NL7907795A - Rookgasbehandeling. - Google Patents

Rookgasbehandeling. Download PDF

Info

Publication number
NL7907795A
NL7907795A NL7907795A NL7907795A NL7907795A NL 7907795 A NL7907795 A NL 7907795A NL 7907795 A NL7907795 A NL 7907795A NL 7907795 A NL7907795 A NL 7907795A NL 7907795 A NL7907795 A NL 7907795A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
suspension
flue gas
amount
compressed gas
pipe
Prior art date
Application number
NL7907795A
Other languages
English (en)
Other versions
NL185394B (nl
Original Assignee
Duesseldorf Stadtwerke
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Duesseldorf Stadtwerke filed Critical Duesseldorf Stadtwerke
Publication of NL7907795A publication Critical patent/NL7907795A/nl
Publication of NL185394B publication Critical patent/NL185394B/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23JREMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES 
    • F23J15/00Arrangements of devices for treating smoke or fumes
    • F23J15/003Arrangements of devices for treating smoke or fumes for supplying chemicals to fumes, e.g. using injection devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/34Chemical or biological purification of waste gases
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D53/00Separation of gases or vapours; Recovering vapours of volatile solvents from gases; Chemical or biological purification of waste gases, e.g. engine exhaust gases, smoke, fumes, flue gases, aerosols
    • B01D53/34Chemical or biological purification of waste gases
    • B01D53/46Removing components of defined structure
    • B01D53/48Sulfur compounds
    • B01D53/52Hydrogen sulfide
    • B01D53/526Mixtures of hydrogen sulfide and carbon dioxide

