NL7908573A - Doorvoer voor het brandwerend doorvoeren van elek- trische kabels door een wand. - Google Patents

Description

4* ψ Τ Tj/Se/1 L.Bruk

Dooirvoer voor het brandwerend doorvoeren van elektrische kabels door een wand.

De uitvinding betreft een doorvoer voor het brandwerend doorvoeren van elektrische kabels door een opening in een wand, waarbij de doorvoer een rechthoekig metalen raam omvat, waarvan de opening gevuld wordt door de ka-5 beis, die elk worden omgeven door modulair gedimensioneerde passtukken of blokken, en verstevigingsplaten, die tussen rijen blokken worden aangebracht om he te': door de blokken gevormde pakket te verstevigen.

Een dergelijke doorvoer is bijvoorbeeld bekend 10 uit het Duitse octrooi schrift .958.671, waari n wordt beschreven, dat het raam bestaat uit relatief dik materiaal zoals gietijzer, en de blokken aanzienlijke afmetingen in de diepte, d.w.z. in de doorgaande richting van de kabels hebben, wanneer deze zich over de gehele lengte van de binnenwand 15 van de raamopening uitstrekken. Vanwege de dikte brengt het raam dus aanzienlijke hoeveelheden warmte over naar de zijde van de doorvoer, die niet blootgesteld wordt aan vlammen, d.w.z. de koude zijde, hetgeen dus, onder andere, resulteert in het feit, dat de blokken, die zich het dichtst bij het 20 raam bevinden op ongunstige wijzë worden beïnvloed door warmte en de doorvoer alleen gebruikt kan worden op plaatsen met relatief lage brandveiligheidseisen,

De doorvoer is ook ekonomisch ongunstig, daar de blokken in bepaalde gevallen een grote lengte hebben, hetgeen een over-25 eenkomstig grote hoeveelheid materiaal vereist.

Volgens voorgeschreven normen voor brandveiligheid, mag een bepaalde temperatuur aan de koude zijde van een doorvoer niet na een bepaalde tijd worden overschreden, waarbij de kabels nog aan deze zijde in takt moeten zijn.

30 De tijd gedurende welke de bekende doorvoer bescherming geeft tegen het verspreiden van het vuur is kort, in vergelijking met de zwaardere eisen die door nieuwere brandpreventienor- 7908573 >

V

-2- men aan doorvoeren worden gesteld, in het bijzonder voor tankschepen, olieboorplatforms, elektriciteitscentrales en dergelijke.

Bovendien is het raam relatief zwaar en daardoor 5 is het transport daarvan duur.

Het doel van de uitvinding is dus het verder ontwikkelen van reeds bekende doorvoeren zodat deze voldoen aan de nieuwe zwaardere normeisen, waarbij deze tegelijkertijd lichter van gewicht en ekonomisch gunstig te vervaard!-10 gen moeten zijn.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel be-reiktuimet een doorlaat van de in aanhaf beschreven soort, doordat het raam gevormd wordt door tenminste één raamhelft die aan één zijde van de wand gemonteerd kan worden direkt 15 tegenover de opening daarin, waarbij elke raamhelft aan tenminste drie zijden relatief dun plaatmetaal omvat, dat zich tenminste nagenoeg loodrecht op de wand uitstrekt en een geprofileerd gedeelte omvat in de vorm van een kanaal of goot waarvan de langshartlijn tenminste nagenoeg evenwijdig loopt 20 aan de rand van de plaat, die het verst verwijderd is van de wand, waarbij dat gedeelte zich naar dè wand uit strekt vanaf de nabijheid van deze rand,, met diens bodem in een vlak buiten elke raamhelftzijde, terwijl de vierde zijde van de raamhelft gevormd wordt door tenminste één drukplaat die 25 op de blokken in de doorvoer rust', waarbij die plaat hetzelfde profiel heeft als de gootvormige gedeelten van de andere drie zijden langs een randgedeelte, dat van de wand verwijderd is, en dat de opening in elke raamhelft gevuld is met blokken en doorgaande kabels, zodanig, dat de geschikte 30 zijden van de blokken aan de omtrek in kon takt zijn met de bodems van de goten, die worden gevormd door de geprofileerde gedeelten.

