NL8100801A - Apparaat voor videosignaalweergave. - Google Patents

Apparaat voor videosignaalweergave. Download PDF

Info

Publication number
NL8100801A
NL8100801A NL8100801A NL8100801A NL8100801A NL 8100801 A NL8100801 A NL 8100801A NL 8100801 A NL8100801 A NL 8100801A NL 8100801 A NL8100801 A NL 8100801A NL 8100801 A NL8100801 A NL 8100801A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic head
signal
tape
pulse
main
Prior art date
Application number
NL8100801A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193299B (nl
NL193299C (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8100801A publication Critical patent/NL8100801A/nl
Publication of NL193299B publication Critical patent/NL193299B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193299C publication Critical patent/NL193299C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/52Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with simultaneous movement of head and record carrier, e.g. rotation of head
    • G11B5/53Disposition or mounting of heads on rotating support
    • G11B5/531Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis
    • G11B5/534Disposition of more than one recording or reproducing head on support rotating cyclically around an axis inclined relative to the direction of movement of the tape, e.g. for helicoidal scanning
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/12Masking of heads; circuits for Selecting or switching of heads between operative and inoperative functions or between different operative functions or for selection between operative heads; Masking of beams, e.g. of light beams
    • G11B15/14Masking or switching periodically, e.g. of rotating heads
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • G11B15/1808Driving of both record carrier and head
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/602Guiding record carrier for track selection, acquisition or following
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N5/00Details of television systems
    • H04N5/76Television signal recording
    • H04N5/78Television signal recording using magnetic recording
    • H04N5/782Television signal recording using magnetic recording on tape
    • H04N5/783Adaptations for reproducing at a rate different from the recording rate

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Television Signal Processing For Recording (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)

Description

JT*'* _ C/Ca/eh/1234
Apparaat voor videosignaalweergave.
De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor videosignaalweergave uit schuin over een magneetband lopende registratiesporen, en meer in het bij2onder op een dergelijk videobandapparaat voor zodanige videosignaalweer-5 gave, dat signaalweergave bij langzaam bewegend beeld zonder de daarbij gewoonlijk optredende ruis mogelijk is.
Bij videosignaalopname en -weergave door middel van schroeflijnvormige bandaftasting worden de videosignalen opeenvolgend door twee roterende magneetkoppen opgenomen 10 volgens schuin over een magneetband verlopende registratiesporen. Daarbij vertonen de beide magneetkoppen gewoonlijk onderling verschillende azimuth-hoeken, zulks ter verkrijging van een hoge registratiedichtheid, zodanig, dat de op de magneetband aan elkaar grenzende registratiesporen tegen elkaar 15 liggen of elkaar zelfs gedeeltelijk overlappen. Toepassing van het zogenaamde "azimuth-hoek verlies" maakt het daarbij mogelijk een aanzienlijke vermindering van overspraakver-schijnselen te verkrijgen.
Voor signaalweergave bij langzaam bewegend beeld 20 vindt het magneetbandtransport plaats bij een snelheid, welke lager ligt dan dié tijdens signaalopname. Bij een dergelijke signaalweergave voeren de magneetkoppen een herhaaldelijke aftasting van een aantal registratiesporen uit, zodanig, dat het uiteindelijk zichtbaar gemaakte beeld langzamer beweegt 25 dan ingeval van signaalweergave bij normale snelheid. Dit is de gebruikelijke wijze van signaalweergave bij langzaam bewegend beeld. In een extreem geval, waarbij het magneetbandtransport geheel wordt onderbroken, wordt één enkel registra-tiespoor bij herhaling afgetast, waardoor signaalweergave bij 30 stilstaand beeld wordt verkregen.
35
Tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld of stilstaand beeld voeren de magneetkoppen hun rotatiebe-weging met dezelfde snelheid als tijdens signaalopname uit, terwijl het magneetbandtransport bij een lagere dan de normale snelheid plaatsvindt of is onderbroken. Dit heeft tot gevolg, dat de hoek van de door de magneetkoppen gevolgde aftastbaan bij deze wijzen van signaalweergave afwijkt van 8100801 de hellingshoek van de registratiesporen op de magneetband; gesteld kan worden, dat in dat geval registratiespoorvolg-fouten optreden.
Wanneer bij een dergelijke wijze van signaalweer-5 gave de ene roterende magneetkop met de ene azimuth-hoek naast een af te tasten registratiespoor terecht komt en een door de andere magneetkop met de andere azimuth-hoek gevormd registratiespoor kruist, zal in het zichtbaar gemaakte beeld een ruis- of storingsbalk zichtbaar worden.
10 In het Amerikaanse octrooischrift 4.190.869 is in dit verband voorgesteld, tot intermitterend bandtransport over te gaan, waartoe de kaapstanderaandrijfmotor intermitterend wordt bekrachtigd. Wanneer het bandtransport wordt onderbroken, dat wil zeggen tijdens signaalweergave bij stilstaand 15 beeld, worden enige registratiesporen enige malen afgetast door magneetkoppen met respectievelijk bijbehorende azimuth-hoeken. Tijdens normale signaalweergave, vindt bandtransport bij normale snelheid plaats, terwijl de magneetkoppen roteren. Signaalweergave bij langzaam bewegend beeld vormt een combi-20 natie van signaalweergave bij stilstaand beeld en normale signaalweergave. Daarbij wordt opgemerkt, dat het aantal rasters, dat tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld in een zelfde registratiespoor wordt afgetast, afhankelijk is van de tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld toegepaste snel-25 heid. Hoewel bijeen dergelijke wijze van signaalweergave zich niet het verschijnsel voordoet, dat de ene magneetkop met de ene azimuth-hoek een door de andere magneetkop met de andere azimuth-hoek gevormd registratiespoor kruist, kan zich daarbij wel het verschijnsel voordoen, dat een roterende magneet-30 kop gedeeltelijk doch over een aanzienlijk deel een verkeerd, dat wil zeggen door de andere magneetkop met de andere azimuth-hoek gevormd, registratiespoor aftast; dit is het gevolg van het verschil tussen de registratiespoorhoek en de aftastbaan-hoek. Uiteraard leidt een dergelijke foutieve registratie-35 spooraftasting tot een daling van het niveau van het uitgelezen signaal, waardoor de signaal/ruis-verhouding van het uitgelezen signaal daalt en de kwaliteit van het zichtbaar ge-
Figure NL8100801AD00031
X*- - 3 -- maakte beeld achteruit gaat.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een verbeterd apparaat voor videosignaalweergave te verschaffen, waarbij zich dit probleem niet voordoet.
5 Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een apparaat voor videosignaalweergave te verschaffen, waarmede signaalweergave bij langzaam bewegend beeld onder behoud van een hoge signaal/ruis-verhouding mogelijk is.
Uitgaande van een apparaat voor videosignaal-10 weergave uit schuin over een magneetband lopende registratie-sporen onder toepassing van tenminste roterende hoofdmagneet-koppen met onderling verschillende azimuth-hoeken en van een roteerbare hulpmagneetkop met een aan dié van de ene van beide hoofdmagneetköppen gelijke azimuth-hoek, waarbij de hulp-15 magneetkop is aangebracht voor aftasting van een zelfde regis-tratiespoor als door de ene hoofdmagneetkop wordt afgetast, schrijft de uitvinding nu voor, dat een dergelijk videoband-apparaat tevens dient te zijn gekenmerkt door middelen voor intermitterend bandtransport, waarbij steeds gedurende een 20 vooraf bepaald interval een vooraf bepaald aantal registratie-sporen wordt afgetast, en door middelen voor zodanige besturing van de hoofdmagneetkoppen en de hulpmagneetkop, dat bij onderbroken bandtransport uitlezing van videosignalen door de ene hoofdmagneetkop en de hulpmagneetkop plaatsvindt en tijdens 25 plaatvindend bandtransport uitlezing van de videosignalen door de beide hoofdmagneetkoppen plaatsvindt.
De uitvinding zal worden 'verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter 30 niet beperkt. In de tekening tonen: figuur 1 een grafiek, welke de bandtransport-snelheid als functie van de tijd bij intermitterend bandtransport ten behoeve van signaalweergave bij langzaam bewegend beeld laat zien, 35 figuur 2 een grafiek, welke de hoeveelheid bandtransport tijdens intermitterend bandtransport laat zien, figuur 3(1)-(VI) enige afbeeldingen van de rela- 8100801 - 4 - ^
V
tieve positie van de door een magneetkop gevolgde aftastbaan en de op de magneetband gevormde registratiesporen tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld, als op bekende wijze door intermitterend bandtransport teweeg gebracht, 5 figuur 4(I)-(V) enige afbeeldingen van de rela tieve positie van de door een magneetkop gevolgde aftastbaan en de op de magneetband gevormde registratiesporen tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld, als door de uitvinding voorgesteld, 10. figuur 5, schematisch, een bovenaanzicht op een roteerbare magneetkoptrommel volgens de uitvinding, figuur 6 een vooraanzicht op een magneetkopeen-heid met een dubbele luchtspleet,' figuur 7 een blokschema van een schakeling volgens 15 de uitvinding voor intermitterende bekrachtiging van de kaap-s tanderaandri j fmotor, figuur 8 een schema van de magneetkopwisselscha- keling, en figuur 9A-9L enige golfvormen ter verduidelijking 20 van de werking van de schakelingen volgens de figuren 7 en 8.
Voordat tot een gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding wordt overgegaan, zullen eerst enige problemen worden beschreven, welke optreden bij tot nog toe bekende videobandapparaten.
25 Figuur 1 toont een grafiek, welke de bandtrans- portsnelheid van een videobandapparaat laat zien bij intermitterend bandtransport terwille van signaalweergave bij langzaam bewegend beeld. Figuur 2 is een grafiek, welke de hoeveelheid bandtransport tijdens intermitterend bandtransport 30 laat zien. Tijdens signaalweergave bij langzaam bewegend beeld, worden aan de kaapstanderaandrijfmotor van het videobandapparaat intermitterende bekrachtigingsimpulsen toegevoerd, waarbij voor iedere dergelijke bekrachtigingsimpuls magneetband-transport gedurende een periode van ongeveer 65 ms plaats-35 vindt, zoals figuur 1 laat zien. Tijdens deze transport-periode, wordt de band verplaatst over een lengte, welke overeenkomt met één steekwaarde van de langs de zijrand van 8 1 0 0 8 0 1 de magneetband opgenomen stuursignaal, zoals figuur 2 laat zien. Daarbij wordt ervan uitgegaan, dat deze steekwaarde correspondeert met ëên volledig videobeeld, dat wil zeggen twee registratiesporen. De bandtransportsnelheid is althans 5 tenminste nagenoeg gelijk aan dié bij normale signaalweergave, zodat de schuinloop hoek van de door de magneetkoppen gevolgde aftastbaan althans tenminste nagenoeg samenvalt met dié van de registratiesporen; in dat geval treedt in het op een beeldscherm zichtbaar gemaakte beeld geen ruisbalk of ruisband op. 10 De aan de kaapstanderaandrijfmotor toegevoerde bekrachtigingsimpulsen verschijnen synchroon met de beide rotatiefase-impulsen PG, welke door de roteerbare magneetkop-. eenheid wordt afgegeven, en met het uitgelezen stuursignaal CTL, dat uit het stuurspoor wordt uitgelezen. De magneetband 15 kan derhalve tot stilstand worden gebracht in posities, waarin de door de magneetkoppen gevolgde aftastbaan zo goed als geheel samenvalt met een op de magneetband gevormd registratie-spoor; dit wil zeggen, dat de magneetkoppen tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld niet een registratiespoor zullen 20 kruisen, dat met een afwijkende azimuth-hoek'is opgenomen.
Signaalweergave bij met willekeurig langzame snelheid bewegend beeld vindt plaats door geschikte keuze, respectievelijk instelling van het videobandapparat, op een bepaald aantal malen bandtransport per tijdseenheid of op een 25 bepaalde intervalduur tussen opeenvolgend bandtransport.
De figuren 3(1)- 3(VI) tonen, voor een dergelijk videobandapparaat van bekend type, enige afbeeldingen van de relatieve positie van de registratiesporen op de band enerzijds en het door de uitleesmagneetkoppen gevolgde aftastbaan 30 anderzijds. De registratiesporen AO, B0, Al, BI enzovoorts worden per videobeeldrastereenheid gevormd zonder tussenge-legen beschermingsband; daarbij vertonen de registratiesporen een bepaalde schuinloophoek ten opzichte van de bandlangs-richting. Aangezien de hoeveelheid bandtransport per raster 35 kleiner dan de breedte van de videomagneetkoppen is, zullen aangrenzende registratiesporen elkaar gedeeltelijk overlappen, waarbij de breedte van de registratiesporen afhankelijk van de 8 1 0 0 8 0 1 - 6 - u-*-- '· bandtransportsnelheid is. De breedte van de videomagneetkop is derhalve tijdens signaalweergave groter dan de registratie-spoorbreedte, zoals figuur 2 laat zien. De registratiespoor-breedte bedraagt bijvoorbeeld 19,4 ^tm, terwijl de magneetkop-5 breedte gelijk 27 jam is.
De figuren· 3(1) en 3(VI) tonen meer in het bijzonder de relatieve positie van de door een magneetkop gevolgde aftastbaan en de registratiesporen tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld, waarbij derhalve het band-10 transport is onderbroken. De magneetkop tast de magneetband af onder een hoek volgens de gebroken lijn, in de richting volgens de pijl en over een breedte tussen de dikke volle lijnen. Het niveau van het door de magneetkop A uitgelezen signaal is links onderaan in figuur 3(1) weergegeven. Tijdens 15 signaalweergave bij stilstaand beeld wordt door de magneetkop A eerst het gearseerd weergegeven gedeelte van het re-gistratiespoor Al volgens figuur 3(1) afgetast. Gedurende de tweede helft van de aftastperiode neemt het tot het met een afwijkende azimuth-hoek opgenomen registratiespoor BO be-20 horende gedeelte of oppervlak, dat wordt afgetast, toe waarbij het niveau van het uitgelezen signaal geleidelijk afneemt. Vervolgens, wanneer dezelfde aftasting door de magneetkop B wordt uitgevoerd, zal het uitgelezen signaalniveau gedurende de eerste helft van de aftastperiode laag zijn en 25 vervolgens gedurende de tweede helft geleidelijk toenemen, zoals figuur 3(11) laat zien. De figuren 3(111)-3(V) tonen een aantal aftastingen tijdens perioden met intermitterend bandtransport. De bandtransportrichting is steeds weergegeven door de pijl D. Gedurende de perioden II en III neemt de band-30 transportsnelheid geleidelijk toe om gedurende de periode IV zijn normale waarde te bereiken; daarna treedt vertraging op gedurende de periode V, terwijl weergave bij stilstaand beeld, dat wil zeggen onderbroken bandtransport, gedurende de periode VI optreedt. Gedurende de perioden II-V zullen 35 zowel de magneetkop A als de magneetkop B twee aftastingen uitvoeren, terwijl het bandtransport intermitterend met een periodeduur van twee videobeelden plaatsvindt. Een dergelijke 8100801 *' * - 7 - hoeveelheid bandtranspoft omvat twee registratiesporen, overeenkomende met de steekwaarde van het stuursignaal CTL.
Tijdens de uitleesperiode wordt het gestippelde gedeelte van het registratiespoor BO door de magneetkop B 5 uitgelezen, waarbij het uitgelezen signaalniveau geleidelijk toeneemt. Tijdens uitleesperiode ΙΓΤ wordt het gearseerd getekende registratiespoor Al door de magneetkop A practisch normaal uitgelezen. Tijdens de uitleesperiode IV wordt het aan het registratiespoor Al grenzende registratiespoor BI 10 door de magneetkop B uitgelezen. Tijdens de uitleesperiode V wordt het registratiespoor A2 door de magneetkop A uitgelezen, waarbij het uitgangssignaalniveau geleidelijk afneemt. :. -
Na voltooiing van een (intermitterende)' bandtrans-15 portperiode, wordt weer de signaalweergave bij stilstaand beeld volgens figuur 3(VI) verkregen. Tijdens de uitlees-perioden I-VI kruisen de beide magneetkoppen geen registratiesporen met afwijkende azimuth-hoek, zodat in het zichtbaar gemaakte beeld geen ruisband of -balk verschijnt. Door 20 geschikte keuze van de duur voor de perioden I-IV tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld kan ook signaalweergave bij willekeurig langzaam bewegend beeld worden verkregen, zonder dat enige ruisbalk in het zichtbaar gemaakte beeld verschijnt. Bij de desbetreffende signaalweergave van bekend 25 type volgens figuur 3 doet zich echter wel het verschijnsel voor, dat het uitgangssignaalniveau tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld gedurende de uitleesperiode I en VI geleidelijk afneemt, waardoor de signaal/ruis-verhouding van het uitgelezen signaal eveneens kleiner wordt.
30 Aan de hand van de figuren 4-9 zal vervolgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding worden beschreven.
Daarbij toont figuur 4 enige afbeeldingen van de relatieve positie van de door een magneetkop gevolgde aftast-baan en de op de magneetband gevormde registratiesporen tij-35 dens weergave bij langzaam bewegend beeld, als voorgesteld volgens de uitvinding. Daarbij vindt toepassing plaats van een roteerbare magneetkoptrommel 1 met drie magneetkoppen, zoals figuur 5 laat zien. De magneetkoptrommel 1 bevat behalve 81 0 080 1 8 de hoofdmagneetkop A en de hoofdmagneetkop B nog een hulpmagneetkop A'; deze zijn in de figuren 5, 6 en 8 respectievelijk aangeduid als 2A, 2B en 2A'.
Figuur 6 toont een vooraanzicht op een magneet-5 kopeenheid met dubbele luchtspleet, waarbij de hoofdmagneetkop 2B en de hulpmagneetkop 2A’ zijn uitgevoerd op een gemeenschappelijke magneetkop-,,chip,' 3. De hulpmagneetkop 2A' heeft dezelfde azimuth-hoek als de hoofdmagneetkop 2A; voor de afstand d tussen de hoofdmagneetkop 2B en de hulp-10 magneetkop 2A' is een waarde gekozen, welke een veelvoud bedraagt van een waarde (H-interval), welke wordt verkregen door de halve buitenomtrek van de magneetkoptrommel te delen door 262,5 (ëën beeldraster).
Bij deze uitvoeringsvorm vindt tussen de opeen-15 volgende perioden I en V gedurende de perioden II, III en IV bandtransport over drie beeldrasters plaats, zoals figuur 4 laat zien. De hoeveelheid bandtransport gedurende elk intermitterend bandtransport bedraagt twee registratiesporen, waarbij de fase van de door een magneetkop gevolgde aftastbaan, 20 wanneer de band tot stilstand komt, althans tenminste nagenoeg samen komt te vallen met een registratiespoor A, zoals de figuren 4(1) en 4(V) laten zien.
Tijdens signaalweergave bij stilstaand beeld, dat wil zeggen gedurende de uitleesperiode I of V, voeren de hoofd-25 magneetkop 2A en de hulpmagneetkop 2A' afwisselend aftasting van het registratiespoor Al of A2 uit. Het bandtransport vindt na voltooiing van de aftasting door de hulpmagneetkop 2A* synchroon met de rotatiefase-impuls PG plaats? daar de hulpmagneetkop 2A' zich dicht bij de hoofdmagneetkop B be-30 vindt, wordt daardoor de juiste faserelatie verkregen. Voor een onmiddellLjk na begin van het bandtransport afgetast beeldraster wordt het registratiespoor Al door de hoofdmagneetkop 2A afgetast, zoals figuur 4(11) laat zien, terwijl voor het daarop volgende beeldraster het registratiespoor BI door de 35 hoofdmagneetkop B wordt afgetast, zoals figuur 4(III) laat zien. Voor het daarop volgend beeldraster wordt het registratiespoor A2 door de hoofdmagneetkop 2A afgetast, zoals figuur 4(IV) laat zien. Wanneer het desbetreffende bandtrans-8100801 9 port is voltooid, wordt het registratiespoor A2 afwisselend door de hulpmagneetkop 2A' en de hoofdmagneetkop 2A afgetast, zoals figuur 4(V) laat zien, waarbij een stilstaand beeld wordt verkregen. Een dergelijke opeenvolging van operaties, 5 dat wil zeggen weergave bij stilstaand beeld door middel van de magneetkoppen 2A/2A' -^weergave door middel van de magneet-kop 2A -=? weergave door middel van de magneetkop 2B —? weergave door middel van de magneetkop 2 Α-τ* we ergave bij stilstaand beeld door middel van de magneetkoppen 2A/2A* , wordt herhaald, 10 waarbij langzaam bewegende beelden zonder ruisbalk worden zichtbaar gemaakt. De signaalweergave bij langzaam bewegend beeld kan door geschikte keuze van de duur van iedere weergave bij stilstaand beeld worden uitgevoerd met een snelheid, welke gelijk is aan de normale weergeefsnelheid gedeeld door 15 een geheel getal.
Uit vergelijking van de weergave bij stilstaand beeld volgens figuur 4, respectievelijk 4(1) en 4(V), met signaalweergave bij stilstaand beeld volgens figuur 3, respectievelijk 3(1) en 3(VI), komt naar voren, dat bij het voor-20 stel volgens de uitvinding een aanzienlijk verbeterd signaal-uitgangsniveau voor een magneetkop wordt verkregen. Als gevolg daarvan zal de toepassing van de uitvinding een sterk verbeterde signaal/ruis-verhouding van het uitgelezen signaal verschaffen, zodat langzaam bewegende beelden van hogere kwali-25 teit kunnen worden zichtbaar gemaakt.
Figuur 7 toont een blokschema van de schakeling voor intermitterende bekrachtiging van de kaapstanderaandrijf-motor, als toegepast bij de uitvinding, terwijl figuur 8 een schema van de magneetkopwisselschakeling laat zien. De figuren 30 9A-9L tonen de golfvormen van signalen, welke aan enige leidingen van de schakelingen volgens de figuren 7 en 8 optreden.
Bij de schakeling volgens figuur 7 krijgt een monostabiele multivibrator 4 de magneetkopwisselimpulsen RFSW 35 volgens figuur 9A toegevoerd, welke uit de impulsen PG worden afgeleid. Een hoog signaalniveau van de impulsen FRSW heeft betrekking op aftastingdoor de magneetkop 2B. De monostabiele multivibrator 4 wordt gestart door de vóórflank van een wissel-81 0 0 8 0 1 10 impuls a en geeft aan zijn uitgang vertraagde impulsen b af, waarvan de impulsduur langer dan de duur van één beeldraster-periöde is, zoals figuur 9B laat zien. He achterflank van deze impulsen b bepaalt de tijdsduur, tijdens welke de kaapstander-5 aandrijfmotor wordt bekrachtigd. Deze dient zodanig te worden gekozen, dat het bandtransport is voltooid aan het einde van aftasting door de hulpmagneetkop 2A' . De uitgangsimpuls b van de monostabiele multivibrator 4 wordt toegevoerd aan een tweede multistabiele multivibrator 5, welke door de achter-10 flank van de impulsen b wordt gestart voor afgifte van impulsen c volgens figuur 9C. De impulsduur van deze impulsen c is bepalend voor de duur van de signaalweergave bij stilstaand beeld, terwijl signaalweergave bij langzaam bewegend beeld door wijziging van de impulsduur van de impulsen c te-15 weeggebracht wordt.
De uitgangsimpuls c van de tweede monostabiele • multivibrator 5 wordt toegevoerd aan een derde monostabiele multivibrator 6, welke bij de voorflank van een impuls c een impuls d van vooraf bepaalde impulsduur afgeeft, zoals figuur 20 9D laat zien. Deze impulsen d worden toegevoerd aan een be-krachtigingsversterker 7, welke bekrachtigingsimpulsen aan de kaapstanderaandrijfmotor 8 levert. Daarbij vindt bandtransport in de richting van de pijl D in de figuren 4(11, III en IV) plaats. Het bandtransport vindt plaats gedurende een periode 25 van drie beeldrasters, zoals door M in figuur 9D is weergegeven, dat wil zeggen langer dan· de duur van een bekrachtigingsimpuls; dit is het gevolg van de traagheid van het bandaandrijfmecha-nisme. De band wordt stilgehouden gedurende de periode S volgens figuur 9D, dat wil zeggen tot de volgende bekrachtigingsimpuls 30 aan de aandrijfmotor wordt toegevoerd. Gedurende de bandtrans-portperiode M wordt door de vaste magneetkop het signaal CTL volgens figuur 9E uitgelezen, waarbij de uit dit signaal afgeleide impulsen CTL volgens figuur 9F worden gebruikt voor besturing van de stilstandspositie van de magneetband, zoals 35 nog nader zal worden beschreven.
Op deze wijze vindt signaalweergave bij langzaam bewegend beeld bij een betrekkelijk dichtbij de normale weer- 8 1 0 0 8 0 t 11 geefsnelheid gelegen snelheid plaats door toepassing van de hoofdmagneetkop 2A, de hoofdmagneetkop 2B en opnieuw de hoofdmagneetkop 2Ά gedurende de bandtransportperiode M, terwijl signaalweergave bij stilstaand beeld wordt verkregen 5 door toepassing gedurende de bandstilstandsperiode S van de hulpmagneetkop 2A', de hoofdmagneetkop 2A en opnieuw de hulpmagneetkop 2A', zoals figuur 9G laat zien. De weergeef-of uitleessnelheid is bij de situatie volgens figuur 9G verminderd tot een derde van de normale snelheid; dit volgt 10 uit het feit, dat gedurende een periode van 6 beeldrasters (M+S) bandtransport over een lengte van twee registratie-sporen, dat wil zeggen twee beeldrasters, plaatsvindt.
De bepaling van de bandstilstandspositie vindt plaats op basis van de reeds genoemde impulsen CTL, zodanig, 15 dat aftasting van een registratiespoor A ter verkrijging van een stilstaand beeld in de positierelatie volgens figuur 4(V) mogelijk is.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 7 worden de impulsen CTL volgens figuur 9F via een verhinderpoort-20 schakeling 9 toegevoerd aan een monostabiele multivibrator 10. De verhinderpoortschakeling 9 is in de geleidende toestand gebracht door het uitgangssignaal van een flipflop 12, welke door de vöörflank van de uitgangsimpuls c van de tweede mono-stabiele multivibrator 5 is ingesteld. De monostabiele multi-25 vibrator 10 geeft de spoorvolgimpulsen h volgens figuur 9H af; de bandstilstandspositie kan nauwkeurig worden geregeld door wijziging van de duur van de spoorvolgimpulsen h.
Het uitgangssignaal van de monostabiele multivibrator 10 wordt toegevoerd aan een verdere monostabiele multi 30 vibrator 11 voor afgifte van een remimpuls i van vooraf be- ; paalde impulsduur, welke aan de negatieve of omkeeringangs-aansluiting van de bekrachtigingsversterker 7 wordt toegevoerd ter verkrijging van een tegenbekrachtigingsspanning voor de kaapstanderaandrijfmotor 8, welke dan een op bandtransport-35 onderbreking gerichte remkracht uitoefent. De flipflop 12 wordt door de van de tweede monostabiele multivibrator 5 afkomstige impuls c ingesteld en door de van de volgende mono- 81 0 0 8 0 1 12 stabiele multivibrator 11 afkomstige remimpuls i teruggesteld; het uitgangssignaal Q van de flipflop 12 heeft de gedaante volgens figuur 9J. Wanneer dit uitgangssignaal Q een hoog niveau vertoont, wordt de verhinderpoortschakeling 9 dicht-gestuurd, zodat geen impulsen CTL aan de monostabiele multivibrator 10 worden toegevoerd. Dit wil zeggen, dat zodra op afremming is overgegaan, de rembesturingsschakeling met de monostabiele multivibratoren 10 en 11 niet in werking treedt totdat de flipflop 12 opnieuw is ingesteld.
De uitgangsimpuls c van de monostabiele multivibrator 5 wordt voorts toegevoerd aan nog een andere multivibrator 13, welke uitgangsimpulsen K van vooraf bepaalde impulsduur afgeeft, waarvan de voorflank steeds samenvalt met dié van de ingangsimpulsen c. De vooraf bepaalde impulsduur van de uitgangsimpulsen K vertegenwoordigt de bandtransport-periodeduur. De uitgangsimpuls van de monostabiele multivibrator 13 wordt, evenals het magneetkopwisselsignaal a, toegevoerd aan een EN-poortschakeling 14, welke magneetkopwis-selimpulsen 1 voor overschakeling tussen de hulpmagneetkop 2A' en de hoofdmagneetkop 2B afgeeft.
Deze magneetkopwisselimpulsen 1 worden toegevoerd aan de schakeleenheid 15 volgens figuur 8, welke tijdens de bandtransportperiode M de hoofdmagneetkop 2B aanwijst. Een tweede schakeleenheid 16 krijgt de magneetkopwisselimpulsen · a volgens figuur 9A toegevoerd voor overschakeling van de hoofdmagneetkop 2A naar de hoofdmagneetkop 2B en vervolgens weer naar de hoofdmagneetkop 2A; deze overschakeling geschiedt sequentieel tijdens de bandtransportperiode, zoals figuur 9G laat zien. Gedurende de bandstilstandsperiode. wordt de schakeleenheid 15 zodanig bekrachtigd, dat de hulpmagneetkop 2A' wordt aangewezen. Een en ander heeft tot gevolg, dat afwisselend de hulpmagneetkop 2A‘ en de hoofdmagneetkop 2A worden gekozen, zoals figuur 9G laat zien.
Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm is de bandtransportperiode zodanig gekozen, dat gedurende een periode van drie beeldrasters steeds bandtransport over ëên videobeeld, respectievelijk twee registratiesporen,
Figure NL8100801AD00131
» -V
- 13 - wordt verkregen. De bandtransportperiode en de verplaatsings-steek kunnen echter respectievelijk n beeldrasters en m videobeelden bedragen, waarbij n en m gehele getallen zijn.
De uitvinding beperkt zich niet tot de in het 5 voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.
8100801

Claims (7)

1. Apparaat voor videosignaalweergave uit schuin over een magneetband lopende registratiesporen onder toepassing van tenminste roterende hoofdmagneetkoppen met onderling verschillende azimuth-hoeken en van een roteerbare hulpmag- 5 neetkop met een aan die van de ene van beide hoofdmagneetkoppen gelijke azimuth-hoek, waarbij de hulpmagneetkop is aangebracht voor aftasting van een zelfde registratiespoor als door de ene hoofdmagneetkop wordt afgetast, gekenmerkt door middelen (4, 5, 6, 7, 8, 10, 11) voor inter— 10 mitterend bandtransport, waarbij steeds gedurende een vooraf bepaald interval een vooraf bepaald aantal registratiesporen wordt afgetast, en door middelen voor zodanige besturing van de hoofdmagneetkoppen (2A, 2B) en de hulpmagneetkop (2A'), dat bij ' 15 onderbroken bandtransport uitlezing van videosignalen door de ene hoofdmagneetkop (2A) en de hulpmagneetkop (2A') plaatsvindt en tijdens plaatsvindend bandtransport uitlezing van de videosignalen door de beide hoofdmagneetkoppen plaatsvindt.
2. Videobandapparaat volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat de middelen voor intermitterend bandtransport een schakeling (4, 5, 6) voor afgifte van een motor-bekrachtigingsimpuls (d) in reactie op een magneetkopwissel-impuls (RFSW) en bovendien een schakeling (10, 11) voor afgifte van een motorremimpuls (i) in reactie op een uit de 25 magneetband uitgelezen stuursignaal (CTL) omvatten, zodanig, dat het intermitterende bandtransport geschiedt door afwisselende toevoer van de motorbekrachtigingsimpuls (d) en de motorremimpuls (i) aan de kaapstanderaandrijfmotor (8).
3. Videobandapparaat volgens conclusie 2, 30 met het kenmerk, dat de schakeling voor afgifte van een motor-bekrachtigingsimpuls is voorzien van een monostabiele multivibrator (5) voor bepaling van het interval van de bekrach-titingsimpuls (d) in overeenstemming met de beeldweergeef-snelheidsverhouding. 15
4. Videobandapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor intermitterend band-transport zijn voorzien van een op het uitgangssignaal van de genoemde monostabiele multivibrator (5) en op de motor- 5 remimpuls (i) reagerende flipflop (12) voor afgifte van een poortstuursignaal, benevens van een met het stuursignaal (CTL) en het poortstuursignaal gevoede poortschakeling (9) voor toevoer van het stuursignaal, gedurende ieder met een be-krachtigingsimpulsinterval overeenkomende periode, aan de 10 remimpulsopwekschakeling (10, 11).
5. Videobandapparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de remimpulsopwekschakeling een op het van de poortschakeling (9) afkomstige stuursignaal (CEL) reagerende, verdere monostabiele multivibrator (11) bevat 15 voor afgifte van de motorremimpuls (i) van de vooraf bepaalde impulsduur.
6. Videobandapparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de middelen voor besturing van de hoofdmagneetkoppen zijn voorzien van een eerste schakeleen- 20 heid (15) voor overschakeling tussen de andere (2B) van de beide hoofdmagneetkoppen en de hulpmagneetkop (2A1) in reactie op een aanvullend wisselsignaal (1), benevens van een tweede schakeleenheid (16) voor overschakeling tussen de ene (2A) van beide hoofdmagneetkoppen en de uitgangsaansluiting van 25 de eerste schakeleenheid (15) in reactie op de magneetkop-wisselimpuls (RFSW).
7. Videobandapparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de middelen voor besturing van de hoofdmagneetkoppen een aanvullende schakelsignaalopwekschakeling 30 (13, 14) omvatten met nog een andere monostabiele multivibrator (13) welke met de bekrachtigingsimpulsopwekschakeling (4, 5, 6) is gekoppeld voor afgifte van een signaal (K) dat een verplaatsing van de magneetband indiceert, en met een verdere poortschakeling (14) , welke het een verplaatsing van de 35 magneetband indicerende signaal en de magneetkopwisselimpuls (RFSW) krijgt toegevoerd voor vorming van een aanvullend wisselsignaal (1) voor aanwijzing van de duur, waarbinnen de andere 8(f b 8¾ de^beide hoofdmagneetkoppen dient te worden gekozen.
NL8100801A 1980-02-20 1981-02-18 Videobandapparaat. NL193299C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1995880 1980-02-20
JP1995880A JPS56117485A (en) 1980-02-20 1980-02-20 Reproducer of video signal

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8100801A true NL8100801A (nl) 1981-09-16
NL193299B NL193299B (nl) 1999-01-04
NL193299C NL193299C (nl) 1999-05-06

Family

ID=12013698

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100801A NL193299C (nl) 1980-02-20 1981-02-18 Videobandapparaat.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4396954A (nl)
JP (1) JPS56117485A (nl)
AT (1) AT388476B (nl)
CA (1) CA1171962A (nl)
DE (1) DE3106372A1 (nl)
FR (1) FR2476421A1 (nl)
GB (1) GB2070842B (nl)
NL (1) NL193299C (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5742279A (en) * 1980-08-28 1982-03-09 Toshiba Corp Intermittent slow still reproduction system for magnetic reproduction device
EP0049989B1 (en) * 1980-10-03 1986-02-05 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Video tape recording/reproducing apparatus
JPS5783982A (en) * 1980-11-12 1982-05-26 Sony Corp Video signal reproducer
JPS57140086A (en) * 1981-02-23 1982-08-30 Hitachi Ltd Recording and reproducing circuit for vtr
JPS5854885A (ja) * 1981-09-25 1983-03-31 Sony Corp 映像信号再生装置
JPH0646470B2 (ja) * 1982-05-25 1994-06-15 松下電器産業株式会社 回転ヘツド型磁気録画再生装置
JPS59186482A (ja) * 1983-04-08 1984-10-23 Hitachi Ltd 磁気記録再生装置
JPS60182006A (ja) * 1984-02-29 1985-09-17 Victor Co Of Japan Ltd 磁気ヘツド
GB2161975B (en) * 1984-05-29 1988-06-22 Pioneer Electronic Corp Recording/reproducing apparatus
JPS61108270A (ja) * 1984-10-31 1986-05-26 Mitsubishi Electric Corp 磁気記録再生装置
JPS61251282A (ja) * 1985-04-27 1986-11-08 Victor Co Of Japan Ltd 静止画再生方式
JPS61292204A (ja) * 1985-06-19 1986-12-23 Sony Corp 記録再生装置
KR900007488B1 (ko) * 1985-09-10 1990-10-10 니뽕 빅터 가부시끼가이샤 자기 헤드
JPH01146105A (ja) * 1987-12-02 1989-06-08 Sharp Corp 磁気記録再生装置
US6243529B1 (en) * 1993-03-30 2001-06-05 Canon Kabushiki Kaisha Recording/reproducing apparatus capable of synthesizing fractions of image data obtained from plural reads of a track

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH584494A5 (nl) * 1974-10-17 1977-01-31 Grundig Emv
JPS5828992B2 (ja) * 1976-12-27 1983-06-20 日本電気ホームエレクトロニクス株式会社 再生方式
JPS53115131A (en) * 1977-03-17 1978-10-07 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic picture recording/reproducing system
GB1587798A (en) * 1977-05-31 1981-04-08 Victor Company Of Japan Tape driving system in a recording and/or reproducing apparatus
DE2754353C3 (de) * 1977-12-07 1982-04-22 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig & Co KG, 8510 Fürth Anordnung zur Aufzeichnung und Wiedergabe von Einzelbildern
JPS5480716A (en) * 1977-12-12 1979-06-27 Sony Corp Automatic tracking apparatus
JPS553271A (en) * 1978-06-22 1980-01-11 Matsushita Electric Ind Co Ltd Rotary head type magnetic picture recorder/reproducer
US4306255A (en) * 1978-06-22 1981-12-15 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Magnetic record/playback system of rotating head type
JPS5553981A (en) * 1978-10-16 1980-04-19 Victor Co Of Japan Ltd Magnetic reproducer

Also Published As

Publication number Publication date
CA1171962A (en) 1984-07-31
FR2476421A1 (fr) 1981-08-21
NL193299B (nl) 1999-01-04
FR2476421B1 (nl) 1985-04-12
DE3106372A1 (de) 1981-12-17
GB2070842A (en) 1981-09-09
ATA79081A (de) 1988-11-15
DE3106372C2 (nl) 1989-04-20
US4396954A (en) 1983-08-02
GB2070842B (en) 1983-07-06
JPS6318393B2 (nl) 1988-04-18
AT388476B (de) 1989-06-26
JPS56117485A (en) 1981-09-14
NL193299C (nl) 1999-05-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8100801A (nl) Apparaat voor videosignaalweergave.
US4280146A (en) Rotary head type magnetic video recording and reproducing apparatus
EP0056392B1 (en) Slow motion effect using longitudinal recording and forward/reverse tape transportation
JPH0315393B2 (nl)
NL192556C (nl) Apparaat voor videosignaalweergave uit schuin op een magneetband gelegen registratiesporen.
US4567534A (en) Apparatus for reading a disc-shaped record carrier
NL192896C (nl) Faseservobesturingsschakeling voor een videobandapparaat met een regiefunctie.
NL8103035A (nl) Inrichting voor videosignaalweergave.
JPS601639A (ja) 信号再生装置
JPH0783463B2 (ja) 磁気記録再生装置
US4607300A (en) Automatically reversible tape deck
JPH056838B2 (nl)
KR100266294B1 (ko) 자기기록재생장치
KR850000121B1 (ko) 영상신호의 재생장치
JPS59191157A (ja) 磁気記録再生装置の静止画再生制御装置
JPS639433B2 (nl)
JP3423194B2 (ja) 磁気記録装置
JP3503329B2 (ja) 磁気記録装置
EP0129055A2 (en) Method and apparatus for controlling a still reproduction of a video tape recorder
JPH0332139Y2 (nl)
JP2678309B2 (ja) 磁気記録再生装置における録・再時でのヘッド一致検出用信号のフォーマット判別装置
JP2615501B2 (ja) 磁気記録再生装置
KR890004244B1 (ko) 슬로우 재생방법
JPS59151583A (ja) ビデオテ−プレコ−ダ
JPS6348231B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010218