Description

s u -* *
Ww 8505
Rookgasbehandeling.
De uitvinding "betreft een werkwijze voor het neutraliseren en afscheiden van zure respektievelijk zuurhoudende, schadelijke stoffen in rookgassen van verbrandingsinstallaties, in het bijzcn-5 der afvalverbrandingsinrichtingen, waarbij nuttig gebruik wordt gemaakt. van de afvalwarmte en eerst in het rookgas een suspensie uit bastsch.:reagerende vaste stoffen, bijvoorbeeld kalk en water of dergelijke, zeer fijn verdeeld en in zodanige hoeveelheid ingebracht wordt, dat zich door middel van de rookgasrestwarmte een droog, 10 neutraal zout vormt, dat dan tezamen met de vliegas, bijvoorbeeld met behulp van een gebruikelijke stofafscheider, uit het rookgas verwijderd wordt. Voorts betreft de uitvinding een inrichting in het bijzonder voor het uitvoeren van deze werkwijze met een verstui-vingsinrichting voor het in zeer fijne deeltjes verdeeld en tege-15 lijkertijd bestuurd inbrengen van de suspensie in het rookgas.
Om zure, respektievelijk zuurhoudende, schadelijke stoffen in rookgassen van verbrandingsinstallaties te neutraliseren worden volgens de stand van de techniek in die rookgassen neutraliserings-middelen, bijvoorbeeld waterige kalksuspensies, door middel van met 20 sen pomp aangedreven vloeistofverzuivers continu ingesproeid. Hierdoor gaan de schadelijke stoffen, onder het tegelijkertijd opdrogen van de met de suspensie tezamen ingebrachte draagvloeistcf over in neutrale zouten, welke dan tezamen met de vliegas in een stofafscheider uit het rookgas verwijderd worden.
25 Sen dergelijke neutralisering geschiedt tot dusverre bij rookgastemperaturen van meer dan 500° C, zodat met inachtneming van de door het dauwpunt bepaalde temperatuurgrens een afkoeltrajeet van ca. 350 £ beschikbaar is. Dit grote afkoeltraject veroorlooft het inbrengen van betrekkelijk grote hoeveelheden vloeistof in de 30 vorm van zeer dun vloeibare suspensies, met dienovereenkomstige bevordering van de verdeling in het rookgas en daardoor van de chemische reactie.
Wanneer echter rookgassen worden toegevoerd, afkomstig uit installaties met gebruikmaking van restwarmte, dan zijn voor een 7907795 r' - 2 - dergelijk, ach.tergeschak.eld procédé slechts rookgastemperaturen van 200 - 250° C en daardoor slechts een afkoeltraject van ca. 100 K heschikbaar. Wanneer het hij de verbrandingsinstallatie bovendien nog gaat om een afvalverbrandingsinstallatie, waarbij hetrogene 5 brandstof wordt verwerkt, dan treden daarboven ook nog schommelingen op niet slechts in de rookgashoeveelheid, doch ook in de concentratie schadelijke stoffen. Teneinde nu ook bij hoge concentraties van schadelijke stoffen de gewenste vermindering van schadelijke stoffen te waarborgen., wordt het neutraliseringsmiddel steeds op de 10 hoogste waarde uit rookgashoeveelheid en concentratie gedoseerd, hetgeen uiteraard een hoog -verbruik meebrengt. Anderzijds oriënteert zich bij het starrer. systeem de in te brengen waterhoeveelheid op de geringste voérkomende rookgashoeveelheid.
Doel van de uitvinding is nu een werkwijze voor het neutra-15 liseren van de zure respektievelijk. zuurhoudende, schadelijke stoffen in rookgassen met droge neutrale zoutafscheiding, welke ook bij lagere gastemperaturen, zoals deze achter installaties met een nuttige gebruikmaking van afvalwarmte gebruikelijk zijn, goed functioneert. Voorts- wordt met de uitvinding een inrichting voor het zo-20 danig uitvoeren van deze werkwijze beoogd, dat bij deze omstandigheden een zo economisch mogelijke werking mogelijk is en wel vooral wat betreft de slijtage aan de installatie, en het verbruik aan neutraliseringsmiddel.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een werk-25 wijze, waarbij een dikvloeibare suspensie met een mengverhouding vaste stof : vloeistof tussen 1 : 20 en 1 : 2, bij voorkeur tussen 1 : 6 en 1 : 3 wordt toegepast, die in het rookgas met gebruikmaking van een gasvormig verstuivingsmiddel verdeeld wordt. Op grond van de toepassing van een dergelijke dikvloeibare suspensie koelen 30 de rookgassen slechts betrekkelijk weinig af, zodat neutralisering en opdroging van de neutraliseringsprodukten ook bij rookgastempe-raturen van 200 - 250° C kan plaats vinden, zonder dat het dauwpunt bereikt wordt. Bij toepassing van een gasvormig verstuivingsmiddel, waarvoor persgas, in het bijzonder perslucht of stoom bijzonder 7907795 - 3 - λ goed geschikt zijn, is het bovendien mogelijk, dat de suspensie in de toevoerleidingen zonder hoge pompdruk en met lage snelheid getransporteerd kan worden, zodat door de op zichzelf zeer erosief werkzame suspensie, nauwelijks slijtage optreedt en wel in het bij-5 zonder niet aan de voor de kwaliteit, van de verstuiving werkzame delen.
In nadere uitwerking volgens de uitvinding is er in voorzien, dat de hoeveelheid ingebrachte suspensie en/of verstuivingsmiddelen overeenkomstig de veranderingen van de rookgashoeveelheid en/of 10 hoeveelheid schadelijke stoffen aangepast worden voor het bereiken van een zo veel mogelijk stoechiometrisch aflopend neutraliserings-proces. Door deze maatregel is de uitgevonden werkwijze bijzonder geschikt voor verbrandingsinstallaties, waarbij de rookgashoeveelheid en - atmosfeer voortdurend verandert, zoals speciaal het geval 15 is bij vuilverbrandingsinstallaties. Aldus kan het verbruik aan neutralisering- en verstuivingsmiddelen op economische wijze laag gehouden worden.
De aanpassing dient daarbij zodanig te geschieden, dat bij verandering van de rookgashoeveelheid zowel de hoeveelheid inge-20 brachte suspensie als verstuivingsmiddel overeenkomstig gewijzigd worden en bij verandering van slechts de concentratie aan schadelijke stoffen, uitsluitend de suspensiehoeveelheid wordt veranderd.
Voorts is er, overeenkomstig de uitvinding in voorzien, dat de suspensie nagenoeg drukloos in het rookgas ingebracht wordt en 25 vervolgens wordt verstoven, waardoor erosieve veranderingen van de, voor constante kwaliteit van de verstuiving essentiële bouwelementen praktisch uitgesloten zijn.
De inrichting van de in de aanhef vermelde soort wordt volgens de uitvinding nader gekenmerkt, doordat de verstuivingsinrich-30 ting als pers gas ver stuiver, bijvoorbeeld persluchtverstuiver of als stocmverstuiver uitgevoerd is. Deze verstuiver is bijzonder geschikt voor het verdelen van een dikvioeibare suspensie in rookgas, aangezien in dat geval de suspensie betrekkelijk langzaam in de buisleidingen kan worden getransporteerd, waardoor nauwelijks slij-35 tage optreedt. Bovendien kan met een drukgasverstuiver een betere 73 0 77-9 5 % * en gemakkelijker instelbare, uiterst fijne verdeling in bet rookgas worden bereikt, waardoor de inrichting economischer kan werken.
De drukgasverstuiver kan daarbij in hoofdzaak uit een druk- ' generator en tenminste een verstuivingsorgaan in een, als contact-5 traject uitgevoerd gedeelte van het rookgaskanaal achter een verbrandingsinstallatie bestaan. Er kan echter ook, naar gelang van het dwarsprofiel van het contacttraject, zijn voorzien in een aantal verstuivingsorganen in één en/of, bij geschikte afstand ten opzichte van elkaar, verschillende vlakken .
