NL8000517A - Waterafvoerreservoir. - Google Patents

Waterafvoerreservoir. Download PDF

Info

Publication number
NL8000517A
NL8000517A NL8000517A NL8000517A NL8000517A NL 8000517 A NL8000517 A NL 8000517A NL 8000517 A NL8000517 A NL 8000517A NL 8000517 A NL8000517 A NL 8000517A NL 8000517 A NL8000517 A NL 8000517A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
inlet
edge
reservoir according
water drainage
attachment
Prior art date
Application number
NL8000517A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kessel Bernhard
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kessel Bernhard filed Critical Kessel Bernhard
Publication of NL8000517A publication Critical patent/NL8000517A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03CDOMESTIC PLUMBING INSTALLATIONS FOR FRESH WATER OR WASTE WATER; SINKS
    • E03C1/00Domestic plumbing installations for fresh water or waste water; Sinks
    • E03C1/12Plumbing installations for waste water; Basins or fountains connected thereto; Sinks
    • E03C1/28Odour seals
    • E03C1/29Odour seals having housing containing dividing wall, e.g. tubular
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/04Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
    • E03F5/0407Floor drains for indoor use
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/04Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
    • E03F2005/0416Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps with an odour seal
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/4456With liquid valves or liquid trap seals
    • Y10T137/4463Liquid seal in liquid flow line; flow liquid forms seal
    • Y10T137/4523Plural inlet
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/4456With liquid valves or liquid trap seals
    • Y10T137/4463Liquid seal in liquid flow line; flow liquid forms seal
    • Y10T137/4576U-seals
    • Y10T137/4591Enlarged upflow leg
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • Y10T137/87571Multiple inlet with single outlet

Description

t> 4 T Tj/Se/Kessel-9 Waterafvoerreservoir.
De uitvinding heeft betrekking op een wateraf-voerreservoir met een bovenste en een zijdelingse toevoer en een zijdelingse afvoer evenals een stankafsluiter, bestaande uit een onderste afvoerhuis, waarin de stankafslui-5 ter is ondergebracht, en uit een op het afvoerhuis te plaatsen, over 360° verdraaibaar opzetstuk, waarin de zijdelingse en bovenste toevoer uitmonden.
Uit het DE-GM 7.732.624 is reeds een waterafvoer reservoir van deze soort bekend, waarbij in het onder-10 ste afvoerhuis de stankafsluiter is opgenomen. Voor dit doel is een in het inwendige van het huis naar beneden hangende schort aangebracht, die tezamen met een omhoog lopend wandgedeelte, waarboven de afvoer is aangebracht, de stankafsluiter vormt. Door deze uitvoering van de stankafsluiter 15 is automatisch een zeer grote bouwhoogte voor de afvoer het gevolg. Zelfs wanneer het bekende inlaatrooster direkt in het op het afvoerhuis geplaatste tussendeel wordt gelegd, heeft het waterafvoerreservoir een hoogte, die ongeveer overeenkomt met driemaal de binnenafmeting van het 20 afvoerreservoir. Deze grote hoogte is echter bij de moder ne binnendaken niet aanvaardbaar. Bovendien is bij de bekende waterafvoerreservoirs geen eenduidige aanwijzing gegeven, hoe de verbinding van de afzonderlijke onderling verenigde delen moet zijn, opdat een permanente afdichting 25 wordt bereikt. Een ander zwaarwegend nadeel van dit bekende waterafvoerreservoir ligt in de gecompliceerde vormgeving, die een bijzondere fabricagevorm met eenmalige of ingewikkelde kernen nodig heeft. Voor een fabricage van kunststof is de bekende afvoer niet geschikt, daar deze op geen enke-30 le wijze rekening houdt met de bij de kunststofvormgeving optredende problemen.
De uitvinding heeft tot doel een afvoer van de in het begin genoemde soort te verschaffen, welke op universele wijze zonder in aanmerking name van de inbouwplaats 80 0.0 5 17 -2- r * tussen de zijdelingse toevoer en de zijdelingse afvoer toepasbaar is, welke zich door een bijzonder geringe bouwhoogte onderscheidt en welke in het bijzonder geschikt is voor de vervaardiging uit kunststof.
5 Het gestelde doel wordt overeenkomstig de uit vinding bereikt met de in de conclusies aangegeven kenmerken. De stankafsluiter wordt door de samenwerking van de inloop-schacht met de inloopaansluiting gevormd, waarbij door de in elkaar geschoven bouwwijze van de afvoer een buitengewoon 10 geringe bouwhoogte wordt verkregen. De afvoer houdt ondanks de zijdelingse toevoer en de bovenste toevoer en de met een met de sanitair technische eisen overeenkomende stankafslui-terhoogte een totale bouwhoogte, die slechts bij benadering het dubbele van de binnenafmeting van de houder is.
15 De uitvoering van de toevoer met de verkleining van de doorsnede en de inlaatsnorkel leidt tot een kortstondige versnelling van het afvalwater en tot het doen ontstaan van een in de afvoer gerichte trek, zodat ook grote, van de zijdelingse toevoer komende hoeveelheden afvalwater probleem-20 loos door de afvoer afgevoerd worden. Het gevaar dat het afvalwater in het afvoerhuis opstuwt, en door de bovenste, toevoer naar buiten komt, is volledig uitgeschakeld.
De tussen de inlaataansluiting en de schacht gevormde tussenruimte biedt voor het afvalwater een zodanig grote 25 doorstroomdoorsnede, dat zelfs bij een gelijktijdig door de bovenste en. de zijdelingse toevoer naar binnen stromende hoeveelheid afvalwater geen gevaar van opstuwing bestaat.
De verbinding van de delen van de afvoer maakt het mogelijk de toevoer aan de inbouwomstandigheden aan te passen, door 30 het eenvoudig verdraaien van het opzetstuk. De samenbouw van de afvoer is zo eenvoudig als maar denkbaar is en kan ter plaatse worden uitgevoerd.
Omdat bij de kleine bouwwijze een eenvoudige reiniging van de zijdelingse toevoerbuis niet mogelijk'is, 35 is het kenmerk van conclusie 2 gunstig. Daardoor kunnen alle delen gemakkelijk uiteengenomen worden en de direkteweg in de toevoer is bij het uitnemen van de stop vrij. Hiertoe behoeft eerst slechts de inzetaansluiting verwijderd te worden. Het gevaar dat zich afzettingen in het waterafvoerreser- 800 0 5 17 * * -3- voir verzamelen en dit langzamerhand afsluiten, is eveneens vermeden, daar door de zich steeds opbouwende trekwerking geen afzettingen in de gladde en vlakke wanden in het inwendige van het waterafvoerreservoir kunnen vastzetten.
5 Een voorkeursuitvoeringsvorm van het waterafvoer reservoir volgens de uitvinding blijkt uit conclusie 3.
Een uit kunststof bestaande afvoer is aanzienlijk lichter dan de bekende, uit gietijzer bestaande afvoeren. De voor de vervaardiging daarvan noodzakelijke vormen kunnen eenvoudig 10 en goedkoop zijn. Een nabewerking van de afzonderlijke delen van de afvoer is niet nodig. Evenmin zijn lijmverbindingen of schroefverbindingen noodzakelijk om de delen afgedicht met elkaar te verbinden.
Een ander doelmatig uitvoeringsvoorbeeld van een 15 afvoer volgens de uitvinding blijkt uit conclusie 4. De inlaataansluiting vangt door zijn vorm het naar binnen stromende afvalwater op en leidt dit in een gelijkmatige stroming naar de inlaagschacht. Deze is eenvoudig en goedkoop te vervaardigen en de afdichtingsring, welke een in de han-20 del verkrijgbaar deel kan zijn, kan zonder meer met de hand in de daarvoor bedoelde groef worden gelegd.
In samenhang daarmee is het doelmatig, wanneer een waterafvoerreservoir volgens de uitvinding zodanig is uitgevoerd, als in conclusie 5 is aangegeven. Ook deze construc-25 tieve maatregel is in wezen eenvoudig te beheersen. Het inzetten van de inlaataansluiting of het uitnemen daarvan is zeer eenvoudig. Desondanks is de zitting van de inlaataansluiting voldoende dicht en stevig. Het gevaar dat zich afzettingen in dode hoeken kunnen vastzetten wordt vermeden 30 daar de door het afvalwater bestreken vlakken van de inlaataansluiting glad en vlak zijn. Voor het aanbrengen en verwijderen van de inlaataansluiting is het doelmatig, wanneer de maatregel van conclusie 6 wordt genomen.
Een ander uitvoeringsvoorbeeld van een afvoer 35 volgens de uitvinding blijkt uit conclusie 7. Het de doorsnede vernauwing omvattende gedeelte van de toevoer werkt op deze wijze als sproeier met een gelijkmatige doorstroming. Tegelijkertijd wordt door de vernauwing van de toevoer de bouwhoogte van de afvoer gunstig beïnvloed.
800 05 17 m ψ -4-
Een andere belangrijke gedachte van de uitvinding blijkt uit conclusie 8.
Dit vormgevingskenmerk leidt tot een gerichte stroming van het toegevoerde afvalwater in de inlaatschacht 5 en draagt bij tot een goede stankafsluiting tegen rioolgas. Bovendien steunt de toevoersnorkel de inlaataansluiting over een aanzienlijk deel van de buitenomtrek daarvan.
Twee alternatieve uitvoeringsvormen van een afvoer volgens de uitvinding blijken uit conclusie 9 t/mll. 10 Bij de uitvoering van conclusie 9 wordt de stop in de reini-gingsopening vastgezet door de bij het vastzetten van de inlaataansluiting aangebrachte voorspanning. Evenzo doelmatig is echter een van boven vertikaal ingeschoven, gebogen . schuif, die door de wand van de inlaataansluiting in de 15 reinigingsopening wordt gedrukt. In het bijzonder de verti-kale schuif kan in passende geleidingen glijden, zodat deze onder de druk van het in de toevoer aanwezige afvalwater een sterkere veiligheids- en afdichtingswerking geeft.
Een bijzonder doelmatig uitvoeringsvoorbeeld 20 van een afvoer volgens de uitvinding blijkt uit conclusie 12. Deze wijze van het passend en dicht aanbrengen van het opzetstuk op het afvoerhuis is vormtechnisch en fabricage-technisch eenvoudig te beheersen. Desondanks wordt een zeer stevige bevestiging en een gemakkelijke montage en 25 demontage bereikt.
Andere doelmatige uitvoeringsvormen van de uitvinding blijken uit de conclusies 12 t/m 15. De constructieve kenmerken verbeteren de bruikbaarheid van het waterafvoer reservoir volgens de uitvinding, daar alleen door de 30 vormgeving ·' r · voor een zeer gunstige bevestiging van de voor een condenswatersper noodzakelijke ring resp. de inlaatschacht gezorgd wordt , zonder dat het gevaar bestaat dat dekplaatsen of losse verbindingsgedeelten ontstaan.
In de tekening wordt een uitvoeringsvoorbeeld van de uit-35 vinding getoond, dat hierna nader wordt verklaard. Hierbij wordt ook op de kenmerken van de uitvinding gewezen.
Figuur 1 toont een doorsnede van een afvoerreser-voir, waarbij de zijdelingse toevoer en de zijdelingse afvoer 180° ten opzichte van elkaar zijn verschoven.
8000517 ** * -5-
Figuur 2 is een bovenaanzicht van het afvoer-reservoir volgens figuur 1, waarbij de inlaataansluiting is weggenomen.
Figuur 3 is een horizontale doorsnede van een 5 detailvariant van de uitvoeringsvorm volgens fig.1 én 2, welke betrekking heeft op het aanbrengen van de stop in de reinigingsopening.
Figuur 4 is een detail van fig.3 in vertikale doorsnede.
10 Figuur 5 is een andere detailvariant, welke be trekking heeft op de wat de vorm betreft sluitende en afdichtende verbinding tussen het opzetstuk en het afvoer-huis.
Zoals in fig.1 en 2 is te zien, heeft een water-15 afvoerreservoir 1 een onderste afvoerhuis 2, waarvan , ongeveer in het verlengde van de huisbodem 2a een zijdelingse afvoer 3 uitsteekt. Het afvoerhuis 2 heeft bijvoorbeeld een • ; ronde vorm en heeft een bovenste, rondom lopende rand 4.
Aan de bodem 2a van het huis is een inlaatschacht 5 gevormd, 20 waarvan de bovenrand 6 boven de bovenrand 3a van de af voer 3 ligt. De wand 5a van de schacht 5 ligt op een afstand tegenover de buitenwand 7a van het huis 2, zodat tussen deze een naar boven toe open rondom lopende tussenruimte 7 aanwezig is, waar de afvoer 3 van aftakt.
25 De rand 4 van het afvoerhuis 2 heeft een rondom lopend en naar buiten wijzend randdeel 8 met een horizontaal verlopende flensvormige rand 9.
Op het afvoerhuis 2 is van bovenaf een opzetstuk 10 aangebracht, dat een zijdelingse toevoer 11 heeft, welke 30 met een toevoersnorkel 12 in de schacht 5 uitsteekt. Het opzetstuk 10 heeft een aan de bovenzijde rondom lopende, omhoog stekende rand 13, en een onderste rand 14, welke in de rand 4 van het afvoerhuis is geplaatst.
De toevoer 11 heeft voor de toevoersnorkel 12 35 een doorsnedevernauwing 15, die in hoofdzaak wordt gevormd door een vernauwing in de binnendiameter van de toevoer 11.
In het overgangsgedeelte van de doorsnedevernauwing 15 naar de toevoersnorkel 12 , die als een 90° buisknie is uitgevoerd, is een reinigingsopening 17 met een niervorm (zie 800 0 5 17
* V
-6- fig.2) uitgespaard, die door een stop 18 wordt afgesloten.
