NL8006835A - Afstrijkinrichting. - Google Patents

Afstrijkinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8006835A
NL8006835A NL8006835A NL8006835A NL8006835A NL 8006835 A NL8006835 A NL 8006835A NL 8006835 A NL8006835 A NL 8006835A NL 8006835 A NL8006835 A NL 8006835A NL 8006835 A NL8006835 A NL 8006835A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
scraper
turned
blocking
screw
unit
Prior art date
Application number
NL8006835A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bofors Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bofors Ab filed Critical Bofors Ab
Publication of NL8006835A publication Critical patent/NL8006835A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A9/00Feeding or loading of ammunition; Magazines; Guiding means for the extracting of cartridges
    • F41A9/54Cartridge guides, stops or positioners, e.g. for cartridge extraction
    • F41A9/58Cartridge stops; Cartridge positioners

Description

Afstri jkinri chting.
De uitvinding heeft betrekking op een afstrijkinrichting, die behoort bij een vuurmond, welke afstrijkinrichting kan samenwerken met een eerste munitie-eenheid, bijvoorbeeld in de vorm van een kruit-lading en die gedurende het aanbrengen het in de kamer van de vuurmond 5 plaatsen mogelijk maakt van een tweede munitie-eenheid, bijvoorbeeld een granaat die gedurende het plaatsen zich voor de eerste munitie-eenheid bevindt, en ook van de eerste munitie-eenheid, en gedurende het verwijderen, volgende op het plaatsen, in samenwerking kan komen met de eerste munitie-eenheid voor het in de kamer houden daarvan.
10 Als een voorbeeld van een vuurmond kan worden gewezen op een vuurmond met groot kaliber, bijvoorbeeld een veldhouwitser.
Het is in dit verband reeds vrij algemeen bekend een af-strijkinrichting te gebruiken, door middel waarvan een kruitlading in de kamer kan worden gehouden gedurende het verwijderen van de aan-15 stampeenheid.
Bij het snel laden met hoge aanstampsneIheden voor de granaat en de lading is het van belang, dat geen ongewilde bediening plaatsvindt van de schokbuis en dergelijke van de granaat, die kan zijn aangebracht aan het voorste einde van de granaat. Een dergelijk 20 gevaar kan bijvoorbeeld ontstaan doordat het voorste einde van de granaat gedurende het aanstampen tegen de afstrijkinrichting stoot.
Het hoofddoel van de onderhavige inrichting is het oplossen van het voomoemde vraagstuk, waarbij de maatregelen die als kenmerkend kunnen worden beschouwd voor de nieuwe inrichting zijn, dat 25 althans gedurende de eerste fase van het plaatsen, de afstrijkinrich- 8006835 2 ting kan samenwerken met blokkeermiddelen, die de afstrijkinrichting in een naar binnen gedraaide stand houden teneinde het tegen de afstrijkinrichting gedurende het plaatsen stoten te voorkomen van de eerste munitie-eenheid, verder dat de aanstampeenheid in een vooraf-5 bepaalde lengteverplaatsingsstand het losmaken tot stand kan brengen van de blokkeermiddelen, dat de afstrijkinrichting bij het losmaken een naar buiten gedraaide stand kan innemen teneinde samenwerking mogelijk te maken met de eerste munitie-eenheid, dat de afstrijkinrichting vanuit zijn naar buiten gedraaide stand kan worden bediend 10 naar zijn naar binnen gedraaide stand door middel van een tot de vuurmond behorend sluitmechanisme, en dat in de dan bereikte naar binnen gedraaide stand de blokkeermiddelen weer kunnen worden versteld voor het in de naar binnengedraaide stand houden van de afstrijkinrichting.