10 Het verstuivingsorgaan zelf bevat, volgens een nadere bij zonderheid overeenkomstig de uitvinding een toevoerbuis voor de suspensie, alsmede een persgasbuis, die aan zijn uiteinde uitmondt véor het uittreeëinde van de toevoerbuis. Daarbij dient het uittree-einde van de persgasbuis zodanig op dat.van de toevoerbuis te zijn 15 gericht, dat de suspensie eerst na het uittreden van verstuivings-medium wordt aangegrepen, teneinde aldus erosieve verschijnselen te. vermijden. Bij voorkeur dient het uittreeëinde van de persgasbuis haaks op dat van de toevoerbuis te verlopen. In nadere uitwerking van de uitvinding is er· in voorzien, dat de persgasbuis als concen-20 trisch ten opzichte van de toevoerbuis aangebrachte mantelbuis is uitgevoerd, aan het einde waarvan een U-vormig leidingstuk voor. het vormen van het uittreeëinde is aangebracht, waardoor een zeer compacte constructie wordt verkregen, waarbij het verstuivingsmedium tevens als isolatie enerzijds de rookgastemperatuur verwijderd houdt 25 van het neutralisatiemiddel en anderzijds, door toegepaste verwarming bij gebruik van op zichzelf koud persgas - bijvoorbeeld perslucht - het onderschrijden van het dauwpunt aan de buitenste buis voorkomt. Bij toepassing van stoom geschiedt de afscherming ten opzichte van het rookgas ênerzijds respektievelijk ten opzichte van 30 het neutraliseringsmiddel, anderzijds door verdere concentrisch aangebrachte, luchtspleten vormende buizen.
Volgens de uitvinding is er voorts in voorzien, dat de toevoerbuis in het bereik van het uittreeëinde axiaal beweegbaar wordt geleid in een afstrijkring. Door het heen en weer bewegen van de 7907795 - 5 - toevoerbuis kunnen afzettingen in het bereik van het uittreeëinde worden afgesteken, waardoor de verstuivingsgeometrie en daardoor de verstuivingskwaliteit behouden blijft. De axiale beweging kan daarbij door een in een cilinder te bewegen aandrijfzuiger plaats vin-5 den, welke met de toevoerbuis is verbonden, en waarvan de ene zijde tegen de werking van een veer in met een drukmiddel kan worden belast. Voor de, bij voorkeur periodieke, belasting met druk, bijvoorbeeld door middel van een tijdschakelautomaat, kan dan een tweeweg-magneetventiel worden toegepast, dat met de persgasgenerator ver-10 bonden is.
Overeenkomstig een verdere bijzonderheid, volgens de uitvin- ; ding wordt voorgesteld, dat het verstuivingsorgaan is voorzien van een bolscharnier-bevestigingsinrichting voor het inbouwen in de . wand van het contacttraject. Hierdoor is het mogelijk, de straalin-15 richting optimaal aan te passen aan de eigenaardigheden van de rookgasstroom.
Als verdere bijzonderheid overeenkomstig de uitvinding wordt: voorgesteld, dat bij toepassing van · perslucht is voorzien in een verwarming voor het persgas, enerzijds teneinde ook *s winters te 20 kunnen werken en anderzijds om afkoeleffekten tot in het bereik van een dauwpunt met afzettingen en corrosie aan de rookgas zij de van het verstuivingsorgaan te vermijden.
Overeenkomstig de uitvinding kan voorts de pers gas ver stuiver zijn voorzien van een verstelinrichting voor de persgashoeveelheid, 25 waardoor het mcgelijk is de ingebrachte hoeveelheid verstuivings-middel aan tegpassen aan de momentele rookgashoeveelheid. Voorts is het van belang, dat de inrichting een verstelinrichting voor de sus-pensiehoeveelheid bevat, teneinde ook op veranderingen van de hoeveelheid schadelijke stoffen, zij het door verandering van rookgas-30 hoeveelheid of van de concentratie schadelijke stoffen dienovereenkomstig te kunnen reageren, om aldus een nagenoeg stoechiometrisch aflopend neutraliseringspcoues te bereiken.
teneinde dit te automatiseren, dient de inrichting volgens de uitvinding een me etinrichting voor de rockgashoeveelheid én een 35 inrichting voor het meten van de concentratie schadelijke stoffen 7907795 ......-6- lï *> te bevatten, welke via een besturingsinrichting zodanig met de in-stelinrichting voor de persgashoeveelheid en de verstelinrichting voor de suspensiehoeveelheid verbonden zijn, dat bij verandering “ van de hoeveelheid rookgas een dienovereenkomstige verandering zo-5 wel van de hoeveelheid persgas, als van de hoeveelheid suspensie, bij verandering van'uitsluitend de concentratie schadelijke stoffen slechts een dienovereenkomstige verandering van de suspensie-hoeveelheid en bij verandering van zowel de rookgashoeveëlheid als van de concentratie schadelijke stoffen een dienovereenkomstige 10 verandering van de hoeveelheid persgas en suspensie plaats vindt. Hierdoor wordt: een zo laag mogelijk verbruik aan neutraliserings-middel bij optimaal neutraliseringseffekt bereikt.
Een verdere bijzonderheid volgens de uitvinding bestaat hierin, dat zich tussen de bereidingsinrichting voor de suspensie en 15 de persgasverstuiver een overloopinrichting voor het instellen van het niveauverschil, dat wil zeggen het verval in de toeloop naar de persgasverstuiver bevindt. Het transport van de suspensie in de rookgasstroom geschiedt dan uitsluitend op grond van dit verval, zodat slechts lage snelheden en drukken optreden, hetgeen tot vermin-20 dering van slijtage bijdraagt. Die overloopinrichting kan daarbij zijn voorzien van een terugloopleiding naar de bereidingsinrichting.
Hierdoor is het mogelijk dat de aan de overloopinrichting toegevoerde hoeveelheid suspensie tenminste het dubbele bedraagt van de aan de persgasverstuiver toegevoerde hoeveelheid suspensie. Door 25 deze voortdurende circulatie worden kalkafzettingen, welke speciaal bij toepassing van dik-vloeibare suspensies kunnen voorkomen, betrouwbaar voorkomen.
Teneinde de in de rookgasstroom in te brengen hoeveelheid suspensie te kunnen instellen is er, overeenkomstig de uitvinding, 30 in voorzien, dat de overloop een hoogteverstelinrichting bevat-
Aldus kan het verval in de toeloop naar de persgasverstuiver gewijzigd worden, hetgeen een dienovereenkomstige wijziging van de toegevoerde hoeveelheid suspensie tot gevolg heeft. De hoogt einstelling kan daarbij bestaan uit een telescopisch uit- en intrekbare over-35 loopbuis, waarvan het verplaatsbare deel van de overloopbuis is 7907795 > i - T - verbonden, met een electrische instelmotor. Uiteraard kunnen echter ook andere instelaandrijvingen worden toegepast.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar een in de tekening, uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding, 5 weergegeven uitvoeringsvorm nog nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een stroomschema van de inrichting voor het neutraliseren van schadelijke stoffen in rookgassen bij toepassing van vooraf verkregen perslucht als verstuivingsmiddel en kalkhy-draat als neutraliseringsmiddel; 10 fig. 2 is een doorsnede van een verstuivingsorgaan van de in richting volgens fig. 1; fig. 3 is een dwarsdoorsnede van een overloopinrichting bij de inrichting volgens fig. 1; fig. h is een werkwijzeschema van een inrichting voor het 15 neutraliseren van schadelijke stoffen in rookgassen bij toepassing van stoom als verstuivingsmiddel en kalkhydraat als neutraliseringsmiddel; fig. 5 is een dwarsdoorsnede van een verstuivingsorgaan van de inrichting volgens fig. h.
20 fig. 1 laat een inrichting voor het neutraliseren van een rookgasstroom zien. Deze inrichting bevat een bereidingsinrichting 1, in hoofdzaak bestaande uit een houder 2 met kalkhydraat en een voorraadtank 3 met een suspensie uit kalkhydraat en water. Het kalkhydraat wordt door middel van een met een motor (M) aangedreven 25 schrceftransporteur h in de voorraadtank 3 ingebracht, terwijl er voor het water een watertoevoerleiding 5 is, welke met een vlotter 6 wordt bestuurd en tevens, via een regelcircuit Ts met de schroef-transporteur k verbonden is, zodat een constante samenstelling van de suspensie is gewaarborgd. Ofschoon bij het weergegeven uitvoe-30 ringsvoorbeeld wordt gewerkt met een mengverhouding van 1 : h, kunnen met deze inrichting alle mengverhoudingen, welke van belang zijn, gemakkelijk worden ingesteld. Aanvullend is nog voorzien in een, in de suspensie ingedompelde roerinrichting 8.