Nabij de rand 14 van het opzetstuk 10 is een horizontaal naar buiten uitstekende kraag 19 aangebracht, aan de onderzijde waarvan een' in doorsnede L-vormige en naar 5 buiten stekende ringvormige flens 20 aansluit. Op deze wijze wordt tussen de kraag 19 en de flens 20 een rondom lopende groef voor een afdichtingsring 21 gevormd, welke een radiale overmaat heeft ten opzichte van de flens 20. Het randdeel 8 van de rand 4 van het afvoerhuis 2 heeft een naar 10 binnen wijzende randverdikking 22, die in samengebouwde toestand, zoals weergegeven infig.1, aan de bovenzijde over de afdichtingsring 21 heen grijpt en op deze wijze de flens 20 dwingt tegen het randdeel 8 aan te liggen. Tegelijkertijd komt de kraag 19 op de horizontale flens 8 van het randdeel 15 8 te liggen. Het is duidelijk, dat voor het indrukken van het opzetstuk 10 in de rand 4 van het afvoerhuis 2 de afdichtingsring 21 door de randverdikking 22 eerst samengedrukt moet worden, voordat deze over de randverdikking glijdt en voordat een afdichtende en vaste verbinding van de beide 20 delen wordt gezorgd. Relatieve draaibewegingen over 360° tussen het opzetstuk 10 en het afvoerhuis 2 zijn desondanks, na het'overwinnen van een bepaalde draaiweerstand mogelijk.
Op deze wijze kan elke gewenste inbouwstand tussen de toevoer 11 en de afvoer 3 worden, gekozen.
25 De bovenrand 13 van het opzetstuk 10 draagt aan de buitenzijde een rondom lopende verdikking 23, waarvan het doel later zal worden verklaard. Op een afstand onder de naar beneden wijzende tandvormige verdikking 23 heeft het opzetstuk 10 een rondom lopende kraag 24, die aan de 30· zijde vgn jïe^toe^er 11 in de diametervernauwing 15 is aangebracht, /loopt met het uitsteeksel 25 aan de binnenzijde van de rand 13 door en draagt daar een rechtopstaande rand 26. Tegelijkertijd heeft de binnenste, vrije rand van de kraag 25 radiale uitsparingen 27 (zie fig.2), die aan de 35 onderzijde van de kraag 25 holten vormen. Het doel van deze uitsparingen wordt hierna verklaard.
De bovenste toevoer 41 wordt mogelijk gemaakt door een inlaataansluiting 28, die zich tot op een afstand 16 tegenover de bodem 2a van het afvoerhuis 2 naar beneden 80 0 0 5 17 V * -7- toe uitstrekt en aan het ondereinde buisvormig is uitgevoerd, terwijl deze aan het bovenste inlaatgedeelte op de wijze van een verzameltrechter 29 is uitgevoerd. De inlaataanslui-ting 28 heeft een naar buiten uitstekend, rondom lopend 5 randgedeelte 30, dat dient voor het vastzetten in het op-' zetstuk 10. Voor dit doel heeft de rand 30 een naar buiten gerichte, radiale groef 31, waaronder een materiaalverdik-king 32 zit , om een afdichtingsring 34 in de juiste stand te houden. Van de rand 30 strekken zich verder over de om-10 trek verdeeld verscheidene naar beneden en radiaal naar buiten grijpende haken 33 uit, die op de in fig.1 zichtbare wijze van bovenaf door de uitsparingen 27 van de kraag 25 worden gestoken en door het verdraaien van de inlaataanslui-ting 28 tegen de onderzijde 25a van de kraag aangelegd kun-15 nen worden. Deze op de wijze van een bajonetsluiting werkende verbinding zorgt tegelijkertijd voor een samendrukking van de afdichtingsring 34 tussen de rand 26 en' de groef 31 zodat de verbinding ook vloeistof- en gasdicht is. Tegelijkertijd wordt voor een voorgespannen vaste stand van de 20 inlaataansluiting 28 gezorgd. De buitenwand van de verzameltrechter 29 drukt de stop 18 in de reinigingsopening 17, wanneer de inlaataansluiting 28 op de eerder beschreven wijze is vastgezet.
Zoals in fig.1 met streepstippellijnen is aan-25 gegeven, kan op de rand 13 van het opzetstuk 10 een schotelvormige ring 35 worden aangebracht en met snapnokken 36 die over de naar beneden wijzende tandvormige verdikking 23 worden gedrukt, daarop worden vastgezet. Op de ring 35 kan een dampafsluiter of een tegellaag worden gelegd, die daar-30 bij een voldoend groot steunvlak vindt. Daar badafvoeren gewoonlijk een rooster hebben, is tussen de rand 13 en de rand 26 een tussenafstand aangebracht. In deze tussenafstand kan een inlaatrooster 37’ met de verdikking 23 afsluitend of eventueel via een tussendeel 38 als hoger lig-35 gend inlaatrooster 37'' worden gestoken. De laagste bouwhoogte voor de afvoer wordt vanzelfsprekend dan verkregen, wanneer het inlaatrooster 37' direkt op de rand 23 aansluit.