Daar elke raamhelft uit plaatmetaal bestaat, wordt een aanzienlijk kleinere hoeveelheid warmte overge-35 bracht dan het geval is met de bekende doorlaat.

Wanneer de drukplaat de vierde zijde van de raamhelft vormt, en de raamhelftopening gevuld is met doorgaande kabels en blokken, loopt de veiligheidstijd van de door- 79 0.8 5 7 3 ' V” $- -3- laat op tot tussen 90 en 120 min. Wanneer de vierde zijde volgens de alternatieve uitvoeringsvorm uit plaatmetaal bestaat over het gehele oppervlak, is de doorlaat hoofdzake— lijk bedoeld om met een gietspecie gevuld te worden. De 5 veiligheidstijd wordt daardoor verhoogd tot ongeveer 6 uren en tegelijkertijd wordt een luchtdichte doorlaat verkregen.

Daar elke raamhelft voorzien is van een tenminste nagenoeg doorlopend kanaalvormig gedeelte, wordt verder het voordeel bereikt, dat van het pakket blokken de respektieve 10 randgedeelten in de juiste positie worden gefixeerd.

Uit het eerder genoemde octrooischrift is het ook bekend verstevigingsplaten of zogenaamde steunstroken te gebruiken, die tussen de rijen blokken worden aangebracht binnen het raam en daaraan worden verankerd om de blokken in 15 een gewenste positie te houden terwijl deze tegelijkertijd het door de blokken gevormde wandvormige pakket verstevigen. Deze steunstroken zijn tamelijk stijve en niet-buigzame elementen, en wanneer deze worden gemonteerd, moeten deze onder een hoek ten opzichte van de horizontale rij blokken worden 20 ingebracht. Wanneer de ruimte in het bovenste gedeelte van de doorlaat kleiner en kleiner wordt, vormt het onder een hoek inbrengen problemen . Wanneer bovendien een reeds op zijn plaats gebrachte doorvoer voorzien moet worden van meer doorgaande kabels, of wanneer bepaalde kabels vervangen moe-25 ten warden, kan het aanbrengen of verwijderen van dergelijke steunstroken zeer problematisch worden.

Om dit nadeel weg te nemen is , volgens een in het bijzonder geschikte uitvoeringsvorm van de doorlaat overeenkomstig de uitvinding, elke verstevigingsplaat een 30 buigbare steunstrook van een relatief dunne metaalplaat, die met de einden aangrijpt in de goot en langs beide zijden tussen deze einden voorzien is van lippen of tongen, die zich afwisselend in tegengestelde richtingen uitstrekken loodrecht op het vlak van de strook en daardoor langs overeenkomstige 35 gedeelten van buiten- en binnenzijden van de blokken. Het gevolg van deze construktie is, dat'de strook slechts dwars op de langsrichting gebogen hoeft te worden om gemakkelijk tussen reeds op hun plaats liggende kabels gestoken te wor- /908573 * * - . > * -4 - r den, en later gestrekt te worden zodat de einden in aangrij-ping komen met de gootgedeelten.

De uitvinding zal hierna gedetailleerder worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde tekening.

5 Figuur 1 is een vooraanzicht van de doorvoer volgens de uitvinding,

Figuur 2 is een dwarsdoorsnede van een raam-helft volgens de lijn A-A in fig.l

Figuur 3 is een perspektivisch aanzicht van een 10 steunstrook.

Figuur 4 is een buis met reserveblokken voor extra kabels.

Figuur 5-7 zijn dwarsdoorsneden volgens de lijn B-B in fig.l, om verschillende wijzen van montage aan 15 te geven.

Figuur 8 is een perspektivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een drukplaat.