Vanuit deze bereidingsinrichting 1 wordt de suspensie door 35 middel van een, met een motor (M) aangedreven, pomp 9 via de 7907795 "............ .......... "-8- toevoerleiding 10 naar een overloopinrichting 11 gepompt, bestaande uit een houder 12 en een daarin aangebrachte overloopbuis 13.
' . Via in die buis 13 aangebrachte ópeningen alsmede via een afvoer-leiding 1U kan overtollige, getransporteerde suspensie weer terug-5 stromen naar de voorraadtank 3- Aangezien de pomp 9 steeds aanzienlijk méér transporteert, dan nodig is, en wel meer dan ca. ongeveer het dubbele, ontstaan er aldus een kringloop, welke enerzijds het suspensieniveau in de overloopinrichting 11 overeenkomstig de hoogte van de ópeningen in de overloopbuis 13 constant houdt en er an-10 derzijds kalkafzettingen in het systeem tegengaat.
De overloopbuis 13 is telescopisch in hoogte verstelbaar, . zodat het niveau van de suspensie ingesteld respektievelijk veranderd kan worden. Dit geschiedt via een verstelaandrijving, bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld door middel van een stelmotor 15» 15 welke door middel van een kruk 16, een verbindingsstang 17, een dubbele hefboom 18, alsmede een verdere verbindingsstang 19 verbonden is met het boveneinde van de overloopbuis 13.
Van. de overloopinrichting 11 loopt de toevoerleiding 10. verder naar het verstuivingsorgaan 20 van een persluchtverstuiver 21. 20 Deze verstuiver 21 bevat naast het verstuivingsorgaan 20 een druk-generator, welke bestaat uit een, met een motor (M) aangedreven, verdichter 23, een persluchtvoorraadhouder 2b en een daarachter opgestelde verwarming 25. Tussen verdichter 23 en persluchtvoorraadhouder 2b is een regelcircuit 26 geschakeld, teneinde een con-25 stant mogelijke vulling van de voorraadhouder 2b te verzekeren.
Van de drukgeneratorinrichting 22 komt de perslucht via persluchtleiding 27 naar het verstuivingsorgaan 20. Dit verstuivingsorgaan 20 is door middel van een bolscharnier 28 gelegerd in de wand 29 van een rookgaskanaal en reikt daar met zijn uittree-30 einde 31 tot ongeveer in het midden in. Het uittreeëinde 31 ligt daarbij lager, dan het niveau van de suspensie in de overloopinrichting 11, zodat er tussen deze beide een toeloopverval is, dat zorgt voor het transport van de suspensie door de toevoerleiding 10 en het uittreden van die suspensie aan het uittreeëinde 31 van 35 het verstuivingsorgaan 20. Door verandering van het suspensieniveau 7907795
Μ W
- 9 - in de overloopinrichting 11 kan het toeloopverval en daardoor de aan het verstuivingsorgaan 20 'uittredende hoeveelheid suspensie dienovereenkomstig veranderd worden.
De perslucht, zelf treedt via een U-vormig leadingsstuk 32 5 haaks ten opzichte van de suspensie uit, welke daarbij in de richting van de rookgasstroom, wordt verstoven. De uittredende hoeveelheid perslucht kan daarbij door middel van een, met een verstelmo-tor 33 uitgerust ventiel 3¾ ingesteld worden.
Het verstellen van het suspensieniveau en daardoor van de, 10 in de rookgasstroom uittredende hoeveelheid suspensie, alsmede de verstelling van het ventiel 3½ en daardoor van de er uit tredende hoeveelheid verstuivingslucht geschiedt automatisch door middel van een besturingsinrichting. Deze verkrijgt informaties over de betrokken rcokgashoeveelheid van een rookgashoeveelheidsmeetinrichting 15 35» welke als Venturimondstuk in het rookgaskanaal 30 aangebracht is, alsmede via een in het rookgaskanaal 20 reikende sonde 36 met anaiysetoestel, zodat de concentratié schadelijke stoffen evenredig aan de rookgashoeveelheid wordt vastgesteld.
Het door de rookgashoeveelheidmeetinrichting 32 afgegeven 20 signaal wordt via het besturingsdeel 37 als instelgrootheid gebruikt voor het ventiel 3^ en wel zodanig, dat bij vergroting van de hoeveelheid rookgas ook de persluchthoeveelheid toeneemt. Tevens wordt het signaal doorgegeven aan een verder besturingsdeel 38, dat met de stelmotor 15 van de overloopinrichting 11 verbonden is en 25 aldus tevens zorgt voor dienovereenkomstige vergroting van de hoeveelheid suspensie. Daarbij blijft dus de hoeveelheidsverhouding tussen perslucht en suspensie constant.
Wanneer nu de concentratie schadelijke stoffen verandert, loopt het door de sonde 36 afgegeven signaal naar de besturingsdeel 30 38 en van hier uit naar de stelmotor 15♦ In dat geval wordt slechts het suspensieniveau en daardoor de hoeveelheid verstuivende suspensie veranderd, terwijl de hoeveelheid perslucht constant blijft.
Verandert zowel de rookgashoeveelheid als de schadelijke stof-ccncentratie dan vindt geen evenredige verandering van de pers-35 luchthoeveelheid en de suspensiehoeveelheid meer plaats. Het van de 7907795 — 10 — *· * rookgashoeveelheidmeetinrichting 35 afkomstige signaal wordt dan namelijk, wat "betreft de suspensiehoeveelheid door het van de sonde 36 afkomstige signaal' in het besturingsdeel 38 versterkt of dienovereenkomstig verzwakt, zodat de hoeveelheid suspensie sterker 5 wordt veranderd dan de persluchthoeveelheid.
Overigens bevindt zich in de persluchtleiding 27 alsmede in de toevoerleiding 10 en de afvoerleiding it· telkens een meetplaats 39» Uo, Ui, waarvan de meetwaarden worden omgezet in signalen, die naar de betrokken besturingsdelen 37, 38 als instelsignalen terug-10 geleid worden.
Op de bereidingsinrichting 1 en de drukgeneratorinrichting 22 kunnen naar behoefte aftakkingen worden aangesloten van de toe-' voerleiding 10 respektievelijk van de persluchtleiding 27 naar verdere verstuivingsorganen. In de tekening is dit met de leidingen 15 1+2 aangeduid.
Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van het verstuivingsorgaan 20. Dit bevat een toevoerbuis 1+3 9 via welke de suspensie in de richting naar het uittreeëinde 31 kan lopen. Deze toevoerbuis 1+3 wordt concentrisch omgeven door een mantelbuis bb, welke aan zijn ene einde 20 in verbinding staat met de persluchtleiding 27 en aan zijn andere einde met het U-vormige leidingsstuk 32 en aldus dienst doet voor het persluchttransport. De monding 1+5 van dit leidingsstuk 32 bevindt zich onder en staat haaks op de monding b6 van de toevoerbuis U3, zodat de uit het leidingsstuk 32 stromende perslucht de 25 van de toevoerbuis 1+3 afkomstige suspensie meesleurt en daarbij uiterst fijn verdeeld verstuift.
De toevoerbuis U3 wordt axiaal verplaatsbaar in de mantelbuis bb geleid. Voor de axiale beweging is voorzien in een aandrijf-inrichting lj-7 met een zuiger 1*8, welke door middel van een schroef-30 verbinding is verbonden met de toevoerbuis 1+3 en in een cilinder 1+9 loopt. Aan de in de figuur linker zijde hiervan is voorzien in een drukruimte 50, welke in verbinding staat met een tveeweg-magneet-ventiel 51, dat dienst doet voor de besturing van de pers- of druk-middeltoevoer van de drukruimte 50 en daardoor ook van de zuiger bQ. 35 De naar het tveeweg-magneetventiel 51 lopende persmiddelleiding 52 7907795 φ · - 11 - kan daarbij op de persluchtleiding 27 aangesloten zijn.