Uit fig.1 blijkt verder, dat ter plaatse van de 800 0 5 17 * w -8- verzameltrechter 29 van boven toegankelijke ribben 42 zijn aangebracht, die het vastzetten resp. uitnemen van de in-laataansluiting 28 vergemakkelijken.
Uit fig.2 blijkt verder, dat de inlaatsnorkel 5 12 een aan de tussenruimte tussen de binnenwand van de schacht 5 en de buitenwand van de inlaataansluiting 28 aangepaste vorm van de doorsnede heeft, waarbij de doorsnede ongeveer overeenkomt met de verkleinde doorsnede van de toevoer 11.
10 In fig.3 en 4 wordt een gewijzigde uitvoering van de overgang van de doorsnede-verlenging 15 naar de toevoersnorkel 12’ getoond. Een reinigingsopening 17' is hier in hoofdzaak vertikaal aangebracht en vormt met de randen een geleiding voor een vertikaal inschuifbare ge-15 kromde schuif 39. Deze wordt van bovenaf ingeschoven en door de onderzijde van de kraag van de toevoeraansluiting 28 vastgehouden. Op deze wijze wordt bereikt, dat het uit de zijdelingse toevoer toestromende afvalwater bij het in kontakt komen met de schuif 39 deze in zijn. geleidingen 20 wordt gedrukt en daardoor de afdichtwerking ter plaatse van de reinigingsopening 17' wordt verbeterd.
Fig.5 toont verder een uitvoeringsvariant van de wat de vorm betreft op elkaar passende en dichte verbinding van het opzetstuk 10 met het afvoerhuis 2 '. De naar 25 buiten toe radiaal uitstekende kraag 19' van het opzetstuk 10 heeft aan de onderzijde een verdikking 40, waaraan de L-vormige flens 20 zich aansluit. Op deze wijze wordt een eenduidige geleidingsgroef voor de afdichtingsring 21 gevormd, waarin deze met een radiale overmaat wordt vast-30 gelegd. De rand 4 van het afvoerhuis 2 is op gelijke wijze uitgevoerd als reeds in fig.1 werd verduidelijkt. Het inzetten van het opzetstuk 10 geschiedt op de eerder beschreven wijze, waarbij de afdichtingsring 21 onder samendrukking over de randverdikking 22 snapt en voor een dichte en vaste 35 verbinding van de beide delen zorgt.
8000517

Claims (15)

1. Waterafvoerreservoir met een bovenste en een zijdelingse toevoer en een zijdelingse afvoer evenals een stankafsluiter, bestaande uit een onderste afvoerhuis, waarin de stankafsluiter is ondergebracht, en uit een op 5 het afvoerhuis te plaatsen, over 360° verdraaibaar opzet-stuk, waarin de zijdelingse en de bovenste toevoer uitmonden, met het kenmerk, dat aan de bodem(2a) van het afvoerhuis (2) een centraal geplaatste, naar boven toe open in-loopschacht(5) voor de toevoeren (11,41) met een tot boven 10 de bovenste afvoerrand (3a) van de afvoer(3) reikende wand (5a) is gevormd, waarbij een de afvoer (3) omvattende, naar boven toe open, rondom lopende ruimte (7) behoort, waarvan de buitenwand (7a) aan de bovenrand (4) het opzet-stuk (10) opneemt, dat de bovenste toevoer (41) een uit-15 neembaar in het opzetstuk (10) vastgezette en tot ruim boven de schachtbodem (2a) lopende inlaataansluiting (28) met een ten opzichte van de binnendiameter van de schacht kleinere buitendiameter omvat, welke met de schacht (5) de stankafsluiter vormt, dat de zijdelingse toevoer(11) 20 via een doorsnedevemauwing (15) naar een in doorsnede vergrote en in de tussen de inlaataansluiting (28) en de schacht (5) begrensde tussenruimte uitstekende toevoersnor-kel (12) wordt geleid, welke een zijdelingse reinigings-opening (17) omvat en dat tussen het afvoerhuis (2) en het 25 opzetstuk (10) een de relatieve verdraaiing toelatende stuitend in elkaar passende en afdichtende nokverbinding (21,22) en tussen de inlaataansluiting (28) en het opzetstuk (10) een bajonetsluitingachtige en afgedichte verbinding (27,33,34) bestaat.
2. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de reinigingsopening (17) door een verwijderbare stop (18) is afgesloten, welke door de inlaataansluiting (28) in de vastgelegde toestand wordt opgesloten.
3. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat deze uit kunststof bestaat en dat 800 0 5 17 -10- de delen daarvan zonder nabewerking in een pers-, spuit-of trekwerkwijze vervaardigd en slechts door de vormgeving verkregen wat vorm betreft sluitend en in kracht overbrengende relatie zonder hulp van afzonderlijke bevestigings- 5 elementen met elkaar verbindbaar zijn.
4. Waterafvoerreservoir volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inlaataanslui-ting (28) aan de bovenrand als verzameltrechter (29) is uitgevoerd, waarvan de buitenrand (30) een naar buiten ge- 10 richte, radiale groef (31) voor een afdichtingsring (34) en verscheidene naar beneden en radiaal naar buiten uitstekende haken (33) omvat.
5. Waterafvoerreservoir volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het opzetstuk (10) in 15 het bovenste gedeelte een radiaal naar binnen springende kraag (25) met radiale uitsparingen(27) omvat, en dat de haken (33) van de inlaataansluiting (28) onder samendrukking van de afdichtingsring (34) van bovenaf ingedrukt en onder verdraaiing van de inlaataansluiting tegen de onderzijde 20 van de kraag (25a) aangelegd kunnen worden.
6. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de inlaataansluiting (28) voor een gemakkelijker bevestiging aan de binnenzijde uitsteeksels (42) in de vorm van ribben heeft, die van bovenaf toegankelijk zijn.
7. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in het opzetstuk (10) de doorsnedever-nauwing (15) van de zijdelingse toevoer (11) ongeveer boven de rand (4) van het afvoerbuis (2) begint, door een verkleining van de diameter van de toevoer (11) wordt bepaald en 30 zich tot boven de afvoerrand (6) van de schacht (5) uitstrekt.
8. Waterafvoerreservoir volgens conclusies 1 en 7 met het kenmerk, dat de toevoersnorkel (12) een ongeveer niervormige doorsnede heeft, welke overeenkomt met de doorsnede van de toevoer (11), en dat de toevoersnorkel (12) 35 zich naar beneden tot ter hoogte van de onderrand van de inlaataansluiting (28) uitstrekt.
9. Waterafvoerreservoir volgens een van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de overgang van de door-snedevernauwing (15) naar de toevoersnorkel (12) op de wij- 800 0 5 17 -11- ze van een 90° buisknie is uit-gevoerd en dat daarin de reinigingsopening (17) met de afsluitbare stop (18) is aangebracht.
10. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 9, 5 met het kenmerk, dat de reinigingsopening (17) bij benadering evenwijdig aan de wand van de verzameltrechter (29) is aangebracht, en dat de wand van de verzameltrechter (29) onder voorspanning tegen de stop (18) aanligt.
11. Waterafvoerreservoir volgens een van de con- 10 clusies 1-9, met het kenmerk, dat de reinigingsopening (17’) ongeveer vertikaal liggend tegen de toevoersnorkel (12') is aangebracht en door een vertikaal van bovenaf inschuifbare schuif (39) afsluitbaar is, waarop in de gesloten stand de wand van de verzameltrechter (29) aanligt.
12. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 1, . met het kenmerk, dat het opzetstuk (10) een kraag (19) met een daarvan naar beneden en naar buiten uitstekende L-vormige ringvormige flens (20) voor het opsluiten van een radiaal naar buiten uitstekende afdichtingsring (21) 20 heeft en dat de rand (4) van het a afvoèrhuis (2) een rondom lopend, naar buiten gericht randdeel (8) vormt, welke een naar binnen inspringende randverdikking (22) draagt waar de afdichtingsring (21) vanwege de radiale overmaat overheen gesnapt kan worden, tot de kraag (19) 25 tegen het randdeel (8) aan komt te liggen.
13. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bovenrand (13) van het opzetstuk (10) met naar buiten uitstekende snapnokken of een aan de buitenzijde liggende, rondom lopende verdikking (23) is 30 voorzien.
14. Waterafvoerreservoir volgens een van de conclusies 1-13, waarbij bij de in-böuw van de afvoer een kraagvormige ring voor het bevestigen van een condenswater-sper wordt aangebracht en ofwel aan de ring of direkt in de 35 afvoer een inlaatrooster wordt aangebracht, met het kenmerk, dat de ring (35) aan de onderzijde van naar binnen gerichte snapnokken (36) is voorzien, die voor het vastzetten van de ring (35) over de verdikking (23) van de rand (13) van 80 0 0 5 17 -12- het opzetstuk grijpen.