Overeenkomstige onderdelen van de doorvoer hebben in de verschillende figuren dezelfde referentienummers.

20 Fig.l toont een doorvoer volgens de uitvinding, gezien van een van de zijden van een wand 11 in fig.5-7, in de langsrichting van de kabels. De hele doorvoer bestaat dus uit twee raainhelften 15 en 16 in fig.5, waarvan één helft 15 in fig.l wordt getoond, waarin is te zien, dat de 25 bodem en twee vertikale zijden van de raamhelft uit plaat-metaal 1, b.v. plaatstaal, bestaat. Deze plaat kan een dikte van b.v. 3mm hebben, zodat in vergelijking met ramen met een dikte van 6-10 mm, zoalsi-tot nu toe werd gebruikt, dit raam een lage warmtegeleidbaarheid heeft. Elk van de zijden strekt · 30 zich tenminste nagenoeg loodrecht op de wand 11 uit, en langs de rand die het dichtst bij. de wand is, is een bevestigings-flens 2 aangebracht, om het raam , b.v. door lassen of d.m.v. schroeven of dergelijke aan de wand te bevestigen.

Langs het gedeelte dat het verst van de wand verwijderd is, 35 omvat elke zijde een geperst profielgedeelte 8 in de vorm van een goot of kanaal, hetgeen gedetailleerder in fig.2 wordt getoond, en de bodem 9 van dit kanaal bevindt zich in een vlak buiten de betreffende zijde. In fig, 1 boven, aan 7908573 -5- * a* de vierde 2ijde van de raamhelft,bevindt zich een persplaat 6, van metaal zoals staal, met een randgedeelte met hetzelfde profiel als het bovenbeschreven kanaalvormige gedeelte , en zodanig geplaatst, dat dit randgedeelte samenvalt met dat 5 kanaalvormige gedeelte, zodat een tenminste nagenoeg doorlopend kanaal gevormd wordt langs de rand van de raamhelft. Zoals in fig.l is te zien, is de plaat 6 met zijn einden aan de vertikale zijden bevestigd door middel van schroeven 10 en daaraan aangepaste steunen, maar andere bevestigings-10 middelen zijn natuurlijk ook mogelijk. Een praktische oplossing kan zijn om de plaat 6 aan zijn einden van haken te voorzien, die in aangrijping snappen in overeenkomstige uitsparingen in de vertikale zijden, daar de plaat 6 niet een druk uit hoeft te oefenen, maar slechts het doel heeft het 15 pakket blokken in de opening van de raamhelft stevig bij elkaar te houden.

Door de opening in de raamhelft 15 worden kabels 5 gevoerd, waarbij elke kabel omgeven wordt door een respektief modulair gedimensioneerd blok of passtuk 3, dat 20 op gebruikelijke .wijze in twee gedeeld is en uit op zich bekend materiaal met voldoende mechanische^ sterkte kan bestaan waarbij dat materiaal wanneer dit verhit wordt tot een zodanig volume opzwelt, dat het de ruimten opvult die ontstaan wanneer delen van de kabel door vuur zijn verroest. Een der-25 gelijk materiaal heeft in het bijzonder goede brandbescher-mingseigenschappen, zodat de totale lengte of diepte van de doorlaat klein gehouden kan worden. In de opening, en bij voorkeur in het bovenste gedeelte daarvan, bevinden zich ook passtukken 4, zonder doorgaande gaten, die als êën geheel 30 lichaam zijn vervaardigd. Dit soort blok of passtuk 4 wordt in fig.4 getoond, waarin is te zien, dat elk dergelijk blok voorzien is van een ronde pen 4a, en dat een dunwandige buis 13 over deze pennen 4a wordt geschoven aan weerseinden, om de buis in de bedoelde positie te houden tussen de respek-35 tieve blokken in de blokpakketten, waarbij die buis vervaardigd is van metaal of van een materiaal met een slechte warrrt-tegeleidbaarheid wanneer deze in de gerede doorlaat l5,16:;is opgenomen. Wanneer de doorlaat in een later stadium aange- ^ Q « 0 S 7 t / 9 u ύ J / ó