Door het periodiek omstellen van het tweewegmengventiel 51 kan de drukruimte 50 belast en ontlast worden, zodat de zuiger naar rechts en, na ontlasting, door een veer 53 weer naar links gedrukt 5 wordt. Hierdoor wordt het uitstekende, vrije einde van de toevoerbuis 43 ingetrokken, zodat de aldaar aanwezige afstrijkring 54 eventueel afgezette kalk-stofresten afstrijkt en aldus de monding 46 steeds schoon houdt. De onder verstuiverdruk staande mantelruimte -van de coaxiaal aangebrachte leiding zorgt er, tezamen met de ruime 10 tolerantie van het vrije einde voor, dat het af gestreken materiaal weggeblazen, wordt.
De eenheid bestaande uit toevoerbuis 43 en mantelbuis 44 is via het kogelscharaier 28 in de wand 29 van het rookgaskanaal 30 verstelbaar gelegerd, zodat het verstuivingsorgaan 20 optimaal in 15 stand aangepast kan worden aan de telkens wisselende omstandigheden van de rookgasstroom.
Fig. 3 toont, eveneens in dwarsdoorsnede, de overloopinrich-ting 11 met de houder 12, de overloopbuis 13 en de instelmotor 15 op vergrote schaal. De overloopbuis 13 heeft een geringere diameter, 20 dan de daar onder op aansluitende afvoerleiding 14, zodat deze beide telescopisch in- respektievelijk uit elkaar bewogen kunnen worden.
Door een flexibele balg 55 kunnen desgewenst deze beide buizen ten opzichte van elkaar afgedicht worden. 3oven de balg 55 bevat de overloopbuis 13 een aantal overloopopeningen 56, waarvan de onder-25 randen de hoogte van het suspensieniveau bepalen.
Het boveneinde van de overloopbuis 13 is met de dubbele hefboom 18 scharnierbaar verbonden, waarbij hier, in tegenstelling met fig. 1, de verbindingsstang 19 wegvalt. Deze functie wordt hierbij vervuld door de dubbele hefboom 18, welke daartoe zwehkbaar aan een, 30 aan de houder 12 gelegerd, kantelorgaan 57 scharnierbaar bevestigd is. Het ondereinde van de dubbele hefboom 18 is, via de verbindingsstang 17 met, de op de stelmotor 15 zittende, kruk 16 verbonden.
De overloopbuis 13 is met getrokken lijnen in zijn hoogste stand weergegeven, dat wil zeggen dat daarbij het verval in de rich-35 ting naar het in fig. 1 weergegeven verstuivingsorgaan 20 en daar- 7907795 - 12 - door ook de ingébrachte suspensiehoeveelheid het grootst is. Door de kruk 16 tegen de klokwi jzerrichting in te draaien, neemt het stangenstelsel de met streeplijnen weergegeven stand in, waarin de overloopbuis 13 in de afVoerleiding 1k ingeschoven is. Dienovereen-5 komstig daalt het suspensieniveau, zodat het niveauverval naar het verstuivingsorgaan 20 afneemt.
Fig. k toont een werkwij ze-schema voor een inrichting ter neutralisering van een rookgasstroom. Deze inrichting is qua functie identiek met die volgens fig. 1 doch onderscheidt zich in op-10 bouw in uitrusting door toepassing van stoom in plaats van perslucht als verstuivingsmiddel.
Van de overloopinrichting 11 loopt de toevoerleiding 10 verder naar het verstuivingsorgaan 60 van een stoomverstuiver. Deze stoomverstuiver 61 bevat naast het verstuivingsorgaan 60 een stoornis generator, bestaande uit een stoomketel 62 voor verzadigde stoom of enigszins oververhitte stoom, een daarvoor benodigde verwarming 63 aan de waterzijde, bestuurd via de stoomdruk, alsmede geschikte waterbereidings- en navoedingsinrichtingen 6k. Het regelcircuit voor de voordruk 65 alsmede voor de watervulling 66 van de ketel 20 stellen binnen het kader van de daarvoor geldende, wettelijke bepalingen in staat tot een in verregaande mate van speciaal toezicht vrije werking.
Van de stoomketel 62 komt de stoom via de stoomleiding 67 naar het verstuivingsorgaan 60, dat door middel van een kogelschar-25 nier 28 in de wand 29 van een rookgaskanaal 30 gelegerd is en met zijn uittreeëinde 68 tot ongeveer in het midden van het rookgaskanaal reikt. Het uittreeëinde 68 ligt daarbij lager, dan het.suspensieniveau in de overloopinrichting 11, zodat er tussen deze beide een toevoerniveauverschil is, dat zorgt voor het transport van de 30 suspensie döor de toevoerleiding 10 en voor het uittreden daarvan aan het uittreeëinde 68 van het verstuivingsorgaan 60. Door verandering van het suspensieniveau in de overloopinrichting 11 kan het toevoerniveauverschil of -verval en daardoor tevens de aan het verstuivingsorgaan 60 uittredende hoeveelheid dienovereenkomstig 35 gewijzigd worden.
7907795 - 13 -
De stoom zelf treedt via een U-vormig leidingstuk 69 haaks ten opzichte van de suspensie uit, welke daarbij in de richting van de rookgasstroom verstoven wordt. De uittredende stoomhoeveel-heid kan daarbij worden ingesteld via een, van een verstelmotor 33 5 voorzien ventiel 3k.
Het verstellen van het suspensieniveau en daardoor van de in de rookgasstroom uittreden hoeveelheden suspensie, alsmede het verstellen van het ventiel 3k en daardoor van de uittredende hoeveelheid verstuivingsstoom geschiedt automatisch door middel van 10 een besturingsinrichting, zoals in verband met figl 1 is beschreven.
Op de bereidingsinrichting 1 en de drukgenerator respektie-velijlc stoomketel 62 kunnen naar behoefte aftakkingen van de toe-voerleiding 10 respektievelijk van de stoomleiding 67 aangesloten worden, naar verdere verstuivingsorganen. Dit is hier door middel 15 van de leidingen k2 aangegeven.
Fig. 5 is een dwarsdoorsnede van het verstuivingsorgaan 60. Dit bevat een toevoerbuis U3, via welke de suspensie in de richting naar het uittreeëinde 68 lopen kan. Deze toevoerbuis k-3 wordt concentrisch omgeven door een mantelbuis kk, welke tot taak heeft 20 enerzijds de toevoerbuis k3 tegen inwerking van de warmte van de verstuivingsstoom af te schermen en anderzijds condensatie van die verstuivingsstoom aan de koude toevoerbuis k3 te verhinderen. De toevoerbuis k3 en de mantelbuis Uk worden door een verdere mantel-buis 70 concentrisch omgeven. Deze mantelbuis 70 verbindt ëner-25 zijds de stoomtoevoerleiding 67 met het U-vormige leidingsstuk 69 en doet aldus dienst voor het transport van de stoom. De stoomvoe-rende mantelbuis 70 is door een beschermende mantel 72 uit corro-siebestendig plaatmateriaal tegen aanraking doch ook tegen warmteverliezen naar buiten toe beschermd. De monding k5 van dit leidingsstuk k-9 bevindt zich onder en staat haaks op de monding k6 van de 30 toevoerbuis k3, zodat de uit het leidingsstuk 69 uitstromende stoom de uit de toevoerbuis k3 komende suspensie meesleurt en daarbij, uiterst fijn verdeeld, verstuift.
De toevoerbuis k3 wordt in de mantelbuis kk axiaal verplaatsbaar geleid. Voor de axiale beweging is voorzien in aandrijfin- 7907795 - 1¾. - riciiting kj met een aandrijf zuiger U8, welke met de toevoerbuis k3 door middel van een schroefverbinding verbonden is en in een cilinder k9 loopt. Aan de in deze figuur linker zijde is voorzien in een drukruimte 50, welke met het tweeweg-magneetventiel . 51 in verbin-5 ding staan, dat dienst doet voor de besturing van de drukmiddeltoe-voer naar de drukruimte 50 en daardoor tevens naar de zuiger ^8.
De naar het tweeweg-magneetventiel 51 lopende drukmiddelleiding 52 kan daarbij op de stoomleiding 67 aangesloten zijn. De functie van deze axiale verplaatsingsinrichting als reinigingsinrichting voor 10 de uittreeopening komt overeen met hetgeen in dit verband onder verwijzing naar fig. 1 beschreven is.
Ter versterking van de warmtebeschermende werking van de toevoerbuis ^3 is de ruimte tussen deze toevoerbuis ^3 en de mantel-buis kk voorzien van boringen 73 voor toestromende lucht en van een 15 ruim gedimensioneerde spleet 7^ aan de rookgaskanaalzijde. De in het rookgaskanaal steeds hersende onderdruk zorgt voor het transport van koude buitenlucht via de boringen 73 tot voorbij de toevoerbuis lj-3 naar het rookgaskanaal, waarbij, die lucht zorgt voor een dienovereenkomstige koeling.
7907795

Claims (21)

1. Werkwijze voor het neutraliseren en afscheiden van zure respektievelijke zuurhoudende, schadelijke stoffen in rookgassen van verbrandingsinstallaties, in het bijzonder vuilverbrandings-5 installaties en met nuttige gebruikmaking van de afvalwarmte, waarbij aanvankelijk in het rookgas een suspensie uit basisch reagerende vaste stoffen, bijvoorbeeld kalk en water of dergelijke, uiterst fijn verdeeld in zodanige hoeveelheid ingebracht wordt, dat zich door middel van de rookgasrestwarmte een droog, neutraal zout vormt, 10 dat tezamen met de vliegas bijvoorbeeld met behulp van een gebruikelijke stof af scheider uit het rookgas verwijderd wordt, met het kenmerk, dat een dik vloeibare suspensie met een mengverhouding tussen 1 : 20 en 1: 2, bij voorkeur tussen 1 : 6 en 1 : 3 wordt toegepast, welke in het rookgas met gebruikmaking van een gasvormig 15 verstuivingsmiddel verdeeld wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoeveelheid ingebrachte suspensie en/of verstuivingsmiddel overeenkomstig de veranderingen van de rookgashoeveelheid en/of de hoeveelheid schadelijke stoffen voor het bereiken van een nagenoeg stoechio- 20 metrisch aflopend neutraliseringsproces aangepast wordt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat bij veranderingen van de rookgashoeveelheid zowel de hoeveelheid ingebrachte suspensie als verstuivingsmiddel dienovereenkomstig gewijd zigd worden.
25 Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat bij veranderingen van uitsluitend de concentratie schadelijke stoffen slechts de suspensiehoeveelheid gewijzigd wórdt.
5. Werkwijze volgens tenminste éên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de suspensie nagenoeg drukloos in het rookgas 30 ingebracht en vervolgens verstoven wordt.
6. Werkwijze volgens tenminste êên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat als gasvormig verstuivingsmiddel stoom of persgas, zoals perslucht toegepast wordt. 7907795 - 16 -
7· Inrichting voor het neutraliseren van zure respectievelijk. .zuurhoudende, schadelijke stoffen in het rookgas van verbrandingsinstallaties , in het bijzonder vuilverbrandingsinstallaties, met nuttige gebruikmaking van de afvalwarmte, met een bereidingsinrieh— 5 ting voor het bereiden van een suspensie uit basisch reagerende vaste stoffen, bijvoorbeeld kalk en water of dergelijke, alsmede een verstuivingsinrichting voor het uiterst verdeeld inbrengen van die suspensie in het rookgas in het bijzonder voor het uitvoeren van de werkwijze volgens tenminste ëën der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de verstuivingsinrichting als persgasver stuiver (21) of als stoomverstuiver (60) uitgevoerd is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de persgasverstuiver als persluchtverstuiver (21) uitgevoerd is.
9· Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat 15 de pers gas ver stuiver (21) in hoofdzaak uit een drukgenerator, dat wil zeggen een drukopwekinrichting (22) en tenminste ëën verstui-vingsorgaan (20) in een, als contacttraject uit gevoerd, gedeelte .van dat rookgaskanaal (30) achter een verbrandingsinstallatie. be*4 staat. 20 10. ‘ Inrichting volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat het verstuivingsorgaan (20) is voorzien van een toevoerbuis (1+3) voor de suspensie, alsmede‘van een persgasbuis {bh), waarvan het uittree-einde (1+5) voor dat van de toevoerbuis (1+3) uitmondt.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het 25 uittreeëinde (1+5) van de persgasbuis (1+1+) zodanig op dat van de toevoerbuis (1+3) gericht is, dat de suspensie eerst na het uittreden (1+5) door het persgas of de stoom wordt aangegrepen.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het uittreeëinde (1+5) van de persgasbuis (1+1+) haaks op dat van 30 de toevoerbuis (1+3) verloopt.
13- Inrichting volgens tenminste ëën der conclusies 10 -12, met het kenmerk, dat de persgasbuis (1+1+) als concentrisch ten opzichte van de toevoerbuis (1+3) aangebrachte mantelbuis (1+1+) uitge-voerd is, op het einde waarvan een U-vormig leidingsstuk (32) voor 35 het vormen van het uittreeëinde (1+5) aansluit. 7907795 - 17 -
14. Inrichting volgens tenminste één der conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat de toevoerbuis (43) in het bereik van het zich g.g.n de uittreeiijde bevindende einde axiaal beweegbaar geleid wordt in een afstrijkring (54).
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de toevoerbuis (43) met een, in een cilinder (49) te bewegen zuiger (48) verbonden is, waarvan één zijde tegen de werkzaamheid van een veer (53) in met druk belastbaar is.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat voor 10 de, bij voorkeur periodieke, reiniging van de verstuivingspunt is voorzien in .automatische belasting met drukmiddel van een tweeweg-magneetventiel (51), dat met de persgasgenerator (22) verbonden is. 17. 1 Inrichting volgens tenminste één der conclusies 9 - 16*, met het kenmerk, dat het verstuivingsorgaan (20) is voorzien een 15 bolscharnierbevestigingsinrichting (28) voor het inbouwen in de wand van het contacttraject (30)·
18. Inrichting volgens tenminste één der conclusies 7 - 1?, gekenmerkt door een persgasverwarming (25) voor de persgasverstuiver (21) bij toepassing van op zichzelf koude persgassen. 20 19* Inrichting volgens tenminste één der conclusies 7-18, met het kenmerk, dat de persgasverstuiver (21) is voorzien van een inrichting (33) (34) voor het verstellen van de persgashoeveelheid.
20. Inrichting volgens tenminste één der conclusies 7-19, gekenmerkt door een inrichting (11) voor het instellen van de hoe- 25 veelheid suspensie.
21. Inrichting volgens conclusies 19 en 20, gekenmerkt door een rookgashoeveelheidsmeetinrichting (35) en een inrichting (36) voor het meten van de concentratie aan schadelijke stoffen, welke via een besturingsinrichting zodanig met de verstelinrichting (33, 30 34) voor de persgashoeveelheid en de inrichting voor het verstellen van de suspensiehoeveelheid verbonden zijn, dat bij veranderingen van de rookgashoeveelheid een dienovereenkomstige verandering zowel van de persgashoeveelheid als van de suspensiehoeveelheid, bij verandering van uitsluitend de concentratie schadelijke stoffen slechts 35 een dienovereenkomstige verandering van de suspensiehoeveelheid, en 7907795 -18-- bij verandering van zowel de rookgashoeveelheid als van de concentratie schadelijke stoffen dienovereenkomstige hoeveèlheidverande-ringen van persgas en suspensie plaats vinden.
22. Inrichting volgens tenminste een der conclusies 7 - 21, 5 gekenmerkt door een overloopinrichting (11) tussen de bereidingsin-richting (1) en de persgasverstuiver (21).
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de overloopinrichting (11) is voorzien van een terugloop (11+) naar de berei dings inrichting (1), terwijl de aan de overloopinrichting (11) 10 toegevoerde hoeveelheid suspensie tenminste het dubbele bedraagt " van de hoeveelheid suspensie, welke aan de persgasverstuiver (21) toegevoerd wordt. 2h. Inrichting volgens conclusies 20 en 22 of 23, gekenmerkt door een verstelinrichting voor de hoogte van de overloop. J5 25. Inrichting volgens conclusie 2k3 met het kenmerk, dat de hoogteverstelinrichting bestaat uit een telescopisch uitzetbare overloopbuis (13).
26. Inrichting volgens conclusie 25, met-het-kenmerk-, dat -het verplaatsbare deel van de overloopbuis (13) verbonden is met een 20 electrische stelmotor (15)._______ ♦ 7907795
NLAANVRAGE7907795,A 1978-11-02 1979-10-23 Werkwijze en inrichting voor het neutraliseren en verwijderen van zure of zuurhoudende schadelijke stoffen, die aanwezig zijn in rookgassen van stookinrichtingen. NL185394B (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2847591A DE2847591C2 (de) 1978-11-02 1978-11-02 Verfahren sowie Vorrichtung zur Neutralisation saurer Schadstoffe in Rauchgasen von Feuerungsanlagen mit Abwärmenutzung
DE2847591 1978-11-02

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL7907795A true NL7907795A (nl) 1980-05-07
NL185394B NL185394B (nl) 1989-11-01

Family

ID=6053732

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7907795,A NL185394B (nl) 1978-11-02 1979-10-23 Werkwijze en inrichting voor het neutraliseren en verwijderen van zure of zuurhoudende schadelijke stoffen, die aanwezig zijn in rookgassen van stookinrichtingen.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4670221A (nl)
JP (1) JPS55109429A (nl)
AT (1) AT377451B (nl)
BE (1) BE879693A (nl)
CH (1) CH645033A5 (nl)
DE (1) DE2847591C2 (nl)
DK (1) DK147432C (nl)
FR (1) FR2440769A1 (nl)
GB (1) GB2040271B (nl)
IE (1) IE48640B1 (nl)
IT (1) IT1164748B (nl)
LU (1) LU81829A1 (nl)
NL (1) NL185394B (nl)
SE (1) SE438963B (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4666470A (en) * 1982-09-03 1987-05-19 Seac International B. V. Process for conditioning a gas stream charged with solid particles and/or vapors

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3003378A1 (de) * 1980-01-31 1981-08-06 Wintershall Ag, 3100 Celle Verfahren zum eliminieren von ssuren gasen aus den wasserstoffreichen abgasen des katalytischen reformierens von benzinkohlenwasserstoffen
US4310498A (en) * 1980-04-24 1982-01-12 Combustion Engineering, Inc. Temperature control for dry SO2 scrubbing system
GB2084896B (en) * 1980-10-03 1984-05-16 Lodge Cottrell Ltd Spray gas scrubbers
DE3140515A1 (de) * 1981-10-13 1983-04-21 Stadtwerke Düsseldorf AG, 4000 Düsseldorf Vorrichtung zur beseitigung bzw. vermeidung von wandablagerungen in spruehtrock nern zur neutralisation saurer bzw. saeurehaltiger schadstoffe im rauchgas von feuerungsanlagen
GB2115309A (en) * 1982-02-25 1983-09-07 Dresser Ind Improvements in or relating to absorption of pollutant material from a polluted gas
JPS60222132A (ja) * 1984-04-19 1985-11-06 Mitsubishi Heavy Ind Ltd 炭酸塩濃度調整方法
JPS60226403A (ja) * 1984-04-20 1985-11-11 Mitsubishi Heavy Ind Ltd 亜硫酸塩濃度調整方法
FR2579723B2 (fr) * 1985-04-01 1988-06-17 Henry Eugene Incinerateur de boues urbaines et ordures
US5076818A (en) * 1990-06-28 1991-12-31 Jonsson Kjartan A Gas cleaning methods and apparatus
US5188805A (en) * 1990-07-03 1993-02-23 Exxon Research And Engineering Company Controlling temperature in a fluid hydrocarbon conversion and cracking apparatus and process comprising a novel feed injection system
US5658540A (en) * 1991-02-06 1997-08-19 Valentino; Joseph V. High-tech computerized containment and treatment apparatus and process for combustion off-gas
US5103742A (en) * 1991-02-06 1992-04-14 Valentino Joseph V High-tech computerized off-gas combustion treatment and apparatus
US5282726A (en) * 1991-06-21 1994-02-01 Praxair Technology, Inc. Compressor supercharger with evaporative cooler
US5154734A (en) * 1991-07-12 1992-10-13 Calvert Environmental, Inc. Pollution control system and method of using same
KR940004118B1 (ko) * 1992-06-27 1994-05-13 아니코산업 주식회사 멀티 에젝터형(multi ejector)오염 및 유독개스 세정장치 및 그 방법
US5878675A (en) * 1995-10-13 1999-03-09 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Flue gas desulfurizer, boiler equipment and thermal electric power generation equipment
US5720926A (en) * 1995-11-01 1998-02-24 Environair S.I.P.A. Inc. Apparatus for removing a contaminant from a gas
JP3068452B2 (ja) * 1996-02-06 2000-07-24 三菱重工業株式会社 湿式排煙脱硫装置
US20030049182A1 (en) * 2000-05-01 2003-03-13 Christopher Hertzler System and method for abatement of dangerous substances from a waste gas stream
KR100479627B1 (ko) * 2002-05-25 2005-04-06 유니셈 주식회사 폐가스 처리용 습식 전처리 장치 및 그 전처리 방법
EP3960278A1 (en) * 2020-09-01 2022-03-02 Doosan Lentjes GmbH Reactor for cleaning flue gases, method for operating a reactor, spray nozzle and retrofit kit for a spray nozzle
EP3981501A1 (en) * 2020-10-09 2022-04-13 Doosan Lentjes GmbH Reactor for cleaning flue gases, method for operating a reactor, spray nozzle and method for operating the spray nozzle

