NL7909035A - Hefinrichting, zoals armkraan of portaalkraan, voor het hanteren van containers. - Google Patents

Description

A_ * \

Hefinrichting, zoals amkraan of portaalkraan, voor het hanteren van containers.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting, stemd voor het hanteren van containers voor vrachtvervoer, in het bijzonder net behulp van een speciale uitrusting, die onafhankelijk is van de soort hefinrichting. De uitvinding betreft eveneens hulp-5 inrichtingen voor het aanpassen van deze uitrusting aan een amkraan, een portaalkraan, of een willekeurige andere hefinricnting.

De uitvinding kan in het bijzonder worden toegepast voor het hanteren van containers, die men vastpakt door middel van hoekstukken of hoekbeslag met behulp van een draagchassis of "spreider".

^ De uitvinding is in het bijzonder bestemd, te voldoen aan de eisen, die worden gesteld aan het hanteren van containers, tieten: - de noodzaak tot het vrijhouden van een ruimte, die overeenkomt net de vorm van de container zelf.

- de noodzaak tot het richten van de contanair om hem op een trams-portvoertuig, in een cel van een schip, of op een anderepLaats te zetten.

- de noodzaak tot het vermijden van buitengewoon grote hellingshceken van de container in langsrichting. Dergslijke hellingshoeken, die z ouden kunnen leiden tot een slechte centrering van de lading in de pn ...

container zouden bijv. het neerlaten van de container in het ruim van een schip kunnen verhinderen.

- en om dezelfde reden de noodzaak tot het verticaal houden van de as van de ophanginrichting gedurende het manoeuvreren met de hefinrich-ting.

Om te trachten, deze problemen op te lossen, heeft men twee soorten uitrusting gerealiseerd:

Bij de eerste soort uitrusting is het richtstelsel van de container c-gehangen aan hefkabels en is direct verbonden met het 7909035 * 2 * draagchassis. Deze oplossing heeft het "bezwaar, dat daarbij het model van de ophanginrichting is beperkt tot een vierkant, waarvan de diagonaal gelijk is aan de breedte van het draagchassis, want zijn benodigde ruimte mag niet het model van de container overschrijden, 5 onafhankelijk van de stand die de container inneemt. Het ligt voor de hand, dat de container slechts stabiel is, wanneer zijn zwaartepunt zich binnen dit vierkant bevindt. Wanneer men aanneemt, dat aan deze voorwaarde is voldaan, dan is de lading van de container in het algemeen gedecentreerd en op de kabels worden zeer ongelijke krachten 10 uitgeoefend, die leiden tot een uitgesproken schuine stand van de container, overeenkomstig de rek in de kabels. Het is des te moeilijker, deze schuine stand te compenseren door in-korten van de lengte van de kabels, naarmate de kracht op de kabels en de rek in de kabels variëren met de stand van de container. Bovendien kan dit inkorten van de 15 kabels slechts worden uitgevoerd, wanneer de kabels een zekere rek hebben ondergaan en wanneer de container zich reeds in zijn verkeerde stand bevindt. Tenslotte worden door de alsgevolg van deze verkeerde schuine stand van de container optredende krachtmomenten de kabels en de organen van de hefinrichting overbelast, waarbij bijv, buiging en 20 torsie in het skelet van de hefinrichting worden veroorzaakt.

Bij de tweede soort uitrusting is het richtstelsel rechtstreeks opgehangen aan het skelet van de hefinrichting. Dankzij een geschikt verloop van de kabel over een bepaald aantal omkeerpoelies kan men zodanig tewerk gaan, dat het model van de ophanging op het draagchassis 25 een rechthoek is, waarvan de lengte veel groter is dan de breedte, waardoor de bovengenoemde bezwaren kunnen worden verminderd, maar niet opgeheven. Bovendien worden de kabels meegenomen bij de draaiing van de container, hetgeen tot uitting komt in een torsie van het samenstel van kabels en het is niet mogelijk, de container te draaien over een 30 hoek groter dan 90° aarijveerszijden van de nul stand.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een hefinrichting voor het hanteren van containers te verschaffen, die de voordelen van de twee boven beschreven soorten bekende uitrusting bezit, maar hun bezwaren niet heeft.