F

-6- vuld moet worden met meer kabels, worden gaten met een geschikte diameter in deze reserveblokken voor de betreffende kabel gemaakt, waarbij de buis dan hét doorsteken van een kabel vergemakkelijkt. In plaats van de pennen 4a, is het 5 ook denkbaar dat de buis 13 op zijn plaats gehouden wordt doordat deze in ondiepe uitsparingen aan de binnenzijde van de blokken wordt gedrukt. Tenslotte wordt een zogenaamd verdeelblok 18, van hetzelfde materiaal als b.v. de blokken 3,4, het dichtst nabij de drukplaat 6 aangebracht. De blok-10 ken 3,4 die zich het dichtst bij de vertikale zijden bevinden en overeenkomstige delen van het verdeelblok 18 komen met de respektieve omtreksgedeelten in daartegenover liggende gedeelten van het kanaal en de bodem 9 daarvan, waardoor deze dus in de gewenste positie worden gehouden, hetgeen 15 bijdraagt tot versteviging van het door de blokken 3,4 en het verdeelblok 18 gevormde pakket.

Steunstroken 7 worden tussen alle of sommige van de horizontale rijen blokken 3,4 aangebracht, zoals in fig.l wordt weergegeven, en waarbij deze stroken de taak heb-20 ben de blokken 3,4 in de juiste positie te houden in het raam en het vergemakkelijken van de montage. Een steunstrook 7 is in fig.3 weergegeven en bestaat uit dun plaatmetaal met een dikte van b.v. 0,5 mm. De einden van de strook kunnen in het kanaal 8 aangrijpen, en langs beide randen is de strook 25 voorzien van lippen of tongen 7a, die zich afwisselend uitstrekken aan weerszijden, loodrecht op het vlak van de strook. Na het aanbrengen, rusten deze lippen 7a tegen de betreffende gedeelten van de blokken 3,4 om deze in de juiste positie te houden. Dit geldt ook voor het verdeelblok 18.

30 Daar de steunstroken 7 gemakkelijk loodrecht op de langsrich-ting worden verbogen, kunnen deze zonder probleem op de juiste plaats worden gebracht, zelfs wanneer alle kabels door de doorlaat zijn gestoken.

Verschillende mogelijkheden voor het aanbrengen 35 van de doorlaat volgens de uitvinding zijn weergegeven in fig.5-7. Fig.5 toont de doorlaat, bestaande uit de raamhelf-ten 15,16, gemonteerd in een stalen dwarsschot 11 van een schip. Daar openinqen in die dwarsschotten geen hoeken met 79 0 8 5 7 3 ' - ·' -7- * •j» scherpe randen hebben met het doel spanningscoucentraties te vermijden, en deze , overeenkomstig klassifikatienormen voorzien moeten worden van een versterking 12 die tegelijkertijd een wand in de doorvoer vormt, kunnen de raamhelftzijden ver-5 kort worden terwijl de noodzakelijke totale doorvoerlengte gehandhaafd blijft. De figuur toont ook twee reserveblokken 4 met de bijbehorende buis 13. De flenzen 2 van elke raamhelft 15,16 zijn aan de versterking 12 vastgelast. Nadat de kabels door de -opening in het raam zijn gestoken en alle bo-10 venbeschreven onderdelen op hun plaats zijn gemonteerd, is het mogelijk de ruimte van de doorvoer op bekende wijze met een gietmassa 14 vol te gieten via de open, bovenzijde van de raamgedeelten, waarbij de consistentie van de gietmassa zodanig moet zijn, dat deze zeker alle holten vult.

15 De gietmassa 14 is bij voorkeur verhardbaar en van het 2-componenten type, en weerstaat natuurlijk temperaturen die optreden tijdens e.en brand, terwijl deze eveneens een geschikte warmtegeleidbaarheid heeft.