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1911603A (en) * 1933-05-30 Spbayes
US469114A (en) * 1892-02-16 Egg-crate
US985963A (en) * 1910-05-31 1911-03-07 John Zellweger Air-purifying machine.
US1246355A (en) * 1915-05-03 1917-11-13 Carl C Thomas Process and apparatus for spraying liquids and treating gases.
US1564343A (en) * 1924-10-24 1925-12-08 William R Gibson Vacuum oil burner
US2311018A (en) * 1941-01-08 1943-02-16 Bahnson Co Atomizer
US4208381A (en) * 1970-12-04 1980-06-17 Hitachi, Ltd. Method and apparatus for cleaning waste flue gases
FR2148673A5 (en) * 1971-07-21 1973-03-23 Corson G & W H Treatment of flue gases - to remove sulphur dioxide by feeding slaked lime into hot gas stream
US3932587A (en) * 1971-12-09 1976-01-13 Rockwell International Corporation Absorption of sulfur oxides from flue gas
CA970047A (en) * 1972-05-08 1975-06-24 North American Rockwell Corporation Phase-scanned radiating array
JPS498459A (nl) * 1972-05-24 1974-01-25
JPS499472A (nl) * 1972-05-24 1974-01-28
JPS5239382B2 (nl) * 1972-05-24 1977-10-05
US3989465A (en) * 1973-03-07 1976-11-02 American Air Filter Company, Inc. Apparatus for controlling reaction conditions in a sulfur dioxide scrubber
JPS51143571A (en) * 1975-06-06 1976-12-09 Asahi Chem Ind Co Ltd A heat recovery method of exhaust gas
BE853325A (fr) * 1975-10-09 1977-10-07 Pfizer Procede et appareil de reduction de la teneur en anhydride sulfureux d'un gaz de carneau chaud
US4083932A (en) * 1976-05-12 1978-04-11 Ppg Industries, Inc. Method and apparatus for treating gases
US4070424A (en) * 1976-09-21 1978-01-24 Uop Inc. Method and apparatus for conditioning flue gas with a mist of H2 SO4
DE2739509C2 (de) * 1977-09-02 1982-09-16 Babcock-BSH AG vormals Büttner-Schilde-Haas AG, 4150 Krefeld Verfahren und Vorrichtung zur Reinigung eines Abgasstromes
US4197278B1 (en) * 1978-02-24 1996-04-02 Abb Flakt Inc Sequential removal of sulfur oxides from hot gases
GR75064B (nl) * 1978-05-19 1984-07-13 Niro Atomizer As
JPS5535870A (en) * 1978-09-06 1980-03-13 Ebara Infilco Co Ltd Waste incinerating method

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4666470A (en) * 1982-09-03 1987-05-19 Seac International B. V. Process for conditioning a gas stream charged with solid particles and/or vapors

Also Published As

Publication number Publication date
DK458779A (da) 1980-05-03
IE48640B1 (en) 1985-04-03
BE879693A (fr) 1980-02-15
ATA652479A (de) 1984-08-15
FR2440769A1 (fr) 1980-06-06
DK147432C (da) 1985-02-18
SE438963B (sv) 1985-05-28
IE792100L (en) 1980-05-02
DK147432B (da) 1984-08-06
FR2440769B1 (nl) 1985-03-22
IT1164748B (it) 1987-04-15
GB2040271B (en) 1983-03-23
JPH0133209B2 (nl) 1989-07-12
NL185394B (nl) 1989-11-01
GB2040271A (en) 1980-08-28
LU81829A1 (de) 1980-01-25
US4670221A (en) 1987-06-02
DE2847591C2 (de) 1982-12-23
SE7908804L (sv) 1980-05-03
CH645033A5 (de) 1984-09-14
DE2847591A1 (de) 1980-05-14
AT377451B (de) 1985-03-25
IT7950690A0 (it) 1979-10-29
JPS55109429A (en) 1980-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7907795A (nl) Rookgasbehandeling.
KR950005384A (ko) 코팅된 고정부재 제조용 분말 분무 장치
DE2736762C2 (de) Verfahren und vorrichtung zum dosieren von schleifmitteln
EP0279823A1 (de) Einrichtung zur kontinuierlichen trübungsmessung einer flüssigkeit
EP0085818B1 (fr) Procédé pour l'émaillage d'objets par pistolage électrostatique
US2758945A (en) John j
EP0499664A1 (de) Verfahren zur chemisch-physikalischen Abgasreinigung von Asphaltmischanlagen
CS241481B2 (en) Two phases sputtering device
BE1006327A3 (fr) Appareil de detection et/ou de mesure par separation et changement de phase.
FI117276B (fi) Nesteenkäsittelyjärjestelmä
DE4110550A1 (de) Einrichtung zur luftbefeuchtung mit druckwasser
US6464788B2 (en) Liquid recovery and reclamation system
US1291280A (en) Water-supplying apparatus.
NL8400557A (nl) Werkwijze en inrichting voor het maken van een schuim met zeer fijne schuimbellen voor stofbestrijding.
DE3401847C2 (nl)
RU2133913C1 (ru) Устройство для дозированной подачи реагента в нефтепровод
SU865417A1 (ru) Установка дл гидрофобизации легких заполнителей
US834701A (en) Spraying-machine.
RU2036023C1 (ru) Порошковый питатель
DE3037399C2 (de) Verfahren sowie Vorrichtung zur Neutralisation saurer bzw. säurehaltiger Schadstoffe in Rauchgasen von Feuerungsanlagen mit Abwärmenutzung
FR2437025A1 (fr) Procede et appareil de regulation du debit d'un transporteur
US1699451A (en) Process of manufacturing cement
US1193057A (en) Apparatus fob
KR830000902B1 (ko) 파이프 내벽의 라이닝 방법
IE56465B1 (en) Apparatus for separating solids and liquids

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19991023