35 De hefinrichting volgens de uitvinding voor het hanteren van 7909035 4 3 4 containers is in het bijzonder voorzien van vier heikabels, aan het uiteinde waarvan het stelsel is bevestigd, waarmee de container kan worden gericht en de herinrichting is gekenmerkt, doordat het binnenste element van dit draaibare stelsel is voorzien van twee 5 frames, waarvan het ene frame een draaikrans of rolkrans draagt en het andere frame vier rollen, waarbij een samenstel van vier/iracht-meters is opgesteld tussen deze twee frames, terwijl de vierïrollen zodanig zijn gemonteerd, dat zij langs de langsas van de container kunnen rollen in een chassis, dat in langsrichting op de drager van 10 de container is bevestigd, waarbij het draaibare stelsel zich zoetende in langsrichting kan verplaatsen ten opzichte van de container, waarbij de langsverplaatsing van dit draaibare stelsel, uitgaande van de metingen van de krachten, die worden uitgevoerd met behulp van de krachtmeters, automatisch uitvoerbaar zijn door tenminste 15 een vijzel of een willekeurige andere bekende inrichting, zoals een trekketting of een tandheugel, die wordt aangedreven door een motor met een reductieoverbrenging.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding vormen de vier- rolien en de vierjkrachtmeters een vierhoek, waarvan het middelpunt 20 samenvalt met het middelpunt van de vierhoek, gevormd door de beves- iigingspunten van de vier^abels op het draaibare stelsel. Volgens weer een ander kenmerk van de uitvinding is de uitrusting voorzien van een alactronisch stelsel, die de metingen van de krachten, uit- gveerd door de vierkrachtmeters, vergelijkt en die het op'gang brengen ' » 25 van de middelen bestuurd, die het draaibare stelsel verplaatsen ten opzichte van de container, wanneer het verschil tussen de krachten, gemeten door de krachtmeters, een voorafbepaalde aanvaardbare waarde overschrijdt.

Volgens nog een ander kenmerk van de uitvinding is de 30 bevestiging van het chassis op de drager van de container aan een einde uitgevoerd met behulp van assen en aan het andere uiteinde met twee zuiger- cilindercombinaties of andere uitsteekbare en intrekbare bekende middelen, waarmee de drager van de container in langsrichting onder een hoek kan worden geplaatst ten opzichte van het 35 chassis, wanneer deze drager moet; worden bevestigd op een container, 7909035 *► k die op een hellend vlak staat.

3ij toepassing van de hijsinrichting op een armkraan voor het hanteren van containers, is de armkraan voorzien van een portaal-chassis, van een draaikrans, van een draaibaar platform, dat een 5 ballast, de kraanmechanismen en een bok draagt, alsmede een op en neer beweegbare kraanarm, die scharnierbaar aan het platform is bevestigd, en van vier hijskabels, die zijn verbonden met lieren en die langs de kraanarm lopen en daarna over omkeerpoelies, waarna zij zijn bevestigd aan de uitrusting, waarmee de container kan worden 10 gericht, welke armkraan is gekenmerkt, doordat hij is voorzien van twee hijstrommels, op elk waarvan twee kabels, kunnen worden gewikkeld, die naar beneden zijn gevoerd tot op het draaibare stelsel, na over vier omkeeipceLies te zijn geleid, die elk in hoofdzaak zijn geplaatst op een van de hoekpunten van een vierkant, waarbij éên van 15 de diagonalen van dit vierkant evenwijdig is aan de as van de kraanarm, gezien in bovenaanzicht, terwijl de andere diagonaal loodrecht cp de as van de kraanarm staat.en doordat de twee kabels, die met een zelfde trommel zijn verbonden, lopen over twee poelies, die zijn gelegen op dezelfde diagonaal van het vierkant.

20 Volgens een aanvullend kenmerk van de uitvinding zijn de twee poelies, die zijn gemonteerd langs de diagonaal, die evenwijdig is aan de kraanarm, verplaatsbaar bevestigd en kunnen worden gemonteerd op éên lijn met de twee andere poelies, welke montage kan plaats hebben door translatie van de twee eerst genoemde poelies na neerzetten 25 van het draaibare stelsel op de grond.

Volgens een ander aanvullend kenmerk van de uitvinding zijn de omkeer-poelies van de hijskabels ondersteund op een hulparm, die scharnierbaar is op het uitvinding van de kraanarm èn die wordt tegen-g ehouden door een achterste trekstang, die evenwijdig is aan de kraan-30 arm, zodat de hulparm, zijn tuidraad en de kraanarm die van de vier-zijden van een parallelogram vormen.