15. Waterafvoerreservoir volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het inlaatrooster (37^3711) een naar beneden wijzende ringvormige flens (38) heeft, welke tussen 5 de rand (30) van de inlaataansluiting (28) en de rand (13) van het opzetstuk (10) op een radiale tussenafstand is aangebracht, en dat de ringvormige flens (38) van het inlaatrooster (37") tot aan de ondersteuning op de kraag (25) in het opzetstuk (10) geschoven en vastgezet kan worden. . 10 ----- 8000517
NL8000517A 1978-08-31 1980-01-28 Waterafvoerreservoir. NL8000517A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2837967 1978-08-31
DE2837967A DE2837967C2 (de) 1978-08-31 1978-08-31 Wasserablaufbehälter

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000517A true NL8000517A (nl) 1981-08-17

Family

ID=6048334

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000517A NL8000517A (nl) 1978-08-31 1980-01-28 Waterafvoerreservoir.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4263138A (nl)
AT (1) AT367490B (nl)
BE (1) BE881655A (nl)
CA (1) CA1136952A (nl)
DE (1) DE2837967C2 (nl)
FR (1) FR2475600A1 (nl)
GB (1) GB2069561B (nl)
NL (1) NL8000517A (nl)
SE (1) SE440380C (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4345998A (en) * 1979-07-05 1982-08-24 Graffis Kelly R Plastic catch basin
DE3041353C2 (de) * 1980-11-03 1982-10-07 E. Schmitz KG & Schoeller Kunststoff-Zentrale GmbH, 5000 Köln Bodenablauf mit einem oben offenen Auffangbecher
DE3044426A1 (de) * 1980-11-26 1982-06-24 Fa. Helmuth Dallmer, 5760 Arnsberg Bodenablauf mit unterteil und schwenkbarem oberteil
DE3316475A1 (de) * 1983-05-05 1984-11-08 Passavant-Werke AG & Co KG, 6209 Aarbergen Herausnehmbarer geruchverschluss fuer horizontalbodenablaeufe
GB2142056B (en) * 1983-06-24 1986-09-17 Robert Jeffery Evans Waste assemblies; drainage traps
ATE30178T1 (de) * 1983-08-16 1987-10-15 Peter Grueter Ag Ablauf zum entfernen von bodenwasser.
FR2557177A1 (fr) * 1983-12-23 1985-06-28 Girpi Tabouret de branchement en matiere plastique a corps orientable
US4594740A (en) * 1984-12-18 1986-06-17 Antoine Tseronakis Sink trap assembly
GB2177131B (en) * 1985-01-02 1989-04-12 Polypipe Ltd A drainage gulley
GB8508733D0 (en) * 1985-04-03 1985-05-09 Armitage Shanks Ltd Waste fitment
DK168768B1 (da) * 1988-03-25 1994-06-06 Olsson Plastteknik Aps Jan Vandlås af punglåstypen
DE8813543U1 (nl) * 1988-10-28 1988-12-15 Fa. Franz Viegener Ii, 5952 Attendorn, De
US4922948A (en) * 1989-06-01 1990-05-08 Willem Van Dijk Floor drain and trap
DE4000102A1 (de) * 1990-01-04 1991-07-11 Dallmer Gmbh & Co Bodenablaufarmatur fuer badezimmer
DK18890D0 (da) * 1990-01-24 1990-01-24 Joergen Mosbaek Johannessen Gulvafloeb og afloebsrender med sugevirkning
SE500711C2 (sv) * 1993-03-04 1994-08-15 Lars Croon Anordning vid golvbrunn
GB9504398D0 (en) * 1995-03-06 1995-04-26 Upton John An improved water trap
EP0786560A3 (de) * 1996-01-27 1997-08-06 Schwarzkopf Wassertechnik Vorrichtung zum Sammeln von Regenwasser
US5901731A (en) * 1997-02-14 1999-05-11 Traylor; Paul L. Reverse osmosis drain coupling and method of installing
US6820447B2 (en) * 2002-05-08 2004-11-23 Whirlpool Corporation Foreign objects trap for an automatic washer
ITVR20040045A1 (it) * 2004-04-02 2004-07-02 Dakota Metal Plastic Works Llc Pozzetto di ispezione con sifone per la raccolta ed il deflusso di liquidi.
US6860991B1 (en) * 2004-07-23 2005-03-01 Daniel D. Hagon Drain trap clean-out system
WO2006102340A2 (en) * 2005-03-21 2006-09-28 Ecosense International, Inc. Storm water filtration system
GR20060100592A (el) * 2006-10-27 2008-05-21 Αναστασιος Γ. Φωτοπουλος Ασφαλες σιφονι δαπεδου.
DE202009012826U1 (de) * 2009-09-24 2011-02-10 Viega Gmbh & Co. Kg Ablauf, insbesondere für bodengleiche Duschen
DE102015103342A1 (de) * 2015-03-06 2016-09-08 Dallmer Gmbh & Co.Kg Dichtmittel für die Abdichtung einer Ablaufvorrichtung
JP6805411B2 (ja) * 2016-05-10 2020-12-23 丸一株式会社 排水トラップ
JP7072813B2 (ja) * 2016-05-19 2022-05-23 丸一株式会社 排水トラップ
NO343385B1 (en) * 2016-10-03 2019-02-18 Nygaard Thomas Drain, method for installing a drain, and a kit of parts for installing a drain.
