zijn gevormd, zodanig dat het frame-clement ter plaatse van de ronde hoeken zich langs een gedeelte van een cirkel uitstrekt.
13. Valbeveiligingsinrnichting volgens conclusie 12, waarbij een binnenradius aan een stuikzijde van de ronde hoeken tussen 80 mm en 120 mm, bij voorkeur tussen 90 mm en 100 mm is.
14. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het steunelement en/of het leunmgelement uit aluminium, bij voorkeur oud aluminium, vervaardigd is.
15. Valbeveiligingsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het constructie-oppervlak een oppervlak van een wegdeel, bij voorkeur een oppervlak van een wegdeel van een brug omvatwaarbij het wegdeel bij voorkeur een tijdelijk wegdeel omvat.
BE20195778A 2019-11-12 2019-11-12 Valbeveiligingsinrichting BE1027745B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195778A BE1027745B1 (nl) 2019-11-12 2019-11-12 Valbeveiligingsinrichting

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195778A BE1027745B1 (nl) 2019-11-12 2019-11-12 Valbeveiligingsinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027745A1 true BE1027745A1 (nl) 2021-06-08
BE1027745B1 BE1027745B1 (nl) 2021-06-15

Family

ID=68655230

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195778A BE1027745B1 (nl) 2019-11-12 2019-11-12 Valbeveiligingsinrichting

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027745B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2009118667A1 (en) * 2008-03-27 2009-10-01 Caterpillar Africa (Proprietary) Limited Safety railing mounting apparatus
US20120273740A1 (en) * 2011-04-28 2012-11-01 Dana Tyrrell Safety Railing Support System
NL2008162C2 (nl) * 2012-01-20 2013-07-23 Snijders Separaties Valbeveiliging en werkwijze voor het beveiligen van een sparing in een vloer.
BR112016002748B1 (pt) * 2013-08-08 2021-08-10 Safway Services, Llc Montagens de integração de estrutura de acesso, estrutura base, sistema de plataforma de trabalho suspensa, sistema integrado, sistema de plataforma de trabalho integrado para suspensão a partir de uma estrutura de sobrecarga, e método de instalação de um sistema de plataforma de trabalho apoiada em relação a um sistema de plataforma de trabalho suspensa

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027745B1 (nl) 2021-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101102937B1 (ko) 복합데크를 이용한 교량용 가설인도
KR101349948B1 (ko) 가설 인도교
KR101271446B1 (ko) 교량용 가설 인도교 설치에서의 신축력 흡수와 접합부 이탈을 방지하기 위한 와셔 플레이트 구조물
JP4618731B2 (ja) 自動車道路高架橋の中央分離帯用のプレキャストコンクリート製ガードフェンスおよびその施工方法
KR20130082052A (ko) 교량용 확장 인도교
KR101727124B1 (ko) 행어를 이용한 교량용 보도 및 그 시공 방법과, 경관용 인도교 및 그 시공 방법
US6190085B1 (en) Railing
GB2433285A (en) Vehicle restraining fence for a building
KR101511290B1 (ko) 조립식 데크를 갖는 안전통로 시설물
KR101604640B1 (ko) 인도교의 설치공법 및 그 설치공법에 의해 설치된 인도교
KR101295823B1 (ko) 확장 인도 및 그의 시공방법
BE1027745A1 (nl) Valbeveiligingsinrichting
US9051699B2 (en) Pedestrian and vehicle barrier
US5302047A (en) Pedestrian safety barrier
KR101185431B1 (ko) 교량용 가설인도
KR102057298B1 (ko) 개량형 조립식 안전난간
KR101457633B1 (ko) 높낮이 조절 및 경사로에 대응되는 틸팅기능을 갖는 보도용 난간
KR20220077641A (ko) 높이 및 각도 조절이 가능한 난간
KR20140052468A (ko) 인도교
CA2318058C (en) Crash barrier especially for roads and bridges
US5467493A (en) Support plates for bridges and ramps
NL8101366A (nl) Van ten minste een railbalk voorziene vangrail.
KR101230360B1 (ko) 교량용 가설인도
KR100589444B1 (ko) 건축구간 부대시설용 보도블록 설치구조
KR200268165Y1 (ko) 교량 및 고가도로의 낙하 방지 구조물

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210615