Een portaalkraan voor het hanteren van containers, die de hijsinrichting volgens de uitvinding vormt, is voorzien van twee lager-blokken of kussenblokken, die een balk ondersteunen, waarop een wagen 35 of loopkat verplaatsbaar is en van vier hijskabels, die zijn verbonden 7909035 Λ 4 5 net lieren, dia op de loopkat zijn ondersteund en die zijn bevestigd aan de uitrusting, waanr.ee de container kan worden gericht, welke ncrtaalkraan is gekenmerkt, doordat hij is voorzien van twee hijs-trommels, waarvan de assen loodrecht op elkaar staan, waarbij op elk 5 van de trommels twee kabels kunnen worden gewikkeld, die naar beneden zijn geleid tot op het draaibare stelsel en die een netwerk van kabels vormen, waarvan de doorsnede in hoofd-zaak de vorm van een vierkant of een ruit bezit, waarvan een van de diagonalen evenwijdig is aan de langsas van de balk en waarvan de andere diagonaal lood-^ Echt op die langsas staat.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening net een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van de container en van de uitrusting, waarmee de container kan worden gericht.

wig, 2 toont het draaibare stelsel van de uitrusting volgens fig. 1 in doorsnede volgens een verticaal vlak loodrecht op de container.

Fig. 3 is een 'zijaanzicht van het samenstel van een armkraan volgens de uitvinding, 2Q Fig. 4 is een schematisch perspectivisch aanzicht en toont een deel van het verloop van de kabels op de armkraan.

Fig. 5 is een schematisch perspectivisch aanzicht en toont het verloop van de kabels ter plaatse van de hulparn van de armkraan.

Fig. 6 is een bovenaanzicht van de hulparm van de armkraan.

Fig. T is een vooraanzicht van een portaalkraan volgens de uitvinding en

Fig. 8 is een bovenaanzicht en toontce opstelling van de hijs-t-romaels en van de hijskabels van de portaalkraan volgens fig. 7«

In fig. 1 is een perspectivisch aanzicht getekend van de ^ container en van de uitrusting, waarmee de container kan worden gericht, De hijsinrichting omvat vier hijskabels 1, 2, 3, en die zijn vastgehaakt in vierpunten 5, 6, 7 rasp. 8 van het vaste deel 9 van een draaibaarptelsel 10, waarmee de container 11 kan worden gericht of georienteerd. Deze vierpunten liggen in hoofdzaak op de hoekpunten van een vierkant, waarvan de lengte van de diagonaal m 79 0 S 0 3 5 6 hoofdzaak gelijk is aan de breedte van het draagchassis 12, dat ook wel "spreider" wordt genoemd. Het draaibare deel 13 van het draaibare stelsel 10, dat draait ten opzichte van het vaste deel 9, is voorzien van een tandkrans 1^, die in ingrijping is met een aandrijfrondsel, 5 dat is gemonteerd op de uitgangsas van een motor- reductie-overbranging 15 van het vaste deel 9. Deze onderdelen 1^ en 15 behoren tot een richtmechanisme, dat op afstand bestuurbaar is.

Het draaibare deel 13, dat in fig. 2 is getekend, is enerzijds voorzien van een inwendig frame 16, waarop de tandkrans 1^ is bevestigd, 10 en anderzijds van een uitwendig frame 17, dat vier^rollen 18 met evenwijdige assen draagt. Het uitwendige frame 17 steunt verticaal op het inwendige frame 16 door middel van vier krachtmeters 19, die in de hoeken van de frames zijn opgesteld.

Het middelpunt van het vierkant, gevormd door de vier bevesti-15 gingspunten 5, 6, 7 en 8 valt in hoofdzaak samen met het middelpunt van het vierkant of de rechthoek, gevormd door de vier krachtmeters 19, alsmede met het middelpunt van het vierkant of de rechthoek, gevormd door de vierrollen 18.

Er zijn geschikte middelen (niet getekend) aangebracht voor het 20 geleiden van de frames 16 en 17 ten opzichte van elkaar en voor het handhaven van de krachtmeters 19 op de juiste plaats.

Het draagchassis 12 is voorzien van een daarop bevestigd hulp-chassis 20, dat in het bijzonder is voorzien van twee in langsrichting aangebrachte zijdelingse rails 21, waarover de rollen 18 lopen. Een 25 dubbelwerkende hydraulische zuiger- cilindercombinatie 22 die evenwijdig is aan de rails 21, of een willekeurige andere aandrijfinrichting, is bevestigd tussen het hulpchassis 20 en het uitwendige frame 17 van let draaibare desL13.

Een niet getekende electronische inrichting, die echter alle 30 elementen bevat voor het meten, vergelijken, versterken, corrigeren en dempen, die noodzakelijk zijn voor- een goede werking, kan op elk moment de metingen door de vi eijkr achtmeters 19 met elkaar vergelijken en een signaal afgeven, dat de hydraulische zuiger- cilindereenheid 22 in werking stelt, dat wil zeggen de verplaatsing varihet draaibare 35 ielsel 10 ten opzichte van het hulpchassis 20 en ten opzichte van de 7909035 * 7 container 11, evenwijiig aan de langsas van de container.