CN107254908A (zh) * 2017-08-14 2017-10-17 湖北易木同层排水科技股份有限公司 零降板扁地漏

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US871836A (en) * 1906-09-15 1907-11-26 James J Wade Trap or water seal.
US1593083A (en) * 1924-10-15 1926-07-20 Charles O Kirchhan Trap
FR713651A (fr) * 1931-03-21 1931-10-31 Siphon perfectionné
CH169289A (de) * 1933-09-18 1934-05-31 Buergin & Cie Bodensiphon.
CH215363A (de) * 1938-09-02 1941-06-30 Pfister & Langhanss Wannenablauf mit Geruchverschluss.
US2938437A (en) * 1958-05-22 1960-05-31 Bernard J Daley Surface drainage receivers
US3042210A (en) * 1958-07-24 1962-07-03 Kasho Kabushiki Kaisha Drainage trap
US3066802A (en) * 1960-01-05 1962-12-04 Loffler Walther Floor drain
AT273830B (de) * 1967-11-07 1969-08-25 Hutterer & Lechner Kg Bodensyphon
DE1997698U (de) * 1968-02-21 1968-11-28 Ferdinand Simek Badewannen- und fussbodensiphon
FR2333905A1 (fr) * 1976-08-23 1977-07-01 Chantrieux Jacques Dispositif fonctionnant comme siphon pour appareil sanitaire
DK151109B (da) * 1977-08-31 1987-11-02 Sture Ericson Vandinstallation til bortledning af spildevand fraen haandvask eller en lignende afloebsenhed til en kloak.
DE7732624U1 (de) * 1977-10-22 1978-02-09 Passavant-Werke Michelbacher Huette, 6209 Aarbergen Zwischenstueck mit seitlichem anschlussstutzen fuer ablaeufe
DE2755174C3 (de) * 1977-12-10 1982-11-25 Bernhard 8071 Lenting Kessel Bodenablauf mit Geruchverschluß
DE2806345A1 (de) * 1978-02-15 1979-08-16 Wiedemann Kg Carl Abdichtung der anschlussrohre in bodenablaeufen o.dgl.
FR2420609A1 (fr) * 1978-03-24 1979-10-19 Bellini Adelino Siphon a carrelage perfectionne pour installations sanitaires

Also Published As

Publication number Publication date
FR2475600A1 (fr) 1981-08-14
SE440380B (sv) 1985-07-29
US4263138A (en) 1981-04-21
ATA24380A (de) 1981-11-15
DE2837967C2 (de) 1982-10-21
DE2837967A1 (de) 1980-03-06
FR2475600B1 (nl) 1983-02-18
GB2069561A (en) 1981-08-26
SE440380C (sv) 1990-03-01
BE881655A (fr) 1980-05-30
GB2069561B (en) 1983-01-12
AT367490B (de) 1982-07-12
CA1136952A (en) 1982-12-07
SE8001098L (sv) 1981-08-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000517A (nl) Waterafvoerreservoir.
US8438788B2 (en) Apparatus for harvesting rainwater
US4574400A (en) Dirt trap for flush basins
JP4839458B2 (ja) 排水装置の取付構造
KR101902493B1 (ko) 배수트랩
EP3215684B1 (en) Drain assembly, drain body for use in such an assembly and odor trap of use in such an assembly
GB2475297A (en) Clogging resistant drain
KR100454465B1 (ko) 배수트랩
CN210421356U (zh) 一种防溢流成品雨水井
JP5668198B2 (ja) 雨水継手
KR200457073Y1 (ko) 배수트랩
KR100954145B1 (ko) 점검구 전환이 가능한 오수받이
KR200183771Y1 (ko) 악취방지용 배수구의 구조
CN215166360U (zh) 无臭味易清理地漏
JP2008272260A (ja) 飲料サーバー
CN214219913U (zh) 新型干湿一体式同层排水地漏
KR20110012689A (ko) 싱크대용 배수장치
CN2223312Y (zh) 一种洗涤装置
KR101237251B1 (ko) 높이조절식 오수받이
CN217299210U (zh) 一种市政道路设计用排水管预埋件
KR102654586B1 (ko) 싱크대 음식물 쓰레기 정리 및 압축 장치
CN220236587U (zh) 网袋支撑件、茶渣收集组件及茶盘组件
FI74099C (fi) Golvbrunn.
NL1026125C2 (nl) Opvangorgaan te gebruiken in combinatie met urinoir.
JPH0712459Y2 (ja) 排水桝装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed