NL7907642A

NL7907642A - Werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren en inrich- ting voor het uitvoeren daarvan.

Info

Publication number: NL7907642A
Application number: NL7907642A
Authority: NL
Original assignee: Takeuchi Press
Priority date: 1978-07-15
Filing date: 1979-10-16
Publication date: 1981-04-22
Also published as: US4327637A; GB2060492B; AU5143279A; CH644798A5; BE879163A; JPS6026038B2; GB2060492A; DE2940402C2; AU526999B2; US4241657A; DE2940402A1; JPS5514231A

Description

70 8516

Werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren en inrichting voor het uitroeren daarran.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren op voorwerpen met een gekromd oppervlak en meer in het bijzonder op een werkwijze voor het uit-voeren van halftoondruk in vier kleuren op cilindrische, coni-5 sche en ellipsvormige voorwerpen door middel van droge offsetdruk. De uitvinding heeft verder betrekking op een drukmachine met gekromd oppervlak voor het uitvoeren van die werkwijze.

Het bedrukken van cilindrische metalen blikjes en bussen wordt gewoonlijk uitgevoerd door droge offsetdruk en een 10 vierkleurendrukmachine voor bussen wordt thans op grote schaal gebruikt voor veelkleurendruk. Bij het drukken met een dergelijke drukmachine worden halftoonbeelden in vier kleuren vanaf cliche’s, die zijn aangebracht on vier clichécilinders, welke rondom een 4 · * overbrengingscilinder (blanket cylinder) zijn geplaatst, eerst 15 na elkaar overgebracht op dezelfde plaats van een drukdoek (blanket) en vervolgens vanaf daar overgebracht op een blikje of bus, dat (die) is vastgezet op een doorn, aangebracht op een roterende schijf, en in contact met het drukdoek kan roteren door de rotatie van de overbrengingscilinder. Een dergelijke bekende werkwijze 20 voor het bedrukken van bussen heeft evenwel het nadeel dat, wanneer patronen die vanaf cliché’s op het drukdoek worden overge-bracht elkaar overlappen, de inkten in natte toestand elkaar uittrekken en worden vermengd, waardoor de tint totaal verandert. Het is bijgevolg bijzonder moeilijk om met halftoondruk in drie of 25 vier kleuren dezelfde kleur als die van het origineel te reproduceren en de gebruikelijke werkwijze voer het bedrukken van bussen is derhalve beperkt wat betreft de patronen die kunnen worden afgedrukt.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen 3C van een betere werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren op voorwerpen met een gekromd oppervlak.

790 76 42 . r ' -♦ 2

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren op voorwerpen met een gekromd oppervlak, die leidt tot het verkrijgen van dezelfde kleur als die van het origineel.

5 Nog een ander doel van de uitvinding is het ver schaffen van een werkwijze voor droge offsetdruk op tussen, die dezelfde kleur als die van het origineel kan reproduceren en snel en op continue wijze een getrouwe afdruk kan opleveren.

Nog een doel van de uitvinding is het verschaffen 10 van een verbeterde drukmachine met gekromd oppervlak voor het uitvoeren van halftoondruk in vier kleuren op voorwerpen met een gekromd oppervlak.

Deze en andere doelstellingen van de uitvinding zullen in de hierna volgende beschrijving nader worden toegelicht 15 onder verwijzing naar de tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch aanzicht is van een drukmachine met gekromd oppervlak, die voor het uitvoeren van de onderhavige werkwijze kan worden gebruikt; fig. 2 een schematisch deelaanzicht isindoor-20 snede, dat de beeldlagen toont die zijn overgebracht op een druk-doek; fig. 3 een schematisch deelaanzicht is in doorsnede, dat de beeldlagen toont die zijn overgebracht op een te bedrukken voorwerp met een gekromd oppervlak; 25 fig. U een schematisch aanzicht is in doorsnede, dat een uitvoeringsvorm toont van een doorn die is voorzien van middelen om slip van een te bedrukken voorwerp te verhinderen en die bij de werkwijze volgens de uitvinding kan worden gebruikt; en 30 fig. 5 een schematisch aanzicht is in doorsnede, dat een andere uitvoeringsvorm toont van een doorn die is voorzien van middelen om slip van een te bedrukken voorwerp te verhinderen en die bij de werkwijze volgens de uitvinding kan worden gebruikt.

790 76 42 * 3

Sr is thans gevonden, dat de hierboven genoemde doelstellingen hunnen worden bereikt door, bij het uitvoeren van droge offsetdruk op een voorwerp met een gekromd oppervlak, waarbij halftoonbeelden in vier inkten van cliché ’ s worden overge-5 bracht op een drukdoek en vervolgens van dit doek worden overgebracht op het te bedrukken voorwerp, het verschil in kleverigheids-waarde van de vier inkten op ten minste 1 ten opzichte van elkaar te houden, de vier beelden van cliché’s over te brengen op twee overbrengingsgebieden, die zich op het drukdoek bevinden op 10 verschillende plaatsen in de omtreksrichting van een overbrengings-cilinder, en wel in twee lagen twee aan twee en. op zodanige wijze, dat het beeld van de inkt met de hoogste kleverigheidswaar-de en het beeld van de inkt met de tweede hoogste kleverigheids-waarde in deze volgorde worden overgebracht op het eerste overig brengingsgebied, en het beeld van de inkt met de derde hoogste kleverigheidswaarde en het beeld van de inkt met de laagste kleverigheids vaar de in deze volgorde worden overgebracht op het tweede overtrengingsgebied, en de beelden op het eerste over-brsngingsgebied en de beelden op het tweede overbrengingsgebied 20 achtereenvolgens in de vorm van lagen over te brengen op het voorwerp.

Volgens de werkwijze van de uitvinding kan vermenging van inkten in uiterst sterke mate worden verminderd, omdat halftoonbeelden van vier inkten met het aangegeven ver-25 schil in kleverigheidswaarde ten opzichte van elkaar in twee lagen twee aan twee in de aangegeven volgorde worden overgebracht op twee overbrengingsgebieden van een drukdoek, gevolgd door de overbrenging van de beelden in de twee overbrengingsgebieden op een te bedrukken voorwerp. Daardoor wordt geen verandering van tint 30 en ook geen seherpteveriies als gevolg van uitvloeien van half-tocnpunten waargenomen en kan een afdruk worden verkregen van een holder beeld, waarvan ie kleur nagenoeg overeenkomt met die van het origineel.

De werkwijze volgens de uitvinding kan worden 790 76 42 » ·· ij· toegepast voor het bedrukken van voorwerpen met een gekromd oppervlak, zoals cilindrische, conische en ellipsvormige voorwerpen, en is in het bijzonder geschikt voor het bedrukken van metalen blikjes en bussen. Volgens de onderhavige werkwijze kun-5 nen deze met een betrekkelijk grote snelheid en op continue wijze bijzonder fraai worden bedrukt.

Een van de kenmerken van de uitvinding is gelegen in het vermijden van vermenging van’ inkten als gevolg van het aan elkaar kleven van inkten, door op een drukdoek twee over-10 brengingsgebieden te voorzien, bestaande uit een eerste over-brengingsgebied en een tweede overbrengingsgebied, en vier half-toonbeelden twee aan twee in twee lagen dp de overbrengingsgebie-den over te brengen. Dit verschilt van wat plaatsvindt bij het op gebruikelijke wij ze·, bedrukken van bussen, waarbij halftoonbeelden 15 van cliché's achtereenvolgens worden overgebracht op één enkel overbrengingsgebied van het drukdoek. Aangezien twee overbrengings-gebieden op het oppervlak van het drukdoek zijn voorzien, moet dit doek in de omtreksrichting tweemaal de lengte hebben van een gebruikelijk drukdoek. Het effectieve drukoppervlak van de 20 overbrengingscilinder moet dus tweemaal de grootte hebben van het drukoppervlak van het te bedrukken voorwerp en gewoonlijk worden twee oppervlaktegebieden voorzien op een enkel drukdoek.

Het is wenselijk een zo hard mogelijk drukdoek te gebruiken voor het reproduceren van scherpe punten. Ook kunnen één of meer druk-25 doeken op de overbrengingscilinder worden voorzien.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden halftoonbeelden van de respectieve kleur van elk cliché op vier clichécilinders, die rondom de overbrengingscilinder zijn geplaatst, achtereenvolgens overgebracht op twee overbrengingsgebie-30 den van het drukdoek ter vorming van twee overgebrachte beelden, die elk uit twee lagen bestaan, en worden de op het eerste overbrengingsgebied overgebrachte beelden vervolgens overgebracht op een te bedrukken voorwerp, dat is vastgezet op een roteerbare doorn, die is aangebracht op een roterende schijf, gevolgd door 790 76 42 5 overbrenging van de op het tweede overbrengingsgebied overge-brachte beelden, zodat uiteindelijk de vier halftoonbeelden van vier kleuren zijn overgebracht op het oppervlak van het voorwerp, waardoor een kleurenafdruk wordt verkregen. Terwijl de over-5 brengingscilinder één omwenteling maakt, worden de overbrenging van de cliché’s op het oppervlak van het drukdoek en de overbrenging vanaf dit oppervlak op het oppervlak van het te bedrukken voorwerp voltooid, en terwijl de op de eerste en tweede over-brengingsgebieden overgebrachte beelden van het drukdoek worden 10 overgebracht op het te bedrukken voorwerp, maakt dit voorwerp twee omwentelingen. Wanneer één enkel drukdoek is voorzien op de overbrengingscilinder, kan één voorwerp worden bedrukt tijdens één omwenteling van de overbrengingscilinder, en wanneer twee drukdoeken zijn voorzien op de overbrengingscilinder, kunnen twee 15 voorwerpen worden bedrukt tijdens één omwenteling van de overbrengingscilinder. 3ij gebruik van een overbrengingscilinder die is voorzien van één enkel drukdoek wordt de omwentelingssnelheid van de overbrengingscilinder gewoonlijk gekozen tussen 25 en 30 toeren/minuut.

20 Het halftoondrukken in vier kleuren volgens de uitvinding wordt uitgevoerd volgens de bekende droge offsetwerk-wijze. Gele, magenta, cyaan en zwarte halftoonclichê’s worden volgens een gebruikelijke fotomechanische werkwijze vervaardigd.

Als drukinkten worden gebruikelijke inkten met een gele, magenta, 25 cyaan en zwarte kleur toegepast, en het is wenselijk inkten met een hoge viscositeit en een sterke concentratie te gebruiken, in het bijzonder inkten met uitstekende bevochtigingseigensehappen en reproductie-eigenschappen in de halffcoonpunten.

Be volgorde waarin de vier inkten van de cliché's 30 worden overgebracht op het' drukdoek is niet in het bijzonder beperkt wat de kleur betreft. Teneinde vermenging van inkten op het moment van overbrenging vanaf cliché*s op een drukdoek en vanaf het drukdoek op een te bedrukken voorwerp te verhinderen, zodat de overbrenging op correcte wijze plaatsvindt, is het evenwel 79076 42 ^ * 6 belangrijk de kleverigheidswaarden van de inkten zodanig te kiezen, dat de inkt die als onderste laag wordt overgebracht op het eerste overbrengingsgebied de hoogste kleverigheidswaarde heeft en de inkt die als bovenste laag wordt overgebracht op het tweede 5 overbrengingsgebied de laagste kleverigheidswaarde heeft, en dat bovendien de kleverigheidswaarden van de vier inkten ten minste 1 en bij voorkeur 2-3 bij 25°C van elkaar verschillen. Dit is een verder kenmerk van deze uitvinding. Wanneer de vier inkten niet de hierboven aangegeven kleverigheidsbalans hebben, wordt 10 geen goede overbrenging verkregen en worden de inkten vermengd, waardoor de kleurweergave en de scherpte af nemen.

Bij een drukwerkwijze waarbij inkten in natte toestand in de vorm van lagen worden overgebracht is vermenging van inkten als gevolg van het aan elkaar kleven van inkten een 15 groot probleem. Volgens de werkwijze van de uitvinding wordt dit e probleem opgeheven door vier inktbeelden afzonderlijk over te brengen op twee gebieden en door de kleverigheidswaarden voor de vier inkten verschillend te kiezen. Aangezien volgens de uitvinding het volgende beeld wordt overgebracht op een eerder over-20 gebrachte beeldlaag en aan deze hecht zonder ze evenwel uit te trekken, vindt dus geen vermenging van inkten plaats en kan een goede overbrenging worden uitgevoerd.

De overbrenging van halftoonbeelden van cliche's op een drukdoek wordt op zodanige wijze uit gevoerd, dat een half-25 toonbeeld van een inkt met de hoogste kleverigheidswaarde wordt overgebracht op het eerste overbrengingsgebied als onderste laag, waarop een halftoonbeeld van een inkt met de tweede hoogste kleverigheidswaarde wordt overgebracht, en wordt een halftoonbeeld van een inkt met de laagste kleverigheidswaarde overgebracht op 30 het tweede overbrengingsgebied als bovenste laag. Vervolgens worden de beeldlagen op het eerste overbrengingsgebied eerst overgebracht op een te bedrukken voorwerp en worden daarop de beeldlagen van het tweede overbrengingsgebied overgebracht, zodat de vier halftoonbeelden uiteindelijk in de vorm van lagen op het 790 76 42 - -* 7 voorwerp worden overgebracht. De kleverigheidswaarde van een eerder overgebrachte inkt is steeds hoger dan de kleverigheids-vaarde van een daarop overgebrachte inkt, waardoor de inkten niet worden vermengd en de overbrenging op uitstekende wijze plaats-5 vindt. Het is noodzakelijk de kleverigheidswaarden van de vier inkten verschillend te maken, zodat de kleverigheidswaarde van een onderliggende laag inkt hoger is dan de kleverigheidswaar-_ de van de daarop liggende laag inkt.

De kleverigheidswaarden van de vier inkten worden 10 zo gekozen, dat het verschil ten opzichte van elkaar ten minste 1 en bij voorkeur 2-3 bedraagt bij 25°C. De kleverigheidswaarde van een inkt wordt gekozen tussen 13 en ï*5, en bij voorkeur tussen 18 en ^-0 (Inkometer bij 25°C), en de vier inkten kunnen b.v. kleverigheidswaarden hebben van resp. 29-27, 26 - 2ki 15* 23 - 21, en 20 - 18. De kleverigheidswaarden van inkt kunnen ge makkelijk worden ingesteld door bekende middelen ter vermindering van die waarde en bekende verbindingen (compounds) te gebruiken, zonder dat de viscositeit van de inkt daardoor afneemt. Het instellen van de kleverigheidswaarde wordt gewoonlijk uitgevoerd 20 door verbindingen (compounds) te gebruiken en de kleverigheidswaarde kan b.v. 10 - 15/» worden verlaagd door toevoeging van ongeveer 4-5 gew.% van een verbinding (compound), berekend op het gewicht van een inkt.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt nader 25 toegelicht aan de hand van de tekening, die evenwel geen beperkende betekenis heeft.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht van een druk-maehine met gekromd oppervlak, die voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding kan worden gebruikt; 30 fig. 2 is een schematisch deelaanzicht in door snede, dat beeldlagen toont welke zijn overgebracht op een druk-doek; en fig. 3 is een schematisch deelaanzicht in doorsnede, dat beeldlagen tconu welke zijn overgebracht op een te be- 790 76 42 8 drukken voorwerp. De kleverigheidswaarden van gele, magenta, cyaan en zwarte inkten zijn zodanig ingesteld, dat een eerste inkt de hoogste kleverigheidsvaarde heeft, een tweede inkt een tweede hoogste kleverigheidswaarde, een derde inkt een derde hoogste 5 kleverigheidswaarde en een vierde inkt de laagste kleverigheidswaarde. Gele, magenta, cyaan en zwarte cliché's worden vervaardigd volgens een "bekende fotomechanische werkwijze. Eerst worden vier halftoonheelden van elke cliché vanaf elichécilinders 2a, 2h, 2c en 2d, die rondom een overbrengingscilinder 1 zijn ge-10 plaatst, overgebracht op een overbrengingsdoek 3. De overbrenging vanaf de cliché's op het drukdoek wordt zodanig uit gevoerd, dat het eerste inktbeeld U wordt overgebracht op een eerste overbren-gingsgebied van het drukdoek 3 als onderste laag, waarop het tweede inktbeeld 5 wordt overgebracht, en het derde inktbeeld 6 15* wordt overgebracht op een tweede overbrengingsgebied van het drukdoek 3 als een onderste laag, waarop het vierde inktbeeld 7 wordt overgebracht, zoals getoond in fig. 2. De inktbeelden van twee lagen op het eerste overbrengingsgebied worden vervolgens overgebracht op een te bedrukken voorwerp 10, dat is vastgemaakt 20 aan een doorn 9, die is aangebracht op een roterende schijf 8, terwijl het voorwerp 10 één omwenteling maakt. Vervolgens worden de inktbeelden van twee lagen op het tweede overbrengingsgebied overgebracht op het voorwerp 10 tijdens een verdere omwenteling van het voorwerp 10, zodat vier halftoonheelden uiteindelijk in 25 de vorm van lagen zijn overgebracht op het voorwerp 10.

Het te bedrukken voorwerp 10 wordt geroteerd in contact met de overbrengingscilinder 1 door het roteren van deze cilinder. Teneinde het uit register schuiven bij het overbrengen vanaf het drukdoek 3 op het voorwerp 10 te verhinderen, kan de 30 overbrengingscilinder met de doorn, die het te bedrukken voorwerp draagt, zijn verbonden via een middel dat in staat is het roteren van de doorn te regelen, zoals een tandwiel. Met een dergelijk middel kan het roteren op zodanige wijze worden geregeld, dat het te bedrukken voorwerp bij een constante snelheid exact 790 76 42 9 één omwenteling maakt tijdens het overbrengen van de beelden van het eerste overbrengingsgebied op het voorwerp en verder exact een omwenteling maakt tijdens het overbrengen van de beelden van het tweede overbrengingsgebied op het voorwerp.

5 Ook kan het gebruik van een doorn met een O-ring als getoond in fig. k of een doom van het expansietype als getoond in fig. 5 effectief zijn om slip tussen een te bedrukken voorwerp en de doorn te verhinderen. Een dergelijk middel ter verhindering van slip kan worden gebruikt in combinatie met het 10 hierboven genoemde middel voor het regelen van het roteren.

In fig. die een uitvoeringsvorm toont van het volgens de uitvinding bruikbare middel voor het verhinderen van slip, stelt 11 een doorn voor en is 13 een te bedrukken cilindrisch voorwerp, waarop de 0-ring 12 is gemonteerd. In fig. 5, 15* die een andere uitvoeringsvorm toont van het volgens de uitvinding brüikbare middel voor het verhinderen van slip, is 1^ een veer. De slip tussen een te bedrukken cilindrisch voorwerp 13 en een doorn wordt verhinderd door de Q-ring 12, die naar buiten wordt verplaatst door een orgaan 16 door de beweging van een as 15· 20 Een dergelijk middel van het expansietype voor het verhinderen van slip is bijzonder geschikt, omdat het toelaat een te bedrukken voorwerp gemakkelijk aan te brengen en weer af te nemen.

De uitvinding wordt meer in het bijzonder uoe-geiicht aan de hand van de volgende voorbeelden.

25 Voorbeeld I

Halftoondruk in vier kleuren van spuitbussen met een buitendiameter van 50 mm werd op continue wijze uitgevoerd onder de volgende omstandigheden.

Oorspronkelijk patroon: opname op een omkeerkleurenfiim; 30 Cliché: vierkleurenwerkwijze; 150 lijnen; Jïyloprint met een dikte van 0,55 mm (fotoreserveplaatmateriaal vervaardigd door BASF A.G.};

Drukinkten: inkten voor metaal van Eabushiki Kaisha Matsui Xagaku Eogyosho 790 76 42 10 geel: CAP Process 23 magenta: CAP Process 53 cyaan: CAP Process 365 zwart: CAP 97; 5 Kleverigheidsvaarde: de kleverigheidswaarden van de vier inkten werden ingesteld met CP-compound van Kabushiki Kaisha Matsui Kagaku Kogyosho geel: 29 magenta: 26 10 cyaan: 23 zwart: 20;

Drukdoek: hard drukdoek 5^-00 (Hs 83) van Dunlop, Japan, Ltd.;

Druksnelheid: 66 toeren/minuut;

Aantal bedrukte bussen: U000 stuks.

15' De overbrenging van de cliché’s op het drukdoek werd uitgevoerd in de volgorde geel, cyaan, magenta en zwart en de gele en cyaanhalftoonbeelden werden overgebracht als onderste lagen op een eerste resp. een tweede overbrengingsgebied.

Het roteren van de spuitbussen beschiedde door 20 wrijvingsaandrijving tussen de spuitbus en het drukdoek.

Er werd geen vermenging van inkten waargenomen, de tint veranderde niet en de punten vloeiden niet uit. Er werd een fraaie afdruk verkregen, die het oorspronkelijke patroon en de oorspronkelijke kleur zeer dicht benaderde.

25 Voorbeeld II

De werkwijze van voorbeeld I werd herhaald, behalve dat de kleverigheidswaarden van de gele, magenta, cyaan en zwarte inkten werden ingesteld op resp. 36, 32, 28 en 2b, waardoor een fraaie bedrukking werd verkregen, die zeer sterk geleek 30 op het origineel.

Vergelljkingsvoorbeeld I

De werkwijze van voorbeeld I werd herhaald, behalve dat de kleverigheidswaarden van de gele en cyaantinten werden ingest eld op 29 en de kleverigheidswaarden van de magenta en 79076 42 11 zwarte inkten werden ingesteld op 26. De verkregen bedrukking vervaagde geheel van kleur.

Vergelijkingsvoorbeeld II

De werkwijze van voorbeeld I werd herhaald, be-5 halve dat éên van de vier halftoonbeelden werd overgebracht op het ene overbrengingsgebied en de drie andere halftoonbeelden werden overgebracht op het andere overbrengingsgebied.

Er werd vermenging van de inkten waargenomen en de verkregen bedrukking vervaagde volledig van kleur en vertoonde 10 een lage grondtoonaf werking.

9 790 7 6 42

Claims

1. Werkwijze voor halftoondruk in vier kleuren vol gens een droog offsetdruksysteem op een voorwerp met een gekromd oppervlak, door halftoonbeelden vanaf vier halftooncliché's van clichécilinders, die zijn aangebracht rondom een overbrengingsci-5 linder, over te brengen op een drukdoek en ze vervolgens over te brengen op het voorwerp, met het kenmerk, dat de kleverigheids-waarden van de eerste, tweede, derde en vierde inkten zodanig worden gekozen, dat de eerste inkt de hoogste kleverigheidswaarde bezit en de vierde inkt de laagste kleverigheidswaarde en dat 10 bovendien het verschil in kleverigheidswaarde van de vier inkten op ten minste 1 ten opzichte van elkaar wordt gehouden, de vier - halftoonbeelden van de halftooncliché’s worden overgebracht'op twee ovgrbrengingsgebieden, bestaande uit een eerste overbrengings-gebied en een tweede overbrengingsgebied, die zich op het druk-15 doek bevinden op een verschillende plaats in de omtreksrichting van de overbrengingscilinder, zodat het beeld van de eerste inkt wordt overgebracht op het eerste overbrengingsgebied als onderste laag, waarop het beeld van de tweede inkt met de tweede hoogste kleverigheidswaarde wordt overgebracht, en het beeld van de 20 derde inkt wordt overgebracht op het tweede overbrengingsgebied als onderste laag, waarop het beeld van de vierde inkt wordt overgebracht, en de beelden overgebracht op het eerste overbrengingsgebied en de beelden overgebracht op het tweede overbrengingsgebied achtereenvolgens als lagen worden overgebracht op het voor-25 werp.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verschil in kleverigheidswaarde van de vier inkten 2-3 bedraagt ten opzichte van elkaar.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de kleverigheidswaarden van de eerste, tweede, derde en vierde inkten resp. op 29 - 27, 26 - 2U, 23 - 21 en 20 - 18 worden 790 76 42 gehouden. If·. Inrichting voor halftoondruk in vier kleuren op een gekromd oppervlak, welke inrichting een overbrengingscHinder met een drukdoek bevat, waarbij vier clichécilinders rondom 5 de overbrengingscilinder zijn geplaatst, alsmede doornen voor het dragen van een te bedrukken voorwerp, die roteerbaar zijn aangebracht op een roterende schijf, met het kenmerk, dat het drukdoek een effectief drukoppervlak heeft dat tweemaal de grootte bedraagt van het drukoppervlak van het te bedrukken voorwerp. 10 5· Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, dat middelen zijn voorzien voor het regelen van de rotatie van de doom op zodanige wijze, dat de doorn exact twee toeren maakt met een constante snelheid, terwijl het te bedrukken voorwerp in contact komt met het drukdoek.

6. Inrichting volgens conclusie k, met het kenmerk,_ dat de doornen middelen bevatten om slip van het te bedrukken voorwerp te verhinderen. 790 76 42