Fig.6 en 7 tonen een enigszins gemodificeerde 20 uitvoeringsvorm van de doorvoer. In dit geval omvat elke raamhelft 15,16 een deel van de metalen plaat 1 die zich * zodanig uitstrekt, dat de vierde zijdè wordt gevormd, in de figuren aan de bovenzijde, en welke op overeenkomstige wijze als de resterende drie zijden van de raamhelft zijn aange-25 bracht waarbij de buitenrand daarvan de werking van de persplaat 6 niet belemmert. Deze bovenzijde is ook voorzien van een bevestigingsflens 2 ter bevestiging aan de wand, en voor het vullen van de doorvoer met gietmassa 14, is deze voorzien van een vulgat 19, die in fig.5 te zien is. In de doorvoer-30 helften 15,16, zoals weergegeven in fig.6 en 7, wordt de persplaat 6 , die in fig.8 perspektivisch wordt getoond, tegen de bovenzijde aangeschroefd door middel van schroeven 10, die door vrije gaten in de plaat lopen, zodat het kanaal 8 daarvan samenvalt met de op geschikte wijze geprofileerde 35 gedeelten van de vertikale zijden en druk op de blokken uit kunnen.oefenen. De in fig.6 weergegeven doorvoer is gemonteerd in een stalen wand 11 en aan de buitenzijde van de versterking 12 geplaatst, terwijl de doorvoer in fig.7 door het /903573 -8- gat in een wand 11, b.v. van beton, is aangebracht, waarbij de flenzen 2 aan beide raainhelften zich aan één zijde van de wand bevinden en daaraan zijn bevestigd met behulp van bevestigingsmiddelen (niet getoond).

5 Nadat kabels door de doorvoer zijn aangebracht, en de blokken of passtu'kken tezamen met de bovenbeschreven onderdelen in de raamhelften 15,16 zijn gemonteerd, wordt de persplaat 6 in neerwaartse richting aangespannen en kan de doorvoer gevuld worden met gietmassa, wanneer dit met het oog op 10 de gewenste veiligheidstijd voor de doorvoer vereist is.

Aan de vierde zijde kan elke raamhelft 15,16 .

voorzien worden van een verlengde van de plaat 1, die deze . zijde volledig bedekt, zodat de raamhelft volledig en stevig ingesloten wordt, in plaats van de gemodificeerde uitvoerings- 15 vorm volgens fig.6 en 7. Voor het samenpakken van de blokken of passtukken 3,4, kan bijvoorbeeld een in het Amerikaanse octrooischrift 1.465.263 beschreven wigcombinatie worden gebruikt. Een luchtdichte doorlaat of doorvoer zal aldus worden verkregen.

20 In principe kan elke raamhelft verder het in bekende doorvoeren opgenomen raam vervangen. Voor het monteren van slechts één raamhelft op een dak is het ook mogelijk deze met gietmassa te vullen.

25 7908573

Claims (9)

1. Doorlaat of doorvoer voor het brandwerend doorleiden van elektrische kabels (5) door een opening in een wand (11)of dergelijke, omvattende een metalen raam (15,16) waarvan de opening de kabels opneemt en elke kabel-5 omgevende, modulair gedimensioneerde passtukken of blokken (3,4) en tussen rijen van blokken aangebrachte steunstroken (7), ter versteviging van het door de blokken gevormde pakket, met het kenmerk, dat het raam door tenminste één raam-helft (15,16) wordt gevormd die aan één zijde van de wand 10 (11) gemonteerd kan worden direkt tegenover de opening in de wand, dat elke raamhelft aan tenminste drie zijden relatief dunne metaalplaat (1) omvat, welke zich tenminste nagenoeg loodrecht op de wand (11) uitstrekt en een geprofileerd gedeelte (8) in de vorm van een kanaal of goot omvat, waarvan 15 de langshartlijn tenminste nagenoeg evenwijdig verloopt aan de rand van de het verst van de wand verwijderde plaat, waarbij dat gedeelte zich naar de wand toe uitstrekt vanaf de nabijheid van deze rand, met de bodem (9) daarvan in een vlak buiten elke raamhelft zijde (1), terwijl de vierde zijde van 20 de raamhelft (15,16) gevormd wordt door tenminste éën persplaat (6) die tegen de blokken in de doorvoer (3,4) aandrukken, waarbij die plaat (11) hetzelfde profiel heeft als de kanaalvormige gedeelten (8) van de andere drie zijden, langs het randgedeelte daarvan het verst verwijderd van de wand, 25 of uit metaalplaat bestaat met tenminste nagenoeg dezelfde vorm als die van de andere drie zijden, en dat de opening in elke raamhelft (15,16) opgevuld is met blokken en doorgaande kabels, zodat de geschikte zijden van de omtreksblokken in kontakt zijn met de bodems van de door de geprofileerde 30 gedeelten gevormde kanalen (9).

2. Doorlaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk raamhelft (15,16) voorzien is van een bevestaging sflens (2) langs het randgedeelte dat naar de wand (11) toe gericht is, en zich in hetzelfde vlak als de wand uit-35 strekt. 7 9 0 S 5 7 3 -10-

3. Doorvoer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke verstevigingsplaat een steunstrook (7) is . die buigbaar is volgens een lijn loodrecht op de langsrich-ting daarvan en van relatief dun materiaal is vervaardigd^ 5 dat met de einden in het kanaal (9) aangrijpt en langs beide randen tussen de einden voorzien is van lippen of tongen (7a) die zich afwisselend haar weerszijden uitstrekken loodrecht op het vlak van de strook, en dus langs de respektieve ...... vrije buiten- en binnengedeelten van de blokken (3,4)

4. Doorvoer volgens conclusie 1,2 of 3, waar bij elke raamhelft aan de vierde zijde voorzien is van tenminste ëên persplaat, met het kenmerk, dat de raamhelft (15, 16. behalve de persplaat (6) aan de vierde zijde een metaalplaat (1) heeft, die op dezelfde wijze is aangebracht als 15 de plaat, welke de resterende drie zijden van de raamhelft vormen, en die zich tenminste nagenoeg vanaf de wand (11) tot het gebied van de persplaat (6) uitstrekt.

5. Doorvoer volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de persplaat (6) aan de metaalplaat (1) is beves- 20 tigd, en- dat deze combinatie tenminste nagenoeg geheel de vierde zijde van de raamhelft (15,16) bedekt.

6. Doorvoer volgens conclusie 1,2 of 3, waarbij elke raamhelft aan alle vier de zijden uit relatief dunne metaalplaat bestaat, met het kenmerk, dat de blokken (3,4) 25 met bijbehorende kabels (5) d.m.v. een op zich bekende wig-combinatie worden samengedrukt.

7. Doorvoer volgens een van de conclusies 1-3, en 5 of 6, waarbij twee raamhelften aan weerszijden van de wand (11) zijn aangebracht en vier geheel plaatvormige zij- 30 den hebben, met het kenmerk, dat de binnen de doorvoer overblijvende ruimte wanneer deze geheel gemonteerd is met de twee raamhelften (15,16),de door de blokken (3,4) en de daardoorheen lopende kabels gevormde eindwanden , op op zich bekende wijze met een gietmassa (14) wordt gevuld.

8. Doorvoer volgens conclusie 7, gekenmerkt door buizen (13) die zich uitstrekken tussen blokken (4) in beide eindwanden en met ten opzichte van elkaar overeenkomende positie, zodat het leggen van kabels (5) door deze buizen 7008573 -11- mogelijk gemaakt zal worden zelfs nadat de doorvoer gevuld is met gietmassa(14).

9. Doorvoer volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de gietmassa (14) van het 2-componenten type en verhardbaar is. 7803573