De werking van de hijsinrichting volgens de uitvinding is als volgt: behalve in uitzonderingsgevallen ligt het zwaartepunt van de 5 container 11 aanvankelijk nooit op de verticale lijn door het niddalpunt van het vierkant, gevormd door de vier kabels 1 t/m bs dat wil zeggen op de verticale lijn door het middelpunt van de vierkanten, gevormd door de vier bevestigingspunten 5» 5, 7 en 3 of de vier krachtmeters 19.

19 Zodra de kabels onder trekspanning staan, worden deze kabels onderwerpen aan verschillende trekkrachten en de waarden van de krachten, gemeten door de krachtmeters 19, zijn eveneens verschillend.

De electronische inrichting meet dit verschil en stelt de hydraulische zuiger- cilr'rdereenheid 22 in werking, ten einde het draaibare stelsel 15 in langsrichting in de juiste zin ten opzichte van de container 11 te verplaatsen. Deze verplaatsing wordt gestopt, wanneer het verschil tussen de door de krachtmeters gemeten krachten en dientengevolge in de kabels, een aanvaardbare waarde heeft bereikt. Op dit moment ligt het zwaartepunt van de container in hoofdzaak op de verticale 20 lijn door het middelpunt van het vierkant, gevormd door de kabels 1 t/m U en tijdens het hijsen blijft & langsas van de container goed horizontaal.

hameer het evenwicht van de container voor elke verplaatsing daarvan van tevoren is bereikt, zal de container nooit een verkeerde 25 stand innemen, dat wil zeggen een schuine stand van zijn langsas, waardoor de goederen in de container zich kunnen verplaatsen en het hanteren van de container wordt bemoeilijkt. Eet evenwicht van de container is dan eens en vooral gerealiseerd onafhankelijk van de richting van de container ten opzichte van dè verticale as door het 30 zwaartepunt van de container, waarna een bijkomende regeling voor de stand van de container niet meer noodzakelijk is.

Gezien dit evenwicht en de egalisatie van de krachten in de vier kabels 1 t/m ba oefende vier stukken kabel tussen het gestel van de hijsinrichting en het draaibare stelsel 10 globaal een verti-35 cale resulterende kracht op dit gestel uit,die gaat door het middel- 7 9 0;) 0 3 5

U

8 4.

punt van het vierkant, dat door da kabels is gevormd. Het gestel werkt dan onder de beste omstandigheden. Er zijn geen schadelijke krachten of momenten meer, die een decentrering van de resultrerende kracht ten opzichte van het netwerk van de kabels kunnen veroorzaken. 5 Bovendien is het chassis 20 aan éên van zijn uiteinden met assen 23 op de drager 12 bevestigd en aan het andere uiteinde met twee zuiger-cilindereenheden of andere bekende uitsteekbare en intrekbare inrichtingen 2k. Door met deze inrichtingen 2k te manou-vreren, kan men de drager 12 schuin zetten ten opzichte van het 10 chassis 20, zodat de drager 12 kan worden geplaatst en bevestigd op de container 11, wanneer deze op een schuinstaande bodem rust.

De voordelen van de hijsinrichting volgens de uitvinding zijn de volgende: - hoewel het vierkant, gevormd door de ankerpunten van de 15 kabels op het vaste deel 9 van het draaibare stelsel 10 betrekkelijk klein is, kan het evenwicht van de container 11 op perfecte wijze en gemakkelijk worden gerealiseerd.

- dit evenwicht wordt gerealiseerd, voordat de container wordt opgetild en voordat de container een onaanvaardbare schuine 20 stand inneemt.

- de kabels gaan niet nee met een draaiende beweging van de container en er is geen enkele beperking betreffende de draaiings-hoek van de container.

- de kabels worden gelijk belast en er komen geen parasilaire 25 krachten en momenten voor, die een buiging of een torsie van het gestel van de hijsinrichting kunnen veroorzaken. De resulterende kracht uit het ophijsen van de last is perfect gecenteerd, zonder de minste asymmetrie. Hieruit vloeit een grote veiligheid voor het bedrijf van de hijsinrichting voor, zonder dat daarvoor de onderdelen 30 van de hijsinrichting moeten worden over-gedimensioneerd.

-Dankzij de uitsteekbare en intrekbare inrichtingen 2k bestaat de mogelijkheid, de drager van de container op de juiste wijze op de container te brengen, zodat de drager kan worden bevestigd op een container, die op een hellende bodemjrust.

35 In fig. 3 is een armkraan getekend, die is uitgerust met een 7909035 *

V

o hijsinrichting volgens de uitvinding. Deze armkraan omvat een draaibaar platform 25, dat net behulp van een draaikrans 27 is genonteerd op een portaalchassis 26. Het platform 25 draagt een ballast 28, kraannechanisnen 29 en een bok 30. Een kraanarm 31, scharnierbaar 5 op een horizontale scharnieras van het platform 25, kan worden opgetild en neergelaten net behulp van een takelblok 32. Het vrije uiteinde van de kraanarm 31 is voorzien van een horizontale scharnieras, waarop osclTearbaar een hulpam 33 is gemonteerd, welke scharnieras is aangebracht in het nidden-gedeelte van de hulparm, terwijl een 19 tui draad 3^- het achterste deel van de hulpam 33 verbindt met een vastpunt van het platform 25. De verankeringspunten van de tui-draad 3^ zijn nauwkeurig gekozen, zodat de hulparm 33 de kraanarm 31, de tuidraad 3½ en op het platform 25 de lijn, die het ver-ankeringspunt van de tui-draad 3¼ verbindt net de horizontale 15 scharnieras van de kraanarm 31, de vier hoekpunten van een vervormbaar parallellogram vemen.

De hulparm 33 ondersteunt in hoefdzaak de onkeerpoelies van de vier hijskabels 1, 2, 3 en U.

Het platform 25 is voorzien van twee hijslieren net trommels 20 35 rasp. 36. De kabels 1 en 3 zijn verbonden met de trommel 35, terwijl de kabels 2 en ^ zijn verbonden met de trommel 36. Vanaf de trommels lopen de kabels 2, 3 en h over onkeerpoelies 37 op de hulparm 9 eu vervolgens over de poelies 38, 39, ^0 en Ui voordat zij naar beneden worden cmgebogen naar hun respectieve bevestigingspun- 25 t en op het draaibare stelsel 10. De vier poelies 38 t/m Ui bezitten evenwijdige assen, die in hoofdzaak in hetzelfde vlak liggen, waarbij de poelies 38 en Uo coaxiaal zijn, terwijl de assen van de poelies 37 en 39 verplaatsbaar zijn. Zo blijven de assen van de poelies 39 en Ui normaal aagweerszijden van de gemeenschappelijke as 39 van de poelies 38 en Uo, maar de poelies 39 en Ul kunnen ook worden verplaatst, zodat zij coaxiaal zgn met de poelies 38 en Uq, zoals in streep-stippellijnen in fig. 6 is getekend. De verplaatsing van de poelies is vanzelfsprekend slechts mogelijk, wanneer de kabels niet belast zijn.

35 Her hoogte van de hulparm 33 en wanneer de poelies zich be- 7909035 Μ 10 vinden in hun normale positie, die in getrokken lijnen is getekend, bevinden de vier kabels 1 t/m U zich, in bovenaanzicht gezien, elk op een van da hoekpunten van een vierkant, waarvan de lengte van de diagonalen in hoofdzaak gelijk is aan of groter is dan de breedte van 5 het draagchassis 29, waarbij êén van deze diagonalen evenwijdig is aan de as vin de kraanarm, terwijl de andere diagonaal loodrecht op de as van de kraanarm staat, gezien in bovenaanzicht. Het is duidelijk, dat naarmate dit vierkant groter is,de stabiliteit van het samenstel ook groter zal zijn bij de richt- of verplaatsingsman manoeuvres van 10 de container.

De aanwezigheid van de hulparm 33, die schamierbaar is op de kraanarm 31, brengt een dubbel voordeel met zich mee. Enerzijds wordt de kraanarm 31 als*gevolg van de opgehesen last slechts eenvoudig op druk belast en de kraanarm werkt onder goede omstandigheden. Anderzijds 15 blijft deze hulparm 33 dankzij de montage in een vervormbaar parallellogram, gerealiseerd met behulp van het trekorgaan 3^, altijd evenwijdig aan zichzelf met het vlak, dat de assen van de poelies 38 t/m Ui bevat, wanneer de schuine stand van de kraanarm 31 varieert, zodat de draaiingsas van het draaibare deel 13 van het draai ✓bare stelsel 10 20 altijd zuiver verticaal blijft staan.

Hoewel niet de mogelijkheid bestaat, het draaibare stelsel 10 te verplaatsen in de zin van de breedte van de container, om een zijdelingse decentrering van het zwaartepunt van de container te compenseren, blijkt, dat een dergelijke decentrering automatisch door 25 het mechanisme wordt gecompenseerd, gezien de opstelling van de vier kabels. Neemt men bijv. aan, dat het zwaartepunt van de container is gelegen aan de zijde van de kabels 2 en 3 in fig 1, dan vloeit hieruit een overbelasting van deze twee kabels voort, terwijl de twee andere kabels 1 en ^ zijn onderbelast met een waarde gelijk aan de 30 overbelasting van de kabels 2 en 3. Omdat echter de twee overbelaste kabels 2. en 3 zijn verankerd op twee verschillende trommels, teweten de trommels 36 reps. 35, zijn de krachten, die op de twee trommels worden uitgeoefend tenslotte identiek en ge“'Üjk aan de waarden, die zij zouden hebben, als het zwaartepunt perfect was gecentreerd in de 35 zin van de breedte van de container, De twee trommels oefen^1 dus altijd 7909035 11 gelijke draai—momenten uit en draaien altijd net dezelfde draaisnelheid.

Be armkraan kan gemakkelijk vorder, ongebouwd voor een andere toepassing.

5 Door de uitrusting, waarmee de container kan worden gericht;, cp de grond te plaatsen, kan men de kabels in de punten 5 t/m 8 los naken en in de plaats van deze uitrusting een draaibaar zwengelhout nonteren. Door deze nontage wordt de onderlinge stand en afstand van de kabels niet gewijzigd.

-]q Door de poelès 38 t/n 11 op êên lijn te plaatsen door een verplaatsing naar het niddsn van de poelies 39 sn ^1, zoals in stippellijnen in fig. 6 is getekend, kan men een grijper met twee kabels monteren, waarbij de twee kabels van de trommel 35 dienen voor het openen van de grijper en de twee kabels van de trommel 15 36 dienen voor het sluiten van de grijper. Men kan ook een eenvoudig takelblok met een haak monteren,

De aldus uitgeruste armkraan volgens de uitvinding heeft de volgende voordelen boven de voordelen bereikt door de uitrusting, waarmee de container kan worden gericht: 20 - de verticale as van het richtstelsel 10 blijft in zijn oorspronkelijke stand, onafhankelijk van de stand van de kraanarm.

- bij decentrering in dwarsrichting van het zwaartepunt van de container blijven het draaimcnent en de draaisnelheid van de twee trommels gelijk aan de waarden, die zij zouden hebben, wanneer 25 de container perfect in evenwicht was. Men vermijdt zodoende een onnodige over-dimensionering van de hijslieren.

- de armkraan blijft voor meerdere toepassingen geschikt, waarbij zijn uitruüng gemakkelijk kan worden vervangen door een draaibaar zwengelhout, een met twee kabels uitgeruste grijper, of 30 een eenvoudig hijs- takelblok.

In fig. 7 is een portaalkraan getekend, uitgerust met een hijsinrichting volgens de uitvinding. Deze portaalkraan omvat twee stijlen of kolommen b2, die de balk 43 dragen, waarop een loopkat hh verrijdbaar is.

35 Deze loopkat draagt twee trommels «5 en *+6, die loodrecht op 79 0 SO 3 5 4 12 elkaar staan. De kabels 1 en 3 zijn bevestigd aan de trommel U5 en de kabels 2 en H zijn bevestigd aan de trommel ^6, waarbij elk van deze kabels kan worden gewikkeld op een bevestigingsvlak, dat aan de uiteinden van de trommels is aangebracht en op de juiste wijze 5 is gedimensioneerd.

Wanneer de container 11 zich in zijn hoge stand bevindt, staan de kabels 1 t/m U in de standen 1h - 2h - 3h - Uh, die in fig. 8 is getekend, waarbij de lengte van de diagonalen van het vierkant of van de ruit, gevormd door de vierpunten 1h t/m ^h gelijk ^ is aan of groter is dan de breedte van de drager 12 van de container 11.

Bovendien is de opwikkelrichting van de kabels zodanig gekozen, dat wanneer men de container laat zakken, de kabels uit elkaar bewegen en de standen 1b - 2b - 3b- kb volgens fig. 8 innemen, ^ zodat de diagonalen van het vierkant of van de ruit, gevormd door de vierpunten 1b t/m Ub, een grotere lengte bezitten van de lengte van de diagonalen van de vierhoek, gevormd door de vierpunten 1h t/m 1+h.

De aldus gerealiseerde inrichting is vergelijkbaar met de boven beschreven inrichting voor de armkraan, waarbij de vier kabels vanaf hun uitgangspunt van de trommels een vierhoek vormen, waarvan een van de diagonalen evenwijlig is aan de langsas van de balk U3 van het portaal en waarvan de andere diagonaal loodrecht op deze as staat.

^ Bovendien tracht dit stelselide stabiliteit van de container tijdens het richten te versterken, naarmate men de container verder 3aat zakken, door vergroting van de torsiestraal van het samenstel, gevormd door de vier kabels, alsmede tijdens translatie bewegingen.

Dit vormt een extra voordeel bij de voordelen,/verkregen door de uitrusting, waarmee de container kan worden gericht, nog afgezien van het feit, dat bij decentrering in dwarsrichting van het zwaartepunt van de container, het draaimoment en de draaisnelheid van de twee trommels identiek is aan de waarden, die zij zouden hebben, als de container perfect in evenwicht was.

35 Samenvatting 7 9 0 S 0 3 5 13

De uitvinding betreft een hij sinrichting vcor het hanteren van containers,

De hijsinrichting onvat twee hijslieren, die zijn verbonden met de kabels 1, 2, 3 en h. Deze kabels zijn evenwijdig aan elkaar 5 r.£ar beneden geleid en vastgemaakt in vier punten 5, 6, 7 en 8 van het vaste deel 9 van een draaibaar^ t els el 10, waarvan het draaibare deel 13 verplaatsbaar is langs in langsrichting lopende rails 21 van een hulpchassis 20, dat op het draagchassis 12 van de container 11 is bevestigd. Het manoeuvreren van de container kan plaats hebben, 10 wanneer het zwaartepunt van de container 11 is gelegen op de verticale lijn door het middelpunt van de vierhoek gevormd door de punten 5 t/n o.

Toepassing: het realiseren van de evenwichtstoestand voor containers voor het ophijsen.

tp-J ~ 1 * «*· ►j * * · 79 0 S 0 3 5

Claims (12)

1. Hijsinrichting, zoals een annkraan of een portaal-kraan, voor het hanteren van containers, omvattende in het hijzonder een uitrusting, waarmee de container kan worden gericht, waarbij het bovenste element van het draaibare stelsel 5 is bevestigd aan de uiteinden van hijskabels, met het kenmerk, dat' het onderste element van het draaibare stelsel is voorzien van twee frames, waarvan het ene frame een draaikrans en het andere frame vier rollen met evenwijdige assen draagt, die kunnen rollen langs twee zijdelingse rails in langsrichting van een 10 hulpchassis, dat op het draagchassis van de container is bevestigd, waarbij de last dan is ondersteund door de rollen, die de rails dragen, en kan worden overgebracht van het ene frame op het andere door middel van krachtmeters, die tussen de twee frames zijn opgesteld, terwijl met behulp van middelen, die in werking 15 worden gesteld uitgaande van de metingen van de krachten, die worden uitgevoerd met behulp van de krachtmeters, de verplaatsingen van de frames langs de rails kunnen worden bestuurd, dat wil zeggen de langsverplaatsingen van het draaibare stelsel evenwijdig aan de lange as van de container. on

2. Hijsinrichting, zoals een annkraan of een portaalkraan, volgens conclusie 1, met hetfcenmerk, dat de frames een vierkante of achthoekige vorm bezitten, waarbij vier krachtmeters zijn toegepast, die zijn opgesteld in de hoekpunten van de frames.

3. Hijsinrichting, zoals een armkraan of een portaalkraan, 25 volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vier rollen en de vier krachtmeters elk een vierhoek vormen, waarvan het middelpunt samenvalt met het middelpunt van de vierhoek, gevormd door de vier kabels op hun bevestigingsplaat op het draaibare stelsel. . Hij sinrichting, zoals een armkraan of een portaalkraan, 30 volgens conclusie 3 of 4, met heb kenmerk, dat de hijsinrichting is voorzien van een electronisch stelsel, dat de metingen van de krachten, uitgevoerd door de vier krachtmeters kan vergelijken en het in werking stellen van besturen van de middelen, die het draaibare stelsel kunnen verplaatsen ten opzichte van de container, 35 wanneer het verschil tussen de krachten, gemeten door de kracht- 7909035 meters, een aanvaardbare waarde overschrijdt.

5. Hijsinrichting, in het bijzonder een armkraan of port aalkr aan, volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diagonalen van het vierkant, gevormd door de 5 bevestigingspunten van de kabels op het vaste deel van het draaibare stelsel, een lengte bezitten, die in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van het draagchassis van de container.

6. Hijsinrichting, zoals een armkraan of portaalkraan, volgens êên van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het 10 hulpchassis aan een uiteinde met assen is bevestigd op de drager van de container en aan het andere uiteinde met twee uitsteekbare en intrekbare stelsels, zoals twee zuiger-cilindereenheden, zodat men de drager van de container in langsrichting schuin kan plaatsen ten opzichte van het samenstel van de uitrusting, waarmee de 15 container kan worden gericht.

7. Hijskraan volgens êén van de voorgaande conclusies, omvattende een chassis, een draaikrans, een draaibaar platform, dat de ballast, de kraanmechanismen en een bok draagt, een optil-bare en neerlaatbare kraanarm, die scharnierbaar is op het platform, 20 waarbij de vier hijskabels zijn bevestigd aan lieren op het platform en zijn geleid langs de kraanarm en daarna over de omkeer-poelies en zijn bevestigd aan het draaibare stelsel, waarmee de container kan worden gericht, met het kenmerk, dat de hijskraan is voorzien van twee hijstrommels, op elk waarvan twee kabels 25 kunnen worden gewikkeld, die met het draaibare stelsel zijn verbonden, na te zijn geleid over vier omkeer-poelies, die elk in hoofdzaak liggen op een van de hoekpunten van een vierkant, waarbij één van de diagonalen van dit vierkant evenwijdig is aan de as van de kraanarm, gezien in bovenaanzicht, terwijl de 30 twee kabels, die van een zelfde trommel uitgaan, zijn geleid over twee poelies, die langs êén zelfde diagonaal van het vierkant zijn gelegen.

8. Hijskraan volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de omkeerpoelies van de hijskabels zijn ondersteund door een hulparm, die 35 scharnierbaar is op het uiteinde van de kraanarm en die is vastgehouden door een trekorgaan, dat evenwijdig is aan de kraanarm en dat is 7909033 15 verankerd op het platform, zodat de hulparm, zijn tuidraad en de kraan arm die van de vier zijden van een vervormbaar parallellogram vormen, waarbij de hulparm en het vlak, dat de assen van de omkeerpoelies bevat, altijd evenwijdig aan elkaar blijven, onaf-5 hankelijk van de helling shoek van de kraanarm.

9. Hijskraan volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat tenminste twee van de vier poelies, die in hoofdzaak liggen op de hoekpunten van een ''vierkant, verplaatsbaar op de hulparm zijn bevestigd, waarbij de vier poelies op êên lijn kunnen worden 10 gemonteerd en hun assen samenvallen.

10. Hijskraan volgens één van de conclusies 7 t/m 9» met het kenmerk, dat de diagonalen van het vierkant, gevormd door de vier omkeerpoelies op de hulparm, een lengte bezitten, die gelijk is aan of groter is dan de breedte van het draag- 15 chassis van de container.

11. Verrij dbare portaalkraan of brugkraan volgens één van de conclusies 1 t/m 5, omvattende twee stijlen of kolommen, die een balk dragen, waarop een loopkap verplaatsbaar is, waarbij de vier hijskabels, die aan lieren zijn bevestigd, die op de loopkap 20 zijn ondersteund, zijn bevestigd aan het draaibare stelsel, waarmee de container kan worden gericht, met het kenmerk, dat de portaal-kraan of brugkraan is voorzien van twee hijstrommels, waarvan de assen loodrecht op elkaar staan, waarbij op elke trommel twee kabels kunnen worden gewikkeld, zodanig, dat de kabels bij het 25 verlaten van de trommels in hoofdzaak een vierkant of een ruit vormen, waarvan één van de diagonalen evenwijdig is aan de as van de balk en waarvan de andere diagonaal loodrecht op die as staat, terwijl de twee kabels, die van dezelfde trommel uitgaan, de twee tegenover elkaar liggende hoekpunten van dat vierkant of 30 die ruit vormen.

12. Verrijdbare portaalkraan of brugkraan volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kabels in zodanige zin op de trommels zijn gewikkeld, dat de kabels bij het verlaten van de trommels verder uit elkaar bewegen naarmate men de container 35 laat zakken, zodat de diagonalen van de aldus gevormde vierhoek 7909035 IT langer worden.

13. Verrijdbare portaalkraan of brugkraan volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat wanneer de container zich in zijn hoge stand bevindt, de lengte van de diagonalen van 5 het vierkant of de ruit 5 gevormd door de kabels bij het verlaten van de trommels, tenminste gelijk is aan de breedte van de drager van de container. 1¼. Hijsinrichting voor het hanteren van containers, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven 10 in de tekening. - 79 0 0 0 3 5