In verdere ontwikkelingen van de uitvindingsgedachte wor-15 den gedetailleerdere gegevens voorgesteld voor het ontwerp van de afstrijkinrichting zelf en de daarmee samenwerkende onderdelen.
De maatregelen echter, die als kenmerkend kunnen worden beschouwd voor de onderhavige inrichting, zijn te ontlenen aan het onderscheidend kenmerk van de conclusie 1.
20 Nasst het voorkomen van het ongewenst stoten tegen de afstrijkinrichting door de granaat en dergelijke wordt door de voorgestelde inrichting een ontwerpoplossing bereikt, volgens welke de onderdelen, waarop de uitvinding betrekking heeft, het laden in andere opzichten niet beïnvloeden.
25 Verder wordt een technisch eenvoudig, maar niettemin goed werkzaam ontwerp van de verschillende onderdelen verkregen.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een vertikale doorsnede is van onderdelen van een 30 kulasring, die behoort bij een vuurmond, waaraan de onderhavige afstrijkinrichting en de daarbij behorende blokkeermiddelen zijn aangebracht, fig. la een horizontaal onderaanzicht is van de afstrijkinrichting, en fig. 2 een achteraanzicht is van de kulasring met de af-35 strijkinrichting en blokkeermiddelen volgens fig. 1.
8006835 -i 3
In fig. 1 geeft het verwijzingscijfer 1 de onderdelen aan van een kulasring van een vuurmond met een groot kaliber, waarop de uitvinding betrekking heeft, van een op zichzelf bekende soort. Als een voorbeeld van een vuurmond kan worden gewezen op een stuk veldge-5 schut in de vorm van een veldhouwitser. De kamer in de loop is aangeduid door 2. De kulasring heeft een kegelvormige schroefdraad 3, waarop een schroef 4, die behoort tot een kruisschroefmechanisme, dat op zichzelf bekend is, kan worden geplaatst en via een overeenkomstige schroefdraad aan de schroef naar binnen kan worden geschroefd. De schroef is 10 hierbij zodanig aangebracht, dat hij naar beneden kan worden gezwaaid in de richting van de pijl P in de kulasring bij zijn bovenste rand naar een eindstand in de lengterichting van de vuurmond, vanuit welke
O
lengte-eindstand de schroef ongeveer 30 kan worden gedraaid, zodat zijn schroefdraad in samenwerking komt met de schroefdraad van de 15 kulasring voor het daaraan vast-zetten van de schroef. De schroefdraden op de schroef en de kulasring zijn hiérbij op bekende wijze uitgevoerd met gedeelten zonder schroefdraad langs de omtrek teneinde het mogelijk te maken de schroef naar beneden te zwaaien naar de eindstand in de lengterichting. In fig. 2 zijn twee van schroefdraad voorziene 20 gedeelten van de kulasring weergegeven door 3a en 3b, waarbij drie gedeelten zonder schroefdraad zijn aangegeven door 4a, 4b en 4c.
In een van de gedeelten zonder schroefdraad, te weten het gedeelte 4b, is een afstrijkinrichting 5 geplaatst. Deze afstrijkin-richting heeft de vorm van een langwerpig plat element, dat in zijn 25 eerste einde een draagdeel 5a heeft, dat overgaat in een recht, betrekkelijk kort deel 5b. Dit laatstgenoemde deel is via een kleine hoek verbonden met een recht hoofddeel 5c van het element. Het deel 5c is op zijn beurt verbonden met een enigszins gebogen deel 5d, dat onder een hoek staat van ongeveer 90°, en waarvan de gebogen vorm dan naar 30 binnen gebogen is. De delen 5c en 5d zijn met elkaar verbonden door zijdelingse vertserkingen 5e. Ook hebben het draagdeel 5a en het deel 5b zijdelingse versterkingen 5f.
Van boven gezien hebben de delen in hoofdzaak een gelijke breedte. In zijn afmeting in hoofdzaak in lengterichting is het deel 35 5c breder dan de delen 5b en 5d, en aan zijn voorste einde versmald 8006835 4 zodat zijn breedte bij het versmalde deel in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de delen 5b en 5d. De delen 5b, 5c en 5d hebben bovendien een gemeenschappelijke rechte zijde- De verschillende delen hebben deikten van ongeveer 4-5 mm, in het bijzonder ongeveer 4 mm. Het draad-5 deel 5a omvat twee draagnokken 5a' en 5a", die zich naar voren uitstrekken en via welke de afstrijkinrichting wordt gedragen door een vaste houder 6 in de kulasring, overeenkomende met de nokken. De draagas is aangeduid door 7. Aan het draagdeel 5a heeft de afstrijkinrichting tevens een middel 5g, dat vast is met betrekking tot het andere deel 10 van de afstrijkinrichting en dat bij het rond de as 7 draaien van de afstrijkinrichting deelneemt aan de draaibeweging van de afstrijkinrichting. De houder is bevestigd aan de kulasring via bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van drie schroeven 8.
De afstrijkinrichting is zodanig aangebracht, dat hij een 15 naar buiten gedraaide stand kan innemen, die door getrokken lijnen is weergegeven in fig. 1, en een naar binnen gedraaide stand 5', die door streep-stippellijnen is weergegeven in fig. 1. In de naar binnen gedraaide stand is de afstrijkinrichting naar beneden gedrukt in het betreffende gedeelte zonder schroefdraad, zodat de inrichting zich 20 niet tot boven de gedeelten met schroefdraad van de kulasring uitstrekt, en dan niet in de weg komt voor de sluitbeweging van de schroef. Bij de gedeelten zonder schroefdraad, die betrekking hebben op de kulasring, is deze laatste uitgevoerd met uitsparingen la en lb aan de einden van de afstrijkinrichting, zodat deze naar beneden wordt gedrukt onder 25 de schroefdraad van de kulasring niettegenstaande de zijdelingse versterkingen 5e en 5f, die in de uitsparingen worden geplaatst in de naar binnen gedraaide stand van de afstrijkinrichting. Bij de uitsparing lb is tevens een ruimte lc aangebracht voor het onder een hoek staande deel 5d van de afstrijkinrichting.
30 In de naar buiten gedraaide stand van de afstrijkinrich ting bevindt het buiteneinde A van het deel 5c zich dicht bij de hartlijn 9 van de ziel van de vuurmond, en is het einde A tevens enigszins gebogen rond de hartlijn van de ziel. Het hoofdgedeelte van de afstrijkinrichting is dus schuin naar voren/naar beneden gedraaid 35 gezien vanaf de drager 5a en is in hoofdzaak recht gericht naar de 8 0 0 6 8 3 5 > «.
5 lading, 2aJclading, kruitzak of andere soort lading, die behoort tot een niet volledig samengestelde munitieronde.
In de naar buiten gedraaide stand is het de bedoeling dat de afstrijkinrichting kan samenwerken met een lading 10, geplaatst in 5 een zak of overeenkomstig materiaal, waarmee de afstrijkinrichting samenwerkt via zijn enigszins convexe voorste oppervlak 5d' aan de voorzijde van het onder een hoek staande deel.
De afstrijkinrichting is bovendien zodanig uitgevoerd, dat hij het in de ziel van de loop en de kamer plaatsen mogelijk maakt van 10 ook een granaat 11 of overeenkomstig projectiel, dat voor de lading 10 is geplaatst. Verder moet de afstrijkinrichting zich gedurende het aanbrengen van de granaat en de lading door middel van een aanstampeenheid, die in fig. 2 is aangeduid door 12, in een naar binnen gedraaide stand bevinden, zodat de voorste delen 11a van de granaat en 15 dergelijke niet stoten tegen de naar beneden hangende afstrijkinrich-- ting, die zelfs indien hij los naar beneden hangt de schokbuis in de granaat en dergelijke dan kan beschadigen of op een andere wijze aanleiding kan geven tot een onjuiste werking daarvan, hetgeen te allen tijde moet worden voorkomen. De schokbuis kan zich hierbij bevinden 20 op een willekeurige plaats langs de granaat en dergelijke.
Opdat de afstrijkinrichting zich in de naar binnen gedraaide stand bevindt wanneer althans de voorste delen 11a van de granaat langs de stand van de afstrijkinrichting bewegen, kan deze samenwerken met de blokkeermiddelen, die hierna worden beschreven, en die kunnen 25 worden losgemaakt door middel van de aanstampeenheid 12, wanneer deze de delen langs de afstrijkinrichting heeft bewogen. Bij het losmaken van de blokkeermiddelen neemt de afstrijkinrichting dan zijn naar buiten gedraaide stand in, waarbij hij naar beneden gaat achter de lading, zodat bij het verwijderen van de aans tampeenheid volgende op 30 het aanbrengen, het door de lading volgen van de aans tampeenheid uit de kamer wordt voorkomen. Hierbij is aangenomen dat de aanstampeen-heid een op zichzelf algemeen bekende eenheid is, die derhalve in dit verband niet gedetailleerd wordt beschreven.
De blokkeermiddelen omvatten verplaatsbare middelen 13 en 35 14, waarbij het middel 14 dan in zijn beweging wordt geleid in een 8006835 6 groef 15, aangebracht in de kulasring of een daarin bevestigd deel.
De verplaatsbare middelen zijn aan elkaar bevestigd door middel van een vastzetmiddel 16, maar kunnen in beginsel bestaan uit één enkel eendelig stuk. Aan zijn voorste einde heeft het verplaatsbare middel 14 5 twee oppervlakken 14a en 14b, die schuin naar voren zijn gericht. In een eerste lengteverplaatsingsstand (=bestand volgens fig. 1), kan het middel samenwerken via het oppervlak 14a met een onderoppervlak van het middel 5g, dat behoort tot de afstrijkinrichting, wanneer dit laatstgenoemde middel in de naar binnen gedraaide stand van de afstrijkinrich-10 ting een onder een hoek staande stand 5g' inneemt, waarin het ondervlak is weggedraaid van het bodemoppervlak 15a in de leigroef 15. In deze eerste verplaatsingsstand dwingt het middel 14 de afstrijkinrichting in zijn naar binnen gedraaide stand te blijven.
Deze eerste lengteverplaatsingsstand wordt bepaald door 15 een blokkeerstang 17, die eveneens behoort tot de blokkeermiddelen en zich uitstrekt over de doorsnede van de kulasring. In zijn ene einde 9 17c is de stand bevestigd in het verplaatsbare middel 13, en vastgezet door bijvoorbeeld een pen, schroef en andere verbinding, die uit elkaar kan worden genomen. Aan zijn andere einde 17b werkt de blokkeerstang 17 20 samen met een bedieningsmiddel 18 voor de blokkeerstang, draaibaar gedragen aan de zijde van de kulasring. De blokkeerstang wordt eveneens bediend door een schroefveer 19, die de stang in lengterichting verplaatst tracht te houden naar het einde 17b. De stang heeft een flens 17c, waarmee de veer in aanraking is, die aan zijn tegenover liggende 25 einde in aanraking is met het oppervlak 20 aan de kulasring.
Het draaibare middel 18 heeft een deel 18a, dat zich in de lengteverplaatsingsbaan bevindt van de aanstankeenheid. Wanneer de aan-stampeenheid het deel 18a passeert, bedient het het deel 18a door middel van een deel 12a, waarbij het bedieningsmiddel 18 dan rond de draai-30 hartlijn 21 draait en de blokkeerstang in lengterichting naar zijn eerste einde 17a verplaatst tegen de werking van de veer 19. Bij de lengte-verplaatsingsbeweging, die dan ontstaat, wordt het verplaatsbare middel 13 bediend, dat op zijn beurt het middel 14 meedraagt, zodat het middel 15g aan de afstrijkinrichting wordt losgemaakt. De afstrijkinrichting 35 kan dan door zijn eigen gewicht naar beneden vallen naar zijn naar 8006835 7 buiten gedraaide stand. Teneinde echter te verzekeren dat de afstrijk' inrichting naar buiten wordt gedraaid, kan deze tevens samenwerken met een uitdrukorgaan, dat een staaf of pen 22 omvat, gedragen in een uitsparing, en voortdurend onder invloed door een veer 23, die de 5 staaf of pen in een naar buiten gedrukte stand tracht te houden. De staaf of pen is op zijn beurt in aanraking met het binnenoppervlak van het deel 5b van de afstrijkinrichting via zijn vrije einde.
Wanneer het deel 12a gedurende het verder aanbrengen van de aanstampeenheid het deel 18a passeert, kan de veer 19 de staaf 17 10 naar zijn uitgangsstand drukken, waarna de verplaatsbare middelen 13,14 dan op hun beurt terug worden bewogen naar de uitgangsstand. Wanneer het middel 5g tijdens deze fase een stand heeft ingenomen, waarin het onderoppervlak van het middel 5g in aanraking is met het achteroppervlak la van de kulasring, wordt de afstrijkinrichting niet 15 Miend. Door zijn samenwerking met het achteroppervlak 15a bepaalt het middel 5g dus tevens de mate waarin de afstrijkinrichting naar buiten wordt gedraaid. De helling van het oppervlak 14b en de dikte van het middel 5g aan zijn voorste einde zijn tevens zodanig gekozen, dat eventuele bewegingen van het middel 14 niet worden voorkomen wan-20 neer de aanstankeenheid gedurende zijn verwijderen volgende op het aanbrengen via zijn deel 12a een hernieuwde bediening tot stand brengt van de stang 17, gevolgd door heen en weer gaande bewegingen van de verplaatsbare middelen 13,14. Ook kan het bedieningsdeel 12a aan de aanstampeenheid zodanig zijn gemaakt, dat bediening alleen plaatsvindt 25 gedurende het aanbrengen en niet gedurende het verwijderen, welke laatstgenoemde extra bedieningen in blokkeermiddelen dan niet plaatsvinden.
Wanneer dus de afstrijkinrichting zijn naar buiten gedraaide stand heeft ingenomen, kan hij zijn afstrijkwerking van de lading 30 10 tot stand brengen. Wanneer het verwijderen van de aanstampeenheid is voltooid, wordt de schroef 4 gesloten. Gedurende het sluiten wordt de afstrijkinrichting naar beneden gedrukt in de betreffende gedeelten zonder schroefdraad door samenwerking met de schroef en met de sluit-kracht daarin. Het middel 5g wordt hierbij naar boven gedraaid en 35 komt in samenwerking met het schuine oppervlak 14b van het middel 14, 8006835 8 en bereikt een verplaatsing van de verplaatsbare middelen 13,14, die op hun beurt de blokkeerstang 17 in lengterichting verplaatsen tegen de werking van de veer 19. Zodra het middel 5g naar beneden is gedrukt over de gemeenschappelijke eindrand van de oppervlakken 14a en 14b kan 5 de veer 19 de stang terugdrukken en het oppervlak 14a aan het middel 14 onder het onderoppervlak dwingen van het middel 5g aan de afstrijk-inrichting, enz.
De nieuwe inrichting bestaat uit weinig en eenvoudige onderdelen, die in een doeltreffende vervaardiging met lage kosten 10 kunnen worden vervaardigd en tot een geheel gevormd met de betreffende vuurmond. Ook kunnen vuurmonden, die reeds zijn vervaardigd, worden voorzien van de nieuwe voorziening.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. 15 8006835

Claims (11)

1. Afstrijkinrichting, behorende tot een vuurmond, welke afstrijkinrichting kan samenwerken met een eerste munitie-eenheid, bijvoorbeeld in de vorm van een kruitlading, en die gedurende het aan-5 brengen het in de kamer van de vuurmond aanbrengen van een tweede munitie-eenheid mogelijk maakt, bijvoorbeeld een granaat die zich gedurende het aanbrengen voor de eerste munitie-eenheid bevindt, en ook van de eerste munitie-eenheid, en gedurende het verwijderen volgende op het aanbrengen in samenwerking kan komen met de eerste munitie-een-10 heid voor het in de kamer houden daarvan, met het kenmerk, dat de afstrijkinrichting (15) althans gedurende de eerste fase van het aanbrengen kan samenwerken met blokkeermiddelen (13,14,17), die de afstrijkinrichting in een naar binnen gedraaide stand houden voor het voorkomen van het tegen de afstrijkinrichting gedurende het aanbrengen stoten 15 van de eerste munitie-eenheid, waarbij een aanstampeenheid (12) in een voorafbepaalde lengteverplaatsingsstand het losmaken tot stand kan brengen van de blokkeermiddelen, de afstrijkinrichting bij het losmaken in een naar buiten gedraaide stand kan innemen teneinde samenwerking mogelijk te maken met de eerste munitie-eenheid, en vanuit zijn naar 20 buiten gedraaide stand kan worden bediend naar zijn naar binnen gedraaide stand (5') door middel van een tot de vuurmond behorend sluitmecha-nisme (4), en de blokkeermiddelen in de dan verkregen naar binnen gedraaide stand weer kunnen worden bediend voor het in de naar binnen gedraaide stand houden van de afstrijkinrichting.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het sluitmecha- nisme een schroef omvat, waarvan de schroefdraad kan samenwerken met een bijbehorende schroefdraad in de kulasring van de vuurmond, waarbij zowel de schroef als de kulasring gedeelten zonder schroefdraad hebben teneinde de schroef naar beneden te kunnen zwaaien naar een eindstand 30 in de lengteverplaatsingsrichting, zodat de schroef vanuit deze eindstand kan worden gedraaid voor het via de schroefdraden vastzetten daarvan aan de kulasring, met het kenmerk,dat de afstrijkinrichting (5) de vorm heeft van een langwerpig plat.element met een betrekkelijk kleine materiaaldikte, en aangebracht aan een van de gedeelten (14b) 35 zonder schroefdraad. 8006835
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het langwerpige element aan zijn eerste einde (5a) draaibaar wordt gedragen, en aan zijn tweede einde een onder een hoek staand deel (5d) draagt, via welk deel de afstrijkinrichting kan samenwerken met de 5 eerste munitie-eenheid (10).
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstrijkinrichting aan zijn voorste einde, dat dient als een draageinde, een middel (5g) heeft, dat kan samenwerken met verplaatsbare middelen (13,14), die behoren tot de blokkeermidde- 10 len.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen tevens een blokkeerstang (17)omvatten, die kan worden bediend door de aanstampeenheid (12) en de stand bepaalt van de verplaatsbare middelen (13,14).
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de blokkeerstang in de naar binnen gedraaide stand van de afstrijkinrichting de verplaatsbare middelen in samenwerking houdt met het middel (5g) aan de afstrijkinrichting, zodat deze in zijn naar binnen gedraaide stand wordt gehouden.
7. Inrichting volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat de blokkeerstang bij het bedienen door de aanstampeenheid op zijn beurt het middel (5g) losmaakt aan de afstrijkinrichting, die dan eventueel met behulp van een veerorgaan (22,23) vanuit de naar binnen gedraaide stand naar de naar buiten gedraaide stand beweegt.
7. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afstrijkinrichting een middendeel (5c) heeft, dat kan samenwerken met het sluitmechanisme en via welk deel het sluitmechanisme de afstrijkinrichting bedient vanuit de naar buiten gedraaide stand naar de naar binnen gedraaide stand tegen de werking van het eventuele 30 veerorgaan.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de verplaatsbare middelen bij het bedienen van de afstrijkinrichting door het sluitmechanisme uit de weg kunnen worden gedrukt door het middel (5g) aan de afstrijkinrichting, waarbij bij de wegdrukbeweging, 35 die dan ontstaat voor het verkrijgen van een terugkeerbeweging van de 8006835 blokkeerstang tegen de werking van een veer (19), die behoort bij de blokkeerstang (17), de blokkeerstang en de verplaatsbare middelen (13,14) worden voorbereid voor een hernieuwde losmaakbediening vanaf de afstrijkinrichting.
10. Inrichting volgens een der conclusie 3-9, met het kenmerk, dat de afstrijkinrichting in zijn naar binnen gedraaide stand naar beneden is gedrukt in het betreffende gedeelte zonder schroefdraad, waarbij het onder een hoek staande deel (5d) van de afstrijkinrichting zich dan uitstrekt in een uitsparing (lc), aangebracht 10 in de kulasring van de vuurmond.
11. Afstrijkinrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8006835
NL8006835A 1979-12-18 1980-12-17 Afstrijkinrichting. NL8006835A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE7910442 1979-12-18
SE7910442A SE431795B (sv) 1979-12-18 1979-12-18 Anordning vid avstrykare

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8006835A true NL8006835A (nl) 1981-07-16

Family

ID=20339587

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8006835A NL8006835A (nl) 1979-12-18 1980-12-17 Afstrijkinrichting.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4393748A (nl)
JP (1) JPS5691198A (nl)
CA (1) CA1161289A (nl)
CH (1) CH650071A5 (nl)
DE (1) DE3047354A1 (nl)
FI (1) FI69365C (nl)
FR (1) FR2472166A1 (nl)
GB (1) GB2065846B (nl)
IL (1) IL61595A (nl)
IT (1) IT1127961B (nl)
NL (1) NL8006835A (nl)
NO (1) NO151305C (nl)
SE (1) SE431795B (nl)
YU (1) YU43632B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2611260B1 (fr) * 1987-02-20 1993-02-19 France Etat Armement Dispositif de retenue de munition
US6513415B2 (en) 2001-03-22 2003-02-04 United Defense Lp Propellant retention device

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE216952C (nl) *
US811797A (en) * 1904-10-05 1906-02-06 Charles Prosper Eugene Schneider Apparatus for loading guns in turrets, &c.
CH52741A (de) * 1910-08-17 1911-12-16 Krupp Ag Gesperre an Geschützen mit erhöhtem Geschützrohr zum Verhindern des Zurückgleitens der Munition aus dem Laderaum des Geschützrohres
SE413264B (sv) * 1976-03-31 1980-05-12 Bofors Ab Laddningsanordning vid ett eldvapen
US4183281A (en) * 1976-03-31 1980-01-15 Aktiebolaget Bofors Method of and device for loading a firearm
SE413263B (sv) * 1976-03-31 1980-05-12 Bofors Ab Vid ett eldvapen anvendbar laddningsanordning

Also Published As

Publication number Publication date
FI69365B (fi) 1985-09-30
FR2472166B1 (nl) 1984-05-11
NO803828L (no) 1981-06-19
DE3047354A1 (de) 1981-09-10
FI69365C (fi) 1986-01-10
IL61595A (en) 1983-09-30
IT8050385A0 (it) 1980-12-16
FR2472166A1 (fr) 1981-06-26
GB2065846A (en) 1981-07-01
IT1127961B (it) 1986-05-28
NO151305C (no) 1985-03-13
NO151305B (no) 1984-12-03
FI803835L (fi) 1981-06-19
SE7910442L (sv) 1981-06-19
CH650071A5 (de) 1985-06-28
SE431795B (sv) 1984-02-27
US4393748A (en) 1983-07-19
JPH0118358B2 (nl) 1989-04-05
JPS5691198A (en) 1981-07-23
GB2065846B (en) 1983-05-11
YU43632B (en) 1989-10-31
DE3047354C2 (nl) 1990-07-05
CA1161289A (en) 1984-01-31
YU318880A (en) 1983-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6234059B1 (en) Pistol including a removable structural unit
US9599417B2 (en) Extractor mechanism for firearm
US5678340A (en) Cartridge extractor
DE102016111603B4 (de) Selbstladegewehr
US4044487A (en) Rotary port cover
RU2470251C2 (ru) Огнестрельное оружие с закрывающим устройством боковых рабочих отверстий ствольной коробки
US9335110B1 (en) Elongated reciprocating trigger with roller bearings
US5794373A (en) Cartridge extractor
US3996685A (en) Shell cut-off latch
CA2325504C (en) Firing pin control
US2585738A (en) Cartridge guide device for repeating firearms
US6397505B1 (en) Cartridge casing ejector for a firearm
US3807075A (en) Shell catcher
NL8006835A (nl) Afstrijkinrichting.
US3942278A (en) Firing pin safety device for hand firearms
US3477162A (en) Extractor system with a single spring exerting unequal forces upon two firearm extractors
US6044580A (en) Semiautomatic rifle with lateral feeding mechanism and ejection from below
US3967404A (en) Combination cartridge extractor-ejector
FI128200B (en) Gun lock strike clip
US3431669A (en) Firearm ejector
US2907251A (en) Cartridge guiding device
US2108130A (en) Extractor mechanism for breakdown firearms
US2869268A (en) Spring ejector means
EP3374721B1 (en) A firing-pin mechanism for automatic and semi-automatic pistols
SE432666B (sv) Automatisk laddningsanordning i ett handeldvapen

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed