NL8006840A - Laadschaal. - Google Patents

Laadschaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8006840A
NL8006840A NL8006840A NL8006840A NL8006840A NL 8006840 A NL8006840 A NL 8006840A NL 8006840 A NL8006840 A NL 8006840A NL 8006840 A NL8006840 A NL 8006840A NL 8006840 A NL8006840 A NL 8006840A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
loading
ammunition unit
ammunition
unit
driving belt
Prior art date
Application number
NL8006840A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bofors Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bofors Ab filed Critical Bofors Ab
Publication of NL8006840A publication Critical patent/NL8006840A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/01Feeding of unbelted ammunition
    • F41A9/06Feeding of unbelted ammunition using cyclically moving conveyors, i.e. conveyors having ammunition pusher or carrier elements which are emptied or disengaged from the ammunition during the return stroke
    • F41A9/09Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines
    • F41A9/10Movable ammunition carriers or loading trays, e.g. for feeding from magazines pivoting or swinging
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B39/00Packaging or storage of ammunition or explosive charges; Safety features thereof; Cartridge belts or bags
    • F42B39/22Locking of ammunition in transport containers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)
  • Spinning Or Twisting Of Yarns (AREA)
  • Aiming, Guidance, Guns With A Light Source, Armor, Camouflage, And Targets (AREA)
  • Jib Cranes (AREA)

Description

* * *
Laadschaal.
De uitvinding heeft betrekking op een laadschaal, die behoort bij een laadeenheid, die vanaf de zijde naar binnen kan worden gezwaaid, bijvoorbeeld een laadslinger, die in een zijdelingse stand aan een stuk geschut is uitgevoerd voor het opnemen van een 5 munitie-eenheid, bijvoorbeeld een granaat, onder zijdelingse verplaatsing daarvan tot in de laadschaal voor het dragen van de munitie-eenheid gedurende het naar binnen zwaaien van de laadeenheid naar een naar binnen gezwaaide stand in het verlengde van de hartlijn van de boring van het stuk, en voor het in de naar binnen gezwaaide stand 10 mogelijk maken van samenwerking tussen de munitie-eenheid en een laadstok voor de lengteverplaatsing van de munitie-eenheid vanuit de laadschaal.
De nieuwe laadschaal kan ondermeer worden gebruikt bij een stuk geschut, bijvoorbeeld een terreinhouwitser van een zwaar 15 .
kaliber.
Het is reeds bekend een laadschaal toe te passen, aangebracht aan een laadslinger van bijvoorbeeld een terreinhouwitser, waarop een munitie-eenheid, bijvoorbeeld een granaat en dergelijke, kan worden gevoerd vanaf bijvoorbeeld een laadtafel. Een dergelijke 20 laadslinger is zodanig uitgevoerd, dat na het opnemen van de munitie -eenheid, deze een stand inneemt, die overeenkomt met de heersende ele-vatiehoek, waarna een naar binnen zwaaien vanaf de zijde van het vuurwapen naar de stand, samenvallende met de verlenging van de hartlijn van de ziel plaatsvindt. Na het naar binnen zwaaien wordt de zodoende 25 met de laadschaal naar binnen gezwaaide granaat in lengterichting uit 8 0 0 6 8 4 0 2 de laadschaal verplaatst door middel van de laadstok.
Op grond van de betrekkelijk zware granaat en dergelijke en als gevolg van het feit, dat het laden zo snel mogelijk moet plaatsvinden, zijn betrekkelijk grote versnellingskrachten nodig in samen-5 hang met het aanstampen. Dit omvat bijzondere eisen voor ondermeer het onderdeel (de tand van de laadstok), dat samenwerkt met de granaat aan de laadstok en het vasthouden van de granaat door de laadschaal, bijvoorbeeld gedurende het naar binnen zwaaien vanuit de zijdelingse stand naar de naar binnen gezwaaide stand.
10 Het doel van de uitvinding is ondermeer het verschaffen van een laadschaal, die de voomoemde moeilijkheden oplost, waarbij de maatregelen, die hierbij in hoofdzaak als kenmerkend kunnen worden beschouwd voor de nieuwe laadschaal, zijn, dat deze een langwerpig element omvat, dat zich in de lengterichting van de laadschaal uit-15 strekt, welk element bij het opnemen van de munitie-eenheid kan worden gedwongen opzij te veren door middel van de munitie-eenheid, verder dat het element na het opnemen van de munitie-eenheid terugveert en een stand inneemt boven en langs de munitie-eenheid, en dat het element is uitgevoerd om te worden opgenomen bij het vastzetten van de 20 munitie-eenheid in de lengterichting in de laadschaal gedurende het naar binnen zwaaien, en ook gedurende de lengteverplaatsing van de munitie-eenheid vanuit de laadschaal om te dienen als een bescherming tegen oprichten van de munitie-eenheid.
Bij verdere ontwikkelingen van de uitvindingsgedachte wor-25 den het ontwerp en de ophanging van het element en ook zijn samenwerking met de munitie-eenheid, aangebracht in de laadschaal, voorgesteld. De details van de ontwerpen van de andere onderdelen van de laadschaal, samenwerkende met de munitie-eenheid, worden eveneens aangegeven.
De maatregelen echter, die hoofdzaak kunnen worden beschouwd 30 als kenmerkend voor de onderhavige laadschaal, zijn te ontlenen aan het onderscheidend kenmerk van de conclusie 1.
Door de voomoemde uitvoering kan het beweegbare gedeelte van de laadstok (de laadstoktand) bij zijn laagste punt worden aangebracht op het achteroppervlak van de granaat, hetgeen betekent, 35 dat momentkrachten, werkzaam op het beweegbare gedeelte van de laadstok, 8006840 * ^ 3 betrekkelijk klein kunnen worden gehouden, en ook dat het beweegbare gedeelte onder een hoek schuin naar achter kan staan, hetgeen samen met het onderste punt van aanbrenging tot gevolg heeft, dat de belasting op de drager voor het beweegbare gedeelte in aanzienlijke mate 5 kan worden verminderd. Dit betekent op zijn beurt een betrouwbare werking tijdens bedrijf en maakt onderhoud met korte tussenpozen overbodig. Het element draagt bij aan het vasthouden van de munitie-een-heid in de laadschaal gedurende het naar binnen zwaaien daarvan, waarbij dus aan het einde daarvan het uit de laadschaal glijden van de 10 munitie-eenheid wordt voorkomen op grond van de benodigde, betrekkelijk grote remkrachten, op welke wijze de munitie-eenheid in een bepaalde beginstand blijft voor de daaropvolgende aanstampwerking van de granaat. Door zijn stand dient het element tevens als een vasthoudelement voor de granaat in samenhang met de terugstootkrachten in het vuurwapen 15 wanneer het afvuren plaatsvindt van aangestampte munitie-eenheden, en tegelijkertijd de nieuwe munitie-eenheid in de laadschaal is gevoerd.
Het volgens de uitvinding voorgestelde ontwerp omvat tevens een technisch eenvoudige oplossing van een belangrijk stel vraagstukken in samenhang met een sneller en in grote mate geautomatiseerd laden 20 voor een betreffend stuk veldgeschut.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 in een horizontaal aanzicht schematisch het laden verduidelijkt van een vuurwapen, 25 fig. 2 een zijaanzicht is van de laadschaal, fig. 3 een bovenaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van de laadschaal volgens fig. 2, fig. 3a gedeelten toont van de laadschaal volgens fig. 3, fig. 3b in dwarsdoorsnede details toont van de laadschaal 30 volgens fig. 3, fig. 4 een achteraanzicht is van de laadschaal volgens fig. 2, fig. 5 een doorsnede is volgens de lijn V-V in fig. 2, fig. 5a vergroot de in fig. 5 afgebeelde onderdelen toont, 35 fig. 6 een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig. 2, 8006840 4 fig. 6a vergroot de in fig. 6 afgebeelde onderdelen toont, en fig. 7 een horizontale doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig. 2.
5 In fig. 1 is een op zichzelf bekend vuurwapen, bijvoor beeld een terreinhouwitser, aangeduid door het verwijzingscijfer 1, waarbij de hartlijn van de stootbodem van het wapen dan is weergegeven door 2. De nieuwe laadschaal, die wordt benut in het laadstelsel van het vuurwapen 1 is aangeduid door 3 en 3' waarbij 3 de zijdelingse 10 stand weergeeft van de laadschaal bij de achtergedeelten van het vuurwapen, en 3' de naar binnen gezwaaide stand weergeeft in het verlengde van de hartlijn van de stootbodem 2 van het vuurwapen.
De laadschaal is op een qp zichzelf bekende wijze aangebracht aan een laadeenheid, die in het uitvoeringsvoorbeeld bestaat 15 uit een laadslinger, gesymboliseerd door zijn twee armen 4 en 4', die de laadschaal dragen, waarbij het verwijzingscijfer 4 de stand weergeeft van de naar de zijkant gezwaaide laadschaal, en 4* de stand weergeeft van de naar binnen gezwaaide laadschaal. De laadslinger is hierbij van de soort, die na het opnemen van de munitie-eenheid 20 zichzelf eerst aanpast aan de elevatiehoek van het vuurwapen, en daarna zijdelings naar binnen kan worden gezwaaid. De richting van het naar binnen zwaaien van de laadschaal is weergegeven door 5. De laadr schaal is aangebracht voor het opnemen van een munitie-eenheid 6 wanneer deze naar binnen wordt gerold vanaf de zijkant of naar beneden 25 valt vanaf de zijkant in de richting van de pijl 7. De laadschaal draagt de munitie-eenheid gedurende het naar binnen zwaaien naar de stand 3', waarin een gescheiden lengteverplaatsing plaatsvindt van de stand van de munitie-eenheid wanneer het aanstampen begint door middel van een laadstok 8. De laadschaal maakt dus een samenwerking 30 mogelijk tussen de munitie-eenheid en de laadstok, die bij het uitvoeringsvoorbeeld samenwerkt met de munitie-eenheid via een tand 8a, die omhoog en omlaag kan worden bewogen en op zichzelf bekend is.
Overeenkomstig de fig. 2-6a heeft de laadschaal een bodem-gedeelte 9, dat in doorsnede hoekvormig en/of gebogen is, maar in zijn 35 lengterichting voor de rest in hoofdzaak recht is, en aan de achterkant 8006840
A
5 zijgedeelten 10 en 11 heeft, waaraan een bovenste gedeelte 12 is bevestigd. Aan de bovenste einden van de zijgedeelten 10 en 11 is hierbij een lengtebalk 12a bevestigd. Aan de zijde tegenover de zijgedeelten 10-11, gaat het bovenste gedeelte 12 over in nog een zijgedeelte 13, 5 dat aan zijn bodem is verbonden met het bodemgedeelte 9. Het zij gedeelte 13 strekt zich uit langs de gehele lengte van de laadschaal, waarbij het bovenste gedeelte 12 zich uitstrekt naar het achtereinde van de laadschaal en eindigt op een afstand vanaf het voorste einde van de laadschaal, welke afstand onger 1/4 tot 1/5 is van de totale 10 lengte van de laadschaal. De zijgedeelten 10 en 11 bevinden zich bij de achtergedeelten van de laadschaal, waarbij deze gedeelten tevens zodanig zijn uitgevoerd, dat de munitie-eenheid 5' naar beneden kan vallen of rollen in zijn zijdelingse richting schuin van boven één zijde van de laadschaal in een richting, die is aangegeven door de 15 pijl P in de fig. 5 en 6. In zijn stand in de laadschaal is de munitie eenheid volledig voor de zijgedeelten 10 en 11 geplaatst, zoals is weergegeven in fig. 2, in welke stand het achteroppervlak van de munitie-eenheid is aangeduid door 6a.
Het gestel van de laadschaal wordt ondermeer gevormd door 20 het bodemgedeelte, de stevige zijgedeelten 10 en 11 en over deze gedeelten 12a, die evenals de andere gedeelten kan bestaan uit een passende metaallegering. Het bodemgedeelte 9 heeft een naar beneden gebogen zijrand 9a, die dient als een opneemdrager voor een niet-weergege-ven laadstokeenheid, waarmee de laadschaal is bestemd om samen te wer-25 ken bij een geautomatiseerde laadwerking.
De laadbrug wordt aan de armen van de laads linger gedragen via een draaileger 9b, dat zich neerwaarts uitstrekt, en via een in lengterichting zich uitstrekkende draaggroef 9c (fig. 5) tevens in een draaggedeelte 9d. Aan zijn inlaadzijde heeft de laadschaal tevens 30 uitstekende lippen 9e, 9f, die zich schuin naar boven uitstrekken voor het vergemakkelijken van het naar beneden rollen of vallen van de munitie-eenheid vanaf een laadtafel en dergelijke.
Aan de binnenzijde van het bodemgedeelte zijn twee in lengterichting zich uitstrekkende glijmiddelen aangebracht, bijvoor-35 beeld glijlijsten 14 en 15, waarop de munitie-eenheid in lengterich- 8006840 6 ting uit de laadschaal kan worden verplaatst. Van deze glijlijsten strekt de glijlijst 14 zich slechts gedeeltelijk naar achter uit en niet tot in het achterste gedeelte van de laadschaal. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is aangenomen dat de munitie-eenheid bestaat 5 uit een granaat met een drijfband 6b. Voor de drijfband zijn de lengte-lijsten uitgevoerd met uitsparingen 14a waarin de drijfband kan zakken wanneer de munitie-eenheid in de laadschaal wordt geplaatst, zodat de granaat met een groot raakoppervlak voor de rest kan rusten tegen de bovenoppervlakken van de glijlijsten volgens zijn lengterichting.
10 In de laadschaal is een lengte-element 16 aangebracht, dat de doorsnedevorm heeft van een lage rechthoek (of meer een staaf) en die aan zijn achtereinde 16a hoekig is. Het element strekt zich uit vanaf een plaats voor het zijgedeelte 11 en naar boven naar het voorste einde van de laadschaal.
15 Het element is in het bovenste gedeelte van de laadschaal opgehangen aan de balk 12a op twee ophangpunten Ul en 02. De ophang-punten zijn zodanig aangebracht, dat het element opzij wordt gedrukt door de munitie-eenheid wanneer deze naar beneden rolt in de laadschaal. In de fig. 5 en 6 is de zijdelingse stand bij'het naar binnen 20 zwaaien vanaf de zijkant aangeduid door 16' en 16", waarbij de reden voor de mogelijkheid van het naar binnen zwaaien vanaf de zijkant is, dat de diameter van de munitie-eenheid de afstand overschrijdt tussen het bodemgedeelte bij de lippen 9e en 9f en de glijlijst 14, en het onderoppervlak van het element wanneer dit zich in zijn uitgangs-25 stand bevindt, zoals weergegeven door de getrokken lijnen in de fig.
5 en 6.
Wanneer de munitie-eenheid naar beneden is gerold of gevallen, is het element teruggeveerd naar zijn uitgangsstand omdat de drukkracht van de munitie-eenheid ophoudt, en strekt het zich dan boven 30 en langs de munitie-eenheid uit in de lengterichting daarvan.
In de dwarsdoorsnede volgens de fig. 5 en 6, is het element enigszins schuin geplaatst ten opzichte van de vertikaal 17 ten opzichte van de laadschaal. De helling is vanaf buiten naar binnen, waarbij de hoek α tussen de hartlijn door de dwarsdoorsnedevan het 35 element en de vertikaal 17 tussen 5 en 15° ligt, in het bijzonder on- 8006840 •J- « 7 geveer 10 is.
Wanneer de munitie-eenheid in de laadschaal is geplaatst met de drijfband in de uitsparingen 14a in de lijsten 14,15, is er een speling aanwezig tussen het bovenoppervlak van de munitie-eenheid 5 en het onderoppervlak van het element, welke speling de dikte van de drijfband enigszins overschrijdt, en in het uitvoeringsvoorbeeld is gekozen op ongeveer 1,6 mm.
In samenhang met of enigszins voor het ophangpunt Dl, heeft het element een klamp 16b, die zich onder het oppervlak van het element 10 uitstrekt, en schuin afgeschuinde eindoppervlakken heeft. Wanneer de drijfband de uitsparingen 14a in de lijsten 14,15 verlaat, moet de drijfband langs deze klamp 16b bewegen teneinde de laadschaal te kunnen verlaten. Op deze wijze wordt een doeltreffend vastzetten verkregen tegen zijdelingse en/of lengteverplaatsingsbewegingen van de munitie 15 eenheid, welke bewegingen kunnen optreden tijdens bijvoorbeeld naar binnen zwaaibewegingen van de laadschaal, terugstootbewegingen van het vuurwapen, enz.
Opdat echter de lengteverplaatsing van de munitie-eenheid vanuit de laadschaal mogelijk is, is het element bij het ophangpunt 20 ül zodanig aangebracht, dat het een verende opwaartse beweging kan uitvoeren, zodat de munitie-eenheid het element naar boven kan drukken, zodat de drijfband langs de klamp kan bewegen. Wanneer de drijfband langs de klemp 16b is bewogen, veert het element weer terug naar zijn uitgangsstand, waarna er een overblijvende speling aanwezig is 25 tussen het bovenoppervlak van de drijfband en het onderoppervlak van het element, hetgeen betekent dat het element daarna de munitie-eenheid in zijn verdere verplaatsingsbeweging niet kan afremmen maar de munitie-eenheid alleen geleidt en bijvoorbeeld het oplichten daarvan voorkomt, dat wil zeggen het naar boven bewegen van zijn neusgedeelte 30 vanaf het bodemgedeelte van de laadschaal, hetgeen een passende aan-stanpwerking geeft.
Opdat het vasthouden mogelijk is en het tevens mogelijk is de munitie-eenheid uit de laadschaal te verplaatsen, zijn de klamp 16b en de uitsparing 14a in de lijsten 14,15 zodanig ten opzichte 35 van elkaar in de lengterichting van de laadschaal aangepast, dat 8006840 8 wanneer de drijfband in lengterichting wordt verplaatst vanuit de uitsparingen 14a, hij tegelijkertijd in samenwerking komt met de klamp 16b. Zolang de drijfband in de uitsparingen blijft, komt hij niet in aanraking met de klamp 16b.
5 De vasthoudkracht voor de lengteverplaatsing vanuit de laadschaal is dus het gevolg van eerste wrijvings- en/of vasthaak-krachten tussen de drijfband en de lijsten bij de uitsparingen 14a, en tweede wrijvings- en/of vasthaakkrachten tussen de drijfband en de klamp 16b, welke tweede wrijvings- en/of vasthaakkrachten ondermeer worden bepaald doorde radiale veerkracht in het ophangpunt Ul. De eerste 10 en tweede wrijvings- en/of vasthaakkrachten worden overwonnen door de aanstampkracht vanaf de laadstok tijdens het aanstanpen.
Het ophangpunt Ul omvat een vulring 19, die draaibaar wordt gedragen door een draaileger 18. Aan zijn onderste einde is de vulring bevestigd aan een draaileger 20, dat zich neerwaarts uitstrekt, en 15 waaraan een vaste flens 21 is aangebracht. Aan het draaileger 20 is een cilinder 22 bevestigd, die aan zijn vrije einde is uitgevoerd met een vaste kop 23. Beweegbaar op de cilinder en met zijn eindstand begrensd door de kop, is een vulring 24 aangebracht, waaraan het element 16 is bevestigd. Tussen de vulring 24 en de flens 21 is een verende onderleg-20 ring 25 aangebracht. Wanneer de munitie-eenheid loodrecht tegen het onderoppervlak 16c drukt van het element, worden het element en de daarmee verbonden vulring naar boven verplaatst tegen de werking van de veer 26, die wanneer de drukkracht van de munitie-eenheid ophoudt, de vulring 19 en het element 16 terug drukt naar de uitgangsstand, die 25 wordt bepaald doordat de vulring rust tegen de kop 23.
Aan de andere zijde van het draaileger 18 heeft de vulring 19 een uitsparing 19a, waarin één einde is aangebracht van een torsie-veer, die gedetailleerder is weergegeven in de fig. 3 en 3b, waarin de 30 torsieveer de aanduiding 26 heeft, en het in de vulring 19 gedragen einde van de torsieveer de aanduiding 26a heeft. De torsieveer en de vulring 19 zijn aangebracht tussen twee uithouders 1¾ en 12i' vanaf de balk 12a. Aan zijn andere einde 26b is de torsieveer 26 bevestigd in de uithouder Y& , waarbij de bevestiging van het veereinde 26b 35 op een op zichzelf bekende wijze kan worden uitgevoerd door vastklem- 8006840 9 men en dergelijke. Het draaileger 18 wordt gedragen in de andere uithouder 12a", waaraan de vulring 19 dus kan zwaaien. Aan één oppervlak van de balk 12a is een aanslag 27 bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen, tegen welke aanslag de torsieveer de vulring 19 tracht te houden.
5 De ophanging tussen de vulring 19 en de torsieveer 26 betekent de mogelijkheid van het element tot het veren naar de zijkant wanneer de munitie-eenheid tegen het oppervlak 16d van het element wordt gedrukt in samenhang met het naar beneden rollen of vallen daarvan in de laadschaal. Bij een drukkracht tegen het oppervlak 16d wor-10 den het element en de daaraan bevestigde vulring rond het draaileger 18 bediend voor het draaien over een hoek tegen de werking van de torsieveer 26. Wanneer de drukkracht van de munitie-eenheid ophoudt, drukt de torsieveer de vulring en het element weer terug tegen de aanslag 27, zodat het element zijn uitgangsstand inneemt.
15 De laadschaal heeft ook een veeraanslag 28, die kan samen werken met het achteroppervlak van de munitie-eenheid, en door deze samenwerking het naar achter glijden voorkomt van de munitie-eenheid, bijvoorbeeld tijdens de eerste fase van het naar binnen zwaaien. Deze aanslag omvat een samenwerkingsgedeelte 28a, dat overeenkomstig fig.
20 7 beweegbaar wordt gedragen door een as, die is aangebracht aan twee uithouders 30a en 30b aan een dwarsgedeelte 30, aangebracht in de laadschaal. De draagas heeft een kop 29a, door middel waarvan hij is vastgezet aan de uithouders samen met een splitpen 31. Aan de as 29 wordt aan de zijde van het gedeelte 28a teven snog een torsieveer 32 25 gedragen, waarvan één einde is bevestigd in de uithouder 30b en het andere einde is gecoördineerd met het gedeelte 28a, zodat de torsieveer 32 tracht het gedeelte 28a in zijn uitgangsstand te houden. Bij het tegen het gedeelte 28 stoten van het achteroppervlak, wordt dit gedeelte bediend tegen de werking van de torsieveer 32, die op zijn 30 beurt een zachte stoot geeft tegen het gedeelte 28a voor de muntie eenheid.
Voor wat betreft het tweede ophangpunt U2 voor het element 16, is dit overeenkomstig het voorgaande uitgevoerd voor dezelfde mogelijkheid van het zijdelings zwaaien, en heeft het in dit verband 35 een soortgelijk ontwerp met het draaileger 18', de vulring 19' en een 8006840 10 met de torsieveer 26 overeenkomende torsieveer met het veereinde 26a'. De overeenkomstige onderdelen in de twee ophangpunten Ul en 02 zijn dus voorzien van overeenkomstige verwijzingscijfers, die echter voor het ophangpunt U2 zijn aangevuld met een accent teken.
5 Aan de andere kant kan het ophangpunt U2 niet vertikaal opzij veren, zodat het element 16 derhalve aan het draaileger 20' van de vulring 19' is geschroefd via een moer 33, die is aangebracht aan een vast gedeelte 34, dat behoort bij het element.
Het draaileger 20,20' in de vulring 19,19' is voorzien 10 van schroefdraad, waarbij het cilindrische gedeelte 22 en de moer 33 met zijn gedeelte 34 in verschillende maten op het draaileger kunnen worden geschroefd door het geven van een mogelijkheid van een fijn-instelling van de speling a tussen het onderoppervlak 16c van het element en het bovenoppervlak van de munitie-eenheid.
15 De laadschaal bestaat uit onderdelen, die gemakkelijk in een fabriek zijn te vervaardigen en samen te voegen, waarbij de vervaardiging gescheiden van of gelijk met het betreffende vuurwapen kan plaatsvinden, waartoe de nieuwe laadschaal moet behoren. De laadschaal kan worden aangebracht aan zowel vuurwapens die worden vervaar-20 digd, als vuurwapens die reeds in gebruik zijn.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitwinding te treden.
8006840

Claims (11)

1. Laadschaal, behorende bij een laadeenheid, die vanaf de zijkant naar binnen kan worden gezwaaid, bijvoorbeeld een laad-slinger, die in een zijdelingse stand aan een stuk geschut is uitge-5 voerd voor het opnemen van een munitie-eenheid, bijvoorbeeld een granaat, onder zijdelingse verplaatsing daarvan in de laadschaal voor het dragen van de munitie-eenheid gedurende het naar binnen zwaaien van de laadeenheid naar een naar binnen gezwaaide stand in het verlengde van de hartlijn van de stootbodem van het stuk, en voor het in de naar 10 binnen gezwaaide stand mogelijk maken van samenwerking tussen de munitie-eenheid en een laadstok voor de lengteverplaatsing van de munitie-eenheid vanuit de laadschaal, met het kenmerk, dat de laadschaal een langwerpig element (16) omvat, dat zich uitstrekt in de lengterichting daarvan en bij het opnemen van de munitie-eenheid kan 15 worden gedwongen opzij te veren door middel van de munitie-eenheid, welk element na het ontvangen van de munitie-eenheid terugveert en een stand inneemt boven en langs de munitie-eenheid, en is uitgevoerd om te worden opgenomen in het vastzetten van de munitie-eenheid in de lengterichting in de laadschaal gedurende het naar binnen zwaaien, 20 en ook gedurende de lengtevezplaatsing van de munitie-eenheid vanuit de laadschaal om te dienen als een bescherming tegen oprichten van de munitie-eenheid.
2. Laadschaal volgens conclusie 1/ met het kenmerk, dat het element (16) is opgehangen aan twee ophangpunten, die onderling 25 gescheiden zijn, en in elk waarvan een torsieveer (26) en dergelijke is aangebracht, die tracht het element in een uitgangsstand te houden, vanwaaruit het element dus kan worden gedwongen tijdelijk zijdelings weg te veren door middel van de munitie-eenheid.
3. Laadschaal volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 30 het eerste ophangpunt (Ul) van de ophangpunten tevens een veerorgaan (25) omvat, dat is bestemd om een terugveerbeweging mogelijk te maken van het element, welke beweging naar boven is gericht bij het betreffende elementeinde (16a).
4. Laadschaal volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 35 het element op de bevestigingsplaats voor het veerorgaan daarin is 8006840 uitgerust met een middel (16a), dat kan samenwerken met een drijfband (6b) aan de munitie-eenheid, bijvoorbeeld in de vorm van een neerwaarts zich uitstrekkende klamp.
5. Laadschaal volgens conclusie 4, voorzien van twee 5 lengteglijmiddelen, bijvoorbeeld glijlijsten, waarop de munitie-eenheid moet rusten en in lengterichting worden verplaatst, met het kenmerk, dat de glijmiddelen (14,15) uitsparingen (14a) hebben op de plaatsen van de drijfband (6b) van de munitie-eenheid.
6. Laadschaal volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 10 deze is uitgevoerd voor het opnemen van de munitie-eenheid (6) op zodanig wijze, dat de drijfband (6b) in de uitsparingen (14a) daalt, waarbij de laadstok (8) tijdens het aanstampen van de munitie-eenheid dan de drijfband naar boven moet drukken uit de uitsparingen tegen de kracht van eerste wrijvings- en/of vasthaakkrachten.
7. Laadschaal volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat wanneer de munitieleenheid op deze wijze is opgenomen waarbij de drijfband zich bevindt in de uitsparingen (14a) in de lengteglijmiddelen (14,15) het element is aangebracht om zich boven en langs de munitie-eenheid uit te strekken met een kleine speling (a) daartussen. 20
8. Laadschaal volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de middelen (16b) aan het element, welke middelen kunnen samenwerken met de drijfband, zodanig zijn uitgevoerd, dat wanneer de drijfband de uitsparingen bij de lengteverplaatsing van de munitie eenheid door de laadstok verlaat en de munitie-eenheid op deze wijze 25 omhoog wordt bewogen naar het element, deze middelen aan het element tot in samenwerking komen met de drijfband, en dat bij een verdere lengteverplaatsing van de munitie-eenheid, de drijfband het element naar boven drukt tegen de werking van het veerorgaan (25), waarbij tweede wrijvings- en/of vasthaakkrachten, die pp deze wijze ontstaan, 30 samen met de eerste wrijvings- en/of vasthoudkrachten, het vastzetten vormen van de munitie-eenheid in de lengterichting in de laadschaal.
9. Laadschaal volgens een der voorgaande conclusie, met heb kenmerk, dat elk ophangpunt (Ul,U2) een vulring (19) omvat, draaibaar aangebracht aan een draaileger (18), welke vulring aan zip 35 onderste einde is verbonden met het element (16) en aan zijl bovenste ( * 8006840 einde, dat zich aan de andere zijde van het draaileger bevindt ten opzichte van het onderste gedeelte, is verbonden met de torsieveer (26).
10. Laadschaal volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat een onder veerspanning staand middel (28) is aangebracht, dat kan samenwerken met het achteroppervlak (6a) van de munitie-eenheid.
11. Laadschaal in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8006840
NL8006840A 1979-12-18 1980-12-17 Laadschaal. NL8006840A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7910439A SE430720B (sv) 1979-12-18 1979-12-18 Laddbrygga
SE7910439 1979-12-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006840A true NL8006840A (nl) 1981-07-16

Family

ID=20339584

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006840A NL8006840A (nl) 1979-12-18 1980-12-17 Laadschaal.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4377104A (nl)
JP (1) JPS5694196A (nl)
CA (1) CA1161288A (nl)
CH (1) CH651132A5 (nl)
DE (1) DE3047271A1 (nl)
FI (1) FI68905C (nl)
FR (1) FR2472160A1 (nl)
GB (1) GB2065842B (nl)
IL (1) IL61591A (nl)
IN (1) IN155619B (nl)
IT (1) IT1148243B (nl)
NL (1) NL8006840A (nl)
NO (1) NO152471C (nl)
SE (1) SE430720B (nl)
YU (1) YU43483B (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4442313C2 (de) * 1994-11-29 2002-11-14 Rheinmetall Landsysteme Gmbh Hebevorrichtung

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE711874C (de) * 1934-11-03 1941-10-08 Rheinmetall Borsig Akt Ges Geschuetz mit Ladeschwinge an der Wiege
DE721175C (de) * 1938-12-25 1942-05-28 Krupp Ag Munitionsaufzug
US2464920A (en) * 1947-01-27 1949-03-22 United Shoe Machinery Corp Rocket launcher
US2933020A (en) * 1957-11-20 1960-04-19 Jr Edmond W Hammer Tilt tray
FR1472144A (fr) * 1965-12-31 1967-03-10 Nord Aviat Bâti de tir pour missiles télépilotés
US3598016A (en) * 1969-03-18 1971-08-10 Gen Electric Automatic burst firing gun having revolving chambers
SE388683B (sv) * 1973-04-02 1976-10-11 Bofors Ab Anordning for laddning av en artilleripjes
GB1442061A (en) * 1973-04-10 1976-07-07 Leshem M Device for loading artillery
SE413263B (sv) * 1976-03-31 1980-05-12 Bofors Ab Vid ett eldvapen anvendbar laddningsanordning
SE413264B (sv) * 1976-03-31 1980-05-12 Bofors Ab Laddningsanordning vid ett eldvapen

Also Published As

Publication number Publication date
YU318580A (en) 1983-09-30
IN155619B (nl) 1985-02-16
CH651132A5 (de) 1985-08-30
SE430720B (sv) 1983-12-05
IT1148243B (it) 1986-11-26
FR2472160B1 (nl) 1984-10-12
NO803825L (no) 1981-06-19
GB2065842B (en) 1983-01-19
FI68905B (fi) 1985-07-31
FR2472160A1 (fr) 1981-06-26
DE3047271A1 (de) 1981-10-15
IL61591A (en) 1983-06-15
IT8050382A0 (it) 1980-12-16
NO152471C (no) 1985-10-02
SE7910439L (sv) 1981-06-19
JPS5694196A (en) 1981-07-30
DE3047271C2 (nl) 1991-10-31
FI803832L (fi) 1981-06-19
GB2065842A (en) 1981-07-01
FI68905C (fi) 1985-11-11
US4377104A (en) 1983-03-22
CA1161288A (en) 1984-01-31
JPH0123720B2 (nl) 1989-05-08
YU43483B (en) 1989-08-31
NO152471B (no) 1985-06-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2102303C1 (ru) Способ сортировки одежды, подвешенной на крюках, и устройство для его осуществления
NO150608B (no) Stivt, brannhemmende polyuretanskum, og anvendelse derav
US3938422A (en) Automatic firearms having a bolt assisted by an additional mass
CZ285823B6 (cs) Závěsné dopravní zařízení pro dopravu zavěšeného zboží
NL9200342A (nl) Inrichting voor het aan de poten ophangen van gevogelte.
CN1016995B (zh) 自动装弹手枪
NL8006840A (nl) Laadschaal.
NL8103878A (nl) Houder voor het opnemen en de toevoer van een patroon.
EP1686346B1 (fr) Arme à feu à précision de tir en rafale améliorée et dispositif utilisé à cet effet
US4677894A (en) Device for the centering retention of ammunition in an ammunition receiver
SE468610B (sv) Laddningsanordning
CA1122044A (en) Feeding device for rounds in self-propelled gun
KR20110111729A (ko) 스프링 발란서와 영구자석을 이용한 탄약장전장치
DE3031204C1 (de) Ladebruecke fuer Patronen zwischen einem Magazin und einer Kanone
CA1055747A (en) Rotary type ammunition magazine for a tank
NO166047B (no) Fastspenningsinnretning for en anordning for aa drive stangelementer med liten stivhet ned i bakken.
CN216334844U (zh) 一种增加衣架行进速度的制衣吊挂系统支撑梁
CN213144506U (zh) 一种急倾斜巷道用翻转装置
CA1213161A (en) Cartridge leading tray between a magazine and a cannon
JP6017696B2 (ja) フィールドガン(fieldgun)
DE713345C (de) Vorrichtung zum Zufuehren von Patronenmunition in fahrbare Schnellfeuergeschuetze mit selbsttaetiger Zuenderstellung
SU1666399A1 (ru) Каретка подвесного конвейера
SU1265257A1 (ru) Скреперный агрегат
RU2243473C9 (ru) Салютная пушка
NL8006835A (nl) Afstrijkinrichting.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed